HOOGWERKER
PS nummer: 41121
Wettelijk Depot nummer: D2012/5535/108
Uitgave oktober 2012
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
2
Inhoud 1. Doelstelling.....................................................................................................4 2. Inleiding .........................................................................................................5 3. Waarom opleiding? ........................................................................................6 3.1 Wetgeving CODEX Tit.I, Hfst.III, Afd. III, art.17......................................6 4. De verantwoordelijkheden van de bestuurder ................................................7 5. De soorten hoogwerkers ................................................................................8 5.1 Thermische motor ..................................................................................8 6. De machine technisch bekeken ...................................................................10 6.1 Definitie ................................................................................................10 6.2 Onderdelen hoogwerker.......................................................................10 7. Stabiliteit ......................................................................................................12 7.1 Schaal van Beaufort.............................................................................13 8. Beperkingen bij het gebruik van de hoogwerker ..........................................14 9. Hoogwerker in gebruik .................................................................................15 9.1 Dagelijkse controle...............................................................................15 9.2 Bediening .............................................................................................16 9.3 Starten van de motor............................................................................19 9.4 Rijden en sturen ...................................................................................20 9.5 Telescoperen .......................................................................................21 9.6 Toppen en zwenken.............................................................................22 9.7 Het verstellen van de werkbak .............................................................22 9.8 Stoppen en parkeren............................................................................23 10. Raadgevingen voor het veilig gebruik van de hoogwerker .........................24 11. Persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM)...............................................31
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
3
1. Doelstelling
In deze cursus leer je: - werken met een hoogwerker - alle veiligheidsrichtlijnen toepassen om onveilige en gevaarlijke situaties te voorkomen
Met professionele manier bedoelen we: efficiënt: - snel, correct, volgens de voorgeschreven methodes en structuren veilig: - volgens de geldende veiligheidsvoorschriften BEHALEN VAN ATTEST I.S. OO5
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
4
2. Inleiding
In het verleden werden er verschillende werkwijzen en hulpmiddelen gebruikt om in de hoogte werkzaamheden uit te voeren. Dit bracht en brengt nog steeds een verhoogd veiligheidsprobleem met zich mee. Arbeidsongevallen zijn een niet weg te denken probleem. Stilaan groeit de bewustwording dat er veiliger moet worden gewerkt. Niet alleen onder druk van verzekeringsmaatschappijen, arbeidswetgeving (ARAB, CODEX) en veiligheidsorganen in bedrijven, comités voor veiligheid, maar ook vanuit een IKZ-beleid (integrale kwaliteitszorg). Meer en meer wordt er een beroep gedaan op machines die speciaal voor dit soort werkzaamheden ontwikkeld werden. De meeste bedrijven hebben begrepen dat het renderend is om hun werknemers hiervoor dan ook een aangepaste opleiding te laten volgen. Een bestuurder van deze machines wordt door het ARAB/CODEX niet zonder reden aangezien als een veiligheidsfunctie met de nadruk op verantwoordelijkheids- en veiligheidszin. De machinist mag de machine bedienen na opleiding onder toezicht van een ervaren en bevoegd persoon en na de handleiding gelezen te hebben. Machinisten moeten een geldig en geschikt rijbewijs hebben, goed gezichtsvermogen, diepteperceptie en normaal gehoor, zij moeten ook beschikken over een goede mentale en fysieke conditie een goed reactievermogen en goede reflexen. Zij mogen niet onder invloed zijn van bedwelmende middelen of medicatie die de bekwaamheid kunnen verminderen. De machinist moet op de hoogte zijn van de voorschriften regelgeving en standaarden van de werkgever, industrie en overheid. Deze gelezen en begrepen hebben en er zich te allen tijde aan houden.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
5
3. Waarom opleiding?
3.1 Wetgeving CODEX Tit. I, Hfst. III, Afd. III, art.21 De werkgever zorgt ervoor dat iedere werknemer een opleiding krijgt bij: - zijn indienstneming - een overplaatsing of verandering van functie - de invoering van een nieuw arbeidsmiddel of verandering van een arbeidsmiddel - de invoering van een nieuwe technologie Een voldoende en aangepaste veiligheids- en gezondheidsopleiding krijgen in d e vorm v a n voorlicht ing en inst ruct ie. Een opleiding speciaal gericht op z i j n w er k p o s t / z i j n f u n c t i e.
Deze opleiding moet: - worden aangepast aan de ontwikkeling van de risico’s - en indien nodig op gezette tijden worden herhaald Keuze en vorming van de bestuurder: Krachtens de voorschriften van het Algemeen Reglement Voor De Arbeidsbescherming, mag het besturen van een machine met eigen beweegkracht enkel toevertrouwd worden aan werknemers van tenminste 18 jaar en die door een geneesheer geschikt bevonden werd. Elke bestuurder moet een theoretische en praktische vorming gekregen hebben over: - het materieel, de motoren en andere elementen - de activiteit van het bedrijf, de arbeidsomstandigheden, de inplanting van de werkplaatsen en de wegen - de risico’s die inherent zijn aan de machines, aan de maneuvers ervan en aan de externe factoren - de algemene veiligheidsvoorschriften
Bron: A.R.A.B.-CODEX-KB
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
6
4. De verantwoordelijkheden van de bestuurder
De bestuurder bekleedt een veiligheidsfunctie in het bedrijf: Dit wil zeggen dat hij niet alleen de veiligheidsvoorschriften moet kennen, maar ze ook altijd moet kunnen toepassen. Hij moet zowel op zijn eigen veiligheid als op deze van de mensen uit zijn omgeving letten. De bestuurder moet altijd een correct oordeel vormen en weloverwogen besluiten nemen om zichzelf veilig te verplaatsen. De bestu urder kan s t r a f r ech t e l i j k v e r a n tw o o r d e l i j k gesteld w orden voor een ongeval indien bew ezen w ordt dat hij een zw are beroepsf out beging Het is de taak en plicht van de bestuurder om op een veilige manier zijn werk uit te voeren. Een beroepschauffeur is niet diegene die het meeste werk verricht, maar deze die een hoog rendement behaalt en toch alle veiligheidsrichtlijnen toepast die hem ongevallenvrij maakt. Een bestuurder heeft: - een veiligheidsfunctie: de bestuurder past de veiligheidsrichtlijnen toe - voorkomingbeleid: de bestuurder werkt constructief mee aan het voorkomen van ongevallen en onveilige situaties - meldingsplicht: de bestuurder stelt zijn hiërarchische oversten op de hoogte van onveilige situaties, defecten aan de machine, schade aan de machine
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
7
5. Soorten hoogwerkers 5.1 Thermische motor (diesel of benzine)
schaar-en telescoopgiek op banden
telegiek op rupsen
telegiek op banden
schaar-en telegiek afstempelsteunen rupsen thermische motor
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
8
vrachtwagen thermische motor schaar-en telegiek systeem afstempelsteunen
schaarlift op banden met electro motor
lichte vrachtwagen met thermische motor telescoop systeem afstempeling
schaarlift op rupsen met thermische motor
omgebowde verreiker tot hoogwerker Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
9
6. De machine technisch bekeken
6.1 Definitie Een hoogwerker is een toestel omvattende een werkplatform voor één of meer personen en hun eventueel materieel bevestigd hetzij op een al of niet draaibare gearticuleerde arm, hetzij op een schaarsysteem, hetzij op een telescopische arm of zuiger, dat zich bij middel van een hydraulische, pneumatische of elektromechanische aandrijving in de hoogte of in de gewenste richting kan bewegen, en dat speciaal bestemd is voor het uitvoeren van montage-, herstellings- en onderhoudswerken zonder het werkplatform te verlaten.
6.2 Onderdelen hoogwerker Een hoogwerker bestaat uit verschillende onderdelen, afhankelijk van het toepassingsgebied voor de machine (zie tekening pag 11).
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
10
onderdelen hoogwerker
Onderdelen hoogwerker 1. De werkbak 2. Slang- en kabelbescherming 3. Aandrijfmotor en remdeksel 4. Wiel en band 5. Aandrijfnaaf 6. Frame 7. Brandstoftank 8. Slang- en kabelrups 9. Topcilinderscharnierpen 10. Giekscharnierpen 11. Wiel en band 12. Trekstang 13. Bedieningsventiel en compartiment 14. Motorolie 15. Uitlaatsysteem en uitlaatdemper 16. Grondbedieningspaneel 17. Balastgewicht 18. …
19. Plaatwerk en sloten 20. Giekondersteuningsplaat 21. Noodpomp 22. Trekstangen 23. Wiel en band 24. Frame 25. Hydraulische oliefilter 26. Hydraulische olie 27. Draaikrans en rondsel 28. Aandrijfas 29. Aandrijfmotor en remdeksel 30. Wiel en band 31. Giekdelen 32. Scharnierpen en werkbak 33. Bedieningspaneel in werkbak 34. Zijsteun (optioneel) 35. Uitschuifbare as (optioneel)
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
11
7. Stabiliteit Een hoogwerker wordt ontworpen om personen en materieel te verplaatsen, zowel in hoogte als verte. Dit wordt in een ‘stabiliteitsgrafiek’ of anders gezegd een ‘werkgebied in de vorm van een grafiek’ weergegeven.
Overschrijd nooit het maximumgewicht en het aantal personen die op de machine vermeld staan. Voorbeeld pictogram: Maximale gewicht = 230 kg Aantal personen + materiaal = 230 kg Mag NOOIT overschreden worden!!!!! Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
12
7.1 Schaal van Beaufort Windsnelheid Beaufort
m/s
km/u
Waarneming
2
1,6 tot 3,3
6 tot 11
Men voelt de wind op het gelaat
3
3,4 tot 5,4
12 tot 19
De wind beweegt de bladeren
4
5,5 tot 7,9
20 tot 28
De wind jaagt bladeren en papier op
5
8,0 tot 10,7
29 tot 38
De wind beweegt kleine gebladerde bomen
6
10,8 tot 13,8
39 tot 49
De wind beweegt dikke takken
7
13,9 tot 17,1
50 tot 61
De wind hindert de voetganger
8
17,2 tot 20,7
62 tot 74
De wind breekt kleine takken
9
20,8 tot 24,4
75 tot 88
De wind rukt schouwen en leien af
10
24,5 tot 28,4
89 tot 102
Zware schade (storm)
11
28,5 tot 32,6
103 tot 117
Uitgebreide schade (krachtige storm)
12
> 32,6
> 117
Catastrofale orkaan
Bij het gebruik van heftoestellen wordt de windsnelheid niet altijd als de enige beperkende parameter beschouwd. In de meeste gevallen zal men ook rekening houden met de combinatie van verschillende factoren zoals: - de vereiste precisie van de uit te voeren werken - de omvang van de te behandelen stukken - eventuele specifieke omgevingsparameters Als alge mene ric htlijn kan gelden d at delicate werkzaa mhed en gestaakt worden bij windsnelheden vanaf 6 B e a u f o r t d . w . z . v a n a f me e r d a n 12,5 m / s e c. Ook bij opkomend onweer moeten de werkzaamheden gestaakt worden.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
13
8. Beperkingen bij het gebruik van de hoogwerker
- Gebruik de giek nooit voor een ander doel dan het personeel en hun gereedschappen op werkhoogte te brengen. - Overschrijd nooit de maximum toegelaten veilige belasting. - Vermijd kantelen rij en werk niet op zacht en/of oneffen terrein.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
14
9. Hoogwerker in gebruik
9.1 Dagelijkse controle Vóór het begin van de dagtaak moet de bestuurder er zeker van zijn dat het voertuig zich in een veilige staat bevindt. Het toestel moet in bezit zijn van een geldig keuringsverslag steeds IN/BIJ de machin e !!! Het belang van de dagelijkse controle: - voor de bestuurder: - zijn persoonlijke veiligheid kleine defecten kunnen grote ongevallen veroorzaken - zijn comfort een goed onderhouden toestel is aangenamer om mee te rijden en verhoogt tevens zijn rendement - zijn concentratie een toestel zonder mankementen laat de bestuurder toe zijn aandacht toe te spitsen op zijn werk - Voor de organisatie: - vermijd arbeidsongevallen toestellen in goede staat leveren minder gevaar op - geen rendementsverlies een toestel in slechte staat vertraagt de productie - vermijd onnodige kosten een kleine controle vooraf kan grote reparaties voorkomen Inspectie voor het starten is meer dan alleen maar controle van brandstof- en oliepeilen. Om een goede en volledige inspectie uit te kunnen voeren is het nodig om volledig rond de machine te lopen en de verschillende belangrijke onderdelen grondig te inspecteren. Naast de controle op defecten, controleer je ook: - de opschriften die steeds leesbaar moeten zijn - het smeerschema - de remmen - nooddaalsysteem - keuringsverslag (bij de machine) - de algemene reinheid van de machine
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
15
Inspecteer op beschadigde onderdelen: - beschadiging aan de manbak - loszittende of verdwenen bouten - olielekken - brandstof- en olieniveaus - barsten en scheuren- glijblokken van de giek Controleer steeds: - de werkbak en bediening - de slang- en kabelbescherming - de wielen en banden HEEL BELANGRIJK!!! - het brandstofniveau - het noodafdaal systeem
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
16
Voorbeeld van een controledocument
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
17
9.2 Bediening Voorbereiding - controleer de bereikbaarheid van de werkplaats - plaats de machine op een vaste, vlakke draagkrachtige ondergrond - houd rekening met putten, sleuven, ondergrondse/bovengrondse leidingen, putdeksels en de draaicirkel van de machine - zet eventueel de afstempeling uit, zodat de machine waterpas staat - gebruik eventueel schotten (of houten balken) onder de stempelvoeten
Bekijk he t instructieboek vóór het gebruik van een niet- gekende machine.
Maak je vertrouwd met de machine en de werking van de noodbedieningen vóór aanvang van de werken. De noodbediening maakt het mogelijk om: - bij afgeslagen motor de werkbak neer te laten (elektrisch) - enkele bewegingen te maken telkens 1 beweging afzonderlijk, nooit meerdere bewegingen gelijktijdig
Bij elektrisch defect kan men op een mechanische manier afdalen met hulp van handbediende ventielen die op de bovenwagen terug te vinden zijn.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
18
9.3 Starten van de motor - plaats de hoofdkrachtschakelaar in de werkstand - grondbediening aan - werkbakbediening aan - desnoods voorgloeien maximum 15 sec. - plaats de startschakelaar in de startpositie tot de motor aanslaat
Laat de motor en het hydraulisch systeem warmdraaien vooraleer een beweging ingeschakeld wordt. OPGELET: La a t de startmo tor nooit langer dan 10 sec dr aaien. Indien de dieselmotor na deze tijd nie t g e s t a r t i s , l a a t d e s t a r t m o t o r gedurende enkele seconden afkoelen, opnieuw voorgloeien en terug starten. Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
19
9.4
Rijden en sturen
Bij bediening vanuit de werkbak moet de voetschakelaar steeds ingedrukt gehouden worden. De voetschakelaar (dodemansfunctie) mag nooit mechanisch geblokkeerd worden.
Er moet zoveel mogelijk gereden worden met de giek gecentreerd boven de achteras. Vermijd te rijden over oneffenheden die het uitkatapulteren van bestuurder en of medewerker kunnen veroorzaken. Kijk altijd in de rijrichting van de machine. Met de hefboom wordt de rijrichting aangegeven. Met de motor snelheidschakelaar wordt de motor op een hoger toerental gebracht, zodat sneller kan gereden worden, indien de werkbak niet boven een bepaalde hoogte staat (afhankelijk van machine tot machine) of zodat er meer vermogen beschikbaar wordt om een helling op te rijden.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
20
9.5 Telescoperen Alvorens de giek in of uit te schuiven, dient men er zich van te verzekeren dat er zich geen personeel of obstakels boven, onder of achter de werkbak bevinden. Door de telescoopschakelaar in de stand ‘UIT’ te houden zal de giek uitschuiven. Bij het loslaten van de schakelaar zal het uitschuiven stoppen. Door de schakelaar in de stand ‘IN’ te houden zal de giek terug inschuiven
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
21
9.6 Toppen en zwenken Aftoppen is de giek omlaag brengen en Optoppen is de giek omhoog bewegen. De giek kan in een verticaal vlak (toppen) en in een horizontaal vlak (zwenken) bewogen worden. Dit kan gestuurd worden met behulp van de topschakelaar die in de gewenste positie moet gehouden worden (zie opschriften). Deze schakelaar moet rustig bediend worden om een soepele beweging te verkrijgen. Het toppen mag nooit gebruikt worden om met de giek een last op te tillen en te verplaatsen. Alle materiaal en materieel moet in de werkbak (manbak). Schaar open duwen is recht omhoog en schaar dichtplooien is recht omlaag (naar beneden) komen. 9.7 Het verstellen van de werkbak Met de schakelaar ‘op en neer’ kan de werkbak versteld worden, zodat de werkvloer horizontaal kan gebracht worden. Door het bedienen van de schakelaar ‘links en rechts’ kan de werkbank zwenken, zodat de werkplek beter kan bereikt worden.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
22
9.8 Stoppen en parkeren Indien niet beschreven in de instructieboek van de machine: - Tanken (best elke avond) - vlakke draagkrachtige ondergrond - niet voor poorten, deuren, brandkranen, EHBO-posten enz. … - transportpositie - giek ingeschoven - werkbak ± 30 cm boven de grond - motor laten uitdraaien, zeer lang - noodstop werkbak en onderwagen ingedrukt - batterijsleutel af indien aanwezig - vergrendelen indien voorzien - op een helling indien nodig wielkeggen of blokkeerhout gebruiken - contactsleutel verwijderen
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
23
10. Raadgevingen voor het veilig gebruik van de hoogwerker
- PLAATS de giek zoveel mogelijk in lijn met de rijrichting - RIJ vooruit waar het kan, achteruit rijden is alleen bedoeld voor het manoeuvreren tijdens het werk - RIJ nooit met uitgeschoven giek- en schaarsysteem - RIJ met de werkbak zo laag mogelijk, maar met voldoende zicht in de rijrichting
- KIJK altijd in de rijrichting en let vooral op de obstakels op en boven de grond
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
24
- RIJ en werk niet op zacht en oneffen terrein, zodat kantelen vermeden wordt - ONEFFEN terrein verhoogt het risico om uit de werkbak gekatapulteert te worden!
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
25
- BLIJF met de machine en de werkbak minstens 6 meter van elektrische leidingen verwijderd (spanningsbereik tussen 200 kV en 350 kV) - WERKEN in de nabijheid van zendmasten en radiotorens kan het platform elektrisch doen opladen Spanningsbereik
Minimale veilige afstand
0 tot 300 V
CONTACT VERMIJDEN
300 V tot 50 kV
3,05 m
50 kV tot 200 kV
4,60 m
200 kV tot 350 kV
6,10 m
350 kV tot 500 kV
7,62 m
500 kV tot 750 kV
10,67 m
750 kv tot 1000 kV
13,72 m Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
26
- HOU tijdens het werken en rijden de voeten stevig op de werkvloer en leun nooit uit de werkbak !
- LAAT geen grondpersoneel toe onder en rondom de geheven werkbak - VERMIJD dat gereedschappen of te monteren onderdelen uit de werkbak kunnen vallen - GEEN lasten op of aan de werkbak - GEEN lasten onder de werkbak hangen alles moet in de werkbak !
OPGEPAST voo r het beklem d r aken van ledem aten. Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
27
- LET altijd OP: - de beschikbare ruimte rondom de werkbak en de giek bij het op- en aftoppen van de giek, het telescoperen en het zwenken - de obstakels tijdens het zwenken - de vrije ruimte aan beide zijden van de machine alvorens steunen uit te schuiven - CONTROLEER altijd de stabiliteit van de machine alvorens de werkbak op hoogte te brengen.
- GEBRUIK de voorziene ingang of uitgang om de werkbak te betreden of te verlaten Een hoogwerker mag NIET gebruikt worden als taxi !!!
-STAP alleen vanaf de begane grond in en uit de werkbak, nooit vanaf een naast gelegen constructie of stelling. - HOU schoenen en werkbakvloer vrij van olie, modder, vet en andere glibberige substanties
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
28
- PROBEER een verzakte machine nooit vrij te maken door deze met de giek van de grond te drukken - VERSLEPEN van de machine moet gebeuren aan de voorzien bevestigingspunten en in vrijloop zie instructies fabrikant - BEVESTIG nooit touw, kabel, draad of dergelijke aan de werkbak - KLIM nooit over de giek om naar de werkbak te gaan of deze te verlaten - HIJS de hoogwerker volgens de richtlijnen van de fabrikant en de voorziene bevestigingspunten - NIET duwen of heffen tegen constructies
- NOOIT trekken aan een constructie - OM schommelen tegen te gaan van de werkbak nooit vastmaken aan een constructie
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
29
- GEBRUIK nooit ladders, trappen, kisten of iets dergelijk in de werkbak om extra hoogte te verkrijgen voor welk doel dan ook!
-VERPLAATSINGEN gebeuren door de persoon die zich in de kooi bevindt -BIJ het dalen met schaarlift, altijd uitschuifbaar werkplatform inschuiven !!!
Bediening aan de onderwagen dient enkel voor noodgevallen of het testen van de bewegingen van de machine. Er mogen nooit personen in de werkbak zijn bij het testen van de machinebewegingen.
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
30
11. Raadgevingen voor het veilig gebruik van de hoogtewerker In de opleiding zijn volgende PMB’s verplicht bij het werken met een hoogwerker: -
Veiligheidsschoenen Veiligheidskledij Veiligheidshelm veiligheidsharnas met valvoorkomer
Hoogwerker Uitgave: oktober 2012
31