}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
Vrijdag 13 juni 2014
jaargang 8 nummer 370
€ 1,95
Dit is het college 3&5
Nieuwe Grote Marktstraat: winkelen in een balzaal
Internationaal Strafhof
Raad van State: er zijn te weinig parkeerplaatsen
9
9
Van meegeren en van Wermeskerken
Een vergeten ontmoeting tussen twee heren
Ida Simons breekt door halve eeuw na haar dood
15
8 Ingezonden mededeling
SaleSparty
preview zondag 15 juni van 13-17uur uitverkoop toonzaalmodellen
CONTEMPORARY INTERIOR DESIGN
BrItSeleI 16 - 2000 aNtWerpeN (B)
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
snoek onder ons
>De Nieuwe Regentes, 8 juni.
Deze warme dagen deed mij denken aan de dag dat het zwembad aan de Weimarstraat werd heropend. Met zo weinig water in het bassin alleen voor geoefende zwemmers zou ik willen zeggen. De keuze voor het groene doek als achtergrond verraadt dat na deze sessie een grondige beeldbewerking met montage aan te pas zou komen. Het zou zo maar hebben kunnen zijn dat dit gezin op de rand van een hele hoge duikplank werd gemonteerd. De fotograaf verkeerde overigens zelf in een soortgelijke risicovolle situatie. Maar dan in de echte wereld. Of denkt u dat ik dit beeld voor u getruceerd heb? Otto Snoek
Otto Snoek (1963) is een internationaal werkend fotograaf uit Rotterdam. Sinds hij voor Den Haag Centraal werkt is hij gefascineerd geraakt door het leven in Den Haag. Alsof hij naar een ander werelddeel reist.
Ingezonden mededeling
Werft u een
nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt u beiden een Restaurantcheque van € 35,óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
3
actueel<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
commentaar
Collegeakkoord: ‘Vertrouwen op Haagse krachten’ Door Jan van der Ven
Buigen politici, of breken bomen HET OPMERKELIJKST AAN de reactie van de lokale politiek op de verkiezingsuitslag was de boodschap dat het nieuwe college beter naar de kiezer zal luisteren. Mogen we toch weer in onze handen knijpen. De vraag is in hoeverre het bewijs daarvoor op tafel komt. Dat ligt niet zo simpel als het tot nu toe is uitgelegd. Je mag met een gerust hart stellen dat Den Haag tegen het Spuiforum heeft gestemd en dat vooral VVD en PvdA door de kiezers zijn gestraft voor het ondersteunen van dit project, dat ons naar het predicaat Culturele hoofdstad van Europa had moeten leiden. UIT NADER ONDERZOEK bleek dat het verlies van de liberalen de winst was van Joris Wijsmullers Stadspartij. Ex-krakers, alto's, Vogelwijk en Benoordenhout maakten van de HSP de grote winnaar, maar je kunt je afvragen of het geen vergiftigd geschenk is. De collegepartijen hebben beloofd te luisteren naar de kiezer, maar laten die taak vooral over aan de Stadspartij. Wethouder Joris Wijsmuller (wen er maar aan) moet het Spuiforum tot een einde brengen, dat recht doet aan de toorn van de Haagse kiezer. NADAT WE HET versleutelde akkoord daarover hadden ontraadseld bleef er een compromis over waarin de critici slechts op één punt hun zin krijgen: een nieuw Spuiforum zal de Nieuwe Kerk niet langer in een inktzwarte schaduw zetten, maar verder rust het plan nog steeds op dezelfde discutabele pijlers: het mag 181 miljoen euro kosten en het college wil nog altijd het kostbare gebouw van het Koninklijk Conservatorium slopen. LATEN WE HOPEN dat de nieuwe aanbestedingscompetitie iets oplevert dat zo fantastisch is dat Wijsmuller en de stad er alsnog mee wegkomen, zodat meer aandacht kan gaan naar de werkelijke problemen van de stad: de belabberde economische positie en de nog steeds hoge werkloosheid, vooral onder jongeren. VOORALSNOG ZIJN DE echte winnaars van de verkiezingen de bomen aan de Laan van Meerdervoort, die – als het meezit – niet hoeven te wijken voor parkeerplaatsen: eindelijk een beslissing die echt duurzaam is. Die iepen, kastanjes en populieren staan ook symbool voor de belofte van de nieuwe collegepartijen: luisteren naar de burger. Laten we afwachten of de politici buigen, of dat de bomen breken.
Casper POSTMAA
Exact drie maanden na de gemeenteraadsverkiezingen wordt eind deze week het kersverse collegeakkoord gepresenteerd. Het kreeg als titel ‘Vertrouwen op Haagse krachten’ waarmee de nieuwe open bestuurscultuur, die moet gaan heersen, onder woorden wordt gebracht. Er is lang aan het akkoord gesleuteld, de sfeer was bijna altijd goed en uiteindelijk gingen de vijf fracties (D66, PvdA, VVD, Haagse Stadspartij en CDA) er dinsdagavond mee akkoord. Volgende week zijn er ledenvergaderingen. Het is de bedoeling dat volgende week het collegeakkoord wordt voorgelegd aan de voltallige gemeenteraad. Daarna gaan de zes wethouders ermee aan de slag. Zoals dat gaat in een compromispakket, zit er voor elke partij wel iets moois in. Hieronder puntsgewijs de meest opmerkelijke afspraken tussen de vijf. In willekeurige volgorde: Het college trekt miljoenen uit voor de bestrijding van de (jeugd) werkloosheid. Doel is 10.000 extra banen. De gemeente gaat hierin een rol spelen. Het algemene financiële beeld: de gemeente gaat veel extra geld uitgegeven, zware bezuinigingsoperaties blijven uit. Alleen de toeristenbelasting stijgt fors, de bouwleges zakken. De armoedebestrijding krijgt een extra financiële impuls. Er komen tientallen handhavers bij. De bibliotheek in de Schilderswijk gaat weer open. Er is extra geld voor Laak en Mariahoeve. Het tarief voor de parkeervergunning voor de tweede auto gaat met de helft omlaag. Van nieuwbouwhuizen zal dertig procent in de sociale huursector vallen. Het omstreden plan voor de kap van 200 bomen aan de Laan van Meerdervoort wordt opnieuw bekeken, samen met de bewoners. Gezocht wordt naar een alternatief, maar dat mag niet tot parkeergarage leiden. Is een alterna-
In de bestuursvleugel van het stadhuis (links) heeft volgende week een wisseling van de wacht plaats.>Foto: Den Haag Marketing
tief niet realiseerbaar dan gaat de kap alsnog door. Het Spuiforum is van de baan. Er komt een nieuw groot plan voor een cultureel centrum met veel woningen en commerciële zaken als restaurants en cafés. De zaal van architect Koolhaas van het Nederlands Danstheater hoeft misschien niet gesloopt te worden. Het voormalige ministerie van justitie wordt bij de plannen betrokken en gaat waarschijnlijk tegen de vlakte. Het plan mag niet duurder worden dan 181 miljoen euro. Wethouder Wijsmuller van de Haagse Stadspartij is de uitvoerende wethouder. Kleine ondernemers zonder per-
soneel krijgen een fiscale ‘adempauze’. Precariorechten gaan wat omlaag. D e wethoudersverdeling wordt 2-1-1-1-1. D66 krijgt twee wethouders. De PvdA’er Baldewsingh is ‘superwethouder’ met Sociale Zaken, Werkgelegenheid, Sport en Wijkaanpak. Wethouder Revis van de VVD krijgt de verantwoordelijk voor de ontwikkeling van economische kerngebieden: Scheveningen, de binnenstad, de Binckhorst en de internationale zone. CDA-wethouder Klein is verantwoordelijk voor het midden- en kleinbedrijf. Er komt geld voor de ontwikkeling van Scheveningen, de nadruk
ligt op de noordelijke boulevard tot aan het Zwarte Pad. Er zijn geen concrete afspraken gemaakt over de problemen rond de Pier. Ook over de ideeën om te gaan experimenteren met het telen van wiet zijn geen afspraken gemaakt. Het sluiten van de prostitutiegebieden Geleenstraat en Doubletstraat komt pas aan de orde als zich een particuliere ondernemer of bedrijf zich meldt met een bruikbaar plan. De gemeente steekt er geen geld in. De gemeente stopt wel geld in de ontwikkeling van de Rode Loper, het traject tussen het Hollands Spoor en de Wagenstraat.
Rob Hansen 1948-2014
‘Koning van de Alpen’ Door Casper Postmaa
Rob Hansen was geen bekende Hagenaar maar toch had je soms het gevoel dat de helft van de stad bij hem kind aan huis was. Koning van de Alpen noemde een groep oud-werknemers hem deze week in een rouwadvertentie, en inderdaad daar lag zijn faam. In de jaren tachtig bouwde hij samen met zijn Egyptische vrouw Rosemonde aan een hotelimperium, Club la Forêt, van vijf chalets, driehonderd bedden, in het Zwitserse Morgins. Het bedrijf groeide en hij groeide mee. “In het begin dacht ik helemaal niet aan ondernemen, ik wilde gewoon vier maanden per jaar skiën”. Ze begonnen in Champoussin in oude barakken, net goed genoeg voor studenten. De ‘barakkenko-
>Archieffoto
ning’ noemden ze hem toen smalend. Het liep op een desillusie uit, na drie goede jaren gooide de gemeente hen eruit. De herstart in het buurdorp Morgins waar opnieuw al-
les, letterlijk met eigen handen, moest worden opgebouwd, verliep wonderwel goed, maar dat beseften ze pas later. ‘Een radiostation had een portret van ons bedrijf gemaakt’, vertelde Rob, twaalf jaar geleden. ‘Bleek dat de plaatselijke ondernemers ons van groter belang achtten dan Club Mediterranée voor Villars. Moet je nagaan, we hadden niet eens een radio. We hebben samen in de auto zitten luisteren. Toen begrepen we dat ons avontuur was geslaagd’. Waarschijnlijk dankzij hun eenvoud. De chalets bleven chalets en werden geen luxe hotels. Half Den Haag kwam er plus alle hockeyteams waar Rob had gespeeld, HDS, HGC, Klein Zwitserland en de veteranen van HDM. En het Nederlands hockeyteam boekte ook. Dan skie-
de Rob met zijn gasten en dronk en lachte met ze aan de bar. Ze speelden scrabble, schaak of risk, ouderwetse Hollandse gezelligheid in het Zwitserse hoogland. Tot het hart hem in de steek liet. Het gebeurde al eens eerder in 2005 tijdens een hockeywedstrijd, toevallig stonden er twee artsen op het veld en was al een ambulance voor een minder ernstig geval onderweg. Operatie, kastje in z’n borst en toen ging het leven weer verder, misschien niet meer groots, maar nog steeds meeslepend. Tot vorige week, toen er geen redden meer aan was. De Haagse jongeren die bij hem werkten en zijn talloze gasten zullen hem herinneren als de joviale man die je in de sneeuw ontving met een breed gebaar naar de omringende bergen: ‘Mooi, hè’.
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
stadsmens
Marjan Schoenmakers biedt Den Haag met de Vertelvloer een nieuw podium Een verhaal vertellen dat luisteraars boeit. Kun je dat leren? Of is het een talent? Beeldend kunstenaar en verhalenverteller Marjan Schoenmakers aarzelt en reageert dan: “Er wordt gezegd dat je het kunt leren. Ik denk dat je er door geraakt moet worden. Van veel vertellers hoor ik dat het draadje terugloopt naar hun jeugd. Toen al hielden ze van verhalen vertellen of er was iemand in hun omgeving die dat goed kon”. Zelf vertelt Marjan Schoenmakers graag en gretig en ze heeft er inmiddels voor een deel haar beroep van gemaakt. In april opende ze in de Cartesiusstraat de Vertelvloer en biedt daarmee Den Haag een nieuw podium. Ze verbouwde daartoe min of meer haar huis/atelier. “Ik heb één grote ruimte, waarin ik werk, woon en slaap. Een vriendin heeft het bed ingebouwd in een tribune. Daar zit een vlonder aan vast, die zowel speelruimte als woonvloer is”. Zo’n veertig mensen kunnen terecht in dit theatertje aan huis, dat in april is geopend. Collega’s van Marjan Schoenmakers vertelden toen sprookjes die de tegenstelling tussen arm en rijk belichten. Meesterverteller Eric Borrias was 25 mei te gast op de Vertelvloer.
Marjan Schoenmakers: ‘Bij veel verhalenvertellers loopt het draadje terug naar hun jeugd’. >Foto: Eveline van Egdom
Buiten het theatertje zijn er inmiddels ook activiteiten. Op zaterdag 22 juni organiseert Marjan samen met de winkeliersvereniging EigenWijsWeimar een Verhalenroute door de Weimarstraat. “Ik had bedacht dat het misschien leuk zou zijn om in winkels verhalen te laten vertellen die aansluiten op die winkels. De vereniging vond het een geweldig idee en de winkeliers waren ook enthousiast. Ik heb er negen vertellers bij gezocht”. Zo speelt bij de
natuurvriendelijke kapper Huis van Groen het onderwerp ‘haar’ een rol en is in twee wijnspeciaalzaken het thema ‘wijn’. Zelf is Marjan Schoenmakers verteller in de papierwinkel Whispering Wall van kunstenaar Mark de Weijer. Ze heeft meer plannen. “Ik wil maandelijks of tweemaandelijks evenementen organiseren die bijvoorbeeld een bepaald thema hebben”. Ze is van oorsprong onderwijzeres en
gaf indertijd les op de Vrije School in Zoetermeer. Toen al blonk ze uit als verteller. Marjan, lachend: “Ik had niet zo’n autoriteit, maar zodra ik verhalen ging vertellen hingen de leerlingen aan mijn lippen. Dat was mijn redmiddel”. Op haar 37ste maakte ze ‘de switch naar de kunst’ en volgde een opleiding aan Koninklijke Academie van Beeldende Kunst. Tussen 2004 en 2009 maakte ze in opdracht van de gemeente Den Haag in Wateringse Veld een kunstproject, dat onder meer teksten in hout en beton in openbare ruimten omvatte. Marjan koos als overkoepelende titel voor dit langdurige project ‘voorzichtig schuimkoekjes’. “Ik heb dat eens op een doos zien staan; de tekst intrigeerde me”. Tijdens dat project ontstond bij haar steeds meer de behoefte om ook verhalen te gaan vertellen. Zij volgde er twee opleidingen voor in Utrecht. “Je hebt daar de Vertelacademie, waar kortlopende intensieve cursussen worden gegeven en op de Nationale Vertelschool gaat het om een traject dat meer dan een half jaar duurt”. Als kunstenaar voert Marjan Schoenmakers trouwens altijd gesprekken. Zo liet ze in opdracht van Stroom, het centrum voor niet-museale beeldende
kunst en architectuur, mensen onder een boom vertellen wat hun relatie was met die specifieke boom. “En bijvoorbeeld in Amsterdam heb ik mensen op een drukke rotonde neergezet, terwijl zij vertelden waar het in hun leven om draaide”. Haar Vertelvloer is inmiddels enthousiast ontvangen, ook bij haar collega’s. Op 29 juni treedt AnneMargriet Veldhorst er op met een verhaal dat Guido Swart omlijst met muziek. Op 6 juli geeft Marjan Schoenmakers met verhalenverteller Ernie Coenen een workshop, met als onderwerp Midzomernachtmiddag. “Ik vertel er een verhaal over en aan de hand daarvan gaan deelnemers met elkaar aan de slag”. Evenals veel andere kunstenaars heeft zij last van de economische crisis. Daarom werkt Marjan tevens in de naschoolse opvang. Vrolijk: “Als ik even de kans krijg, vertel ik ook daar een verhaal”. Joke Korving Informatie over de Vertelvloer en de Verhalenroute op 22 juni in de Weimarstraat: Facebookpagina de Vertelvloer of 070-3646449.
Ingezonden mededeling
Je kunt gewoon alles eten! Appels, noten geen probleem!
Je kunt gewoon alles eten! Appels, noten geen probleem! Klinisch prothetist Remmer werkt samen met tandarts Pot om mensen hun stralende lach terug te geven. Kosten? De basisverzekering vergoedt 75%, met een aanvullende verzekering krijgt u ook een flink deel van de resterende 25% vergoed. ‘Wij declareren de kosten 100% bij uw zorgverzekeraar.’ “Ik werk al 35 jaar in de tandprothesetechniek”, zegt klinisch prothetist Josef Remmer. “In die tijd is er veel veranderd. Verbeterd. Mogelijk gemaakt om mensen een mooi gebit te geven. De nieuwe technieken - voor porselein of voor kunststof, het oersterke composiet combineer ik met het oude vakmanschap. Want dat is bij ons níet veranderd.”
Klinisch prothetist Remmer werkt samen met tandarts Pot om mensen hun stralende lach terug te geven. Kosten? De basisverzekering vergoedt 75%, met een aanvullende verzekering krijgt u ook een flink deel van de resterende 25% vergoed. ‘Wij declareren de Voor een prothese opkosten implantaten (klikgebit) werken 100% bij uw zorgverzekeraar.’
Remmer en Pot samen met een implantoloog in het “Ik werk al 35 jaar in de tandprothesetechniek”, Bronovo Ziekenhuis. Het resultaat? Binnen 2 tot 3 weken klinisch Josef- een Remmer. “In die na uw eerste afspraakzegt hebt u eenprothetist nieuw gebit tijd is er veel veranderd. Verbeterd. stralende lach! “natuurgetrouw - mensen zien niet datMogelijk je gemaakt om mensen een mooi gebit te geven. een kunstgebit hebt. Gaat gegarandeerd vijf jaar mee. De nieuwe technieken - voor porselein of voor Klanten zeggen het heel vaak - en ik hoor het heel graag: kunststof, het oersterke composiet - combineer ‘Ik heb mijn stralende lach weer terug!’ ik met het oude vakmanschap. Want dat is bij ons níet veranderd.”
Weimarstraat 65 • Den Haag
Voor een prothese op implantaten (klikgebit) werken Remmer en Pot samen met een implantoloog in het Bronovo Ziekenhuis. Het resultaat? Binnen 2 tot 3 weken na uw eerste afspraak hebt u een nieuw gebit - een stralende lach! “natuurgetrouw - mensen zien niet dat je een kunstgebit hebt. Gaat gegarandeerd vijf jaar mee. Klanten zeggen het heel vaak - en ik hoor het heel graag: ‘Ik heb mijn stralende lach weer terug!’
Dhr. J.J.Remmer Dhr. Remmer
Dhr. J. Pot Dhr. J. Pot
(070) 346 62 32 Weimarstraat 65 • Den Haag Bereikbaar met lijn 3, 11 en 12 (070) 346 62 32 Bereikbaar met lijn 3, 11 en 12 Filiaal: Van Alkemadelaan 307 • Den Haag
(070) 328 45 05 Halte lijn 23 voor de deur
Filiaal: Van Alkemadelaan 307 • Den Haag
(070) 328 45 05 Halte lijn 23 voor de deur
Maandag t/m-donderdag: Openingstijden: Maandag t/m donderdag: 8.00 - 12.30 uur en 13.30 -Openingstijden: 17.00 uur. Vrijdag: 8.00 12.30 uur.8.00 - 12.30 uur en 13.30 - 17.00 uur.
Vrijdag: 8.00 - 12.30 uur.
www.kunstgebittendenhaag.nl www.kunstgebittendenhaag.nl
5
actueel<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
Dit is het nieuwe college
Het duurde lang, maar nu heeft Den Haag dan ook een college dat echt nieuw is. Met slechts zes wethouders en een partij, de Haagse Stadspartij, in zijn gelederen, waarvan niet veel Hagenaars hadden durven voorspellen dat zij ooit de stad zou besturen. Daarnaast zet D66 een nieuwe wethouder op het pluche, zwaargewicht Tom de Bruijn. Politiek redacteur Jan van der Ven portretteert op deze pagina het college van Ingrid, Tom, Rabin, Joris, Karsten en Boudewijn.
Boudewijn Revis: op zoek naar andere VVD-koers Voor Boudewijn Revis lag een hernieuwd wethouderschap in het verschiet. Hij wilde dolgraag weer wethouder van financiën worden. Maar de realiteit dwong de VVD hiervan af te zien. Met slechts vier raadszetels konden er niet zoveel eisen meer gesteld worden. Boudewijn Revis (1974) wordt wethouder van Gebiedsontwikkeling en Volkshuisvesting. Voor de PvdA geeft dat een ongemakkelijk gevoel, want een liberaal heeft van nature weinig met volkshuisvesting. En andersom, volkshuisvesting is niet een portefeuille waar
een VVD’er zich mee kan profileren. De druiven zijn dus zuur. Bij de PvdA en bij de VVD. Revis en zijn partij moesten afgelopen maanden aan de onderhandelingstafel veel inleveren. De VVD draaide en liet het Spuiforum vallen. De VVD trotseerde daarbij de stille kracht achter de deur, die van VVD-burgemeester Jozias van Aartsen, groot pleitbezorger voor het Spuiforum. Ooit droomden de liberalen ervan de grootste partij van Den Haag te worden. Maar in maart zakte de VVD van zeven naar slechts vier raadszetels, met Revis als lijsttrekker. Dat hij niet werd gedwongen op te stappen na het dramatische verlies, heeft vooral te maken met het feit dat Revis pas in november 2012 wethouder werd; hij heeft dus in de vorige college-periode niet de volle rit gediend als wethouder. Nu moet Revis als enige VVD-wethouder de komende vier jaar het vertrouwen in zijn partij zien te herstellen. Veel zal afhangen van de koers die hij gaat volgen en welke ruimte hij daarbij krijgt van zijn partij.
Baldewsingh: de koers naar links Rabin Baldewsingh begint met gemengde gevoelens aan zijn derde wethouderschap. Vier jaar geleden kreeg hij van zijn partijgenoten Norder en Kool een ongelukkige portefeuille in zijn maag gesplitst, hij moest duizend ambtenaren ontslaan. Een portefeuille waar hij zeer ontevreden mee was, maar die hij uiteindelijk toch maar accepteerde. Het dienstauto-socialisme woog zwaarder. Vier jaar later kon hij als eerste onderhandelaar van zijn partij wraak nemen. Maar die wraak zal niet echt zoet gesmaakt hebben, want dezelfde Baldewsingh is mede-verantwoordelijk voor de diepe val van de PvdA. Met hem als lijsttrekker zakte de PvdA van tien naar zes zetels, pijnlijk nadat hij met slechts zeven stemmen verschil lijsttrekker werd ten koste van concurrent-kandidaat Gerard Verspuij. Na de raadsverkiezingen weigerde Baldewsingh conclusies te verbinden aan het enorme verlies van de PvdA, hij vroeg en kreeg alle onderhandelingsruimte van de leden. De partij verzette vervolgens de koers naar links. Ineens werden mensen weer interessant, in plaats van stenen stapelen. Als wethouder van sociale zaken moet
Karsten Klein: buigzame wethouder Karsten Klein (1977) heeft weer zin in het wethouderschap. Hij mag nu zijn energie stoppen in de sector Volksgezondheid. Toen hij namens het CDA na de raadsverkiezingen aanschoof bij de onderhandelingen, wist hij zich verzekerd van het wethouderschap. Want in het CDA staat niemand hem in de weg. Daar heeft Klein wel voor gezorgd. Voor kritische geluiden is namelijk geen plaats in zijn CDA. Toen Klein vier jaar geleden aantrad, zette hij er direct de vaart in. Jong, ambitieus maar ook gezegend met politiek talent, ging hij aan de slag. Terwijl veel college-wetouders zich al snel opsloten in de bestuurlijke toren aan het Spui, trok Karsten Klein de stad in. Zijn portefeuille leende zich daar ook voor want met Sport en Ouderenbeleid is het vaak goed toeven onder de mensen. Totdat ineens vanuit het Rijk bezui-
Tom de Bruijn: de grote onbekende in het college De grote onbekende in het nieuwe college is Tom de Bruijn (1948). De nieuwe wethouder van Financiën stond aan de wieg van het college-akkoord: hij leidde afgelopen weken de onderhandelingen. Als wethouder zal hij waken over dat akkoord en indien nodig bruggen slaan tussen kibbelende partijen. Dat is ook zijn vak, hij was tenslotte jarenlang topdiplomaat in Brussel. “Iemand die met alle landen in Europa zaken heeft gedaan moet dit ook aankunnen”, zegt een Democraat. De Bruijn heeft er kennelijk zin in, want hij is momenteel lid van de Raad van State, het hoogste adviescollege van de regering. Deze functie ruilt hij in voor het wethouderschap. Als wethouder treedt hij uit de anonimiteit. Voordeel voor de positie van De Bruijn is dat hij zijn carrière al min of meer achter de rug heeft. Hij hoeft zich niet meer te bewijzen en dat >Foto: Raad van State schept politieke rust.
Van Engelshoven kreeg haar nieuwe college Ingrid van Engelshoven (1966) had al een stevige mars door D66 achter de rug, toen ze vier jaar geleden ineens wethouder van onderwijs in Den Haag werd. Nu prolongeert zij deze functie, uitgebreid met enkele onderdelen op het gebied van economische ontwikkeling. Van Engelshoven heeft een lange arm in de partij, ze was landelijk
hij proberen het geschonden gezicht van zijn partij te herstellen. Baldewsingh (1962) is een politiek overlever, maar ook een politicus van de middelmaat. Ingewikkelde onderwerpen gaat hij als het even kan uit de weg, hetgeen weer eens bleek tijdens de verkiezingscampagne. Toen hem de mogelijkheid werd geboden deel te nemen aan een stevig debat over het thema volksgezondheid, liet de wethouder van, jawel, volksgezondheid deze kelk aan zich voorbij gaan. Te ingewikkeld onderwerp voor de generalist Baldewsingh. De komende vier jaar moet Baldwingh als eerste man van de PvdA leiding geven aan een partij die op zoek is naar zichzelf. Slaagt hij erin de PvdA uit het diepe tal te trekken?
nigingen neerdaalden op de gezondheidszorg op lokaal niveau. De CDA’ er weigerde weg te kruipen voor de realiteit en ging de strijd aan met de verantwoordelijke bewindslieden. Glimmend van trots verklaarde hij in het tv-programma Buitenhof dat ze een kwade aan hem hadden, als het ging om snijden in de zorguitgaven. Niet dat hij de bewindslieden tot andere gedachten wist te brengen, maar het beeld was wel ontstaan van een CDA-wethouder uit één van grote steden die niet met zich liet sollen. Met de eerste man van het CDA kunnen altijd zaken gedaan worden, hij is pragmatisch en buigt als het moet. Zoals direct na de uitslag van de raadsverkiezingen. Klein zag dat de ‘oude vier’ in de gemeenteraad geen meerderheid meer hadden voor het Spuiforum. En dus maakte hij snel duidelijk dat wat hem betreft ook dit onderwerp bespreekbaar is.
voorzitter van D66 en bedacht toen samen met Alexander Pechtold het idee dat D66 zich moet profileren op het thema onderwijs. Een koers die D66 geen windeieren heeft gelegd, zeker niet in de Randstad. Ingrid van Engelshoven is een realist. Dat bleek afgelopen weken nog eens, toen ze zich bereid toonde het ‘heilige’ onderwerp van D66, de bouw van het Spuiforum, uiteindelijk los te laten. Met die draai opende ze weg naar de huidige coalitie. Al waren ze er intern niet echt blij mee, zeker niet de Democraten die afgelopen jaren alle kritiek op het Spuiforum keer op keer weerlegden als zijnde apekool. Dat Van Engelshoven het voormalig raadslid en financieel specialist Joost Sneller meenam naar de onderhandelingstafel en niemand uit de huidige fractie, kwam de interne sfeer niet ten goede. Alle leed wordt goedgemaakt doordat D66 nu als grootste partij in het college van b en w zitting neemt. D66 zit in het midden en zal de ene keer naar links overhellen, de andere keer naar rechts. Het nieuwe college is uiteindelijk een beetje het college geworden dat er kwam vooral dankzij de steun van Ingrid van Engelshoven.
>Foto's: Gemeente Den Haag
Wijsmuller: van kraker tot wethouder Eindelijk dan. Na zestien jaar raadlidmaatschap is Joris Wijsmuller wethouder (cultuur) geworden. Een ex-kraker die wethouder wordt. Het wethouderschap komt voor hem net op tijd. Nog eens vier jaar vanuit de oppositiebankjes opereren was geen wenkend perspectief. Wijsmuller (1965) maakte eenzame jaren door in de raad, met die ene zetel. Vier jaar geleden werden het er twee. Maar wat moet je daarmee tegen de overmacht van de grote partijen? Voor de Haagse Stadspartij dreigde een bestaan in de marge van de politiek. Gelukkig voor Wijsmuller was daar het Spuiforum, een plan zonder draagvlak in de stad. Als raspoliticus rook Wijsmuller zijn kans en mobiliseerde op vakkundige wijze tegenkrachten in de stad. Met als absoluut hoogtepunt de massale steun op 19 maart tijdens de raadsverkiezingen in wijken waar doorgaans op de VVD wordt gestemd. De HSP kwam als grote overwinnaar uit de bus, vergaarde vijf raadszetels en werd zodoende zelfs groter dan de VVD. Een droom was werkelijkheid geworden. Met hartelijke dank aan het Spuiforum dat het vorige college zich zo fanatiek en blindelings verdedigde. De HSP gaat de winst verzilveren. Maar in de politiek geldt dat winnaars snel verliezers kunnen worden. Dat hij zich als wethouder nu moet gaan bekommeren om de bouw van het nieuwe culturele centrum in de stad lijkt een mooie kans. Maar tegenstanders zullen er geen traan om laten als hij zich verslikt in zijn moeilijke opdracht.
>Foto: HSP
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Samuel de Lange jr. en het Haagse muziekleven
M
et trots presenteerde de Koninklijke Schouwburg begin april het nieuw theaterprogramma voor seizoen ‘14/‘15. Een programma dat vernieuwing toont door de toevoeging van de zogenaamde ‘Specials’ (theatercolleges, talkshows, exclusieve live interviews), uiteenlopende concerten en verschillende nieuwe festivals. Maar de Koninklijke Schouwburg brengt natuurlijk ook een programma vol prachtige verhalen, zoals u van hen gewend bent. Voor ons schuilt de kracht van theater in al die verhalen die iedere keer opnieuw verteld moeten worden: daar gaat het over in de Koninklijke Schouwburg. Verhalen die ontroeren, raken en waar om gelachen mag worden. Verhalen die worden verteld omdat ze vertellen wie u bent, wie u zou kunnen zijn en die uw onvermoede kanten blootleggen. Verhalen die spannend zijn, omdat u weer eens een heel andere kant van het leven kunt ervaren. We brengen dit seizoen verhalen die gaan over Nederlands Indië zoals Moesson van schrijver/ acteur Eric Schneider, die put uit zijn eigen Indische verleden, Daar Werd Wat Groots Verricht, de meestervertelling van Diederik van Vleuten over zijn ‘Indische’ oom Jan, Een sneeuw, het prachtige verhaal van Willem Jan Otten over een familie met een pijnlijk geheim. We brengen verhalen voor kinderen zoals Polleke naar de bekende boeken van Guus Kuijer (door NTjong), De kleine kapitein, Hans en Grietje, Pippi Langkous en Zereneus de Bergerac..., verhalen die kinderen verbinden met die van hun
(groot)ouders. En we gaan door met onze succesvolle peutervoorstellingen op de vroege zondagochtend voor de allerkleinsten vanaf 2 jaar. We blijven de grote verhalen brengen, die we de klassiekers noemen, omdat ze steeds weer opnieuw actueel blijken te zijn en het doorvertellen waard Phaedra, Medea, Maria Stuart, Elektra, Drie zusters, over vrouwen die door het leven aan stukken worden geslagen, verhalen die vanaf de vroegste oudheid tot nu generaties met elkaar verbinden, omdat ze vertellen over de meest universele en altijd terugkerende levenssituaties. Natuurlijk brengen we ook verhalen over ons geliefde Den Haag met o.a. Paul van Vliet’s Zondag in Den Haag, (dit seizoen echt voor het allerlaatst te zien!). En we verwelkomen meer artiesten uit de top van Nederlands’ cabaret: Marc-Marie Huibregts, Claudia de Breij en Freek de Jonge. Maar we bieden ook plaats voor vernieuwing in de vorm van MaroComedy met jong en aanstormend (Marokkaans) talent. Het seizoen ’14/’15 zit vol vernieuwing en vol verhalen. Wij nodigen u hierbij uit in het mooiste theater van Nederland. Er zit zeker iets van uw gading tussen. Voor u zelf en voor de mensen die een belangrijke rol spelen in úw eigen (levens)verhaal. De kaarten voor deze bijzondere voorstellingen gaan hard, dus als u verzekerd wilt zijn van een mooie plaats raden wij u aan snel te reserveren!
Samuel de Lange jr. (1840-1911) was een Nederlands musicus die ook voor Den Haag van betekenis is geweest. Oorspronkelijk kwam deze gevierde organist, koordirigent en componist uit Rotterdam. Behalve in deze stad is hij ook in Den Haag, Amsterdam, Keulen, Bazel en Stuttgart werkzaam geweest.In 1882 kwam De Lange naar Den Haag om samen met W.F.G. Nicolai, orgelleraar aan de Koninklijke Muziekschool, het nieuwe orgel dat de firma. J.F. Witte in de Grote Kerk te Den Haag had gebouwd, te keuren en met een concert in te wijden. De Lange schreef er enige tijd later een artikel over in een Duits muziektijdschrift. Hierin prees hij het nieuwe instrument, dat naar zijn mening de kwaliteiten van de Duitse en Franse orgelbouw in zich verenigde. Bij afdeling Den Haag van de Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst was begin jaren tachtig van de negentiende eeuw een vacature ontstaan als directeur. Zo’n positie leek De Lange wel wat. Eenzelfde baan had hij namelijk al eerder geambieerd in Rotterdam. Eén der bestuursleden van Toonkunst in Den Haag, Mr. H. Graaf van Hogendorp, wist dat De Lange uit Keulen weg wilde en bood hem het directeurschap aan. Voor zijn levensonderhoud had de Lange de betrekking niet nodig, want hij was financieel onafhankelijk. De Lange wilde echter een vaste plaats in het Nederlandse muziekleven verwerven. In Den Haag trad De Lange op in kamermuziekuitvoeringen en op 8 november 1885 gaf hij een orgelconcert ter gelegenheid van het gereedkomen van het door de Franse orgelbouwer A. Cavaillé-Coll vervaardigde orgel voor de Waalse Kerk. Per 1 september 1888 werd hij organist in de Haagse Remonstrantse Kerk. Ook was hij in Den Haag enkele jaren dirigent van het koor Excelsior. Het koor van Toonkunst gaf twee concerten per seizoen, in november en in maart. In de tijd dat De Lange het koor dirigeerde, werkte het muziekgezelschap daarnaast met enige regelmaat mee aan de orgelconcerten die de musicus in de Grote Kerk gaf. Dankzij de inspanningen van De Lange kreeg in 1888 ook het Gebouw voor Kunsten & Wetenschappen een nieuw orgel. Van 8 tot 10 juni van dat jaar hield Toonkunst een muziekfeest, waarbij het nieuwe orgel in gebruik werd genomen. Het beleid dat De Lange bij Toonkunst voerde was erg gericht op de uitvoering van klassieke meesterwerken uit de oratoriumliteratuur. Wel introduceerde hij in 1887 de Grande Messe des Morts van Berlioz. Dit was niet alleen nieuw voor Den Haag, maar betekende zelfs een Nederlandse première. De belangstelling was zo groot dat Toonkunst het concert veertien dagen later moest herhalen. Ken-
Namens ons hele team, Hedwig Verhoeven & Oscar Wibaut Directie Koninklijke Schouwburg
Wilt u het nieuwe programma van de Koninklijke Schouwburg thuis ontvangen? Kijk op www.ks.nl en vraag hier het programmaboekje 1415 aan.
www.ks.nl
Samuel de Lange jr. >Foto: Nicola Perscheid
nelijk bestond er dus wel honger naar nieuwe(re) muziek. In 1889 leidde De Lange de eerste uitvoering in Den Haag van Bachs Matthäus-Passion. Het is van belang te bedenken dat de muziek van Bach, Mozart en Händel aan het einde van de negentiende eeuw dikwijls erg ouderwets werd gevonden. Over het oratorium Der Messias van Händel schreef men bijvoorbeeld: ‘Ongetwijfeld is er geen geringe mate van geduld en zelfverloochening toe noodig, om een geheelen avond muziek van Händel aan te hooren. Zij geeft dan ook weinig voedsel aan den muzikalen geest van onzen tijd’. Over het Requiem van Mozart schreef men dat het ‘uit den aard der zaak wat eentonig’ was en ‘voor onzen tijd wat gerekt’. In 1889 was de uitvoering van het oratorium Moses opus 57 van Samuel de Lange. De Maatschappij tot Bevordering der Toonkunst bekroonde de compositie met ‘25 Eereducaten’. De Lange heeft in Den Haag geen les gegeven aan de Koninklijke Muziekschool. Wel had hij een particuliere lespraktijk, maar veel is daarover niet bekend. In ieder geval hebben twee vooraanstaande organisten les van hem gehad: Johan Wagenaar en Johannes Andries de Zwaan. Wagenaar kreeg in 1888, na een vergelijkend examen waarbij De Lange één der juryleden was, een aanstelling tot organist van de Dom in Utrecht. De Zwaan bespeelde in die jaren het orgel van de Kloosterkerk. De Lange moet een beetje een eenling zijn geweest in Den Haag. Hij was iemand ‘van uitgebreide kennis en beschaving, van goede vormen, en leerrijk in zijn gesprekken; hij vond in de kringen der musici weinig aantrekkelijks en knoopte daar niet veel relaties aan’. Zijn wens een aanzienlijke plaats in het Nederlandse muziekleven te kunnen bekleden, ging niet in vervulling. Eigenlijk voelde hij zich het Nederlandse muziekklimaat ontgroeid. Op 1 maart 1893 dirigeerde Samuel de Lange in Den Haag zijn afscheidsconcert bij Toonkunst. Als zijn opvolger was Willem Kes, de dirigent van het Concertgebouworkest, benoemd. Met ingang van september 1893 kreeg De Lange in Stuttgart een aanstelling als leraar orgel en contrapunt en leider van de koorklas van het conservatorium. In 1900 werd hij zelfs directeur van deze muziekopleiding. De rest van zijn leven bleef Samuel de Lange in Stuttgart werkzaam. Hij overleed er in 1911. Frits Zwart www.gemeentearchief.denhaag.nl www.nederlandsmuziekinstituut.nl
7
actueel<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
De eerste haven, met de ingang van de parkeergarage aan de boulevard en daarachter de Fish Experience. Rechts van de visafslag het nieuwe driesterrenhotel, het plan voor het vijfsterrenhotel aan de overkant is afgeblazen. > Artist’s impression: KCAP Architects&Planners
Ook zonder hoge hoteltoren bruist het van de plannen in de havens
H
Door Marc Konijn
et vijfsterrenhotel zou – letterlijk – het hoogtepunt worden van een karrevracht aan plannen voor de havens van Scheveningen. Maar de kritiek op de hoteltoren was altijd groot. De vissers hebben niets met hoogbouw, de zeilers en surfers vreesden voor effecten op de wind. Onder aanvoering van de Haagse Stadspartij heeft het nieuwe college het hotelicoon deze week definitief overboord gegooid. Maar dat betekent allerminst dat de transformatie van de havens in het slop zit. Sterker nog, het havengebied staat op de drempel van grote veranderingen, zo blijkt uit een rondgang die Den Haag Centraal langs de kades heeft gemaakt. Vooral aan de Visafslagweg – vlak achter het laatste stukje van de boulevard – tintelt het van de activiteit. Daar heeft de visindustrie en een groep bedrijven samen met Volker Wessels één plan gemaakt voor het noordelijk havenhoofd: het vispact. Een belangrijk onderdeel van het vispact is de komst van het driesterrenhotel met tweehonderd kamers, aan het eind van de doodlopende Visafslagweg. Het gebouw, dat er een beetje uitziet als een zeilboot, wordt veertig meter hoog en komt aan het eind van de klinkerweg, dicht bij het water. Directeur Karin Geurts van Inntel roemt de locatie, waar de gasten uitzicht krijgen op haven en zee. “Het wordt zeker een succes”. De bouw start in het voorjaar van 2015. In de loop van 2015 wordt ook de renovatie van de visafslag opgepakt, en komt er nieuwbouw aan de voorkant van de de United Fish Auction (UFA). De gemeente zal de kades met een paar meter verbreden, waardoor vissers hun lading sneller kunnen lossen. Het zijn investeringen die de visserij een impuls moeten geven, vertelt Johan van Nieuwenhuijzen,
directeur van de UFA. “We zouden deze zomer het definitief ontwerp klaar hebben. Daar zit iets vertraging in. Maar reken maar dat we staan te popelen om aan de slag te gaan”.
Bij het zuidelijke havenhoofd gonst het eveneens van de plannen. In de Kom, bijvoorbeeld, aan de Hellingweg, laat de Malherbe Groep komend jaar al het Nederlands topzeilcentrum bouwen, dé trainingslocatie voor de
Marnix Norder: ‘Het deed pijn om het verval in de havens te zien’ Zijn zweefbrug sneuvelde, en ook het plan voor de hoge hoteltoren. Maar oudwethouder Marnix Norder is wel één van de drijvende krachten achter de opleving van de havens. “Scheveningen is de enige zeehaven direct aan de kust. Het deed mij pijn om het verval te zien. De afgelopen acht jaar heb ik hard gewerkt om daar iets aan te doen”. Norder wilde meer variatie in de havens, met woningen, toerisme, zeilsport, met versterking ook van de visserij, scheepvaart, visindustrie. “Het was een hele klus, want iedere partij in de haven wil meer. Bijna dertig jaar wordt er al gepraat om iets te doen. Maar het is mij gelukt om van praten naar overeenstemming te komen, om voor iedereen een goede plek te vinden. Daar ben ik best trots op”.
Hotelappartementen Aan de overkant van de Visafslagweg wordt alles anders. In 2016 en 2017 ruimen de oude opslagruimtes hier het veld en strijkt de toerist er neer. Simonis verhuist naar de kop van de klinkerweg; bovenop zijn restaurant komen hotelappartementen. Naast Simonis verschijnt de Fishexperience, een nieuwe attractie waar de toerist het hele jaar naartoe kan. “Hier krijg je op een leuke, interactieve manier een idee over wat er allemaal gebeurt op de Noordzee”, licht Gerard Zwijnenburg van vissersbedrijf W. van der Zwan toe. Zwijnenburg heeft wel ideeën voor de inrichting van de Fishexperience, zoals een apparaat waarin getest wordt of je zeebenen hebt. Maar de precieze invulling moet nog uitgedacht worden. “Scheveningen is bij uitstek de plek waar je dit verhaal kan vertellen”. In 2017 kan het al klaar zijn. Zwijnenburg is nog op zoek naar een exploitant. Ook boven de Fishexperience komen hotelappartementen. Een belangrijk onderdeel van deze plannen is de grote parkeerbak, die tussen Simonis en de Fishexperience en het oude dijklichaam wordt neergezet. Later wordt die bak nog verder doorgetrokken, en kunnen er – afhankelijk van de marktvraag – wel 800 auto’s in. De ingang van de parkeergarage komt aan de andere kant van de dijk, op de boulevard; de automobilist rijdt straks via een gat in de dijk de parkeergarage in. Ook hier staan partijen klaar om te investeren.
Olympische zeilers. Het wordt het sluitstuk van een hoop investeringen om van Scheveningen ook een zeilha-
ven te maken. Het ontwerp is klaar, en de contracten zijn getekend. Het krakersbolwerk De Vloek zal wel eerst moeten wijken. Theater Het blijkt één van de weinige plannen op het zuidelijke havenhoofd te zijn waar werkelijk vaart achter zit. Een torentje met kantoorruimte en appartementen in dezelfde Kom blijft vooralsnog steken in de planfase. En ook in de Derde Haven blijft het voorlopig bij ideeën. De planmakers willen in deze haven bijvoorbeeld een gerenommeerd museum en horeca, op een plek waar de vijf meter hoge kade straks trapsgewijs naar beneden loopt. De vraag of dit museum er ooit komt, hoeft voorlopig niet beantwoord te worden, want de gemeente heeft hier het tijdelijke theater voor het Spuiforum neergezet. Om die reden ook zijn alle nabijgelegen bouwplannen voor de komende vijf jaar opgeschort.
Op het Norfolkterrein worden intussen de eerste behoedzame stappen naar de bouw van honderden woningen gezet. ASR en de Malberbe Groep hebben voor 375 woningen getekend, op de mooiste plekken aan de haven en bij het strand. De naam Norfolk is omgeruild voor De Zuid, het laatste deel van de Houtrustweg wordt omgedoopt tot Duinlaan, en de verkoop van het eerste blok gaat voorjaar 2015 van start. Ook op het zuidelijke deel van het Norfolkterrein blijkt er wat schot in te zitten. Tot grote vreugde van wethouder Norder heeft de Westlandse woningcorporatie Arcade aangegeven de bouwopdracht van het noodlijdende Vestia over te zullen nemen. Arcade zou 280 woningen voor zijn rekening willen nemen. De start van de bouw is gepland in het tweede kwartaal van 2015, maar een woordvoerder van Arcade laat weten dat het definitieve besluit hierover nog niet genomen is.
haagse harry
© Marnix Rueb
Het internationale vijfsterrenhotel in de havenmond van Scheveningen komt er niet. Het kersverse stadsbestuur heeft een streep gezet door de prestigieuze wolkenkrabber die met zijn voeten in de zee zou staan. Dat werpt de vraag op: welke plannen gaan er eigenlijk nog wel door in de haven?
8>geschiedenis
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
Van Meegeren: portretschilder en vervalser
De schilder en de schrijver In 1928 poseert de schrijver Henri van Wermeskerken voor Han van Meegeren. Deze zou later bekend – of berucht – worden door zijn Vermeer-vervalsingen. Een schrijver en een schilder, succesvolle Haagse kunstenaars. Maar het succes hield geen stand. De een is vrijwel vergeten, de ander leeft in de herinnering voort, maar niet zoals hij gewild zou hebben.
V
Door Henriette van Wermeskerken
an Meegeren staat bij het doek, zijn palet en penselen in de hand. Zijn model Van Wermeskerken zit op een stoel. Beiden kijken in de lens van de fotograaf. Zo te zien zijn ze al een tijdje bezig; het schilderij is behoorlijk gevorderd. Van Meegeren ziet er vermoeid uit en Van Wermeskerken lijkt genoeg te hebben van het lange stilzitten. Het licht weerkaatst in de natte verf van het schilderij. Zowel Van Wermeskerken als Van Meegeren heeft zich goed ingepakt. Het was kennelijk koud en de zolder zal niet verwarmd zijn geweest. De foto is gemaakt in 1928. Het schilderij dat hier tot stand kwam is nu in bezit van het Letterkundig Museum in Den Haag. Het hangt in de Nationale Schrijversgalerij, een permanente tentoonstelling van meer dan 500 portretten van schrijvers.
den gespeeld door Esther de Boer-van Rijk, die zich overigens ook door Van Meegeren liet portretteren, en Jan Musch. In 1922 vestigde Van Wermeskerken zich met zijn gezin in het Bezuidenhout. In die tijd was hij voorzitter van de Bond van Nederlandsche Tooneelschrijvers. Hij schreef voor verschillende media en publiceerde zelf een tijdschrift over auto’s: De Auto Revue. In deze periode ontmoette hij Han van Meegeren. Ook Van Meegeren, in 1928 – het jaar dat deze foto werd gemaakt – getrouwd met actrice Jo van Walraven, verkeerde in het Haagse kunst- en toneelwereldje. Van Wermeskerken liet Van Meegeren de cover van het eerste nummer van De Auto Revue schilderen en besloot vervolgens zichzelf door Van Meegeren te laten vereeuwigen. In 1934 kwam aan Van Wermeskerkens tweede huwelijk een einde en trouwde
was het jaar van de grote doorbraak van kunstschilder Han van Meegeren, naar later zou blijken. Van Meegeren (1889 – 1947) schilderde in traditionele stijl, hetgeen door zijn bewonderaars – onder wie ongetwijfeld Henri van Wermeskerken – werd gewaardeerd. In de tijd dat Van Meegeren Van Wermeskerken schilderde, in 1928, was hij een veelgevraagd portretschilder. Maar hij deed meer: in een atelier in de Sumatrastraat werkte hij aan kunstvervalsingen, waarmee hij meer roem zou vergaren dan met het werk dat hij onder eigen naam vervaardigde. Dat de kunstcritici van die tijd weinig met zijn werk op hadden frustreerde Van Meegeren zeer. Hij besloot de kunstwereld een lesje te leren door iedereen voor de gek te houden, althans zo motiveerde hij het zelf achteraf. Dat hij miljoenen met
Toneelschrijver Henri van Wermeskerken (1882 – 1937) werd geboren in Rotterdam als zoon van Johan van Wermeskerken, notaris, en Sophie van Wermeskerken – Junius, schrijfster en hoofdredactrice van damesblad De Hollandsche Lelie. Van Wermeskerken studeerde land- en tuinbouwkunde, maar al snel trok de journalistiek hem meer. Hij schreef voor het Haarlems Dagblad en later voor de NRC, die hem als correspondent naar Spanje, Portugal en de Balkan stuurde. In 1906, toen hij de Olympische Spelen in Athene versloeg, trouwde hij met Maria Pappadopoulos, naar verluidt een hofdame. In 1913 scheidde het echtpaar en in datzelfde jaar trouwde Van Wermeskerken Henri van Wermeskerken (links) poseert voor Han van Meegeren.> Foto: Collectie Letterkundig Museum met Frida Haye. Zij vertrokken naar Nederlands-Indië, waar Van Wermesker- hij voor de derde keer. De bruid was Fietje Spree, zijn vervalsingen verdiende zal allicht een rol ken correspondent werd voor De Telegraaf en een destijds bekende actrice, weduwe van ac- hebben gespeeld. Zijn ‘Vermeer’ De Emmaüsvoor het Soerabajasch Handelsblad. In Neder- teur Marius Spree. Met Fietje maakte Van Wer- gangers is zijn meesterwerk. Bijna tien jaar lands-Indië schreef Henri zijn toneelstukken meskerken verschillende grote reizen, als toe- nadat Van Meegeren Henri van Wermesker‘Tropenadel’ (1916) en ‘Suikerfreule’ (1917). De rist dit keer, onder meer naar Egypte en Zuid- ken schilderde, werd De Emmaüsgangers geReflector schreef erover: “Sambal-aristocraten: Amerika. In 1937 overleed Van Wermeskerken presenteerd aan de grote kunstkenner Bredisinds ze sambal eten, willen ze aristocraten zijn op 55-jarige leeftijd aan een hartaanval. Twee us, in 1937. Het verhaal is bekend: Bredius was op hun manier. Le canaille de l’Europe, c’est la jaar daarvoor was Suikerfreule verfilmd door ervan overtuigd dat hij met een nieuw ontnoblesse de l’Orient. Tropenadel! (…) Nu en dan Majestic films onder regie van Haro van Peski. dekte Vermeer van doen had. Het schilderij is het noodig om dezen tropenadel aan de kaak werd voor een formidabel bedrag verkocht te stellen, en dat heeft Van Wermeskerken met Kunstschilder aan museum Boymans van Beuningen. Van veel spirit en geest gedaan.” Hoofdrollen wer- Het sterfjaar van Van Wermeskerken, 1937, Meegeren maakte tussen 1938 en 1945 nog
zes zogenaamde Vermeers, steeds met succes. Tegen het einde van de Tweede Wereldoorlog dook een ‘Vermeer’ op in de kunstcollectie van Herman Goering. Het spoor leidde naar Van Meegeren, die daardoor werd verdacht van collaboratie met de vijand. Beschuldigd van dit ernstige delict onthulde Van Meegeren dat hij zelf de maker was van schilderijen van Vermeer. Hij had niet gecollaboreerd, hij had de Duitsers juist opgelicht. De autoriteiten geloofden hem niet, maar lieten hem aantonen dat hij zo’n goede vervalser was door hem in de cel nog eens een ‘Vermeer’ te laten schilderen. Van Meegeren slaagde in zijn bewijsvoering en werd tot een jaar gevangenisstraf veroordeeld. De kwestie maakte Van Meegeren zo beroemd dat er vervalste Van Meegerens in omloop kwamen. Zelf maakte hij dat niet meer mee. Een maand na zijn veroordeling overleed hij in Amsterdam aan een hartinfarct, in 1947. IJdelheid De foto straalt ijdelheid uit. Van Wermeskerken met zijn bontkraag en een zorgvuldig daarin gedrapeerde witte sjaal, Van Meegeren met een artistiek jasje. Het gaat hen allebei voor de wind en daar zijn ze zich maar al te bewust van. Het portret was bestemd voor de familiekring en daar heeft het ook steeds gehangen. Toen Fridy, Van Wermeskerkens dochter (1915 – 2009), met haar echtgenoot naar Zuid-Amerika verhuisde nam ze het portret mee. Een aandenken aan haar vader, op wie ze zeer gesteld was. Tijdens een van haar reizen naar Nederland, in de jaren zeventig van de vorige eeuw, schonk ze het aan het Letterkundig Museum. Het zou de ijdele Van Wermeskerken plezier hebben gedaan te weten dat het portret daar nu in de Nationale Schrijversgalerij hangt. Ook van Meegeren was succesvol. Maar het was hem niet genoeg om een populaire portretschilder te zijn. Hij had erkenning nodig. Groot, groter, groots, wilde hij het. Hij kon geweldig schilderen, zo goed als een oude meester als Vermeer, en dat zou hij de wereld laten zien. Het legde hem geen windeieren. IJdelheid, voor zolang het duurde. Henri van Wermeskerken is vrijwel vergeten. Han van Meegeren niet, maar hij leeft niet in de herinnering voort zoals hij dat gewenst zou hebben. Als vervalser, niet als groot kunstenaar.
Henriette van Wermeskerken is juridisch journalist en tekstschrijver, auteur van ‘Een schrijfster in het Huis van Arrest’, Haarlem, 2011, een biografie van Sophie van Wermeskerken, moeder van Henri van Wermeskerken.
Ingezonden mededeling
Wie zit er aan de knoppen?
Humanistische manifestatie over mens, media en techniek Workhops - Fims - Muziek
www.humanifestatie.nl
Zaterdag 21 juni 2014 13.00 – 18.00 uur Het Nutshuis Den Haag
9
actueel<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
Herinrichting Grote Marktstraat
Shoppen in een balzaal
Tegenwerkende krachten in de constructie houden de kroonluchters op hun plaats. >Artist’s impression: Studio i2
De toestand op de Grote Marktstraat laat zich het beste omschrijven als een georganiseerde chaos. De ene kolos na de andere verrijst en middenin het bouwgeweld is ook de aanleg van ‘de balzaal’ inmiddels behoorlijk gevorderd. Het veelbesproken ontwerp van de winkelstraat krijgt steeds meer vorm. Door Jasper Gramsma
Stadsarchitect Berlage vatte begin twintigste eeuw het idee op voor een grote doorbraak dwars door het oude centrum. Daarmee tilde hij de stad over de drempel van de nieuwe eeuw, een tijd die in het teken stond van de grootwinkelbedrijven. Den Haag volgde met de aanleg van de Grote Marktstraat als eerste in Nederland het voorbeeld van wereldsteden als Parijs, Londen en Barcelona. Tegelijk fungeerde de nieuwe doorgang als een belangrijke verkeersader voor de tram en de oprukkende auto. Honderd jaar later vraagt de stad om een heel andere winkelallee. De tram ligt al geruime tijd onder de zoden, auto’s zijn niet meer welkom en de chique warenhuizen van weleer hebben plaatsgemaakt voor andere, vaak minder deftige. Het plan om de Grote Marktstraat grondig te vernieuwen bestaat al even, maar nu tekent zich ook eindelijk het langverwachte profiel af van wat dé
winkelboulevard met internationale allure moet worden. Het eerste deel van de loper – de met figuren ‘bestraalde’ betonnen bestrating – is gereed en er staat al wat design-straatmeubilair op proef. ‘De balzaal’, zoals het project heet, is een ontwerp van de van oorsprong ZuidAfrikaanse architect Lana du Croq. In 2007 werd haar gevraagd mee te doen aan de competitie om de Grote Marktstraat nieuw elan te geven. De jury adviseerde uiteindelijk om met bureau Quadrat in zee te gaan, maar de gemeente legde dat advies naast zich neer. Het werd Du Croq, die eerder meewerkte aan de vernieuwing van het Shellhoofdkantoor. Zeven jaar en veel gesteggel over ruimte voor fietsers, meer groen en innovatieve kroonluchters later nadert het project van 12,8 miljoen zijn voltooiing. “Het is een bijzondere straat die aan veel voorwaarden moet voldoen. De fietsroute is belangrijk, dus die is behouden. En ook de hulpdiensten moeten voldoende ruimte krijgen”, vertelt Du Croq. Over het resultaat is de architect niet ontevreden: “Dit ontwerp biedt niet alleen oplossingen, het is ook te gebruiken om de stad te verkopen. Over een tijdje kun je er flaneren en is er ruimte om te zitten”. Hofleven De Zuid-Afrikaanse haalde haar inspiratie onder meer uit het Haagse hofleven.
“Ik zag een tentoonstelling in het Gemeentemuseum over hofmode en was erg onder de indruk van de textuur, de patronen en van de hofcultuur. Vanuit alle werelddelen kwamen mensen en spullen naar Den Haag. Dat had invloed op de architectuur in de stad, die heel modern was. Altijd iets extra’s, iets decoratiefs”, legt ze uit. “Je ziet het terug in de banken, waarin een soort kantpatroon is verwerkt. Ondanks de moderne lasertechnieken toont het geheel ambachtelijk. Het kantwerk is ook in de decoratie van de bestrating opgenomen”. Op de enorme banken na – sommige met een lengte van dertig meter – is de straat zo leeg mogelijk gehouden. De banken hebben een geïntegreerde afvalbak en komen bij de entrees van het Souterrain (de tramtunnel) te staan. Zo kan het winkelend publiek in de straat blijven hangen en wordt meteen wildparkeren tegengegaan, want ‘je fiets neerzetten doe je niet in een balzaal’, aldus Du Croq. Daarbij staan er straks vrijstaande vuilnisbakken in lijn met de rest van het ontwerp, die lijken op een tas. Het zijn haast postmoderne kunstwerken die refereren aan de functie van de straat. Het concept omvat naast de gedecoreerde loper en het straatmeubilair ook de straatverlichting. Op drie plekken komen grote kroonluchters te hangen: bij
Parkeerplaatsen Internationaal Strafhof
Raad van State blokkeert bouw Door Adrie van der Wel
De gemeente is in de fout gegaan bij de verlening van de omgevingsvergunning voor de bouw van het Internationaal Strafhof. Dat heeft de Raad van State woensdag beslist. De gemeente krijgt van de Raad 16 weken de tijd om het gebrek te herstellen. Volgens de Raad heeft de gemeente niet goed gemotiveerd waarom bij het Internationaal Strafhof minder parkeerplaatsen nodig zijn dan eerder was vastgelegd in het geldende bestemmingsplan. In het complex
aan de Van Alkemadelaan komen 1200 werkplekken en 511 parkeerplaatsen. Volgens de parkeernorm in het bestemmingsplan moeten er 660 parkeerplaatsen komen. De gemeente verleende toch een vergunning in afwijking van het bestemmingsplan. Daarbij deed de gemeente een beroep op bijzondere omstandigheden. Uit onderzoek was duidelijk geworden dat de aanleg van 660 parkeerplaatsen onnodig is en bovendien een aantasting van de groene omgeving. Het Internationaal Strafhof wil geen parkeerplaat-
sen aanleggen die niet worden gebruikt, aldus de gemeente. Maar de Raad vindt dat de gemeente zich onterecht beroept op bijzondere omstandigheden. Buurtbewoners uit Benoordenhout en Duttendel/Wittebrug zijn bang dat de gemeente de parkeerbehoefte van het Internationaal Strafhof heeft onderschat. Het gevolg is dat werknemers en bezoekers hun auto’s in hun wijken moeten gaan parkeren. De Haagse rechtbank wees hun bezwaren af, maar de Raad van State heeft dat oordeel nu teruggedraaid.
de Grote Markt, ter hoogte van de Wagenstraat en aan de kant van het Spui. Op verzoek van de gemeente krijgen ze een iets bescheidener formaat dan in het oorspronkelijke plan. Hoewel de welstandscommissie een kritische noot kraakte met betrekking tot de middelste kroonluchter (‘de allure van een balzaal zou beter tot zijn recht komen wanneer de situering zich tot twee plekken zou beperken’), houdt Du Croq eraan vast. De zwevende lichtdekens verwijzen naar de glazen koepel van warenhuis Lafayette in Parijs, maar ook naar het groen in de stad. “De kroonluchters zijn iconische elementen die identiteit geven aan de binnenstad”, stelt de architect. “Den Haag staat bekend om het vele groen. Deze verlichting heeft dezelfde functies als een boom: overkapping en bescherming. Vanwege het schaduweffect heb je het gevoel dat je onder een transparant dak loopt”. Oorbellen Lange tijd bleef de technische haalbaarheid van de spectaculaire luchters een lastig vraagstuk. Vooral met betrekking tot bevestiging en stevigheid. Du Croq koos voor een innovatieve methode, die uniek is in de wereld: “Kort gezegd is het een ring met daarin een net. Samen vormen ze een membraandoek, dat ongeveer hetzelfde werkt als een omgekeerde tent met
stokken”. Op elk verbindingspunt komt led-verlichting die bij speciale gelegenheden van kleur verandert. De gevaarten van elk ongeveer duizend kilo worden met kabels aan de gevels bevestigd. In de rest van de straat schijnt het licht uit een soort hangende oorbellen aan de gevels. “Dat geeft structuur aan de straat. De mensen liepen eerder kriskras. Door de verlichting in de lengte aan te brengen, krijgt de straat weer richting”, redeneert de architect. “Voor het verlaagde fietspad geldt ook dat het richting geeft. In de klankbordgroep ontstond er discussie over. Nu zie je dat het een functie heeft, omdat zelfs een kind precies weet waar het moet stoppen en kijken. Helder moet het zijn en dat is gelukt”. En tegen welke internationale winkelboulevards neemt de Grote Marktstraat het op als alles af is? Du Croq: “De referenties waren de wereldsteden. Voor Nederlandse begrippen doet de stad het heel goed. Den Haag is geen Parijs, maar het streven is om de stad als wereldstad te presenteren”. Naar verwachting is de aanleg van de straat eind dit jaar klaar. De kroonluchters volgen later, uiterlijk aan het einde van 2015. Dan is het precies 250 jaar geleden dat Wolfgang Amadeus Mozart in Den Haag verbleef. Alleen zijn muziek ontbreekt nog om ‘de balzaal’ helemaal compleet te maken.
Ingezonden mededeling
RecoRd
€30 m per gra d) ou g jn fi (basis
Goudprijs! Verkoop het nu
ik wil uw goud
U ontvangt direct de hoogste contantprijs voor sieraden, heel of kapot, munten, goudbaren, tandengoud, zilver, guldens, rijksdaalders, bestek, broodmanden, diamant, briljant en horloges: Cartier, Rolex, Breitling, Omega enz.
potma Edelmetaal Papestraat 28 - 2513AW den Haag
25
Al jAAR een veRtRouWd AdRes Zoek u zilve w tel. 070-3636666 di. t/m za. 11.00 - 17.00 uur r! €500 www.potma-edelmetaal.nl per k ilo
10>interview Vilan
De motten
Het begon met een lief klein vlindertje in de kleur beige, dat toverachtig voor me uit fladderde. Ik probeerde het naar buiten te wapperen. Tim miauwde zachtjes. Hij wilde helpen. Een week later dreigde een mottenplaag mijn huis over te nemen. De motten waren nog steeds klein en beige, maar meer in aantal dan ik wenselijk vond. Toen ik een geliefde grijze das vol gaten zag, was de maat vol. De das verdween in de vuilnisbak, en ik ging naar de drogist. Daar was het schap met anti-mottenspul bijna leeg. ‘Binnenkort weer op voorraad’ stond er op een bordje. Er stonden alleen nog wat spuitbussen met zwaar giftige gassen. Een jonge vrouw herkende me als lotgenote. “Je moet mottenvallen hebben”, commandeerde ze, “iets anders werkt niet”. De laatste daarvan vond ik bij een andere drogist, samen met scherp ruikende mottenballen. De cassière keek tevreden naar mijn volle mandje. Het spul liep hard, vertelde ze ongevraagd, dat kwam door de winter, en of ik gezien had dat er nu ook extra grote kwallen in de zee waren? De natuur was van slag, constateerde ze. En ik zei niet, dat ik de natuur nooit voor een cent vertrouwd had. Cultuur is de enige hoop voor de mensheid. Het huis veranderde in een oorlogszone. Ik tegen de motten, en Tim als toeziend generaal die geen pootje meer uitstak. Binnen 24 uur had ik elke kamer geïnfiltreerd met kamfer en cruciale locaties voorzien van vallen. Dat scheelde de helft aan motten, wat veel te weinig was. In een vensterbank op de overloop traceerde ik een doos met puur wollen sokken, door mijn moeder gebreid en dus dierbaarder dan welke andere sokken ook. Maar thans zat er beweging in. Met een zacht gepreveld excuus gooide ik de doos weg. Het leven bestaat uit keuzes maken. Drie dagen later was er nog slechts een enkel mot-incident en nu, en ik klop het meteen af op ongeverfd hout, heb ik gewonnen. Het huis is mottenvrij. En toch ben ik alert op het kleinste beige vliegje. Hoe kan een doos met onschuldige sokken opeens een broeinest van het kwaad worden? Die doos stond er al jaren. Ik heb nog nooit motten gehad. Daarbij beklemt het me ontzetttend dat er zoveel vraag is naar anti-mottenspul. Wat is er gaande in de huizen, welke mensen zijn de wanhoop nabij, komen hierna de sprinkhanen, de vleermuizen misschien, en heeft de drogist daar óók iets tegen? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
Annet Lekkerkerker, directeur Holland Festival
Geen Tempel, Geen Drempel: ‘Zo gedifferentieerd mogelijk publiek’
Het luisterrijke uitzicht over ’t IJ vanuit haar kamer in het Muziekgebouw leidt de aandacht van Annet Lekkerkerker geen moment af van waar het momenteel in haar bestaan om draait. Zij praat geconcentreerd, vol vuur en toewijding over maar één ding. De in Den Haag geboren zakelijk directeur van het Holland Festival ademt, praat en beweegt in de maand juni alleen maar voor en over het ‘feest van internationale podiumkunsten voor heel Nederland’.
Door Vera de Jonckheere
A
nnet Lekkerkerker (49) kreeg niet de tijd om in Den Haag wortel te schieten: op haar derde verhuisden haar ouders van Den Haag naar Groningen. Ze bezoekt haar geboortestad nog regelmatig. “Mijn schoonouders wonen er, mijn man bracht zijn middelbare schooltijd door op het HML”. Van Groningen verkaste het gezin (drie kinderen) naar Enschede, waar Lekkerkerker van haar achtste tot haar achttiende woonde. Na haar middelbare school verliet zij Twente om in Amsterdam geschiedenis te studeren. Ze heeft de stad niet meer verlaten. “Het is goed dat ik inderdaad diverse ‘werelden’ in Nederland heb meegemaakt. Mijn man en ik trekken er ieder voorjaar of herfst een week op uit om onze kinderen van 7 en 9 kennis te laten maken met alle provincies. Begin april waren we in Overijssel, op de grens met Drenthe. De eerste helft van de vakantieweek koester ik doorgaans verhuisplannen om meer van rust en natuurschoon te kunnen genieten, maar de tweede helft verlang ik al weer naar de hectiek van de stad”. Levensvragen Tijdens haar studie geschiedenis in de jaren tachtig nam een vriendin haar mee naar een publiekscursus bij het (toen nog) Publiekstheater. In vijf avonden werd ingegaan op alle aspecten van Hamlet, ook de decorontwerper legde zijn werk uit. Het luidde het begin in van een niet aflatende fascinatie voor toneel. “Mijn ouders boden ons, kinderen op cultureel vlak van alles aan: concerten, musea, literatuur, maar toneelvoorstellingen stonden niet op het programma”. Lekkerkerker was als door de bliksem getroffen door de regie van
Gerardjan Rijnders en Pierre Bokma als Hamlet. “Zó mooi om te zien hoe in dat ene stuk alles samenkwam. Literatuurinterpretatie, tekstanalyse: wat staat er, wat zit eronder? Het abstracte decor was beeldende kunst. Bij Rijnders ontdekte ik de theatrale vrijheid om levensvragen op iedere denkbare wijze voor het voetlicht te brengen. Ik begon zoveel mogelijk toneelvoorstellingen te bezoeken en werd geraakt door het samenvloeien van beeldende met literaire elementen, het directe contact tussen podium en zaal”. Haar liefde voor het theater groeide, zij ontwikkelde haar smaak voor ‘complex, gelaagd theater’. “De confrontatie met mensen wereldbeelden door middel van kunst vind ik aangenaam. Belangrijk voor mensen om hun blik te verruimen en voor de samenleving als geheel”. Ze vertelt enthousiast over de première van de opera Laika de avond tevoren, adjectieven vliegen door de kamer. “Een complete, fantastische ervaring. Het gesprek na afloop met mensen die het minder vonden, maakt de avond alleen maar interessanter. Iedereen beleeft een voorstelling anders”.
‘Ben behept met een soort zendingsdrang voor kunst in het algemeen en voor theater in het bijzonder’
In haar studie switchte ze van de sociaal-economische richting naar culturele studies omdat werken in de podiumwereld haar geweldig leek. Nee, niet zelf op het podium, ze begint te lachen. “Je moet je talenten een beetje kennen, ik heb nooit de behoefte gehad om op de planken te staan, maar wilde er wel heel graag deel van uitmaken. Voor mijn stageperiode benaderde ik de Toneelschuur in Haarlem en Toneelgroep Amsterdam, nog steeds topinstituten. Het werd Toneelgroep Amsterdam omdat de Toneelschuur even geen tijd had om stagiaires te begeleiden”. Omdat zij alle afdelingen wilde leren kennen, plaatste de zakelijk leider haar op de afdeling productie. Het beviel de historica in spe zo goed dat het van afstuderen niet meer kwam. Na haar stage was zij bij het Zuidelijk Toneel verantwoordelijk voor communicatie en marketing. “Dat paste me meteen goed. Ik overtuig anderen graag van het belang van dingen die ik de moeite waard vind. Ben behept met een soort zendingsdrang voor kunst in het algemeen en voor theater in het bijzonder”. Na de periode in marketing en communicatie werd zij zakelijk directeur bij Theatergroep Hollandia en later na de fusie met het Zuidelijk Toneel ZT Hollandia. “Als zakelijk leider moet je aan de man brengen wat de kunstenaars (gaan) maken. Door goed te luisteren en om je heen te kijken neem je op een bepaalde manier deel aan het artistieke proces en ben je niet louter in de weer met geld en publieksaantallen”. In 2002 vroeg Melle Damen haar als programmeur bij de Stadsschouwburg om de uitstraling en het artistiek profiel te verbeteren. “Als hoofd programmering had ik niet langer direct met kunstenaars te maken, maar vooral met zakelijk leiders die voorstellingen verkochten”. Met veel plezier maakte
>Foto: Piet Gispen
zij van de Stadsschouwburg een plek die ertoe deed, maar toen het bijzondere, haar zeer dierbare Holland Festival in 2009 een zakelijk directeur zocht, aarzelde ze geen moment om te solliciteren. Combineren Bij Holland Festival ontstond weer het gesprek met de kunstenaar, in de eerste plaats met Pierre Audi, de artistiek directeur die dit jaar na tien edities Holland Festival afscheid neemt. Lekkerkerker beleeft momenteel haar vijfde editie in de totale reeks van 67 Holland Festivals. Haar kracht ligt in het effectief combineren en met elkaar verbinden van artistieke, zakelijke en marketing aspecten. “Hoe breng ik het aan de man? Waar en op welke wijze vind ik geld om interessante, soms kostbare producties binnen te halen?” Zij gaat achter rijks- en gemeentesubsidies aan, werft privé donateurs, voert overleg met kleine en grote fondsen. Met haar team bekijkt ze waar nog rek zit en ze rekent nog eens en nog eens als Audi een bepaalde, aanvankelijk te duur bevonden voorstelling bepleit. Alles om de functie van Holland Festival te kunnen continueren: “Een High End festival op grote en kleine locaties in de stad, dat een mix van bijzondere voorstellingen, concerten en makers uit de hele wereld hiernaartoe haalt opdat alle Nederlanders kennis kunnen nemen van dingen die anders niet
11
interview<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
‘De sector is zeer veerkrachtig gebleken, ook al zijn er gaten geslagen, vooral op het gebied van talentontwikkeling’
op hun pad zouden komen”. Op het moment van haar aantreden, vijf jaar geleden, zette de financiële crisis net goed door met alle gevolgen van dien voor de sector. “We hebben lastige jaren achter de rug. Dat er in mindere tijden ook op kunst en cultuur bezuinigd moet worden, vindt iedereen terecht en logisch. De 200 miljoen bezuiniging werd echter zeer abrupt ingevoerd; ik denk dat vooral de negatieve toon waarop over kunst en cultuur werd gepraat veel schade heeft berokkend. Termen als subsidieinfuus, linkse of grachtengordel hobby vormden een ongeloofwaardige achtergrond voor de aanbevelingen dat er meer geld in de markt moest worden gevonden. In één ademtocht roepen: het is niks, laat anderen er maar voor betalen, haalt de bodem onder het beleid vandaan. Gelukkig ligt die tijd achter ons. De sector is zeer veerkrachtig gebleken, ook al zijn er gaten geslagen, vooral op het gebied van talentontwikkeling”. Onder minister Bussemaker is de toon ten goede veranderd. “Zij draagt uit de sector belangrijk te vinden, zij erkent de kracht van kunst en cultuur en het belang van talentontwikkeling”. Basisinfrastructuur Rijksoverheid en gemeente Amsterdam beschouwen Holland Festival als een onmisbare instelling. De rijksoverheid bezigt de term basisinfrastructuur;
Amsterdam spreekt van functie op naam. Niettemin is de subsidie aan Holland Festival ruim tien procent geslonken. De totale begroting van circa 6,8 miljoen is opgebouwd uit 3,8 miljoen subsidie, 3 miljoen eigen geld: publieksinkomsten, private fondsen, sponsoring en privé-donateurs. Kaartverkoop schommelt, afhankelijk van de grootte van het festival, rond 0,8 miljoen. “De gemiddelde bezettingsgraad varieert van 75 tot ruim 80 procent; vorig jaar bijvoorbeeld 82 procent. Daar zijn we tevreden mee. Met de nieuwe vormen, onbekende namen en hedendaagse, vernieuwende composities die we brengen, is het logisch dat niet iedere zaal altijd vol zit”. Aan het genereren van eigen inkomsten – 30, soms zelfs 40 procent van de totale begroting, zegt zij met trots – hechtte Holland Festival al eerder dan andere organisaties veel waarde. “Als kleine organisatie willen we zoveel mogelijk laten zien. Het basisteam van 17 mensen – 13,4 fte per jaar – groeit vanaf januari aan tot zo’n 35; in juni komen daar nog eens 100 mensen bij, om 1 juli weer verder te gaan met de kleine kern. “Dan is het hier ineens stil op vrijdag”. Om de af en toe gehoorde kritiek uit het land te ondergraven, dat het festival voor de randstadelite van middelbare leeftijd zou zijn, ontwikkelen Lekkerkerker en haar team onder het motto ‘Geen Tempel, Geen Drempel’ voortdurend initiatieven om een zo
groot en zo gedifferentieerd mogelijk publiek te werven. Ervaren theaterpubliek voor complexe performances, maar ook onbevangen nieuwsgierigen voor eenvoudiger voorstellingen. Studenten kunnen voor 17,50, inclusief pauzedrankje, de mooiste plaatsen reserveren. Kunstvakstudenten betalen met een lastminutepas een half uur voor aanvang vijf euro voor de niet-verkochte plaatsen. “Voor hen bij uitstek is het belangrijk om zoveel mogelijk voorstellingen te zien en kennis te nemen van nieuwe ontwikkelingen en kunstvormen”. Young Vijf jaar geleden is HF Young in het leven geroepen. Uit de veertig tot vijftig voorstellingen kiest het festivalteam samen met enkele geïnteresseerde 20ers en 30-ers - de HF Young Circle – een dwarsdoorsnede van zeven programma’s. Jongeren kunnen door zich via Facebook of LinkedIn aan te melden voor de HF Young Community goedkoop aan kaartjes komen. Met napraatborrel achteraf. “Het programma is zeer succesvol gebleken, met een ontzettend leuke, betrokken community. Gisteravond hadden we 350 HF Youngers in de zaal”. Lekkerkerker benadrukt dat het napraten met een drankje de nuttige gelegenheid biedt om de ‘soms vreemde, nieuwe dingen’ met elkaar te evalueren. “Eén van de grootste nadelen van ouder worden is (denken) veel
te hebben meegemaakt en gezien. Juist door de spiegel die de nieuwe generaties ons tijdens de levendige HF Young discussies biedt, blijven we in staat tot voortdurende vernieuwing”. Voorafgaand aan het festival verzorgt de HF Young Academy samen met het online tijdschrift Hard Hoofd korte kunstcolleges over narratieve structuren, muziekritme, perceptie en andere algemene achtergrondinformatie. “Dan zitten er bijna 200 jongeren in de zaal met een groot hipheidsgehalte”. Met zichtbaar plezier citeert ze een jonge bezoeker die er altijd vanuit was gegaan dat Holland Festival iets voor zijn ouders was. “Eenmaal in de zaal bij de voorstelling dacht hij: Wow, het is maar goed dat mijn ouders er niet bij zijn”. Ze haast zich eraan toe te voegen dat mensen die zich juist wel de volledige prijs voor de kaarten, of méér, kunnen veroorloven, van harte worden uitgenodigd om Vriend van het Holland Festival te worden. “Om er zo voor te zorgen dat het Holland Festival toegankelijke topkwaliteit kan blijven bieden”. Om te illustreren hoe spannend de voorbereiding, en hoe bevrijdend de daaropvolgende kleine triomf kan zijn, memoreert ze haar eerste ‘eigen festival’ in 2010. “We openden met de Egyptische zangeres Amal Maher die repertoire zong van Oum Kalthoum. De laatste is de Maria Callas van het Midden-Oosten. Pierre Audi bena-
drukte van tevoren het belang van een gemengde zaal: niet alleen maar westerse oren. De communicatie afdeling benaderde in een specifieke doelgroep gerichte strategie diverse blogs, sites en kranten. Weten waar je publiek zit, daar zijn ze heel goed in. En het lukte”. Ze stráált. “Carré was uitverkocht en de hele zaal, met oren van de meest uiteenlopende achtergronden, ook Nederlandse, stond op zijn kop”. Aanraders Het liefst leest ze het hele programmaboek (www.hollandfestival.nl) voor, maar dit zijn enkele aanraders voor de komende tweeënhalve week. “Isabella Rossellini in de Stadsschouwburg met Bestiaire d’Amour, over het bizarre liefdesleven van de dieren. Wat een geweldige persoonlijkheid is zij. De première van War Horse in Carré natuurlijk; een enorme productie die wij zonder Joop en Janine van den Ende onmogelijk hadden kunnen bekostigen. Het Nationale Ballet met The Tempest in de choreografie van Krysztof Pastor. De afsluiting belooft dit laatste juniweekend weer memorabel te worden met de gratis voorstelling Falstaff door De Nationale Opera in het Oosterpark en de Griekse componiste Calliope Tsoupaki met Oidipous in dit gebouw. En speciaal voor de Hagenaars: ‘Tis Pity She’s A Whore van Declan Donnellan en Cheek by Jowl, dat in samenwerking met de Koninklijke Schouwburg na Amsterdam ook in Den Haag te zien zal zijn”. Met Ruth Mackenzie, de opvolger van Pierre Audi, werkt Annet Lekkerkerker al weer aan de edities van het Holland Festival 2015 en 2016.
AD PATRES uitvaartondernemingen anno 1888
Een uitvaart in stijl Al onze faciliteiten ademen een rustieke ambiance, zodat u ervan verzekerd bent dat u in een ongedwongen en vooral persoonlijke sfeer samen kunt zijn om afscheid te nemen. Persoonlijk gesprek Een persoonlijk afscheid begint met een persoonlijk gesprek. Dit hoeft niet altijd na een overlijden te zijn; ook vóór een aankomend overlijden kunt u al diverse zaken regelen. Wensencodicil Heeft u er al eens over nagedacht om uw uitvaartwensen vast te leggen? Wij kunnen u een wensencodicil toesturen waarmee u uw eigen uitvaartwensen of die van een naaste kunt vastleggen. Dit kunt u alleen doen, maar natuurlijk kunnen onze medewerkers u daar bij helpen. Telefonisch of middels een persoonlijk bezoek. Uitvaartsparen Laat nabestaanden niet voor verrassingen komen te staan, regel dat uw uitvaart financieel gedekt is. Dit kan middels een uitvaartverzekering, maar het is ook mogelijk om een depositospaarrekening bij Ad Patres te openen waarmee u specifiek voor uw uitvaart kunt sparen.
Vanuit een intiem herenhuis in het Statenkwartier verzorgt Ad Patres uitvaartondernemingen exclusieve uitvaarten in stijl. Van wat u serveert tot aan de muzikale wensen, wij zorgen ervoor dat de uitvaart geheel volgens uw wensen verloopt.
Ik wil graag vrijblijvend:
Gebeld worden voor informatie Informatie toegestuurd krijgen Een wensencodicil aanvragen Een afspraak maken
Voorletters: Achternaam: Adres: Postcode: Woonplaats: Telefoon: E-mail: Stuur deze coupon in een gesloten envelop zonder postzegel naar: Ad Patres uitvaartondernemingen, Antwoordnr. 891, 2501 WK Den Haag
Voor meer informatie of overlijdensmeldingen bel 070 355 64 27 of mail
[email protected]
13
cultuur<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
‘Claudine & Claudette’: De Appel op locatie
Haagse dames achter de ramen van Pulchri Door Bert Jansma
Het moet een gek gezicht zijn voor wie iets na zessen of op het weekend ‘s middags over het Voorhout lopen en Pulchri studio passeren. Voorbijgangers zien daar een gedisciplineerd opstootje van dames en heren op stoeltjes, als op een kluitje bijeengedreven op het gras voor de deur, allemaal met een koptelefoon op, omhoog kijkend naar de Pulchri-gevel. Ze zitten daar voor een locatievoorstelling van Toneelgroep De Appel, getiteld ‘Claudine & Claudette’. Een produktie van twee Appel-actrices, Saskia Mees en Isabella Chapel. Ont-
Het stuk is een leuk bedacht tussendoortje van de twee actrices staan bij hun werk in de ‘Herakles’marathon waar het tweetal, tijdens het wachten op hun moment van opkomst als godinnen, door de kleedkamer-ramen naar de achterburen van De Appel keken en aan het fantaseren sloegen over de bewoners. Achter de ramen op de eerste verdieping van Pulchri zijn ze nu zélf de bewoners, twee Haagse zusters-op-leeftijd met een familie-historie in NederlandsIndië. Bij elkaar op theevisite, naar buiten kijkend, commentaar leverend op wat ze zien en wat ze binnen doen. Een verhaal is er niet of nauwelijks, het is hun omgaan met elkaar, met het verleden dat nooit weg is en met de speldenprikken van het heden die de buitenwereld ze nog toedient. De duikvlucht van een ekster, de levenswandel van Pa destijds, de baboe, een ‘bruintje’ op straat, nee, geen ‘zwartje’, want racistisch zijn ze niet, vertellen ze in hoog-Haags, de glazenwasser en de boodschappenjongen die op de fiets iets komt afleveren.
Isabella Chapel (links) en Saskia Mees achter het raam als Claudine en Claudette. > Foto: Henry van Niel
‘Claudine & Claudette’ is een leuk bedacht tussendoortje van de twee actrices, qua idee grappiger dan de voorstelling kan waarmaken. De teksten zijn daarvoor te kabbelend en voorspelbaar en wat ze uiteindelijk over de verhouding van die zussen onthullen is niet schrikbarend. Het zou een aflevering van een feuilleton van Louis Couperus kunnen zijn, uit Het Vaderland van zijn dagen, maar dan zonder de ‘cliffhanger’ van een vervolg. Die
teksten van de twee dames hoort het publiek op het gras buiten via koptelefoons, want alles speelt zich af achter gesloten Pulchri-ramen. Haagse dames hangen nu eenmaal niet over de vensterbank, ja, één keer, om boodschappen binnen te hijsen – want binnenkomen hoeft die aardige boodschappenjongen nu óók weer niet. Evenmin als wij. Zoals de dames de ‘voyeuses’ van de wereld zijn vanuit hun met verleden en weemoed ge-
capitonneerde binnenhuis, zijn wij de voyeurs die bij hen binnenkijken. Al valt dat laatste ook weer mee. Of: tegen. Als de zon een beetje teveel licht tegen de Pulchri-pui werpt, zie je achter het aldus wat minder doorzichtig wordende glas niet veel meer dan schimmig bewegende tantetjes. Waardoor Claudine en Claudette wel erg ver op afstand blijven en alleen stemmetjes maar geen vlees en bloed krijgen. Het première-publiek liet
zich zaterdag j.l. best vermaken, ik had toch wel graag de verrekijker voor ogen gehad die De Appel in het programma beloofde. Toneelgroep De Appel: ‘Claudine & Claudette’. Pulchri Studio, Lange Voorhout 15. Met en door Saskia Mees en Isabelle Chapel. T/m 22 juni. Reserveren: www.toneelgroepdeappel.nl. Tel.070-3502200.
Puberen tussen Sumatra en de Achterhoek Door Jill Stolk
In 1954 vaart de dertienjarige Erik op de ‘Willem Ruys’ van Sumatra naar Nederland, waar hij na de zomervakantie naar de HBS zal gaan. Tijdens de bootreis doet zijn jonge ‘pleegmoeder’, de Indische mevrouw Vonk, een dringend appèl op Eriks ontluikende seksualiteit. Het dorp in de Achterhoek, waar Erik in de kost komt bij zijn tante en haar gezin, is hij ontgroeid. Het duurt nog twee jaar voor zijn ouders met verlof komen en Erik mist zijn moeder. Peter Andriesse (1941) schreef eerder ‘Koude sambal’, verhalen, novellen en romans. In 1965 kreeg hij een eervolle vermelding van de Reina Prinsen Geerligsprijs. O, drie weken het leven aan boord van zo’n groot luxe passagiersschip meemaken! Tenminste, als je in de goede klasse reist. Wie vierde klasse reist, bewoont een bedompte ‘onderwereld’. Erik en vriend Bert reizen in de klasse van de gegoeden. In de gangen kondigen Javaanse bedienden met xylofoons de maaltijd aan. De jongens verkennen
het hele schip, ook de verboden plekken, ze zwemmen, dammen, spelen tafeltennis, zien vliegende vissen en dartelende dolfijnen en ’s avonds nemen ze een kijkje in de danssalons. Ook echt kattekwaad halen de twee uit. Bij vliegende storm op de Indische Oceaan toch het dek opgaan door een deur die per ongeluk niet vergrendeld is en gered moeten worden door een matroos met een touw om z’n middel. ‘Godvergeten katjongs. Als ze jullie op de brug niet hadden gezien, waren jullie als vaatdoeken overboord geblazen’. Erik vertelt zijn vriend niets over de lichamelijke toenaderingen van zijn pleegmoeder Pam. ’s Avonds brengt Pam Erik naar zijn hut en helpt hem met wassen op intieme plaatsen, iets wat zijn moeder alleen maar deed toen hij nog klein was, en dan niet met de bijzondere interesse van Pam… Erik vindt haar gedrag afschrikwekkend en tegelijkertijd beantwoordt hij haar avances, al is het dan op schuchtere wijze. Erik en Bert horen eigenlijk nog bij de jongenswereld en niet bij die van de volwassenen. Wanneer in de Rode Zee
de ‘Willem Ruys’ en de ‘Oranje’ elkaar zullen passeren, staan de jongens al lang van tevoren aan de reling in de felle zon. Bert: ‘Als de Oranje er straks aankomt kunnen we misschien niet eens bij de reling komen als we hier weggaan. Dan staan alle grote mensen voor ons’. Op honderd meter afstand passeren de schepen elkaar en onder ‘de grote mensen’ breekt de chaos uit. Verrekijkers brengen echte of vermeende bekenden in het vizier. Er wordt geroepen, gegild, de mensen verdringen elkaar. In juli 1954 gaat het passeren goed, dankzij de afstand tussen de schepen, maar die nacht in januari 1953 ging het vreselijk mis; de thuiskomende Willem Ruys en de uitgaande Oranje kwamen met elkaar in aanvaring. Voor de opvarenden liep het goed af en na kostbare reparaties konden beide schepen weer in de vaart gebracht worden. Twee kimono’s Deel 1, het gedeelte van het boek dat zich op zee afspeelt, krijgt van de auteur de titel ‘De blauwe kimono’ mee.
Peter Andriesse. > Foto: Hans Derks
In deel 2 wordt de kimono rood. Van deel 2 gaat veel dreiging uit. We zijn geland in de Achterhoek van de jaren vijftig, kostelijk bezongen in het radioprogramma van de huisvrouw en de groenteman: ‘Tja tja tja, wat zullen we eten. Tja tja tja, wie zal dat weten. Wie
is de man die mij dat zeggen kan? De groenteman!’ Eriks leven is uit balans. Hij mist zijn moeder vreselijk. Er is geen contact met zijn broer Fred. Erik is de enige uit het dorp die naar de HBS gaat. De anderen bezoeken de MULO of de Ambachtsschool. Hij wordt niet geaccepteerd in het dorpsgroepje. Gelukkig is opoe wel hartelijk. En wanneer Eriks vliegtuig afgebouwd zal zijn en de lucht in gaat, zullen de dorpelingen hem vast en zeker gaan waarderen! En daar is mevrouw Vonk weer. Ze woont nu in Deventer en ze gedraagt zich anders… Andriesse vertelt zijn 229 bladzijden tellende verhaal in een flow. Het leven van de puberjongen Erik wordt minutieus gebracht, maar er is geen moment van traagheid, het wordt nergens saai. De toon van deze auteur is ingehouden en tegelijkertijd wordt er emotie overgebracht. Knap werk, ook geschikt voor puberende jongens en meisjes. Peter Andriesse: ‘De rode kimono’. Uitgeverij: In de Knipscheer. Prijs € 17,50 ISBN 978-90-6265-853-4
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
Beelden van de Eerste Wereldoorlog Het Gemeentemuseum heeft uit zijn eigen collectie een beknopte, maar informatieve tentoonstelling over de Eerste Wereldoorlog samengesteld. De nadruk ligt op werk op papier van de Duitser Otto Dix en de Nederlandse kunstenaars Jan Sluijters en Piet van der Hem.
H
Door Sjoerd van Faassen
et is overbekend: eind juni werd aarts-hertog Frans Ferdinand, de beoogde troonopvolger van keizer Franz Jozef I van Oostenrijk-Hongarije, in Sarajevo vermoord. Die moord werd door veel toch al ruziënde en argwanende landen aangegrepen om de oorlog te laten ontbranden. Er ontstonden twee blokken: aan de ene kant de Centrale Mogendheden (met Oostenrijk-Hongarije, Duitsland, Bulgarije en het Ottomaanse Rijk), aan de andere kant de Entente (met onder meer Frankrijk, Engeland en tot 1917 Rusland, en later Italië en de Verenigde Staten). Over de oorzaken van die oorlog zijn dikke boeken vol geschreven, die steeds wisselende verklaringen geven, tot voor kort altijd met Duitsland als de grote boosdoener. Dat beeld is de laatste tijd wat aan het kantelen. Nederland wist neutraal te blijven tijdens de Eerste Wereldoorlog en zag kans met beide machtsblokken goede zaken te doen. Ook toen was er een minister als Frans Timmermans die de koopman boven de dominee stelde, daarbij gesteund door de Nederlandsche Overzee Trustmaatschappij. De Nederlandse neutraliteit werd krampachtig bewaakt. Zo werd de hoofdredacteur van een krant als ‘De Telegraaf’ (in deze oorlog Frans-gezind!) vervolgd omdat hij het gewaagd had de Duitsers ‘misdadigers’ en ‘gewetenlooze schurken’ te noemen, Buurland België werd door de Duitsers onder de voet gelopen. Dat leidde via Limburg, Noord-Brabant en Zeeland tot een stroom vluchtelingen, die op ruim één miljoen is geschat. Legerschilders Internationale solidariteit bestond niet meer, in alle landen lieten opiniemakers, schrijvers en schilders zich vooral leiden door nationalistische gevoelens. De vitrine met documenten en vlugschriften van bijvoorbeeld Max Liebermann, Ernst Barlach en Max Beckmann laat dat duidelijk
zien. Die context had wel wat ruimer mogen worden geschetst. Kunstenaars als de Brit Edward Wadsworth of de Duitser Fritz Erler werden zelfs ingeschakeld door het leger. De eerste met zijn ‘dazzle painting’, waarmee hij de schepen van de Royal Navy camoufleerde, de tweede als één van de officiële legerschilders die deze periode vooral naam maakte met zijn krijgsaffiches, zoals dat waarop zijn schilderij ‘Helft uns siegen!’ was afgebeeld. Afbeeldingen van het werk van Wadsworth, Erler en dergelijken zouden niet hebben misstaan. Het werk van de Duitser Otto Dix, van wie er een groot deel van zijn in-
Ook toen was er een minister als Frans Timmermans die de koopman boven de dominee stelde drukwekkende serie etsen ‘Der Krieg’ uit 1924 wordt getoond, is wat dat betreft een verademing, want hoe gruwelijk zijn voorstellingen ook zijn, ze kiezen geen partij in het conflict, maar laten puur de verschrikkingen van de oorlog zien. Een ‘Apokalyptische Landschaft’ van de Duitse expressionist Ludwig Meidner uit 1912 hangt er, strikt genomen een schilderij dat geen directe relatie met de oorlog heeft, maar wel een visionair beeld schetst van wat zou gaan komen. Meidner zou zijn reeks apocalyptische landschappen tot in 1916 voortzetten. Te zien zijn ook ‘De vlucht uit België’ van Leo Gestel, waarop hij de ontredderde vluchtelingen raak uitbeeldt, en ‘La Belgique sanglante’ van de toen in Domburg wonende Jan Toorop, beide uit 1914. Het laatste werk is denkelijk vernoemd naar het gelijknamige gedicht van de Belgische dichter Emile Verhaeren, die zich net als zovelen door de oorlog liet meesleuren in een onkritisch nationalisme. Het Gemeentemuseum bezit kennelijk in de collectie geen op de
oorlogshandelingen betrekking hebbende schilderijen van gevluchte kunstenaars als Gust de Smet, Frits van den Berghe of Rik Wouters. Dat is jammer, omdat die de kant van de Belgische vluchtelingen hadden kunnen laten zien. Prenten Naast de etsen van Dix wordt het zwaartepunt van de tentoonstelling gevormd door een reeks politieke prenten van Jan Sluijters en van Piet van der Hem. Hun prenten in De Nieuwe Amsterdammer of De Mosgroene van Henri Wiessing hekelden met felle, meedogenloze prenten niet alleen de Duitsers, maar ook Nederlandse oorlogswinstmakers. Er waren echter meer politieke tekenaars, zoals L.J. Jordaan, die voor Het Leven tekende, en Louis Raemaekers, die zijn prenten in De Telegraaf publiceerde. Hakkie Holdert, de eigenaar van de krant, zei hem ooit: ‘Mijnheer Raemaekers, U kunt voor mij nooit platen maken die genoeg pro-Allié zijn’. Raemaekers kreeg met zijn fel anti-neutralistische werk ook bekendheid in het buitenland. In de jaren 1916-1917 werd zijn werk bij de geallieerde propaganda ingeschakeld. Juist omdat hij tekende voor de enige krant die consequent fel anti-Duits was, mis ik zijn werk op de tentoonstelling. Een fraaie selectie van de prenten van Sluijters en Van der Hem wordt daarentegen wel getoond. De nadruk van de tentoonstelling valt daarmee op Wiessing’s weekblad. Het eerste nummer van dit weekblad, dat opgericht was nadat Wiessing was ontslagen bij De Amsterdammer (bijgenaamd De Groene), verscheen op 2 januari 1915. De eerste maanden was Piet van der Hem de vaste tekenaar, pas eind juli verscheen Sluiters’ eerste prent. Van enig politiek engagement heeft Sluijters buiten deze prenten overigens bijna nooit blijk gegeven. De onderwerpen van de wekelijkse spotprenten kwamen tot stand in zogenaamd platen vergaderingen, die Sluijters uiteraard bijwoonde, maar waar hij zeker niet het laatste woord bij de onderwerpkeuze kreeg. De getoonde politieke prenten laten daardoor goed zien wat Nederland bezighield tijdens de oorlog. ‘De Grote oorlog in beeld’. Gemeentemuseum tot 31 augustus, dinsdag tot en met zondag 11-17 uur, meer info: www.gemeentemuseum.nl.
Jan Sluijters, ‘Na vier jaren oorlog’, lithografie, bijvoegsel bij ‘De Nieuwe Amsterdammer’, 10 augustus 1918
Leo Gestel, ‘De vlucht uit België’, 1914, houtskool en krijt op papier. >Foto’s: PR
jazz
De humuslaag van de Haagse jazz Je kunt het de humuslaag van de jazz noemen, al die horecazaken die jonge jazzmuzikanten hun muzikale verhaal laten vertellen. Meestal gratis toegankelijk. Ze geven natuurlijk nooit het totaalbeeld van een jazzstad, want daarbij horen concerten, risicovol, nieuw, of van een aan die humuslaag ontgroeide kwaliteit, met een oog op wat er elders, buiten de eigen akker, aan moois te horen is. Voor dat completerende stuk concert-
jazz zou dus straks geen geld meer zijn in Den Haag, maar daarover is het laatste woord nog niet gezegd. In Den Haag zit het wat die humuslaag betreft voorlopig nog goed, dankzij een aantal cafébazen die een jazzpubliek hebben of zelf gek zijn van jazz en er hun nek voor uitsteken. Altijd met de vraag of ze het redden. Je kunt hier gelukkig nog vier of vijf avonden per week jazz beleven. Waarbij het aloude samengaan van de eigenschap-
pen van jazzliefhebber en kroegtijger zeker een pre is. Café La Grenouille – in de wandeling gewoon de Kikker – is zo’n zaak waar je bijna dagelijks jonge conservatoriummuzikanten hun praktijkexamentjes hoort doen. Kijk op Patricia Wisse’s zeer complete maandagenda voor de optredens (www.livejazzinthehague.com/calendar). In café-restaurant Savanna (Prins Hendrikplein) kun je donderdags de sessies van trompettist Niels Tausk horen. Op 19 mei krijgt hij er de muzikale duizendpoot Mike Boddé (pianist, cabaretier, zanger) op visite. Murphy’s Law (ooit ‘de huiskamer van de jazz’ gedoopt) heeft inmiddels weer meerdere jazz-optredens per week geprogrammeerd. Ik licht er (op 14 juni) het kwartet van de jonge saxofonist Matthieu Bellon uit, die Oriol Valles Lopes (trompet),
Ignacio Nacho (bas) en Jacopo Zanette (drums) meeneemt. En dan is er Pavlov waar Equinox op de eerste etage échte luisterconcertjes brengt. Op zondagmiddag 15 juni komt stersaxofonist Benjamin Herman ervoor uit Amsterdam. Eric Ineke zit achter de drums in het gelegenheidskwintet. Patrick McGough’s Bodega Est Est Est aan het Wagenplein hoort ook in die Haagse humuslaag. Jazz en aanverwanten spelen daar altijd een rol. Of via de prachtige elpee(!)-collectie van Patrick, of via een dj of met liveoptredens. Deze week bij hem veel ‘latin’: Tango Extremo (Tanja Schaap/ Ben van der Dungen c.s.) op 14 juni, de dag erna een ‘Brasil interaction’ door het duo van de Portugese drummer en componist Marco Santos en de ‘Haagse Braziliaan’ Kees Gelderblom (gitaar). Santos is een paar da-
gen later (19 juni) te horen in de Regentenkamer, waar hij met zijn trio zijn nieuwe cd ‘Ode Portrait’ presenteert. Met die Regentenkamer zijn we beland bij optredens waarvoor je wél een bedrag (tussen één en twee tientjes) moet neertellen. Dat geldt ook voor Muzee (Neptunusstraat) maar daar hoor je dan de swingende wervelwind Peter Beets op piano, met ‘good old’ Ruud Jacobs (bas) en Hans Braber (drums). Op 13 juni. Het geldt eveneens voor een plek waar ik zelf nog niet was: De Church of Our Saviour (COS, Helenastraat 8) waar in het atrium op 20 juni Adrienne West en Kyle Biebel een complete Ellington Night volzingen. Bob Wijnen zit achter het hammondorgel. En dat is alleen al een aanrader. Bert Jansma
15
boeken<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
Uitgever Eva Cossée:
‘Het hele bedrijf is laaiend enthousiast’ De in Den Haag geboren en getogen uitgever Eva Cossée stuitte vier jaar geleden bij het leegruimen van haar ouderlijk huis aan de Haagse Gentsestraat op een in vergetelheid geraakte Nederlandse literaire schat. Door Vera de Jonckheere
“Vertwijfeld stond ik met mijn broers in 2010 voor de overvolle boekenkasten in het leeg te ruimen ouderlijk huis in het Belgisch Park. Boeken overal: een hebbelijkheid die ook de huizen van mijn broers en mij kenmerkt. Daardoor beperkt in onze mogelijkheden, trokken wij lukraak enkele vertrouwde, dierbare ruggen uit de vele rijen met bedrukt papier”. Zo sloot Eva Cossée ineens weer Een dwaze maagd van Ida Simons (1911-1960) in haar armen. Het boek was zeventienjarige Eva door haar moeder aangeprezen en zij herinnerde zich het destijds al erg mooi gevonden te hebben. “Onlangs herlas ik het boek dat mijn moeder in 1959, het jaar van uitgave, kocht bij Boekhandel Stegman in de Stevinstraat, de boekwinkel waar ik ook mijn eerste boeken kocht”. Bij herlezing na al die jaren raakte Cossée opnieuw aangenaam getroffen. “Door de verrassend moderne, lichte en humoristische stijl, door de prachtige beschrijving van de verdwenen wereld van het interbellum, jaren twintig, in Scheveningen, Antwerpen en Berlijn”. Dat haar oordeel gekleurd zou kunnen zijn door sentimenten en weemoed, realiseerde zij zich maar al te goed: “Ida Simons – met haar tragische levensgeschiedenis – leeft niet meer, haar enige zoon Jan is overleden, mijn ouders leven niet meer, en nog heel veel meer is voor altijd verdwenen”. Zij liet het diverse andere mensen lezen. De Cossee-redacteur van 28 vond het een prachtig verhaal, de nog jongere verkoopster bij de uitgeverij was het daarmee volledig eens en senior uitgever Buchwald sloot zich volmondig bij hen aan. “Het hele bedrijf bleek laaiend enthousiast te zijn en ik vond het de hoogste tijd om te kijken of we de rechten konden bemachtigen. Laat ik maar eens een boekenschat uit eigen land, uit eigen boekenkast herontdekken, dacht ik. Dat hoef ik niet alleen maar via het buitenland aangereikt te krijgen”. Zij refereert aan de trend die internationaal al geruime tijd gaande is rond succesvol heruitgegeven juweeltjes van Sandor Márai, John Williams, alsmede de bij Cossee uitgegeven Hans Fallada en Jiří Weil. Ze begrijpt de trend. “Goed vertelde verhalen die je iets leren over een bepaalde periode, omgeving en land slaan aan”.
in de canon van de Nederlandse literatuurgeschiedenis. “Hem heb ik alvast méé, dacht ik”. Intussen heeft de heruitgave van ‘Een dwaze maagd’ een tweede druk beleefd, recensenten sluiten zich lovend aan bij de bevindingen van Cossée en het Cossee-team. “Het is een prachtig boek over het interbellum met zijn rijke Joodse leven, met vele culturele hoogtepunten in muziek, schilderkunst en literatuur. Tegen de snoeiharde achtergrondwetenschap dat wat Simons beschrijft, allemaal is weggerukt”. Meerwaarde Meerwaarde voor Hagenaars is dat het boek geschreven is door iemand uit de eigen omgeving, 55 jaar geleden. “Het verhoogt je bewustzijn van die plek in het Haagse Belgische Park. Een bijzondere plek waar vele Duitse joden aan het begin van de Eerste Wereldoorlog vanuit België neerstreken. Meer vluchtelingen vonden daar een onderdak. Bij ons in de Gentsestraat was een prachtige villa Quambi waar mensen uit voormalig Nederlands -Indië te-
‘Laat ik maar eens een boekenschat uit eigen land, uit eigen boekenkast herontdekken, dacht ik’ recht zijn gekomen. Grappige achtergrond is dat de buurt in eerste instantie werd gebouwd als vakantieverblijven voor rijke Rotterdammers die naar het strand gingen”.
Canon Uit het exemplaar van ‘Een dwaze maagd’ dat zij van het antiquariaat redde, was die dag in 2010 een NRC-knipsel gevallen dat Cossée’s moeder er in 2007 in had gestopt. Een artikel van de hand van Maarten ’t Hart, een loftuiting waarin hij zich hevig verbaast over het feit dat Ida Simons, die vóór de Tweede Wereldoorlog ook nog een begenadigd en internationaal Omslag va n de herontde kte roman. > gelauwerd concertpianisFoto: PR te was, niet is opgenomen
Tussen Antwerpen en Den Haag
Vergeten roman Ida Simons herontdekt Ida Simons.>Foto: PR
Door Thijs Kramer
En wéér is er een vergeten boek boven water gekomen! De opwinding rondom de herontdekking van ‘Stoner’, van de Amerikaan John Williams is nog nauwelijks bekoeld. En enkele jaren terug kwam het werk van Hans Keilson opeens, na zestig jaar in de schaduw te hebben verkeerd, weer in de belangstelling. Vooral zijn (oorspronkelijk in het Duits geschreven) roman ‘In de ban van de tegenstander’ uit 1959. Terecht overigens, want het is een weergaloos, dapper en kwetsbaar verslag van het acceptatieproces van Hitler door een joodse Duitser. En nu wordt met enig tromgeroffel de vergeten Nederlandse schrijfster Ida Simons aan het hooggeëerde Nederlandse lezerspubliek voorgesteld. Haar enige roman ‘Een dwaze maagd’ (óók uit 1959) werd indertijd met veel lof ontvangen, maar al vrij snel ook weer vergeten. Ida Rosenheimer werd in 1911 in Antwerpen geboren in een gegoede joodse koopmansfamilie. Haar moeder was Nederlandse, al was ze in Engeland geboren. Haar vader had de Duitse nationaliteit, wat maakte dat het gezin bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog gedwongen werd België te verlaten. Het gezin vestigde zich zoals meer Duitse joden dat deden, in Scheveningen. Het gezin kreeg in 1921 de Nederlandse nationaliteit. Ida bleek een begaafd pianiste te zijn en ontwikkelde zich tot concertpianiste. Ze trouwde met Jan Simons en kreeg een zoon. In de oorlog werd het gezin door de bezetter uit Nederland verwijderd. Het lijkt erop dat het gezin Simons behoorde tot de groep van circa 250 joden die in reserveringskamp Barneveld werden geïnterneerd, als onderdeel van het plan van secretaris-generaal Frederiks voor bevoorrechte joden. De bio-
grafie van Ida Simons die geschreven wordt door neerlandica Mieke Tillema zal daar ongetwijfeld meer over melden. Deze groep werd niettemin in 1943 via kamp Westerbork naar concentratiekamp Theresiënstadt in Tsjechië gedeporteerd en overleefde bijna in zijn geheel de oorlog. Zo ook Ida Simons. Na de oorlog hervatte ze haar haar carrière als pianiste, maar stopte daarmee na een tournee door Amerika. Vervolgens zette ze zich aan het schrijven. Een eerste bundel verhalen verscheen onder pseudoniem en werd amper opgemerkt. In 1959 publiceerde ze onder eigen naam ‘Een dwaze maagd’. Het boek werd door de critici zeer gewaardeerd. Echter, in 1960 overleed Simons vrij plotseling. Een tweede roman bleef onvoltooid en haar schrijverschap raakte in de vergetelheid. Zonde, want Simons bewees met haar enige roman over een groot literair talent te beschikken. ‘Schlemiel’ ‘Een dwaze maagd’ heeft een sterke autobiografische inslag. Het vertelt het verhaal van het joodse meisje Gittel dat geboren in Antwerpen, opgroeit in Scheveningen en Den Haag. Haar vader is een gemankeerde koopman (‘een schlemiel’) die zijn gezin voortdurend op het randje van de armoede laat balanceren. Hij sleept het gezin mee naar Berlijn waar hij munt wil slaan uit de hyperinflatie die daar in de jaren 1920 heerst. Door de invoering van de zogenaamde rentemark in november 1923 is hij gedwongen om berooid weer naar Den Haag terug te keren. Als de moeder van Gittel vanwege spanningen tussen haar en haar man, het thuis niet uithoudt, vertrekt ze met haar dochter voor weken of maanden naar Antwerpen, om daar bij haar familie te logeren. Daar verkeren ze in een bonte joodse Antwerpse gemeenschap. Aan excentrieke figuren geen gebrek. De veertienjarige Gittel is vooral bezig met haar piano-
studie. Ze ontwikkelt een bijna obsessieve vriendschap voor de twee keer zo oude Lucie, de dochter van een bevriende rijke koopman. Eenzijdige kalverliefde zou je het kunnen noemen, die uiteindelijk haar ondergang zal betekenen. Naast deze bijzondere (liefdes)geschiedenis is het vooral de stijl die in dit boek opvalt. Simons schrijft luchtig, vloeiend, nonchalant, maar met een lading die pas langzaam tot je doordringt. Het is de lichtvoetige stijl die in de verte herinnert aan de jongemeidenromans van Cissy van Marxveldt. Of, om een andere bijna vergeten schrijfster te noemen, Cri Stellweg, die als Saartje Burgerhart jarenlang columns schreef voor de Volkskrant. Een stijl ook, die representeert hoe in Nederland lange tijd met de massamoord op de joodse bevolking is omgegaan. De oorlog was voorbij, je moest niet zeuren; dat was de teneur. Simons stipt het naderende onheil amper aan. Halverwege het boek komt het voor het eerst ter sprake: “Opa Harry was een joodse antisemiet; dat kwam wel meer voor onder zijn tijdgenoten. Ze beleefden daaraan een betrekkelijk onschuldig genoegen dat de gaskamergeneratie niet meer gegeven is”. Het antisemitisme was toen al met een flinke revival bezig, Simons heeft zelf ervaren waar dat in de daaropvolgende decennia toe leidde, maar ze houdt het tamelijk rigoureus buiten haar boek. Ik zie twee mogelijke lezingen. Met dit boek wil Simons weer de periode oproepen die voor de Europese joden nog tamelijk onbeladen en zorgeloos was. Of we dienen het persoonlijke ongeluk dat Gittel overkomt, plus de ondergang van ongeveer iedereen in haar omgeving, op te vatten als een sublimatie van de ramp die de joden overkomen zou. Ik denk dat ik dit boek gewoon nog een keer ga lezen. Ida Simons, Een dwaze maagd. Uitgeverij Cossee. Prijs € 19,90
16>sport
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
Echte oorzaak Braziliaans succes blijft onduidelijk
‘Aangeboren talent’, is het meest gehoorde antwoord als voetballiefhebbers zich afvragen waarom Brazilië, al dan niet met sambavoetbal, vaker dan welk land ook de Coupe Jules Rimet en diens opvolger omhoog mocht steken. Voor de Haagse schrijver Ernest Landheer, die eerder boeken over de Zuid-Afrikaanse voetballer Roger De Sa en FC Den Haag-middelvelder Dojo Perazic schreef, was dat niet genoeg. Vanaf het moment dat zijn Zuid-Afrikaanse vrouw, een diplomate, in 2010 in Brazilië werd gestationeerd, ging hij aan de slag. Dat gedroomde boek over Braziliaans voetbal kon er eindelijk komen. Landheer kiest ervoor om ‘van binnenuit’ naar het antwoord te zoeken en interviewt Braziliaanse spelers die aan de WK’s tussen 1958 en 2010 hebben deelgenomen. Daarin is hij vasthoudend, want sommige afspraken komen pas na een jaar tot stand. In vier jaar verzamelt hij 25 boeiende portretten, waarbij de spelers, variërend van vedette tot waterdrager, vertellen over hun leven, carrière en waarom ze wel of niet wereldkampioen zijn geworden. Die portretten geven een inkijk in hoe de spelers het WK hebben beleefd. De lezer is als het ware aanwezig op hun hotelkamers, in de spelersbus en in de stadions. Zo geven de hoofdrolspelers zelf aan waarom bijvoorbeeld twee van de beste teams, die van 1982 en 1986, geen wereldkampioen zijn geworden en veel mindere teams in 1994 en 2002 wel. Landheer wil in zijn boek aantonen dat, naast talent, hard werken, passie en doorzettingsvermogen minstens zo belangrijk zijn voor het behalen van een wereldtitel.
schappen zijn ook het fundament van het succes van Italië (vier keer wereldkampioen)en Duitsland (drie keer wereldkampioen), dat is dus niet het bijzondere. Bovendien als voetbaltalent bij iedere Braziliaan is aangeboren, dan is maar een heel klein deel behept met deze karaktereigenschappen. Er zijn namelijk meer spelers die niet dan die wel in de Seleçao (bijnaam Braziliaans voetbalteam, red.) hebben gespeeld. En dat het met die discipline (in ieder geval na hun carrière) wel meevalt, blijkt uit het feit dat Landheer niet nalaat te vermelden dat zijn gesprekpartners steevast te laat zijn. Jammer is verder dat Landheer ondanks verwoede pogingen de grootste voetballer aller tijden, en drievoudig wereldkampioen, niet te spreken krijgt. Als iemand een definitief antwoord kan geven dan is het ervaringsdeskundige Pelé wel. Nu blijft het boek steken in veel meningen, waarbij spelers die later trainer zijn geworden (zoals Mario Zagallo, Zico en Dunga) een eventuele wereldtitel op tactische gronden analyseren, terwijl liefhebbers als Socrates en Junior het in de schoonheid van het team zoeken. Een definitief antwoord waarom Brazilië, vaker dan welk land ook, wereldkampioen is geworden, historisch gezien beter dan andere landen is, wordt niet gevonden. Maar de portretten over de helden van weleer blijven boeien. Over Paulo Cezar Caju, die bijna te gronde ging aan zijn cocaïneverslaving. Over Ze Roberto en Gerson, voor wie een voetbalcarrière door familieomstandigheden niet was weggelegd. Of over Reinaldo, de exspits van Telstar, en de black powergroet die hem mogelijk het WK van 1982 heeft gekost. Het waren onderwerpen die de schrijver nog meer had kunnen uitdiepen. Misschien had Landheer zijn oorspronkelijke idee beter kunnen laten varen om zich vervolgens te beperken tot indringende portretten van vier of vijf spelers. Die maken het boek namelijk de moeite waard om te lezen.
Aangeboren Maar daarmee ontkracht de Hagenaar het mythische of speciale van de Braziliaanse titels. Die eigen-
God is een Braziliaan; Auteur: Ernest Landheer; Uitgever: Edicola; ISBN: 978-94-9117256-4; Prijs:€ 19.95
Waarom zijn Brazilianen al vijf keer wereldkampioen in het voetbal geweest? Die vraag stelde Ernest Landheer zich bij het schrijven van ‘God is een Braziliaan’. Door Klaas-Jan Droppert
Ingezonden mededeling
Scheveningen ActiVitEitENAgENdA juNi 13, 14 & 15 juni World Beach Hockey Festival 14 juni Vlaggetjesdag 21 & 22 juni Western Experience 28 & 29 juni NK Kiteboard 28 juni Straatorkestenfestival 29 juni Shantykorenfestival 29 juni Start Stones-expositie Muzee Tot en met zondag 13 juli zendt RTL dagelijks VI Oranje live uit vanuit het Kurhaus! Stic hting
n Marketing Scheveninge
De training van het Nederlands herenteam bij HDM mag op veel publieke belangstelling rekenen. >Foto: Haagsetopsport/Daan Rhijnsburger
WK Hockey leeft bij de Haagse clubs
‘Over vier jaar weer WK hier’ Het Kyocera Stadion en het Haags Hockey Plein zijn de epicentra van het wereldkampioenschap. Maar bij de Haagse hockeyclubs is het feest minstens net zo groot. Door Klaas-Jan Droppert
Een WK voor veteranen (HCKZ), een WK voor ambassadeurs (HCKZ en Craeyenhout), eten en drinken op de club (HGC), met de hele club de wedstrijden in het stadion bezoeken en in het clubhuis op een groot scherm de wedstrijden bekijken. De Haagse hockeyclubs, die als trainingaccommodatie fungeren voor de deelnemende ploegen, doen er alles aan om optimaal van het WK hockey in eigen stad te profiteren en er deel van uit te maken. En allemaal genieten ze er met volle tuigen van. “Dit is echt fantastisch”, zegt Stephan Swinkels, WK-ambassadeur van HCKZ. “Het hele complex is een groot tentendorp, waar van alles te doen is. Iedereen loopt door elkaar. Eigenlijk zou ik willen dat dit tentendorp niet meer wordt afgebroken”. Nergens is een wanklank te horen. Alle ploegen zijn tevreden en de organisatie loopt gesmeerd. Ook bij HDM dat met de beide Oranje-teams gastheer van de meest professionele hockeyploegen ter wereld is. “Dat wij gastheer van het Nederlands team zijn, is een schot in de roos”, weet WK-ambassadeur Mariëtte Verstappen. “Alles gaat relaxed, er zijn geen rare verzoeken. Wel zijn er weinig open trainingen, zodat de interactie met de leden iets moeilijker is. Maar dat begrijpen we wel, ze zijn hier tenslotte om wereldkampioen te worden. Het Nederlands team
heeft beloofd om volgend seizoen als dank een aantal clinics te geven”.
Eitje Bij HGC verblikken of verblozen ze niet van het organiseren van het WK. “Nee, vergeleken bij de European Hockey League, die we twee keer hebben georganiseerd, is dit een eitje”, zegt WK-ambassadeur Frank Vintges. “Dit is zo goed van tevoren geregeld. Bij de EHL hoorden we het op het laatste moment en was het qua infrastructuur alle hens aan dek”.
Wat opvalt, is dat teams de tijd nemen om met jeugdleden op de foto te gaan Ook bij HGC is de belangstelling bij de trainingen niet heel groot. “Maar de ontvangst is wel heel hartelijk. Twee spelers van ons eerste hockeyen bij Nieuw-Zeeland en twee oud-spelers bij Engeland. Dus het is heel leuk om elkaar weer te ontmoeten”. Die ontmoeting ging voor Craeyenhout met de Chinezen aanvankelijk stroef. “Pas heel laat wisten we wat ze wilden”, zegt WK-ambassadeur Pieter Zeestraten. “Maar toen een teammanager die Engels spreekt werd aangesteld, was het verholpen. Nu lachen ze vriendelijk naar ons, zijn ze heel aardig. Aanvankelijk wilden ze alleen naar de sportschool,
maar nu trainen ze ook veel bij ons. We zitten ook om de hoek want ze logeren in NH Atlantic”. Met de andere gast, Zuid-Afrika, liep alles vanaf het begin op rolletjes. “Maar die waren al een maand van tevoren langsgekomen. Zij zijn heel enthousiast. Trouwens dat geldt ook voor onze leden. Vooral het mannenteam van Zuid-Afrika is heel populair. Ik heb al verschillende verzoeken voor een meet & greet gehad”. Populair is bij HCKZ ook het Australische damesteam. “Onze spelers van het eerste mannenteam begeleiden de landen op ons complex. Ze vangen hen op bij de bus en maken hen wegwijs bij HCKZ. Het is bijna een gevecht om wie de Australische dames mag begeleiden. En later hoor je wel welke paardenstaart ‘echt top’ was. Wat trouwens opvalt, is dat die teams de tijd nemen om met onze jeugdleden op de foto te gaan of om een handtekening uit te delen. Bij ons zie je, niet zoals in het voetbal, geen spelers die met grote koptelefoons en met een blik op oneindig de bus uitstappen. Ze zijn gewoon heel benaderbaar”. Nog een paar dagen en dan hebben de leden hun complex weer voor zichzelf. Maar dat gebeurt niet voordat op de clubs massaal de finales op grote schermen is gevolgd. Daarbij kunnen belangstellen bij HGC ook nog een hapje eten. Vintges: “Wij hebben een professionele keuken waarin we 1600 maaltijden kunnen bereiden”. Na zondag wordt het voor de clubs wennen om niet meer gastheer van het WK te zijn. Maar als het aan hen ligt niet voor lang. “Als je ziet hoe het gegaan is, wat voor feest het is geweest, mogen ze wat mij betreft het WK over vier jaar opnieuw in Den Haag spelen”, zegt Verstappen.
17
sport<
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
Haagse spelers op WK voetbal
Velen dromen ervan, weinigen zijn uitverkoren
M
Door Klaas-Jan Droppert
et Daryl Janmaat en Tim Krul telt de WKselectie van Louis van Gaal twee Hagenaars. Een weelde want zo vaak geven stadgenoten niet acte de présence op het belangrijkste voetbaltoernooi ter wereld. Slechts vijf Hagenaars in de acht edities waaraan Oranje deelnam, gingen hen voor. Een overzicht. Mauk Weber De eerste Hagenaar die ooit niet aan één maar aan twee WK’s deelnam: in 1934 en 1938. Iets wat geen enkele stadgenoot hem kan nazeggen. En dat terwijl zijn voetbalcarrière niet langer dan acht jaar duurde! Weber was rechtsback bij ADO. Met zijn 1.80 meter en stevig postuur eentje van het robuuste soort. Niet voor niets werd hij vanwege zijn rode haardos ‘Het Rode Gevaar’ genoemd. Opmerkelijk is dat Weber, nog voordat hij zijn debuut in het eerste van zijn club gemaakt had, al in het Nederlands elftal speelde. Zeventien jaar was de verdediger toen nog maar. Uiteindelijk bracht hij het tot 27 interlands. In totaal speelde Weber twee wedstrijden op het WK, doordat Oranje beide keren na het eerste duel was uitgeschakeld. Vooral in 1934, toen Nederland voor het eerst aan een WK deelnam, was de deceptie groot. Voor aanvang heerste er een ongebreideld optimisme, dat in het populaire lied ‘We gaan naar Rome’ van Willy Derby zijn hoogtepunt kreeg. Nederland zou in de Italiaanse hoofdstad wel even de wereldbeker ophalen. Maar verder dan Milaan zou de trein, destijds het vervoermiddel van de internationals, niet gaan. Nederland verloor van Zwitserland (2-3) en was uitgeschakeld. Vier jaar later gebeurde hetzelfde tegen Tsjechoslowakije in Le Havre. Maar de Oost-Europeanen wonnen toen pas na verlenging (3-0). Een kapotte knie en zijn interesse voor de biljartsport (Weber werd zelfs hoofdklassekampioen van Den Haag) zorgden voor een vroeg einde. Later nam hij het café van ADO-spits Wim Tap op de Hoefkade/De Heemstraat over. Om de schade van het te vroeg stoppen in te halen werd hij trainer van drie clubs tegelijk. In 1953 emigreerde de voormalige rechtsback naar Canada, maar zeven jaar later keerde hij terug. In zijn laatste jaren was hij eigenaar van een sigarenzaak in de wijk Rustenburg-Oostbroek. Weber overleed op 14 april 1978, op 64-jarige leeftijd. Beb Bakhuys Teamgenoot van Weber bij het WK in 1934 was Elisa Hendrik ‘Beb’ Bakhuys. Hoewel geboren in Nederlands-Indië is de spits geen onbekende in Den Haag. Bakhuys voetbalde bij Quick en HBS (twee periodes). Toch zou hij pas als speler van het Zwolse ZAC in 1928 het Nederlands elftal halen. Daarna groeide deze klassieke midvoor uit tot een fenomeen. Kiezelhard schot in beide benen, lang en kopsterk. Dat laatste kwam goed van pas bij zijn beroemdste doelpunt ooit: een duikkopbal tegen België op 11 maart 1934 (9-3 winst). Wie tegenwoordig op dergelijke wijze een doelpunt maakt, zal de commentator direct horen zeggen: à la Bakhuys. De spits heeft in het Oranjeshirt sowieso een enorm hoog moyenne. In 23 wedstrijden scoorde hij maar liefst 28 keer. Zijn motto: ‘Niet te veel nadenken, maar gewoon doen’.
Buiten het veld ging het Bakhuys aanmerkelijk minder goed. Hij gaf meer geld uit dan hij verdiende, hield er een losbandige levenswandel op na en raakte zelfs de meest onbenullige baantjes kwijt. Het geldgebrek dwong hem om een (verkapte) prof te worden. Eerst in Venlo bij VVV, waar hij een sigarenzaak van de club runde, later bij het Franse FC Metz voor 22.000 gulden tekengeld en 600 gulden per maand. In die tijd astronomische bedragen. Zijn keuze voor het geld zorgde ervoor dat hij een paria van de KNVB werd. Die sprak er schande van in een tijd dat amateurisme hoog in het vaandel stond. Bakhuys kreeg geen invitatie voor het Nederlands elftal meer. In 1947 sloot hij in Frankrijk zijn voetbalcarrière af. Daarna ging het bergafwaarts. Bakhuys belandde in een sanatorium vanwege tuberculose. De KNVB moest geld overmaken, omdat de ooit gevierde spits de rekeningen niet meer
De Harder werd een attractie aan de Schenkkade. Voor zijn techniek en sierlijke spel kwamen de mensen naar de wedstrijden. Maar bij VUC beleefde hij ook donkere kanten. Zo werd hij beschuldigd van omkoping, al is het bewijs nooit geleverd. Wel zat hij netjes zijn schorsing van 2,5 jaar uit, om vervolgens weer voor VUC te spelen. Alsof er niets gebeurd was! In 1949 ontstond er een heus media-offensief om De Harder terug in het Nederlands elfal te krijgen. De keuzeheren bepaalden dat hij in het B-elftal tegen het tweede Franse team moest beginnen. De Harder hield er een profcontract bij Bordeaux aan over. In Frankrijk was hij eveneens een bezienswaardigheid en in 1953 stond hij in het veld tijdens de historische wedstrijd voor het Rampenfonds. Deze wedstrijd was bedoeld om geld voor de slachtoffers van de Watersnoodramp op te halen, maar leidde indirect het profvoetbal in Nederland in. De Harder kwam later nog
groepswedstrijden aantrad, speelde hij nog het EK in 1996, maar op dit toernooi en in zijn buitenlandse avonturen bij Benfica, Anderlecht, OFI Kreta en Rapid Wenen was hij weinig succesvol. Momenteel is Taument jeugdtrainer bij Feyenoord en stoomt hij talenten klaar die waarschijnlijk een grotere carrière dan hijzelf mogen beleven. Eljero Elia Van de Molenwijk naar de WK-finale in Soccer City, Johannesburg. Het ligt lichtjaren uit elkaar, maar Eljero Elia legde die weg met raketsnelheid af. Al was het begin niet echt hoopgevend. Elia, wiens voornaam een verbastering van jazzlegende Al Jarreau is, voetbalde in de jeugd van het opgeheven Tonegido in Voorburg. Hij werd op 9-jarige leeftijd door ADO Den Haag opgevist, maar toen Ajax in 2000 aan de deur stond, vertrok de linksbuiten naar Amsterdam. Bij Ajax zou hij het niet redden, waardoor hij terugkeerde naar de jeugd-
Bertus de Harder scoort tijdens de benefietwedstrijd Frankrijk-Nederland (2-1) voor de slachtoffers van de watersnoodramp de gelijkmaker in Parijs, 12 maart 1953. > Foto: Spaarnestad Photo/Hollandse Hoogte.
kon betalen. Vanwege zijn profverleden mocht hij van de bond niet deelnemen aan trainerscursussen en als commentator van ‘Sport in Beeld’ was hij weinig succesvol. Tot zijn pensioen werkte hij bij het Centraal Bureau Rijvaardigheden in Rijswijk. Op 7 juli 1982 overleed op 73-jarige leeftijd een van de beste spitsen die Nederland ooit gekend heeft. Bertus de Harder Nog zo’n Haags fenomeen was Bertus de Harder, wiens carrière en leven meesterlijk beschreven is in het boek ‘De Goddelijke Kale’ van Piet van der Eijk. De Harder is nog altijd de jongste speler die ooit voor Oranje op een WK is uitgekomen. In 1938 was de Hagenaar slechts 18 jaar oud. Toen hij international werd, was De Harder nog maar net lid van VUC. Daarvoor speelde de linksbinnen met zijn broer Karel bedrijfsvoetbal bij Wilsonmeters in de socialistische Arbeiders Sport Bond. De reden daarvoor was heel simpel: de contributie was daar het laagst, want de familie De Harder, van wie de vader een los werkman was, had het niet breed. Zijn nederige afkomst was aanvankelijk een probleem voor de ballotagecommissie van VUC. Maar nadat ir. Ad van Emmenes, de beroemde journalist, de club op deze gemiste kans wees, gingen de Pinguïns overstag.
voor Holland Sport uit en maakte na vijftien jaar (!) zijn rentree in Oranje. Na zijn carrière verhuisde De Harder definitief naar Frankrijk en werd voetbaltrainer. Op 7 december 1982 overleed hij in Jeumont op 62-jarige leeftijd aan een hartaanval. Gaston Taument Met zijn ogen dicht kopte hij een voorzet langs doelman Mohamed Al Deayea. Misschien merkwaardig, maar koppen was nooit de specialiteit van de schuchtere rechtsbuiten geweest. Een belangrijk doelpunt, want hij voorkwam dat Oranje, dat later in de kwartfinale door Brazilië werd uitgeschakeld, het WK in 1994 niet met een blamage begon. Dat doelpunt zou het hoogtepunt worden in de interlandcarrière van de Hagenaar, die bij het ter ziele gegane BTC begon en later via de talentenfabriek van VCS door Feyenoord werd aangetrokken. Taument kwam slechts tot vijftien interlands en moest vaak zijn meerdere erkennen in Ruud Gullit of Marc Overmars. Bij Feyenoord was hij meer in zijn element. In een elftal met karakterspelers als John de Wolf en Henk Fraser en een cultfiguur als Jozsef Kiprich voelde hij zich thuis. Zozeer dat hij met twee doelpunten tegen aartsrivaal Ajax Feyenoord de weg naar de titel van 1993 wees. Na het WK 1994, waarop hij in alle
opleiding van ADO Den Haag. Pas daar kwam zijn talent tot ontbolstering, ook al kende hij in het Zuiderpark, vooral onder trainer Frans Adelaar, moeilijke momenten. De overstap naar FC Twente deed wonderen, leidde tot een transfer naar HSV en een uitnodiging van bondscoach Bert van Marwijk. Op het WK in 2010 zag de wereld hoe vlugge Elia de trucs die hij in Laakkwartier had geleerd, in de praktijk bracht. Hij had sterke invalbeurten tegen Denemarken en .maakte ook minuten in alle andere duels (behalve de kwartfinale tegen Brazilië). Ook in de finale kwam hij in het veld, maar net als zijn teamgenoten kon hij niet voorkomen dat Oranje voor de derde keer de eindstrijd om de wereldtitel zou verliezen. Na het WK vertrok hij naar Juventus. Een verkeerde keuze, want in Turijn kwam hij amper aan spelen toe. Nu probeert de linksbuiten bij Werder Bremen zijn tot enkele jaren geleden veelbelovende carrière te redden. Dat proces verloopt met horten en stoten, want Elia komt meer door verkeersovertredingen met zijn Bentley (!) dan door zijn voetbalprestaties in het nieuws. Kan de talentvolle buitenspeler (28 interlands, twee goals) zich, zoals bij eerdere tegenslagen, opnieuw oprichten? De 27-jarige aanvaller heeft de beste jaren nog voor zich, maar het blijft de vraag of hij ooit nog een keer een WK haalt.
André
WK-feest en -debacle
Mijn voorspelling is dat we deze maand zullen worden heen en weer geslingerd door emoties over de WK-toernooien bij zowel het hockey als het voetbal. De positieve emoties zullen we vooral voelen bij het hockeyfeest in onze eigen stad. Een groot compliment voor wat allemaal is neergezet in en rondom het stadion is op zijn plaats. En ook wat er op het Plein gebeurt, is uniek en een lange golf van promotie voor de stad Den Haag en de hockeysport. De prestaties op het veld zullen naar mijn verwachting overeenkomstig zijn. De dames gaan voor goud en de kans dat ze dit gaan redden, is groot. De instelling waarmee gespeeld wordt, is hartverwarmend en de kwaliteit is groot. Wie ik in dit kader echt in het zonnetje wil zetten, is onze eigen Haagse Naomi van As die net op tijd hersteld is van een zware kruisbandblessure en met al haar ervaring weer over het veld dartelt als een veulen. Wel op tijd rust geven is mijn advies aan de coach en zuinig zijn op dat lichaam. De heren echter zijn in de wereld niet de top, maar kunnen gedragen door de entourage zeker bij de laatste vier eindigen. En als men toch de finale bereikt, is alles weer mogelijk. Dat zijn altijd wedstrijden op zich en verrassingen zijn eerder regel dan uitzondering omdat de vorm van de dag bepalend is. Als de heren de finale bereiken en verrassen en de dames in dezelfde situatie hun eigen niveau halen. Heel anders zal het, vrees ik, lopen met onze beleving als voetballiefhebbers bij het WK in Brazilië. De hockeydames, die zich in een vol ADO stadion voelen als voetbalmiljonairs, zullen het Nederlands Elftal overschaduwen. Met een oranje team met 2 spitsen van wereldformaat, maar een verder voor een WK middelmatige spelersgroep, gaan we vrees ik de voorronden niet doorkomen. En dan is de domper natuurlijk enorm. Louis doet het in mijn ogen al goed als we de groepsfase overleven en elke stap meer zie ik met deze groep als een topprestatie. Helaas is mijn verwachting voor onze voetbaltrots een sombere en dus gaan we hopelijk een feest, maar helaas ook een debacle meemaken in juni.
André Wetzel Oud-voetballer en trainer
SCHoTSe wHiSkY SPeCiAL VooR
VADeR DAG
GEDISTILLEERD Rutte jonge jenever
1 LITER 16,95 voor € 12,95
Cognac Peyrat V.S.
0.7 LITER 25,40 voor € 19,98
Mooie delicate Cognac, een speciale selectie van druiven uit de Petite Champagne en Fins Bois Cognac regio.
Rum Bermudez Aniversario 12 years / Dom. Republiek 0.7 LITER 23,45 voor € 18,95
whyte & Mackay Scotch whisky Door de lagering op zowel bourbon- als sherryvaten ontstaat een uitzonderlijk zacht smaakpalet. 1 LITER 21,75 voor € 17,50 j. walker Black Label 12Y
0.7 LITER 30,60 voor € 24,95
Loch Lomond Single Malt / Highland Nieuw in ons assortiment is deze 7 jaar oude single malt, met een zoete smaak van fruit, noten en lemon, lange, iets droge afdronk. 0.7 LITER 26,50 voor € 19,95 Laphroaig Quarter Cask Single Malt / islay Deze non-chill filtered single malt van 48% heeft een intens krachtige smaak, waarin duidelijk de rokerigheid naar voren komt, door de tweede lagering van een 2e sherryvat heeft de whisky in de afdronk toch een elegante romige finish. 0.7 LITER € 47,55
Speciale rum voor een zeer speciale prijs! Vol van smaak, kruidig eiken, kaneel, sinaasappelschillen, met op de achtergrond smaken van toffee en caramel.
Vodka Russky Standart Gold
NU MET
€ 10,-
0.5 LITER 16,75 voor € 12,50
koRTinG!
Originele Russische Vodka! In deze zuivere Vodka is een klein deel Ginseng vermengd wat een extra dimensie geeft.
VooR De GeSLAAGDen onDeR onS, knALLenDe kuRken!! 1,5 LITER
Magnum nu MeT € 5,- en € 10,koRTinG! Cava Torreblanca Brut nature
1,5 LITER / Spanje. Per fles € 28,10 nu met € 5,- korting!
Champagne Testulat
1,5 LITER / Frankrijk. Keuze uit de mooie Blanc de Blancs (100% Chardonnay). Per fles € 65,50 of de Rosé Cuveé Charlotte. Per fles € 75,80 nu met € 10,- korting!
Glenrothes Selected Reserve Single Malt / Speyside Afkomstig van een speciale selectie non-vintage vaten. Men proeft heerlijke aroma’s van romige vanille en gemengde noten, de afdronk is licht kruidig met smaken van noten en sinaasappelen. 0.7 LITER € 46,55 Dalmore Valour Single Malt / Highland Nieuw in ons assortiment en gerijpt op drie verschillende vaten: eerste rijping op ex-bourbon vaten, vervolgens een rijping op een 30 jaar oude Matusalem Oloroso sherryvat en als laatste een rijping op Portugese Douro portvaten. Lange smaakbeleving van rijpe pruimen, romige karamel, fruitkenmerken (citrus, ananas en sinaasappeltjes) en chocolade. 1 LITER € 64,75
NU MET
Alle Hospice Bourgogne wijnen wit + rood 2009 nu MeT 30% koRTinG!!
den haag Prinsestraat 57 070 364 29 25
*
Voorhout
Jacoba van Beierenhof 28 0252 220 208
€ 10,-
*
RoDe wijnen Val Tinto – Cigales / Spanje Per fles van 8,95 voor € 6,50 Cigales is een zeer klein kwaliteitswijngebied en ligt naast de beroemde wijnregio: Ribero del Duero. De wijn is een volle Tempranillo met rijpe fruittonen en goede evenwichtige tannines. Familia Barberis Cabernet Sauvignon – Mendoza / Argentinië. Per fles van 13,15 voor € 9,98 Krachtige Cabernet Sauvignon, smaken van zwarte bessen en pruimen, hints van donkere chocolade, tabak en cederhout. Tierra Alta Cabernet Sauvignon Reserva / Chili Per fles van 9,50 voor € 7,75 Afkomstig uit de Colchagua Valley. Deze robijnrode Chileen heeft complexe aroma’s van zwarte bessen en kersen met zachte tannines. Tierra Alta Raiken Cabernet Sauvignon / Chili Per fles van 29,95 voor € 24,95 De Ultra Premium wijn van Tierra Alta, de allerbeste selectie wijndruiven uit de Colchagua Valley, een unieke krachtige Cabernet Sauvignon, topklasse!
SPeCiALe ACTie Keuze uit: Savigny-Les-Beaune 1cru / Cuvée Arthur Girard 1cru / Cuvée Clos des Avaux Savigny-Les-Beaune 1cru / Cuvée Fouquerand Saint-Romain / Cuvée Joseph Menault Meursault-Charmes 1cru / Cuvée Albert Grivault
Acties
koRTinG!
www.drinkland.nl noordwijk Maarten Kruytstraat 24 071 361 21 82
*
Ripa delle More 2004 – Toscane / italië Per fles 36,65 nu met € 10,- korting! Zonder twijfel één der mooiste wijnen van Toscane. Gemaakt van 60% Sangiovese, 30% Cabernet Sauvignon en 10% Merlot, intens en geconcenteerd. Niet goedkoop, maar wel om nooit te vergeten. Winespectator: 90 punten!
wiTTe wijnen emina Chardonnay – Castilla Y Léon / Spanje Per fles van 9,90 voor € 7,50 Deze 100% Chardonnay heeft aroma’s van tropisch fruit, is krachtig met een klein kruidje. Maior de Mendoza Albariño – Rias Baixas / Spanje Per fles van 13,45 voor € 9,98 Meermaals bekroond, uitmuntende kwaliteit, ziltig, citrus, abrikozen en zeer geconcentreerd van smaak, kortom het proberen waard. Tierra Alta Chardonnay Reserva especial / Chili Per fles van 12,95 voor € 9,50 Rijke 100% Chardonnay uit de wijnregio: Casablanca. Frisse stijl, mooie balans tussen het kleine “botertje” en houttonen.
RoSé Climbing Pink Rosé / Australië. Per fles van 13,65 voor € 9,98 Een explosieve fruitbom! Smaken van rijpe aardbeien en kersen.
oegstgeest Lange Voort 19 071 301 55 83
Aanbiedingen t/m 30 juni
<19
Vrijdag 13 juni 2014 > Den Haag Centraal
stadsgroen
Horeca in Ketelhuis maakt Binckhorst aantrekkelijker
Het Ketelhuis op het terrein van de voormalige Caballero Fabriek. > Foto: Peter van Oosterhout
Tal van initiatieven moeten de Binckhorst aantrekkelijker maken. Er is de ontwikkeling van de Rotterdamsebaan, er liggen kluskavels en er zijn festivals die Hagenaars naar het voormalige bedrijventerrein trekken. Vanaf half oktober kunnen zij voor een hapje en een drankje neerstrijken in het voormalige Ketelhuis van de Caballero Fabriek. Door Saskia Herberghs
Hier komt een café-restaurant dat volgens initiatiefnemer Rein Rambaldo doet aan ‘story-telling’. “Met een mooi interieur kom je er niet. Het gaat om de beleving van de gasten. De producten moeten een verhaal vertellen”, zegt de ontwerper van ontwerp- en designbureau de Horeca Fabriek, dat vanaf juli kantoor houdt in de nevenliggende Caballero Fabriek. Als ontwerper heeft hij, samen met zijn team dat inmiddels acht mensen groot is, in de afgelopen vier jaar nieuwe horecazaken ontwikkeld en andere zaken een metamorfose gegeven, onlangs nog de restaurants in theater Carré die afgelopen week zijn geopend. “Dit wordt onze showroom”, zegt Rambaldo, die zich met name achter de schermen van het nieuwe restau-
Toevallig Maar op den duur moeten ook gasten van verder weg afkomen op ‘het verhaal’ van de producten en het lekke-
re eten dat voor het overgrote deel bestaat uit biologische producten. Rambaldo: “Hier worden eerlijke producten opgediend vanuit een grote open keuken. We gaan het hier mooi maken, waarbij we gebruik maken van design maar de ruimte in zijn waarde laten. Er komt geen opsmuk”. Op zijn dagelijkse ritjes vanaf zijn nabijgelegen huis door de Binckhorst heeft hij altijd al gedacht aan de mogelijkheid om hier een mooie horecazaak te beginnen. Dat het nu bijna zo ver is, is mede te danken aan de gemeente die veel medewerking heeft verleend aan de plannen. “Dat geeft vertrouwen. We zijn blij dat we dit pand mogen huren”, zegt Rambaldo die min of meer toevallig ontwerper van horecazaken is geworden. “Een vriend die veel had geïnvesteerd in een nieuwe zaak vroeg hulp. Die zaak liep niet omdat hij te mooi was voor de locatie. Ik heb hem toen laagdrempeliger gemaakt. Dat was het moment waarop ik dacht: hier ga ik meer mee doen”. In de loop van de jaren heeft hij ervaring opgedaan met industriële panden, die op hem een grote aantrekkingskracht uitoefenen. “Wij houden heel erg van het ambacht. Dat willen we ook hier terughalen. Er moet passie in zitten. Daar is een doelgroep voor”.
ler Benedict Cumberbatch. Enige basiskennis van opsporingswerk is voor een advocaat uitermate nuttig. Zo betrad ooit een ongeveer vijftigjarige man mijn kantoor, die mij een brief toonde van zijn verzekeraar, waarin zijn claim op de door hem afgesloten allrisk verzekering botweg werd afgewezen. De man, ik noem hem hierna voor het gemak ‘mijnheer B’, was op klaarlichte dag beroofd van zijn gloednieuwe Mercedes SEL 500, zo vertelde hij mij. De brutale diefstal had plaatsgevonden op een afgelegen industrieter-
rein en de heer B. was moederziel alleen achtergebleven, met gelukkig nog zijn portemonnee in zijn achterzak. De verzekeraar vertrouwde het verhaal echter niet en wilde de schade niet vergoeden. Aan mij de taak aan te tonen dat B. geen bedrieger was. Ik pakte mijn denkbeeldige Holmespet van de kapstok en toog met B. richting de plaats van het delict. Samen met B. reconstrueerde ik de angstwekkende momenten die hij had moeten doorstaan. De plotse aanhouding door de gemaskerde boeven, de bedreiging met een vuurwapen, het wegrijden van de gestolen auto en de wandeltocht van B. naar een beschikbare telefooncel. Al gauw bleek dat het verhaal van B. aan alle kanten rammelde. Zo had hij naar eigen zeggen meer dan anderhalve kilometer verderop pas kunnen bellen, terwijl ik bij het eerste pand waar ik langsliep
rant buigt over het ontwerp en het concept van het café-restaurant waarvan hij de naam nog niet wil prijsgeven. Zijn partner is zijn vrouw Willemien Pieterse die zich als gastvrouw over de gasten ontfermt en de personeelszaken afhandelt. Het paar is blij met de ruimte waar met gemak ruim tweehonderd zittende gasten kunnen worden geborgen en dat is voorzien van een groot terras op de zonzijde. Ook de gemeente is blij, zo bleek vorige week bij de presentatie van de plannen, die werd verlevendigd met een speech van Peter Smit (wethouder van Verkeer, Binckhorst en Vlietzone) en werd bijgewoond door gemeentelijke woordvoerders van diverse afdelingen. Als het iemand lukt om van het voormalige ketelhuis een aantrekkelijke horecazaak te maken, moet het wel de Horeca Fabriek zijn, lijkt de gedachte. Rambaldo: “Het is nu hier nog kil, maar straks staat de gast hier centraal. Wij kijken echt horeca”. In eerste instantie denkt Rambaldo gasten te trekken uit de naastliggende Caballero Fabriek, passanten van de A12, uit Voorburg en van het hoofdkantoor van KPN.
Pot
Bij deze vraag ik ontzag en bewondering voor alle mensen die hun potplanten in leven weten te houden. Hulde aan deze helden, die, dat kan niet anders, dagelijks op hun knieën lieve woordjes tot hun groene goed fluisteren terwijl ze de plantjes voorzichtig kleine scheutjes water toedienen. Dat verdient respect! Want planten in potten, u herkent dit vast, die worden eigenwijs. Die houden zich niet aan welke horticulturele regel dan ook, ze gaan simpelweg hun eigen gang. Ze besluiten geheel zelfstandig wanneer ze gaan groeien – of niet – en wanneer ze hun bladeren laten vallen. Er zijn sujetten bij die je zelfs wat kunnen gaan treiteren. Deze exemplaren maken graag en veel stengels, maar die zijn wat bleekjes en bevatten geen enkel bloemknopje bovendien. En komen er toch bloemen, dan kunnen ze zo maar besluiten deze theatraal van zich af te werpen, al dan niet met een diepe zucht. Al je inspanningen en goede verzorging ten spijt kan het wel eens voorkomen dat een plant jou gewoon niet mag. Je kent het vast wel: je koopt in een opwelling drie Bougainvillea’s, houdt er één en
geeft er twee weg. De plant die bij je schoonzus komt te staan, groeit binnen no-time de pot uit, en die bij de buren heeft stengels die bijna doorbuigen onder de zware last van de enorme bloemen. Grote kans dat die van jouw al lang onder je ogen is verdord. Er zijn werkelijk mensen die jaar in, jaar uit hun meest tropische gewassen kunnen laten gedijen. Eerlijk is eerlijk, ik behoor daar niet toe. Ik zeul wat af met planten in potten. Na een lange winter binnen vertroeteld te zijn, mogen ze half mei naar buiten om dan vreugdevol direct in blad te schieten. Althans volgens het boekje, want die van mij beginnen direct te stuiptrekken en gooien al snel hun bijltje erbij neer. Maar onlangs ontdekte ik ‘Het Geheim’ van de overdadig bloeiende potplant. En dat geheim deel ik graag me u. De plant in de pot moet in het voorjaar heel, heel weinig water krijgen. Een beetje op rantsoen staan, zal ik maar zeggen. Je moet hem als het ware een beetje pesten. Van de weeromstuit wil de plant jou terugpesten. En gaat-ie triomfantelijk bloeien.
(een autodealer) al tien telefoons op de buro’s zag staan. Verder beweerde B. reeds na vijf minuten te hebben getelefoneerd, terwijl het minstens een kwartier lopen was naar de betrokken telefooncel die hij aanwees. Als klap op de vuurpijl ontwaarde ik op een zeker moment een autosleutel, hangend aan de portefeuille van B., naar eigen zeggen die van zijn moeder. Natrekking van die informatie op kantoor leerde echter dat B.’s moeder al tien jaar daarvoor was overleden. Oeps. Na een analyse van de feiten concludeerde ik dat B.’s zaak weinig kans van slagen had. B. zelf leek echter nog steeds te vertrouwen op een goede afloop. Ik liet het dossier even op een hoek van mijn bureau liggen. De zaak nam een onverwachte wending toen B. mij na enkele dagen belde en vertelde dat hij zijn auto terug had. Een anonieme beller had hem richting een parkeergarage
gestuurd waar hij de Mercedes had aangetroffen onder een afdekdoek, in prima staat. Ik feliciteerde B. met deze toevalstreffer en opperde dat het dossier onder deze omstandigheden het beste gesloten kon worden. Dit beaamde B., en hij dankte mij voor mijn daadkrachtige interventie. De volgende keer, gaf hij aan, zou hij zich zeker weer tot mij wenden. Ik heb hem echter nimmer meer teruggezien.
Wendy Hendriksen
juridisch
Sherlock Holmes
Ik ben een groot bewonderaar van Sherlock Holmes en zijn buitenaardse deductieve vermogens. In de loop der jaren heb ik zijn fameuze casebook meermalen gelezen en kijk ik graag naar de verfilmde versies ervan. De avonturen van Holmes en zijn vriend, de aimabele dr. Watson, zijn actueler dan ooit. Recent nog waren er twee Hollywood-films over de superspeurder in de bioscoop te bewonderen en is de hippe BBC serie ‘Sherlock’, een wereldwijd succes, mede door het sterke acteerwerk van hoofdrolspe-
Michael van Basten Batenburg Delissen Martens advocaten belastingadviseurs mediation www.delissenmartens.nl
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 13 juni 2014
5
Annemarie Goedvolk Buurt “Duinoord is een heerlijke wijk. Door de ligging in de stad en het gemengde karakter; er zijn veel jonge gezinnen, maar ook mensen die er al veertig jaar wonen. Er zijn allerlei buurtinitiatieven zoals straatfeesten en bewoners onderhouden zelf het stadsparkje Sunny Court”.
Musicus (m.) “Met jazzpianist Rembrandt Frerichs werkte ik vorig jaar aan een bijzonder project voor Festival Classique. Hij wilde op een historische piano forte muziek van nu spelen. En dat is gelukt; hij toert langs de theaterzalen. Ik vind het gaaf als musici zichzelf opnieuw uitvinden”.
Koffie “De laatste tien jaar zijn er bizar veel plekken met goede koffie gekomen. Maar mijn vriend maakt de beste, handmatig, met een espresso-apparaat. Die krijg ik het liefst geserveerd in onze achtertuin. Buiten de deur kom ik graag bij Lola Bikes & Coffee <1> op het Noordeinde ”.
Musicus (v.) “Eva-Maria Westbroek is een geweldige operazangeres, die vanuit Den Haag de wereld verovert. We mogen trots op haar zijn!”
1
Cadeauwinkel “De Opkikker <3> aan het Thomsonplein heeft een combinatie van design en praktische huis-tuin-en-keukenspullen. Toen ze net open waren, heb ik er een geweldig tweedehands vloerkleed gekocht”. Gebouw “De individuele gebouwen vind ik niet altijd even bijzonder, maar de Haagse skyline als geheel wel. Indrukwekkend. Worden we toch echt een stad”.
>Foto: DHC
Museum “Het Humanity House aan de Prinsegracht. Ik houd van compacte musea met een duidelijk onderwerp. Zo logisch dat dit in Den Haag is. Waarom zit het er niet al dertig jaar? Een tour door de ruimtes is meer een experience dan een museumbezoek. Je voelt echt wat het is om vluchteling te zijn”.
2
>Foto: PR
PLAATS
Uitgaan “Het Filmhuis <2> heeft voor mij de ideale combinatie van lekker eten, bijzondere films, leuk personeel, feesten en een relaxte sfeer”.
Afbreken “Als niemand zich over de Pier bekommert, laten we ‘m dan alsjeblieft afbreken. Er worden nu geen keuzes gemaakt. Zo’n iconische plek mag je niet laten verslonzen”.
Muziekpodium “Ons eigen Hofvijverpodium! Het is ieder jaar weer een hysterische onderneming, maar als alles dan weer staat .… Het is geweldig dat dit in ons land kan, zo dicht bij het Torentje van de minister-president. Ik houd van optredens in de buitenlucht, op openbare plekken waar het normaal niet kan. Het is toegankelijker en geeft een bijzonder decor”.
3
Ter plekke Door Caroline Ludwig
den. Ze heeft daar alle ruimte en ik heb het idee dat ze dat voelt. Ook de zandspeeltuin aan de Ary van der Spuyweg is een mooie plek”. Lekkernij “Ambachtelijke filet americain bij scharrelslagerij het Oude Ambacht in de Reinkenstraat. Met uitjes, bieslook, peterselie en een geheime saus. Dat ik het nu niet mag eten, is het enige nadeel van zwanger zijn”. Modezaak “Mijn hoge hakken koop ik bij Zerba Italia <5> aan het Noordeinde. Een unieke Italiaanse collectie van een eigenaresse met een uitgesproken smaak”.
>Foto: De Opkikker
Restaurant “Al voor ze een ster kregen, kwamen we graag bij Han Ting in de Prinsestraat. Die onderscheiding is enorm verdiend. De mix van de Chinese en Franse keuken is waanzinnig lekker en verrassend. En dan te bedenken dat de chefkok econometrie heeft gestudeerd”. Typisch Haags “Bijzonder in Den Haag vind ik de geweldige mix van mensen. De stad is zoveel groter dan alleen het centrum. Allemaal verschillende wijken en culturen, maar toch van ons allemaal. Ik heb een tijdje in Amsterdam gewoond. Daar vroeg ik me af: van wie is deze stad?” Kinderspeelplek “Mijn dochter vindt Park Sorghvliet <4> geweldig. Het is een bos, maar er zijn ook grasvel-
Geheimtip “That’s amore, een Italiaanse traiteur op de Laan van Meerdervoort, heeft superlekkere pesto en afhaalmaaltijden. Laatst aten we pasta gevuld met pompoen en amandelen. Goddelijk”.
4
>Foto: DHC
Annemarie Goedvolk (1975) studeerde hobo en HEAO Management, Economie en Recht en is nu directeur van Festival Classique en mede-eigenaar van evenementenorganisator Lustr. Ze is geboren in Gouda en verhuisde in 2000 naar Den Haag. Met haar vriend en dochter (2) woont ze in Duinoord. In augustus verwacht ze haar tweede kind. De achtste editie van Festival Classique is van 18 tot en met 22 juni.
Rust “De binnenstad op zondagochtend voor de winkels open gaan. Bij voorkeur de Hoogstraat of de Denneweg. Dan gaat mijn aandacht echt naar de stad, naar een mooie daklijst of die bijzondere boom. Fietsend door de stad kom ik op ideeën”.
Haags Hockey Plein Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
I
n 1988 stond ik op het Marco van Bastenplein. Ik woonde in de Amsterdamse Pijp en had met een aantal vrienden gekeken naar de legendarische overwinning op (toen nog) West-Duitsland. Telkens weer liet ik mijn gloednieuwe videorecorder het beslissende doelpunt van Van Basten afspelen. Kijk jongens, nou is-ie nog voor de lijn, en nu, yes-yes-yes, is-ie er overheen. Even terugspoelen, kijk Duitse keeper, hier had je nog hoop, maar nu … hahaha … nu is het 2-1 voor ons! Zwei zu eins!!! De triomf kon niet genoeg gevierd
worden, dus togen wij naar het nabije Leidseplein, waar een spontaan volksfeest was losgebarsten. Het straatnaambordje werd veranderd, oranje verkeerslichten werden aanbeden en als delirische Gilles de la Tourette-lijders brulden we iedere halve minuut: Aanvalluh! Een strikt genomen overbodige kreet, want de wedstrijd was afgelopen en er werd alleen nog aangevallen op het bier. Volgens mij is dit bevrijdingsfeest met geen enkele vorm van geweld of plundering gepaard gegaan. Ik koester die herinnering, want nu is het geringste succesje al aanleiding om dit soort plekken te mijden, aangezien de feestvierende leegschedeligen zelden zonder glasgerinkel kunnen. Niet voor niets worden naast de nieuwe multi-
functionele arena’s in de buitenwijken subiet afwerkplekken aangelegd waar een huldiging zonder al te veel schade kan worden voltrokken. Hockey is van een heel ander chapiter. In de oerhaagse boekhandel Van Stockum op de Herengracht werd ‘Echte hockeyers douchen niet’ ten doop gehouden, het boek dat Ricci Scheldwacht schreef over de prangende kwestie: ‘Hoe een elitesport Nederland veroverde’. Maar vooral ook een gezinsport, compleet met heuse dynastieën, zoals de Kruize-tjes. Een fijn vertakt netwerk, dat met veel vrijwillige inzet en motivatie wordt onderhouden. Ook nu profiteert Den Haag weer van het grote organiserende vermogen van de hockeywereld. De sport
is de afgelopen vijftien jaar enorm gegroeid, vrucht van een doordacht plan van de hockeybond. Vooral ook buiten de erkende hockeyreservaten, in de VINEX-wijken waar de ambiteuze middenklasse zich heeft genesteld. Ook de sport zelf ziet er veel beter en sneller uit dan het moeizame tweedimensionale ballet van kromlopende meppers dat het jaren was. De innovatieve trainingsmethoden en arbitrage strekken tot voorbeeld. Maar de supporters zijn van ouderwetse kwaliteit. Zo zag ik een wedstrijdje op het Haags Hockey Plein, heel genoeglijk op een feestelijk bankje, niet gestoord door een lallende oranjedolle massa. Nog even niet. Marcel Verreck