}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant
13
Vrijdag 9 januari 2015
€ 2,50
Tukken aan tafel in 2015
Oud-voorzitter Dofferhoff:
Gemeentemuseum koopt YSL
Een jurk om de Boogie Woogie op te dansen
4
‘Schijnheilig GroenLinks’ Foto: Capital Images
3
jaargang 9 nummer 400
Uw beste boek van 2014 8/9
Overname ADO
Van der Kallen wacht nog steeds op vette worst 5
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
haagse plaatjes
Haagsche Bluf / Johan H. Hinz (1905), op zoek naar het oudste lied Wat is eigenlijk het oudste lied over Den Haag? Al in de begintijd van het 78-toerentijdperk werd er op schellakplaten over de stad gezongen. Duo Paulus nam in juni 1908 voor het Zonophone-label Hier In Den Haag op. Exact twaalf maanden eerder verscheen ‘Haagsche Praatjes’, een geluidsopname van Rotterdammer Koos Speenhoff. ‘Melodie: Amsterdamsche Praatjes’, staat er bij de liedtekst als toelichting. Speenhoff maakte ook nog ‘Rotterdamsche Praatjes’. In deze serie gaf hij, zichzelf begeleidend op gitaar, scherpzinnig commentaar op het actuele nieuws uit de betreffende stad. Een soort muzikale spotprenten, in het geval van Den Haag liefst achttien coupletten lang. Voor een 21ste-eeuwer zijn die actuele commentaren vaak te tijdgebonden om zonder meer begrijpelijk te zijn. Evenmin honderd procent duidelijk is de portee van het in januari 1905 opgenomen lied ‘Haagsche Bluf’, dat met hoogdravende stem, maar niet altijd even verstaanbaar, wordt gezongen door een zekere Johan H. Hinz. Voor zover bekend de allereerste plaatopname van een aan Den Haag gelieerd chanson. Het eerste, verhalende couplet is nog redelijk te volgen: ‘Ik kom uit Den Haag, natuurlijk extra trein/ Het is even sjiek en fijn als Hagenaars steeds zijn/ Toen ik arriveerde nam
ik een coupé/ En reed geheel alleen naar een eerste klas café/ Zodra ze mij d’r zagen behoefde ik niets te vragen/ De kelners wel bij tienen, zij wilden me graag bedienen/ Zij wisten, deze heren, dat Hagenaars goed
dineren/ En wat elk weten kon, de fooi: c’est bon’. Daarna wordt het wat vaag: hij gaat aan de wandel, ‘begeleid door duizend mensen’, ziet een heer naar een schuldenaar komen en moet de benen maken. Dan volgt het refrein, met de kennelijke moraal: ‘Wat men ook zegt of ook schendt op Den Haag/ Al hebben wij niet gestaag een volle maag/ Het hoogste goed is ons fatsoen/ Daar moet een Hagenaar steeds veel voor doen’. In een laatste couplet maakt hij duidelijk niet voor geld te zingen, maar voor het plezier. ‘Haagsche Bluf’ is een lied over eten, zingen, geld en fatsoen. Dat is in elk geval duidelijk. Erg veel is er niet gepubliceerd over deze Johan Hinz. Uit een bericht in een Telegraaf uit 1913 blijkt dat hij met collega-artiest Jacques Weston een operette- en cabaretensemble leidde. Een Amsterdams gezelschap
dat op 10 februari 1915 in Goes weinig publiek trok, volgens de Middelburgsche Courant. ‘Zoo heel veel hebben de afwezigen niet gemist, want het gehalte dezer uitvoering was geenszins boven alle lof verheven’, aldus de recensent volgens wie Hinz zich ‘een slechte imitatieSpeenhoff’ toonde. Een andere Zeeuwse krant was een stuk enthousiaster over een uitvoering voor een volle zaal in Vlissingen, twee dagen eerder. ‘Johan Hinz, die ook als zanger mag genoemd worden, trekt de volle aandacht met zijn mooie voordrachten’. De Graafschapbode wijdde op 9 maart eveneens lovende woorden aan het in Doetinchem opgevoerde programma: ‘Hoe Sommige Menschen Liefdadig Zijn was een alleraardigste satyre, niet minder aardig ten gehoore gebracht door den piano-humorist, den heer Johan Hinz die trouwens ook met zijn beide andere voorgedragen nummers veel succes had’. Hoe het Hinz verder is vergaan, is helaas onbekend. Vóór de introductie van de grammofoonplaat verscheen er bladmuziek van nog eerdere liederen over Den Haag. Zoals ‘Amsterdam, Rotterdam, ’s-Gravenhage’, uit 1892. ‘Komieke coupletten, vrij bewerkt en voorgedragen door den Hollandschen karakterkomiek N. de Haas. Muziek van M.J. Stips’, staat er op de omslag.
In dit lied komen al de stereotypen van de drie grootste Nederlandse steden voor: ‘Die meer op luxe is gesteld/ Op beschaving en manieren/ Die kan vooral als man van geld/ In Den Haag ook deftig zwieren’. Oudere liederen zijn uit overlevering bijgebleven. Het misschien wel bekendste lied, ‘In Den Haag Daar Woont Een Graaf ’, komt al voor in liedbundels aan het eind van de negentiende eeuw. Waarmee het oudste Haagse lied waarschijnlijk getraceerd is. Of moeten we ‘Batave-Tempe, dat is ’t Voorhout van ’s-Gravenhage’ van Constantijn Huygens uit 1621 meerekenen, een lofzang van ruim achthonderd versregels over de plek waar de reislustige dichter wel eeuwig in de schaduw van de lindebomen zou willen vertoeven…? Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en diskjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
advertentie
Wat vindt u het beste boek van 2014? Lever deze coupon in bij één van de winkels van Paagman of in de Centrale Bibliotheek. Online stemmen kan ook op www.denhaagcentraal.net. Zie voor een korte omschrijving van de geselecteerde boeken pagina’s 8 en 9.
Den Haag deelt uw zorg De zorg
i
n 2 015 vo or elka
ar
En helpt waar het echt nodig is De zorg verandert. We moeten het met minder doen en meer op eigen kracht, samen en met elkaar. De gemeente Den Haag deelt uw zorg en biedt hulp en ondersteuning aan iedereen die dat echt nodig heeft. Hiervoor kunt u terecht op onze website of bij een Servicepunt bij u in de buurt. Kijk wat er voor u verandert en waar u terecht kunt op www.uwservicepunt.nl Den Haag deelt uw zorg!
Uwservicepunt.nl
altijd in de buurt
Of uw eigen keuze:
3
actueel<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
commentaar
Hoofdredactie Trouw deed ook een ‘Perdiepje’ BOEKHANDELAAR FABIAN PAAGMAN van de gelijknamige winkel aan de Frederik Hendriklaan is door de lezers van het AD uitgeroepen tot ‘Hagenaar van het jaar’. Een mooie opsteker, niet alleen voor Paagman, maar ook voor alle andere Hagenaars die menen dat hét boek nog steeds onvervangbaar is en meer aandacht verdient. Goede keuze dus. Maar je zou de uitverkiezing ook anders kunnen regelen, bijvoorbeeld volgens de normen van Time Magazine, dat al sinds 1927 (Charles Lindbergh) de ‘Person of the Year’ kiest. Het gaat dan om iemand die for better or for worse in dat jaar het meeste invloed op het nieuws heeft gehad. Aan de hand van die formule riep Time zelfs tirannen en Wallis Simpson, het liefje van de Engelse koning Edward VIII, uit tot 'Persoon van het Jaar'. HOE ZOU HET zijn afgelopen als je zò naar de ‘Hagenaar van het jaar 2014’ zou hebben gekeken. Trouw-journalist en Hagenaar Perdiep Ramesar, die tussen 2005 en 2007 ook voor AD Haagsche Courant werkte, zou dan hoge ogen gooien. Zoals inmiddels wijd en zijd bekend heeft Ramesar op grootse wijze gesjoemeld bij het schrijven van zijn stukken. Bronnen bestonden niet, of waren niet te achterhalen en niet onaannemelijk is dat hij sommige verhalen geheel uit zijn duim heeft gezogen. Ook bij het bekendste verhaal van de Trouw-redacteur, dat over de Sharia-driehoek in de Schilderswijk (mei 2013), ontbrak een deugdelijke journalistieke grondslag. Op het verhaal was meteen al veel kritiek omdat vrijwel niemand het beeld dat Ramesar had geschetst, herkende: de bewoners niet, de gemeente niet en ook andere journalisten kwamen na onderzoek niet tot zijn radicale conclusies. ZIJN BEDROG IS zo omvangrijk dat er in Nederland geen soortgelijk voorbeeld aan te wijzen is. ‘De Diederik Stapel van de journalistiek’ is inmiddels een bijnaam van Ramesar en een journalistieke leugen heet al ‘een Perdiepje’. Trouw, dat Ramesar na de Sharia-driehoek nog rustig anderhalf jaar liet doorfrauderen, is door de kwestie in een existentiële crisis terechtgekomen, want met het terugtrekken van 126 stukken van Ramesar en zijn ontslag is de kous nog niet af, want niet alleen loog hij, ook de toenmalige hoofdredacteur van Trouw (‘misschien wel de beste krant van Nederland’) Willem Schoonen deed keihard mee. Hij beweerde dat de hoofdredactie wist wie de anonieme bronnen waren die in het beruchte verhaal over de Sharia-driehoek waren opgevoerd. Niet waar dus. Schoonen deed al een ‘Perdiepje’ voordat nog iemand dat begrip kende. Mogelijk is het voor Trouw allemaal nog erger; in 2013 vertrok Schoonen en werd Cees van der Laan (de chef van Ramesar ten tijde van het verhaal over de Sharia-driehoek), zijn opvolger. Zou Schoonen nooit hebben overlegd met Van der Laan over zijn rampzalige ‘alle bronnen zijn bekend’-verklaring, het is nauwelijks te geloven. EN PERDIEP RAMESAR, hoe is het daarmee? Nog steeds staat er op zijn Linkedin-pagina dat hij verslaggever is van Trouw, maar op Facebook neemt hij in stijl afscheid van zijn bedrogen lezers. ‘Thank you & goodbye’ staat in chocoladeletters op zijn nieuwe omslagfoto. Als je op het beeld inzoomt, blijkt het te gaan om de laatste voorpagina van het Britse schandaalblad ‘News of the World’, dat in 2011 uit de roulatie werd genomen na malafide praktijken van de redactie. Een passend afscheid van Perdiep Ramesar en misschien wel het begin van een bekentenis.
Casper POSTMAA
>Foto: Eric Koch / Anefo - Nationaal Archief
Gemeentemuseum koopt YSL’s Mondriaan-jurk
‘Voor een waanzinnig goede prijs’
H
Door Annerieke Simeone
et Gemeentemuseum was er al lange tijd naar op zoek: de ‘Mondriaan-jurk’ van de Franse modeontwerper Yves Saint Laurent (1936-2008). Toen één van de wollen tricotjurken onlangs op een veiling in Parijs werd aangeboden, snelde mode-conservator Madelief Hohé naar de Franse hoofdstad. Het bleek inderdaad een echte. En die zij het liefst wilde: die met het rode vlak. In 2012 verwierf het Rijksmuseum een Mondriaan-jurk met een geel vlak voor € 30.000 bij veilinghuis Christie’s in Londen. Het Gemeentemuseum betaalde voor dit exemplaar ‘slechts’ de veilingprijs van € 5.500. Directeur Benno Tempel is enthousiast: “De jurk met één rood vlak op de linkerschouder is de meest in het oog springende, en dan hebben we ’m ook nog eens kunnen kopen voor een waanzinnig goede prijs”. Het exemplaar is afkomstig van een Zuid-Franse particulier. Tempel: “Het kan heel goed dat de dame in kwestie het zelf droeg. Dat doet overigens niet af aan de kwaliteit, vrouwen die een Saint Laurent konden betalen, hadden deze meestal aan voor een speciale gelegen-
heid. Dit specifieke model werd destijds ook door Grace Kelly gedragen”. De wollen tricotjurk is onderdeel van de najaarscollectie 1965/1966 van Yves Saint Laurent, waarbij het werk van modernistische kunstenaars uitgangspunt was. De opvallendste robes, met een patroon van rechte, zwarte lijnen, primaire kleuren en een duidelijke vlakverdeling werden ook wel ‘de Mondriaancollectie’ genoemd. Zo bracht de couturier, die zelf ook drie Mondriaan-schilderijen in bezit had, een hommage aan de beroemde kunstenaar uit de twintigste eeuw. Op het moment ligt de crèmekleurige jurk van het Gemeentemuseum in de vriezer. Volgens Tempel een standaardprocedure. “Om te voorkomen dat er straks nog beestjes in zitten”. Maar vanaf volgende week kan het publiek de jurk zelf aanschouwen. Niet doorlopend helaas, zegt Tempel. “Daarvoor is de jurk te kwetsbaar, maar de komende twee maanden wordt-ie even onderdeel van de Mondriaan en de Stijltentoonstelling”. Het wereldberoemde patroon van Yves Saint Laurent kreeg veel navolging. De Franse wielerploeg La Vie Claire (1984-1991) gebruikte de compositie voor hun outfits en het Italiaanse modehuis Mochino maakte in de jaren negentig een eigen vertolking van het ontwerp met naast de vlakverdeling ook een groot rood hart. Onlangs droeg zangeres Kate Perry in haar clip ‘This is how we do’ een
strak, glanzende Mondriaan-robe. Ook Den Haag heeft zijn eigen Mondriaanjurk, die van mode-ontwerper Michael Barnaert van Bergen. Zijn hedendaagse interpretatie hangt onder meer in het Gemeentemuseum zelf.
Yves Saint Laurent bij een Mondriaan.>Archieffoto
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
stadsmens
Cateraar Remo Cabooter greep kansen als startende ondernemer in crisistijd ‘Waar begin je aan?’ Remo Cabooter krijgt deze bezorgde reactie veelvuldig te horen als hij in 2010, hartje crisistijd, vertelt dat hij plannen heeft voor een cateringbedrijf. Zijn antwoord toen en nu: “Juist in crisistijd liggen er voor een startende ondernemer kansen die er anders niet zouden zijn geweest. Er is veel leegstand, waardoor je tegen aantrekkelijker tarieven bedrijfspanden kunt huren, je hebt geen mensen in dienst die je in een slechte tijd moet doorbetalen en er zijn geen auto’s die voor je rijden. Je begint vanaf nul en je gaat opbouwen”. Cabooter heeft nooit spijt gehad van de beslissing die hij vijf jaar geleden nam. Integendeel. Caremo Catering & Verhuur loopt zo naar wens dat hij nu ook kan uitvoeren wat hij zich in 2010 al had voorgenomen. “Ik ga door heel Zuid-Holland sportevenementen en kunstmarkten organiseren. Dat gebeurt waarschijnlijk vanaf de tweede helft van dit jaar. Van het begin af aan ben ik dat van plan geweest, maar als startende ondernemer was ik met andere zaken bezig. Nu kan ik dat oppakken”.
Remo Cabooter met enkele medewerkers. >Foto: Thomas Vahé
Zijn werkterrein is breed, vertelt hij en hij schetst een dag uit de dagelijkse praktijk. “Ik heb vorige week met drie jongens een markt van 46 kramen opgebouwd. Twee uur later was ik met veertien mensen aan het bedienen op een receptie van een ambassade. Op één dag heb je vaak zo’n diversiteit. Een bedrijf belt voor twee staantafels en tegelijkertijd
is er voor zo’n vijfhonderd mensen een feest dat we volledig inrichten, helpen organiseren en waar we uitserveren en bedienen”. Cabooter werkte vele jaren in de horeca. Hij besloot een eigen bedrijf te starten toen bleek dat er vrijwel geen horecaondernemer meer was die een vast contract wilde aanbieden. “Ik ben bescheiden begonnen
met koken en spulletjes verhuren. Ik had een citybox van zes bij drie meter, nu heb ik vierhonderd vierkante meter opslag. Dat had ik toentertijd nooit gedacht”. Kookte hij aanvankelijk zelf, nu schakelt hij koks in die zijn gespecialiseerd in de Aziatische keuken (Indonesisch, Chinees, Japans) en de mediterrane keuken (Spaans, Italiaans en Frans). “Ik heb een heel team van koks, bediening, facilitaire en huishoudelijke medewerkers om me heen. In de tijd dat ik in de horeca werkte, heb ik dat netwerk opgebouwd”. Cabooter zorgde er overigens wel voor dat hij elk onderdeel van zijn bedrijf beheerst. Zo maakte hij zelf een websitewinkel. “Ik heb me er drie maanden in verdiept hoe je zo’n website moet opbouwen. In deze tijd moet je een duizendpoot zijn. Je moet alles weten, alles kunnen en uiteindelijk huur je deskundigen in die het kunnen afmaken. Ik kan zelf koken, maar in dit bedrijf heb je op een gegeven moment professionele koks nodig”. Het assortiment voor de verhuur groeide ook in de loop van de tijd. “De eerste tijd had ik bijvoorbeeld
als servies een hotellijn en een normale versie van glazen. Toen ik in een hoger segment kwam, ben ik opnieuw begonnen. Nu heb ik alle luxe merken. Dan begint je verhuurbedrijf pas echt”. Hij kan inmiddels terugkijken op geslaagde evenementen, zoals een receptie voor driehonderd mensen in Museum Prinsenhof Delft. “Daar hebben we gecaterd voor het ministerie van Defensie. We cateren ook bij particulieren. Dat lijkt misschien makkelijk, maar er komt veel bij kijken; ze zijn vaak het meest arbeidsintensief”, zegt Remo Cabooter, die voor zowel grote als kleine opdrachten een draaiboek maakt. “Het is belangrijk om van tevoren uit te denken hoe het moet lopen”. Hij beleeft plezier aan alle aspecten van zijn vak, verzekert Cabooter. “Neem de verhuur. Soms maak je van een heel lege hal een luxe partyzaal of een vergaderruimte. Vanuit het niets bouw je iets op. Dat vind ik het mooie eraan”. Joke Korving Voor informatie: www.caremoverhuur.nl
opinie
Schijnheilig en dubbelhartig GroenLinks Door Piet Dofferhoff
Het vertrek van Mustafa Okcuoglu uit de GroenLinks-fractie heeft geleid tot schijnheilige en dubbelhartige reacties van de bestuursvoorzitter en de fractievoorzitter van GroenLinks over het besluit van hem om door te gaan als onafhankelijk raadslid (en dus zijn raadszetel te behouden). Ze verwachten dat hij zijn zetel achterlaat bij GroenLinks. Dat mag formeel juist zijn, maar moreel gezien valt hierop heel wat af te dingen. Want de voorgeschiedenis vertelt een ander, nogal pijnlijk verhaal. Okcuoglu stapte half juli 2013 tijdens het debat over het Spuiforum uit de PvdA-fractie, met behoud van zijn zetel, en ging als onafhankelijk raadslid verder. Niet lang daarna zocht hij toenadering tot de driekoppige fractie van GroenLinks. De liefde kwam van twee kanten. Mustafa Okcuoglu werd in het najaar van 2013 door de ledenvergadering op nummer twee van de kandidatenlijst voor de naderende raadsverkiezingen gezet. En niet lang daarna trad hij toe tot de fractie van GroenLinks. De toenmalige fractievoorzitter David Rietveld en de fractieleden Inge Vianen en Arjen Kapteijns staken hun enthousiasme hierover niet onder stoelen of banken. Ikzelf heb toen als afdelingsvoorzitter bezwaar gemaakt tegen de gang van zaken, want dit riekte naar zetelroof. Maar lijsttrekker Inge Vianen noch andere GroenLinks-leden (onder wie vrijwel alle huidige bestuursleden) hebben ooit gerept over zetelroof. Het enthousiasme bij Okcuoglu taande snel, vooral door toedoen van lijsttrekker Vianen. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014, toen Inge Vianen en Mustafa Okcuoglu samen de GroenLinks-fractie vormden, nam de onderlinge spanning alleen maar toe. In de woorden van Okcuoglu in zijn persbericht ‘door de onverzoenlijke en niet op samenwerking gerichte houding van fractievoorzitter Inge Vianen’. Dit werpt toch een ander licht op de zaak. Als je fractievoorzitter je mederaadslid herhaaldelijk passeert en negeert, dan wordt het je feitelijk onmogelijk gemaakt om als raadslid optimaal te functioneren. Dan is er eerder sprake van een noodgedwongen vertrek als gevolg van een verziekte sfeer. En blijkbaar ben je na het opstap-
> Foto: Capital Images
pen vanuit een andere fractie met behoud van zetel (in dit geval de PvdA) bij GroenLinks meer dan welkom, maar als het de eigen partij/fractie gebeurt, dan zijn de rapen ineens gaar. Typisch een geval van met twee maten meten. De krokodillentranen over het vertrek van Mustafa Okcuoglu doen dan ook zeer ongeloofwaardig aan. Het bestuur en de fractievoorzitter zeggen in een verklaring dat ze ‘zich in het geheel niet herkennen in de aantijgingen van Okcuoglu aan het adres van fractieleider Inge
Vianen’. Dan ben je doelbewust ziende blind en horende doof. Want de kritiek van het vorige bestuur en andere leden (en nu ook van Mustafa Okcuoglu) was juist aanleiding voor de door de ledenvergadering in juli 2014 aangenomen aanbeveling dat de fractievoorzitter het komende jaar een traject van persoonlijke coaching ingaat, gericht op het versterken van verbindende en communicatieve kwaliteiten. Blijkbaar heeft deze aanbeveling geen enkel effect gehad en zelfs averechts gewerkt.
De opstelling van bestuur, fractievoorzitter en andere GroenLinks’ers leidt af van de werkelijke problemen bij GroenLinks. De leden kunnen beter de hand in eigen boezem steken en de werkelijke oorzaak van de problemen wegnemen. Zolang de leden de fractievoorzitter de hand boven het hoofd houden, zullen de afbraak en leegloop doorgaan. Piet Dofferhoff, oud-voorzitter GroenLinks Den Haag
5
actueel<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
‘Alleen Dick Advocaat kan ADO redden’
De vette worst van Mark ADO’s grootaandeelhouder Mark van der Kallen gaat er nog altijd vanuit dat de overname door het Chinese bedrijf United Vansen doorgaat. Niet veel mensen delen die mening. Bovenal is de vraag relevant wat ADO er eigenlijk mee opschiet. Door Arnout Verzijl
Zeg eens eerlijk: wat zou u doen voor acht miljoen? Multimiljonair Mark van der Kallen gaat er in ieder geval ver voor. Wat is het geval? Hij kan zijn voetbalclub met ruim zeven miljoen euro winst doorverkopen. Hij stelt hiervoor in het voorjaar van 2014 contracten op, onderhandelt en maakt het nieuws in juni wereldkundig. Hij spint als een tevreden lapjeskat bij de open haard en denkt dat de Chinese hemel hem miljoenen zal openbaren. Maar dan. Deadlines verstrijken. Gaat het wel door? Statements worden harder. Toezeggingen opnieuw gedaan. En toch weer niet. Deadlines worden opgeschoven, de piketpaaltjes herpositioneerd. De geloofwaardigheid daalt tot beneden de boomgrens als de laatst gestelde harde deadline, die van 31 december 2014, ook wordt overschreden. Een dag later komt Van der Kallen terug van zijn stelling de stekker eruit te trekken. Hij blijft stug verkondigen dat het allemaal goed komt. ‘Recentelijk heeft United Vansen aangegeven op korte termijn tot betaling te zullen overgaan, eerdere belemmeringen daarvoor in China zijn weggenomen’. Zeg eens eerlijk. Gelooft u het nog? “Ik ben vanaf het begin zeer sceptisch geweest”, zegt ADO-coryfee en oud-speler Aad Kila. In augustus heb ik bewust een uitnodiging naast me neergelegd om met oud-spelers te praten over wat de Chinezen zouden moeten gaan doen. Er was nog niks getekend, dus waarom praten? Anderhalve maand geleden sprak ik met ADO-directeur Maarten Fontein. Hij zei dat het binnen twee weken geregeld zou zijn. Niet dus. Maar
> Illustratie: Diederik Gerlach
ik kan echt geen antwoord geven op de vraag of het alsnog goedkomt. Van mensen die er veel dichterbij zitten, begrijp ik van wel. Maar het duurt al bijna zeven maanden. Mag ik er dan mijn bedenkingen bij hebben”? Even een kort resumé. Medio juni veroorzaakte ADO een schokgolf die het vaderlandse voetballandschap op
haar grondvesten deed schudden. Het Chinese United Vansen zou de nieuwe eigenaar van de traditionele Haagse eredivisieclub worden. De grote deal was sowieso goed voor de portemonnee van Van der Kallen, maar zou ook een verrijking voor ADO betekenen. Forse investeringen in de jeugdopleiding en de selectie van het eerste
elftal werden toegezegd. Maar hoeveel zijn die beloftes waard nu we alweer ruim zes maanden en minstens zoveel toezeggingen verder zijn en er nog steeds geen ene Yuan is overgeboekt vanuit China? Dat Van der Kallen blijft happen naar zijn vette worst begrijpen we wel. Maar wat schiet ADO er feitelijk mee op? “Dat interesseert Van der Kallen geen worst”, zegt Kila. “Natuurlijk hoopt hij dat het goed gaat, maar als hij zijn geld binnen heeft, is hij weg”. Zolang het geld voor Van der Kallen er niet is, hoeft ADO al helemaal op geen financiële injectie te rekenen. Op korte termijn kan dat de positie van het eerste elftal negatief beïnvloeden. ADO draait niet lekker, degradatie vormt een reële bedreiging. “Maar dat ligt niet aan de Chinese toestanden. Het elftal is niet in balans. Het hangt als los zand aan elkaar. Als we dit jaar uit de gevarenzone willen komen, hebben we twee versterkingen nodig. Een leider en een breker op het middenveld. Nu heb je teveel dezelfde types. ADO is net zo ver als vorig jaar onder trainer Maurice Steijn, vlak voordat die ontslagen werd”. Er is weinig duidelijk over de toekomstige koers die ADO gaat varen, al dan niet onder Chinese vlag. Het aanblijven van Fontein, die zijn contract verlengde, duidt op continuïteit. Een positieve wending omdat de club behoefte heeft aan rust en structuur. Kila: “Het belangrijkste is het eerste elftal. Al jaren vallen de prestaties tegen. Daar gaan dingen niet goed. De enige redding is dat Dick Advocaat technisch directeur wordt. Hij heeft een enorm netwerk en veel ervaring. Hij kan de technische kant van ADO Den Haag neerzetten. De club moet af van alle vriendjes en bekenden en een compleet nieuwe organisatie neerzetten. Dick ligt als Hagenaar overal goed. Geef hem een vrijbrief”. Of de Chinezen er net zo over denken, als ze al komen, is de vraag. Kila heeft er niet veel vertrouwen meer in. “Tot nu toe is er niks van uitgekomen. En een Chinees kan de cultuur van ADO niet veranderen”.
Slechts één verbeterpunt! De Horst, namelijk de diepe moddersporen langs en in een van de paden. Wel heb ik verteld dat in overleg met wijkbewoners veranderingen in het park zijn aangebracht en dat wij als Wijkberaad Mariahoeve daar tevreden over zijn. Het wijkpark werd eerst nauwelijks gebruikt door de bewoners, ze voelden zich onveilig. Er waren soms alcoholisten en hangjongeren te vinden. Veel inwoners van Mariahoeve willen dat het parkje een veilige centrale plek in de wijk is: we hebben 67 nationaliteiten en onderlinge contacten zijn belangrijk. De aangebrachte veranderingen maken dat het park weer door de wijkbewoners wordt gebruikt.
Sommige bomen in het park waren slecht, zelfs dood, en zijn gekapt. De sterke bomen hebben nu licht, ruimte en voeding. Bij het bejaardenhuis aan de rand van het park waren grote verwaarloosde struiken, in overleg met bewoners van het huis zijn deze weggehaald en worden er nieuwe geplaatst. De mensen kunnen weer uit het raam kijken en daar zijn ze blij mee. Wij zijn blij dat er nu een vlinder/bijentuin, een moestuin en een aangelegde paddenpoel zijn. Het parkje is veel toegankelijker geworden, kinderen spelen er, men werkt samen in de moestuin, er zijn nu veel meer contacten tussen wijkbewoners. Dit is allemaal geïnitieerd door bewoners zelf en
Er komt dit jaar geen nieuwjaarsreceptie op het Stadhuis. De gemeente heeft de honderdvijfentwintig duizend euro die zij normaal uitgeeft aan dit evenement, al besteed aan de vuurwerkshow tijdens Oud en Nieuw. Volgens de woordvoerder van de burgemeester heeft Jozias Van Aartsen de wens om van de vuurwerkshow een traditie te maken, maar of dit het einde betekent van de nieuwjaarsreceptie durft hij niet te zeggen. “Feit is wel dat je in het stadhuis vijftienhonderd man kwijt kan, terwijl bij de vuurwerkshow meer dan tienduizend mensen aanwezig waren”. De vuurwerkshow kostte in totaal 2,5 ton. Het overige budget komt volgens de woordvoerder uit ‘diverse andere potjes’. Ook de culturele nieuwjaarsborrel vindt dit jaar geen doorgang. Kunst- en architectuurcentrum Stroom dat meestal het voortouw neemt, liet het deze keer over aan andere partijen. Maar volgens de woordvoerder van Stroom ‘werd de bal niet opgepakt’. Redenen zijn ‘een te druk programma en de hoge kosten’. Stroom verwacht dat de culturele nieuwjaarsborrel volgend jaar wel weer wordt georganiseerd.
Recordjaar voor Filmhuis In 2014 bezochten ruim 165.000 mensen het Filmhuis aan het Spui en de extra zaal in Theater Dakota. Dat zijn er 15.000 meer dan het jaar daarvoor. De groei is volgens de organisatie vooral te danken aan de verruimde openingstijden van het Filmhuis aan het Spui, dat op werkdagen al om 09.00 uur opent. Populaire films die het afgelopen jaar draaiden, waren onder meer ‘Deux jour, une nuit’ en ‘La grande bellezza’, die nog steeds is te zien. Ook het Oost-Europese filmfestival ‘Eastern Neighbours’ en het ‘Movies that Matter Festival’ trokken veel bezoekers naar het Filmhuis, net als andere speciale programma-onderdelen zoals ‘Grunberg kiest’ en ‘Final Cut’. In de voormalige bibliotheek is een nieuwe educatieve ruimte ontwikkeld voor de circa 12.000 scholieren die het Filmhuis jaarlijks bezoeken.
Si-Pentje beste toko
uw mening
Het artikel over Wijkpark De Horst Mariahoeve in Den Haag Centraal van 2 januari is eenzijdig en geeft alleen de mening weer van de heer Nico Schouten. Zelf word ik geciteerd in mijn functie van bestuurslid van het Wijkberaad Mariahoeve, maar wel onjuist. Van mijn verhaal aan de journalist is nauwelijks iets in uw artikel terug te vinden. Er wordt gesuggereerd dat in de wijkwandeling van het wijkberaad met bewoners in november (de zogenaamde Blik op de Buurt) dertig verbeterpunten in het wijkpark zijn gevonden. Dat klopt niet, wij hebben dertig verbeterpunten in de wijk Mariahoeve gevonden, waarvan slechts één betrekking heeft op park
Geen borrels voor nieuwjaar
de gemeente heeft dit gefaciliteerd, in goed overleg met een actieve groep mensen die juist veel geeft om plant, dier en ecologie. Susan van der Heide, Den Haag
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
Toko Si-Pentje aan de Merkusstraat is volgens Indoweb.nl de beste toko van Nederland. De Indische en Indonesische nieuwssite maakt jaarlijks een top 50 van beste toko’s. Si-Pentje eindigde in 2014 al op de tweede plaats. Den Haag en omstreken doet het sowieso goed: op de derde plaats in de top 50 staat toko Menteng in Voorburg, op de vijfde plaats Toko Sawa Indonesian Food op de Frederik Hendriklaan en als elfde eindigt Pasar Makan in Rijswijk. Ook maakte Indoweb.nl de beste Indonesische restaurants bekend. De hoogste Haagse notering is voor Keraton Damai. Dit restaurant aan de Groot Hertoginnelaan eindigde op de vijfde plaats. Nummer één is restaurant Bandoeng in Oost-Souburg.
advertentie
DITIE! aay, EUME eggie B JUBIL g n o , R n Dis, tr s m r ren A an va an, Met Ka ruma, Adria Grossm s, Ian Bu esco, David n a tm r n He O. Fr ård, Louise rt, Stefa n ’t Ha l Ove Knausg , te r a a r k M a la K o , P e ijn ina Bas He Leod, N k e.v.a. c M ia c Cynth o ybrou Van Re ristina Branc David C . .a o van z III Muziek ky Fon en Luc
winternachten - het mooiste internationale literatuurfestival
do 15 t/m zo 18 januari 2015
theater aan het spui | filmhuis den haag
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
foto’s uit het haags gemeentearchief
‘Varkensneus’ als vakantieverblijf? In het begin van de jaren zestig van de vorige eeuw was het op de Badhuiskade, de Havenkade en de Seinpostkade in Scheveningen een drukte van belang met veel caravans en tot woonwagen omgebouwde autobussen, al dan niet in rijdbare staat. In het toen nog niet gedempte kanaal lagen allerlei pleziervaartuigen. De bewoners van de caravans en autobussen op de kades waren een mengeling van vakantiegangers, woningzoekenden en Roma. De krant De Tijd-Maasbode van 28 juni 1962 berichtte uitvoerig over deze situatie. De bewoners van de huizen aan de kaden klaagden bij monde van de heer Den Dulk in de Haagse gemeenteraad. Hij sprak van een ‘schandvlek op de badplaats’. Desgevraagd gaf de toenmalige wethouder van openbare werken aan dat tegen de bewoners niet kon worden opgetreden, omdat het niet om woonwagenbewoners ging, maar om bewoners van caravans en deze vielen niet onder de Woonwagenwet. Overigens stonden er niet alleen caravans, maar ook ruim honderd gammele bussen. Dit afgedankte materieel was bij een aantal ondernemende Hagenaars, door de heer Den Dulk ‘woonwagenmelkers’ genoemd, geliefd, want de bussen konden nog jaren dienstdoen als vakantieverblijf in Scheveningen. Als we Het Vrije Volk van 10 februari 1967 mogen geloven, brachten de bussen in de verhuur tijdens het zomerseizoen tussen
de honderd en honderdvijftig gulden per week op. Maar het kon ook veel goedkoper. Hetzelfde artikel citeert een vrouw van een onderwijzer, die het heerlijk vond in haar oude autobus, gehuurd voor vijftien gulden per week, en waarin zij de hele zomer verbleef. Of de bewoners van de autobus op de foto ook vakantiegangers waren, is de vraag. De man is namelijk met een kwast in de hand bezig met schilderwerk. Opvallend aan de bus is de rustieke houten tweedelige deur. Nadere bestudering van de foto leert nog dat de bus in ieder geval rijkelijk was voorzien van keukengerei. Zo zien we door de voorruit een set opscheplepels en een driepits petroleumstel schemeren. De bus op de foto is een Chausson gemaakt in Frankrijk. Het bedrijf Chausson werd opgericht in 1907 en ging zich vanaf 1942 toeleggen op de bouw van autobussen. Door de uitpuilende grille kreeg de bus de bijnaam ‘nez de cochon’, ofwel ‘varkensneus’. In 1947 leverde Chausson 110 bussen aan Nederlandse bedrijven. Daaronder bevond zich ook de HTM, die er veertien stuks van bestelde. De importeur Adriaan Beers was gevestigd in Den Haag en kon de bussen naar verluidt ook snel leveren. Hiermee kon de HTM het gebrek aan materieel waar men kort na de oorlog mee te kampen had, redelijk opvangen. Hoewel met de bus op de foto een standplaats in Scheveningen was inge-
Chausson-autobus omgebouwd tot woonwagen bij de Havenkade hoek Dirk Hoogenraadstraat, omstreeks 1960. >Foto: Fotoburo Thuring
nomen, heeft hij nooit dienstgedaan bij de HTM. Dit exemplaar, met het kenteken NB-53-20, werd in 1946 geleverd aan De Harde’s Tours in Amsterdam, waar de bus vijf jaar dienstdeed. Daarna reed Trio Tours er nog eens vijf jaar mee, voordat hij in 1956 werd afgevoerd. Eigenlijk is deze autobus geen woonwagen, maar een camper avant la
lettre. Opmerkelijk is dat Chausson sinds 1959 geen bussen meer maakt, maar nu geheel en al gespecialiseerd is in de fabricage van campers en op dit gebied tot de marktleiders van Europa behoort. Wie vandaag de dag een ‘varkensneus’ wil zien, kan terecht in het Haags Openbaar Vervoer Museum in de voor-
malige HTM-remise Frans Halsstraat. Daar staat een Chausson van de Stichting Haags Bus Museum, afkomstig uit Frankrijk, gerestaureerd en in de stijl gebracht van de oude HTM-bus 48. Henk Duits www.denhaag.nl/haagsgemeentearchief
advertentie
Eén naam voor de grote merken in elektronica en witgoed.
7
actueel<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
Boek met caleidoscopisch beeld van geschiedenis Zeeheldenkwartier
Met de Titanic zonk ook het meubilair van Mutters
H
Door Casper Postmaa
et beschrijven van de kleine geschiedenis, de eigen familie, de eigen omgeving, de historie van het familiebedrijf, heeft de laatste jaren een grote vlucht genomen, niet in de laatste plaats omdat er een behoorlijke markt voor is. Bewonersorganisatie De Groene Eland, die opkomt voor de belangen van het Zeeheldenkwartier, bewijst met een caleidoscopisch boek over de wijk waarom het vastleggen van ‘petite histoire’ uitermate interessant kan zijn. In een boek van ruim 300 pagina’s wandelt het collectief van auteurs door de historie van de 19de-eeuwse wijk. In het hoofdstuk ‘Algemene geschiedenis’ is wel degelijk oog voor de grote lijn, maar vooral de verhalen over winkels, bedrijven, bewoners en ontwikkelingen binnen de wijk boeien door de fijnmazigheid van de informatie waardoor een meer dan gemiddelde diepgang is ontstaan. Dat komt met name omdat de schrijvers hun informatie niet alleen uit archieven haalden, maar ook bij bewoners en ondernemers langsgingen en de geschiedenis uit hun mond optekenden. Als, bijvoorbeeld, minutieus wordt ingegaan op het verleden van de drie generaties Pardon die in het Zeeheldenkwartier verf aan de man brachten, borrelt de anekdote op over Piet Pardon die het aan de stok krijgt met zijn buurvrouwen in de Van Galenstraat. Zij zijn bang dat Pardons flessen met propaangas ontploffen. Om hun klachten kracht bij te zetten reizen de dames af naar het stadhuis aan het Burgemeester de Monchyplein waar zij met de beroemde paternoster worden geconfronteerd. Dat is een lift zonder deuren, die nooit stilstaat, maar als een lopende band langs de etages draait. Voor de dames een onbekend fenomeen, erin lukt nog wel, maar eruit durven ze niet. Pas nadat ze zich drie keer als een carrousel door het stadhuis zijn gedraaid wagen ze de sprong. Het boek staat vol met dit soort heerlijke verhaaltjes, die je alleen kunt opdiepen als je de levende geschiedenis raadpleegt, de bewoners. Overgangswijk In het perspectief van de Haagse stedenbouwkundige geschiedenis is het Zeeheldenkwartier een opmerkelijke wijk omdat zij niet tot het veen of het zand wordt gerekend, maar het stempel ‘overgangswijk’ heeft gekregen. Dat was al zo in de negentiende eeuw toen de gegoede klasse zich in de Zeestraat vestigde waar ook warenhuis ‘De Groote Koninklijke Bazar’ met zijn sprookjesachtige tuinen goede zaken deed. Ook het Prins Hendrikplein en Bazarstraat waren voorname plekken. De andere kant van de wijk, rond de Hemsterhuisstraat, ontwikkelde zich heel anders. Er woonden grote gezinnen en er was sprake van armoede. Mede dankzij de levendige bedrijvigheid in de buurt hield dat voor Den Haag unieke gemengde karakter lang stand, al waren er hoogteen dieptepunten. Vooral in de decennia na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van verval dat pas in de jaren zeventig tot staan is gebracht als de stadsvernieuwing vruchten afwerpt. De opkomst van wijkvereniging De Groene Eland in diezelfde tijd, heeft er voor zorggedragen dat het historische profiel van het Zeeheldenkwartier grotendeels stand heeft gehouden. De afgelopen vijftien jaar gaat het opmerkelijk goed met de wijk waar zich antiquairs, delicatessenwinkels en andere speciaalzaken hebben gevestigd en waar het goed eten en drinken is. Vooral jongeren wonen er graag, maar in de populairste straten is dat door de forse stijging van de huizenprijzen lang niet meer voor iedereen weggelegd. Het Zeeheldenkwartier heeft daardoor vooral de laatste jaren de status van yuppenbuurt gekregen, maar nog
Het postkantoor is bijna uit het stadsbeeld verdwenen, maar in de jaren dertig waren ze nog een veel bezocht knooppunt van communicatiemiddelen. Op de foto het postkantoor aan het Prins Hendrikplein in 1934. > Foto: Haags Gemeentearchief
steeds is er geen sprake van een monocultuur zoals in Benoordenhout of Vogelwijk. Mutters Een apart hoofdstuk is ingeruimd voor de geschiedenis van meubelfabriek H.P. Mutters en Zoon, waarvoor in 1866 de eerste steen werd gelegd op een weiland waar nu het Piet Heinplein ligt. Fabriek en directeurswoning (waarvan de gevel een kopie van het Mauritshuis was) vormden een belangrijk industrieel Haags monument, de sloop ervan in 1975 op last van wethouder W.H. Nuij (PvdA, stadsvernieuwing) lokte felle reacties uit in de stad. Er waren wel verzachtende omstandigheden, de stagnerende, eigenlijk nog niet op gang gekomen stadsvernieuwing, noopte bestuurders om eindelijk tot daden over te gaan, maar zelfs in dat licht was de sloop van Mutters een bot en kortzichtig besluit. De opsomming van wat de fabriek onder leiding van zesmaal een Herman Pieter Mutters tot stand bracht, is indrukwekkend. Als Mutters in 1896 het meubilair en het timmerwerk mag leveren voor de ‘Rotterdam’ van de Holland-Amerika Lijn, die wordt gebouwd op de werf van Hartland & Wolf in Belfast, stoot de fabriek door naar de internationale markt. Een lange reeks oceaanstomers bevaart in die jaren de oceanen met luxe-meubels van Mutters aan boord, zo ook de vermaarde Tita-
nic, die in 1912 bij Groenland op een ijsberg liep en zonk. Pas veel later, in 1970, is het ook met Mutters gedaan, de Rotterdamse concurrent De Klerk Binnenbouw neemt de zaak over en in 1975 gaat de fabriek tegen de grond om plaats te maken voor een niet zo mooi flatgebouw. Verderop vertelt het boek nog over de jaren dat The Golden Earrings op een etage van Mutters oefende en in één adem krijgen we de gehele popgeschiedenis van de wijk gepresenteerd. Anouk woonde in het Zeeheldenkwartier, evenals Mariska Veres, platenmaatschappij Polydor, later Polygram, groeide er uit tot een befaamd poplabel en ontwerper Piet Wiggers (hoek Piet Heinstraat/Barentszstraat) ontwierp de hoesjes en schreef popgeschiedenis door in zijn studio het logo van A BA te bedenken. En zo blijft het boek anekdotes en weinig bekende feiten en feitjes op aantrekkelijke wijze, mooi geïllustreerd, aan elkaar rijgen. Niet alles is perfect, soms is een naam verhaspeld, of een jaartal verkeerd, maar het boek laat je niet los door de grote verscheidenheid aan onderwerpen en het bijzondere oog voor details. ‘Zeeheldenkwartier, Haagse wijk met vele gezichten’, diverse auteurs, redactie Peter Riemersma, ISBN 978-90-9027848-3. Uitgave van Bewonersorganisatie Zeeheldenkwartier ‘De Groene Eland’, prijs: € 15,‒. Verkrijgbaar bij De Groene Eland, Elandstraat 88a en bij Pardonverf, Piet Heinstraat 107.
advertentie
KOMMIL FOO GAAT SOLO in Diligentia
✩✩✩✩ ‘Duizend Man Sterk is Vlaamse Kleinkunst op zijn best’ - de Volkskrant -
Na hun succesvolle voorstelling ‘Breken’ staan Mich & Raf Walschaerts voor het allereerst met een solovoorstelling in Theater Diligentia.
MICH WALSCHAERTS MET DUIZEND MAN STERK DONDERDAG 22 JANUARI THEATER DILIGENTIA
RAF WALSCHAERTS MET JONGEN TOCH DONDERDAG 26 FEBRUARI THEATER DILIGENTIA
✩✩✩✩
‘Surrealistische strijd tussen lust en intellect subliem verbeeld’ - Het Parool -
Mis deze bijzondere en muzikale theaterervaring niet en koop nu kaarten via: www.diligentia-pepijn.nl ©Emilie Vercruysse
©Lieven Dirckx
8>boeken
Het beste boek van 2014
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
De medewerkers van boekhandel Paagman maakten een gevarieerde selectie van twaalf titels die kans maken te worden gekozen tot het beste boek van 2014. De hele maand januari kunt u stemmen op één van deze boeken (zie de coupon op pagina 2). Om het gemakkelijk te maken, geeft Den Haag Centraal van elk geselecteerd boek een resumé. Als uw favoriet niet in dit lijstje voorkomt, kunt u ook een eigen voorkeur aangeven voor het beste boek dat het afgelopen jaar verscheen. Stemmen kan digitaal op www.paagman.nl/ besteboek2014 en www.denhaagcentraal. net of via de stembussen in de winkels van Paagman en in de Centrale Bibliotheek.
‘Een weeffout in onze sterren’
‘Gouden jaren’ – Annegreet van Bergen –
D
e eerste verkeersdrempel in Nederland werd naar verluidt eind jaren 70 aangelegd in het ogenschijnlijk rustige dorpje Lage Vuursche. Het was een particulier initiatief van prins Claus. Die had er zo genoeg van dat zijn schoonvader prins Bernhard met grote snelheid de oprijlaan van Kasteel Drakensteyn op kwam scheuren, dat hij er daar een paar liet aanleggen. Het is een van de vele anekdotes in het boek ‘Gouden jaren’. Van Bergen beschrijft daarin hoe drastisch ons materiële leven de afgelopen vijftig jaar is veranderd. Dat gaat van het gebruik van wc-papier in plaats van krantenpapier na het toiletbezoek tot de impact van de televisie op ons dagelijks leven. Alles thematisch gerangschikt en gelardeerd met concrete voorbeelden en herinneringen. Eten, wonen, kleding, onderwijs, mobiliteit en communicatie, het komt allemaal aan bod. De duiding zit in de inleiding. ‘Tussen 1948 en nu is het inkomen per hoofd verviervoudigd. Dat is meer dan de vermaarde Gouden Eeuw en een volstrekt unicum in de economische geschiedenis’. Een gepensioneerde anno 2015 leidt een leven dat oneindig veel luxer is dan hij vijftig jaar geleden zou durven te dromen. Van Bergen haalt een oud-gemeenteambtenaar aan die verandert ‘in één brok woede’ als de pensioenkorting van het ABP ter sprake komt. Dit boek is een reactie op de klaagcultuur in Nederland. We hebben het nooit beter gehad dan nu, lijkt de boodschap.
D
– John Green –
e roman ‘Een weeffout in onze sterren’ vertelt het verhaal van de 16-jarige Hazel Grace Lancaster. Hazel lijdt aan schildklierkanker en is door haar artsen al drie jaar geleden opgegeven. Dat ze nog in leven is, heeft Hazel te danken aan een experimenteel medicijn dat haar kanker enigszins lijkt tegen te gaan. Bij een praatgroep voor jonge kankerpatiënten ontmoet ze Augustus, die botkanker heeft overleefd ten koste van een van zijn benen. Vanaf de eerste ontmoeting voelen Hazel en Augustus zich tot elkaar aangetrokken, maar de kanker staat een stabiele liefdesrelatie in de weg. Door de altijd aanwezige dreiging van de dood kan al te veel binding op een later moment tot veel pijn leiden, beseffen zij beiden. De gedeelde passie voor het boek ‘Een vorstelijke beproeving’ leidt Hazel en Augustus – ondanks hun ziekte – naar de wonderlijkste avonturen, die zich niet alleen in de Verenigde Staten maar ook deels in Amsterdam afspelen. ‘Een weeffout in onze sterren’, dat behalve een portret van de jonge kankerpatiënt evenzeer een liefdesgeschiedenis is, werd door Time Magazine uitgeroepen tot boek van het jaar.
‘Bres’
H
– Jan Dijkgraaf –
enk Bres verwierf vooral bekendheid door zijn deelname aan het televisieprogramma ‘Het Lagerhuis’. Door zijn spreek- en discussiestijl profileerde hij zich als man van de straat, die in plat Haags ‘zei waar het op stond’. In het boek ‘Bres’ heeft Jan Dijkgraaf het levensverhaal opgetekend van deze ‘kale kolos’, die in het verleden actief was als voetbalhooligan, seksclubeigenaar, drugsdealer en actievoerder. In het boek gaat vooral veel aandacht uit naar het voetbal, en naar Bres’ liefde voor ADO Den Haag. Talloze verhalen worden opgerakeld over knokpartijen waaraan hij als hooligan deelnam, en over de vele conflicten tussen het bestuur en de supporters van de club. De andere grote liefde van Bres, zijn vrouw ‘Corretje’, is ook voortdurend aanwezig in het boek, maar altijd bescheiden op de achtergrond. Lezers die geïnteresseerd zijn in het persoonlijk leven van Henk Bres, of in wilde verhalen over de fanatieke supporterskern van ADO Den Haag, zullen waarschijnlijk smullen van dit boek. Alle andere lezers kunnen het wellicht beter ongelezen ter zijde schuiven.
‘Power Food’
Z
e mag dan misschien minder bekend zijn dan haar oudere zus Doutzen, als healthcoach timmert de Friese Rens Kroes op haar manier aan de weg. De voorliefde voor gezonde voeding kreeg ze met de paplepel ingegoten: opa was een biologische boer, oma een kruidenvrouw en moeder een voedingsdeskundige. Rens, die tegenwoordig een eigen foodcoachingpraktijk runt, verklapt in haar nieuwste boek ‘Power Food’ haar favoriete gerechten, zoals ontbijtmuffins, quinoa-sushi en boerenkoolchips. Achterin staan de sapjes en smoothies plus een uitleg van de ingrediënten. De grotendeels vegetarische recepten zijn vrij eenvoudig te maken. Op een worteltje bijten hoeft niet van Rens. Zoete aardappelpatat met mayonaise mag best, zolang de mayo maar zelfgemaakt is. En een chocotaart is eveneens geen probleem, als we dan maar ahornsiroop en dadels in plaats van suiker gebruiken. Rens toont ons haar strakke buik in ‘Power Food’, maar een happy life krijg je volgens haar niet met een crashdieet. Dat kan alleen via de ‘holy triangle’: gezonde voeding, voldoende beweging en gelukkig leven.
‘Ik ben Pelgrim’
S
– Terry Hayes –
cott Murdoch is uit dienst getreden als spion van een uiterst geheime Amerikaanse inlichtingendienst. Na zijn carrière als spion schreef hij een innovatief boek over forensische onderzoeksmethoden. Als in een obscure hotelkamer in New York een vermoorde vrouw wordt gevonden, wordt een beroep gedaan op Murdoch. Al snel valt hem op dat de dader zijn boek heeft gebruikt om alle sporen zorgvuldig uit te wissen. Tegelijk volgen we het verhaal van een Arabier, bijgenaamd de Saraceen, die op jonge leeftijd moest toezien dat zijn vader werd onthoofd. De Saraceen bekeert zich tot de radicale islam en is uit op wraak. Hij beraamt een terroristische aanslag op zijn grote vijand Amerika en probeert daartoe een zeer besmettelijk virus te ontwikkelen. De Amerikaanse overheid stuurt de beste spion die hun ter beschikking staat: Scott Murdoch, codenaam ‘Pelgrim’. De klopjacht op de Saraceen voert Murdoch over de hele wereld, en mondt uit in een titanenstrijd tussen een zeer ingenieuze terrorist en een geniale Amerikaanse spion. ‘Ik ben Pelgrim’ won de Crimezone Award voor beste thriller van 2014.
‘Nijntje an zei innut Haags’
N
– Rens Kroes –
– Dick Bruna en Marnix Rueb –
ijntje. Wie kent het lieve konijntje van Dick Bruna niet? Nu is er ook ‘Nijntje an zei innut Haags’. Vertaald door de onlangs overleden Marnix Rueb. Rueb, bedenker van stripfiguur Haagse Harry. Nijntje ‘naah de dùinûh ennut stgand’ is kleurrijk getekend door Bruna, maar het is de humor van Rueb die dit werk aanstekelijk maakt. Vadâh plùis tegen Nijntje: ‘Maak maah un heil graut fogt dan zal ík kèkûh offut wel heil sterrek en steivag wogt’. Aan het eind moet Nijntje naar huis. ‘Wat jammâh nâh, riep Nijntje ùit, ik ben nog ech nie moe, maah in de wage, ondâhweg viele d’r lùikies toe’. Een aanrader voor iedereen die wat met de Haagse taal heeft.
9
boeken<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
‘De stamhouder’
I
– Alexander Münninghoff
n Haagse journalistieke kringen was al langer bekend dat de jonge jaren van journalist/schrijver Alexander Münninghoff kleurrijk en dramatisch waren. Een puissant rijke grootvader in Letland, zijn vader bij de SS, hijzelf in de oorlog geboren in Polen, maar het fijne wist niemand ervan. In het boek ‘De stamhouder’ legt Münninghoff, medewerker van deze krant, het leven van zijn familie bloot. Het is een ongelooflijk verhaal over bedrog, verraad, hartstocht en ondergang, waarbij je je als lezer steeds afvraagt hoe het mogelijk is dat de schrijver er zelf ongeschonden vanaf is gekomen. Want van kinds af aan dreef hij als een licht dobbertje mee op een woeste zee van botsende belangen. Het leverde een prachtig en niet zelden ontroerend boek op, dat al is bejubeld door schrijvers als Anna Enquist (‘Een overweldigend boek’) en Maarten ’t Hart (‘Een verbijsterend boek. Heel goed, bijna achteloos geschreven. Je weet niet wat je overkomt als je het leest’). Kortom, een boek dat een bekroning waard is.
‘Een dwaze maagd’ – Ida Simons –
H
et lijkt wel of alle Nederlandse uitgeverijen bezig zijn hun zolder op te ruimen. Naarstig zijn ze er op zoek naar ‘vergeten meesterwerken’. Hans Keilson, John Williams, noem maar op, en vorig jaar werd dus ook Ida Simons herontdekt. Ze publiceerde haar boek in 1959 en overleed een jaar later. Het boek werd kort bejubeld, maar toch al snel vergeten. ‘Een dwaze maagd’ vertelt het verhaal van het Joodse meisje Gittel dat wordt geboren in Antwerpen en opgroeit in Scheveningen en Den Haag. Haar vader is een gemankeerde koopman (‘een schlemiel’) die zijn gezin voortdurend op het randje van de armoede laat balanceren. Enkele jaren wonen ze in Berlijn, maar in 1923 keren ze terug naar Den Haag. Als de moeder van Gittel vanwege spanningen tussen haar en haar man het thuis niet uithoudt, vertrekt ze met haar dochter voor weken of maanden naar Antwerpen, om daar bij haar familie te logeren. Daar verkeren ze in een bonte, Joodse, Antwerpse gemeenschap. Aan excentrieke figuren geen gebrek. De 14-jarige Gittel is vooral bezig met haar pianostudie. Ze ontwikkelt een bijna obsessieve vriendschap voor de twee keer zo oude Lucie, de dochter van een bevriende, rijke koopman. Wat anno 2015 vooral opvalt aan dit boek, is de nuchtere jaren 50-benadering van de vooroorlogse jaren. Simons schrijft geen slachtofferverhaal, noch wil ze vertellen hoe erg het toen was. Niemand krijgt ergens de schuld van. Dat zou later allemaal nog gedaan worden, vaak door schrijvers die minder begaafd waren dan Simons.
‘Made in Europe, de kunst die ons continent bindt’ – Pieter Steinz –
M
‘
ade in Europe’ is een lofzang op de Europese cultuur. Steinz bespreekt honderd ‘iconen’ uit de klassieke kunsten, aangevuld met enkele van daarbuiten, zoals het totaalvoetbal en het periodiek systeem der elementen. Hij vat cultuur breed op. Daarnaast bespreekt hij talloze ‘subiconen’. In een vijftal kaarten zijn de culturele verworvenheden geografisch aangegeven. Architectuurgeschiedenis van het Parthenon tot Rem Koolhaas, een literaire bedevaart route van het Troje van Odysseus tot het Dublin van Ulysses. Je zou kunnen proberen de logica van Steinz te volgen, maar mij lukte dat niet. Ik sloeg het boek willekeurig ergens open en las het hoofdstuk over Dada en Punk. Vervolgens het aansluitende korte stuk over popart. Het daaropvolgende hoofdstuk ging over de poëzie van Dante, dat overigens begint met het aanhalen van Primo Levi’s boek ‘Is dit een mens?’ Ik legde het boek even neer en het viel open bij een afbeelding van de gebruiksaanwijzing van een Billy- boekenkast van IKEA. Het hoort bij een hoofdstuk over Scandinavisch design. Voor ik het wist was ik een paar uur verder en had ik onder andere de stukken gelezen over de modeartikelen van Prada en Gucci, de gedoemde dichter Poesjkin, de Via Appia, de Rietveldstoel en de essays van Molière. Toen duizelde het me. Zoveel kennis, zoveel dwarsverbanden. Dit boek bevredigt nergens, het maakt de honger naar meer alleen maar groter.
‘De waarheid over de zaak Harry Quebert’
H
‘De mooie voedselmachine’ – Giulia Enders –
– Joël Dicker –
et is maar weinig schrijvers gegeven om van hun vak te leven. Ze hebben er een baantje bij, leven sober en dan dooft uiteindelijk de vlam. De Zwitser Joël Dicker had dit parcours al bijna afgewerkt. Aan NRC Handelsblad vertelde hij dat hij na zes romans, waarvan twee uitgegeven, toe was aan zijn laatste poging. En plotseling is hij dankzij ‘De waarheid over de zaak Harry Quebert’ de gevierde schrijver van een bestseller. Binnen het genre van de literaire thriller is het zonder meer een uitschieter. Mooi geschreven, met goed uitgewerkte personages en een zinderende afwikkeling in een ingenieus gecomponeerd plot. Een boek dat je, als je het uit hebt, met spijt ter zijde legt. Winnaar van de eerste Prix Tulipe, een Nederlandse literaire prijs voor de beste Franstalige roman van het afgelopen jaar. Als beloning wordt de bekroonde roman in het Nederlands vertaald.
D
e opvallendste titel uit de selectie van Paagman is misschien wel ‘De mooie voedselmachine’. Een boek over de rol van darmen in de fysieke en mentale gezondheid. Giulia Enders, een 24-jarige geneeskundestudente, schreef dit grappige en informatieve boek over de spijsvertering. Op vrolijke toon deelt de Duitse naast fabels over poep de recentste inzichten uit de wetenschap met de lezer. Daaruit blijkt onder meer dat een verkeerde darmflora van invloed kan zijn op zaken als alzheimer en allergieën. Aan de hand van drie hoofdthema’s belicht Enders het verteringsproces van mond tot kont. Na het ontleden van het spijsverteringskanaal en de beantwoording van de vraag of we wel goed op de wc zitten (vaak niet, een krukje kan helpen!), gaat Enders in op het zenuwstelsel van de darmen. Verkeerde signalen kunnen onder meer tot depressie leiden. Ook de invloed van voeding komt daarbij aan bod. Tot slot zoomt ze in op de goede en slechte micro-organismen die de darmen bevolken. Concrete tips over gezonde voeding geeft ze niet, want ieder mens is anders. Maar handvatten biedt het boek wel.
‘Het vergeten verhaal van een onwankelbare liefde in oorlogstijd’
W
‘
– Charles den Tex en Anneloes Timmerije –
aar gebeurd is geen excuus’, zei een volksschrijver ooit, maar het is soms mooi meegenomen. Den Tex en Timmerije kregen prachtig materiaal in hun schoot geworpen met het verhaal van het jonge echtpaar Lienke en Guus Hagers dat in de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië van elkaar gescheiden werd. Guus werd oorlogsvlieger, gestationeerd in Australië. Lienke kwam in een jappenkamp terecht. Guus raakte ongewild betrokken bij allerlei ondoorzichtige activiteiten: smokkelpraktijken en ook de voorbereidingen van (de latere) generaal Spoor om na de bevrijding zo snel en stevig mogelijk de oude orde in Indië te herstellen. Lienke leefde jaren geïsoleerd onder een steeds strenger en kariger regime in het vrouwenkamp Tjideng, tot de situatie onhoudbaar werd. Uiteindelijk volgt een onwaarschijnlijk heroïsche en romantische ontknoping. Den Tex en Timmerije zijn weliswaar beiden schrijver, maar wel van totaal ander proza. Het gelukkige toeval wil dat ze beiden volledig tot hun recht komen in dit dubbelverhaal. Den Tex als thrillerschrijver met de avonturen van Guus, Timmerije als het gaat om de lotgevallen en de binnenwereld van Lienke. Bij de presentatie van het boek werden ze enorm geholpen toen er in de zaal een dame op leeftijd opstond en meldde dat zij met Lienke in het kamp had gezeten. Ze kon bevestigen dat het allemaal echt zo gebeurd was.
10>interview Vilan
Tv, nou nee
Even ging er een felle schrik door mij heen, toen Ziggo een bericht inslingerde over televisies opnieuw instellen, pincode en monteurs. Maar ’t bleek vals alarm. Mijn televisietoestel werkt wel op Ziggo, alleen volgens de methode van twee eeuwen geleden, toen er nog geen internet-tv was. Toch zette het bericht me aan het denken. Televisie, wilde ik dat nog wel? Of een bundel? Alles gaat tegenwoordig uit een bundel, die dan per aanbieder weer anders in elkaar zit. Zoek het zelf lekker uit, zegt de overheid. Dat is nou marktwerking. Precies dat maakt dat ik jarenlang hou wat ik heb. Energie en telefoon, een aanvullende verzekering en televisie, elke verandering is een risico dat ik liever niet neem. Dat rare Ziggo is overigens nooit mijn eigen beslissing geweest, het was het gevolg van een fusie met een vorig bedrijf en toen, na een aantal brieven waarmee ik niets hoefde te doen als ik wilde blijven waar ik was, toen zat ik eraan vast. Na de schrik over berichten met pincodes en instellen, ben ik gaan nadenken over mijn abonnement. Wanneer er iets belangrijks in Nederland gebeurt, volg ik dat via mijn computer. De laatste keer dat ik de televisie aanzette, zag ik een Sisi-film, en die had ik al gezien. Dus dat hield ik nog geen tien minuten vol. Daarom staat het toestel nu op de slaapkamer stof te verzamelen. Op de website van Ziggo las ik dat ik per maand kon opzeggen, wat me dan maandelijks zo’n twintig euro gaat opleveren, en dat is per jaar een fijn bedrag. Waarom betaal ik dat eigenlijk altijd via de automatische afschrijving? Televisie is een oud idee. Het idee van bijblijven en meepraten, van weten wat er werkelijk toe deed op de avond ervoor. Je denkt, het hoort erbij. Maar alles welbeschouwd, was dat alleen zo de eerste vijf jaar dat de televisie bestond. Nu is er internet waarop we dezelfde waardeloze programma’s kunnen bekijken. Alles heeft zich ontwikkeld, behalve de tv. Dat zendt uit en zendt uit en zendt uit. Een stroom van hetzelfde. Aan een boek heb je meer. Opzeggen die handel, zult u zeggen. Dat moet je durven, zeg ik dan. Misschien zit die tv wel in een bundel en als ik het ene opzeg, valt ook het andere weg. De lampen doen het niet meer. De voordeur zit vast. De straling neemt toe en in februari ben ik tien kilo aangekomen. Ja, de bundel, hè? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
Ton van de Langkruis (Writers Unlimited):
‘Het kan nog twee jaar duren, maar het literatuurhuis komt er in Den Haag’ Hij organiseerde ooit een eenmalige ontmoeting tussen schrijvers uit Nederland en Indonesië. Het bleek een blijvertje. Twintig jaar later is Ton van de Langkruis directeur van Writers Unlimited. Het meerdaagse literatuurfestival Winternachten is nog steeds het jaarlijkse hoogtepunt, maar er gebeurt veel meer. En er zijn nog steeds plannen te realiseren.
I
Door Thijs Kramer eder jaar in januari is de foyer van het Theater aan het Spui enkele dagen het epicentrum van het literaire festival Winternachten. Het is er dan een komen en gaan van schrijvers uit Nederland en de rest van de wereld. Daar is een bar, daar wordt muziek gemaakt, daar wordt gegeten en gedronken en op het einde van de avond gedanst. In alle belendende zalen en zaaltjes van het theater en ook het Filmhuis vinden debatten plaats, interviews, gesprekken, kortweg, de ontmoetingen. Want daar gaat het oprichter en directeur Ton van de Langkruis om: ontmoetingen tussen schrijvers met verschillende culturele achtergronden. Van de Langkruis in zijn zolderkantoortje in de Hartogstraat: “Het begon allemaal in 1992 met een eenmalig Samuel Beckett-festival dat Ruud Hisgen, een enorme Becket-kenner en nu voorzitter van de Haagse Kunstkring, en ik hadden georganiseerd. Dat was de eerste keer dat Haagse kunstinstellingen op zo’n schaal met elkaar samenwerkten. Daarmee had ik dus enige ervaring opgedaan in het organiseren van dit soort evenementen. Niet lang daarna was er in Nederland een enorme discussie over Indonesië. Het vijftigjarige jubileum van de onafhankelijkheid zat eraan te komen en in Nederland was de vraag wat wij daar als voormalig kolonisator mee moesten. Samen met Hans van Westreenen, toen directeur van de Koninklijke Schouwburg, verbaasde
ik me erover dat we in Nederland met zoveel distantie omgaan met onze recente geschiedenis. In veel omringende landen is het heel gewoon dat de recente geschiedenis een weerslag heeft in het theater. Daar is het theater een directe spiegel van wat er op dat moment gebeurt. In Nederland kennen we dat amper. We waren van mening dat het Nederlandse theater zich aan het loszingen was van de actualiteit. Dus toen zijn we met het Nationale Toneel gaan praten en dat heeft toen geleid tot het toneelstuk ‘Soekarno’, geschreven door Jan Blokker. Dat ging over onze geschiedenis en het was actueel. Wij lieten een theatermaker, een kunstenaar dus, aan het woord over de samenleving. Maar in die tijd was geëngageerde kunst een vloek. Geëngageerde kunst was vaak kunst met een boodschap: zo zit het en dit moet u ervan denken. Maar daar ging het mij niet om. Hij ging mij om het engagement van het stellen van de juiste vragen. En kunstenaars kunnen die vragen stellen en wellicht ook van een mogelijk antwoord voorzien. Het engagement van de vragen, dat hebben we toen bij dat festival vooropgesteld.
‘Writers Unlimited wil via de omweg van de fictie een beeld krijgen van de werkelijkheid’
We hebben toneelmakers, maar ook choreografen en dichters en schrijvers, de opdracht gegeven iets te doen met die vragen. En we haalden er ook dans en muziek en literatuur bij uit Indonesië. Want de makers daarvan hadden een heel andere kijk op die geschiedenis. Die twee kwamen bij elkaar en dat leverde een schok van jewelste op. Waar de Nederlanders met een schuldgevoel zaten over het koloniale verleden, daar maakten de meeste Indonesiërs er geen enkel probleem van, ze hadden toch hun onafhankelijkheid gewonnen? En de slotavond van dat tiendaagse festival heette toen de Indische Winternacht. Daar kwamen schrijvers aan bod en na afloop vonden zij dat we het moesten herhalen”. Migratie “In de daaropvolgende festivals kwamen we op het punt dat we ons niet tot Indonesië wilden beperken. We zijn ons ook op de andere oudkolonies gaan richten. Suriname, de Antillen en Zuid-Afrika waar inmiddels de apartheid was afgeschaft. We hanteerden dus een soort postkoloniale benadering waarbij onze gemeenschappelijke geschiedenis aan bod kwam. We hadden de West-Indische, de Oost-Indische en de Afrikaanse Winternacht. Na een paar jaar gingen de gespreksonderwerpen tijdens die festivals schuiven. Het ging niet langer over de koloniale geschiedenis, maar wel over migratie, multiculturaliteit. Dat bleken de onderwerpen te zijn waar schrijvers uit de hele wereld elkaar op vonden. Dus toen hebben we die beperking op koloniale onderwerpen losgelaten. We zijn Marokko en
>Foto: Piet Gispen
Turkije erbij gaan betrekken. Uiteindelijk hebben we de benadering verbreed tot wat het nu is: de nietwesterse cultuur in relatie tot onze westerse cultuur. En we zijn met thema’s gaan werken en zorgen ervoor dat er vanuit verschillende perspectieven naar die thema’s wordt gekeken. Daarbij gaat het steeds om de confrontatie met grote cultuurverschillen. Wat we in de basis doen, is het organiseren van productieve misverstanden. Dat doen we door schrijvers met verschillende achtergronden bij elkaar te brengen en te laten praten over relevante onderwerpen. De misverstanden die dan ontstaan, zijn spannend en interessant. En als dat op een podium gebeurt, dan heeft dat z’n effect op de zaal. We trekken nog steeds een heel divers publiek met uiteenlopende culturele achtergronden. De bezoekers vinden het ook leuker om in een gemengd publiek dan in een homogeen publiek te zitten. Soms wordt er op het podium een bepaalde opmerking gemaakt die bij een deel van de bezoekers aankomt en waar hard om gelachen wordt. Het andere deel vraagt zich dan af wat er aan de hand is. Even later is het dan precies andersom. Die verwarring is precies waar ons festival over gaat”. The Series In de twintig jaar dat Writers Unli-
11
interview<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
‘Het gaat mij niet om de boodschap van geëngageerde kunst, het gaat mij om het stellen van de juiste vragen
mited bestaat, heeft het een stevige plaats verworven in het Nederlandse cultuurlandschap. Met z’n internationale oriëntering is het bij uitstek op zijn plaats in Den Haag. Het is niet beperkt gebleven tot het Winternachten-festival. In samenwerking met de openbare bibliotheek is ‘Writers Unlimited The Series’ ontwikkeld, een reeks internationale schrijversavonden. En er zijn de internationale tournees. Van de Langkruis: “Als festival zijn we nooit een snelle groeier geweest. We zijn nog steeds geen massaal evenement. Maar als je maar lang genoeg bestaat, volhoudt en consequent bent, dan verwerf je toch een naam. We zijn het belangrijkste internationale literaire evenement van Nederland. Als het gaat om het debat en internationale oriëntering, dan moet je bij ons zijn. Ook als je kijkt naar de diversiteit van het publiek, doen we het heel goed. Vanaf 2002 zijn met Writers Unlimited ook naar het buitenland gegaan. We namen steeds vier schrijvers mee uit elk van de vier oud-koloniale gebieden. We begonnen in Jakarta. We zochten er een Zuid-Afrikaanse, een Surinaamse, een Antilliaanse en een Nederlandse schrijver bij. In Jakarta hadden we tien dagen lang optredens voor scholieren, studenten en lezers. In dat enorme land Indonesië kwamen maar weinig buitenlandse
schrijvers optreden. Er kwam echt niet regelmatig een Zuid-Afrikaanse auteur op bezoek daar. We introduceerden er dus nieuwe schrijvers, uit andere culturen. En we zetten tegelijkertijd een ander beeld van Nederland neer dan men daar gewend was. Wij introduceerden Mustafa Stitou, een Nederlandse dichter met een Marokkaanse achtergrond. In Indonesië moest men even wennen aan het idee dat in Nederland niet meer alle schrijvers een westerse achtergrond hebben. Later zijn we ook dergelijke tournees naar Maleisië, Turkije en Marokko gaan organiseren. Telkens met een Nederlander en drie andere nationaliteiten. Op een gegeven moment hebben we die activiteiten moeten staken, omdat we geen geld meer kregen van het ministerie van OCW. Gelukkig krijgen we nu middelen van het ministerie van Buitenlandse Zaken om een nieuwe serie tournees op te zetten naar de Arabische wereld. Het programma heet ‘Ways of dialogue’ en zal draaien om de thema’s conflicthantering en besluitvorming. We gaan schrijvers met verschillende culturele achtergronden met elkaar in contact brengen en laten debatteren over de vraag hoe er in verschillende literaire tradities wordt omgegaan met conflicten. Dus ook hier is weer
de benadering om schrijvers te laten praten over actuele problemen. Literatuur is een relevante manier om dat te benaderen. Zoals Amos Oz het zei: je kunt een conflict oplossen zoals Shakespeare dat doet of zoals Tsjechov dat doet. Bij Tsjechov is iedereen na afloop een beetje gedesillusioneerd, maar er vloeit minder bloed dan bij Shakespeare”. Science-series Sinds kort heeft Writers Unlimited ook de aandacht gericht op de wetenschap. In de Science Unlimited The Series komen wetenschappers uit diverse disciplines aan het woord. Van de Langkruis: “Ook daar zetten we schrijvers in om naar de werkelijkheid te kijken. Als je een wetenschapper en een kunstenaar bij elkaar zet en je introduceert een onderwerp, krijg je een volledige begripsverwarring. Dan blijkt dat ze een totaal ander beeld van de materie hebben. Dat is interessant, in die verwarring zit het drama. We halen telkens twee of drie wetenschappers bij elkaar en zetten daar een schrijver bij. Zo hebben we een bijeenkomst gehad van neurowetenschappers die spraken over hoe mensen beslissingen nemen. Dat is veel impulsiever dan we graag willen voordoen. Benali had juist zijn boek over kickbokser Badr Hari, een tamelijk impulsieve man gepubli-
ceerd. Die combinatie van wetenschappers en een schrijver leverde een heel spannend gesprek op. En we hebben Roel Coutinho laten praten met Frank Westerman over mythen en feiten. En de problemen die wetenschappers tegenkomen als ze hun kennis willen delen met de bevolking. Westerman heeft daar over geschreven in zijn boek Stikvallei, Coutinho liep er tegenaan in zijn mislukte vaccinatiecampagne tegen baarmoederhalskanker”. Nostalgie “Met Reggie Baay ben ik ooit het festival over Indonesië begonnen. Hij heeft de eerste jaren de redactie gedaan. Destijds was hij docent Nederlands aan De Haagse Hogeschool, nu is hij schrijver. Vanuit een gevoel van nostalgie doen we bij het komende Winternachten-festival in januari weer een Indische middag. Er is inmiddels een nieuwe generatie Indo’s bij gekomen. Een generatie die heel anders omgaat met hun geschiedenis dan hun ouders of hun grootouders. De grootouders kwamen naar Nederland en wilden hun kinderen niet belasten. Het ging erom zo snel mogelijk Nederlander te worden. Er werd niet heel veel gepraat over wat er in het recente verleden in Indonesië was gebeurd. En wat blijkt nu, hun kleinkinderen praten met opa en oma en die zien
dat die kleinkinderen wel goed zijn terechtgekomen. En dan ontstaan de gesprekken over wat er nou echt allemaal gebeurd is. De jonge generatie wil nu het echte, het pijnlijke verhaal horen. Zij dragen de last niet, ze zien die tweede cultuur als een plus. De Surinaamse Javanen en derde generatie Indo’s vinden elkaar daar. Die komen tot de conclusie dat ze heel veel gemeen hebben. Ik vind het heel leuk om nu na twintig jaar die nieuwe generatie binnen te halen. En de ouderen komen ook hoor”. Literatuurhuis En wat zijn de plannen voor de toekomst? Van de Langkruis: “Uiteindelijk willen we een eigen plek in de stad. In Nederland kennen we dat nog nauwelijks, maar in de landen om ons heen heeft elke zichzelf respecterende stad een ontmoetingsplek voor schrijvers: een literatuurhuis. Ik wil dat opzetten in Den Haag, het ‘Writers Unlimited Free Word Center’. Het wordt een internationale plek voor literatuur en debat. Er worden cursussen gegeven, literaire avonden gehouden, debatten gevoerd. Er is een lunchroom met een goede leestafel of een restaurant. Misschien zit er een boekwinkel aan vast. Het wordt een brandpunt, een centrum van literaire kringen. Er komt accommodatie voor een ‘writer in residence’. Ik ben bezig er steun voor te verwerven bij de gemeente. De expertise en de ervaring zijn er nu wel in Den Haag, en wij hebben nu in de stad wel de positie om dat aan te durven. Dus nu is het zoeken naar een plek. Het kan nog twee jaar duren, maar dan is het er”.
}<(l(tp$=adbcb <
Combineer nu de papieren en de digitale krant Een échte Haagse krant
Vrijdag 2 januari 2015 jaargang 9 nummer 399
€ 2,50
Hofvijver in lichterlaaie 3
iPad
}<(l(tp$=adbcb <
vrijdag 2 januari 2015 Week 1
Een échte Haagse krant
Vrijdag 2 januari 2015
jaargang 9 nummer 399
€ 2,50
Taxidienst UberPOP
Voor half geld de hele stad door
Hofvijver in lichterlaaie
vrijdag 2 januari 2015 Week 1
13
3
Foto: Bart van Vliet
Taxidienst UberPOP Megafietsenstalling Voor halfStation geld de bij Centraal Macbook Air
hele stad door
7
Van de roman Stoner is een theaterproductie gemaakt met in de hoofdrollen Reinout Bussemaker en Peter Bolhuis, de regie is in handen van Ursul de Geer. Stoner vertelt het hartverscheurend mooie levensverhaal van een boerenzoon die docent Dit is een uitgave van literatuur aan de universiteit wordt. Foto: Piek / zie pagina’s 6 en 7
Van de roman Stoner is een theaterproductie gemaakt met in de hoofdrollen Reinout Bussemaker en Peter Bolhuis, de regie is in handen van Ursul de Geer. Stoner vertelt het hartverscheurend mooie levensverhaal van een boerenzoon die docent Dit is een uitgave van literatuur aan de universiteit wordt. Foto: Piek / zie pagina’s 6 en 7
13
Foto: Bart van Vliet
Over het Spuiplein hebben
Megafietsenstalling we wél wat te zeggen bij Centraal Station 7
3&9
illustration by kristen n. brown 2011
Over het Spuiplein hebben we wél wat te zeggen 3&9
Advocate Famile Fatma Arslan: Advocate Famile Fatma Arslan:
‘Tegenover mij tref ik altijd mensen op zoek naar een beter bestaan’
‘Tegenover mij tref ik altijd mensen op zoek naar een beter bestaan’ 10/11
Bent u nog geen abonnee? Bent u abonnee? 10/11
Neem dan een abonnement voor slechts € 89,- per jaar Ontvang dan Den Haag Centraal gratis op uw smartphone, (52 nummers), een halfjaarabonnement € 52,tablet of pc in combinatie met de (26 nummers) en een kwartaalabonnement € 28,75 papieren krant. (13 nummers). Dit abonnement is inclusief gratis toegang tot de digitale versie van de krant. Ook alleen een digitaal abonnement is mogelijk voor € 68 per jaar (52 nummers). Ga naar www.denhaagcentraal.net en vul uw gegevens in voor uw inlogcode. Ga naar www.denhaagcentraal.net voor uw abonnement.
DHC
Ta bl e
na pp
in g,
tin yh
ou sin g
en
ta st
in g
re s
D it is 20 15
ta ur an ts
Eten | trends | gay | en meer....
e gi oo g W aa ie H og en Bo D ry um to use ic V m s nte an e ia me dr Ge on o: M ot er F ht . > ac 15 n 20 ne in on al br a ie m at le ir he sp t in he e n D zij – – N ew k
r Yo en zz ja
Haags OBJECT | Het
standaardstopcontact is een lelijk ding. En daarom bedacht de Haagse ontwerper Erik Boogerd een manier om het varkensneusje in de muur wat extra cachet te geven. Zijn bedrijf Suited Products maakt stopcontactcovers van hout of aardewerk. Sinds kort is er ook een handgeschilderde, Delftsblauwe variant, als nieuwerwetse interpretatie van het wereldberoemde tegeltje. Prijs: vanaf € 21,95 Voor meer informatie: www.suitedsuits.com
Het nieuwe jaar is alweer ruimschoots van start en Vincent van Dijk heeft er zin in. De reclameman van het HaagsAmsterdamse HBMEO heeft een fijne neus voor nieuwe ontwikkelingen. Elk jaar zet hij de belangrijkste food en lifestyle trends op een rij samen met publiciteitsbureau So PR. Een overzicht. Door Jasper Gramsma Niets is veranderlijker dan de mens. Dus wanneer een trend al enige tijd aan de gang is, kun je er donder op zeggen dat een tegenreactie zich aandient. Een gezichtsbepalend fenomeen van de afgelopen jaren was de baard en dat is nu voorbij. “Clean-cut shaved is het nieuwe devies”, stelt Van Dijk die zelf bepaald geen liefhebber is van overdadige gezichtsbeharing. “De vlassige baarden waarmee alle hipsters de afgelopen jaren liepen, mogen eraf”. In het verlengde daarvan gaat men zich volgens de trendwatcher weer wat verzorgder kleden: “In 2015 geen ingewikkelde motieven, maar ogenschijnlijk eenvoudige, elegante vormen en kwalitatieve materialen”. Ook de populariteit van Berlijn als dé trendstad is tanende. Alle ogen zijn dit jaar gericht op Amerika, en op New York in het bijzonder. Toevallig nu met ingang van 1 januari de auteursrechten van Mondriaan zijn vervallen, zijn de belangrijkste inspiratiebronnen achter zijn Victory Boogie Woogie hotter dan ooit. “Amerikaanse jazz, bigbands en klassieke Amerikaanse cocktails worden het helemaal. In het interieur draait het om ‘American chic’: lambrisering en zware, donkere meubels zoals we die al zien in whiskybars”. Ons dagelijkse eetritueel gaat halverwege dit decennium behoorlijk op de schop als we Van Dijk moeten geloven. Was het tot nu ronduit onbeleefd om aan tafel in slaap te vallen, in 2015 is ‘table napping’ een trend. “Even de ogen sluiten als je aan tafel zit. Niet om te bidden, maar om even uit te tunen van de dagelijkse drukte”. Als we in het nieuwe jaar überhaupt nog aan tafel dineren, want ook ‘carpet dining’ is in opkomst: “Picknicken op je vloerkleed, aan tafel eten is immers behoorlijk saai. We gaan onze huizen creatiever gebruiken. Wonen en werken raken steeds meer geïntegreerd, dus woningen worden efficiënter ingericht en daarin speelt techniek een steeds belangrijkere rol. Het huis als machine”. Groter is daarbij niet langer beter. “Er komt een beweging op gang van ‘tiny housing’, die inhoudt dat we liever klein wonen en veel reizen”. Die internationalisering heeft zijn weerslag op onze behoefte aan ontwikkeling. “We herontdekken dat Nederland maar een pietepeuterig landje is en dat het in het buitenland gebeurt. Omdat we weer gaan handelen in verre gebieden wordt het spreken van talen opnieuw belangrijk. Men haalt massaal de talencursussen uit het vet”. Moerbei Voor de hand ligt dat meer van onze producten van ver komen. Zo ontdekken we als het aan Van Dijk ligt dit jaar Ryazsheka, vergiste gebakken melk uit Oost-Europa, en noni-fruit oftewel de Indische moerbei. “De noni wordt gebruikt vanwege zijn geneeskrachtige werking. Het is slechts een voorbeeld, want we gebruiken vaker natuurproducten die een positief effect hebben op het menselijk lichaam. Net als kurkuma en andere kruiden, die we zelfs gebruiken in ‘herbal icecreams’”. Naast de exotische vrucht, beleeft de vertrouwde sinaasappel dit jaar een revival. En wel in de zelfgemaakte cocktail. “Waar iedereen de afgelopen jaren wijncursussen volgde, leren we nu shaken en stirren. We ontdekken de charme ervan voor thuis en cocktailparty’s worden hot. De citroen gaat in de ban en de sinaasappel duikt overal op. Ook in de vermouth, het drankje dat de gin-tonic verdringt”. Op het gebied van uit eten gaan, verandert eveneens het een en ander. “’Tasting restaurants raken in zwang. Dat zijn sterrententen waar je een kleine portie kunt proeven, die ook nog eens lekker betaalbaar is. We drinken daarbij het komende jaar gepersonaliseerde wijn met eigen etiket of op smaak gebracht met kruiden, en water dat steeds vaker ongevraagd gratis wordt geschonken. Daarnaast zien we in dat perenmoes lekkerder is dan appelmoes. Doordat men minder grote porties gaat eten, wordt het heel normaal dat restaurants doggybags meegeven”, aldus Van Dijk. Geen nood voor wie zich in deze trends niet herkent, het wordt vanzelf 2016.
Vrijdag 9 januari 2015 Den Haag Centraal
13
Column: internationaal
MRDH, logisch toch!
Opvallend. Steden als Haarlem, Breda, Eindhoven, Groningen en zo kan ik nog wel even doorgaan zijn populair. Om verschillende redenen: een mooi historisch centrum, heerlijk om uit te gaan, een technologie hub waar veel mensen op af komen en veel studenten die voor sfeer, creativiteit en jonge ondernemerszin zorgen. Steden zijn verschillend. Maar er is ook iets aan de hand met het fenomeen ‘stad’ in algemene zin. Steden zijn ‘hot’ en ‘trendy’. Het besef is doorgebroken dat als je vooruit wilt in het leven, lees een mooie baan en verdere carrière mogelijkheden, je niet op het platteland moet zijn maar in de steden. Daar gebeurt het. Daar zitten de universiteiten en bedrijven. Daar heb je veel cultuur. Aardig om weg te zwijmelen bij ‘Boer zoekt vrouw’. Geeft ook zo’n aardig kijkje op het plattelandsleven. Wat een sentimenteel gewauwel. Natuurlijk, natuur moet! Maar economisch gezien heb je er weinig aan. Nee, dan de stad. Neem onze eigen stad die een metamorfose heeft doorgemaakt. Twee internationale zones, de meer juridische bij het Vredespaleis en The Hague Security Delta in het Beatrixkwartier, die in economisch moeilijke tijden voor duizenden banen zorgen. Diverse musea van wereldklasse. En de totaal opgeleefde binnenstad met ook nog eens een prachtig welhaast nieuw Den Haag Centraal station. Toe maar, zult u denken. Wat een stadstrots. Mag ik? Ik ben een echte Hagenaar. Ik trek graag het boetekleed aan. Want, beste lezers, wat waren we saai als Hagenaars. Oersaai. Dat we de mooiste Vermeer-schilderijen ter wereld hadden, ons hoorde je er nooit over. Panorama Mesdag, de grootste Mondriaancollectie, de mooiste stranden van West-Europa. Ons hoorde je er nooit over. Als we de vraag kregen of wij ook een groot internationaal vliegveld hebben dan zeiden we bedremmeld ‘nee’ en verwezen we naar Amsterdam. En dat terwijl we op 25 minuten autorijden in de gemeente Haarlemmermeer ook ‘ons’ Schiphol hebben liggen. Maar onze ogen zijn inmiddels opengegaan. Trots en zelfbewust zijn we nu. In onze stad, in steden gebeurt het. Over de hele wereld. In China vindt een proces van ongekende urbanisatie plaats. In India worden tientallen ‘smart cities’ aangelegd met een top hightech infrastructuur. De groei van India komt vrijwel geheel door steden. De Amerikaanse stadexpert Edward Glaeser schrijft in de ‘Triumph of the City’: ‘The great prosperity of contemporary London and Bagalore and Tokyo comes from their ability to produce new thinking. Wandering these cities is to study nothing less than human progress’. Logisch want in steden heb je universiteiten en bedrijven met researchcentra. Als minister van Buitenlandse Zaken had Hillary Clinton de vooruitziende geest dat ‘booming’ steden met al hun interne partners steeds belangrijker internationale actoren zijn in internationale betrekkingen. Grenzen bestaan niet meer. Ook het midden- en klein bedrijf heeft steeds meer een internationale focus. Clinton veranderde het diplomatie apparaat. Zij beval haar ambtenaren uit hun ivoren toren te komen en ook internationaal veel meer samen te werken met substatelijke partners als steden, regio’s, bedrijven en ngo’s. Die laatste twee zijn voor het overgrote deel in steden gevestigd. In een flexibele wereld zonder grenzen, waarbij natuurlijk de sociale media een grote rol spelen, zoeken steden voortdurend partners. In Den Haag maar natuurlijk ook daarbuiten. Eind vorig jaar is onze Eerste Kamer akkoord gegaan met een nieuw samenwerkingsverband, de zogenaamde Metropool Regio Rotterdam-Den Haag bestaande uit 22 gemeenten. Samen sterk met zo’n 2,2 miljoen inwoners. Samenwerken op het gebied van vervoer maar ook uiteraard op economisch terrein. ‘Bottom up!’ Niet van bovenaf opgelegd. Het initiatief kwam van de steden zelf. Mensen werken in onze internationale zones en in de Rotterdamse havens en wonen her en der verspreid. Schaalvergroting vanuit stedelijk perspectief is zo logisch als wat. Als je op het dak van het Haagse stadhuis staat, zie je zelfs met een goedkope verrekijker Rotterdam in de verte. Bij helder weer zelfs met het blote oog te zien. Er zit veel kracht en dynamiek in die Metropool Regio Rotterdam Den Haag. De afkorting is MRDH. Wen er alvast maar aan. Willem Post Amerika-deskundige
14
Den Haag Centraal Vrijdag 9 januari 2015
Eten.
Lot: Haagse zaak ‘met Amsterdamse uitstraling’ Door Annerieke Simeone
T
oen Lot vorige week vrijdag voor het eerst openging, zat de zaak aan de Thomsonlaan in no time vol. Zo’n veertig man wilden er eten en drinken. “Ik wist niet waar ik het zoeken moest”, vertelt eigenaar Roel de Hamer (30). “De hele keuken was ontploft, ik ben een paar keer om de hoek kaas, ham en tomaten wezen halen, want we hadden te weinig ingeslagen. Echt een gekkenhuis”. Nu, op een dinsdagochtend, lijkt de rust weergekeerd. Roels kokosmakroontjes voor bij de warme dranken staan in de oven bruin te worden, de appeltaart dampt nog na. Vriendin Marieke (32) voorziet twee dames op de leren bank ondertussen van koffie en ontbijt: kwark met huisgemaakte speltgranola en vers fruit. Lot, vernoemd naar de vijftien maanden oude dochter van het stel, trekt geregeld bekijks. Terwijl we nippen aan de geurige thee van de door Marieke samengestelde blend, zien we hoe nieuwsgierige buurtbewoners hun neus tegen het raam
Foto’s: Hester Behne
drukken. Ze laten hun ogen glijden over de strakke inrichting. Marieke die samen met de Haagse ontwerpster Hester Behne van designstudio Tas-Ka haar moodboard uitwerkte, koos voor replica Eames-stoelen, zelfgemaakte hanglampen met linnen draden en een bank die ze uit een Indonesische kerk aan de
Leyweg haalde. De witte kast naast de open keuken is de opbergplek voor potjes homemade jam, pindakaas en chocoladepasta. Ook een eyecather: de gietvloer met een glitter-epoxylaag. Die blijkt nog van de vorige eigenaar, lingeriewinkel Zardonni. Marieke: “Toen het hier nog leeg was, dacht ik: is die vloer niet een beetje te veel van het goede? Maar nu alle spullen erin staan, past het eigenlijk wel”. En de gasten zijn ook onder de indruk. “Ik heb al vaak gehoord dat het Amsterdams aan doet. Dat vind ik een compliment, in de hoofdstad zijn veel hippe tentjes waar ze oog hebben voor mooie producten”. De Hamers die hiervoor mede-eigenaren waren van de Pasta Company aan de Tweede Haven, werken in Lot met verse, biologische en zelfbereide ingrediënten. Roel: “Bij de Pasta Company zit je toch vast aan een bepaald concept. Bovendien waren er vier eigenaren, waardoor je veel moest overleggen. Nu ben ik eigen baas, als ik wil, kan ik elke dag iets anders koken”. Maar dat is vooralsnog misschien wat te ambitieus. De twee streven ernaar om elke week een aantal nieuwe gerechten te presenteren. Als we een blik werpen
Gay.
Stadsgroen.
Hof Lounge
‘Lichtroze’ borrel in Het Heden Om het ingedutte gay uitgaansleven in Den Haag een nieuwe impuls te geven, organiseerden Dennis van Steijn en Sebastiaan van Geene ruim tweeënhalf jaar geleden de eerste Hof Lounge. En met succes, want de zondagmiddagborrel voor ‘gays & friends’ is inmiddels uitgegroeid tot een begrip. In de scene en daarbuiten.
Door Jasper Gramsma
O
p de eerste zondag van de maand kleuren de bar en de fabelachtige tuin van Het Heden aan het Noordeinde lichtroze. Vanaf de late namiddag is dit restaurant het domein van Haagse gays in alle soorten en maten, van alle rangen en standen. Al dan niet vergezeld door vriendinnen die zo uit ‘Sex and the City’ lijken te zijn weggelopen: hoog gehakt, strak gerokt en de lippen fel gestift. Iedereen is welkom en de sfeer is allesbehalve die van een nachtclub of discotheek. Hier wordt geen jacht gemaakt op vers vlees, maar keurig genetwerkt en knus gekeuveld. Bij binnenkomst wordt de borrelaar onthaald als een beroemdheid met een glas bubbels van het huis en een fotomoment voor de sponsorwand, om zich vervolgens met goed gemoed in de steeds weer groeiende menigte te storten. Telde de eerste Hof Lounge nog zo’n tachtig bezoekers, tegenwoordig is een opkomst van een paar honderd man geen uitzondering. Een aangename drukte die zich bij zomerse temperaturen goeddeels in de besloten tuin manifesteert. ’s Winters staan hier vooral de rokers op een kluitje in de met heaters verwarmde tent, minstens zo gezellig. Elke editie van de Hof Lounge heeft een thema, waaraan de meeste bezoekers trouw gehoor geven. Zo tooide menigeen zich afgelopen week voor het nieuwe jaar in een smokingjasje. Vorige maand was de opzichtige kersttrui de absolute favoriet tijdens de Weihnachtsmarkteditie. Op de ‘Franse’ Hof Lounge krioelde het van de Bretonse strepen en de ‘beach edition’ stond in het teken van strandballen en zwembroeken. Kortom: ook als je niemand kent, bieden de outfits altijd wel dunne stof tot gesprek.
op het huidige menu, trekt het broodje met jerk kip en srirachadressing de aandacht. Roel de Hamer, die onder meer zijn sporen verdiende bij Maxime en sterrenrestaurant Calla’s, weet er wel raad mee. De kippendijtjes, liggend op een bedje gemengde salade met tomaat, paprika, lente-ui en avocado, zijn supermals. Ook het desembrood, geïmporteerd uit Duitsland (‘daar werken ze zonder rare toevoegingen’), is heerlijk: een prachtig mooie krokante korst. In plaats van mosterd heeft Roel met de srirachia, de frisse zoetzure saus uit Thailand, een lichtroze mayonaise gemaakt. De buurvrouw aan de leestafel kijkt verlekkerd naar haar quinao-sushisalade. Alles loopt. Als de terrasvergunning straks binnen is, kan er in de zomer ook in de tuin worden gegeten. Marieke laat de van tegels voorziene buitenruimte zien. Nu nog een beetje kaal. Ze heeft nog geen idee hoe ze het straks wil. “Nou ja, een beetje zoals hier. Niet te veel tierelantijntjes”. Lot, Thomsonlaan 100a. Dinsdag tot en met zaterdag van 08.00 tot 19.00 uur, www.etenbijlot.nl
Moezel Overigens hebben de conversaties aan het begin van de avond in het algemeen nog weinig om het lijf. ‘Nee hoor, ik gooi gewoon alles in de droger’, ‘geel is mijn kleur niet’ en ‘meid, wat heb je je nagels schit-te-rend gelakt’ zijn de flarden die je zoal opvangt. Naarmate de avond vordert en er steeds meer gaatjes in de consumptiekaarten worden geknipt, gaan de gesprekken echter de diepte in. Dan komen ook de zin van het leven en zelfs de betere wijnhuizen langs de Moezel aan de orde. Wie het praten beu is, kan een dansje wagen. De eclectische, swingende platen van DJ Ome Steef liggen namelijk uitermate goed in het gehoor bij degenen die van de herenliefde zijn. Tegen het einde van de borrel – die vaak uren langer doorgaat dan de officiële eindtijd van 21.00 uur – zijn de schalen met loempia’s en bitterballen leeg. Steevast wordt de harde kern samen met de bierviltjes en de glasscherven de deur uit geveegd. De knipkaart heeft zijn waarde verloren. Voor even dan, want in menig homovriendelijk huishouden ligt een halfvol exemplaar geduldig te wachten in de keukenla op de volgende Hof Lounge. Naast de reguliere Hof Lounge is er jaarlijks in september een XL-editie met bekende DJ’s in het Korzo Theater. Op zondag 25 januari maakt de Haagse borrel een eenmalig uitstapje naar Amsterdam voor het benefietevenement True Colors in Paradiso, ten behoeve van de acceptatie van lesbo’s, homo’s, bi’s en transgenders. Voor meer informatie: facebook.com/hoflounge.
Bezoekers van de Hof Lounge gaan als ware celebrity’s op de foto bij binnenkomst. Foto: PR
Groenblijvend
Convulvus, Leucothoe, Buxus, Berberis, Glansmispel, Calocephalus, Gaultheria, Ilex, Viburnum, Camellia, Skimmia, Cotoneaster, Nandina, Erica, Ceanothus, Lonicera, Hedera, Osmanthus, Prunus, Rododendron, Ceanothus, Perovskia, Mahonia, Yucca, Azalea, Hypericum, Andromeda, Nerium, Iberis, Helleborus, Photinia, Hebe, Aucuba, Choisya, Sarcococca, Pieris, Eleagnus, Kalmia en Prostanthera. Ik probeer u met deze opsomming niet iets vervelends toe te wensen of u anderszins van uw apropos te brengen. Met deze lijst tracht ik u een indruk te geven van de vele prachtige groenblijvende ‒ ook wel ‘wintergroen’ geheten ‒ heesters, die in onze tuin voor body blijven zorgen terwijl de rest van de planten, zeg maar, op zijn winters, zijn ingestort. Ineengezegen tuinen waren de reden van het fietstochtje dat ik maakte, maar het feit dat de zon scheen speelde ook mee, net als de spijt van de genoten oliebollen. Ik ging op pad om heesters te spotten. Eerst even een toelichting op het woord heester. Is een heester nu hetzelfde als een struik? Nu wel, maar vroeger niet. Heester betekende eeuwen geleden nog ‘jonge boom’ en struik kwam van ‘struuk’, dat voor knotboom stond. Tegenwoordig gebruiken we beide namen voor alle gewassen zonder (of met slechts een piepkleine) stam, die dicht bij de grond al vertakken en verhouten. Het criterium is in ieder geval niet het formaat,
mocht u dat soms denken. Er zijn heel kleine heesters, maar ook soorten die fors kunnen worden. Verder zijn er bladhoudende en bladverliezende heesters. En dat er veel keuze in die eerste categorie is, heeft u in het begin van deze column kunnen lezen. Ik vond er echter maar bar weinig, op mijn fietstochtje. De voortuinen die ik zag, boden overwegend een dorre, bruine blik. Soms staken er wat verdroogde Hydrangea Annabelles boven het hekje uit, of wat stengels Miscanthus. Hier en daar stond een conifeer en ik telde één prachtig bloeiende Camellia. Om dus te spreken van tuinen met ‘body’... nee. Toch moet u ze nog kennen, die betrouwbare donkergroene struiken waar de nostalgie als het ware vanaf druipt. De grote, maar toch bescheiden Aucuba met zijn gevlekte bladeren, de hulst en de Mahonia, die gemeen prikkende bladeren hebben. De naar rood verkleurende Pieris, de parmantige (en nou vooruit, ietwat stijvige) Hebe en natuurlijk de Buxus waar we in de jaren tachtig niet op uitgekeken raakten. In de jaren negentig was de trouwens Helleborus nog bon ton, een groenblijver die nota bene blóeit, in de winter! Het wordt tijd dat we die echte tuinen van weleer weer in ere gaan herstellen. Door niet alleen in de zomer naar de kweker hollen en potten vol vluchtig bloeiende rozen, lavendel en Zeeuws knoopje te gaan halen, maar ook een diepte-investering aandurven door groenblijvende heesters te kopen. Goed, de meeste bloeien dus niet, maar geven wel smoel aan uw tuin tussen oktober en maart. Om een levendige tuin te krijgen, is er zelfs een verhouding berekend. Plant één groenblijvende struik op drie bladverliezende exemplaren. En tel de haag niet mee, bij deze som! Wendy Hendriksen
Vrijdag 9 januari 2015 Den Haag Centraal
15
Koken met ...
Paul van Waarden
Adres Prinsestraat 130, Den Haag Telefoon 070-4069044 Info Bøg is te vinden op Facebook Geopend dinsdag tot en met zaterdag 18.00 tot 22.00 uur Viergangenmenu € 48,‒
Paul van Waarden is één van de bekendste Haagse chef-koks. Jarenlang zwaaide hij de scepter in zijn gelijknamige sterrenrestaurant in Rijswijk, restaurant At Sea in Scheveningen en De Keuken Van Waarden-Azië. Momenteel is hij culinair adviseur en geeft hij les op de Horeca Academie aan het Esperantoplein 5. Voor Den Haag Centraal schrijft hij wekelijks eenvoudig te bereiden recepten.
Erwtensoep met gerookte paling
Contant, pin & creditcards
Nodig voor We beleven in januari de eerste echte wintermaand, culinair gezien een 4 personen: dramaperiode. En een nogal koude douche na alle overvloed aan wild en andere 200 gram spliterwten mooie producten die de herfst ons leverde. Er groeit niets en er komt niks van 1 gepekelde varkenspoot het land. Of het moet van het Westland zijn, daar gaat het telen en verbouwen 1 winterwortel in verwarmde kassen natuurlijk gewoon door. Ik ben een kok van de seizoe1/2 knolselderij nen, dus ik probeer mij zo veel mogelijk te houden aan de periode waarin de bladpeterselie, klein bosje producten op hun best zijn. Gelukkig hadden ze vroeger al bedacht dat het 4 filets gerookte paling beter is om voor deze periode ons voedsel te conserveren. Dus drogen, zouten of fermenteren (denk maar aan de zuurkool) is wat de klok slaat in januari. Ik zal laten zien dat deze maand toch ook heel lekker en verrassend kan zijn.
Een kwestie van smaak met ...
Tjitse Mollema
‘Een rosé die begint en eindigt met een glimlach’
Weingut Prechtl, Blanc de Noir, 2013, Zellerndorf, Oostenrijk
W
eingut Prechtl is een Oostenrijks familiebedrijf dat al sinds 1839 is gespecialiseerd in het vervaardigen van witte wijnen van onder meer Riesling, Chardonnay, Sauvignon Blanc en de Grüner Veltliner. Het Weingut heeft een aantal wijngaarden verspreid in de Weinviertel, dat in 2003 als eerste in Oostenrijk een beschermde herkomstbenaming kreeg, afgekort DAC Weinviertel. DAC staat voor: Districtus Austriae Controllatus. De productie geschiedt hier zoveel mogelijk ecologisch met veel respect voor de natuur. De rosé van Prechtl kent het in de Champagne bekende ‘Blanc de Noir’principe: witte wijn gemaakt van blauwe druiven. Doordat het geperste sap korte tijd in contact komt met de schillen ontstaat de zachte zalmroze kleur en het karakter van de blauwe druivenrassen. De Blanc de Noir rosé wordt gemaakt van Blaufränkisch, Zweigelt en Pinot Noir. Deze wijn heeft een zachte smaak van klein rood fruit als framboos, bessen en een uitstekende lengte. Heerlijk bij: als aperitief of bij een salade met vis, zwarte olijf en zachte knoflookdressing. Prijs: € € 8,95 per fles Verkrijgbaar bij: Wijnkoperij Henri Bloem Weissenbruchstraat 294, 2596 GN Den Haag, 070-3249493 www.henribloem.nl
16
Den Haag Centraal Vrijdag 9 januari 2015
Bøg
Eetrubriek
Bereidingswijze: Doe de spliterwten in een kom en vul deze met water. Was de erwten goed tot je helder water hebt. Laat de erwten 24 uur royaal onder water staan. Maak de wortel, de knolselderij en de bladpeterselie schoon. Bewaar alle schillen en steeltjes. Doe de gepekelde varkenspoot in een grote pan en zet deze op het vuur. Vul de pan met water. Doe er de gewassen schillen en steeltjes bij. Zorg dat de varkenspoot goed onder water staat en laat deze een uurtje of vijf zachtjes trekken. Snij ondertussen de knolselderij en de winterwortel in mooie, kleine blokjes en leg deze even apart. Snij de palingfilets in reepjes en leg deze even apart. Haal de poot uit de pan en zeef al het andere (steeltjes en schillen) uit de bouillon. Giet de spliterwten in een zeef en laat ze goed uitlekken. Doe de erwten daarna in de pan met varkenspootbouillon. Breng de bouillon aan de kook en zorg ervoor dat het geheel niet aanbrandt (dus goed roeren). Kook de spliterwten helemaal gaar in de bouillon, ze moeten helemaal oplossen. Pluk ondertussen het vlees van de poot en snij dit in kleine stukjes. Als de erwten helemaal gaar zijn, mix de soep dan met een staafmixer helemaal glad. Voeg er nu de fijngesneden groenten aan toe en kook deze even 1 minuut door. Doe er ook het gesneden vlees van de poot weer bij en proef of de soep nog peper en zout nodig heeft. Verdeel de gerookte paling over 4 borden of koppen. Strooi nu de peterselie in de soep en verdeel de soep over de borden. Direct serveren.
+ bijzondere smaken, verfijning en finesse + design en aankleding - snelheid en kennis gastheer
Scandinavisch
D
e Scandinavische keuken is er een die menig Nederlander nog moet ontdekken. In Den Haag kan dit tegenwoordig uitstekend bij Bøg aan de Prinsestraat, gerund door de Deense ontwerper Peter Norré Sørensen. Het restaurant zou zich ook uitermate goed lenen voor een fotoshoot van een designermagazine. De mooie, donkerblauwe wand met grote schilderijen tegenover strakke houten designerstoelen en tafels, en het servies dat wordt gebruikt zijn kleine stukjes kunst, en zelfs de wc is een strak ontworpen ruimte. Bøg biedt alleen twee viergangenmenu’s à € 48,‒: één menu met een combinatie van vlees en vis en een volledig vegetarisch menu. Gelukkig maakt mijn nieuwsgierige eetpartner het me makkelijk: “Een volledig vegetarisch menu is vaak verrassender dan een menu bestaande uit gerechten met vis en vlees”. Dus bij deze is de munitie verdeeld. We beginnen met een paar interessante snacks, speels gepresenteerd in een schaal vol dennenappels. Naast een krokant koekje van kippenvel ook een hapje rendiermos. Rendiermos? Ja inderdaad, een eetbaar stukje korstmos, knapperig en zoutig en op smaak gebracht met paddenstoelenpoeder. We proeven nog meer ‘snacks’ in de vorm van een stukje gerookte makreel met piccalilly, eend gelakt met zoethout en een strookje rode biet met een coating van droppoeder. De biet heeft de structuur van drop, maar je proeft biet met een subtiele nasmaak van drop. Een knappe vondst, nu kennen we het kaliber van vanavond: de chef (eerder werkzaam bij Niven) wil ons genadeloos verrassen. Dat doet hij ook bij onze voorgerechten. Voor mij verschijnt een schilderijtje van een gerecht, bestaande uit een flinterdun laagje langoustinecarpaccio met hierop een kermis aan smaken als rode radijs, bleekselderij, huis gepekelde augurk en dragon met een lauwwarme langoustine in de hoofdrol. De overkant geniet van flinterdunne plakjes appel, koolrabi en meiknol met pikzwarte bolletjes komkommer die hun kleur hebben gekregen van een subtiel laagje as. De tussengerechten, een perfect gebakken stukje griet met een geweldige topping van langzaam gegaard en vervolgens gefrituurd kalfsvlees, knapperige boerenkool en een verrukkelijke beurre blanc-saus, zijn extra bijzonder door de groene pastinaakcrème die op kleur gebracht is met elementen uit de boerenkool. Het gepocheerde ei op een satijnzachte puree van aardappel en karnemelk en crème van oude kaas wordt gul voorzien van vers geraspte truffel. Een verbluffend goed gerecht, ik zou er bijna vegetariër van worden. Bijna, want het stuk zachtgegaarde varkensrack met drie bereidingen van pastinaak en een jus van appel had ik voor geen goud willen missen. Mijn tafelgenoot is stilgevallen bij haar combinatie van gerookte biet en zachte aardpeer, die speels is voorzien van ontkiemde spruitjes. Na deze gerechten zijn we aangenaam verrast door de spannende smaken en combinaties van Bøg. Het enige wat we vanavond missen, zijn de kunsten van een goede maître, iemand die de kaart volledig in zijn of haar genen heeft, passende wijncombinaties kan bieden en ervoor zorgt dat het de gasten aan niets ontbreekt. De vriendelijke eigenaar doet zijn best, maar pas bij het tweede gerecht wordt ons wijnglas gevuld met een mooi glas Franse Viognier van Sablet (€ 6,‒), en als hij mij bij mijn hoofdgerecht een glas rode wijn inschenkt, vergeet hij te melden dat het een Italiaanse Pratello Torazzo (€ 6,50) betreft. Gang vier is opnieuw een groot genoegen: een prachtig gekleurde sorbet van rode biet, voorzien van een gelei van schapenyoghurt met blauwe bessen en een crumble van mout. Een wonderschone doch stoere smaakcombinatie. Aan espresso doet Bøg niet, we proeven een lolly van witte chocolade en passievrucht met een hint van drop bij onze ‘slow coffee’, een nogal laf bakje filterkoffie à € 4,50. Bøg heeft sterpotentie maar moet iets aan de bediening doen, en de koffie. Zodra dit snor zit, gaan ze het nog maken ook. De rekening bedroeg € 138,50. Daphne Browne
17
sport<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
Talententeam ADO Den Haag Vrouwen krijgt steeds meer bijval
‘Het hogere doel is deze speelsters op te leiden’ Trainer Alex Scholte: “Het leek wel of we tegen de handbalsters van Hellas speelden. We hadden tachtig procent balbezit, maar kwamen er maar niet doorheen. Nou ja, goed, zulke wedstrijden zitten er ook tussen. Een wijze les. En die lessen zijn belangrijk, want ons hogere doel is deze speelsters op te leiden. Wat dat betreft zijn we prima op weg”.
In 2007 zag ADO Den Haag Vrouwen het levenslicht. In 2014 werd tevens een opleidingsteam, genaamd Jong ADO Den Haag Vrouwen, opgericht. En ook de beloften stelen vanaf dag één de show. Fraai spel en nog goede resultaten ook. In de winterstop de balans opmakend, kunnen we dan ook maar één ding zeggen: een tien met een griffel. Door Martin van Zaanen
De volgende generatie vrouwelijk voetbaltalent rammelt aan de poort. Sinds dit seizoen komt ADO Den Haag Vrouwen 2.0 uit in de Eerste Klasse A, waarin het speelt tegen clubs als SVS uit Capelle aan den IJssel, Reiger Boys uit Heerhugowaard, Smerdiek uit Sint Maartensdijk, Wartburgia uit Amsterdam en IJzendijke uit IJzendijke. Ze tikken hun tegenstanders regelmatig duizelig, hebben de bal aan een touwtje en leven nu al als ware topsporters. Want er gaat amper een dag voorbij dat ze niet op de velden van HBS of De Kastelenring in Leidschendam aan het trainen of wedstrijden aan het spelen zijn. Nee, aan toewijding en inzet geen gebrek. Ze incasseren weinig doelpunten en scoren zelf, tegen zich steeds vaker en meer ingravende tegenstanders, bij de vleet. Ook zijn er – en dat is meestal een goed teken – veel verschillende doelpuntenmakers, al steken Birgit Bijleveld en Nadine Noordam er op dit onderdeel wel bovenuit. De geelgroene talenten zijn tussen de 15 en 18 jaar, komen uit de regio en hebben namen als Nikkie Ridder, Allyssa Daal, Mijke Roelfsema, Sabine Kuilenburg, Birgit
Maartje Looijen (midden) is een tegenstandster te snel af. >Foto: Bert Tielemans
Bijleveld, Malu Postel, Nicky van Maanen en Romy Dalebout. U doet er handig aan die alvast te onthouden want u gaat er in de toekomst nog van horen. Misschien ziet u ze over een aantal jaren wel in het Nederlands elftal spelen. Wat dit betreft geven Maartje Looijen en Nadine Noordam het goede voorbeeld. Die speelden bij Oranje onder 17 het EK-kwalificatietoernooi in Slovenië.
De beloften treden zaterdag om de week om 16.30 uur aan op De Kastelenring, waar normaal gesproken SEV in de Zaterdag Derde Klasse A uitkomt en op zondag in de Eerste Klasse B hun buurman RKAVV. Ze trekken steeds meer publiek. Want de meiden van Jong ADO Den Haag spelen mooi voetbal en boeken nog resultaten ook. Zaterdag 1 november schreven ze zelfs al geschiedenis door de eerste periodetitel te grij-
pen. Al ontbrak het hun daarbij niet aan geluk en hadden ze hulp nodig van Jong Telstar. De jonge Haagsen kwamen tegen hekkensluiter Oostkapelle, die nog puntloos was en zelfs geen doelpunt gemaakt had, niet verder dan 0-0. Dat was te weinig om naaste belager SVS achter zich te houden. Alleen verloor die ploeg met 3-2 van Jong Telstar, waardoor de geelgroenen alsnog de periodetitel grepen.
Seizoensafsluiting Jong ADO Den Haag Vrouwen ging zelfs ongeslagen de winterstop in. Met een voorsprong van zeven punten beginnen de Haagsen straks aan de tweede helft van het seizoen. Dat ze goed op weg zijn, gaat bepaald niet onopgemerkt voorbij. Naast meer publiek trekt het talententeam van ADO Den Haag Vrouwen steeds meer aandacht. Het respect en de sympathie zijn groot. Vanuit deze toenemende bijval ontstond de vraag een mogelijkheid te creëren waarmee dit aanstekelijke topsportinitiatief financieel kan worden ondersteund. Die mogelijkheid is er nu door ‘Vriend’ te worden van Jong ADO Den Haag Vrouwen. Een sponsor kan daarbij kiezen uit verschillende tegenprestaties, zoals een vipontvangst voor drie personen in een Business Unit En Un Momento d’ADO bij een thuiswedstrijd van ADO Den Haag Vrouwen, een Business Club-ontvangst voor twee personen bij een thuisduel van ADO Den Haag (behalve tegen Feyenoord, PSV en Ajax) en als Vriend worden uitgenodigd bij de seizoensafsluiting. Mocht u interesse hebben, kunt u zich wenden tot Richard de Lange van sales & sponsoring (richard@ adovrouwen.nl).
Voormalig linkerbeen van Den Haag nu assistent op Houtrust:
‘Ik was zo gefocust dat ik vergat te genieten’ De stevige back met de eminente linker kende als voetballer zijn topjaren op Houtrust. Inmiddels is hij er terug. Als onderdeel van de technische staf van SVV Scheveningen, dat ook dit seizoen in de Zaterdag Topklasse naar behoren presteert: ‘Dit is óns veld, dit is ons huis en hier zijn wij de baas!’ Door Martin van Zaanen
Liep er ooit een krachtiger linkerbeen op de Haagse voetbalvelden rond? Of een subtieler exemplaar? Beide vragen stellen is ze beantwoorden. Om dat bijzondere lichaamsdeel te bezoeken, wordt koers naar Houtrust gezet. Waar de 46-jarige eigenaar van een autorijschool zeven seizoenen als linksback voetbalde en tegenwoordig weer werkzaam is als assistent-trainer. Jim Charité: “Veel duels die ik bij SVV Scheveningen heb gespeeld, weet ik me van de eerste tot en met de laatste minuut te herinneren. Bij mijn profwedstrijden is dat veel minder. Die lijken als een zucht voorbij te zijn gegaan. Nee, ik denk niet dat dit komt omdat het langer geleden is. Volgens mij meer omdat ik destijds zó gefocust was dat ik vergat ervan te genieten. Spelen op het eerste veld in het Zuiderpark was een droom die uitkwam. Aan de andere kant spatte die droom weer vrij snel uiteen”.
Autorijschoolhouder en huidige assistent Jim Charité: ‘Toen ik stopte, zeiden ze ‘Mister Scheveningen’. Overdreven, want dat zijn Ron Cramer en John Blok natuurlijk veel meer, maar ik vond dat wel een kick’. >Foto: Bert Tielemans
“Trainer Co Adriaanse speelde achterin één-tegen-éen. Op een dag riep hij me bij zich en zei: ‘Jim, voor de centrale positie kun je niet goed genoeg koppen en voor de zijkant ben je niet snel genoeg. We laten je gaan’. Kwam aan als een mokerslag. Vooral omdat ik bereid was er alles voor te doen en te laten. Ik was desnoods twaalf uur per dag gaan trainen om die beslissing om te kunnen draaien”. “Destijds dacht ik: moet dat nou zo? Nu weet ik dat het zeldzaam is als iemand je recht in je gezicht de waarheid ver-
telt. En heb ik daar ook waardering voor. Negen van de tien trainers komen in zo’n geval met een zwamverhaal. Wat op de lange termijn juist een stuk harder en gemener is. Nu trilde de klap een tijdje na maar kon ik het wel van me afschudden. En verdergaan. Vervolgens heb ik van alle wedstrijden die ik speelde met volle teugen genoten”. Die wedstrijden speelde Jim Charité voor DS’79, Dordrecht’90, ADO- amateurs, VIOS, SVV Scheveningen, VIOS en weer Scheveningen waar hij dit seizoen terugkeerde, in de functie die hij
er eerder ook bekleedde: assistent-trainer van voormalig ploeggenoot John Blok. Zijn jaren als voetballer op Houtrust, hij kijkt er met veel genoegen op terug. Vooral de eenheid in de ploeg vond hij uniek. Een grijns: “Kreeg je van een tegenstander een beuk en begon je net bij jezelf te denken: die pak ik zo terug, hoorde je naast of achter je al roepen: ‘Ik heb zijn nummer!’ Dat was dan Ron Cramer, Sander Klapwijk of Stefan ’t Hart. Vervolgens kreeg die tegenstander me in één van de volgende duels toch een gooi… Vooral op Houtrust hadden we het gevoel van: dit is óns veld, dit is ons huis en hier zijn wij de baas!”
Onverschrokken Het duurde wel even voor Charité dat gevoel in het groenzwarte tenue had. “Toen ik thuis vertelde dat Scheveningen interesse in me had, zei mijn vader: ‘Niet doen, daar kom je nooit tussen’. Ik haalde mijn schouders op: ‘Ik pas me overal aan’. Dat bleek ook zo te zijn. Maar voordat ik helemaal zeker wist dat ik was geaccepteerd, moest ik me wel eerst echt bewijzen. ‘Eigen jongens eerst’, die instelling heerste er toen, hè. Die heerst er nu nog. Toen ik eenmaal was geaccepteerd, was ik ook helemáál geaccepteerd. Toen ik stopte, zeiden ze: ‘Mister Scheveningen’. Overdreven, want dat zijn Ron Cramer en John Blok natuurlijk veel meer,
maar ik vond dat wel een kick”. De Scheveningse fans op hun beurt kregen een kick van de onverschrokken speelstijl van de stevig gebouwde linksback (later laatste man). Maar vooral van zijn fantastische linker. Met dat been kon Jim Charité zowel een streep over de hele versturen en een verschroeiende vrije trap afvuren als een gevoelig stiftje ten beste geven. Zat daar een geheim achter? “Het was aanleg, maar vooral heel veel oefenen; bij FC Den Haag hielp Alfons Groenendijk me daarbij. Die had een ‘godentrap’ en was altijd bereid te helpen. Vertellen over techniek en eindeloos voordoen. Ben ik hem nog altijd dankbaar voor”. Nog steeds kan hij genieten van een mooie trap: “Kijk ik voetbal, let ik op de stylisten. De mooiste stylist was Frans Danen. Vooral in zijn jonge jaren, toen hij nog dat kwikzilverachtige had. Glipte hij in een flits weer even tussen drie tegenstanders door alsof ze er niet stonden. Daar stond ik zelfs als medespeler in het veld van te genieten. Frans en ik woonden allebei in de Indigostraat. Voor ik bij FC Den Haag doorbrak, stond ik in het Zuiderpark op de Noordtribune. Een paar jaren later speelde ik in het stadion. Samen met mijn buurjongen tegen Feyenoord op te boksen! Je kunt je voorstellen dat ik in die tijd best wel eens in mijn arm heb geknepen”.
18>SPORT Hans
Nieuwjaar
Het heeft iets moois zo’n nieuw jaar. Het is nog leeg en vol met verwachtingen. Zoals mijn vader altijd zei, als hij een vel papier in zijn schrijfmachine draaide: “Het kan nu nog van alles worden”. En zo geldt het ook voor het knisperend verse 2015. Uiteraard wensen we elkaar het allerbeste. Schouders worden geklopt, kussen gedrukt en handen geschud. Maar wat wensen we de ander meer dan we onszelf gunnen in deze novice die ons om klokslag twaalf uur werd aangeboden? Is het een algemene beleefdheid, die nagenoeg inhoudloos wordt uitgewisseld, bijna zoals het ‘goed’ of ‘best’ na de vraag hoe het gaat? Het zet een mens aan het denken en ik vraag mij af, wat ik de Haagse sportwereld wens voor dit nog bijna maagdelijke jaar. Natuurlijk titels, karrenvrachten titels en persoonlijke successen op alle fronten. Uiteraard ook vlekkeloos verlopende evenementen en louter lof voor de scheidsrechters. Hieraan denkend, komt dit op mij toch over als de eerder gememoreerde schouders, kussen en handen. Is dit nou echt wat ik wil? Als deze novice op 31 december is veranderd in een soort moeder-overste, maakt dat haar dan een mooier jaar dan 2014? Ik denk het niet. Om 2015 tot een echt mooi sportjaar te maken, is er voor onze stad – en wellicht ook ver daarbuiten – iets anders nodig. Ik juich graag mee met al onze plaatselijke successen, maar mag en kan hier niet zelfzuchtig zijn. Zelfs nu de eerste lege pagina’s in het boek 2015 zich langzaam vullen, meen ik dat er andere teksten moeten ontstaan dan in het afgelopen jaar. De wereld om ons heen verhardt en individualiseert en dat zien we terug op de sportvelden. Dus zijn mijn wensen voor dit nieuwe jaar simpel. Laten we allemaal proberen om ervan uit te gaan dat de scheidsrechter en diens assistenten niet altijd gelijk, maar wel de beslissingsbevoegdheid hebben. Laten we hopen, dat de John Blankenstein Foundation overbodig wordt, omdat ieders geaardheid in elke sport geaccepteerd is. Wat zouden we 2015 mooi afsluiten, als we geen verschillen meer zien in afkomst, huidskleur, religie of cultuur, maar wel team- of clubgenoten en respectabele tegenstanders. Tevreden kunnen we terugblikken, als we ons er gezamenlijk voor hebben ingespannen, dat gehandicapten kunnen sporten zoveel ze willen en als alle oudsporters vrijwilligerswerk gaan doen; geef je spelvreugde door. Laten we samen het maximale uit 2015 halen! Hans Willink
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
De olympische uitdaging van Marcella Mesker
‘Echte topsporters zijn bijzonder en moeten we koesteren’ Tijdstip: maandag 14.00 uur. Locatie: thuis bij Marcella Mesker, commentator bij de NOS, voormalig toptennisster en oud-columnist van Den Haag Centraal. Onderwerpen: haar benoeming in het bestuur van het NOC*NSF, Rio 2016, sportparticipatie en wat verder nog ter tafel kwam: “Ik ben niet zo van het terugkijken”. Door Martin van Zaanen
Het was een verrassend bericht november vorig jaar toen u, als opvolger van de aftredende Tineke Bartels, toetrad tot het bestuur van NOC*NSF. Eerst maar even de klassieke vraag: hoe is het zo gekomen? “Voorzitter André Bolhuis belde me en zei dat ik op een kandidatenlijstje stond. Hoe ik daar precies op ben beland weet ik niet, maar het kan dat Hellas-voorzitter Anneke van Zanen, die al als secretaris in het bestuur zat, er iets mee te maken heeft gehad. Met haar zat ik de afgelopen jaren in de Adviesraad voor de sport in Den Haag”. Verrast door het telefoontje? “Best wel. Al was het wat mij betreft wel een logisch moment. Ik was al uit de Adviesraad in Den Haag gestapt en in deze periode van het jaar staat het tennis op een lager pitje. Daarbij is mijn dochter het huis uit om te gaan studeren. Ik had dan ook niet zoiets van: wat een rare vraag! En het was me snel duidelijk wat zij wilden dat ik ga doen en daarin kon ik me vinden. Vooral topsport heeft mijn interesse, al wil ik me wel met een breed scala aan onderwerpen en dossiers bezighouden”. U beschikt inmiddels over aardig wat bestuurlijke ervaring. Zo was u tussen 1994 en 2007 samen met Ivo Pols directeur van het Siemens Open, tegenwoordig het Sport 1 Open, op de Metsbanen. “Prachtig om dat in de loop der jaren zo te zien groeien. Steeds een hoger niveau, steeds meer bezoekers, steeds meer aandacht. Het toernooi ontving de ATP-Challenger Award plus de Promotieprijs van Den Haag. Maar eigenlijk ben ik niet zo van het terugkijken, ik vind dan ook dat er moet worden gekeken hoe het zich als evenement nog kan verder ontwikkelen. Dat het zo zijn plek heeft weten te veroveren geeft een goed gevoel. Dit jaar is het van 20 tot en met 26 juli en natuurlijk moet iedereen weer komen kijken”. Hiernaast was u onder meer voorzitter van de Business Club Klein Zwitserland, lid van het College van Participanten (Den Haag Marketing) en het Haags Comité Viering 200 Jaar Koninkrijk. Maar het begon eigenlijk al in 1982: als secretaris van de WTA (Women’s Tennis Association). “Zes jaar gedaan. Ja, ach ...er zijn als topsporter zoveel uren dat je niks doet. Of niks: je bent dan rust aan het nemen of aan het herstellen, maar dan kun je best zoiets erbij doen. Goed voor je ontwikkeling. Of laat ik het zo zeggen: slechter zul je er niet van worden”. Die functie bij het NOC*NSF, wat houdt die concreet in? “We zijn met zijn negenen in het bestuur. Dat zijn naast voorzitter André Bolhuis, Anneke van Zanen en ik nu dus Harry Been, Camiel Eurlings, Wim Ludeke, Jan Willem Maas, vicevoorzitter Ton Rombouts en voorzitter van de
Marcella Mesker: ‘Het zijn boeiende tijden in de sport’. >Foto: Bert Tielemans
‘Ik voel ook aan wanneer diplomatie en geduld nodig zijn’ atletencommissie Chiel Warners. Ieder heeft zijn aandachtsgebieden en specialisatie. ‘Topsport’ is de noemer waar mijn werkzaamheden onder vallen. Beter kan niet. Topsporters, échte topsporters, zijn bijzondere mensen die anderen kunnen inspireren. Die moeten we koesteren. In de praktijk heb ik het meeste contact met Maurits Hendriks. Die is technisch directeur en chef de mission voor de komende Spelen, zoals hij dat ook was bij die van 2012 in Londen en twee jaar daarna in Sotsji”.
Toptennisster Haar hoogtijdagen waren in een tijd waarin je als Nederlandse tennisster helemaal op jezelf was aangewezen. Het maakt haar prestaties van toen er alleen maar meer bijzonder op. Mesker (1959) speelde toptennis van 1981 tot 1987 en haalde de 31ste plaats op de wereldranglijst. Ze stond regelmatig tegen legendes als Navratilova, Evert en Graf. In 1986 won ze de eerste editie van het WTA-toernooi van Oklahoma. In het dubbelspel won Mesker zes WTA-titels. Grand-slamresultaten: Australian Open vierde ronde (1984), Roland Garros derde ronde (1982, 1986), Wimbledon derde ronde (1979, 1985) en US Open derde ronde (1981)
Wat zijn de eerste stappen die u gaat zetten? “Zo’n eerste periode bestaat voornamelijk uit rondkijken, me oriënteren, vertrouwd raken met de materie en de mensen leren kennen. Alleen al in dat laatste gaat veel tijd zitten, want we hebben het over een werkorganisatie van 130 mensen. Daarbij zijn bij het NOC*NSF 76 sportbonden, in alle denkbare takken, aangesloten”. Wat betreft dat laatste kunt u wel mooi om de hoek beginnen. “Klopt, de nationale trainingscentra voor het zeilen en het beachvolleybal zijn gevestigd in Scheveningen, hahaha. Toevallig zijn dat twee takken die op rolletjes lopen. Ik denk niet dat daar de komende tijd problemen of strubbelingen zijn te verwachten”. Kenmerkend voor met name topsport: dat er met alles wat je onderneemt, sprake is van een duidelijk doel. “In dit geval augustus 2016, de Olympische Spelen in Rio de Janeiro. Waar Nederland de doelstelling heeft om qua aantal medailles in de top tien te belanden. Daar zijn we afgelopen keren al steeds dichter bij in de buurt gekomen. Dat moet nu een keer gaan lukken en daar gaan we dan ook voor honderd procent voor”. Waar de NOC*NSF, naast de topsportcomponent, ook sterk op inzet: sportparticipatie. “Topsport kan niet zonder breedtesport bestaan. Waarbij het niet alleen gaat om wat er op het veld of in de zaal gebeurt, maar het ook draait om alle vrijwilligers eromheen. Daarnaast is het belangrijk dat ouders en familie betrokken zijn. En de wijk waar de club zich bevindt. Plus het bedrijfsleven in die wijk, buurt of stad. Als het goed is, komt een hele gemeenschap in zo’n club samen. Wat dat betreft is het ook belangrijk dat www.sport.nl tot een merk uitgroeit. Dat het bekend komt te
staan als hét digitale platform waar sportverenigingen met ons en elkaar communiceren”. Hoe omschrijft u uw stijl van werken? Waarin ligt uw kracht? “Ik ben een netwerker. Enthousiast en tot op zekere hoogte een flapuit. Spontaan. Ik heb een bepaalde charme die ik in de strijd gooi. Als ik ergens in geloof en voor me zie welke richting we op moeten, lukt het me om andere mensen mee te krijgen. Al voel ik ook aan wanneer diplomatie en geduld nodig zijn. Sommige processen hebben nu eenmaal tijd nodig. Wat dat betreft heb ik inmiddels het voordeel van de ervaring; mooi als je daar iets mee kunt. Door de soms tegengestelde belangen zijn conflicten – vooral wanneer zich grote toernooien of evenementen aandienen – in de topsport niet te voorkomen. Maar als je zorgt dat je de mensen die erbij betrokken zijn van tevoren al kent, is het wel makkelijker tot een oplossing te komen of snel helderheid te scheppen”. Welke ontwikkelingen in de sport voorziet u voor de langere termijn? “In vergelijking met een aantal jaren geleden is het leven in het algemeen steeds visueler geworden en dat zal de komende tijd alleen maar doorzetten. Binnen de sport uit zich dat in de stijgende populariteit van bepaalde nieuwe disciplines. In sommige gevallen neigen ze meer naar acrobatiek, maar de mensen komen in groten getale op het spektakel af en het trekt hoge kijkcijfers op televisie. Op het gebied van de breedtesport zie je de ontwikkeling van specialistische sportclubs naar multisportverenigingen. Intensieve processen, die goed begeleid moeten worden. Ook wat dat betreft, is er sprake van boeiende tijden in de sport. Ik denk dan ook dit een interessante periode is om deel uit te mogen maken van het bestuur van het NOC*NSF. Alles bij elkaar zie ik het als een heel mooie uitdaging”.
19
SPORT<
Vrijdag 9 januari 2015 > Den Haag Centraal
Ook 2015 wordt een belangrijk sportjaar in Den Haag Een stormbaan waarbij zelfs de meest doorgewinterde marinier wit wegtrekt. Obstakels als modderbakken, stroomdraden en ijscontainers moeten worden overwonnen. Een uitputtend parcours waarbij zwoegen, klimmen en glijden de belangrijkste ingrediënten zijn. En voor wie niet deelneemt: kijken is eigenlijk veel leuker.
Een jaar zonder WK Voetbal of Olympische Spelen wordt vaak als een mager sportjaar aangeduid. Dat mogen ‘de kenners’ vinden, maar dat gaat in 2015 voor Den Haag niet op. Geen enkele andere stad in Nederland krijgt de ogen van hele wereld voor twee megaevenementen op zich gericht. Door Klaas-Jan Droppert
Juni wordt voor Den Haag dé sportmaand van het jaar. Op 18, 19 en 20 juni is de Scheveningse haven het decor voor een pitstop in de beroemde Volvo Ocean Race. In de laatste etappe van Lorient naar Gothenburg meren de miljoenen kostende zeilschepen even in Scheveningen aan. Nu al is duidelijk dat het een feestje voor de hele stad gaat worden, omdat eromheen allerlei activiteiten worden georganiseerd. Lang kan Den Haag niet nagenieten, want een week later staat het volgende evenement voor de deur: het WK Beachvolleybal. Met als klap op de vuurpijl de finales op een drijvend ponton in de Hofvijver! Den Haagpromotie in optima forma. Met deze evenementen in de stad zou je bijna vergeten dat de jaarlijkse grote evenementen ook gewoon plaatsvinden. De bekendste is uiteraard de 41ste CPC Loop waar op 8 maart tussen de 44.000 en 45.000 deelnemers worden verwacht, een recordaantal. En dat is nog niet alles, want alleen al voordat de Volvo Ocean-schepen aan de horizon verschijnen, heeft Den Haag er al een enerverend halfjaar met sport op zitten. Ga vooral eens kijken bij de volgende sportwedstrijden. Intershoot Vraag: In welke sport worden op elke
The Hague Kiteboard World Cup Scheveningen is het surfparadijs van Nederland en dat zal van 14 tot en met 17 mei weer blijken. Onder aanvoering van de Haagse wereldkampioene Katja Roose laten de kiteboarders zien dat ze controle op het water maar ook in de lucht hebben. Spectaculairdere watersport bestaat er niet.
Joost de Gelder, hier in duel met HVV voor promotie naar de Eerste Klasse, hoopt met Quick de Topklasse te bereiken. >Foto: Bert Tielemans
Olympische Zomerspelen de eerste medailles uitgereikt? Antwoord: Schieten. En het eerste grote evenement in Den Haag is voor de schietsport, die sinds de weerzinwekkende daad van Tristan van der Vlis (als lid van een schietclub schoot hij in een Alphens winkelcentrum zes mensen dood, voordat hij zelfmoord pleegde), in het verdomhoekje zit. Terecht? Wie dat wil beoordelen, moet de sport eerst echt leren kennen. Dat kan door
van 5 tot en met 7 februari het internationaal hoog aangeschreven Intershoot-toernooi in sporthal Ockenburgh te bezoeken. Hudson John-toernooi Ieder jaar lukt het AdoLakers om ternauwernood het vege lijf in de Eredivisie van het honkbal te redden. Die prestaties staan in schril contrast met die van Hudson John, die negen keer nationaal kampioen werd. Terecht
dat naar de legende een groot honkbaltoernooi vernoemd is. Van 27 tot en met 29 maart geven de beste honkbalteams van Nederland, met John op de tribune, alvast een voorproefje van wat de honkballiefhebber komend seizoen te wachten staat. Men of Steelrun ‘Are you tough enough? Ja? Doe dan op 25 april mee aan de Men of Steelrun op het Scheveningse parcours.
Is er niets van uw gading bij? Dan is er nog volop keuze. Bezoek de komende maanden eens een wedstrijd van volleybalclub Inter Rijswijk en beleef in de Marimbahal de tijden van weleer waarin Blokkeer Europa Cupwedstrijden speelde. Ook nu is er volleybal op het hoogste niveau te zien. Beleef mee of het de hockeyclubs HDM en HGC lukt om volgend seizoen zowel met het dames- als het herenteam in de Hoofdklasse uit te komen. In de Overgangsklasse hebben de heren van HDM en de dames van HGC nog volop kans op promotie. En volg voetbalclub Quick in zijn strijd voor promotie naar de Topklasse. De derby tegen buurman HBS, staat die in de tweede helft van dit jaar eindelijk weer eens op het programma? Het zijn sportontmoetingen waarop iedere Haagse sportliefhebber zich verheugt. Hoezo is 2015 een arm sportjaar?
Jeroen Smits, voorzitter selectiecommissie cricket:
‘Oranje moet een voorbeeld aan Quick nemen’ Het Nederlands cricketteam staat op een kruispunt. Tijdens het toernooi om de World Cricket League deze maand in Namibië moet Oranje vanuit de tweede naar de hoogste divisie zien te promoveren. Daarvoor heeft Hagenaar Jeroen Smits, als voorzitter van de selectiecommissie, een nieuw beleid voor ogen. “Ik ben niet de redding maar ook niet de ondergang van het Nederlandse cricket”. Door Klaas-Jan Droppert
Voorzitter van de selectiecommissie zijn, aftreden en dan in dezelfde functie terugkeren. Jeroen Smits, directeur van het reclamebureau Auke Smits Publiciteit, maakte die merkwaardige ontwikkeling in 2014 door. De voormalige wicketkeeper van HCC en Oranje (ruim 140 wedstrijden met als hoogtepunt de historische winst op het WK tegen Engeland in 2009) nam zijn verantwoordelijkheid toen Nederland zich in januari vorig jaar niet voor het WK plaatste. “Dat we ons niet plaatsten maar juist degradeerden, was een complete verrassing. Ik zat in Nederland en zag het gebeuren. Machte-
Jeroen Smits: ‘Ik doe iets wat dicht bij mijn hart ligt en waarin ik denk een toegevoegde waarde te hebben’. >Foto: Bert Tielemans
loos volgde ik de wedstrijden, ingrijpen was op dat moment niet mogelijk. Enkele maanden daarvoor hadden we bondscoach Peter Drinnen verteld dat zijn contract niet zou worden verlengd. Hij is nog voor het WK opgestapt. Al die dingen bij elkaar waren een reden om op te stap-
pen. Ik was tenslotte vanuit mijn functie hiervoor verantwoordelijk. Ik stapte op zodat er genoeg vrijheid zou zijn om de gewenste aanpassingen door te voeren”. Achteraf gezien is er daarna weinig in de Nederlandse cricketwereld veranderd. Toch aanvaardde Smits, toen hij werd gevraagd, enkele maanden geleden zijn oude functie. “Maar nu ben ik alleen voorzitter van de selectiecommissie in een uitgeklede vorm en doe ik iets wat dicht bij mijn hart ligt en waarin ik denk een toegevoegde waarde te hebben. Destijds was ik ook bestuurslid en had ik met politiek te maken. Clubs die het ene jaar voor buitenlanders in de competitie zijn omdat ze een grote sponsor hebben en een jaar later tegen omdat die sponsor is opgestapt. Er is binnen de kleine cricketwereld in Nederland te vaak een tegenbeweging waardoor het algemeen belang niet wordt gediend. Een andere reden is dat het heel belangrijk is om de contacten met de wereldcricketbond (ICC) warm te houden. Dat is een complex proces, waarvoor niet iedereen de contacten en kennis heeft. Tim de Leede (VCC) of Luuk van Troost (Excelsior) zou dat kunnen, maar zij zijn door andere prioriteiten niet be-
schikbaar. Zodoende kwamen ze algauw weer bij mij uit”.
Gelukszoekers Zijn terugkeer heeft wel voor een omslagpunt in het selectiebeleid gezorgd. Smits wil het aantal buitenlanders (al dan niet met een Nederlands paspoort) in Oranje beperken en vooral met geboren Nederlanders werken. “We moeten van onderop beginnen. Met jongens die in de Nederlandse competitie spelen of hebben gespeeld. Aan een team vol buitenlanders hebben we niks. Mijn mailbox puilt uit met verzoeken uit het buitenland, dagelijks komen er nieuwe bij. Natuurlijk van Zuid-Afrikanen, Australiërs en Nieuw-Zeelanders met Nederlandse roots. Maar vooral van Pakistanen en Afghanen die zeggen een oom in Nederland te hebben en vragen wat ze moeten doen om voor het Nederlands team te mogen uitkomen. Dat zijn gelukszoekers. Die kant willen we niet op”. Liever kijkt hij naar Quick. “Die club is met eigen jongens twee keer achter elkaar kampioen geworden. Zo’n ontwikkeling wil ik graag zien in het Nederlands team. De saamhorigheid heeft Quick zover gebracht. Dat hoef je niet altijd met de allerbeste spelers te bereiken”.
Van 17 tot 23 januari wordt tijdens het toernooi van de tweede divisie van de World League Cricket duidelijk waar Oranje (met de Quick-spelers Jeroen Brand, Wesley Barresi en Thijs van Schelven en VCC’er Vivian Kingma) staat. Eindigt het team van Anton Roux bij de eerste twee, dan promoveert het naar de eerste divisie van de World Cricket League. “Heel belangrijk voor de ontwikkeling van het Nederlands cricket. Promoveren we, dan kunnen we weer WK-kwalificatiewedstrijden spelen, komen grote landen One Day International-wedstrijden tegen ons cricketen. Promoveer je niet of degradeer je, wat ook nog kan, dan lopen we veel geld van de ICC mis. Dan staan we op het niveau van 2004 en moeten we ons weer omhoog werken. Een spannende situatie, want momenteel kan het echt alle kanten op”. Mocht Oranje het toernooi niet succesvol beëindigen, dan stapt Smits niet nog een keer op. “Nee, want we zijn deze weg ingeslagen en op grond daarvan zijn dit de beste spelers die we daarvoor hebben. Andere keuzes zijn er niet. Het heeft dus geen zin om op te stappen. Ik ben namelijk niet de redding van het Nederlands cricket maar ook niet de ondergang”.
20>de achterpagina
Den Haag Centraal > Vrijdag 9 januari 2015
>Foto: Eveline van Egdom
1
Diann van Faassen Buurt “Ik heb op veel plekken in de stad gewoond: van hofjes tot kraakpanden. Zo’n tien jaar geleden verhuisde ik met mijn twee kinderen naar de Bomenbuurt, een fijne rustige wijk met groen en bomen. De Fahrenheitstraat wordt met allerlei leuke zaakjes steeds gezelliger”. Koffie “De allerlekkerste koffie van de stad is te vinden bij ‘bijClarence’<2> in de Piet Heinstraat. Het is een leuke, relaxte plek waar je altijd met een glimlach wordt begroet. Dat vind ik zo belangrijk, dat ze je echt zien. Toevallig werkt mijn dochter daar nu. Nog een reden dat ik er vaak ben”.
2
>Foto: PR
Lekkernij “Ik doe een moord voor een chocoladebrownie met kleine stukjes cheesecake van Sprinkles Bakery <5> in Rijswijk. Ze verkopen hun producten op de Homemade Market en Pure Markt. Het is altijd een verrassing of ze er zijn”. Schrijver m “Tijdens mijn fietstours citeer ik werk van onder anderen Cats, Huygens en Couperus. Toch kies ik voor Remco Campert. Vooral voor zijn poëzie en columns. Ik heb altijd genoten van CaMu in de Volkskrant. Ook lees ik Tomas Ross graag. Hij vermengt fictie en werkelijkheid en gebruikt vaak de stad in zijn werk”. Schrijver v “Betje Wolff en Aagje Deken schreven samen en leefden samen. Kort na elkaar zijn ze overleden en begraven op de mooie
3
>Foto: PR
PLAATS
Café “Tegenwoordig heb ik niet echt meer een favoriet café. Vroeger werkte ik veel vanuit de Boterwaag. Het Plein ontwikkelt zich heel leuk. Daar kun je nu ook zelfgemaakte producten en biologische broodjes vinden. Ik heb altijd veel literaire avonden georganiseerd, onder meer in het Paard Café, de Boterwaag en de Bordelaise <3>. Dat is een mooi art-nouveautentje. Soms zat het stampvol, soms waren er alleen drie stamgasten”.
Kledingwinkel “Het label Mademoiselle Cecile <4> maakt tassen en accessoires van duurzaam textiel, bijvoorbeeld van stoffen uit Terminal 3 op Schiphol. Cecile zit op de Binckhorst, vlak bij de Fokker Terminal. Ik heb er mijn oog op een tas laten vallen”.
Scheveningse begraafplaats Ter Navolging”.
4
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Typisch “Ik ben geen ras-Hagenees, langzaam is het mijn stad geworden. Als ik tijdens een fietstour van het centrum over de Scheveningseweg naar het strand rijd, voel ik me echt van hier”. Festival “Ik houd erg van het Westbroekpark. Het Food Truck Festival afgelopen zomer had de kermisachtige sfeer van de Parade van vroeger”.
>Foto: PR
Restaurant “El Barrio aan de Uilebomen, vanwege het theater en het heerlijke eten. De lol, gastvrijheid en verve waarmee alles geregeld wordt, is zo leuk. Eén ober lijkt net Manuel uit ‘Fawlty Towers’. Als het te lang duurt, roept hij: ‘Ik ga het zelf wel maken’ ”.
Boek “Dat is een onmogelijke vraag, ik heb zoveel boeken over Den Haag… Daarom noem ik Onze stad Den Haag van DenHaagDirect met verhalen en routes”. Buiten “Met de hond kom ik graag in de Bosjes van Poot. Dan loop ik helemaal naar boven om het strand te zien”.
Gebouw “Zeven jaar lang woonde ik in kraakpand de Illusie aan de Schouwburgstraat 2. Het is een pand met geschiedenis, met marmeren trappen en kamers van meer dan vier meter hoog. Met mijn twee kleine kinderen maakte ik deel uit van een bijzondere woongemeenschap. Nu zit de Campus Den Haag van de Universiteit Leiden op deze plek. Alleen de gevel is nog origineel”.
>Foto: PR
Afbreken “Aan afbreken doe ik niet, dat vind ik kapitaalvernietiging. Op veel plekken wordt te veel en te snel gebouwd. Frustrerend, want er staat zoveel leeg. Echt niet mooi vind ik de aanbouw uit de jaren 90 aan de Rekenkamer. Zonde, naast die mooie kloostermuur”.
Geheimtip “Die wil ik niet prijsgeven; ik houd ervan als dingen geheim blijven, maar de muurgedichten en poëzietegels wil ik met iedereen delen. In Archipel staan gedichten op zeven muren. En op de poëzietegels staan mooie zinnen uit de Haagse literatuur. Ik heb een eigen tegel op het Plein”.
5
Diann van Faassen <1> (1971) is een literaire duizendpoot. Ze is dichter, schrijfdocent en de organisator van het festival Poëzie aan de Waterkant. Voor totzo! begeleidt ze poëziefietstours. De afgelopen periode gaf ze een aantal workshops voor Poëzie met Pootjes. Het boek met 273 gedichten die het Haagse gevoel bezingen, verschijnt op 10 januari. Diann werd geboren in Enschede en verhuisde voor de studie Jeugdwelzijnswerk op haar zeventiende naar Den Haag. Haar huishouden in de Bomenbuurt deelt ze met haar zoon (22), hond en kat.
Het Veronica-schip Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
D
e Top 40 bestaat vijftig jaar. Ik golf langs de boulevard om een schuimbekkende zee gelukkig nieuwjaar te wensen en op de autoradio is de aalgladde Willem van Kooten alias Joost den Draaijer aan het woord. Nijvere NCRV-journalisten proberen hem uit de tent te lokken omtrent de commerciële willekeur van de hitparade. Een plaats in de hitlijst zou te koop zijn. Toen en nu. Maar de oude draaier doet zijn naam eer aan, gaat niet op de aantijgingen in en debiteert in zijn weerzinwekkende popiejopie spraakje liever een ‘gouwe ouwe’ anekdote.
Wanneer zijn brave interviewers met hard bewijsmateriaal in audio op de proppen komen, moet hij opeens dringend weg. De geïntimideerde presentatoren giechelen, de bejaarde diskjockey kómt er ook mee weg. Geheel conform de geest van zíjn tijdperk, de jaren zestig, die rebels heten te zijn, maar toen er aan het luid beleden idealisme door snuggere zakenlieden als onze Joost ook flink verdiend werd. Denken wij aan een nog groter icoon uit die tijd: Johan Cruijff. Nog steeds een idealist, zie zijn Academy en zijn Courts en de Poetineske manier waarop hij Ajax naar zijn hand heeft gezet, maar altijd met een goed oog voor het eigen profijt. Inmiddels geven
we hem groot gelijk. Het geluk dat hij ons ooit als voetballer gebracht heeft en het plezier dat hij ons nu verschaft – al is het alleen maar om zijn taalkundige exercities – rechtvaardigen een royale beloning. Maar back to the sixties, terug naar de Top 40. Je haalde hem bij platenzaak Gramora op de Fred en leerde hem uit je hoofd. De wekelijkse uitzending mocht niet verstoord worden. Een vrolijke kerkdienst was het, met opzwepende psalmen en gezangen en de legendarische jingles als kwistig rondgestrooide voorbeden. Omgeven met piratenromantiek, die ongebreidelde vrijheid suggereerde. Vanaf de boulevard kon je
het schip bij helder weer zien liggen. Toen het tijdens een storm van de ankers sloeg en op het Zuiderstrand landde, zelfs van zeer dichtbij. Wij gingen er met de klas heen, het schip was verlicht en er klonk hitparademuziek. Ook het uiteindelijke vlottrekken was een grootscheeps evenement. Na het verstommen van Veronica’s laatste piratenklanken in 1974, zat ik wenend aan het toestel. Natuurlijk was het al die tijd bikkelharde business geweest, maar de vrolijke belofte van nieuwe, spannende muziekdromen kleurde je leven. En dat is eigenlijk onbetaalbaar. Marcel Verreck