1/12
Sectoraal comité voor de Federale Overheid Beraadslaging FO nr 10/2011 van 9 juni 2011
Betreft: Machtigingsaanvraag vanwege de CVBA Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen om toegang te krijgen tot persoonsgegevens die door de Algemene Administratie voor de Patrimoniumdocumentatie (FOD Financiën) worden beheerd (AF-MA-2011-061)
Het Sectoraal comité voor de Federale Overheid; Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid de artikelen 31bis en 36bis; Gelet op het koninklijk besluit van 17 december 2003 tot vaststelling van de nadere regels met
betrekking tot de samenstelling en de werking van bepaalde sectorale comités opgericht binnen de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, inzonderheid artikel 18; Gelet op de aanvraag van het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen ontvangen op 12/04/2011; Gelet op de aanvraag van het technisch en juridisch advies gericht aan de Federale Overheidsdienst Fedict op 23/05/2011; Gelet op het technisch en juridisch advies ontvangen op 06/06/2011; Gelet op het verslag van de Voorzitter; Beslist op 9 juni 2011, na beraadslaging, als volgt:
Beraadslaging FO 10 /2011 - 2/12
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG 1. Op 12 april 2011 ontving het Comité een machtigingsaanvraag van het Vlaams Woningfonds van de grote gezinnen (hierna “VWF”) om gegevens te kunnen opvragen bij de Algemene Administratie voor de Patrimoniumdocumentatie (hierna “AAPD”), welke deel uitmaakt van de Federale Overheidsdienst Financiën. 2. Het VWF is een Coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die als sociale woonorganisatie is erkend en in zijn activiteiten voorrang moet geven aan de woonbehoeften van woonbehoeftige grote gezinnen. Het VWF doet dit via het verstrekken van sociale leningen en het verhuren van sociale huurwoningen. Voor het bekomen van voormelde sociale voordelen geldt onder meer een eigendomsvoorwaarde : de aanvragers mogen geen andere woning volledig in volle eigendom of vruchtgebruik hebben. Tot op heden wordt de eigendomsvoorwaarde gecontroleerd aan de hand van een door kandidaatontleners of kandidaat-huurders in te vullen formulier „verklaring op erewoord‟ dat dan in een
volgende
fase
ter
controle
per
post
wordt
verzonden
aan
de
dienst
patrimoniumdocumentatie (AAPD). Met de huidige aanvraag wenst het VWF in het kader van e-governement en administratieve vereenvoudiging, elektronische toegang te bekomen tot de gegevens van CADNET. De bij de AAPD opgevraagde gegevens zullen concreet worden gebruikt in het kader van de taken van het VWF inzake het afhandelen van aanvragen van burgers tot het bekomen van een sociale lening of huurwoning. II. ONDERZOEK VAN DE AANVRAAG A.ONTVANKELIJKHEID 3. Krachtens artikel 36bis WVP, "vereist elke elektronische mededeling van persoonsgegevens
door een federale overheidsdienst of door een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid die onder de federale overheid ressorteert een principiële machtiging (van het bevoegd sectoraal comité)". 4. Het is de taak van dit Comité om na te gaan “of deze mededeling enerzijds nodig is voor de
implementatie van de opdrachten die toevertrouwd worden door of krachtens de wet aan de vragende federale overheid en anderzijds of deze mededeling in zijn diverse aspecten compatibel is met al de geldige normen inzake de bescherming van de persoonlijke levenssfeer wat de verwerking van de persoonsgegevens betreft.” (Parl.Doc 50, 2001-2002, nr. 1940/004).
Beraadslaging FO 10 /2011 - 3/12
5. De gevraagde gegevens (cf. infra randnummer 20) betreffen persoonsgegevens in de zin van artikel 1, § 1, WVP. Derhalve vergt de geplande mededeling, ingevolge artikel 36bis, WVP, effectief een machtiging van het Comité. 6. Het Comité merkt op dat onderhavige aanvraag betrekking heeft op een elektronische gegevensstroom vanuit de AAPD naar het VWF. B. TEN GRONDE 1. FINALITEITSBEGINSEL 7. Artikel 4, § 1, 2°, WVP laat de verwerking van persoonsgegevens slechts toe voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigde doeleinden en de gegevens mogen bovendien niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden. 8. Het VWF zal de gegevens voor de volgende doeleinden gebruiken:
Afhandelen van aanvragen van burgers tot het bekomen van een sociale lening of een huurwoning (hierna “eerste doeleinde”);
Controle uitoefenen op de naleving van de eigendomsvoorwaarde verbonden aan de toegekende sociale lening/huurwoning (hierna “tweede doeleinde”);
9. Het Comité stelt aldus vast dat de geplande gegevensverwerkingen voor welbepaalde en uitdrukkelijk omschreven doeleinden zullen plaatsvinden en het brengt in herinnering dat de gevraagde gegevens enkel met het oog op deze doeleinden mogen verwerkt worden. 10. In deze context dient ook te worden geanalyseerd of de doeleinden van de door het VWF geplande verwerkingen niet onverenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens oorspronkelijk door de AAPD zijn verwerkt. Conform artikel 4, § 1, 2° WVP dient bij de beoordeling van deze verenigbaarheid rekening te worden gehouden met alle relevante factoren, waaronder de redelijke verwachtingen van de betrokkene en de toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen.
Beraadslaging FO 10 /2011 - 4/12
11. Het Comité verwijst ter zake in het algemeen naar het takenpakket dat krachtens de regelgeving aan het VWF en de AAPD is toegekend:
het VWF:
Art. 50. 1. De coöperatieve vennootschap "Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen", hierna VWF te noemen, wordt erkend als sociale woonorganisatie. Het moet in zijn activiteiten voorrang geven
aan
2.
de
Het
woonbehoeften
VWF
heeft
van
woonbehoeftige
de
volgende
grote
gezinnen.
opdrachten
:
1° de woonvoorwaarden van grote gezinnen verbeteren door aangepaste woningen beschikbaar te stellen en door grote gezinnen te helpen een eigen woning te verwerven of in goede staat te behouden; 2°
mee
3°
te
bij
werken te
aan
dragen
de tot
strijd de
tegen
verkrotting
aanpassing
en van
leegstand; woningen;
4° bij te dragen tot de uitvoering van de specifieke maatregelen inzake het stedelijk beleid van de Vlaamse
regering.
Afhankelijk van de kredieten die daartoe op de begroting van het Vlaamse Gewest worden ingeschreven draagt het Vlaamse Gewest, overeenkomstig artikel 52, bij in de financiering van de verrichtingen van het VWF die noodzakelijk zijn om voormelde opdrachten uit te voeren. 1
het AAPD: artikel 337, tweede lid, van het Wetboek van Inkomstenbelastingen (hierna het WIB) het volgende vermeldt:
"De ambtenaren van de administratie der directe belastingen en van de administratie van het kadaster oefenen hun ambt uit wanneer zij aan andere administratieve diensten van de Staat, (…) en aan de in artikel 329 bedoelde openbare instellingen of inrichtingen2, inlichtingen verstrekken welke voor die diensten, instellingen of inrichtingen nodig zijn voor de hun opgedragen uitvoering van wettelijke of reglementaire bepalingen."
artikel 504 van het WIB het volgende bepaalt: "De administratie van het kadaster staat
in voor het bewaren en het bijhouden van de kadastrale bescheiden volgens de regelen die de Koning bepaalt. Enkel de administratie van het kadaster is ertoe gemachtigd, 1 2
Decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
Artikel 329 WIB: “Onder openbare instellingen of inrichtingen worden verstaan, in de zin van de artikelen 327 en 328, de instellingen, maatschappijen, verenigingen, inrichtingen en diensten welke de Staat, een Gemeenschap of een Gewest mede beheert, waaraan de Staat, een Gemeenschap of een Gewest een waarborg verstrekt, op de werkzaamheden waarvan de Staat, een Gemeenschap of een Gewest toezicht uitoefent of waarvan het bestuurspersoneel wordt aangewezen door de federale Regering of een Gemeenschaps- of Gewestregering, op haar voordracht of met haar goedkeuring.”
Beraadslaging FO 10 /2011 - 5/12
volgens de regels en de tarieven bepaald door de Koning, uittreksels of afschriften van de kadastrale bescheiden te vervaardigen en uit te reiken”. 3 12. Het Comité is van oordeel dat de opdrachten van beide instanties, reeds elementen bevatten die er op wijzen dat de doeleinden van de door het VWF geplande gegevensverwerkingen niet onverenigbaar zijn met de doeleinden waarvoor de gegevens oorspronkelijk door het AAPD werden verzameld. Met het oog op de integrale beoordeling van het aspect verenigbaarheid, onderzoekt het Comité hierna in welke mate de verschillende doeleinden die met onderhavige gegevensverwerking worden beoogd, ingebed zijn in een duidelijke regelgeving. 13. Specifiek voor wat het eerste doeleinde betreft, stelt het Comité vast dat het behandelen van aanvragen van burgers tot het bekomen van een sociale lening of een huurwoning geregeld wordt in meerdere wettelijke bepalingen, waaronder voormeld artikel 50 van de Vlaamse Wooncode, en meer bepaald voor wat de sociale lening betreft, artikel 15 van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 9 december 2005 4 en artikel 17 van het Ministerieel Besluit d.d. 9 december 19995 :
“Art. 15. §1. De aanvrager mag op de datum waarop aan hem het schriftelijk aanbod waarvan sprake in artikel 14 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, wordt gedaan, geen andere woning volledig in volle eigendom of in vruchtgebruik hebben. (…)” “Art. 17. De aanvrager dient aan de vennootschap schriftelijk volmacht te geven om de nodige attesten, betreffende het inkomen en de rechten die hij in woningen bezit of afgestaan heeft, bij de Federale Overheidsdienst Financiën te bekomen.” 14. Aangaande de sociale huurwoning, kan verwezen worden naar de artikelen 3 en 14 van het Kaderbesluit Sociale Huur6 :
“Art. 3. §1. Een natuurlijke persoon kan zich laten inschrijven in het register, vermeld in artikel 7 7, als hij aan de volgende voorwaarden voldoet : (…)
3
Opmerking: de administratie van het kadaster maakt deel uit van de AAPD.
4
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 9 december 2005 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode; 5
Ministerieel Besluit d.d. 9 december 1999 houdend ehet reglement van de lenings-, verkoop-, en huurhulpverrichtingen van het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen in het kader van het fonds B2; 6
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 12/10/2007 tot reglementering van het sociale huurstelsel ter uitvoering van titel VII van de Vlaamse Wooncode; 7
ART. 7. Elke verhuurder houdt een register bij waarin volgens de orde van de indiening van de aanvraag tot inschrijving, de kandidaat-huurders worden ingeschreven, met vermelding van de eventuele voorrangsregels, vermeld in artikelen 19, 20 en
Beraadslaging FO 10 /2011 - 6/12
3° hij heeft, samen met zijn gezinsleden, geen woning of geen perceel dat bestemd is voor woningbouw volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik in binnen- of buitenland, tenzij het een in het Vlaams Gewest gevestigd campingverblijf betreft;(…)” “Art. 14. Een kandidaat huurder kan worden toegelaten tot een sociale huurwoning als hij voldoet aan de toelatingsvoorwaarden, die dezelfde zijn als de inschrijvingsvoorwaarden, vermeld in artikel 3.” 15. Het Comité concludeert aldus dat er, voor wat het eerste doeleinde betreft, een voldoende duidelijk regelgevend kader bestaat om een verenigbare latere verwerking te waarborgen. 16. Aangaande het tweede doeleinde constateert het Comité dat het uitoefenen van controle op de naleving van de eigendomsvoorwaarde verbonden aan de toegekende sociale huurwoning wordt geconcretiseerd in artikel 96 van het Vlaams decreet van 15 juli 19978 :
“Art. 96. §1. De huurder van een sociale huurwoning moet tijdens de hele duur van de huurovereenkomst voldoen aan de voorwaarden inzake onroerend bezit. (…)” 17. Voor wat het uitoefenen van controle op het bekomen van een sociale lening betreft, is er geen specifieke wettelijke bepaling voorzien zoals bij de sociale huurwoning onder artikel 96 van de Vlaamse Wooncode. Er kan wel ten algemene titel worden verwezen naar artikel 50, §1 van de Vlaamse Wooncode (woonbehoeftige grote gezinnen), artikel 5 §1, 11° van het model lastenkohier dat bij elke leenakte wordt gevoegd, en tenslotte artikel 15 van het Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 9 december 2005 9 (aanvrager krijgt binnen termijn van 1 jaar na authentieke leningsakte de tijd om te voldoen aan initiële bezitsvoorwaarde) :
“Artikel 50. §1. De coöperatieve vennootschap "Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen", hierna VWF te noemen, wordt erkend als sociale woonorganisatie. Het moet in zijn activiteiten voorrang geven aan de woonbehoeften van woonbehoeftige grote gezinnen.
21, § 2. Als een kandidaat-huurder uit het register wordt geschrapt, wordt de reden van deze schrapping in het register bewaard tot de eerstvolgende actualisatie van het register, vermeld in artikel 8, werd voltooid. De minister stelt de nadere regels en het model vast. Om de controle over het register en de toewijzingen te kunnen uitoefenen, houdt de verhuurder het register ter beschikking van de toezichthouder. Die heeft het recht een afschrift van het register te vragen. Een schriftelijke of digitale versie van het register zonder persoonsgebonden gegevens ligt ter inzage van de kandidaathuurder. 8 9
Decreet d.d. 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode;
Besluit van de Vlaamse Regering d.d. 9 december 2005 betreffende de aanwending van de kapitalen van het Fonds B2 door het Vlaams Woningfonds van de Grote Gezinnen, ter uitvoering van de Vlaamse Wooncode;
Beraadslaging FO 10 /2011 - 7/12
Artikel 5, § 1. – Buiten de bij de wet voorziene of te voorziene gevallen zal de kredietverlenende vennootschap in de volgende gevallen het recht hebben de onmiddellijke terugbetaling te vorderen van de lening vóór afloop van de termijn, zonder dat de geldopnemers om het even welke exceptie aan de vennootschap zouden kunnen tegenwerpen, te weten: (…) 11. indien de geldopnemers het vruchtgebruik of de volle eigendom, al dan niet in onverdeeldheid met derden, zouden bezitten of verwerven van een ander onroerend goed dan het huis waarvoor de lening wordt toegestaan; Art. 15. §1. De aanvrager mag op de datum waarop aan hem het schriftelijk aanbod waarvan sprake in artikel 14 van de wet van 4 augustus 1992 op het hypothecair krediet, wordt gedaan, geen andere woning volledig in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben. Het VWF kan de lening echter weigeren, indien zij het sterke vermoeden heeft dat de aanvrager delen van onroerende rechten op een dergelijke andere woning heeft vervreemd, louter en alleen om de lening te kunnen bekomen, op voorwaarde dat dit vermoeden met redenen wordt omkleed en schriftelijk aan de aanvrager wordt gemotiveerd. § 2. De voorwaarde, vermeld in § 1, is niet van toepassing: 1° als de aanvrager die andere woning betrekt en deze het voorwerp uitmaakt van een besluit tot onteigening; 2° als uit een onderzoek van het VWF blijkt dat die andere woning onaangepast is of als die andere woning overbewoond verklaard is of als dusdanig geadviseerd is overeenkomstig artikel 17 van de Vlaamse Wooncode; 3° als die andere woning onbewoonbaar verklaard is of als dusdanig geadviseerd is overeenkomstig artikel 15 van de Vlaamse Wooncode; 4° op een aanvrager die op de referentiedatum minstens 55 jaar oud is; 5° op een aanvrager die een verrichting aangaat in één van de kernsteden. In de gevallen, bedoeld in het eerste lid, 2°, 4° en 5°, moet de aanvrager binnen een termijn van een jaar vanaf de datum van de authentieke leningsakte, er voor zorgen dat hij voldoet aan de initiële bezitsvoorwaarde zoals vermeld in § 1.(…)” 18. Het Comité constateert aldus dat er, voor wat het tweede doeleinde betreft, eveneens een voldoende duidelijk regelgevend kader bestaat om een niet onverenigbare latere verwerking te waarborgen.
Beraadslaging FO 10 /2011 - 8/12
2. PROPORTIONALITEITSBEGINSEL
2.1. Aard van de gegevens 19. Artikel 4, § 1, 3°, WVP stelt dat persoonsgegevens toereikend, terzake dienend en niet overmatig dienen te zijn, uitgaande van de doeleinden waarvoor zij worden verkregen of waarvoor zij verder worden verwerkt. 20. Het VWF wenst bij het AAPD de volgende gegevens op te vragen: a. Identificatiegegevens : naam – voornaam –adres – identificatienummer10 van houder(s)
zakelijk
recht
(opvraging
ten
aanzien
van
aanvragers
sociale
lening/sociale huur alsmede, wat huur betreft, ten aanzien van alle inwonende gezinsleden) : Deze informatie vormt de zoeksleutel die toelaat om het onroerend bezit van de betrokken personen op te vragen en is noodzakelijk voor de verwezenlijking van doeleinden 1 tot en met 2. b. Aard van het zakelijk recht: volle eigendom, vruchtgebruik of naakte eigendom. Deze gegevens zijn nodig in het kader van de doeleinden 1 en 2. c.
Aard van het goed (woning of andere onroerende goederen of rechten), voor realisatie doeleinden 1 en 2.
d. Gegevens betreffende de kadastrale legger (ter situering van het goed : ligging van het goed11), voor realisatie van doeleinden 1 en 2; e. Voor aanvragers van een lening : de onroerende goederen of rechten die in de loop van drie voorgaande jaren vervreemd werden (datum vervreemding, ligging en aard van het goed, aard van het recht, prijs/waarde), en dit in het kader van doeleinde 1. f.
Het totale aantal eigenaars, hetgeen toelaat om de quotiteit vast te stellen van de rechten waarover de betrokkenen met betrekking tot het goed beschikken, voor realisering doeleinden 1 en 2;
21. Na analyse van deze gegevens stelt het Comité vast dat deze noodzakelijk zijn teneinde de finaliteiten zoals omschreven in randnummer 8 te verwezenlijken. Het Comité besluit dan ook dat de bij het AAPD opgevraagde gegevens, conform zijn aan artikel 4, § 1, 3°, WVP.
10
Het VWF is bij koninklijk besluit van 9 november 2003 gemachtigd om toegang te hebben tot het rijksregister van de natuurlijke personen en om het identificatienummer ervan te gebruiken, en dit voor het vervullen van haar taken in verband met het verzamelen, verwerken en actualiseren van de gegevens betreffende de natuurlijke personen 1) die huurders of kopers zijn van een sociale woning door haar beheerd;2) die kandidaat-huurders of –kopers zijn van een dergelijke woning;3) die bij haar een sociale lening hebben aangevraagd of bekomen; (…) 11
Dit gegeven is noodzakelijk om bij de aanvragers meer informatie op te vragen : soms staat volgens het kadaster een bepaald onroerend goed nog als eigendom van een bepaalde aanvrager geregistreerd, terwijl dit in werkelijkheid niet meer het geval is. De kadastergegevens kunnen dan ook enkel als een vermoeden van eigendom worden beschouwd, en niet als een sluitend bewijs van eigendom.
Beraadslaging FO 10 /2011 - 9/12
2.2. Bewaringstermijn van de gegevens (artikel 4, § 1, 5°, WVP) 22. Het VWF verzoekt om de gegevens te bewaren voor zolang als nodig voor de realisering van de doeleinden. 23. Het Comité constateert dat het in onderhavig geval niet mogelijk is om vooraf een exacte bewaartermijn vast te leggen. Het is tegelijk van oordeel dat in de praktijk een onderscheid kan gemaakt worden tussen verschillende bewaringswijzen. De behandeling van een hangend
dossier
–
in
het
kader
van
de
met
onderhavige
gegevensverwerking
vooropgestelde doeleinden (cf. randnummer 8) – vereist een bewaring van gegevens opdat deze op normale wijze beschikbaar en toegankelijk zouden zijn voor de ambtenaren die belast zijn met het beheer van het dossier. Van zodra de noodzakelijke termijnen voor het administratief beheer van een dossier verstreken zijn, moet de gekozen bewaringswijze aan de gegevens slechts een beperkte beschikbaarheid en toegankelijkheid verlenen. Een dergelijke bewaringswijze moet toelaten om een antwoord te bieden op andere mogelijke doeleinden van deze bewaring, zoals de uitvoering van een administratieve controle. Eens de bewaring niet langer nuttig is dienen de gegevens te worden vernietigd.
2.3. Frequentie van de toegang en duur van de machtiging 24. Er wordt in een permanente toegang voorzien, aangezien men te allen tijde een aanvraag kan indienen voor een lening of huurwoning, en controle en opvolging nadien eveneens dient te gebeuren. Het Comité is van oordeel dat dit gepast is in het licht van artikel 4, § 1, 3°, WVP. 25. De toegang wordt ook voor onbepaalde duur gevraagd. Hoger genoemde taken van het VWF zijn door de regelgeving immers niet beperkt in de tijd. Het Comité is aldus van oordeel dat de machtigingsaanvraag voor onbepaalde duur, gepast is (artikel 4, § 1, 3° WVP).
2.4. Bestemmelingen en/of derden waaraan gegevens worden meegedeeld 26. De volgende medewerkers12 van het VWF zullen de gevraagde gegevens kunnen raadplegen: a. Voor leningen : de diensten dossieropbouw en –beheer; b. Voor huur : dienst huurhulpactiviteiten;
12
Het betreft dossierbeheerders en –verantwoordelijken;
Beraadslaging FO 10 /2011 - 10/12
27. Het Comité ziet in het licht van artikel 4, § 1, 3° WVP geen bezwaren tegen het feit dat bovengenoemde personen toegang hebben tot onderhavige persoonsgegevens, op voorwaarde dat zij enkel van deze toegang gebruik maken binnen de perken van de taken en bevoegdheden die hen door de regelgeving worden verleend. 3. TRANSPARANTIEBEGINSEL 28. Het Comité herinnert eraan dat een eerlijke verwerking van gegevens een verwerking is die gebeurt op een transparante wijze. Eén van de hoekstenen van een transparante verwerking, betreft de informatieplicht in de zin van artikel 9, § 2, WVP. 29. In voorliggend geval zullen de geplande gegevensverwerkingen evenwel verricht worden met het oog op de toepassing van bepalingen voorgeschreven door of krachtens een wet, een decreet of een ordonnantie. Op grond van artikel 9, § 2, 2de lid, b), WVP is in een dergelijke situatie een vrijstelling van de informatieplicht van kracht. Deze vrijstelling neemt echter niet weg dat het Comité er zich kan van vergewissen of er passende waarborgen bestaan voor de bescherming van de fundamentele rechten van de betrokkenen. 30. Uit de aanvraag blijkt dat de betrokkenen zullen ingelicht worden: “LENING : °In het
standaardaanvraagformulier –lening geven aanvragers uitdrukkelijk en onherroepelijk toelating en machtiging aan de Federale Overheidsdienst Financiën om rechtstreeks alle nodige inlichtingen aangaande hun patrimoniale toestand te verstrekken aan het VWF met het oog op het bekomen en behouden van een sociale lening. ° Ook in het modellastenkohier lening (art. 8 §3)dat gehecht wordt aan de notariële leenakte is het volgende opgenomen : „Bovendien machtigen de geldopnemers de kredietverlenende vennootschap alle gewenste inlichtingen aangaande hun fiscale en patrimoniale toestand op te vragen bij de bevoegde instanties met het oog op de uitvoering van de bepalingen van de leenakte.‟ HUURWONING : In het standaard aanvraagformulier –huurwoning verlenen aanvragers toestemming aan het VWF om bij de bevoegde overheden de noodzakelijke gegevens betreffende de voorwaarden en verplichtingen inzake de inschrijving voor en de verhuring van een sociale huurwoning te verkrijgen. “ 31. Het Comité neemt hier akte van en het adviseert om ook langs de kant van het AAPD in transparantie te voorzien. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door op de website te vermelden dat onderhavige gegevens worden doorgegeven en met het oog op welke doeleinden deze doorgifte plaatsvindt.
Beraadslaging FO 10 /2011 - 11/12
32. Het Comité herinnert er tot slot aan dat conform artikel 17, § 1, WVP het VWF een aangifte van de verwerking van persoonsgegevens moet indienen bij de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. 4. BEVEILIGING 33. Uit de door de AAPD meegedeelde stukken blijkt dat zij over een veiligheidsconsulent en een veiligheidsbeleid beschikken. Het Comité neemt hier akte van. 34. Het VWF behoort tot het netwerk van de Sociale Zekerheid 13 en is bijgevolg onderworpen aan het koninklijk besluit van 12 augustus 1993 houdende de organisatie van de
informatieveiligheid bij de instellingen van sociale zekerheid . Dit betekent dat zij beschikt over: -
een consulent inzake informatieveiligheid waarvan de aanstelling voorgelegd werd aan het Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid;
-
een veiligheidsplan met aanduiding van alle noodzakelijke middelen voor de uitvoering ervan.
35. De door
het VWF genomen veiligheidsmaatregelen kunnen als passend worden
gekwalificeerd. Het Comité onderstreept niettemin dat het onder meer de taak van de consulent inzake informatieveiligheid is om er op toe te zien dat: -
enkel de gerechtigde personen toegang hebben tot onderhavige gegevens;
-
de toegangsgerechtigde personen deze toegang enkel gebruiken met het oog op de verwezenlijking van de in randnummer 8 vermelde doeleinden.
36. Het Comité herinnert er ook aan dat onderhavige gegevensstromen verplicht via een tussenkomst van de Kruispuntbank voor de Sociale Zekerheid dienen te worden georganiseerd (cf. artikel 14 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en
organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid ).
13
Zie ook koninklijk besluit van 4 maart 2005 tot uitbreiding van het netwerk van de sociale zekerheid tot de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor wat betreft hun opdrachten inzake het recht op maatschappelijke dienstverlening, met toepassing van artikel 18 van de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid .
Beraadslaging FO 10 /2011 - 12/12
OM DEZE REDENEN, het Comité machtigt het VWF en het AAPD om de verwerkingen bedoeld in de machtigingsaanvraag, uit te voeren, mits rekening wordt gehouden met de opmerkingen die hierboven worden uitgelegd (zie in het bijzonder randnummers 9, 31, 35 en 36).
Voor de Administrateur m.v.,
De Voorzitter,
(get.) Patrick Van Wouwe
(get.) Willem Debeuckelaere