249 3945567458
3 3 8 9
!!"##
INHOUDSOPGAVE 1 Korte (dobbelsteen) gebeden 2 Kanttekeningen bij de brief aan Filemon 6 Gedicht “God is Herder” 7 Gemeentenieuws 9 Wat ik met u zou willen delen 11 Activiteiten 12 Preken met tanden 15 Vrouwenbijbelkring mei 2010 19 Vertrouwen (troostboodschap) 20 Erediensten 23 Rooster lectoren en koffiedienst 24 Uitsmijter of bladvulling?
EREDIENSTEN ZONDAG OM 10.00 UUR Babyoppas & kinderdienst Koffiedrinken na de eredienst hartelijk welkom
www.protestantsekerkbrugge.be
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 1
DE BRIEF AAN FILEMON Een korte brief van Paulus (25 verzen) over een praktische zaak. Niet alleen is de brief kort, maar het is ook de persoonlijkste van Paulus brieven. Hier komt een andere Paulus aan bod, niet ambtelijk, maar persoonlijk. Hoewel de brief in engere zin geen pastorale brief is het toch een levend pastoraal werk van Paulus. Paulus heeft heel wat (officiële) brieven (aan kerken) geschreven; verscheidene zijn verloren gegaan (cf. 2 Petrus 3,15; 1 Kor. 5,9). En nog meer particuliere brieven zijn verloren gegaan. Deze persoonlijke brief is niet gericht aan een gemeente, maar aan Filemon (uit Kolosse of Laodicea). Paulus leerde hem waarschijnlijk kennen toen hij in die omgeving preekte. Volgens vers 2 kwam er een christelijke gemeente aan huis bij Filemon. Onesimus, ook afkomstig uit Kolosse (Kol. 4,9), was weggelopen en naar Paulus gevlucht. Had hij schade veroorzaakt of geld verduisterd? (18). Of heeft hij horen vertellen over de ‘vrijheid’ door Christus gebracht en gedacht dat Paulus hem zou helpen? Paulus zit zelf gevangen, maar hij doet niet wat Onesimus hoopt. Paulus overtuigt hem, dat een christen – ook een slaaf die christen wordt– zijn levensstaat moet aanvaarden. Onesimus komt tot geloof en aanvaardt de consequenties, waar Paulus hem voor zet. Hij krijgt een aanbevelingsbrief mee. Hoe zal de ontvangst geweest zijn? Was Filemon eerst kwaad en kwam hij tot kalmte na het lezen van de brief, die Onesimus bij zich had? Omdat de aanleiding van deze brief geen theoretische, maar een praktische aangelegenheid betreft (het lot van een weggelopen slaaf), heeft dat ertoe geleid, dat dit Bijbelboek niet meteen als canoniek (als erkend Bijbelboek) aanvaard is. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 2
De vlucht van Onesimus is niet zo op zichzelf staand. Dergelijke bevrijdingspogingen van christenslaven kwamen meer voor (cfr. Titus 2,9v). In zoverre heeft de brief betekenis om in een urgent vraagstuk van die dagen het standpunt van de apostel te doen zien, tegen de beschuldiging dat hij revolutionair was. De brief is sinds het einde van de 2de eeuw bij Marcion en het fragment van Muratori als canoniek erkend. De echtheid van de brief wordt niet betwijfeld. Het is de enige private brief van Paulus die bewaard is gebleven. De brief moet niet allegorisch uitgelegd worden. Merkwaardig is Luthers opvatting: "Gelijk Christus voor ons gedaan heeft jegens God de Vader; zo doet Paulus voor Onesimus jegens Filemon. Want Christus heeft ook zijn recht verzaakt en met liefde en nederigheid de Vader overwonnen, zodat Hij zijn toom en recht terzijde heeft moeten stellen en ons in genade aannemen, om Christus wil, die zo dringend voor ons intreedt. Want ieder onzer is zijn Onesimus, zo wij het willen geloven". Indeling van de brief: Opschrift met groet en genadewens (1-3), dankzegging en voorbede met lofwoord over christelijke liefde Filemon (4-7), bedoeling van het schrijven (8-20), besluit, groet, wens (21w). Paulus (Lat. klein). Saulus (gevraagde, afgebedene, nl. van de Heer) is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Saul. Hij noemt zich hier niet apostel. Als het om persoonlijke verhoudingen gaat, maakt hij geen gebruik van zijn apostolisch gezag. Hij kiest de eretitel gevangene van X. en bedoelt dat niet geestelijk, hij zit echt gevangen. Hij vermeldt Timotheüs (prijst God), kind van Griekse vader en Joodse moeder en zijn medewerker en metgezel op zijn reizen. Hij schrijft aan zijn welgestelde vriend Filemon, door hem bekeerd te Efeze, die hij "agapètos" (geliefd, geacht, dierbaar) noemt. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 3
Het Nieuwe Testament kent verschillende woorden voor dienen. 1. Douleuo: 1.1. Slaaf in de gewone zin van het woord. Van de christenslaaf zegt Paulus dat het hem niet allereerst om vrijheid te doen moet zijn, al mag hij daarnaar streven, maar om het dienen van Christus. Hij dient zijn aardse meester niet met ogendienst, maar met eenvoud des harten en vreze des Heren. De meesters moeten hun slaven goed behandelen, daar zij ook een Heer in de hemel hebben. 1.2. Jezus nam gestalte van een slaaf (dienstknecht) aan (Fil. 2,7v). 1.3. Gelovigen, slaven van de zonde, zijn door Christus vrijgekocht en daarom zijn eigendom (Rom. 6,6v; Gal. 3,13). 2. Diakoneo (diakonos): 2.1. Dienen aan tafel 2.2. Van de overheid 2.3. Van Christus 2.4. Alle liefdedienst van de gemeente 2.5. Verkondiging (bediening van het woord) 2.6. Het ambtelijke diaconaat. 3. Leitourgeo (leitourgos): dienst doen voor het volk, dienen in het algemeen, priesterdienst in het heiligdom, gebeds- en offerdienst. Kortom: de cultische verering van God. 4. Latreuo en latreia. Oorspronkelijk loondienst, de dienst van God (of afgoden!), nooit van mensen! Ethisch/historisch is de brief aan Filemon interessant omdat hij licht werpt op Paulus’ houding tegenover de slavernij. Hij heeft de unieke kans om vanuit christelijk standpunt te protesteren tegen dit mensonterende fenomeen. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 4
Hij handhaaft evenwel de bestaande sociale structuren. “Ieder blijft in de staat waarin hij geroepen werd” (1 Kor. 7,21v., Kol. 3,22v en Ef. 6,5v). De uitspraken over gelijkheid man–vrouw in Gal. 3,28 hielden voor Paulus evenmin gelijkberechtiging in. Ook bij Jezus niet. Dat gelijkheid in Christus zou moeten leiden tot sociale en juridische gelijkberechtiging groeit geleidelijk. Blijkbaar is de kans op vrijlating voor veel slaven wel het motief geweest voor de overgang naar het christendom. Bekend is het opschrift van een Romeinse slavenpenning (afbeelding daarvan in de Gezinsbijbel van het NBG): "Neem mij gevangen als ik op de vlucht ben en laat me terugbrengen naar mijn meester". Paulus' verzoek om een weggelopen slaaf weer als broeder op te nemen, was riskant, omdat degene die een ontvluchte slaaf hielp, gestraft kon worden. Paulus erkent de bestaande sociale rechtsverhoudingen als normaal. Een opheffing van de slavernij was toen bijna onmogelijk en zou tot economische chaos leiden. Bovendien was het voor een slaaf, zeker als hij wat ouder was, moeilijk om in een harde maatschappij te komen, waar ze in massa tot armoede en werkeloosheid vervallen zouden zijn. Ook Jezus heeft zich nooit over de ethische kant van de slavernij uitgesproken. In parabels gaat Hij van de bestaande situatie uit. Vrijlating was op verschillende manieren mogelijk. Bijvoorbeeld bij een testament of als beloning voor een bijzondere dienst. De slaaf kon zich ook vrijkopen (peculium = spaarpot, vermogen). Vooral wanneer de bezitter slecht bij kas zat en van de andere kant de slaaf oud en gebrekkig, was hij graag tot vrijlating bereid.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 5
GOD IS DE HERDER God is de Herder die waakt over mij, die mij geleidt naar de groene weiden: God is mijn Herder, mij altijd nabij, zijn wenkende stem: God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem Moet ik langs donker en dreigend ravijn, nooit zal ik listige vijanden vrezen. God zal mijn hoeder, mijn veiligheid zijn, God zal een steun en een trooster mij wezen. God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem God is mijn gastheer, zijn huis is mijn woning, Hij laat voor 't oog van mijn vijand mij eten, heeft mij zijn lavende beker genomen: 'k ben als een vriend aan zijn tafel gezeten. God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem 'k Weet mij gelukkig in leven en dood, steeds hoop ik goedheid van God te ondervinden, en zoek ik rust in zijn veilige schoot, 'k zal bij mijn Herder steeds zaligheid vinden. God is mijn Herder, 'k ben veilig bij Hem.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 6
GEMEENTENIEUWS Ziekte en zorg. De Heere, zegene u en behoede u! De Heere doe Zijn aangezicht over u lichten, en zij u genadig! De Heere verheffe Zijn aangezicht over u, en geve u vrede! (Statenvertaling, Numeri 6:24-26)
Dhr. O. Verstraete, moest meerdere keren naar de kliniek voor zware medische behandelingen. En het leed zal helaas nog niet geleden zijn. We hopen op enige perspectieven! Mevrouw I. Casier-Verstraete, die op 21 mei in de kliniek werd opgenomen (hoofdwonde gehecht, ribben gebroken) gaat langzaam maar zeker vooruit. We hopen mijnheer A. Deceuninck weer in onze midden te zien op zondag 4 juli. Overlijden Quando corpus morietur, fac ut animae donetur, paradisi gloria. Amen. (Alleluia). Uit het Stabat Mater van G. B. Pergolesi. Als dit lichaam komt te sterven, laat mijn ziel met blijdschap erven ‘t hemels Paradijs hier na. Amen (vertaling Joost van den Vondel). En mijn ziel, als 't lijf moet sterven, de verrukking doet verwerven die de hemel ons bereidt. Amen. (vertaling Willem Wilmink).
Op 27 mei overleed thuis te Brugge plotseling de heer Benito Brachetti. Hij werd geboren te Amsterdam op 20 februari 1933 en was leraar Duits-Spaans en van protestantse origine. Zijn vrouw, Annette Verstraete, voormalig lerares Latijn en vroeger collega van mijn vrouw, vroeg mij de eredienst te leiden en deze vond plaats op 3 juni. De rouwdienst in de aula van het crematoriun te Brugge werd door haar en de familie als troostrijk ervaren. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 7
Overlijden Op 10 juni overleed plotseling mevrouw W.T. Klifman, moeder van dhr. J. Klifman. Op 15 juni was de rouwdienst in Nederland. In Prediker 3 staat dat er een tijd is om te baren en om te sterven. Dat is de aardse werkelijkheid. Nieuw leven wordt vreugdevol dat willen we vasthouden, begrijpelijk, maar het kan niet, want er is ook een tijd om te sterven. We hebben daar terecht moeite mee, omdat je verbonden bent, je hele leven. Moeders zijn leven–gevers, ze dragen je bij zich en als je eenmaal geboren bent nog, altijd, tot hun laatste adem! Zij ruste in Gods vrede!
Gastpredikanten Onze ouderling, mevrouw ten Kate, regelt namens de kerkenraad de gastpredikanten die bij ons voorgaan. In de zomertijd komen respectievelijk de predikanten R. Sette, K. Groeneveld, D. Vanescote en G. Grootjans. We laten één gastpredikant zelf aan het woord: Mijn naam is Geert Grootjans. Ik ben inmiddels emeritus predikant en woonachtig in Ovezande in Zeeland. In de periode 1966 - 1970 heb ik in Brussel aan de Protestantse Theologische Faculteit gestudeerd en daarna ben ik in Leiden gaan studeren. In Brussel ben ik getrouwd en heb ik belijdenis gedaan. Na mijn studie heb ik ruim 6 jaar de gemeente van Dendermonde gediend en daar een kerk gebouwd. In 1978 zijn we naar Nederland verhuisd. Ik heb gewerkt in Heerjansdam onder de rook van Rotterdam. In 1984 zijn we naar Zeeland verhuisd, waar ik werkzaam was in de gemeenten Wolphaartsdijk en Oostburg. In de jaren in Oostburg waren er intense contacten met de Protestantse gemeente van Brugge. Daar ben ik met invaliditeitspensioen gegaan en ga ik voor in diensten in onze provincie. Gelukkig kan ik elk jaar ook een dienst doen in Brugge. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 8
WAT IK MET U ZOU WILLEN DELEN (Info, juni 2001) door dr. G. Willems, voormalig predikant te Knokke EEN BELANGRIJKE STUDIE Vorig jaar (in 2000) verscheen bij de uitgeverij Lannoo een boek, geschreven door Karel Dobbelaere e.a. onder de titel Verloren Zekerheid. Het werk maakt deel uit van een in 1978 gestart breed internationaal onderzoek naar het Europees waardesysteem. Eerdere resultaten voor België werden gepubliceerd in 1984 Stille Ommekeer en 1992 De Versnelde Ommekeer. Het blijkt dat de Belgen uit de kaders stappen die traditioneel een normering voor hun gedrag aanreikten. Ze verwachten almaar meer van zelfverwezenlijking, zelfontplooiing en zelfbeschikking. De trend heeft uiteraard ook zijn gevolgen voor de kerk. Noemde van de vooroorlogse generaties maar 25% zich onkerkelijk, van de jongste generatie doet 55% dat. De minderheidssituatie van de kerk blijkt nu dus in de cijfers aanwijsbaar. Niettemin blijft een belangrijk deel van de Belgische bevolking, dat zich niet tot de kerk rekent, op overgangsmomenten toch een beroep doen op kerkelijke rituelen. Bedragen de kerkelijke huwelijken nog maar 49% van de burgerlijke huwelijken, 66% van de Belgen wordt voor de kerk gedoopt en 77% kerkelijk begraven. De onderzoekers stellen vast dat godsdienstigheid in elk geval een zekere kerkelijke structuur nodig heeft, wil ze over de generaties heen overleven. In een interview zegt Dobbelaere dat hij heeft vastgesteld, dat "randkerkelijkheid" geen nieuwe variant van katholiek–zijn is, maar veeleer een aarzelend vaarwel op de weg naar onkerkelijkheid. Vroeger gingen wij er al te vanzelfsprekend van uit, dat die privégodsdienstigheid een nieuwe en blijvende variant van gelovig–zijn is. Vandaag stellen we vast dat ze zonder kerkelijke ondersteuning verdwijnt. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 9
Jongere generaties haken meer en meer af: van de jongste generatie al 55%. Ik denk dat alles wat hier gezegd wordt over de katholieken in België, eigenlijk ook geldt voor de protestanten. Wij leven in een zelfde cultuur en religieuze context en kennen dezelfde problemen. Vooral de opmerkingen aan het einde van de tekst vind ik belangrijk. De zogenaamde privégodsdienstigheid die zegt "Ik geloof in God, maar ik ga niet naar de Kerk" of "Ik ben christen maar pratikeer niet" is geen moderne vorm van christen–zijn, naast de meer traditionele vorm. Neen, dit privégeloof, dat is nu duidelijk geworden, betekent de stap uit de kerk die leidt naar het ongeloof, naar het niet meer christen zijn... Ik herinner mij iets uit mijn studententijd. Het gebeurde toen wel eens dat een dominee uit Oost–Duitsland, dat onder een streng communistisch regime leefde, naar het Westen mocht om lezingen te houden. Die dominee moest dan wel erg oppassen, wat hij in het openbaar zei, maar kon in de wandelgangen toch zijn hart luchten. Welnu, één van die predikanten bemerkte: "Zeg vooral aan uw mensen dat zij bij elkaar moeten blijven, samen een gemeente vormen, want alleen houdt men het niet uit en komt men in het ongeloof terecht." Ik denk dat die predikant uit Oost–Duitsland het juist gezien heeft. Om het populair te zeggen, iemand die op zijn eentje protestant wil zijn, is een vogel voor de kat. Geloven leert men samen. Geloven wordt opgebouwd in een gemeenschap van mensen. Geloven is onlosmakelijk verbonden met het leven van een gemeente. Privégeloof sterft onherroepelijk. Gemeentegeloof leeft en ontwikkelt. Of om een meer Bijbels beeld te gebruiken, wie zich van het volk, dat door de woestijn naar het beloofde land pelgrimeert, losmaakt, en het op zijn eentje wil doen, wordt al snel een wit geblakerd geraamte, liggend aan de kant van de weg...
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 10
ACTIVITEITEN VZW DE VRIENDEN ⇒Uitstap op 21 augustus. We bezoeken het vernieuwde Romeins Museum te Oudenburg en verbinden dit met een bezoek in Houthave (tentoonstelling). ⇒Gemeente–hammetjes–avond (voorheen ‘barbecue’) op zaterdag 25 september, aanvang 19.00 uur ⇒Varia. Op donderdag 18 november is er een interessante lezing in het kerkcentrum door dhr. J. Berten, voorzitter van de Gidsenbond. OPEN KERKEN Op de startzondag 6 juni van ‘Open Kerken’ ging dhr. P. Lauwaert van het Vlaams Bijbelgenootschap mede voor in de feestelijke eredienst. Eva Cardinael, kleindochter van dhr. en mevr. C. Labeur-Lenders, speelde verdienstelijk harp, een stukje bibliodrama werd gespeeld Marijke Clarisse en mevr. G. Labeur en Dimos was organist. Het geheel stond borg voor een inhoudsvolle en verzorgde eredienst. Uw predikant begon de eerste permanentie, die ik heel positief heb ervaren van een (lang) gesprek met bezoekers, ook al kwamen er die middag slechts 11 in het totaal langs. Onze kerk staat open voor bezoekers tot en met 15 augustus op vrijdag, zaterdag en zondag van 12.00–16.00 uur. Wilt u in uw omgeving bekendmaken dat onze kerk in deze tijd open is? Er wordt ook publiciteit gemaakt op www.openkerken.be en op www.bijbelvlaanderen.be en uiteraard op onze site www.protestantsekerkbrugge.be, waar u meer kunt lezen over de Bijbeltentoonstelling. Voor bezoekers zijn er overigens interessante brochures over de Bijbeltentoonstelling (ook in het Frans en Engels!) om mee te geven. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 11
PLEIDOOI VOOR PREKEN MET TANDEN Veel preken bevatten een boodschap van "goed burgerschap", en verkondigen niet het robuuste, soms ergerniswekkende Evangelie van Jezus Christus. "Ze voegen niets toe. De hoorder verveelt zich. Dat is vreselijk. De prediking moet daarom weer tanden krijgen." Dat zegt dr. Bert de Leede1, als docent homiletiek (predikkunde) betrokken bij de nascholing van predikanten. "Maar dit is absoluut geen pleidPoi voor klassieke donderpreken!" De Leede is een man die zijn woorden zorgvuldig kiest. Dat geldt als je met hem om tafel schuift voor een interview, maar ook als hij op de kansel staat of zijn gedachten aan het papier toevertrouwt. Dat laatste deed hij voor de eerste digitale nieuwsbrief van Areopagus, een bezinningscentrum van zendingsorganisatie IZB, dat predikanten wil helpen bij de evangelie verkondiging in deze tijd. In een prikkelend openingsartikel stelde hij dat "het bevrijdende Evangelie" maar al te vaak lijkt te zijn veranderd in een bemoedigend woord voor nette mensen: 'Je mag er zijn met al je tekorten.' Knuppel De Leede's analyse werd breed opgepikt in de christelijke pers: hij is een man naar wie wordt geluisterd, zowel binnen 'zijn' Protestantse Kerk in Nederland als daarbuiten. En hij deint er niet voor terug de knuppel in het kerkelijke hoenderhok te gooien, in het besef dat het slaghout ook hemzelf raakt. "Er zat onlangs een onkerkelijke kennis bij mij in de dienst, iemand met een goed stel hersens. Ethisch hoogstaand. 1
Van 1994 tot 2006 was dr. Bert de Leede (1950) rector van het Theologisch Seminarium Hydepark in Doorn. Daarvoor was hij predikant en studiesecretaris van de Internationale Zendings Bond in Nederland. In 2001 promoveerde hij op een proefschrift over de katholieke theoloog Hans Küng. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 12
In het gesprek na afloop van de dienst zei hij: `Ik was het eigenlijk eens met alles wat u vanaf de kansel zei. Maar heb ik daar God nu echt voor nodig? … Ik ben nog nooit zo geschrokken! Ik kon dit niet van mij afschuiven; mijn preek ging over belangrijke levensvragen. Maar kennelijk gaf mijn boodschap hem niet het gevoel dat hij God daarbij nodig heeft. Dat Confronteerde me sterk met de vraag hoe je preken echt laat landen in het leven van de hoorders, zodat zij ervaren dat God een geding met hen heeft …. Het Evangelie is meer dan een boodschap van troost en kracht in de uitersten van het leven, als je je in crisissituaties bevindt. En meer dan aanwijzingen voor het goede leven. Het gaat om wat Dietrich Bonhoeffer ergens in zijn brieven schrijft, namelijk dat het Evangelie mensen in het maden van het leven moet raken." Cabaretiers Peinzend, met één hand tegen het hoofd: "Ik hoor veel preken, en lees er voor mijn werk aan het seminarium ook heel wat. De prediking is mij vaak te weinig 'ruig': het is allemaal zo netjes, terwijl het leven niet netjes is. En wij mensen ook niet, trouwens. De werkelijkheid is vaak vele malen weerbarstiger dan ik in de verkondiging terughoor. De Bijbel heeft het daar wél over. Cabaretiers en films ook. Maar — kerkgangers voelen dat haarfijn aan —dominees vaak niet." Hoe komt dat? "Misschien dat wij als predikanten te veel in ons veilige wereldje zitten en te weinig de tegenwind van deze tijd voelen: de secularisatie, de tijdgeest, het wijdverbreide idee dat je alles uit dit leven moet halen, óf een buiten-Bijbelse spiritualiteit waarin alles draait om het menselijk welbevinden. In de verkondiging moeten we die tegenwind opzoeken en vanuit Bijbelteksten scherp aan de wind zeilen … Ik kan zelf niet eens zeilen, maar dat vind ik zo'n mooi beeld."
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 13
Joris Goedbloed Bijbelse preken, brengen een boodschap die de hoorders stoort, voor keuzes stelt, ergert. Dat heeft De Leede goed in z'n oren geknoopt sinds hij het werk van Soren Kierkegaard las. Deze grote Deense filosoof waarschuwde anderhalve eeuw geleden al dat we van Jezus Christus geen ongevaarlijke Joris Goedbloed moeten maken: lief, onschadelijk en tandeloos. "Het Evangelie loopt steeds het risico `versoft' te worden in onze preken," zegt De Leede. "Het is ten diepste een weerbarstige boodschap, die ons tot bekering roept, tot een leven voor Gods aangezicht, tot vreemdelingschap — we zijn op weg naar een ander Vaderland. Soms wordt het allemaal te lief, te 'ongevaarlijk', te voorspelbaar." Met nadruk: "Nee, geen pleidooi voor klassieke donderpreken. Die praten in algemene termen de mens naar beneden! Wel voor partijdige prediking: God doet recht. Doen onze preken daarin mee? Zo niet, dan wordt het religieuze prietpraat." . Daarmee houdt het de Leede ook zichzelf de spiegel voor: "In hoeverre heb ik de ruwheid van het leven aan de orde gesteld in de prediking? Daar horen mensen van op, merk ik. Er zit in ieder mens een natuurlijke weerstand tegen de boodschap van Gods Woord. Tegelijk verlangt men dat die boodschap voluit klinkt. Diezelfde dubbelheid zit ook in mijn domineeshart. Enerzijds hechten aan je comfortzone, bang daarom mensen tegen de haren in te strijken. Anderzijds kun je intens verlangen naar nieuwe vrijmoedigheid. Want alleen dan kunnen wij met vrucht en vreugde werken in een kleiner geworden en soms heel kwetsbare kerk." Tekst van G.J. Schaap.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 14
Vrouwen(bijbel)kring van mei 2010 Elia : Het gebed onder de bremstruik (1 Koningen 19)
Elia raakte in een penibele toestand, nadat hij een geweldig hoogtepunt had bereikt in zijn loopbaan als profeet. In 1 Koningen 18 zagen wij hem als de grote overwinnaar over de Baäldienst, hier in dit hoofdstuk lijkt hij echter de grote verliezer te worden. Zijn leven liep gevaar. Izebel dreigde dat zij hem het lot zou laten delen van de profeten van de Baäl, die Elia had laten doden. (1 Koningen 19:1-2) “Toen Achab aan Izebel verhaalde alles wat Elia gedaan had, en hoe hij al de profeten met het zwaard gedood had, zond Izebel een bode tot Elia om te zeggen : Zo mogen de goden doen, ja nog erger, indien ik morgen om deze tijd uw ziel niet gelijk zal maken aan de ziel van een hunner.” De profeet verkeerde zelf ook in een diepe depressie, zodat hij de dood eigenlijk verkoos boven het leven. Onder een bremstruik in de woestijn bad hij een droevig gebed: (1 Koningen 19:4) “Zelf echter trok hij een dagreis ver de woestijn in, ging zitten onder een bremstruik en begeerde te mogen sterven, en zeide : Het is genoeg! Neem nu Here, mijn leven want ik ben niet beter dan mijn vaderen.” Dit gebed lijkt op dat van de profeet Jona, die boos was op God omdat Hij genade had betoond aan de stad Nineve. (Jona 4:3) “Nu dan, Here, neem toch mijn leven van mij, want het is mij beter te sterven dan te leven.” Elia was echter meer moedeloos dan boos, hoewel er in zijn gebed op de Horeb wel een bepaalde vorm van verontwaardiging doorklinkt. Het is natuurlijk ook begrijpelijk dat hij na de confrontatie met het volk en de profeten van Izebel op de berg Karmel totaal uitgeput was.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 15
Door zijn vermoeidheid was Elia in slaap gevallen onder de bremstruik in de woestijn. Niemand zag hem daar en niemand kon hem hulp bieden. Hij had zijn knecht achtergelaten in Berseba en was alleen een dagreis ver de woestijn ingetrokken. Toch was er Eén die vol mededogen op hem neerzag, Eén die later zo heel persoonlijk ‘de God van Elia’ wordt genoemd (2 Koningen 2:14). Elia kreeg hier géén vermaning te horen, geen enkele berisping met betrekking tot zijn plotselinge inzinking. God gaf op milde wijze wat Zijn dienstknecht nodig had om er weer bovenop te komen. Hij wist wat nu in de eerste plaats noodzakelijk was : versterking en kracht naar lichaam en ziel. Daarom zond Hij een engel, die hem voorzichtig wekte uit zijn diepe slaap en hem een maaltijd aanbood met de woorden: (1 Koningen 19:5-6) “Daarop legde hij zich neer en sliep in onder de bremstruik. Doch zie, daar raakte een engel hem aan en zeide tot hem : Sta op, eet. Toen hij rondzag, was daar, aan zijn hoofdeinde, een koek op gloeiende stenen gebakken en een kruik water. Hij at en dronk en legde zich weer neer.” Maar de engel raakte hem voor een tweede keer aan en zei: (1 Koningen 19:7-8) “Doch werderom , ten tweede male, raakte de engel des Heren hem aan, en zeide : Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn. Toen stond hij op, at en dronk en ging door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb.” God zorgt voor spijs en drank, zelfs in de wildernis. Ja, Hij is machtig om een tafel aan te richten midden in de woestijn. (Psalm 23:5) “Gij richt voor mij een dis aan voor de ogen van wie mij benauwen; Gij zalft mijn hoofd met olie, mijn beker vloeit over.” Dat deed Hij niet alleen voor Elia, Hij deed het voor een hele natie.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 16
Tijdens de woestijnreis van Egypte naar Kanaän voorzag Hij Zijn volk op wonderbare wijze van spijs en drank. Het manna dat neerdaalde uit de hemel en het water dat vloeide uit de geslagen rots stilde de honger en leste de dorst van het volk van pelgrims, dat zich uit de slavernij van Egypte op weg had begeven naar het Beloofde Land. Zo zorgt God ook voor ons als gelovigen die op weg zijn naar een beter, dat is een hemels vaderland. Hij richt ook voor ons een dis aan ‘in de woestijn’, d.i. de wereld als het terrein van onze vreemdelingschap. Het nieuwe leven dat wij van God hebben ontvangen, wordt door God Zélf onderhouden. Er zijn hemelse hulpbronnen die ons ter beschikking worden gesteld. In Johannes 6, waar Christus Zichzelf voorstelt als het ware brood van het leven, vinden wij ook de beide begrippen ‘spijs’ en ‘drank’. Deze gééstelijke spijs en drank hebben wij nodig op onze levensreis. De reis zou anders ook voor ons te ver zijn. Het woord dat de engel tot Elia sprak, geldt in figuurlijke zin ook voor ons : ‘Sta op, eet, want de reis zou voor u te ver zijn’. Alléén door de kracht van de spijs en de drank die God ons schenkt, kunnen wij de reis voltooien. Laten wij onszelf dus afvragen welke spijs wij nuttigen. Er is zoveel voedsel verkrijgbaar. Er zijn allerlei religies en filosofieën die ons als teerkost worden aangeboden. Waaraan geven wij de voorkeur ? Eten wij van het voedsel dat God ons geeft ? Of verlangen wij misschien terug naar het voedsel van Egypte, het land van de slavernij (een beeld van de tegenwoordige boze eeuw) ? Bij de Israëlieten ging het helaas op die manier, zoals blijkt uit het boek Numeri (Numeri 11:5; 21:5). Maar dat voedsel geeft geen kracht voor de reis naar Kanaän. Elia was om zo te zeggen een ander mens geworden, nadat hij had gegeten van de spijs die God hem gaf.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 17
Hij lag niet meer hulpeloos neer, maar voelde zich in staat om weer op reis te gaan. Het voedsel van boven had inderdaad een geweldige kracht. Elia ging ‘door de kracht van die spijs veertig dagen en veertig nachten tot aan het gebergte Gods, Horeb (1 Koningen 19:8). Wat was het einddoel van Elia’s pelgrimstocht ? Het was de berg Horeb, d.i. de Sinai, die hier evenals elders wordt omschreven als het gebergte of de berg Gods (vgl. Exodus 3:1; 12; 18:5). Deze uitdrukking houdt verband met Gods openbaring aan Zijn volk Israël. God troonde hier, en Hij had Zijn volk op arendsvleugelen gedragen en tot Zich gebracht. (Exodus 19:4) “Gij hebt gezien, wat Ik de Egyptenaren heb aangedaan, en dat Ik u op arendsvleugelen gedragen en tot Mij gebracht heb.” Zoals Israël hier eens God ontmoette, kreeg Elia bij deze berg een heel persoonlijke ontmoeting met Zijn Zender. Is dat ook niet het doel van onze pelgrimsreis? God wil ons bij Zich hebben, in Zijn tegenwoordigheid. Hij voedt ons op en Hij brengt ons op de plaats waar wij Hem ontmoeten en Hem beter leren kennen. Dat geldt nu al in gééstelijk opzicht, maar in de volle zin van het woord zal het pas werkelijkheid worden bij de komst van de Heer. Dan zullen wij voor altijd bij Hem zijn en delen in Zijn heerlijkheid en Hem zien van aangezicht tot aangezicht. Mevr. P. Verstraete-Desmet. 40 jaar gehuwd. De heer en mevrouw W. ten Kate-van de Westeringh trouwden op 2 juli 1970. Zij schreven dat zij het de moeite waard vinden om dat op feestelijke wijze te herdenken dat zij 40 jaar geleden elkaar hun “ja” woord gaven. Ook in juli 1970 gaven de heer en mevrouw A. Deceuninck-Wage elkaar het ja-woord. In de eredienst van zondag 4 juli willen wij hier op sobere wijze bij stilstaan. Wij wensen beide echtparen nog vele gezegende jaren! De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 18
Wentel uw weg op de Here en vertrouw op Hem, en Hij zal het maken.
Bij veel mensen is het lied Beveel gerust uw wegen bekend. Dit lied van de Duitse (Lutherse) dichter Paul Gerhardt (1607-1676) gaat terug op Psalm 37 vers 5. Luther gaf dit vers weer met de woorden “Befehl dem HERRN deine Wege und hoffe auf Ihn. Er wird’s wohl machen”. Beveel gerust uw wegen, schrijft Gerhardt. Uit het gezang spreekt een sterk geloofsvertrouwen. Deze verzen zijn geen studeerkamerwerk, maar ze zijn ontstaan uit een levend geloof en er spreekt een persoonlijke ervaring uit: Gerhardt werd uit zijn ambt ontzet vanwege gewetensbezwaar, drie van zijn vier kinderen stierven en nadien zijn vrouw. En toch de woorden: Beveel gerust uw wegen! Aan hoeveel ziekbedden zal er gebeden zijn: Wanneer ik eens moet heengaan, ga Gij niet van mij heen?! De herhaalde imperatieven van de Psalm hebben een didactisch karakter; ze geven een opvoedkundige raad: Wees niet afgunstig, vertrouw op de Heer, wentel uw weg op de Heer. Dit laatste roept het beeld op van God als Reisgenoot, aan Wie je de last mag overgeven. Beveel gerust uw wegen! Deze goede raad is in gezang 427 niet alleen een aansporing, maar ook een bemoediging om door te gaan. De Psalm wil ons helpen om tot een inwendig tweegesprek te komen. Verlies je geduld niet! Vertrouw! Anderzijds: loop niet met gesloten ogen naar het onbekende land. Bepaalde droevige feiten hoeven niet ontkend te worden, maar toch kan de gelovige vasthouden aan het geloof dat God in Christus regeert en ons draagt! De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 19
EREDIENSTEN 10.00 u. ZONDAG 4 JULI – MAALTIJD VAN DE HEER DANKDIENST VOOR LIEFDE & TROUW Predikant Ouderling Diaken Bijbellezing 1 Bijbellezing 2 Bijbellezing 3 Organist Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen (uit) Genesis 12/ Mevr. A. Klifman (uit) Psalm 27 & 91 / Mevr. R. ten Kate (uit) 1 Korintiërs 13 / Mevr. G. Labeur Dimos de Beun Zending Fam. P. Luteijn/Mevr. E. Vanryckeghem
ZONDAG 11 JULI – GASTPREDIKANT Predikant Dhr. R. Sette2 Ouderling Diaken Organist Collecte Koffiedienst
Dhr. A. Deceuninck Mevr. A. Laureys Dhr. P. Vandenkerckhove Grote Witte Ten Dillingen Fam. W. Constant
ZONDAG 18 JULI – GASTPREDIKANT Predikant Ds. K. Groeneveld3 Ouderling Diaken Organist Collecte Koffiedienst
Mevr. R. ten Kate Mevr. T. Berg Dimos de Beun Mobiele Bibliotheek (China) Fam. A. Michiels-Ameel
2
Rafaël Sette, voormalig lid van onze gemeente en nu van Roeselare, is master in de Protestantse Godgeleerdheid. 3 Ds. K. Groeneveld is predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerk te Antwerpen–Deurne. Hij is tevens voorzitter van het Comité Protestants Evangelisch Godsdienstonderwijs. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 20
ZONDAG 25 JULI Predikant Ouderling Diaken Organist Bijbellezing 1 Bijbellezing 2 Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen Dimos de Beun Genesis 18:20-33 / Dhr. P. Hellebuck Lucas 11:1-13/ Ds. J.C. de Beun Kerk Fam. J. Klifman
ZONDAG 1 AUGUSTUS – MAALTIJD VAN DE HEER Predikant Ouderling Diaken Organist Bijbellezing 1 Bijbellezing 2 Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Dhr. A. Deceuninck Mevr. A. Laureys Dimos de Beun Prediker 2:1-11 / Mevr. D. Constant Lucas 12:13-21 / Ds. JC de Beun Zending Mevr. J. Lagauw-Wage
ZONDAG 8 AUGUSTUS Predikant Ouderling Diaken Organist Bijbellezing 1 Bijbellezing 2 Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. R. ten Kate Mevr. T. Berg Dimos de Beun Jesaja 65:17-25 / Mevr. H. Coudyser Lucas 12:32-40 / Mevr. C. Luteijn Kerk Fam. W. Buijs
Vakantie van de predikant: 5 juli tot en met 22 juli en van 10 augustus tot en met 24 augustus. In dringende situaties ben ik bereikbaar! U dient uw boodschap wel in het antwoordapparaat in te spreken en ik zal u dan zo snel mogelijk contacteren.
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 21
ZONDAG 15 AUGUSTUS – GASTPREDIKANT Predikant Ds. D. Vanescote4 Ouderling Diaken Organist Collecte Koffiedienst
Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen Dimos de Beun Sociale Dienst Oostende Fam. J. van Groenigen
ZONDAG 22 AUGUSTUS – GASTPREDIKANT Predikant Ds. G. Grootjans Ouderling Diaken Organist Collecte Koffiedienst
Dhr. A. Deceuninck Mevr. A. Laureys Dhr. P. Vandenkerckhove Kerk Fam. A. Deceuninck
ZONDAG 29 AUGUSTUS Predikant Ouderling Diaken Organist Bijbellezing 1 Bijbellezing 2 Collecte Koffiedienst
Ds. J.C. de Beun Mevr. R. ten Kate Mevr. T. Berg Dimos de Beun Deuteronomium 24:17-22 Mevr. G. Labeur Lucas 14:1-14 / Dhr. W. Constant Kerk Mevr. H. Coudyser & mevr. M. Verbeke
ZONDAG 5 SEPTEMBER – MAALTIJD VAN DE HEER Predikant Ouderling Diaken Organist
Ds. J.C. de Beun Mevr. G. Labeur Dhr. J. van Groenigen Dimos de Beun
4
Ds. D. Vanescote was vele jaren predikant van onze kerk. Nadien werd hij (voor onze huidige voorzitter dr. G. Liagre) voorzitter van de synodale raad en is nu met emeritaat, maar nog altijd kerkelijk actief! De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 22
ROOSTER LECTOREN 2010 DATUM 25/07 01/08 08/08 29/08 05/09 19/09 26/09 03/10 17/10 24/10 31/10 07/11 21/11
LEZING 1 Dhr. P. Hellebuck Mevr. D. Constant Mevr. H. Coudyser Mevr. G. Labeur Mevr. M. Caproni Ouderling Predikant Ouderling Mevr. C. Luteijn Mevr. I. Casier Mevr. A. Klifman Dhr. P. Hellebuck Mevr. D. Constant
LEZING 2 Predikant Ouderling Mevr. C. Luteijn Dhr. W. Constant Mevr. I. Casier Mevr. A. Klifman Dhr. P. Hellebuck Mevr. D. Constant Mevr. H. Coudyser Mevr. M. Caproni Ouderling Predikant Ouderling
KOFFIEDIENST 05/09 12/09 19/09 26/09 03/10 10/10 17/10 24/10 31/10 07/11 14/11 21/11
Fam. W. ten Kate Fam. D. Schittecat Fam. P. Luteijn & Mevr. E. Vanryckeghem Fam. W. Constant Fam. A. Michiels-Ameel Fam. J. Klifman Mevr. J. Lagauw-Wage Fam. W. Buijs Fam. J. van Groenigen Fam. A Deceuninck Mevr. H. Coudyser & Mevr. M. Verbeke Fam. W. ten Kate
De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 23
UITSMIJTER OF BLADVULLING? WAT IS UW LIJFLIED? Tandarts: Kroont Hem met gouden kroon. Bouwvakker: Een vaste burcht is onze God. Verzekeraar: Volle verzeek'ring. Gevangene: Ik zie een poort wijd open staan. Groenteboer: We zullen heel de aarde vullen met lof. Politicus: Staand op de beloften. Bibliothecaris: Wees stil en weet. Advocaat: Geen andere pleitgrond hebben wij. Beursanalist: Wat de toekomst brengen moge. Aannemer: Houd uwer knechten werk in stand. Douaniers: Daar zijn geen grenzen. Tuinbouwer: De woestijn zal bloeien. Brandweerman: Met U ga ik door water en door vuur. Zeeman: Scheepken onder Jezus’ hoede. Weerman: Daar is ’s werelds duis’tre wolken. Belastingambtenaar: U bent waardig te ontvangen. Kapper: Hij zalft mijn haar en hoofd. Politicus: Heer onze daden en hun loze gronden. Schoonheidsspecialiste: Gij die de schoonheid zelve zijt Autocoureur: Zo vrolijk als een held, die tot de zege snelt. Leraar: De les was hard die Gij ons gaaft. Dominee: Nooit kan ’t geloof te veel verwachten. Taxichauffeur: God wijst mij een weg. Bakker: Gij hebt gezegd, geef gij hun brood. De Brugse Kerkbode, juli & augustus 2010, bladzijde 24
KERKENRAAD Predikant Ds. J.C. de Beun – ℡ 050 - 35.50.84 Blauwvoetstraat 32 – 8310 Assebroek
[email protected] Ouderlingen Mevr. R. ten Kate – ℡ 050/35.60.69 Baljuwlaan 5, 8310 Sint-Kruis Mevr. G. Labeur – ℡ 050/38.26.86 Veldstraat 46, 8200 Sint-Michiels Dhr. A. Deceuninck – ℡ 050 / 31.69.23 Rond den Heerdstraat 14, 8000 Brugge Diakenen Mevr. A. Laureys – ℡ 050 / 32.24.00 Bevrijdingslaan 8, bus 4, 8000 Brugge Mevr. T. Berg – ℡ 0487 / 51.97.59 Sint-Baafsstraat 66, 8200 Sint-Andries Dhr. J. van Groenigen – ℡ 050/38.72.62 Zandwege 10, 8490 Varsenare
Bankrekeningen Kerkenwerk Protestantse Kerk Brugge 280-0202516-17 Diaconie 001-4461304-59 t.n.v. Diaconie Verenigde Protestantse Kerk Brugge VZW Vrienden 000-0165874-04 t.n.v. Vrienden Protestantse Kerk Brugge Nederlandse giro 400456 t. n.v. Verenigde Protestantse Kerk Brugge
011234513
"*/+fc"*/+g." dhh ]___ij^ k1elml
789 8 87 8
!"#$%&'((#)"*+,-".+&/"0"#1$23"%)$)#"45 6789:8;89<=9>=?@A9>BC?DEF=G7GHCCG9IJA9KILM9N77=OHF=PA Q=B89MRM9S9IR8RM8KTU9=VWCXBY9Z<=O=?@[7P\@=G8O= $%&((#0$%$2/+2&"5]^__`#.//"a$+*bc#-"%%+%/4%.aa"#5de_]ee_