Stichting NTR T.a.v. het bestuur Postbus 29000 1202 MA HILVERSUM
Datum
Onderwerp
26 november 2013
Nevenactiviteit – toestemming cluster 5
Uw kenmerk
Ons kenmerk
DGP/IG/130605.b1
603185/614669
Contactpersoon
Doorkiesnummer
Geacht bestuur, Bij brief van 5 juni 2013, ontvangen op 6 juni 2013, heeft de NTR om goedkeuring verzocht voor de nevenactiviteit “Het opzetten van een omroepwebshop waarbij het beeldmerk en/of merknaam van de NTR in licentie wordt gegeven”. Bij brief van 20 juni 2013 is door het Commissariaat om nadere informatie verzocht. Bij e-mail van 4 juli 2013 is deze informatie van de NTR ontvangen. Verder is op 16 september 2013 deze nevenactiviteit telefonisch toegelicht. Op 2 oktober 2013 heeft het Commissariaat nogmaals om informatie verzocht. De NTR heeft op 3 oktober 2013 aanvullende informatie verstrekt. Op grond van de hiernavolgende toetsing wordt u, conform de systematiek van clustermeldingen voor nevenactiviteiten zoals wij die hebben aangekondigd in onze brief van 23 december 2008 (kenmerk SBO-007582-yw), toestemming verleend voor de nevenactiviteit “Het verkopen van producten van derden via een webwinkel” (cluster 5).
A.
De activiteit
1.
De nevenactiviteit van de NTR bestaat uit het opzetten van een webshop waarbij het beeldmerk en/of merknaam van de NTR in licentie wordt gegeven. In opdracht van de NTR wordt door Omroep Services B.V. een webshop gebouwd. Omroep Services B.V. zal de webshop voor eigen rekening en risico exploiteren en is bevoegd om in het kader van de exploitatie het beeldmerk en/of de merknaam van de NTR te gebruiken.
2.
Het doel van de omroepwebshop van de NTR is om een assortiment samen te stellen dat uniek is voor de NTR. In de webshop worden producten en/of diensten van de NTR en van derden (mits er voldoende relatie is met de publieke media-instelling) aangeboden. De NTR is verantwoordelijk voor de keuze van de aan het media-aanbod gerelateerde producten waaruit het assortiment wordt samengesteld. De nevenactiviteit heeft een looptijd van drie jaar. Conform de clusterindeling zoals vermeld in onze brief van 23 december 2008 valt deze nevenactiviteit in cluster 5.
B.
Relevante bepalingen
3.
Artikel 2.132 Mediawet 2008 1. De publieke media-instellingen mogen alleen na voorafgaande toestemming van het Commissariaat nevenactiviteiten verrichten. 2. Nevenactiviteiten zijn activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten. 3. Toestemming kan alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het media-aanbod van de publieke omroep, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
4.
Voorts wordt gewezen op de Regeling van het Commissariaat voor de Media van 10 april 2009 houdende beleidsregels omtrent nevenactiviteiten publieke mediainstellingen (hierna: Beleidsregels nevenactiviteiten 2009).
C.
Status
5.
Volgens artikel 2, onderdeel c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is een nevenactiviteit een activiteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
6.
Op grond van artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008, worden alle activiteiten, directe of indirecte deelnemingen in rechtspersonen daaronder begrepen, die niet rechtstreeks verband houden met of ten dienste staan van de uitvoering van de publieke media-opdracht, met uitzondering van verenigingsactiviteiten, aangemerkt als nevenactiviteiten.
7.
Het opzetten van een omroepwebshop houdt niet rechtstreeks verband met en staat niet rechtstreeks ten dienste van de uitvoering van de publieke media-opdracht van de publieke media-instelling en is evenmin een verenigingsactiviteit.
8.
De activiteit is derhalve een nevenactiviteit als bedoeld in artikel 2.132, tweede lid, van de Mediawet 2008.
D. 9.
Toetsing Op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008 kan toestemming alleen worden gegeven als een nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht en direct gerelateerd is aan het mediaaanbod van de publieke media-instelling, op marktconforme wijze wordt verricht en ten minste kostendekkend is.
Relatietoets 10. Op grond van artikel 3, eerste lid, sub c, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, houdt een nevenactiviteit verband met of staat deze ten dienste van de verwezenlijking -2-
van de publieke media-opdracht indien de betrokkenheid van gebruikers bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling met de nevenactiviteit wordt vergroot. In deze gevallen dient de activiteit op grond van artikel 3, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009, tevens aantoonbaar inhoudelijk aan te sluiten bij het mediaaanbod of de publieke media-instelling. 11. De onderhavige nevenactiviteit betreft het verkopen van producten en/of diensten van de NTR en producten van derden via een webshop. De NTR heeft aangegeven dat het producten betreffen die een relatie hebben met het media-aanbod van de NTR of met de NTR zelf. Daarmee wordt de betrokkenheid van de gebruiker bij het media-aanbod van de publieke media-instelling of de publieke media-instelling zelf vergroot. 12. Verder sluit de nevenactiviteit inhoudelijk aantoonbaar aan bij het media-aanbod van de NTR aangezien het producten betreffen die een relatie hebben met het media-aanbod van de NTR of met de NTR zelf. 13. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit verband houdt met of ten dienste staat van de verwezenlijking van de publieke media-opdracht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Marktconformiteit 14. Overeenkomstig artikel 7 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 worden, bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, de verkoopprijs en de hoogte van de licentievergoeding als uitgangspunt genomen. Een publieke mediainstelling dient voor haar nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs en licentievergoeding te hanteren. De publieke media-instelling heeft derhalve een zorgplicht om deze eis van marktconformiteit mee te nemen in de onderhandelingen voorafgaand aan de totstandkoming van de nevenactiviteit. Op grond van artikel 7, tweede lid, van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 kan het Commissariaat bij de beoordeling of het verrichten van de nevenactiviteit marktconform is, ook het imago van de publieke mediainstelling betrekken. Onder imago wordt in ieder geval verstaan beeldmerk of logo. 15. Het Commissariaat is vooralsnog van oordeel dat de nevenactiviteit, op basis van de nu bekende feiten en omstandigheden, aan deze voorwaarde voldoet. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 16. Zoals reeds is aangegeven dient een publieke media-instelling voor haar nevenactiviteiten een marktconforme verkoopprijs te hanteren. Met deze nevenactiviteit begeeft de NTR zich op de markt van (online) aanbieders van boeken, dvd’s, cd’s en merchandise artikelen. De NTR heeft aangegeven dat voor de verkoopprijzen van de producten die in de omroepwebshop worden aangeboden rekening wordt gehouden met de verkoopprijzen die gehanteerd worden op de markt van (online) aanbieders van boeken, dvd’s, cd’s, etc. Het Commissariaat ziet voorshands geen reden om aan te nemen dat de door de NTR te hanteren verkoopprijzen niet marktconform zouden zijn. 17. Daarnaast wordt in het kader van de exploitatie van de omroepwebshop en het gebruik van het beeldmerk en/of merknaam van de NTR een licentievergoeding van Omroep Services B.V. verkregen. De NTR heeft verschillende marktpartijen benaderd met het verzoek om een offerte in te dienen. Vervolgens heeft een selectie plaatsgevonden waarbij de offertes van drie partijen met elkaar zijn vergeleken. Op basis van deze -3-
vergelijking heeft de NTR gekozen voor de partij met de voor hun meest gunstige offerte. Het Commissariaat heeft deze offertes ingezien. Gelet hierop en gelet op de overige informatie die door de NTR is overgelegd met betrekking tot hoe de licentievergoeding tot stand is gekomen, ziet het Commissariaat voorshands geen reden om aan te nemen dat deze licentievergoeding niet marktconform zou zijn. 18. Het Commissariaat is vooralsnog dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit marktconform wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. Kostendekkendheid 19. Overeenkomstig artikel 11 van de Beleidsregels nevenactiviteiten 2009 is er geen sprake van kostendekkendheid indien de nevenactiviteit direct of indirect wordt bekostigd uit of anderszins ten laste komt van de publieke omroepmiddelen. 20. Het Commissariaat is van oordeel dat de nevenactiviteit voldoet aan de voorwaarde van kostendekkendheid. Hierbij heeft het Commissariaat het volgende overwogen. 21. De NTR heeft bij brief van 4 juli 2013 gespecificeerd aangegeven dat er initiële kosten zijn voor de bouw van de omroepwebshop, die voor haar rekening zijn. De NTR heeft onderbouwd dat de nevenactiviteit binnen drie jaar kostendekkend wordt verricht. Gelet hierop is er geen aanleiding te veronderstellen dat de nevenactiviteit niet kostendekkend kan worden verricht. 22. Daarnaast wordt door de NTR aangegeven dat alle kosten die gemoeid zijn met de exploitatie van de omroepwebshop voor rekening en risico zijn van Omroep Services B.V. De NTR loopt derhalve geen enkel financieel risico. 23. De NTR dient er voor zorg te dragen dat de nevenactiviteit in ieder geval binnen drie jaar kostendekkend wordt verricht, zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 24. Het Commissariaat is dan ook van oordeel dat de nevenactiviteit kostendekkend wordt verricht zoals bedoeld in artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008. 25. Het Commissariaat zal de kostendekkendheid jaarlijks controleren aan de hand van de jaarrekening van de NTR.
E.
Besluit
26. Op grond van bovenstaande toetsen is de nevenactiviteit “Het opzetten van een omroepwebshop waarbij het beeldmerk en/of merknaam van de NTR in licentie wordt gegeven” toegestaan op grond van artikel 2.132, derde lid, van de Mediawet 2008.
-4-
F.
Register
27. De nevenactiviteit is als het “Het verkopen van producten van derden via een webwinkel” met daaronder vermelding van “Het opzetten van een omroepwebshop waarbij het beeldmerk en/of merknaam van de NTR in licentie wordt gegeven” opgenomen in het openbare Register nevenactiviteiten, te vinden op de website van het Commissariaat (www.cvdm.nl).
G.
Publicatie
28. Op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur besluit het Commissariaat de volledige tekst van dit besluit twee weken na bekendmaking daarvan op zijn website te publiceren. Het Commissariaat heeft het algemeen belang bij onverkorte openbaarmaking van het besluit afgewogen tegen het belang van de NTR. Aan het algemeen belang dat door (onverkorte) openbaarmaking wordt gediend, komt een groot gewicht toe. Mede gelet hierop is het Commissariaat van oordeel dat de belangen van de NTR door onverkorte openbaarmaking van dit besluit niet onevenredig worden benadeeld. Een afschrift van dit besluit zenden wij aan de NPO.
Hilversum, 26 november 2013 COMMISSARIAAT VOOR DE MEDIA,
prof. mr. dr. Madeleine de Cock Buning voorzitter
drs. Eric Eljon commissaris
Belanghebbenden die zich met dit besluit niet kunnen verenigen, kunnen op grond van de Algemene wet bestuursrecht binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt bezwaar maken bij het Commissariaat voor de Media, Postbus 1426, 1200 BK te Hilversum.
-5-