249 3945567458
3 3 8 9
!!"##
INHOUDSOPGAVE 1 Een credo: Ik geloof in God de Vader 2 Gedicht “Kerk als gemeenschap” 3 Bijdrage uit een jaarwerk van Naomi Behaeghel 7 Inleiding over missionair gemeente–zijn gehouden op 20 maart 2010 te Brussel 19 Mogelijkheid voor een gesprek in uw gemeente 20 Schema over 8 sociale milieus 21 Gemeentenieuws 23 Protestants Evangelisch Godsdienstonderwijs 24 Activiteiten 25 Vrouwenbijbelkring (bijdrage mevr. P. Verstraete) 29 Erediensten van 2 mei tot en met 6 juni 2010 31 Rooster lectoren en koffiedienst 32 Uitsmijter of bladvulling?
EREDIENSTEN ZONDAG OM 10.00 UUR Babyoppas & kinderdienst Koffiedrinken na de eredienst hartelijk welkom
www.protestantsekerkbrugge.be
Ik geloof in God Ik heb er vertrouwen in dat God bede Vader,
staat. Met mijn verstand kan ik dat
de almachtige,
niet begrijpen, maar innerlijk geeft de
Schepper
gedachte aan God mij het gevoel van:
van hemel en aarde.
veiligheid, geborgenheid, een vaste grond onder de voeten.
Ik
Ik geloof dat God het leven is en het
geloof
leven geeft. Ik geloof dat het Godsrijk
in
van Jezus gekomen is, mens is gewor-
Jezus Christus, Gods eniggeboren Zoon.
den, om de onbegrijpelijkheid van God begrijpelijk te maken. Ik geloof dat Jezus door Zijn lijden de doodsmachten heeft overwonnen. Het geeft mij het vertrouwen dat zelfs het sterven niet het einde is, en het geeft mij moed in moeilijke tijden.
Ik geloof in de Heilige Geest.
Ik geloof dat de Heilige Geest inspireert tot het beter begrijpen van het Evangelie en mensen, die in Jezus Christus geloven verbindt en door vergiffenis bevrijdt, waardoor ik het gevoel krijg iedere dag opnieuw te kunnen beginnen. De Heilige Geest is iets, dat ik niet beschrijven kan, maar ik heb het gevoel, dat ik verantwoording moet afleggen, hoe ik in deze wereld omga met mezelf en mijn medemens. Ik geloof, dat de Heilige Geest van God komt en mij inspireert.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 1
KERK ALS GEMEENSCHAP Help ons om los te laten, God: een kerk, die een systeem is, een verleden, dat versteend is, een leer die levensvreemd is. Inspireer ons om te werken aan een christendom: dat een persoon is, een traditie die creatie is, Christus die het leven is. Help ons los te laten, God: een religie die gestorven is, een moraal die te veel slafelijk is, een wetboek dat onmenselijk is. Laat ons reikhalzen naar: een geest die inspiratie is, een liefde die bevrijden is, Christus die het leven is. Help ons los te laten, God: een gezag dat autoritair is, een eredienst die binnenkerkelijk is, een sacrament dat soms magie is. Laat ons uitkijken naar: een gezag dat dienend is, een liturgie die diaconie is, Christus die het sacrament is. Help ons los te laten, God: een rijke kerk die machtig is, een ambt dat dominerend is, een kerk die exclusief is. Doe ons werken aan wat vóór ons ligt: een christelijke kerk die voor allen is, Jezus Christus die ons lichaam is.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 2
NAOMI BEHAEGEL (16 jaar) Naomi maakte een jaarwerk voor school, ruim 140 bladzijden. Ik wil u enkele zaken meegeven en laat haar nu zelf aan het woord. Wanneer ik vertel dat ik naar de kerk ga, word ik vreemd aangekeken: “Hoe ouderwets ben jij?!” Het is een ‘taboe’ geworden. Hoeft dat een taboe te zijn? Waarom is het een taboe geworden, terwijl vroeger iedereen naar de kerk ging? Misschien moet je toch even de vraag stellen: “ken ik de kerk? Weet ik waar het voor staat?” Ik heb even wat pro’s en contra’s proberen te bedenken, waarom mensen wel of niet naar de kerk gaan. Pro 1. Er worden lezingen gehouden uit de bijbel. Als je dus zelf de moed niet hebt de bijbel te lezen, leer je hem op die manier kennen. 2. Je interpretatie over de bijbel kan verruimd worden. Soms door het eens van een andere kant te bekijken, kunnen je ideeën veranderen. 3. Je kan soms levenswijsheden zien, leren die je anders niet zou opmerken. 4. Je gaat dieper nadenken over de bijbel en over het leven. 5. Je zit in een gemeenschap en kan ideeën delen. 6. Er wordt gezamenlijk gebeden. Voor sommige mensen is dit gemakkelijker dan alleen. 7. Het is een moment van rust en inkeer. 8. Je houdt van wat godsdienstig gezang, begeleid door orgel. 9. Je houdt van symbolen. 10. Er hangt een bijzondere sfeer die veelzeggend, diepzinnig is. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 3
Contra 1. Je kan het gevoel hebben dat men te strak is. 2. Misschien voel jij je ongemakkelijk met zo’n gemeente rond je om te bidden of tot inkeer te komen. 3. Een preek kan zeer complex zijn. 4. Je kan het gevoel hebben dat er geen vrijheid van denken is. 5. Je krijgt misschien weinig tijd om zelf te bidden. 6. Je kan niet tegen de (vals)zingende gemeente. 7. Je vindt dat diepzinnige, spirituele maar zever. 8. Je bent bang er niet meer weg te kunnen een keer je je verbonden hebt. 9. Je voelt je niet goed bij de sfeer die er hangt. 10. Je wil een individu zijn die het leven op z’n eentje leert kennen. 11. Je hebt het gevoel dat er te veel leefregels worden opgelegd. ……. Velen denken bij godsdienst meteen aan iets zeer straks en rechtlijnigs, aan de vele godsdienstoorlogen, aan iets waarin je gevangen zit en geen vrijheid van denken en leven meer hebt. Dit vind ik zo jammer. Godsdienst kan echt iets zeer moois zijn. Daarmee wil ik niet alle negatieve ideeën ontkennen. Ik kan niet aannemen dat God de mens geschapen heeft om elkaar uit te moorden. Alles wat in de Bijbel staat moet ook in zijn tijdsgeest bekeken worden. Het is eigenlijk een geschiedenisboek met grote levenswijsheden in, die soms iets dieper liggen. Dat wil dan ook zeggen dat je de Bijbel niet letterlijk hoeft te interpreteren. Wat eigen is aan het protestantisme, is dat men zelf de Bijbel leest, zelf denkt en interpreteert. Hoe rechtlijnig is een godsdienst? Dat is iets wat je zelf vrij sterk in de hand hebt. Je kiest zelf hoe sterk je het geloofsboek naleeft. Je interpreteert zelf het woord van God, hoe letterlijker, hoe moeilijker na te leven. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 4
Eigenlijk nodigt God ons uit tot het geloof, de praktisering, etc. Het is aan ons om te kiezen in hoe verre we erop ingaan. Er worden “leefregels” opgesteld, maar die kan je opnemen als suggestie. Het is niet omdat je anticonceptiemiddelen gebruikt, dat je geen “goed katholiek” kunt zijn. Je kunt ook moslim zijn zonder een hoofddoek te dragen. Godsdienst is niets om bang voor te zijn. Je moet alleen even om het hoekje durven te kijken om dat te ontdekken. Het is iets wat je zelf moet beleven. Je kunt het niet ontdekken door te zeggen: “ik heb het gehoord van…, en als die het zegt, zal het wel waar zijn.” Ben je zwak omdat je gelooft? Sommigen zeggen van wel. Er wordt wel eens gezegd:” zo zwak dat je moet geloven in een God om te kunnen leven, kan jij dan niet op je eigen benen staan?” Natuurlijk kunnen wij dat. God is liefde. En uit liefde haal je kracht en energie. Als jij een moeilijk moment hebt, haal je toch ook je energie uit mensen die je lief hebt? God is juist zo iemand, waar je altijd bij terecht kan. Je kunt je gevoelens uiten, zonder dat hij je afwijst. Je kunt vertrouwen in hem hebben. Hij zal je geen kwaad doen, omdat je eens boos bent geweest op hem. Vrienden hebben ook niet voor alles een oplossing, maar dat ze naar je luisteren kan troost brengen. Bij God is het juist zo. …. Mijn grootste doel voor dit jaarwerk was voor mezelf ontdekken wat mijn godsdienst voor mij betekende. Dat doel heb ik bereikt. Mijn jaarwerk heeft ervoor gezorgd dat ik de stap gezet heb om weer naar de kerk te gaan. Ik ben zeer blij dat ik dat gedaan heb. Ik merkte ook naar mate mijn jaarwerk vorderde, dat mijn ideeën veranderden en ik op een andere manier naar de preken luisterde.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 5
Dat komt omdat ik meer van de achtergrond van het geloof begon te weten, langzaamaan, beetje bij beetje begin ik de Bijbel te kennen. Ook de preken zetten je aan tot nadenken. Een debat met iemand zet je weer aan tot eens met andere ogen ernaar kijken. Wat ik voornamelijk ontdekt heb, is dat een godsdienst iets is wat moet blijven leven, in elk individu op zich een evolutie moet doormaken. Geloof is niets zwaks, je komt er alleen maar sterker uit. Ik heb het gevoel sedert dat ik weer echt bezig ben met geloof, ik anders tegen de dingen aan durf te gaan. Niet dat ik geloof dat God alles voor mij zal doen, zeker niet, maar het is een soort steunpilaar die vertrouwen geeft. Soms kan het leven zo ‘non stop’ doorgaan, op een manier dat je het gevoel hebt dat je nooit tijd hebt om eens adem te halen. Voor mij is naar de kerk gaan een moment van rust. Om dat helemaal te bewaren heb ik ook het principe gekweekt van pas mijn gsm aan te leggen als ik terug ben van de dienst, zodanig dat ik een moment heb alleen voor mij en het geloof. Misschien komt dit nu allemaal een beetje over als een preek van een vroom iemand, maar dat is wel de evolutie die ik doorgemaakt heb. Moeiteloosheid heeft geen bestaan God wil je helpen als je hem toestaat God kan je steunen als je hem gelooft God kan je liefde geven als jij wil lief hebben God kan je gelukkig maken als jij gelukkig wil zijn. Je kan eeuwen wachten op een Goddelijk teken, maar misschien moet je niet uitkijken naar een engel uit de hemel, maar staat hij naast je, onder de vorm van een vriend. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 6
INLEIDING VPKB KERKENRAADSDAG 20 MAART 2010 TE BRUSSEL Mag ik in de eerste plaats u hartelijk danken voor de uitnodiging om hier te komen spreken? Het is niet de eerste keer dat ik in België ben en in deze Graanmarktkerk. Door goede contacten ben ik een beetje op de hoogte van uw kerkelijk leven. Ik vind het altijd weer boeiend om hier te zijn, in dit voor mij buitenland, maar toch met een lijntje verbonden met de Noordelijke Nederlanden. Ik heb uit het voorgesprek begrepen dat ik hier zal spreken voor de doorsnee bestuurders en medewerkers van de lokale kerk; Dat is ook het publiek waarmee ik in mijn dagelijks werk heb te maken. Ik heb dan ook getracht om in mijn Inleiding zo dicht mogelijk bij uw dagdagelijkse realiteit aan te sluiten. Toch moet u mij maar vergeven dat ik voornamelijk spreek vanuit de Nederlandse context en mijn eigen ervaringen daarin. De situatie in Nederland verschilt wel iets, maar in het gebied waar ik werk- direct over de grens, zijn ook veel kleine gemeenten. Onze synode heeft 2 jaar geleden besloten om flink te bezuinigen op de bovenplaatselijke dienstverlening. Eén ding moest echter extra aandacht krijgen: de opbouw van de missionaire gemeente en het onderzoek naar kerk– planting, de poging tot stichten van nieuwe gemeenten in met name verstedelijkte gebieden, en nieuwe stadswijken. Momenteel zijn er 3 collega’s benoemd om in alle regio’s voorlichting en stimulansen te geven tot missionaire bewustwording. De grote map ‘30 kansrijke modellen’ is daartoe een eerste aanzet. Als je zo’n verzoek uit België krijgt, om te spreken over de situatie van de kerk in een tijd, waarin de veranderingen in de samenleving over elkaar heen buitelen, dan is het niet gemakkelijk om een goede invalshoek te vinden. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 7
Waar zal ik beginnen? Bij de positie van de kerk in het na–christelijke tijdperk? Bij een analyse van de oorzaken van kerkverlating? Bij het communiceren van de boodschap van het Evangelie, waar zoveel mensen van zeggen, dat ze die niet meer van deze tijd vinden? Bij de vraag naar God, bij de zoektocht van velen naar Iets dat ons leven plaatst in een bezield verband? Bij het belaste verleden van de kerk, dat alle gepraat over liefde en moraal ongeloofwaardig maakt? En kan ik aansluiting en herkenning oproepen bij mijn Belgische geloofsgenoten? Ik waag het er maar op. Waarschijnlijk duizelt het menig kerklid als er zo vragend en twijfelend gesproken wordt over alles wat hen dierbaar is en was. Laten we het eenvoudig houden, zegt men dan. God houdt van zijn schepselen en Jezus gaf zijn leven voor ons. En wij dienen zijn navolgers te worden. Daar hebben we onze handen al meer dan vol aan, zeker als we dat doen met gelijkgestemden in een kerkelijk verband. Alles verandert in onze samenleving. Laat de kerk een plaats zijn, waar het blijft zoals het was; dat geeft rust en oriëntatie. Ja, alles verandert, een modern mens krijgt per dag meer informatie tot zich, dan de oermens in heel zijn leven. We kunnen eervoor kiezen om ons terug te trekken binnen de muren en als protestantse sekte alleen nog voor de gelijkgestemden iets te betekenen. Maar, dat was niet de opdracht van Jezus; gaat uit en verkondig het Evangelie. Gaat uit… dat is buiten de muren van de veilige afspraken, de traditie, het bekende taalgebruik, de gelijkgestemden. Veel kerken weten inmiddels dat het hard werken is. En misschien kunt u mij in de wandelgangen ook nog wat nieuwe ideeën geven voor de kerken in Nederland. De dag van vandaag zal u op nieuwe iedereen moeten brengen en misschien een andere blikrichting. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 8
Woord buiten de muren is het motto. En dan zijn we tegelijk bij de wijze van kijken, die ons kerkmensen zo kenmerkt. Ik wil vandaag stilstaan bij twee wijzen van kijken: die naar buiten de muren, naar de mensen en wat hen bezielt en die naar binnen de muren naar onszelf, als gemeente en als gemeentelid. We hebben in ons kerkelijk spraakgebruik een aantal technische termen, gradaties waarmee we mensen aanduiden: Je bent meelevend lid, en dan behoor je tot het centrum, vaak nog ziet men de predikant en de kerkenraad als de kern, het binnenste centrum. Meelevend lidmaat betekent dat je regelmatig je gezicht laat zien op zondag of bij een groepsactiviteit door de week en dat je meehelpt de gemeenschap op te bouwen. Ieder kerklid, dat niet op die manier meeleeft, noemen wij ( in NL) randkerkelijk. En dan spreken we ook nog over degenen die buiten zijn - misschien wel in de buitenste duisternisdat zijn de buitenkerkelijken. Zij houden blijkbaar veel van buiten zijn. Wij houden van binnen zijn en wij willen graag dat de mensen aan de rand en degenen die buiten zijn, naar binnen komen. “Komt ga met ons en doe als wij”, zeggen wij met Psalm 122. Wij hebben het hier goed. Dit is de blikrichting van binnen naar buiten. Die heeft jarenlang ons kerkelijk leven bepaald. Maar die blik blijft meestal beperkt tot de drempel en de deur. Komen ze nou nog? Waar blijven ze? Eigenlijk was de blikrichting vooral gericht op binnen. We gingen niet eens buiten vragen wie daar nou voorbij liepen. Wie zijn die mensen. Wij waren alleen geïnteresseerd in ze , in zoverre ze aan onze verwachtingen zouden voldoen: namelijk meedoen met ons! Maar: Wat vinden zij eigenlijk van uw kerk? Van de kerken in het algemeen? Hoe komt het dat het ze niets ( meer) zegt? Weten we dat? En zien we dat die ongelovige mens ook in onze eigen ziel huist? De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 9
Kerkverlating of ongelovigheid is niet zomaar iets van verslapping of luiheid, maar heeft sterk te maken met twee grote vraagstukken: de secularisatie in de samenleving, en de geloofscrisis binnen de kerk zelf. De vanzelfsprekendheid rondom God is verdwenen. Hij is in onze tijd een mogelijkheid geworden, een optie naast andere. Ook steeds vaker heftig bestreden, 2009 is het jaar dat atheïsten zich o.a. op stadsbussen nadrukkelijk melden in het publieke domein.”God bestaat waarschijnlijk niet, dus geniet van het leven” Wat betekent dat alles voor de kerk? Zulke wezenlijke vragen zullen moeten worden opgepakt door de kerkelijke leiding. Het huidige besef van: God is een optie. God niet als antwoord op alle dingen maar als ‘open vraag’: Mensen kunnen God geen plaats meer geven in hun denken over de wereld of men kan geloof niet rijmen met de bittere raadsels van dit bestaan. Deze levensinstelling doortrekt en stempelt onze cultuur op een ongekende wijze. En aangaande de kerk: men is het zat om als dom schaap te worden behandeld dat alleen de weg niet vindt. Morele dwang vanuit een kerkelijke hiërarchie stuit de moderne mens tegen de borst En wie weet nog het onderscheid tussen de Rooms Katholieken en de Protestanten? Dus uw kleine kerk krijgt een tik mee van de beeldvorming van de grote katholieke zusterkerk. De aanklachten rond het seksueel misbruik in kindertehuizen versterken dat gevoel nog eens extra. Ik ben van mening dat we aan dit agnosme, deze geloofstwijfel te weinig aandacht besteden in de kerkelijke discussie. Geloofsverdediging zou in het publieke debat weer een plaats moeten krijgen. In Nederland zie ik dat alleen terug bij de Evangelicals, maar niet bij de mainstream kerken. Apologeten heten zulke mensen. Zijn ze er nog?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 10
Wie komt er –buiten de muren van de kerk– nog voor God op?; Niet verongelijkt en niet vanuit een minderwaardigheidspositie, maar in een publieke dialoog. We laten ons dit vaak afpakken door Amerikaanse tv-dominees of moslimfundamentalisten. Nu lijkt het wel, alsof godsdienst en kerk een aflopende zaak is. Als de laatste straks het licht wil uitdoen, dan sluiten wij de kerk. Onze aartsbisschop Eyk meldde onlangs dat hij de komende 10 jaar verwacht, dat er 1000 RK kerken zullen moeten sluiten. Bij de protestanten zullen dat er zeker ook enkele honderden kerken zijn. Het kan je verwarren, als je zelf wel iets ziet in die wonderlijke traditie van de christelijke kerk door de eeuwen heen, het kan je ook verdriet doen, als dat wat jouw levensfundament is, door anderen als bijzaak, in ieder geval niet als hoofdzaak wordt gezien. Ik heb er geen oplossing voor, maar probeer te kijken waar we zouden moeten beginnen. Dan kijken we naar ons uitgangspunt: de Woorden, de verhalen van Jezus en de 1e christenen die tot ons komen door een lange geschiedenis van theologie en kerkelijke tradities; Want daarmee begint ons vuur te branden, daardoor wordt ons Licht ontstoken in de nacht. Dat vuur bepaalt onze houding als gemeentelid naar nieuwkomers, ouders van dopelingen, mensen buiten onze eigen ledenbestanden die in onze de buurt of stad hun leven leiden : Ik las onlangs ergens het volgende verhaal: Derek Draper werkte als succesvol politiek lobbyist, en was later actief achter de schermen voor de labourregering in Londen. Een periode van clubbezoek, XTC- en cocaïnegebruik leidde, samen met een publiek schandaal over politieke corruptie, tot depressiviteit en ontslag. Therapeuten adviseerden hem op zoek te gaan naar ‘spiritualiteit’, om de balans in zijn leven weer te vinden. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 11
Nadat hij yoga, New Age en het boeddhisme had onderzocht, concludeerde hij dat ze alle drie iets misten. Maar een indrukwekkend bezoek aan Westminster Abbey lokte een bezoek aan de plaatselijke kerk uit, een strikt anglicaanse parochie met een interessante mix van plechtigheid en informaliteit. De impact van dit bezoek is wellicht het beste te beschrijven in Drapers eigen woorden: “Ik begon Jezus Christus te ontdekken; zijn leven en zijn onderwijs. Ik leer nog steeds bij over de liturgie, al lezend worstel ik met de Bijbel, speciaal met het Oude Testament, en met de daden van de georganiseerde kerk, zowel in het heden als het verleden. Maar ik weet dat dat er allemaal niet echt toe doet. De kern van mijn christen-zijn is het geloof in de wijsheid van Jezus’ woorden, zoals die in de evangeliën worden verteld. Ik kijk nu met afschuw terug op mijn extreme verleden, in de tweede helft van de jaren negentig. Ik ga proberen te leven zoals Jezus het tweeduizend jaar geleden voorschreef. Ik leefde een plat, materialistisch leven. Ik was ongeduldig en intolerant. Nu probeer ik te leven en te denken met anderen in gedachten. Hoewel het voor velen een walgelijk idee is, kan ik het niet anders zeggen: God is liefde. Zo zegt de Bijbel het, en dat is wat ik steeds meedraag: liefde voor iedereen die ik ontmoet, grenzeloze, geduldige en vriendelijke liefde.” Derek Draper ging op zoek, eigenlijk niet eens naar het christendom. De vraag is nu wat hij aantrof toen hij de kerk binnen stapte. Het punt is dat Derek Draper iets echts, iets anders en onderscheidends vond in die kerk, op het moment dat hij er was: iets prikkelends. Dit is een vraag aan elke plaatselijke kerk: als hij jouw kerk was binnengestapt, zou hij dan zijn teruggekomen? Een Franse filosoof en cultuurcriticus (Jean Beaudrillard) vond dat onze huidige cultuur wordt gestempeld door oppervlakkigheid: “Geen van onze samenlevingen weet hoe ze haar verlangen naar de werkelijkheid moet vormgeven’’. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 12
Het gemis aan diepgang, een gebrek aan realiteit dringt zo diep door in onze cultuur en onze media dat niemand nog weet wat echt is en wat niet. Voor hem is die heimwee naar realiteitszin een van de sleutelkenmerken van een postmoderne wereld. Onze vraag, als kerkenraadsleden is niet: ‘Hoe kunnen we de mensen aan de rand (en erbuiten) overtuigen dat geloven en meedoen zinvol en waar is?’ maar ‘Hoe kunnen we hen naar meer doen verlangen?’ Dit brengt vragen mee over persoonlijke levensstijl: ‘Hoe anders zijn mijn waarden, mijn huis en mijn gedrag dan die van mijn onchristelijke buren en vrienden? Is er iets wat hen aanzet tot de vraag naar meer, wat hen doet verlangen naar wat ik heb?’ Dit vraagt ook frank en vrije bevraging van de levensstijl van de kerk: ‘Is onze kerk gewoon een zoveelste clubje van gelijkgestemden die zingen, religiositeit en preken waarderen? Of is er iets in het leven of de godsdienst van de kerk wat een naar binnen kijkende voorbijganger doet verlangen naar wat we hebben?’ Is onze kerk een contrasterende gemeenschap in het seculiere vlakke platte landschap? Goed, maar daarmee hebben we ons al zo vaak beziggehouden. Wij zijn ook maar gewone mensen, die niet kunnen toveren. Nee, maar op zoek gaan naar de motivatie van mensen, zou een beleidspunt kunnen zijn. De motivatie om naar de kerk of kerkelijke groepen te komen, om mee te denken hoe de kerk het Evangelie present kan stellen, in diaconale initiatieven en in hartstochtelijke activiteiten en woorden. Dan moet je eerst weten wie je eigen leden zijn, wat hun verlangens en kwaliteiten zijn, hoe zij in het leven staan. En niet alleen je leden: waarom zou je je niet veel meer gaan richten op een breder publiek? Als je dat in beeld krijgt, is er misschien een heel ander beleid nodig. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 13
Wij delen de mensen nog vaak in in antieke groepen: gelovig, ongelovig, buitenlander, upper class, middle– en lower class. Het Nederlandse bureau ‘Motivaction’ heeft enige tijd geleden een prachtig onderzoek gedaan. Ze liet een brede groep mensen een soort mentality test doen. En kwam tot een 8-tal sociale milieus. (zie blz. 20) Dit onderzoek werd ook gedaan naar de leefstijlen van de achterban van de PKN en de groep religieus georiënteerden. Uit dit onderzoek van ‘Motivaction’ (Mentality, sociographics in marketing, januari 2004) blijkt dat er een kloof is tussen diegenen, die de kerk een warm hart toedragen en het deel van de samenleving, waar de tussengeneratie 30-50 jaar ondervalt. In alle kerken zien we dat vooral de traditionele burgerij oververtegenwoordigd is. Kerkleden die gezien hun kenmerken vallen onder andere groeperingen (zoals de kosmopolieten, de moderne burgerij, postmoderne hedonisten en opwaarts mobielen) en behoefte hebben aan allerlei vormen van spiritualiteit kunnen met het reguliere aanbod vanuit de kerken niet uit de voeten en haken snel af. Indien je meer wilt weten van deze groeperingen, is het van belang, dat je je verdiept in de leefstijlen van deze doelgroep. Eerst dus maar eens luisteren naar deze groeperingen, wat houdt hen bezig? Welke levens- en zin/geloofsvragen staan centraal bij hen? Het voert te ver om dat uitvoerig te behandelen, maar al veel bedrijven en organisaties zijn hiermee aan het werk en weten op wie ze zich moeten richten met welk product. Misschien een leuke test om in uw vrijwilligerskader te doen; u doet ‘m via internet en krijgt dezelfde dag nog een rapport. Maar het is ook een mogelijkheid om aan de weet te komen hoe uw groep jongere leden in elkaar zit. De kerk zal moeten toegroeien naar een nieuwe positie omdat de samenleving verandert. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 14
Wij zullen dus eerst buiten de muren goed moeten verkennen, luisteren, participeren, te verspieden als Jozua, Om uiteindelijk ook te leren kijken met de ogen van buitenstaanders naar onze eigen kerkelijke bedrijvigheid, ons taalgebruik, onze gewoonten. Misschien gaan we dan wel zaken anders doen, zeggen, publiceren. Joep de Hart, onderzoeker bij het SCP heeft hierover het volgende gezegd: De postmoderne mens is een levensbeschouwelijke nomade. Zijn spiritualiteit heeft geen stopcontact meer nodig. Net als zijn elektronische apparatuur moet ook zijn geloof tegenwoordig portable zijn. Moderne mensen zoeken geen credo, geen onwankelbaar geloof, maar eerder ervaring. God bezoekt nog steeds zeer velen, maar het adres van God is niet noodzakelijkerwijs in de dichtstbijzijnde kerk te vinden. Maar bijvoorbeeld ook in een klooster, in een regionale jongerenkerk, tijdens een wandeling, in een inloophuis of in het drugspastoraat. Om maar wat te noemen. En ik voeg er aan toe: Op internetforums, op blogs, via Twitter en chat–mogelijkheden. En verder: ook dunne lijntjes naar de kerk zijn van belang: randkerkelijkheid is een wijze van betrokkenheid, misschien ook wel tijdelijk. 1x per jaar naar de Kerstnachtdienst is dat ook goed?. Durven we dat te waarderen en te accepteren? Het gaat steeds weer om de kwaliteit van ontmoetingen, het creëren van gemeenschap,van tijdelijke verbondenheid, soms in het voorbijgaan, zoals Jezus ook al deed hoort daar ook bij. En dan de rest aan God overlaten. Voor de kerkelijke praktijk denk ik dan aan een aantal concentrische cirkels waarin belangstelling gewekt wordt, waarin gradaties van betrokkenheid gewekt worden. Dat kan door gebruik te maken van de missionaire momenten in bestaande kerkenwerk en door nieuwe missionaire momenten te creëren. De bestaande scharniermomenten zoals trouwen, dopen, begraven. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 15
En de Hoogfeesten, de Monumentendag, de nieuw ingekomenen. De jaarlijkse geldinzameling. Het zijn alle momenten waarbij de kerk dichtbij de mensen kan komen. Kwalitatief moeten die activiteiten dan klinken als een klok. Vraag is daarbij: hoe creëer je een zodanige situatie dat het moment beklijft en er een vervolg kan komen? Andere momenten die je kunt aangrijpen (en wat al veel gebeurt) geschiedenis/ cultuur. Uw historische gebouw, Muziek, poëzie (troost), maand van de spiritualiteit, thema van de Boekenweek, een diaconale actie, want in het diaconaal initiatieven nemen wordt duidelijk wat de kerkgemeenschap waard is. Het is een veelal onderschatte missionaire gestalte van de kerk. U bent vandaag bij elkaar gekomen vanuit de overtuiging: Het is uniek en waardevol wat we in huis hebben, maar hoe delen we die waarde in de toekomst? Wij zijn bereid om daarnaar de komende jaren een speurtocht te ondernemen, daar een speerpunt in ons beleid van te maken. En dan tot slot nog even de blik naar binnen: Ik ben van mening dat wanneer je als kerkgemeenschap ook in de toekomst wat wilt betekenen, dat je dan eerst bij jezelf te rade moeten gaan. Want ook in eigen kring slaat de erosie toe, of centrifugeert de gemeenschap soms mensen middelpuntvliedend naar de rand. De restauranteigenaar die zijn klanten wil houden of nieuwe klanten wil, verdiept zich in de eetlust van de potentiële klant, verandert de spijskaart, stuurt zijn personeel op cursus of neemt een nieuwe kok aan. En dan heb ik het nog niet eens over zijn eigen financiën, gezondheid of creativiteit. En dan moeten we elkaar maar regelmatig vragen: hoe blijft uw eigen vlam brandend? En dan bedoel ik: uw persoonlijke inzet, uw motief, waardoor u zelf ook weer licht kunt verspreiden?
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 16
De kerk bestaat uit allemaal unieke mensen met een eigen verhaal, een eigen motief. Dat is ook wel weer boeiend, want in het kerkelijke spraakgebruik wordt er soms een eenheid van geloven verondersteld die er niet altijd is, bv. Een onwankelbaar geloof in allerlei waarheden, over de Drie-eenheid, het leven en sterven van Jezus, de Almacht van God, de kracht van het gebed. Stuk voor stuk respectabele zaken. U kent ze. Maar een beetje rondvragen leert, dat –zeker in onze pluriforme kerk- dat er ook mensen zijn, die het genoeg vinden, om wat te verwijlen in een oude kerk bij een kaarsje, of ze houden alleen al van het prachtige gebouw, of er zijn mensen die hun hele leven teren op 1 Bijbeltekst of een lied (Johannes 3:16; Wat de toekomst brengen moge…). Een ander komt graag naar de ouderengroep om contact te hebben, of omdat het daar tenminste geen taboe is, als je over God praat. Daardoor blijft zijn vlam brandend, Nog iemand anders wil graag zijn vrijwilligerstalenten kwijt in de kerk , of wil discussiëren over theologie en rekent op weerwoord, waardering of vriendschap, saamhorigheid. Mijn ouders waren gedreven door het vlammetje: Jezus uw verzoenend sterven is het rustpunt van ons hart.” Ik zelf was meer gedreven door Jezus’ aanstekelijke visioen van een Koninkrijk waar gerechtigheid en vrede zou heersen en de muziek van Bach, of Oosterhuis en Antoine Oomen heeft mij bij de kerk gehouden. Zo blijft een vlam brandend op heel verschillende wijze, met verschillende aanstekers, motieven. Als je die niet zou hebben valt het licht uit. En valt de gemeenschap stil. Zo’n voorbeeld gaat natuurlijk altijd ergens mank, maar ik blijf nog even doorgaan. Het zou goed zijn om elkaar nu of volgende week de vraag te stellen: a. Hoe zit het met onze eigen aansteker/vlam, blijft die nog branden of kan het beter? De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 17
b. Wat voor soort aanstekers zijn er in ons midden en hoe houden wij ze brandend? c. Kunnen we ook nieuwe mensen wijzen op hun eigen manier van aansteker zijn? En ze daarmee misschien uit de kramp halen? Bevrijden tot: jij mag er zijn met je eigen vlam. Nee, nog meer: wij zijn benieuwd naar jouw vlam, wij hebben jouw vlam dringend in de kring nodig! En willen hem desnoods aanwakkeren. Kunnen wij het regelmatig er met elkaar over hebben, hoe onze vlam brandt en of onze vlam nog wel brandt? Dat is fundamenteel voor de voortgang van een missionaire gemeente. Dat vraagt om openheid; maar het is onmisbaar Zeker voor een kerkenraad die leiding wil geven, niet alleen aan een organisatorisch proces, maar ook aan een spiritueel proces. Gaat het om de toekomst van de kerk, dan gaat het om mensen zoals u en u en ik! Daar begint het mee. Mensen die gedreven en aangestoken worden door Gods Geest, ze weten zelf soms niet eens hoe dat hun overkomt, maar ze kunnen niet meer zonder die zoektocht. En ze willen dat samen doen met andere zoekers., aanstekelijk en herkenbaar. Dank voor uw aandacht. Simon Drost Gemeenteadviseur Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland www.pkn.nl
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 18
Mogelijkheid voor een gesprek in uw gemeente A. Het zou goed zijn om te weten: a. Hoe zit het met onze eigen aansteker/vlam, blijft die nog branden of kan het beter? b. wat voor soort aanstekers zijn er en hoe houden wij ze brandend? c. Kunnen we ook nieuwe mensen wijzen op hun eigen manier van aansteker zijn? En ze daarmee misschien uit de kramp halen? Bevrijden tot: jij mag er zijn met je eigen vlam. Nee: wij zijn benieuwd naar jouw vlam, wij hebben jouw vlam dringend in de kring nodig. En willen ‘m desnoods aanwakkeren. B. Hoe kijkt de gemiddelde Belg tegen de kerk aan? Hoe kijken wij daar zelf tegen aan? Als u uw eigen kerk/gemeente zou willen portretteren, dan vraag ik u ook een beeld van een mens in gedachten te nemen. 2 vragen: Welk soort mens is uw kerk/uw gemeente momenteel? Welk soort mens zou uw gemeente moeten zijn? C. Stelt u eens vast: u gaat een kaderaffiche ontwerpen, zoals ook de voetbalclubs doen om hun wekelijkse wedstrijden aan te kondigen op een telkens terugkerend herkenbaar affiche. Over een paar jaar herkent iedereen het: o ja, dat is van de protestanten … Wat zullen ze nu weer hebben? De affiche moet een vaste illustratie bevatten en een vaste reclamezin. Met welke illustratie en slogan wilt u bekend staan? Waarmee wilt u aandacht vestigen? Wat gaat u daar dan verder op aankondigen? Op wie gaat u zich richten? Doelgroepen binnen de kerk? Buiten de kerk? Aan de rand? D. Opdracht is: inventariseer de mogelijkheden voor ‘missionaire momenten’ en bekijk hoe u die kunt verbeteren.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 19
Mentality - Sociale milieus
In Nederland worden 8 sociale milieus onderscheiden:
De traditionele burgerij De moralistische, plichtsgetrouwe en op de status-quo gerichte burgerij die vasthoudt aan tradities en materiële bezittingen. De gemaksgeoriënteerden De impulsieve en passieve consument die in de eerste plaats streeft naar een onbezorgd, plezierig en comfortabel leven. De moderne burgerij De conformistische, statusgevoelige burgerij die het evenwicht zoekt tussen traditie en moderne waarden als consumeren en genieten. De nieuwe conservatieven De liberaal-conservatieve maatschappelijke bovenlaag die alle ruimte wil geven aan technologische ontwikkeling, maar zich verzet tegen sociale en culturele vernieuwing. De kosmopolieten De open en kritische wereldburgers die postmoderne waarden als ontplooien en beleven integreren met moderne waarden als maatschappelijk succes, materialisme en genieten. De opwaarts mobielen De carrièregerichte individualisten met een uitgesproken fascinatie voor sociale status, nieuwe technologie, risico en spanning. De postmaterialisten De maatschappijkritische idealisten die zichzelf willen ontplooien, stelling nemen tegen sociaal onrecht en opkomen voor het milieu. De postmoderne hedonisten De pioniers van de beleveniscultuur, waarin experiment en het breken met morele en sociale conventies doelen op zichzelf zijn geworden
Uit: www.motivaction.nl (mentality-test) bedoeld om ‘klantgroepen’beter te onderscheiden en te binden en ‘trends’te signaleren. U kunt uw eigen positie testen op de webstek.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 20
VERKIEZINGSZONDAG 13 JUNI Nee, ik ga u geen stemadvies geven. Wat ik wel wil is u aanmoedigen om deze zondag, of u al of niet gaat / moet stemmen, naar de eredienst te gaan. Deze zondag gaat dr. D. Würsten voor, predikant van onze kerk en nu inspecteur/adviseur van het Protestants Evangelisch Godsdienstonderwijs (PEGO). De levensbeschouwelijke vakken en dus ook het PEGO- hebben een bijzonder belangrijke taak verworven in het schoolleven, zowel in de ontwikkeling van het algemene leer- en opvoedingsproces als in de diverse nieuwe opdrachten die de school werden toegewezen. De lessen PEGO staan open voor alle kinderen. In elke stedelijke, gemeentelijke en provinciale school en in elke school van het gemeenschapsonderwijs kan de PERGO aanvragen. U ontvangt een keuzeformulier bij inschrijving. Wat biedt het PEGO kinderen aan? a) Een stevige Bijbelse basis, aangepast aan de leefwereld en de ontwikkeling van het kind. b) Christelijke waarden, op speelse wijze aangebracht en gericht op hun leven. c) Aandacht voor de specifieke mogelijkheden van het kind. d) Dit alles in afwisselende lessen, waarin creativiteit, gesprekjes, verhalen en liedjes ruim aan bod komen. www.pego-site.be
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 23
ACTIVITEITEN DISTRICTSVERGADERING Zaterdag 5 juni om 14.00 uur in het PCC te Gent. We gaan spreken over het beleid in onze kerk (plaatselijk, op districtsniveau en landelijk). VZW DE VRIENDEN ⇒Uitstap op 21 augustus. We bezoeken het vernieuwde Romeins Museum te Oudenburg en verbinden dit met een bezoek in Houthave (tentoonstelling mevr. Jenny Verplancke). U krijgt t.z.t. meer nieuws via de voorzitter. ⇒Gemeente–hammetjes–avond (voorheen Barbecue) op zaterdag 25 september. Meer informatie volgt later. ⇒Varia. Op donderdag 18 november is er een interessante lezing in het kerkcentrum door dhr. J. Berten, voorzitter van de Gidsenbond. OPEN KERKEN Van de startzondag 6 juni t./m. 15 augustus staat onze kerk weer open voor bezoekers op vrijdag, zaterdag en zondag van 12.00–16.00 uur. Dhr. P. Lauwaert, directeur van het Vlaams Bijbelgenootschap (VBG), verzorgt de prediking op de starzondag. Verder zal onze ouderling mevrouw G. Labeur iets voorbereiden rond het boek Ruth en zal haar nichtje Eva Cardinael harp spelen (waarschijnlijk met een vriendin). We zullen dan ook de ‘Expo Biblia’– tentoonstelling van het VBG hebben. Binnenkort hangen we de lijst op om vrijwilligers voor de permanentie te vragen. Wilt u in uw omgeving bekendmaken dat onze kerk in die tijd open is? Er wordt ook publiciteit gemaakt op onze site en die van www.openkerken.be.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 24
Vrouwen(bijbel)kring van april 2010 Elia : Het gebed om regen (1 Koningen 18) Elia echter klom naar de hoogte van de Karmel, boog zich ter aarde en legde zijn aangezicht tussen zijn knieën. Daarop zei hij tot zijn knecht : Klim omhoog, zie uit naar de zeekant. Hij klom omhoog en zag uit, maar zei: Er is niets. Daarop zei hij: Ga weer. Tot zevenmaal toe. Bij de zevende maal nu zei hij: Zie, een wolkje als eens mans hand stijgt op uit de zee (…). Toen, in een oogwenk, werd de hemel zwart van de wolken en wind, en viel er een zware stortregen. (1 Koningen 18:42-45) Nadat het volk Jahweh had erkend als de ware God en het oordeel aan de profeten van de Baäl was voltrokken, stond niets de zegen van God meer in de weg. De relatie tussen God en het volk was hersteld. Nu kon de regen weer neerdalen van boven. De komst van de beloofde regen vereiste echter wel ‘een krachtig gebed’ van de kant van de profeet, die naar de hoogte van de Karmel klom en ootmoedig knielde voor zijn God. Wat was zijn gebedshouding? Elia echter klom naar de hoogte van de Karmel, boog zich ter aarde en legde zijn aangezicht tussen zijn knieën. (1 Koningen 18:42) In het besef van zijn geringheid knielde hij zo neer voor de Almachtige, de Schepper van hemel en aarde. Was dit dezelfde man die enkele uren geleden in het middelpunt had gestaan op de berg Karmel, die het gehele volk ter verantwoording had geroepen, de profeten van de Baäl had bespot en hen had laten slachten bij de beek Kison? Evenals Abraham destijds was hij zich ervan bewust dat hij slechts ‘stof en as’ was voor de Rechter der ganse aarde. Het is dus zonder meer nuttig te bidden voor de zegeningen die God ons al heeft toegezegd. God wil graag in ons hart het verlangen zien naar de vervulling van Zijn beloften. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 25
Het is tot eer van Hem als wij pleiten op Zijn trouw en vol verwachting uitzien naar de vervulling van Zijn woord. Hij stuurt ons niet weg met lege handen. Wij mogen zelfs al onze wensen door gebed en smeking aan Hem voorleggen, ook al weten wij niet precies wat Zijn wil is. Filippenzen 4:6: Weest in geen ding bezorgd, maar laten bij alles uw wensen door gebed en smeking met dankzegging bekend worden bij God. De regen die van boven neerdaalt, is een bekend Bijbels beeld van de uitstorting van de Heilige Geest, Zijn aanwezigheid en werking hier op aarde. Dat is reeds zo in het Oude Testament. Jesaja 44:3v zegt: Want ik zal water gieten op het dorstige en beken op het droge; Ik zal Mijn Geest uitgieten op uw nakroost en Mijn zegen op uw nakomelingen. Zij zullen uitspruiten tussen het gras, als populieren langs de beken. Joël 2:28v profeteert: Daarna zal het geschieden, dat Ik mijn Geest zal uitstorten op al wat leeft, en uw zonen en uw dochters zullen profeteren; uw ouden zullen dromen dromen; uw jongelingen zullen gezichten zien. Ook op de dienstknechten en op de dienstmaagden zal Ik in die dagen mijn Geest uitstorten. In het Nieuwe Testament is het niet anders. Zoals bekend wordt de profetie van Joël door Petrus geciteerd op de Pinksterdag (Handelingen 2:16-18). De Geest werd door de verhoogde Christus uitgestort over de Zijnen. Nu Hij dan door de rechterhand Gods verhoogd is en de belofte des Heiligen Geestes van de Vader ontvangen heeft, heeft Hij dit uitgestort, wat gij en ziet en hoort. (Handelingen 2:33). Dit wordt ook wel omschreven als dopen met (of: in) de Heilige Geest. Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze. (Handelingen 1:5). Hierdoor is de Gemeente gevormd, het lichaam van Christus hier op aarde.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 26
Paulus zegt bovendien dat ons allen van één Geest te drinken gegeven is. … want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt. (1 Kor. 12:13). De regen van boven, het water dat Christus ons biedt, lest onze geestelijke dorst en het wordt in ons een fontein van water dat springt tot in het eeuwig leven. …maar wie gedronken heeft van het water, dat Ik hem zal geven, zal geen dorst krijgen in eeuwigheid, maar het water, dat Ik hem zal geven, zal in hem worden tot een fontein van water, dat springt ten eeuwigen leven. (Johannes 4:14). Hoe moeten wij in dit licht het gebed om regen duiden, zoals wij dat vinden in de geschiedenis van Elia? Moeten wij als nieuwtestamentische gelovigen ook telkens vurig en indringend bidden om de komst of de gave van de Geest? Wordt de Heilige Geest in tijden van opwekking, op ons gebed, opnieuw uitgegoten? Het is goed in dit verband te wijzen op de positie van de Nieuwtestamentische gelovige, die gezegend is met de permanente inwoning van de Geest van God (zie o.a. Joh. 14:15-17; Rom. 8:9-11; 1 Kor. 2:12; 2 Kor. 1:22; 2 Tim. 1:14). De Geest blijft bij ons tot in eeuwigheid, maar wij kunnen Zijn werking wel belemmeren of zelfs praktisch onmogelijk maken. Wij kunnen door een verkeerde wandel de Heilige Geest bedroeven. En bedroeft de Heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. (Efez. 4:30). We kunnen de geest ook uitblussen: Dooft de Geest niet uit, veracht de profetieën niet, maar toets alles en behoudt het goede. (1 Tess. 5:19). Het grote verschil met het Oude Testament is dat de Geest toen nog niet op aarde woonde in de gemeente (want die was toen nog niet gevormd) en evenmin in de individuele gelovige. Wij lezen daar steeds dat de Geest over iemand kwam om hem toe te rusten voor een speciale taak. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 27
David bad terecht: Verwerp mij niet van uw aangezicht, en neem uw heilige Geest niet van mij. (Psalm 51:13). Pas nadat Jezus verheerlijkt was in de hemel, daalde de Geest neer op aarde om voorgoed woning te maken in de verlosten, collectief maar ook heel persoonlijk (vgl. 1 Kor. 3:16; 1 Kor. 6:19). Wie in Mij gelooft, gelijk de Schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. Dit zeide Hij van de Geest, welke zij, die tot geloof in Hem kwamen, ontvangen zouden; want de Geest was er nog niet, omdat Jezus nog niet verheerlijkt was. (Johannes 7:38-39) Het is in deze bedeling dus juister om niet voor een nieuwe uitstorting te bidden, maar voor de krachtige werking van de Geest in Gods kinderen, Zijn doorwerking in hart en leven. De voorwaarde daartoe is het breken met zonde, met ongerechtigheid, met afgoderij. En inderdaad : als onbekeerde mensen gaan geloven in het volbrachte werk van Christus, zullen zij de gave van de Heilige Geest ontvangen als een zegel en een onderpand van Godswege. De Geest is uitgestort in onze harten en wij laven ons voortdurend aan de frisse waterstromen van de Geest (vlg. 1 Kor. 12:13; Efez. 1:13-14; Efez. 5:18). En de hoop maakt niet beschaamd, omdat de liefde Gods in onze harten uitgestort is door de Heilige Geest, die ons gegeven is. (Romeinen 5:5) Bovendien is er nog een belofte van zegen voor de eindtijd, wanneer God ‘de Geest der genade en der gebeden’ zal uitgieten over Zijn oude volk en dit tot het geloof in de Gekruisigde zal komen. Mevr. P. Verstraete-Desmet. In juni, juli en augustus is er geen kring en men start weer op maandag 13 september.
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 28
EREDIENSTEN 10.00 u. ZONDAG 6 JUNI – MAALTIJD VAN DE HEER STARTZONDAG OPEN KERKEN Predikanten m.m.v. Mevr. G. Ouderling Diaken Organist Lezing 1 Lezing 2 Zondagsschool Babyoppas Collecte Koffiedienst
Dhr. P. Lauwaert & ds. J.C. de Beun Labeur, Eva Cardinael (harp) e.a. Mevr. R. ten Kate Mevr. T. Berg Dimos de Beun Psalm 119:96-105 / Mevr. D. Constant Deuteronomium 6:4-9 /Lucas 24:21-35 Mevr. I. Neels Mevr. A. Laureys Vlaams Bijbelgenootschap Fam. A Deceuninck
ZONDAG 13 JUNI - GASTPREDIKANT Predikant Ouderling Diaken Organiste Zondagsschool Babyoppas Collecte Koffiedienst
Dr. D. Würsten Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen Mevr. L. Vercruysse Mevr. T. Berg Annelies Clarisse Kerk Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke
ZONDAG 20 JUNI – THEMADIENST ‘OBADJA’ Predikant Ouderling Diaken Organist Lezing Zondagsschool Babyoppas Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Dhr. A. Deceuninck Mevr. A. Laureys Dimos de Beun Obadja / Mevr. H. Coudyser Mevr. S. Loete Mevr. E. Vanryckeghem Kerk Fam. W. ten Kate De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 29
ZONDAG 27 JUNI Predikant Ouderling Diaken Organist Lezing 1 Lezing 2 Zondagsschool Babyoppas Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. R. ten Kate Mevr. T. Berg Dhr. P. Vandenkerckhove Lucas 9:52-61 / Mevr. I. Casier 1 Koningen 19:16-21/ Mevr. M. Caproni Mevr. R. Verlinde Mevr. M. Lammens Kerk Fam. D. Schittecat
ZONDAG 4 JULI – DANKDIENST Predikant Ouderling Diaken Lezing 1 Lezing 2 Organist Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen nog niet bekend / Mevr. A. Klifman nog niet bekend / Mevr. G. Labeur Dimos de Beun Zending Fam. P. Luteijn/Mevr. E. Vanryckeghem
In juli en augustus is er geen zondagsschool!
Vakantie van de predikant: 5 juli tot en met 22 juli en van 10 augustus tot en met 24 augustus. Aangezien we (zoals gewoonlijk) in België blijven, ben ik bereikbaar indien nodig! U moet er wel rekening mee houden dat het antwoordapparaat aanstaat. Indien u een boodschap inspreekt, zal ik u zo snel mogelijk contacteren.
Dimos en Annelies de Beun-Decock zijn verhuisd. Hun adres: Gerard Davidstraat 18, 8000 Brugge. Tel. 050/68.45.81. E-mail:
[email protected] De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 30
ROOSTER LECTOREN 2010 DATUM 25/07 01/08 08/08 29/08 05/09 19/09 26/09 03/10 17/10 24/10 31/10
LEZING 1 Dhr. P. Hellebuck Mevr. D. Constant Mevr. H. Coudyser Mevr. G. Labeur Mevr. M. Caproni Ouderling Predikant Ouderling Mevr. C. Luteijn Mevr. I. Casier Mevr. A. Klifman
LEZING 2 Predikant Ouderling Mevr. C. Luteijn Dhr. W. Constant Mevr. I. Casier Mevr. A. Klifman Dhr. P. Hellebuck Mevr. D. Constant Mevr. H. Coudyser Mevr. M. Caproni Ouderling
KOFFIEDIENST 11/07 18/07 25/07 01/08 08/08 15/08 22/08 29/08 05/09 12/09 19/09 26/09
Fam. W. Constant Fam. A. Michiels-Ameel Fam. J. Klifman Mevr. J. Lagauw-Wage Fam. W. Buijs Fam. J. van Groenigen Fam. A Deceuninck Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke Fam. W. ten Kate Fam. D. Schittecat Fam. P. Luteijn & Mevr. E. Vanryckeghem Fam. W. Constant
De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 31
UITSMIJTER OF BLADVULLING? En zelfs indien hij 7 maal per dag tegen u zondigt … zult gij het hem vergeven. Lucas 17:1vv.
PARDONNER, C'EST SON MÉTIER. Voltaire.
VERGEVING Maar er werd de laatste tijd wel wat ‘makkelijk’ over gesproken in kerkelijke middens. Bij God is vergeving, maar dat houdt niet in dat de zonde niet meer ernstig genomen wordt. De Bijbel vindt niet dat het Gods vak is om alles door de vingers te zien. Het getal 7 in Lucas geeft de mate van bereidheid aan te vergeven. Centraal staat dat er in de gemeente mag geen breuk tussen leden mag blijven bestaan. Vergeven is niet hetzelfde als de misdaad begrijpen of goedpraten. Dat kunnen en dat mogen we niet. Vergeving (waarin wij geloven) mag niet ontaarden in vergetelheid. Moeten wij een terrorist vergeven? Iemand die een kind misbruikt, jarenlang? Laten we niet bij het moeilijkste beginnen. Als we leren rekenen beginnen we ook niet met ingewikkelde breuken. Laten we eerst onze broer/zus, schoonbroer/zus maar eens vergeven. Daar hebben u en ik al de handen vol aan. Heel wat slachtoffers van misdaden gaan over tot verdringing, wat kan zorgen voor ongevoeligheid; voorbij verdringing komen is te vergelijken met een bevroren lichaamsdeel dat wakker wordt. Als je het lichaamsdeel wilt redden, moet je de bloedcirculatie herstellen. Als het bloed weer leven brengt in het afstervende deel is het eerste gevoel dat je krijgt pijn. De Brugse Kerkbode, juni 2010, bladzijde 32
KERKENRAAD Predikant Ds. J.C. de Beun – ℡ 050 - 35.50.84 Blauwvoetstraat 32 – 8310 Assebroek
[email protected] Ouderlingen Mevr. R. ten Kate – ℡ 050/35.60.69 Baljuwlaan 5, 8310 Sint-Kruis Mevr. G. Labeur – ℡ 050/38.26.86 Veldstraat 46, 8200 Sint-Michiels Dhr. A. Deceuninck – ℡ 050 / 31.69.23 Rond den Heerdstraat 14, 8000 Brugge Diakenen Mevr. A. Laureys – ℡ 050 / 32.24.00 Bevrijdingslaan 8, bus 4, 8000 Brugge Mevr. T. Berg – ℡ 0487 / 51.97.59 Sint-Baafsstraat 66, 8200 Sint-Andries Dhr. J. van Groenigen – ℡ 050/38.72.62 Zandwege 10, 8490 Varsenare
Bankrekeningen Kerkenwerk Protestantse Kerk Brugge 280-0202516-17 Diaconie 001-4461304-59 t.n.v. Diaconie Verenigde Protestantse Kerk Brugge VZW Vrienden 000-0165874-04 t.n.v. Vrienden Protestantse Kerk Brugge Nederlandse giro 400456 t. n.v. Verenigde Protestantse Kerk Brugge
011234513
"*/+fc"*/+g." dhh ]___ij^ k1elml
789 8 87 8
!"#$%&'((#)"*+,-".+&/"0"#1$23"%)$)#"45 6789:8;89<=9>=?@A9>BC?DEF=G7GHCCG9IJA9KILM9N77=OHF=PA Q=B89MRM9S9IR8RM8KTU9=VWCXBY9Z<=O=?@[7P\@=G8O= $%&((#0$%$2/+2&"5]^__`#.//"a$+*bc#-"%%+%/4%.aa"#5de_]ee_