RAPPORT VAN BEVINDINGEN
ONDERZOEK NAAR DE COOPERATIEVE VERENIGING INTERNATIONALE SCHOOL ALMERE U.A. H3480552/42620
Utrecht, december 2012
Voorwoord
Dit rapport bevat de resultaten van een specifiek onderzoek dat plaatsvond in de maanden oktober en november 2012 naar de Coöperatieve Vereniging Internationale School te Almere U.A. Het concept rapport met nummer H3469423 is op 27 november 2012 voor hoor en wederhoor verzonden naar het bestuur. Het definitieve rapport met nummer H3480552 is vastgesteld door drs. S.M.T.M. Smeets RA, te Utrecht op 21 december 2012. Het onderzoeksrapport wordt 5 weken na vaststelling openbaar gemaakt via www.onderwijsinspectie.nl SPECIFIEK ONDERZOEK Naast regulier onderzoek op grond van artikel 11 van de Wet op het Onderwijstoezicht (WOT) kan de inspectie uit eigen beweging dan wel op aanwijzing van de minister specifiek onderzoek verrichten. Hieronder worden alle niet-reguliere vormen van onderzoek verstaan. Dit kan zowel onderzoek zijn naar een school of instelling (“inzoomonderzoek”) als bijvoorbeeld het onderzoek naar thema’s of aspecten (Tweede kamer, vergaderjaar 2011-2012, 32193, nr.3). De inspectie is op grond van artikel 3 van de WOT bevoegd een onderzoek in te stellen naar, onder meer, de financiële rechtmatigheid. Voor een specifiek onderzoek worden onderzoeksvragen geformuleerd afhankelijk van de aard van het onderzoek of het te onderzoeken onderwerp. Ook de onderzoeksopzet en – uitvoering volgen geen vast stramien, maar worden per geval bepaald. In beginsel worden de bevindingen naar aanleiding van een specifiek onderzoek vastgelegd in een openbaar rapport, tenzij de aard van het onderzoek of de omvang daarvan zich daartegen verzet.
INHOUD
Samenvatting 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Opdracht en werkwijze 9 Aanleiding 9 Onderzoeksvragen en werkwijze 9 Opbouw rapport 10 Afbakening van het onderzoek 10 Wet- en regelgeving 11 Opmerkingen vooraf 11
2
Bevindingen betreffende leerlingen 13
3
Bevindingen betreffende de rijksbekostiging/financiën 17
4
Bevindingen betreffende de coöperatieve vereniging 20
5
Bevindingen betreffende de overige vragen 23
Samenvatting
De secretaris-generaal van het ministerie van OCW heeft de inspecteur-generaal van de inspectie met brief met kenmerk 447397 van 22 oktober 2012 verzocht een onderzoek in te stellen naar de Coöperatieve Vereniging Internationale School te Almere U.A. (hierna: ISA). Er is behoefte aan een feitenonderzoek naar de wijze waarop ISA de afgelopen jaren heeft geopereerd. Het verzoek ging vergezeld van een aantal specifieke onderzoeksvragen. Hierna volgen de antwoorden op de onderzoeksvragen. Hoeveel leerlingen volgden in de schooljaren 2008-2009; 2009-2010; 20102011, 2011-2012 en 2012-2013 onderwijs aan ISA, op welke school/vestiging en schoolsoort/opleiding stonden deze leerlingen volgens de leerlingentelling ingeschreven en welke schoolsoort/opleiding werd in de praktijk gevolgd? De navolgende tabel geeft het aantal bekostigde leerlingen per schooljaar weer onderverdeeld naar de elementcode, waarop deze leerlingen zijn ingeschreven. Voor alle leerlingen geldt dat zij op de teldatum staan ingeschreven op Het Baken en dat zij onderwijs volgen op ISA. Elementcode
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
2012-2013
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
200
48
39
46
60
83
274
0
14
27
18
5
279
0
0
0
25
57
654
15
0
0
0
0
700
0
1
0
0
0
63
54
73
103
145
Totaal
In schooljaar 2009-2010 stond één leerling ingeschreven op de elementcode 700 voor International Baccalaureate Middle Years Programme (hierna: IB MYP). De overige leerlingen stonden/staan ingeschreven op elementcodes voor Lyceum (654) dan wel Gymnasium (200, 274 en 279). In de praktijk is echter door alle leerlingen in alle vijf de schooljaren onderwijs gevolgd volgens IB MYP of International Baccalaureate Diploma Programme (hierna: IB DP). Hoeveel van de leerlingen, in de schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 20102011, 2011-2012 en 2012-2013 voldeden aan de criteria in de Beleidsregel IGVO 2010 om toegelaten te mogen worden tot de cursus IB MYP of IB DP? Om tot een cursus IB MYP of een cursus IB DP te worden toegelaten moet een leerling voldoen aan één van de criteria voor toelating opgenomen in artikel 8 van de Beleidsregel 2010. De inspectie heeft de leerlingen en de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen op het voldoen aan een van deze criteria beoordeeld. In de navolgende tabel is voor de schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 voor de leerlingen, die onderwijs volg(d)en op ISA, een verdeling gemaakt over de leerlingen die voldoen, niet voldoen en waarvan het onzeker is of ze voldoen aan de criteria. Pagina 4 van 24
Categorieën
Voldoen Voldoen niet
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
2012-2013
0
0
0
1
1
20
19
26
24
20
Onzeker
43
35
47
77
125
Totaal
63
54
73
102
146
Voor het schooljaar 2012-2013 is van één leerling vastgesteld dat deze in aanmerking kan komen voor IGVO-bekostiging. Van 20 leerlingen in schooljaar 2012-2013 is vastgesteld dat deze niet in aanmerking kunnen komen voor IGVO-bekostiging. Van de (buitenlandse) leerlingen zijn de ouders niet werkzaam in Nederland of in het grensgebied van Nederland en van de (Nederlandse) leerlingen is vastgesteld dat de hele schoolloopbaan in Nederland heeft plaatsgevonden. Tevens bevinden zij zich langer dan twee jaar op ISA. Ten aanzien van de 125 leerlingen in schooljaar 2012-2013 waarvan het onzeker is of zij voldoen aan de criteria geldt het volgende. Van 49 (buitenlandse) leerlingen, 69 (Nederlandse) leerlingen en van zeven leerling (woonachtig in Nederland) is onzeker of deze in aanmerking kunnen komen voor IGVO-bekostiging. Van deze leerlingen is niet vast te stellen dat: de ouders werkzaam zijn in Nederland of in het grensgebied van Nederland; de ouders werkzaam zijn in Nederland of in het grensgebied van Nederland én of dit voor een tijdelijke periode was. In die gevallen heeft de leerling vaak de volledige schoolloopbaan in Nederland doorgebracht; de ouders daadwerkelijk in het buitenland werkzaam zijn geweest; de ouders binnen twee jaar werkzaam zullen zijn in het buitenland aangezien een werkgeversverklaring waar dit uit blijkt ontbreekt. De hele schoolloopbaan van deze leerlingen heeft in Nederland plaatsgevonden. deze voldoet door het ontbreken van het diploma of van het bewijsstuk. Mogelijk kunnen deze leerlingen wel aan één van de criteria in artikel 8 van de Beleidsregel IGVO voldoen. Echter de leerlingendossiers bevatten hiervoor geen onderbouwing. In haar reactie op het concept rapport heeft de Head of School van ISA namens Het Baken aangegeven dat slechts ten aanzien van leerlingen, waarvan één van de ouders binnen twee jaar in het buitenland werkzaam zal zijn, in de Beleidsregel IGVO is voorgeschreven dat een werkgeversverklaring dient te worden overlegd. De inspectie onderkent dit, maar blijft bij de stelling dat ten aanzien van de werkomstandigheden van ouders (tijdelijk in Nederland of tijdelijk in het buitenland werkzaam geweest) onzekerheden blijven bestaan, waardoor het onzeker is of leerlingen voldoen aan de criteria genoemd in de Beleidsregel IGVO. Dit terwijl in de Beleidsregel IGVO kennelijk ook niet is geregeld dat de school hiervoor bewijsstukken dient te overleggen. Voorts heeft de Head of School van ISA namens Het Baken in de reactie op het concept een andere opstelling van leerlingen per categorie overlegd. Deze opstelling heeft de inspectie in detail geanalyseerd, hetgeen heeft geleid tot een aantal wijzigingen in de categorisering van leerlingen ten opzichte van het concept rapport. Pagina 5 van 24
Deze wijzigingen zijn in dit rapport verwerkt. De Head of School had in haar opstelling een categorie toegevoegd: tweetalige VWO-leerlingen. De inspectie heeft deze toevoeging niet overgenomen, omdat het feitelijk gegeven onderwijs niet voldoet aan de voorwaarden van het tweetalig onderwijs. Zijn er diploma’s uitgereikt, welke diploma’s, en sluiten die diploma’s aan bij de wijze waarop de leerlingen staan ingeschreven? Aan ISA zijn geen diploma’s uitgereikt. Als deze leerlingen staan ingeschreven bij Het Baken/ISA als VWO-leerling en eigenlijk IGVO-onderwijs volgen - al dan niet in aanmerking komend voor toelating – worden deze leerlingen dan geregistreerd als VSV'ers? De leerlingen worden als VSV-ers geregistreerd indien ze het laatste leerjaar van de opleiding zonder diploma verlaten. Bij ISA is dit nog niet geconstateerd. Wat is er gebeurd met de bekostiging die Het Baken heeft ontvangen voor de leerlingen die onderwijs volgden bij ISA? De bekostiging die Het Baken van het Rijk ontvangt voor de leerlingen die bij Het Baken zijn ingeschreven en die bij ISA onderwijs volgen, wordt op basis van het aantal leerlingen doorbetaald aan ISA. In welke omvang en op welke grond wordt bekostiging aan derden doorbetaald, waar wordt de bekostiging aan besteed en is dit conform de regelgeving? De middelen die Het Baken ontvangt, worden besteed aan personele, materiële uitgaven en voorzieningen in huisvesting. De inspectie heeft de eerste twee categorieën van uitgaven beoordeeld en daarin geen onrechtmatige uitgaven geconstateerd. Voor de huisvestingsuitgaven is een private financieringsbron beschikbaar in de vorm van private fees. Strikt genomen wordt de bekostiging niet besteed conform artikel 99 lid 1 van de WVO, aangezien de bekostiging niet wordt besteed aan een school maar wordt doorbetaald aan ISA. De bekostiging is overigens wel aangewend voor de uitgaven die worden genoemd in artikel 99 ten behoeve van de leerlingen van Het Baken. In welke mate betalen ouders uitgesplitst naar IGVO-leerlingen en andere ISA-leerlingen een verplicht/vrijwillige fee, aan wie wordt dit betaald en is dit conform de regelgeving? Bij de inschrijving van de leerlingen bij ISA is een fee verplicht, hetgeen in overeenstemming is met artikel 9 van de Beleidsregel IGVO. Voor VWO-leerlingen is alleen een vrijwillige ouderbijdrage mogelijk. Er is in 2003 tussen de rechtsvoorgangers van Het Baken en het Alberdingk Thijm College te Hilversum een coöperatieve vereniging opgericht ter exploitatie van een internationale school Almere. Hoe verhoudt deze overeenkomst zich met de wet- en regelgeving voortgezet onderwijs? Ingevolge de beleidsregel IGVO op grond van artikel 73 WVO kan IGVO-onderwijs voor bekostiging in aanmerking worden genomen als de school ten minste de
Pagina 6 van 24
schoolsoorten voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen vormend onderwijs geeft. Het bevoegd gezag van de school is de rechtspersoon vertegenwoordigd door de bestuurder van Het Baken en dus niet ISA. De internationale school zou geen school op zich moeten zijn maar vormt onderdeel van Het Baken en kan dus ook niet door ISA worden aangestuurd. In artikel 9.4 van de akte van oprichting is een schadevergoeding op opzegging van lidmaatschap opgenomen, die is opgevoerd in de Amarantisoperatie als een risico van 4,7 miljoen. Hoe verhoudt deze bepaling zich met de wet- en regelgeving rond bijvoorbeeld de besteding van rijksbekostiging? Artikel 9.4 van de akte heeft als doel om de leerlingen in staat te stellen hun internationale opleiding te Almere aan de door ISA in stand gehouden school te kunnen afronden. Kennelijk wordt bij de berekening van het bedrag volgens dit artikel ervan uit gegaan dat de bekostiging van deze leerlingen niet wordt gecontinueerd. Dit zou kunnen betekenen dat ISA zal worden voortgezet als particuliere instelling. In dat geval is het bedrag dat als schadevergoeding wordt opgelegd niet te beschouwen als bekostiging besteed aan een school conform artikel 99 lid 1 van de WVO. Indien de leerlingen wel blijven bekostigd, is de vraag waarvoor het te betalen bedrag is bedoeld, aangezien de exploitatie samen met de ouderbijdrage sluitend zou kunnen zijn. Strikt genomen wordt het te betalen bedrag in dat geval niet besteed conform artikel 99 lid 1 van de WVO, aangezien dit bedrag dan niet wordt besteed aan een school maar wordt doorbetaald aan ISA. Een belangrijk verschil met de situatie in de voorgaande alinea is dat het te betalen bedrag dan wel wordt aangewend voor bekostigde leerlingen. Welke risico wordt gelopen/welk voordeel behaald en door wie met deze overeenkomst? Door de oprichting van de coöperatie is ten aanzien van de bekostiging door Het Baken geen voordeel behaald omdat deze de bekostiging volledig doorstort. Geconcludeerd kan worden dat alle leveringen van goederen en diensten aan ISA vanuit Het Baken en vanuit Alberdingk Thijm op basis van de werkelijke kostprijs zijn geschied. Het risico dat wordt gelopen met de oprichting van ISA is het incassorisico voor Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage (privaat vermogen). De schuld van ISA in rekening-courant aan Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage bedraagt ultimo 2011 ruim € 1,3 miljoen. Hierbij dient te worden benadrukt dat geen risico wordt gelopen met publiek vermogen. Zijn er claims/afspraken ed tussen AT en Het Baken met financiële gevolgen, zijn deze rechtmatig en wanneer speelt dit risico en voor wie? Er is de inspectie niets gebleken van claims/afspraken, anders dan hiervoor is weergegeven.
Pagina 7 van 24
Zijn er bevoegde docenten in dienst voor het onderwijs bij ISA? In schooljaar 2012/2013 zijn 20 docenten werkzaam bij ISA. Uit de personeelsdossiers blijkt het volgende: 13 docenten beschikken over een lesbevoegdheid; 7 docenten beschikken niet over een lesbevoegdheid. Waar zijn deze docenten formeel in dienst en hoe verhoudt dat dienstverband zich met wet- en regelgeving? Wie draagt eventuele financiële risico’s ten aanzien van de positie/ontslag van de docenten? Het personeel is in dienst van ISA en behoeft volgens de wet- en regelgeving niet bij Het Baken in dienst te zijn. De financiële risico’s liggen bij ISA. Deze heeft het personeel in dienst en heeft immers een eigen rechtsvorm. Hoe is de huisvesting van ISA financieel/juridisch geregeld, welke relatie/risico is er met betrekking tot het gebouw en het eigendom van het gebouw waarin ISA verblijft, hoe is dit gebouw/de bouw gefinancierd, door wie, op wiens initiatief? Op 10 april 2008 is ISA BV opgericht. Deze vennootschap heeft het gebouw van ISA in eigendom en verhuurt dit aan ISA. ISA BV is een 100% dochteronderneming van Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa, de stichting waarin de activa van Alberdingk Thijm zijn ondergebracht. Het gebouw van ISA staat ultimo 2011 op de balans voor een boekwaarde van bijna € 6 miljoen en is gefinancierd met een lening van de BNG en voor het restant met private middelen vanuit Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa. Voor de Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa, betekent de financiering van ISA naar de mening van de inspectie een aanzienlijk risico. Hoe verhoudt de exploitatie van het gebouw zich tot Het Baken/ISA en evt. vertrek van ISA? In de huurovereenkomst tussen ISA en ISA BV is niets vastgelegd ten aanzien van het beëindigen van het lidmaatschap van de coöperatie door een van de leden. Als Het Baken zijn lidmaatschap van de coöperatie beëindigt, zal ISA hoogstwaarschijnlijk gehuisvest blijven in het huidige gebouw. In de oprichtingsakte is immers bepaald dat leerlingen hun opleiding moeten kunnen afmaken. Omdat de huurlasten van het gebouw in principe zijn verdisconteerd in de fees die ouders/werkgevers betalen, zullen de huurlasten niet behoeven te worden meegenomen in de te betalen afkoopsom. Is de constructie rond het gebouw en Het Baken rechtmatig en hoe verhoudt zich dit tot de samenwerkingsovereenkomst? De huurlasten van het gebouw zijn ten laste van private middelen gekomen. In de samenwerkingsovereenkomst is niets vastgelegd over het gebouw.
Pagina 8 van 24
1
Opdracht en werkwijze
1.1
Aanleiding
De secretaris-generaal van het ministerie van OCW heeft de inspecteur-generaal van de inspectie met brief met kenmerk 447397 van 22 oktober 2012 verzocht een onderzoek in te stellen naar de Coöperatieve Vereniging Internationale School te Almere U.A. (hierna: ISA). Er is behoefte aan een feitenonderzoek naar de wijze waarop ISA de afgelopen jaren heeft geopereerd. Het verzoek ging vergezeld van een groot aantal onderzoeksvragen. Deze zijn in de volgende paragraaf opgenomen.
1.2
Onderzoeksvragen en werkwijze
Leerlingen hoeveel leerlingen volgden in de schooljaren 2008-2009; 2009-2010; 20102011, 2011-2012 en 2012-2013 onderwijs aan ISA; op welke school/vestiging stonden deze leerlingen volgens de leerlingentelling ingeschreven; op welke schoolsoort/opleiding stonden deze leerlingen volgens de leerlingentelling ingeschreven en welke schoolsoort/opleiding werd in de praktijk gevolgd; hoeveel van deze leerlingen voldeden aan de criteria in de de beleidsregel van 29 mei 2010, nr. VO/FBI 212262 betreffende de bekostiging en inrichting van cursussen Internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs (hierna Beleidsregel IGVO) om toegelaten te mogen worden tot de cursus IB MYP of IB DP; zijn er diploma’s uitgereikt, welke diploma’s en sluiten die diploma’s aan bij de wijze waarop de leerlingen staan ingeschreven; als deze leerlingen staan ingeschreven bij Het Baken/ISA als VWO-leerling en eigenlijk IGVO-onderwijs volgen - al dan niet in aanmerking komend voor toelating – worden deze leerlingen dan geregistreerd als VSV'ers. Bekostiging/financiën wat is er gebeurd met de bekostiging die Het Baken heeft ontvangen voor de leerlingen die onderwijs volgden bij ISA; in welke omvang en op welke grond wordt bekostiging aan derden doorbetaald en is dit conform de regelgeving; waar wordt de bekostiging aan besteed en is dit conform de regelgeving; in welke mate betalen ouders uitgesplitst naar IGVO-leerlingen en andere ISA-leerlingen een verplicht/vrijwillige fee, aan wie wordt dit betaald en is dit conform de regelgeving. Coöperatieve vereniging er is in 2003 tussen de rechtsvoorgangers van Het Baken en het Alberdingk Thijm College te Hilversum een coöperatieve vereniging opgericht ter exploitatie van een internationale school Almere. Hoe verhoudt deze overeenkomst zich met de wet- en regelgeving voortgezet onderwijs; In artikel 9.4 van de akte van oprichting is een schadevergoeding op opzegging van lidmaatschap opgenomen, die is opgevoerd in de AmarantisPagina 9 van 24
operatie als een risico van 4,7 miljoen. Hoe verhoudt deze bepaling zich met de wet- en regelgeving rond bijvoorbeeld de besteding van rijksbekostiging; Welke risico wordt gelopen/welk voordeel behaald en door wie met deze overeenkomst; zijn er claims/afspraken en dergelijke tussen AT en Het Baken met financiële gevolgen, zijn deze rechtmatig en wanneer speelt dit risico en voor wie; Overig zijn er bevoegde docenten in dienst voor het onderwijs bij ISA; waar zijn deze docenten formeel in dienst en hoe verhoudt dat dienstverband zich met wet- en regelgeving; wie draagt eventuele financiële risico’s ten aanzien van de positie/ontslag van de docenten; hoe is de huisvesting van ISA financieel/juridisch geregeld, welke relatie/risico is er met betrekking tot het gebouw en het eigendom van het gebouw waarin ISA verblijft, hoe is dit gebouw/de bouw gefinancierd, door wie, op wiens initiatief; hoe verhoudt de exploitatie van het gebouw zich tot Het Baken/ISA en evt. vertrek van ISA; Is de constructie rond het gebouw en Het Baken rechtmatig en hoe verhoudt zich dit tot de samenwerkingsovereenkomst.
Bij het onderzoek heeft de inspectie gesproken met vertegenwoordigers van beide besturen, die zijn betrokken bij de oprichting en exploitatie van ISA, Het Baken, Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs en Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs. Voorts heeft de inspectie de leerlingendossiers bij ISA en de personeelsdossiers van ISA op de administratie van Alberdingk Thijm onderzocht en documentenonderzoek verricht. Voor de uitvoering van het documentenonderzoek op de administratie van Alberdingk Thijm heeft de inspectie gebruik gemaakt van de volgende werkwijzen: Administratief onderzoek van de verzamelloonstaten 2008 tot en met 2012 (het laatste jaar voor zover mutaties reeds waren geboekt ten tijde van het onderzoek bij de administratie). Administratief onderzoek naar de geldstromen van ISA, die zichtbaar zijn in de financiële administratie van ISA en toegespitst op de jaren 2008 tot en met 2012 (het laatste jaar voor zover mutaties reeds waren geboekt ten tijde van het onderzoek bij de administratie).
1.3
Opbouw rapport
In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op de vragen rondom leerlingen. In hoofdstuk 3 komen de vragen rondom bekostiging/financiën aan de orde. Hoofdstuk 4 betreft de vragen rondom de coöperatieve vereniging en hoofdstuk 5, gaat ten slotte over de overige vragen.
1.4
Afbakening van het onderzoek
Directie Rekenschap voert geen accountantscontrole uit. Voor wat betreft de onderzoeksvragen behorend tot de verantwoordelijkheid van Directie Rekenschap is dit onderzoek te kwalificeren als een onderzoek bedoeld in NV COS 4400. Op grond van deze voorschriften dient de accountant zijn rapportage te beperken tot feitelijke bevindingen. Het is bij dit onderzoek de verantwoordelijkheid van de Directie Rekenschap, te rapporteren over de vastgestelde feiten in het kader van de Pagina 10 van 24
onderzoeksvragen. De gebruikers van het rapport zullen zich zelf een oordeel moeten vormen betreffende de werkzaamheden en bevindingen die in het rapport zijn weergegeven. Zij zullen hun eigen conclusies moeten trekken uit de verrichte werkzaamheden. Het verstrekken van de juiste en volledige informatie in het kader van het onderzoek is de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag. Het is de verantwoordelijkheid van de opdrachtgever in overleg met de inspectie om eventuele consequenties te verbinden aan dit rapport.
1.5
Wet- en regelgeving
De relevante wetgeving bij dit onderzoek is de Wet op het Voortgezet Onderwijs (hierna: WVO) en de Beleidsregel IGVO. Partijen betrokken bij ISA hebben met elkaar een en ander afgesproken en deze afspraken formeel vastgelegd. Relevante documenten daarbij zijn de akte van oprichting van ISA d.d. 10 juli 2003 en de eerder opgestelde intentieverklaring ISA d.d. 21 december 2001.
1.6
Opmerkingen vooraf
1. Van de lezer van dit rapport wordt enige voorkennis verwacht Dit rapport gaat over een specifiek deel van het Nederlandse onderwijs, waarop specifieke regels van toepassing zijn. Bevindingen in dit rapport zijn zoveel mogelijk geduid en in een context geplaatst. Toch is het niet te vermijden om, teneinde lange uitleg te voorkomen, enige voorkennis bij de lezer te veronderstellen. 2. Het Baken is aanspreekpunt voor de inspectie als het ISA betreft ISA is geen school en ISA is geen bevoegd gezag in de zin van de WVO. De leerlingen van ISA zijn ingeschreven bij Het Baken, voorheen één van de scholen van de Stichting Amarantis Onderwijsgroep. ISA valt per 1 augustus 2012, door de defusie van Amarantis, onder het bevoegd gezag van Het Baken, Stichting voor Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs. ISA fungeert als IGVO-afdeling van Het Baken. Om die reden is de voorzitter van het College van Bestuur van Het Baken het eerste aanspreekpunt voor de inspectie. 3. Het onderzoek van de leerlingen van ISA is niet specifiek gericht op volledigheid van de ontvangen lijsten Bij het onderzoek van de leerlingen vormen de leerlingenlijsten van ISA over de jaren 2008-2009, 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013, die de inspectie heeft opgevraagd bij en ontvangen van Het Baken, de basis van het onderzoek. De inspectie heeft niet specifiek onderzoek gedaan naar de volledigheid van deze lijsten. Toen bij een aspect van het onderzoek expliciet bleek dat de leerlingenlijsten onvolledig waren (in een schooljaar ontbrak een klas), zijn de ontbrekende leerlingen alsnog aan de te onderzoeken groep leerlingen toegevoegd. 4. De inspectie heeft niet aangedrongen op (onmiddellijke) completering van de leerlingendossiers Bij het onderzoek van de leerlingendossiers van ISA en de beantwoording van de vraag of de leerlingen voldoen aan de criteria in de Beleidsregel IGVO constateerde de inspectie dat voor de beantwoording van die vraag documenten in het leerlingendossier ontbraken (o.a. bewijzen dat buitenlandse ouders in Nederland Pagina 11 van 24
werken of dat Nederlandse ouders in het buitenland werkten of gaan werken). De inspectie heeft het schoolhoofd van ISA niet gevraagd deze stukken alsnog bij de ouders op te vragen en aan de dossiers toe te voegen, omdat dit zou leiden tot een onbehoorlijke administratieve last. Dit heeft echter voor een aantal categorieën leerlingen geleid tot onzekerheid over het al dan niet voldoen aan de criteria. Indien naar aanleiding van het onderzoek wordt geconcludeerd dat de leerlingen feitelijk IGVO onderwijs hebben gevolgd, kan dit er toe leiden dat deze documenten als nog dienen te worden opgevraagd.
Pagina 12 van 24
2
Bevindingen betreffende leerlingen
Hoeveel leerlingen volgden in de schooljaren 2008-2009; 2009-2010; 20102011, 2011-2012 en 2012-2013 onderwijs aan ISA, op welke school/vestiging en schoolsoort/opleiding stonden deze leerlingen volgens de leerlingentelling ingeschreven en welke schoolsoort/opleiding werd in de praktijk gevolgd? De leerlingenlijsten van ISA voor schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 en het dossieronderzoek 1 van de inspectie op ISA laten een leerlingenaantal zien van respectievelijk 68, 57, 79, 116 en 152. De inspectie heeft geconstateerd dat een aantal van deze leerlingen niet is bekostigd. De navolgende tabel geeft het aantal bekostigde leerlingen per schooljaar weer onderverdeeld naar de elementcode, waarop deze leerlingen zijn ingeschreven. Voor alle leerlingen geldt dat zij op de teldatum staan ingeschreven op Het Baken Park Lyceum met brinnummer 01FP-1, een vestiging van Het Baken, en dat zij onderwijs volgen op ISA. Elementcode
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
2012-2013
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
200
48
39
46
60
83
274
0
14
27
18
5
279
0
0
0
25
57
654
15
0
0
0
0
700
0
1
0
0
0
63
54
73
103
145
Totaal
Ter verduidelijking van voorgaande tabel volgt een toelichting bij de gebruikte elementcodes: elementcode 200 staat voor VWO-Gymnasiumstroom. elementcode 274 staat voor VWO-Gymnasium, profiel Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid. elementcode 279 staat voor VWO-Gymnasium, profiel Economie & Maatschappij en Cultuur & Maatschappij. elementcode 654 stond in het schooljaar 2008-2009 voor Lyceum, profiel Natuur & Techniek en Natuur & Gezondheid. elementcode 700 staat voor International Baccalaureate middle years programme. In schooljaar 2009-2010 stond één leerling ingeschreven op de elementcode voor IB MYP (700). De overige leerlingen in schooljaar 2009-2010 en ook alle leerlingen in de schooljaren 2008-2009, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 stonden/staan ingeschreven op elementcodes voor Lyceum dan wel Gymnasium. In de praktijk is echter door alle leerlingen in alle vijf de schooljaren onderwijs gevolgd volgens IB MYP of IB DP.
1
Toen bij het doornemen van de leerlingendossiers bleek dat de leerlingenlijsten onvolledig waren (in schooljaar 2008/2009 ontbrak een klas), zijn de ontbrekende leerlingen alsnog aan de te onderzoeken groep leerlingen toegevoegd. Pagina 13 van 24
Hoeveel van de leerlingen, in de schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 20102011, 2011-2012 en 2012-2013 voldeden aan de criteria in de Beleidsregel IGVO 2010 om toegelaten te mogen worden tot de cursus IB MYP of IB DP? Om tot een cursus IB MYP of een cursus IB DP te worden toegelaten moet een leerling voldoen aan één van de volgende criteria (Artikel 8, lid 1 uit de Beleidsregel 2010):
een andere dan de Nederlandse nationaliteit bezit en van wie ten minste een van de ouders, voogden of verzorgers voor een tijdelijke periode in Nederland of een grensgebied van Nederland werkzaam is;
de Nederlandse nationaliteit bezit en twee jaar of langer in het buitenland onderwijs heeft genoten vanwege het feit dat ten minste een van de ouders, voogden of verzorgers voor een bepaalde tijd in het buitenland werkzaam was; of
de Nederlandse nationaliteit bezit, van wie ten minste een van de ouders, voogden of verzorgers blijkens een schriftelijke verklaring van de werkgever binnen twee jaar na het tijdstip van toelating voor ten minste twee jaar in het buitenland werkzaam zal zijn, en die in die periode bij deze ouder, voogd of verzorger zal wonen.
Aan de hand van bovenstaande criteria heeft de inspectie een toetsing uitgevoerd van de dossiers van de leerlingen die door Het Baken zijn opgegeven als leerlingen die ingeschreven zijn bij Het Baken en onderwijs volgen aan ISA. Deze toetsing heeft geleid tot de verdeling van de leerlingen over de volgende categorieën. A. Leerlingen met een buitenlandse nationaliteit waarvan niet is vastgesteld dat tenminste één van de ouders, voogden of verzorgers werkzaam is/was in Nederland of in het grensgebied van Nederland. B. Leerlingen met een buitenlandse nationaliteit waarvan niet is vastgesteld dat tenminste één van de ouders, voogden of verzorgers werkzaam is/was in Nederland of in het grensgebied van Nederland én of dit voor een tijdelijke periode was. In die gevallen heeft de leerling vaak de volledige schoolloopbaan in Nederland doorgebracht. C. Leerlingen met een buitenlandse nationaliteit waarvan is vastgesteld dat beide ouders, voogden of verzorgers niet werkzaam zijn/waren in Nederland of in het grensgebied van Nederland. D. Leerlingen met alleen de Nederlandse nationaliteit die twee jaar of langer in het buitenland onderwijs hebben genoten waarvan niet is bewezen dat de ouders daadwerkelijk daar werkzaam zijn geweest. E.
Leerlingen met alleen de Nederlandse nationaliteit, waarvan is vastgesteld dat de hele schoolloopbaan in Nederland heeft plaatsgevonden en die zich langer dan twee jaar op ISA bevinden/bevonden.
F.
Leerlingen met alleen de Nederlandse nationaliteit, waarvan is vastgesteld dat de hele schoolloopbaan in Nederland heeft plaatsgevonden, waarvan een werkgeversverklaring ontbreekt, waaruit blijkt dat de ouders binnen twee jaar werkzaam zullen zijn in het buitenland.
In hetzelfde artikel 8 van de Beleidsregel IGVO wordt in het vijfde lid aangegeven dat tot de cursus IB DP tevens kan worden toegelaten een in Nederland woonachtige Pagina 14 van 24
leerling die niet behoort tot de categorie bedoeld in het eerste lid, op voorwaarde dat die leerling:
in het bezit is van een diploma hoger algemeen voortgezet onderwijs of van een bewijsstuk dat hij onvoorwaardelijk is bevorderd tot het vijfde leerjaar van een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs.
Ook bovenstaande bepaling heeft de inspectie meegenomen in de toetsing van de leerlingendossiers met als gevolg dat de volgende twee categorieën zijn toegevoegd: G. Leerlingen, woonachtig in Nederland, waarvan is vastgesteld dat zij in het bezit zijn van een diploma havo of van een bewijsstuk dat zij onvoorwaardelijk zijn bevorderd tot het vijfde leerjaar van een school voor vwo. H. Leerlingen, woonachtig in Nederland, waarvan niet is vastgesteld dat zij in het bezit zijn van een diploma havo, een bewijsstuk dat zij onvoorwaardelijk zijn bevorderd tot het vijfde leerjaar van een school voor vwo of een bewijsstuk dat zij een cursus IB MYP met goed gevolg hebben afgerond of voldoende onderwijs hebben genoten om het onderwijs aan de cursus IB DP met vrucht te kunnen volgen. In de navolgende tabel is voor de schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 voor de leerlingen, die onderwijs volg(d)en op ISA, een verdeling gemaakt over de hiervoor genoemde categorieën. Categorieën
2008-2009
2009-2010
2010-2011
2011-2012
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
Aantal
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
bekostigde
2012-2013
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
A
11
6
8
13
22
B
8
8
12
14
27
C
0
1
2
2
2
D
12
12
14
17
31
E
20
18
24
22
18
F
12
9
13
33
38
G
0
0
0
1
1
H
0
0
0
0
7
63
54
73
102
146
Totaal
Alleen van de leerling in categorie G is vastgesteld dat deze in aanmerking komt voor IGVO-bekostiging. Van de leerlingen in categorie C en E is vastgesteld dat deze niet in aanmerking komen voor IGVO-bekostiging. Van de leerlingen in categorie A, B, D, F en H is onzeker of deze in aanmerking komen voor IGVO-bekostiging. Mogelijk voldoen deze leerlingen wel aan één van de bepalingen in artikel 8 van de Beleidsregel IGVO. Echter de leerlingendossiers bevatten hiervoor geen onderbouwing.
Pagina 15 van 24
Zijn er diploma’s uitgereikt, welke diploma’s en sluiten die diploma’s aan bij de wijze waarop de leerlingen staan ingeschreven? Aan ISA zijn in de schooljaren 2008-2009, 2009-2010, 2010-2011, 2011-2012 en 2012-2013 geen diploma’s uitgereikt. De leerlingen die in deze schooljaren na IB MYP zijn door gegaan voor een diploma hebben IB DP gevolgd op de Internationaal School Hilversum. Als deze leerlingen staan ingeschreven bij Het Baken/ISA als VWO-leerling en eigenlijk IGVO-onderwijs volgen - al dan niet in aanmerking komend voor toelating – worden deze leerlingen dan geregistreerd als VSV'ers. De leerlingen worden als VSV-ers geregistreerd indien ze het laatste leerjaar van de opleiding zonder diploma verlaten. Bij ISA is dit nog niet geconstateerd.
Pagina 16 van 24
3
Bevindingen betreffende de rijksbekostiging/financiën
Wat is er gebeurd met de bekostiging die Het Baken heeft ontvangen voor de leerlingen die onderwijs volgden bij ISA? De bekostiging die Het Baken van het Rijk ontvangt voor de leerlingen die bij Het Baken zijn ingeschreven en die bij ISA onderwijs volgen, wordt op basis van het aantal leerlingen doorbetaald aan ISA. In welke omvang en op welke grond wordt bekostiging aan derden doorbetaald, waar wordt de bekostiging aan besteed en is dit conform de regelgeving? De middelen die Het Baken ontvangt, worden besteed aan personele, materiële uitgaven en voorzieningen in huisvesting. De inspectie heeft de eerste twee categorieën van uitgaven beoordeeld en daarin geen onrechtmatige uitgaven geconstateerd. Op de uitgaven voor voorzieningen in huisvesting wordt hieronder nader ingegaan. Strikt genomen wordt de bekostiging niet besteed conform artikel 99 lid 1 van de WVO, aangezien de bekostiging niet wordt besteed aan een school maar wordt doorbetaald aan ISA. De bekostiging is overigens wel aangewend voor de uitgaven die worden genoemd in artikel 99 ten behoeve van de leerlingen van Het Baken. In april 2011 is het nieuwe gebouw aan de Heliumweg 61 te Almere gereed gekomen. Sinds die tijd huurt ISA het pand dat eigendom is van ISA BV. Op ISA BV zal hierna nader worden ingegaan. Sinds april 2011 belast ISA BV maandelijks een bedrag van € 26.500 door aan ISA. Daarvan betreft € 20.833 huur van het gebouw en het restant is kosten nutsbedrijven, schoonmaak, heffingen en vuilafvoer. Daarnaast ontvangt ISA maandelijks een nota van Stichting Helios, die ook gelieerd is aan Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm. Daarbij gaat het om het gebruik van specifieke ruimten, apparatuur en meubilair in het gebouw aan de Heliumweg voor een bedrag van € 7.188. Dit bedrag is te specificeren in € 2.756 voor gebruik specifieke ruimten en € 4.432 voor gebruik apparatuur en meubilair. Omdat ISA geen onderwijsinstelling is in de zin van artikel 1 van de WVO, is deze wet strikt genomen op ISA niet van toepassing. ISA ontvangt en besteedt echter wel bekostiging. Om die reden is de besteding van de bekostiging door ISA getoetst aan artikel 99 van de WVO, alsof ISA een onderwijsinstelling is. Artikel 99 lid 3 bepaalt dat onderwijsbekostiging als sprake is van overschotten op de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten kan worden besteed aan voorzieningen in huisvesting. Hieraan voldoet ISA t/m 2011 niet om de hierna volgende reden. ISA heeft in de boekjaren 2010 en 2011 negatieve exploitatieresultaten behaald en in de boekjaren 2008 tot en met 2011 uitsluitend de beschikking gehad over een negatief eigen vermogen. Er is derhalve geen sprake van overschotten op de bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten en om die reden wordt niet voldaan aan artikel 99 lid 3 van de WVO.
Pagina 17 van 24
Echter, er is een private financieringsbron beschikbaar voor de huisvestingsuitgaven in de vorm van private fees. In een reactie op het concept rapport is aangegeven dat het tekort in 2011 ten gevolge van de kosten voor de huisvesting namelijk (in latere jaren) binnen de private geldstromen wordt opgevangen. In de jaren 2008 tot en met 2010 was ISA gevestigd in een gebouw van Het Baken. Deze berekende in die jaren een deel van de huur door. In de navolgende tabel zijn de huisvestingsuitgaven en de ontvangen fees (zonder oormerk) weergegeven.
2008 2009 2010 2011 2012
Huisvestingsuitgaven in € 16.957 17.752 17.780 206.755 200.766
Private fees in € 143.470 126.358 139.211 184.331 219.958
Hieruit blijkt dat de huisvestingsuitgaven per saldo volledig worden gefinancierd vanuit een private financieringsbron en dat er van een onrechtmatige besteding van rijksbekostiging geen sprake is. Alleen voor 2011 is dit niet volledig het geval. In welke mate betalen ouders uitgesplitst naar IGVO-leerlingen en andere ISA-leerlingen een verplicht/vrijwillige fee, aan wie wordt dit betaald en is dit conform de regelgeving. In artikel 9 ‘Toelating en geldelijke bijdrage’ van de Beleidsregel IGVO is het volgende opgenomen. Toelating tot de cursus IB MYP, de cursus IB DP en de pilot IB DP is afhankelijk van de voldoening van een geldelijke bijdrage op grond van een overeenkomst tussen de ouders, voogden of verzorgers van de leerling en de school. Het bevoegd gezag stelt de hoogte van de geldelijke bijdrage per leerjaar vast. Bij de inschrijving van de leerlingen bij ISA is een fee verplicht, hetgeen in overeenstemming is met artikel 9 van de Beleidsregel IGVO. Overigens is voor VWO-leerlingen alleen een vrijwillige ouderbijdrage mogelijk. Voor Nederlandse leerlingen, resident students, wordt een lagere fee (schooljaar 2012-2013 € 1.680) in rekening gebracht. Voor studenten met een buitenlandse nationaliteit, International students, wordt een hogere fee (schooljaar 2012-2013 € 4.025) in rekening gebracht. Op basis van de leerlingendossiers zijn de nationaliteiten van de leerlingen in kaart gebracht. Vervolgens is onderzocht of voor de in een schooljaar ingeschreven leerling de juiste schoolfee in rekening is gebracht, hiervoor heeft de inspectie de financiële administratie geraadpleegd. De inspectie stelt over de schooljaren 2008-2009 t/m 2012-2013 vast dat in een aantal gevallen een andere fee in rekening is gebracht dan op grond van de indeling in resident students en international students te verwachten zou zijn.
Pagina 18 van 24
In de navolgende tabel is per schooljaar het aantal leerlingen volgens de leerlingenlijsten, uitgesplitst naar resident students en international students, opgenomen. Per schooljaar is daarbij aangegeven of er een ‘juiste’ fee in rekening is gebracht. In een aantal gevallen is voor de leerling geen fee in rekening gebracht.
Schooljaar
08/09 09/10 10/11 11/12 12/13
Totaal aantal lln 68 57 79 116 152
Resident students Juiste Aantal volgens fee leerlingendossier 48 36 42 36 55 44 83 75 100 83
Hoge fee
12 6 11 8 17
International students Juiste Lage Aantal volgens fee fee leerlingendossier 20 16 4 15 8 7 24 13 10 33 18 12 52 32 16
Geen fee
1 3 4
Pagina 19 van 24
4
Bevindingen betreffende de coöperatieve vereniging
Er is in 2003 tussen de rechtsvoorgangers van Het Baken en het Alberdingk Thijm College te Hilversum een coöperatieve vereniging opgericht ter exploitatie van een internationale school Almere. Hoe verhoudt deze overeenkomst zich met de wet- en regelgeving voortgezet onderwijs. ISA is op 10 juli 2003 opgericht door Stichting Interconfessioneel Voortgezet Onderwijs Almere (SIVOA; thans Het Baken) en Stichting Katholiek Lyceum in het Gooi (KLG; thans Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs) te Hilversum. Het doel van ISA is blijkens de akte van oprichting het ten behoeve van de leden bevorderen en (doen) geven van Internationaal Onderwijs te Almere en Flevoland en Omstreken en het te dien einde oprichten en instandhouden van een internationale school genaamd: ISA. In december 2001 is door de besturen van Het Baken te Almere en van het Alberdingk Thijm College te Hilversum een verzoek ingediend bij OCW voor een IGVO voorziening, te verbinden aan Het Baken. Bij beschikking van 17 maart 2008 is aan het bestuur van Het Baken bericht dat het IGVO voor bekostiging in aanmerking kan worden gebracht. Er is een bekostigingsbeschikking afgegeven voor de periode 1-8-2008 tot 1-1-2012. Deze is afgegeven aan Het Baken. Het bevoegd gezag van een school wordt in de wetgeving gedefinieerd als de rechtspersoon die de school in stand houdt. Een rechtspersoon is een zelfstandige entiteit en draagt zelf rechten en plichten. Het is dan ook de rechtspersoon die de inspectie aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs. De rechtspersoon wordt doorgaans vertegenwoordigd door het bestuur, maar kan ook in voorkomende gevallen worden vertegenwoordigd door bijvoorbeeld de rector. Het is van belang dat het bevoegd gezag zich verantwoordt, de inspectie kan van het bevoegd gezag eisen dat zij kan spreken met diegene binnen de organisatie die inhoudelijk deze verantwoording kan geven. In de WVO is bepaald dat het bevoegd gezag verantwoordelijk is voor de kwaliteit van het onderwijs op school (art. 23a). Aan het hoofd van een school voor VO staat een rector en aan het hoofd van een school voor algemeen voortgezet onderwijs, voorbereidend beroepsonderwijs en praktijkonderwijs een directeur. Aan het hoofd van een grote of complexe school kan het bevoegd gezag een centrale directie plaatsen van ten hoogste 5 personen (art. 32a). Het bevoegd gezag kan bepalen dat de hem toekomende taken namens het bevoegd gezag worden uitgeoefend door de centrale directie (art.32b). Het bestuur kan ook de aan hem bij wettelijk voorgeschreven taken en bevoegdheden definitief overdragen aan de centrale directie, de rector of directeur van de school waardoor het de bevoegdheid verliest deze taken en bevoegdheden zelf uit te voeren (art. 32b1). Indien dit laatste gebeurt wordt de overdracht van bevoegdheden geregeld in een managementstatuut. Ingevolge de beleidsregel IGVO op grond van artikel 73 WVO kan IGVO-onderwijs voor bekostiging in aanmerking worden genomen als de school ten minste de schoolsoorten voorbereidend wetenschappelijk onderwijs en hoger algemeen vormend onderwijs geeft. Het bevoegd gezag van de school is de rechtspersoon vertegenwoordigd door de bestuurder van Het Baken en dus niet ISA. De internationale school zou geen school Pagina 20 van 24
op zich moeten zijn maar vormt onderdeel van Het Baken en kan dus ook niet door ISA worden aangestuurd. In artikel 9.4 van de akte van oprichting is een schadevergoeding op opzegging van lidmaatschap opgenomen, die is opgevoerd in de Amarantisoperatie als een risico van 4,7 miljoen. Hoe verhoudt deze bepaling zich met de wet- en regelgeving rond bijvoorbeeld de besteding van rijksbekostiging? Artikel 9.4 van de akte heeft als doel om de leerlingen in staat te stellen hun internationale opleiding te Almere aan de door ISA in stand gehouden school te kunnen afronden. Kennelijk wordt bij de berekening van het bedrag volgens dit artikel ervan uit gegaan dat de bekostiging van deze leerlingen niet wordt gecontinueerd. Dit zou kunnen betekenen dat ISA zal worden voortgezet als particuliere instelling. In dat geval is het bedrag dat als schadevergoeding wordt opgelegd niet te beschouwen als bekostiging besteed aan een school conform artikel 99 lid 1 van de WVO. Indien de leerlingen wel blijven bekostigd, is de vraag waarvoor het te betalen bedrag is bedoeld, aangezien de exploitatie samen met de ouderbijdrage sluitend zou kunnen zijn. Strikt genomen wordt het te betalen bedrag in dat geval niet besteed conform artikel 99 lid 1 van de WVO, aangezien dit bedrag dan niet wordt besteed aan een school maar wordt doorbetaald aan ISA. Een belangrijk verschil met de situatie in de voorgaande alinea is dat het te betalen bedrag dan wel wordt aangewend voor bekostigde leerlingen. Welke risico wordt gelopen/welk voordeel behaald en door wie met deze overeenkomst? Door de oprichting van de coöperatie is ten aanzien van de bekostiging door Het Baken geen voordeel behaald omdat deze de bekostiging volledig doorstort. De overeenkomst zou voordeel kunnen opleveren voor de leden als de verrekenprijzen die worden gehanteerd bij de levering van goederen en diensten aan ISA hoger zouden zijn dan de kostprijs en derhalve “transactiewinsten” zouden opleveren. Er is sprake van de volgende leveringen van goederen en diensten vanuit Alberdingk Thijm. Sinds april 2011 belast ISA BV maandelijks € 20.833 betreffende huur van het gebouw en € 5.667 inzake kosten nutsbedrijven, schoonmaak, heffingen en vuilafvoer door aan ISA. Deze doorbelasting is vooralsnog niet profijtelijk voor ISA BV. Vooralsnog heeft de exploitatie van het pand een gecumuleerd verlies opgeleverd van bijna € 0,4 miljoen. Ook in 2011, het jaar waarin het pand voor het grootste deel van het jaar in gebruik was genomen, was sprake van een verlies in de exploitatie van ruim € 0,2 miljoen. Feit is ook dat ISA BV een hogere huurprijs berekent aan de andere gebruiker van het pand aan de Heliumweg, de Christelijke Agrarische Hogeschool, dan aan ISA (€ 86 per m, resp. € 110 per m). Sinds april 2011 belast Stichting Helios € 2.756 inzake het gebruik van specifieke ruimten, apparatuur en meubilair in het gebouw aan de Heliumweg door aan ISA. Stichting Helios is een stichting die is opgericht en als enige doel heeft het beheer van een aantal ruimten in het gebouw aan de Heliumweg 61. De inspectie heeft de jaarrekening 2011 van Stichting Helios ontvangen en heeft geconstateerd dat de stichting in 2011 een negatief exploitatieresultaat heeft Pagina 21 van 24
-
-
-
behaald van € 941. Dit bedrag is gelijk aan het (negatief) eigen vermogen van de stichting. Hieruit kan worden geconcludeerd dat ook ten aanzien van de diensten van Helios geen sprake is van levering van goederen en diensten aan ISA hoger dan de kostprijs. Reeds in 2008 (begin onderzoeksperiode) was sprake van doorbelasting van administratiekosten voor een bedrag van ruim € 8.000 per jaar. Ten aanzien van deze diensten is naar de mening van de inspectie geen sprake van diensten waarvoor meer dan de kostprijs wordt doorberekend. Door de Verenigde Scholen Alberdingk Thijm worden periodiek kosten doorberekend in verband met gedetacheerd personeel. De doorberekening van deze kosten is gebaseerd op de werkelijke kosten. Op incidentele basis zijn andere geringe bedragen doorbelast, waarvan duidelijk was dat de prijs die ervoor betaald was aan de leverancier, werd doorbelast aan ISA.
Er is sprake van de volgende leveringen van goederen en diensten vanuit Het Baken. - Reeds in 2008 (begin onderzoeksperiode) was sprake van doorbelasting van huur gebouw van circa € 18.000 per jaar. Uit meegestuurde nota’s blijkt dat de door Het Baken betaalde huur volledig werd doorbelast. (Reeds) in 2008 was tot en met de maand juli sprake van doorbelasting van salariskosten van een personeelslid, voor in totaal € 10.000. De inspectie heeft zich, gezien de hoogte van het bedrag, geen oordeel gevormd over de hoogte van de verrekenprijs. Op incidentele basis zijn andere geringe bedragen doorbelast, waarvan duidelijk was dat de prijs de ervoor betaald was aan de leverancier, werd doorbelast aan ISA. Het risico dat wordt gelopen met de oprichting van ISA is het incassorisico voor Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage 2 . De schuld van ISA in rekening-courant aan Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage bedraagt ultimo 2011 ruim € 1,3 miljoen. Hierbij dient te worden benadrukt dat geen risico wordt gelopen met publiek vermogen. Zijn er claims/afspraken ed tussen AT en Het Baken met financiële gevolgen, zijn deze rechtmatig en wanneer speelt dit risico en voor wie? Er is de inspectie niets gebleken van claims/afspraken, anders dan hiervoor is weergegeven.
2
Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage is niet gelieerd aan
onderwijsstichtingen Alberdingk Thijm, in de zin dat er geen sprake is van overwegende zeggenschap van bestuursleden die voor beide stichtingen dezelfde zijn. Het eigen vermogen van Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Ouderbijdrage bestaat uitsluitend uit privaat vermogen. Pagina 22 van 24
5
Bevindingen betreffende de overige vragen
Zijn er bevoegde docenten in dienst voor het onderwijs bij ISA? Uit de personeelsadministratie blijkt dat in 2008 tot en met schooljaar 2011/2012 19 medewerkers op ISA werkzaam zijn geweest, die vanaf schooljaar 2012/2013 niet meer werkzaam zijn op ISA. Naast 17 docenten was er in die periode tweemaal een Head of School. Daarnaast blijkt dat vanaf schooljaar 2012/2013 23 medewerkers werkzaam zijn op ISA. Naast 20 docenten is er sprake van één Head of School, één General School Assistant en één bibliotheek-/mediatheekassistent. Één van de docenten is tevens werkzaam als DP-coördinator. Op basis van de aangetroffen informatie in de personeelsdossiers is vastgesteld welke van in totaal 37 docenten beschikken over een lesbevoegdheid.
Bevoegd Onbevoegd Onzeker Totaal
Docenten werkzaam aan ISA begin 2012/2013 13 7 20
Docenten werkzaam aan ISA in 2008 t/m 2011/2012 1 12 4 17
Totaal
14 19 4 37
Van 14 docenten blijkt dat zij over een bevoegdheid beschikken en van 19 docenten blijkt dat zij niet over een lesbevoegdheid beschikken. In een reactie op het concept rapport is door ISA aangegeven dat van 5 van de 7 onbevoegde docenten voor het schooljaar 2012/2013 reeds aanvragen lopen bij DUO voor erkenning van de bevoegdheden. Van 4 docenten blijft na beoordeling van het personeelsdossier onzeker of zij beschikken over een lesbevoegdheid of over een buitenlandse lesbevoegdheid die geldig is in Nederland. Waar zijn deze docenten formeel in dienst en hoe verhoudt dat dienstverband zich met wet- en regelgeving? Wie draagt eventuele financiële risico’s ten aanzien van de positie/ontslag van de docenten? Het personeel is in dienst van ISA en behoeft volgens de wet- en regelgeving niet bij Het Baken in dienst te zijn. ISA volgt vrijwillig de CAO VO. Op grond daarvan is het ook mogelijk om vrijwillig aangesloten te zijn bij het ABP. De financiële risico’s liggen bij ISA. Deze heeft het personeel in dienst en heeft immers een eigen rechtsvorm. Hoe is de huisvesting van ISA financieel/juridisch geregeld, welke relatie/risico is er met betrekking tot het gebouw en het eigendom van het gebouw waarin ISA verblijft, hoe is dit gebouw/de bouw gefinancierd, door wie, op wiens initiatief?
Pagina 23 van 24
Op 10 april 2008 is ISA BV opgericht. Deze vennootschap heeft het gebouw van ISA in eigendom en verhuurt dit aan ISA. ISA BV is een 100% dochteronderneming van Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa, de stichting waarin de activa van Alberdingk Thijm zijn ondergebracht. Het gebouw van ISA staat ultimo 2011 op de balans voor een boekwaarde van bijna € 6 miljoen en is gefinancierd met een lening van de BNG en voor het restant met private middelen vanuit Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa. Aan de huur van het gebouw door ISA ligt een huurovereenkomst tussen ISA en ISA BV ten grondslag. Deze overeenkomst is opgesteld en getekend in juni 2009. Uit de huurovereenkomst blijkt dat Stichting Katholiek Lyceum in het Gooi Bijzondere Activiteiten (het huidige Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa) zich garant heeft gesteld voor de totale huurlasten voor tien jaar vanaf ingebruikname van het gebouw (totaal belang € 2,5 miljoen). Voor de Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa, één van de stichtingen die het privaat vermogen van Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm beheren, betekent de financiering van ISA naar de mening van de inspectie een aanzienlijk risico in verband met € 200.000 aandelenkapitaal gestort in ISA BV en de langlopende lening. Daarnaast is sprake van garantstelling voor de totale huurlasten voor tien jaar vanaf ingebruikname van het gebouw (totaal belang € 2,5 miljoen). Hoe verhoudt de exploitatie van het gebouw zich tot Het Baken/ISA en evt. vertrek van ISA? ISA BV is de eigenaar en exploitant van het gebouw. De vennootschap is een 100%dochteronderneming van Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa. Deze stichting is echter niet gelieerd aan Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs (de stichting waar het onderwijs is ondergebracht), één van de leden van ISA, in de zin dat er geen sprake is van overwegende zeggenschap van bestuursleden die voor beide stichtingen dezelfde zijn. Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Activa is derhalve niet opgenomen in de consolidatiekring van Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs. Dit betekent dat er geen formele banden bestaan tussen ISA BV en Stichting Verenigde Scholen J.A. Alberdingk Thijm Voortgezet Onderwijs. Ook tussen ISA BV en Het Baken bestaan geen formele banden. In de huurovereenkomst tussen ISA en ISA BV is niets vastgelegd ten aanzien van het beëindigen van het lidmaatschap van de coöperatie door een van de leden. Als Het Baken zijn lidmaatschap van de coöperatie beëindigt, zal ISA hoogstwaarschijnlijk gehuisvest blijven in het huidige pand. In de oprichtingsakte is immers bepaald dat leerlingen hun opleiding moeten kunnen afmaken. Omdat al eerder is aangegeven dat de huurlasten van het pand in principe zijn verdisconteerd in de fees die ouders/werkgevers betalen, zullen de huurlasten niet behoeven te worden meegenomen in de te betalen afkoopsom. Is de constructie rond het gebouw en Het Baken rechtmatig en hoe verhoudt zich dit tot de samenwerkingsovereenkomst? Zoals in voorgaande beantwoording van vragen reeds is aangegeven zijn de huurlasten van het gebouw ten laste van private middelen gekomen. Tevens is in de samenwerkingsovereenkomst niets vastgelegd over het gebouw.
Pagina 24 van 24
INTERNATIONAL SCHOOL ALMERE TH ETHERLANDS Inspectie van het Onderwijs Directie Rekenschap Attention: Dr. M. Spierings Postbox 2730 3500 GS UTRECHT
Regarding: Response ("Zienswijze") to the report following the investigation of the Coöperatieve Vereniging Internationale School Almere UA
14 January 2013
Dear Sir I have received the report dated 21 December 2012 following the investigation of !he Coöperatieve Vereniging Intemationale School Almere U.A and would like to offer the following response: The International School Almere started ottering bilingual education in the form of the IB Middle Years Programme in 2002 as part of Het Baken. During the initial years, the school was situated in one of the school buildings of Het Baken. Due to the stunted economical growth in the Almere region, the beginning years of the ISAlmere proved to be a bit more difficult than expected. Despite the humbie beginnings, the school is currently flourishing and developing into a worthy international school offering international education to the growing international community in the wider Almere region . The school plays an important part in the economical position of Almere, improving Almere's position as an attractive location tor international companies to settJe. In April 2011 !he International School Almere moved into a brand new school building, which hugely stimulated the growth of the school. In the past !wo academie years, student numbers have doubled. On 1 August 2012, the ISAlmere started using the IGVO-lieence.
The International School Almere is a fully authorized IB World school. The Middle Years Programme has been authorized since 7 February 2012 and the Diploma Programme since 3 June 2010. The school is also a member of the Council of International Schools. In the inspection report it is stated that for 125 students (out of 146) it is not clear if the students actually qualify as IGVO students. The criteria in question are determined in "artikel 8 van de Beleidsregel IGVO". This, due to the absence of declarations !rom employers "werkgeversverklaringen" of parentslguardians, when only one of the four categories actually require such a declaration. The inspection acknowledged th is and added that 'in de Beleidsregel IGVO kennelijk ook niet is geregeld dat de school hiervoor bewijsstukken dient te overleggen'. The absence of these declarations does not imply that all of these 125 students do not qualify for the IGVO criteria. The school is aware of which students tall under the IGVO criteria and which ones qualify as bilingual students. In addition I would like to refer to the issue of the teaching stalt qualifications. In the report it is stated that of the 20 teachers at the ISAlmere, 13 are considered to have a Dutch qualification or a foreign qualification that has been acknowledged in the Netherlands. Of the 7 "non-qualified" teachers, 5 have a foreign teaching qualification, which has not yet been acknowledged in the Netherlands. Atlracting a truly international stalt, representing a variation of nationalities, is of great importance at an international school. One of the requirements to get a teachers qualification acknowledged in the Netherlands is that they have to have taught in the Netherlands (as non-qualified teacher) for at least one academic year. Due to the nature of an international community, especially in a young , growing school where new teachers are appointed every year, it is unavoidable to have a number of "non-qualified" internationals on the stalt. From the report it can be concluded that under the authority ("bevoegd gezag") of Het Baken Almere, the International School Almere, in close cooperation with Verenigde Scholen JA Alberdingk Thijm VO in Hilversum used public funds eltectively and lawfully for expenditures listed in the "Wet op het Voortgezet Onderwijs". It is stressed that no risk was taken with public equity. In working together, the two school boards above have made it possible to olter quality international education to the still growing international community in Almere. Yours sincerely International School Almere,
/"\) ;, /
.
ti "tut!«/J R. de Viii iers, Head of School