太狸記
LVSJK Tanuki / 三十年 / 十二月
Colofon JOURNALCOMMISSIE Carmen Loh Wester Wagenaar Arthur Hinsch Vincent Pols Bob Rambonnet Asor Mustafa REDACTIELEDEN Hoofdredactie: Carmen Loh Vormgeving: Carmen Loh Eindredactie: Bob Rambonnet Wester Wagenaar BESTUUR VAN TANUKI Praeses: Robert Beers Ab-actis: Annet Zwart Quaestor: Mario Keijlard Hoofdredactrice: Carmen Loh Webmaster: Nikki Doorn Assessor: Jan-Willem Slingerland COMMISSIEVOORZITTERS Eerstejaarscommissie: Jan-Willem Slingerland Feestcommissie: Thomas Zijtveld Jaarboekcommissie: Myrthe Prins Journalcommissie: Carmen Loh Kampcommissie: Annette van Wanroij Koreacommissie: Kayleigh Herbrink Kunst- en cultuurcommissie: Koen de Rooij Reiscommissie: Robert Beers RAAD VAN TOEZICHT Martijn Heule Yori van Hout Guan van Zoggel
2
社説 Editorial van de hoofdredactrice Zo, een tweede TaTanukiKi! Daar zijn jullie toch hartstikke blij om? Wederom hebben we heel hard gezwoegd, deze keer gelukkig wel met een uitbreiding van de redactie. Reeds heb ik nog geen taart hoeven kopen, daar ben ik wel blij om. Oei oei oei, straks moet ik meer taart kopen! In deze journal kun je lezen over robots, Japanse reclames en hoe Banzai heeft gewonnen van SVS (ik vind in ieder geval dat we hebben gewonnen). Ook kan ik jullie blij maken met gratis geld in de vorm van bubble tea! Hoera, allemaal leuke dingen in deze journal! Sorry iedereen, maar ik heb niet veel meer te melden. Het is namelijk weer de tijd van het jaar om in een grot te kruipen en voorbereidingen te treffen voor alle herkansingen. Of een winterslaap houden als je geen herkansingen hebt. Hoezee! Heb je zelf nog ideeën voor artikelen, mail dan naar
[email protected]. Wie weet, misschien beloon ik jou dan ook met de belofte van taart. - Carmen Loh
太狸記・十二月号
目次 Op de voorkant
Inhoud
Na het beklimmen van de ‘Hollandse helling’, een bezoek aan Deshima en een tour over Gunkanjima was deze heerlijke kaiseki, een uitgebreide maaltijd met verschillende gerechten, welverdiend. Voor wie het nog niet doorhad, in Nagasaki dus!
TANUKI SHINBUN Journalcommissie
4
Feest: Plants vs. Zombies
5
Concert: Shonen Knife
7
Banzai: Jaarlijkse wederopstanding
8
Interview met dr. Paramore
9
Wil je jouw eigen foto's van eten ook delen JAPAN & KOREA met iedereen? Stuur ze naar journal@tanuki. Nasleep Fukushima nl en wellicht maak jij iedereen hongerig. Moral panics in Japan
Deze prachtige foto is gemaakt door De strijd tegen de Yakuza Bob Rambonnet. コトバによって現れた人 1
12 14 16 18
Yasunari Kawabata
19
Reclame in Japan
21
Robots
23
棒倒し: Bo-Taoshi
25
Japan: Kit Kat paradijs
26
Kim Ki-Duk
28
MEDIA
Kwaidan (怪談)
30
Nintendo Wii U
31
COLUMNS Arco in Japan
32
Krant Met Karakter
33
ライデンの生活
35
De Alumni Kai
37
Ask Anky
38
“Banzai heeft met 2-1 gewonnen.” - Carmen Loh
太狸記・十二月号
3
De Journalcommissie Met genoegen wil ik hierbij de lezers graag voorstellen aan het nieuwste lid van de journalcommissie: Asor Mustafa! In plaats van dat ik hem voorstel, stelt hij zichzelf voor: Donder weerklinkt in de lucht. Bliksem verlicht het hemels tafereel. De journalco verheugd; verlaat en onverwacht is hen het sjaarschcommissielid geboren. Vastberaden schrijdt hij voort om u te voorzien van leesvoer en beloond te worden met de goddelijke spijs genaamd taart. Scribaturus te saluto!
Wester Wagenaar De omstandigheid van het waaien van de wind uit het oosten duidt aan dat we het geluid van naderende studiedrukte niet kunnen horen. Het ondergaan van de zon stemt pessimistisch, doch weten we dat de zon zal wederkeren en de Oostelijke wind zal gaan liggen. Jongens, even blijven doorzetten! Arthur Hinsch Einigkeit und Recht und Freiheit für das deutsche Vaterland! Danach lasst uns alle streben, brüderlich mit Herz und Hand! Einigkeit und Recht und Freiheit sind des Glückes Unterpfand: Blüh im Glanze dieses Glückes, blühe, deutsches Vaterland! Bob Rambonnet “With his devastatingly handsome, round face, his boyish charm, and his strong, sturdy frame, this Pyongyang-bred heartthrob is every woman’s dream come true. Blessed with an air of power that masks an unmistakable cute, cuddly side, Kim made this newspaper’s editorial board swoon with his impeccable fashion sense, chic short hairstyle, and, of course, that famous smile.” – The Onion.
Verder beantwoordt de redactie de belangrijkste vragen des levens. Deze keer in de vorm van een haiku.
De zon gaat onder De wind waait uit het oosten Wat houdt je bezig? 4
Vincent Pols “Die Kommunisten verschmähen es, ihre Ansichten und Absichten zu verheimlichen... Mögen die herrschenden Klassen vor einer Kommunistischen Revolution zittern. Die Proletarier haben nichts in ihr zu verlieren als ihre Ketten. Sie haben eine Welt zu gewinnen. Proletarier aller Länder, verenigt euch!” – Manifest der Kommunistischen Partei Asor Mustafa De oostelijke wind is guur en kil. Langzaamaan beginnen zijn handen te barsten. Even had hij voor de winter gewenst, maar nu hij er eindelijk is, vallen Koning Winter slechts verwensingen ten deel. Snel doorlopen. De zon is zojuist onder gegaan. Eindelijk thuis. Het eten staat klaar.
太狸記・十二月号
Feest: Plants vs. Zombies Het was dan misschien twee dagen later dan de officiële feestdag, maar ook Tanuki vierde Halloween. Het tweede feest van het jaar had als thema ‘Plants vs Zombies: Lawn of the Dead’. Geïnspireerd door het gelijknamige videospel, maar misschien ook wel door de studenten die rond de eerste tentamens als zombies door het Arsenaal liepen en door het vele studeren evenveel aan beweging toekwamen als potplantjes. Dit jaar zit ik voor het eerst in de feestcommissie en maak ik de feesten dus vanuit een ander oogpunt mee. Ik had eigenlijk nooit echt stilgestaan bij het feit dat er zo veel komt kijken bij de organisatie van zo’n feest, te beginnen met het promotiefilmpje. Iedereen die erbij was, zal met me eens zijn dat het filmen hilarisch was. Dankzij visagiste Kayleigh was elke zombie met een onsmakelijke, doch levensechte vleeswond beplakt. Tijdens het monteren hebben Thomas en ik ook geregeld in een deuk gelegen en het eindresultaat mocht er wezen als je het mij vraagt. Dan het feest zelf. Gelukkig was er weer een flinke opkomst en had iedereen zijn of haar best gedaan zich om te toveren tot de meest angstaanjagende zombie of betoverende bloem. Of soms als iets daar tussenin, wat vaak ook prima werkte. We hadden Bar-dancing de Kroon versierd met spinnenwebben, bloemen en een hoop Halloweenversieringen, maar een als twee druppels water lijkende tekening van floor manager Karen mocht ook niet ontbreken. De muziek was goed en de dansvloer werd - zoals gewoonlijk - volledig benut. Wat echter nieuw was aan dit feest, was de dance-off. We wilden het eens anders doen en kwamen op het idee om vanaf nu af aan voor elk feest een ´stand off´ te organiseren. Dit keer werden de drie bestgeklede zombies (Gydo, Amiet en Kimberly) en planten (Werner, Xander en Lary) tegenover elkaar gezet met de taak ballonnen aan elkaars enkels kapot te trappen. Na wat vuil spel aan beide
太狸記・十二月号
5
kanten wonnen de planten nipt. Als prijs kregen ze ieder een awesome cactusplantje cadeau. Er werd gedanst tot in de vroege uurtjes, maar aan alles komt helaas een einde. Na opgeruimd te hebben stonden de laatste gasten rond vijf uur buiten. Het begon al langzaam licht te worden, maar de avond was niet compleet zonder nog een uitstapje naar de kebabzaak. Daarna kon ik voldaan in bed ploffen met het idee dat we weer een geniaal feest hadden neergezet. Ik hoop dat iedereen dat met me eens is en ik jullie volgend feest (weer) tegenkom! -Myrthe Prins
6
太狸記・十二月号
Concert: Shonen Knife
Onze eerste activiteit als Kunst & Cultuurcommissie van dit jaar was een uitstapje naar het concert van het pop-punk trio ‘ 少年 ナイフ: shounen naifu’ (Shonen Knife). Als iedereen zich heeft verzameld, kunnen we rond half 8 met z’n dertienen aan de tocht richting Utrecht beginnen. Dankzij de lieve mensen van de NS belooft het een lange avond te worden: heen moeten we via Den Haag, terug met de bus vanaf Bodegraven. Gelukkig heeft iedereen er zin in en met een grote groep gaat elke treinrit vrij snel voorbij. Na een verder prima reis komen we rond negen uur bij de dB’s aan, een eigenzinnig kraakpand buiten het centrum dat voornamelijk functioneert als opnamestudio voor bandjes. Ondanks dat we niet aan de vijftien man komen waar we van te voren op hadden gemikt, zijn de mensen bij dB’s zo aardig ons toch de afgesproken twee euro korting per persoon te geven. 少年ナイフ neemt het eigen voorprogramma ook mee op tour, waardoor we op drie bands getrakteerd worden. Former Utopia opent de avond met een soort jaren ’90 indie-rock à la Pavement. Wellicht een jaartje of vijftien na dato, maar het leek bij de meeste mensen redelijk in de smaak te vallen.
worden we naar de foyer verwezen. Over het algemeen is het publiek vrij enthousiast, maar sommige mensen zijn duidelijk niet gecharmeerd van hun rammelende punk en vertrekken snel richting het rookhok. Als de dames van 少年ナイフ eindelijk zelf aan hun optreden beginnen, blijkt de zaal zo goed als vol te zitten. Vanaf opener Konnichiwa volgt een afwisselende set met zowel oud als nieuw materiaal. Richting het einde komt uiteraard hun bekendste nummer Twist Barbie voorbij en als ze de Ramonescover Rock ‘n’ Roll High School spelen zijn ook de paar aanwezigeRamones-fans tevreden (de dames treden als Osaka Ramones ook op als Ramones-coverband). Rond half 12 is het tijd voor de lange terugweg. Gelukkig rijden de bussen vrijwel meteen weg na onze overstap en een paar mensen kunnen in de bus alvast wat slapen. Uiteindelijk kan iedereen rond een uur of 1 weer op zoek naar diens eigen bedje in Leiden of nog even wat te eten halen om de geslaagde avond af te sluiten. Mochten er meer kleine Japanse bands voor een betaalbare prijs naar Nederland komen, dan lijkt het me zeker voor herhaling vatbaar. -Koen de Rooij
Voor het tweede voorprogramma Hank Haint
太狸記・十二月号
7
Banzai: Jaarlijkse wederopstanding
“Met jou erbij hadden we gewonnen.” Het waren mooie woorden. Ze waren niet bedoeld als compliment, maar om met vicecaptain Renzo Goto samen in een huis te wonen moet je de werkelijkheid enigszins kunnen verdraaien om bij je verstand te blijven. Afgelopen maand verloor TFC Banzai de eerste derby tegen SVS, zo heb ik mij laten vertellen. Sinds mijn afstuderen ben ik vaker vroeg onder de wol te vinden dan op het voetbalveld. Het was een harde wedstrijd, waarin Geert “het natte vingertje” Scholten al na de eerste vijftien minuten genadeloos werd getorpedeerd als retributie voor zijn mentale terreur. Het hele team van SVS zal de komende maanden hun sloten tweemaal moeten controleren om een begroeting door een Schiedamse vissenkop op het hoofdkussen te voorkomen.
immer de geest heeft, bleek wel uit hoe hij zijn team de vrijdag volgend op de wedstrijd op sleeptouw nam naar de Eigenwijs. Op de Hoge Rijndijk werd menig sparerib verorberd door zijn jonge roedel gulzige slokops. De verrassing van de avond was Marnix, een onbekende voor het team, die rib na rib zijn mond inschoof. Zelfs Banzai’s grootste eters konden enkel met stekende buikjes toekijken hoe hun eer door de keel van een ander gleed. De avond liep ten einde. Iemand riep om een speech, maar deze bleef uit. Het kan verkeren. Het mag duidelijk zijn: Banzai is begonnen aan de jaarlijkse wederopstanding. Houd deze sectie ook de volgende journal weer in de gaten en volg ons alsof je er zelf bij bent. Dan doe ik hetzelfde. -Martijn Heule
Zoals vaker aan het begin van een nieuw seizoen had het team moeite zijn draai te vinden. Elk jaar worden de grote prijzen, zoals de universiteitscup van seizoen ‘10/’11, pas op het laatste moment veroverd. Banzai prijst zich dit jaar gelukkig met veel nieuwkomers: als een herboren team richt de club zich ditmaal op de jeugd. Dat
8
Renzo,
ondanks
zijn
jaren,
nog
太狸記・十二月号
Interview met Dr. Paramore
“Terug in Nederland ben ik weer in mijn stabiele leven en ik vind Leiden echt een geweldige plek om dingen schrijven.”
Q: Dr. Paramore, u bent het afgelopen jaar in Taiwan geweest. Hoe heeft u dat beleefd? A: Eén van de redenen waarom ik naar Taiwan ben gegaan was omdat ik een nieuwe taal wilde leren. Natuurlijk had ik me al lang bezig gehouden met het Chinees, maar ik had nog geen kans gehad om echt een jaar lang naar een land te gaan waar Chinees wordt gesproken. Dit was mijn kans. Aan het begin van mijn tijd in Taiwan sprak ik weinig Chinees, maar tegen het einde gaf ik lezingen in het Chinees. Dat was een geweldig gevoel. Omdat mijn vakgebied de vroegmoderne periode van Japan is, las ik veel bronnen in het klassiek Chinees. In Taiwan had ik een privédocent met wie ik veel heb gesproken. Ik heb ook veel met mensen in de omgeving gesproken en op een geven moment bleek dat mensen me gewoon begrepen. Ik kon dus over mijn eigen onderzoek in het Chinees praten. Toen dacht ik dat ik met wat voorbereiding wel in staat zou zijn om een lezing te geven in het Chinees. Een belangrijke aanleiding voor mijn verblijf in Taiwan was dat ik onderzoek wilde gaan doen. Dat is tenslotte het idee van onderwijs op de universiteit: jullie als
studenten krijgen les van onderzoekers. Ik heb gemerkt dat mensen in Taiwan heel anders denken over het onderzoek waarmee ik mij bezighoud. Ik moest dus ineens heel anders gaan denken over mijn eigen onderzoek.
“Ik heb altijd dat gedaan wat ik interessant vond en het is altijd goedgekomen.” Het leren van de taal was ook bijzonder. Toen ik tijdens mijn BA en later tijdens mijn MA naar Japan ging, had ik ongelooflijk veel energie om nieuwe dingen, en dus ook de taal, te leren. Nu dat ik wat ouder ben is het toch wel moeilijker. Als je boven de 35 bent, is het een heel andere ervaring om een taal te leren. Bovendien verwacht je als jonge student geen aandacht van andere mensen. Je hebt uiteraard zelf ook geen grote status, maar naarmate je ouder wordt verlang je naar een bepaalde maatschappelijke omgeving met mensen die zo denken als jijzelf. Als jong persoon heb je dat niet echt nodig. Het is belangrijk om als je ouder wordt je los te maken van dat soort verwachtingen en terug te gaan naar je pure jonge zelf.
太狸記・十二月号
9
Tijdens mijn jaar in Taiwan ben ik vaker op reis naar het buitenland geweest, bijvoorbeeld naar Canada voor een conferentie over Oost-Aziëstudies, naar Erfurt in Duitsland en ook nog naar London. Dit was mogelijk omdat ik dat jaar geen colleges gaf. Het was een heel goede kans om me in veel verschillende wetenschappelijke omgevingen te bewegen. Ik was van plan om een boek te schrijven, maar dat komt wel binnen een jaar of twee.
Japanse bedrijven. Het leek mij dus nuttig om te doen. Bovendien, toen ik 12 jaar oud was, was ik voor judotraining zes weken in Japan. Ik was zes weken zonder mijn ouders in een plek waar niemand Engels kon spreken midden op het Japanse platteland. Dat gaf mij zeker een andere indruk van Japan. Ik herinner me er niet meer zo veel van, maar in mijn lichaam zijn deze belevenissen vast blijven zitten. Toen ik 21 was ben ik begonnen met Japans aan de Australische Nationale
Q: U heeft al een ander boek geschreven.
“Toen ik klaar was met de middelbare school heb ik een aantal jaar als acteur gewerkt.”
A: Ja, dat boek is verschenen in 2009. Ik had vorig jaar veel gelegenheid voor onderzoek, maar omdat ik afgelopen jaar zoveel dingen te doen had komt het nieuwe boek op een later tijdstip. Terug in Nederland ben ik weer in mijn stabiele leven en ik vind Leiden echt een geweldige plek om dingen schrijven. Hier is het heel rustig, en veel mensen klagen daarover, maar ik vind het zeer fijn. Het is een mooie stad en het weer is goed voor onderzoek. Dus ik ben optimistisch dat ik over een jaar of twee een boek zal schrijven. Het jaar in Taiwan was ook goed voor mijn onderwijs. Ik heb nu een veel breder inzicht in
“Bovendien, toen ik 12 jaar oud was, was ik voor judotraining zes weken in Japan.” mijn eigen vakgebied. Maar het belangrijkste is dat het afgelopen jaar heel goed is voor mijn studenten, omdat jullie profiteren van mijn verbrede kennis en inzicht. Q: Wat was uw aanleiding om Japans en Japanse geschiedenis te studeren? A: Dat was allemaal toeval. In het Australië van de jaren ‘80-‘90 bestond het idee dat “the streets of Tokyo are paved with gold”. Dat hield in dat men ervan overtuigd was dat als je Japans zou kunnen spreken je alles zou kunnen bereiken. Ik kom uit New South Wales en een groot deel van die staat was in de handen van
10
Universiteit en hield ik mij vooral bezig met Japans en taalkunde, dus ook met de grammatica van de talen die de oorspronkelijke bewoners van Australië spraken. Binnen mijn BA ben ik naar Japan geweest en heb ik mij ook beziggehouden met Japanse taalkunde. Daarna had ik de kwalificatie om met een Phd in taalkunde te beginnen. Maar precies toen begon ik mij een beetje te vervelen. In mij ontstond de neiging om iets anders te gaan doen. Ik volgde toen een college dat de aanleiding vormde voor dat waarin ik mij in de toekomst zou gaan verdiepen. Ik weet de titel van het college nog goed: “Confucianism, orthodoxy and enlightenment’’. Omdat ik mijn bachelorscriptie over dat onderwerp wilde schrijven moest ik in een jaar heel intensief klassiek Chinees leren. Toen ik dat achter de rug had, ben ik meteen begonnen met werken bij het Australische Ministerie van Buitenlandse Zaken. Maar ik merkte snel dat het niets voor mij was, dus ik heb de dag nadat ik daarmee was begonnen een aanvraag ingediend voor de Monbusho-beurs. En toen werd ik geconfronteerd met het moeilijkste dat ik in mijn leven heb meegemaakt… het toelatingsexamen voor de Universiteit van Tokio. Ik moest essays
太狸記・十二月号
in het Japans schrijven in competitie met Japanners. Dat was heel moeilijk en ook een stuk moeilijker dan het schrijven van mijn scriptie. Maar zeven jaar later promoveerde ik.
“Binnen mijn BA ben ik naar Japan geweest en heb ik mij ook beziggehouden met Japanse taalkunde.” Q: U was vroeger actief als acteur? A: Ja, dat is zo. Toen ik klaar was met de middelbare school heb ik een aantal jaar als acteur gewerkt. Dat was een interessante periode, maar er was niet genoeg intellectuele stimulatie voor mij. Daarom ben ik gaan studeren, al was ik ook nog een tijd bezig met acteren in Sydney. Ook toen ik al op Todai zat werd ik gebeld door een regisseur met wie ik jaren geleden al had samengewerkt. Hij liet mij terug naar Australië vliegen om te gaan spelen in Ned Kelly. Voor een lange tijd wilde ik alles tegelijk doen, maar ik kwam er snel achter dat ik mijn studie niet kon combineren met acteren. Wel heb ik af en toe gewerkt voor Australisch-Japanse films bij de NHK, maar ik wist dat mijn toekomst niet in dat gebied lag.
het over Toyotomi Hideyoshi. De meeste scholieren vinden het helemaal geweldig. Veel van de scholieren die luisteren naar dat college komen terug naar Leiden om Japanstudies te doen. Dat is dan waarschijnlijk ook het antwoord op je vraag. Japanstudies studeer je omdat het interessant is. Veel mensen op de universiteit vergeten dit: mensen moeten hetgeen doen dat zij interessant vinden. Ik heb altijd dat gedaan wat ik interessant vond en het is altijd goedgekomen. Eén manier om dat te begrijpen is door mijn college over Toyotomi Hideyoshi te volgen. Dr. Paramore, bedankt voor dit interview. Interview gehouden door Arthur Hinsch op 6 december 2012
Q: Waarom zou u Japanstudies aanraden? A: Dat is een moeilijke vraag om te beantwoorden. Tijdens de open dag geef ik meestal mijn eerstejaars college en heb ik
太狸記・十二月号
11
Nasleep Fukushima 11 maart 2011: een aardbeving van 9.0 op de schaal van Richter, diep in de zee vlak voor de noordwestkust van Japan, veroorzaakt een enorme tsunami die met volle vaart het noordelijke Tohokugebied in Japan raakt. Meer dan 19.000 mensen overleden in de watermassa’s en rond de 88.000 mensen raakten hun thuis kwijt. De beelden die destijds over de hele wereld te zien waren, waren ongelofelijk schokkerend. Maar alsof dat niet genoeg was, deed zich ook een nucleaire ramp voor in Fukushima.
Ondanks het feit dat hier sprake is van een grote nucleaire ramp, vond de grote Japanse energieleverancier TEPCO, die verantwoordelijk is voor de kerncentrale, het belangrijker om de media te beïnvloeden en het imago van een veilige Japanse samenleving met kerncentrales in stand te houden. Maar wat voor gevolgen heeft de ramp voor het energiebeleid van Japan in de toekomst?
Vlak na de ramp toonden veel landen hun steun aan Japan en er waren er wereldwijde initiatieven om de slachtoffers van de drievoudige ramp een hart onder te riem te steken en om de regio weer in het zadel te helpen. De ramp van Fukushima wordt vaak vergeleken met de ramp van Tsjernobyl die zich 1986 in de Oekraïne voordeed, maar omdat de radiatie die in dat geval vrij kwam in heel Europa te meten was waren mensen meer bezorgd. Wanneer ik denk aan de kernramp van Tsjernobyl zie ik meteen beelden voor mij van mannen die zonder oldoende bescherming proberen de verspreiding van radiatie te voorkomen. Vlak na de ramp in Fukushima zijn er 50 man, beter bekend als de “Fukushima 50”, naar de reactoren gestuurd om te proberen druk van de reactoren af te halen. Een aantal van hun werd blootgesteld aan een zeer hoge dosis radiatie. Op dit moment zijn arbeiders nog steeds bezig met reparaties aan de kerncentrale. Veel van de arbeiders zijn mensen uit de regio die tijdens de ramp alles zijn kwijtgeraakt. Zij maken zich meer zorgen over waar zij nu hun geld vandaan moeten halen dan over het feit dat ze over tien jaar kanker zouden kunnen krijgen. Deze mensen werken vaak voor onderaannemers, die volgens geruchten veelal verbonden zijn met de Yakuza. Vlak na de ramp was er zelfs sprake van sancties tegen arbeiders die het niet meer zagen zitten.
12
Omdat Japan van oudsher een groot tekort heeft aan natuurlijke energiebronnen was Japan tot recentelijk voor 70% afhankelijk van nucleaire energie omdat het werd beschouwd als een betrouwbare energiebron die Japan meer onafhankelijkheid zou kunnen opleveren. Natuurlijk werd er ook in Japan kolen gemijnd maar daar werd in 2002 mee gestopt. Het feit dat Japan in grote mate afhankelijk was (en het nog steeds is) van buitenlandse olie en gas heeft de ontwikkeling van energie-efficiënte technologie bevorderd. Op het moment is Japan het meest energie-efficiënte land ter wereld. Naar aanleiding van de ramp in Fukushima heeft de regering als doel gesteld om vanaf 2040 alle Japanse kerncentrales te sluiten. Dit gebeurde ook als antwoord op toenemende publieke protesten tegen kernenergie. Hierbij is het belangrijk om te weten dat de Fukushima-ramp niet het eerste probleem met een Japanse kerncentrale is. In de jaren ‘90 waren er een aantal ongelukken met kerncentrales, de meest heftige daarvan was de ‘動燃事故:
太狸記・十二月号
Dounen Jiko’ in Tokaimura, waarbij twee arbeiders om het leven zijn gekomen. Deze gebeurtenissen hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan een sceptische publieke houding tegenover kernenergie. Na Fukushima zag de Japanse overheid zich snel geconfronteerd met een mogelijk energietekort tijdens de zomer. Om die reden zag premier Noda, onder heftige protesten, zich genoodzaakt om de kerncentrale in Ohi weer op te starten. Niet alleen is er een heftig debat ontstaan over de toekomst van Japanse kerncentrales, ook hadden Japanse energiemaatschappijen geen andere keuze dan op grotere schaal olie en gas te importeren vanuit het buitenland. Dit resulteerde in een veel groter gebruik van fossiele bronnen dan in de voorafgaande jaren waardoor Japan zijn in het Kyoto-protocol vastgelegde doel van een CO2-reductie van 25% tegenover 1990 niet zal kunnen bereiken. Daarnaast wordt hierdoor ook de energiezekerheid van Japan aangetast. Door de speciale relatie die Japan heeft met de Verenigde Staten kan de VS veel druk op Japanse oliemaatschappijen uitoefenen om geen olie uit bijvoorbeeld Iran te halen. Als gevolg van de hiervoor genoemde problemen is er in Japan een enorme drang ontstaan om sneller alternatieve energiebronnen te ontwikkelen. Zo kun je bijvoorbeeld Japan vergelijken met Duitsland. De ramp van Fukushima heeft een grote invloed gehad op de Duitse energiepolitiek want daar is besloten om tot 2022 alle kerncentrales te stoppen. Er is een toenemende samenwerking tussen Europese en Japanse wetenschappers op het gebied van alternatieve energie. Om het tekort aan energie tegen te werken wordt er in Duitsland, maar ook in de gehele EU, gewerkt aan ambitieuze plannen om energie “groener en veiliger” te maken. Een van de meest gebruikte manieren daarvoor is het oprichten van windturbineparken buiten de kust (offshore wind farms). Hoewel dit goed te doen is in Noord-Europa zijn er in Japan vaak
taifoens die een probleem op zouden kunnen leveren voor dit soort windparken. Vaak wordt er verwezen naar de mogelijkheid om de warmte van de aarde te gebruiken om energie te produceren, aangezien Japan een land met een grote hoeveelheid vulkanen is. Maar ook hier stoten wetenschappers en politici (vooral veel lokale politici die sinds de ramp definitief tegen kerncentrales zijn) op protesten van onsen-eigenaren die het bestaan van hun onsen bedreigd zien worden.
Verder is niet iedereen in Japan een voorstander van een niet-nucleaire oplossing. Het ‘経済産業省: keizaisangyou-syou’ (Ministry for Economy, Trade and Industry), dat voor het implementeren van energiebeleid verantwoordelijk is, heeft sterke connecties met de grote energiebedrijven die samen 85% van Japan’s energie produceren. Maar omdat kernenergie een heel stuk goedkoper is dan alternatieve energie, luisteren deze grote bedrijven vaak niet naar de publieke opinie en beweren ze dat de stroomprijs erg zal stijgen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat bedrijven hun productie naar het buitenland verplaatsen wat dan weer resulteert in een verhoogde werkloosheid. De ramp van Fukushima heeft dus aanleiding gegeven voor een uitgebreid debat over de toekomst van Japanse energievoorziening die zeker nog een lange tijd door zal gaan. Voor mensen die overigens geïnteresseerd zijn in dit onderwerp kan ik de drama ‘マグ マ: magma’ van Hideyuki Katsuki ten zeerste aanbevelen. - Arthur Hinsch
太狸記・十二月号
13
Moral panics in Japan
Sommige zaken worden in onze samenleving niet getolereerd en recentelijk kwam zo bijvoorbeeld pesten, vanwege Tim Ribberink’s zelfmoord, in het publieke vizier. Het is alleen niet zo dat hier continu over wordt geschreven. Bovendien zijn er ook sociale onwenselijkheden die tijdens een bepaalde periode als schadelijk worden gezien, maar later niet meer met een zeker stigma kampen. Hier komt de zogeheten moral panic om de hoek kijken, een fenomeen dat in elke samenleving een rol speelt. Zo ook in Japan. De oorsprong van het begrip moral panic wordt veelal toegewezen aan de Britse socioloog Stanley Cohen. Zijn omschrijving van het concept kwam in feite neer op het gegeven dat moderne samenlevingen geregeld te maken krijgen met een groep mensen of een bepaalde conditie die gedurende een bepaalde periode niet alleen wordt gezien als bedreigend ten aanzien van de overheersende waarden en normen, maar zelfs de sociale orde. Aan een incident wordt vervolgens, in ieder geval een gedeeltelijke, verklaring toegeschreven. De dood van Ribberink was bijvoorbeeld de schuld van pesten. Pesten is onwenselijk en moet dus stoppen. Een interessant gegeven is dat op het moment ook een dergelijke ontwikkeling in Japan waar te nemen valt. Ook daar heeft een zelfmoordincident de aanleiding gevormd voor vergaande media-aandacht, die zelfs als
14
mediapaniek aangeduid zou kunnen worden. Vorig jaar heeft een dertienjarige jongen in Otsu, in de prefectuur Shiga, zelfmoord gepleegd en ook dit werd toegeschreven aan pestacties van klasgenoten. Zij zouden de jongen namelijk hebben aangemoedigd om zijn eigen leven te ontnemen. De media pikten het vervolgens op en een oproep aan de overheid om in te grijpen was het gevolg. Eigenlijk ondergaan de meeste sociale problemen in Japan, en ook elders ter wereld, een vaste, voorspelbare cyclus. Allereerst wordt het probleem 'ontdekt' en wordt het gedefinieerd. Vervolgens wordt er onderzoek gedaan naar het fenomeen en lijken cijfers een stijging aan te duiden, waarna politieke maatregelen worden genomen. Wat volgt is een geleidelijke verdwijning van het probleem. De periode van ontdekking tot oplossen duurt gemiddeld zo'n twee jaar, een gegeven dat duidt op een moral panic die opkomt en langzaamaan weer verdwijnt. Dat de media een grote rol kan spelen bij het verloop van sociale problemen, blijkt wel als specifieke problemen worden bekeken. In het verleden heeft Japan bijvoorbeeld problemen gekend met internetzelfmoord, '援助交際: enjo kousai' (‘compensated dating’) of de zogeheten '引き篭り: hikikomori' (sociale terugtrekking), waarbij publieke aandacht veel invloed heeft uitgeoefend.
太狸記・十二月号
Vooral de laatste twee voorbeelden zijn interessant, omdat ze worden gezien als uniek Japanse fenomenen en zelfs een weg hebben gevonden naar niet-Japanse woordenboeken. In de jaren '90 kwam het fenomeen enjo kousai op: hoofdzakelijk schoolmeisjes zouden in ruil voor geld of spullen op een date gaan met veelal oudere mannen. Dit ging volgens de definitie niet gepaard met seks, maar echt ongebruikelijk was het niet. Dat het fenomeen een vorm van jeugdprostitutie zou zijn, werd echter al snel verspreid door de media. Een paniekuitbraak volgde, want jeugdprostitutie, dat kan natuurlijk niet. Echter, statistieken geven aan dat het duidelijk ging om een moral panic. Er zijn veel enquêtes gehouden omtrent het probleem, maar uit iedere enquête kwamen zeer uiteenlopende resultaten. Toen het fenomeen in het toppunt van de belangstelling stond gaf een zeker onderzoek aan dat 54 procent van de meisjes aan enjo kousai zou doen. Juist door er veel aandacht aan te schenken werd het probleem voor een groot deel gevormd. Ook de hikikomori genoot flinke mediaaandacht: ze zouden zichzelf alleen maar opsluiten in hun kamer, van sociale activiteiten niets willen weten en zelfs contact met hun familie schuwen. Naar school of werk gaan was er dan ook niet bij. Wat het hikikomorifenomeen zo interessant maakt, is dat de visie van wetenschappers op het probleem uiteenlopend is. Hikikomori zouden volgens sommige wetenschappers niet alleen een bepaald gedrag vertonen, maar zelfs psychische problemen hebben. Wellicht waren ze gewoon geestelijk niet in orde? Opmerkelijk is dat er ook lijnen worden getrokken naar eerdere sociale
problemen, zoals de plotselinge opkomst van otaku, wier sociale onkunde overeenkomsten zouden vertonen met hikikomori. Ook bijzonder is dat de verdwijning van hikikomori uit het publieke discours werd ingeluid met een nieuwe sociaal probleem: de NEET (not in education, employment or training). Het is daarom niet geheel vreemd dat er veel wordt beweerd dat in essentie hetzelfde sociale probleem steeds in een iets ander jasje opduikt. Hoewel moral panics dus verklaard kunnen worden als een wijze om te kijken naar sociale problemen in de samenleving, zijn er echter nog voldoende mensen die het concept afschrijven als ongezonde paranoia. Sommige moral panics zouden veelal gestuurd worden door groepen die hier baat bij hebben. Sociale problemen simpelweg afdoen als moral panic suggereert echter dat deze niet echt bestaan, maar grotendeels zijn gecreëerd. Een gevaarlijke bewering, omdat er wel degelijk mensen zijn die worden misbruikt of leven in een sociaal isolement. De daadwerkelijke grootte van het probleem, daar valt wel over te twisten. Hoe dan ook, voor sociologen en geïnteresseerden in sociale problemen is het erg interessant om het (Japanse) nieuws in de gaten te houden en erachter te komen welk fenomeen nu weer in de schijnwerpers staat. Vandaag de dag is het pesten dat het moet ontgelden, maar wellicht dat we binnenkort weer te maken zullen krijgen met een variant op het hikikomori-fenomeen. Wie weet? Het loont in ieder geval zeker om moral panics te herkennen en hier met een kritisch oog naar te kijken. -Wester Wagenaar
太狸記・十二月号
15
De strijd tegen de Yakuza
Recentelijk reageerden 2.885 van de 10.000 ondervraagde bedrijven op een enquête naar de activiteiten van de Yakuza (door de Japanse politie aangeduid als bouryokudan, oftewel gewelddadige groepen). Van deze bedrijven gaven er 337 aan dat ze door criminele organisaties waren benaderd, meer dan de helft in het afgelopen jaar en meer dan 70% van hen heeft uiteindelijk geld betaald of anderszins diensten verleend. Wel gaf meer dan de helft van de bedrijven aan dat recente anti-Yakuza wetgeving, die nu in alle 47 prefecturen in werking is getreden, effect heeft gehad. Zo stellen veel bedrijven dat ze als gevolg van deze wetgeving anti-Yakuza clausules opnemen in hun contracten met andere bedrijven. Deze nieuwe wetten volgen op een langzame opbouw van anti-Yakuza wetgeving die in 1991 begon met de ‘暴力団員による不当な 行為の防止等に関する法律: bouryokudanin ni yoru futou na koui no boushi nado ni kan-suru houritsu’ (Wet ter Preventie van Onrechtvaardige Daden door bouryokudanleden), beter bekend als de Boutaihou. Deze wet werd in het leven geroepen met de bedoeling om enige controle te krijgen over geweld en intimidatie door de Yakuza. Deze wet legde de basis voor het identificeren van Yakuzagroeperingen als bouryokudan en stelde aan de politie enkele maatregelen beschikbaar, zoals de mogelijkheid om de vrij publieke
16
hoofdkwartieren van deze organisaties tijdelijk te sluiten. Ook werd het onder deze wet verboden om iemand te dwingen tot het beruchte ‘指詰: yubitsume’ (vingerverkleining), het ritueel waarbij een vinger, vaak de pink, wordt afgesneden. Een andere belangrijke serie wetten werd in 1999 aangenomen en is beter bekend onder de naam ‘組織犯罪対策3: soshiki hanzai taisaku sanpou’ (Drie anti-georganiseerde misdaadwetten). Deze wetten dienden er onder andere toe om het voor de politie makkelijker te maken om de opbrengsten van georganiseerde misdaad in beslag te nemen. Ook kreeg de politie meer bevoegdheden, zoals de mogelijkheid om communicatieverkeer af te luisteren. Deze afluisterbevoegdheid stuitte indertijd wel op veel weerstand in het parlement, al waren er strenge maatregelen aan verbonden. De wetgeving waar de eerder genoemde bedrijven naar refereren is recenter. In tegenstelling tot de hiervoor genoemde wetgeving betreft het wetgeving die niet nationaal, maar lokaal geregeld is. De ‘暴 力団排除条例: bouryokudan haijojourei’ (Yakuza-uitsluitingsverordeningen) zijn sinds 2011 in alle 47 prefecturen van kracht. Deze wetgeving verbiedt het om winst te delen met Yakuza en zelfs het betalen van beschermingsgeld is in afhankelijk van de omstandigheden strafbaar. Deze wetgeving heeft als doel om het minder aantrekkelijk te maken om zaken te doen met Yakuza en
太狸記・十二月号
verplicht personen en bedrijven ook om waakzaam te zijn tegen het, al dan niet onbedoeld, handelen met Yakuza. Een toenemend aantal anti-Yakuza clausules is hier dus een gevolg van. De afgelopen zomer is nog een interessante wetswijziging aangenomen. Voorheen diende de politie een lid van de Yakuza in eerste instantie een waarschuwing te geven indien er ‘onredelijke of illegale eisenwerden gesteld aan gewone burgers’. Een ogenschijnlijk onschuldig voorbeeld is het achterlaten van een visitekaartje in een winkel waarop het logo van een syndicaat staat afgebeeld, bijvoorbeeldat van de Inagawa-kai. Hiermee wordt door de Yakuza geïmpliceerd dat de winkeleigenaar geld moet betalen, oftewel hij wordt afgeperst. De gevolgen van niet betalen zijn immers vaak gewelddadig. Door deze wetswijziging kan de politie Yakuza van bepaalde bouryokudan meteen oppakken indien ze zich aan dergelijke praktijken schuldig maken. In ieder geval lijkt het vaak overdreven geromantiseerde beeld dat over de Yakuza bestond te zijn veranderd. In veel films en manga werden de Yakuza afgebeeld als organisaties die draaiden om eer en traditie. Bovendien speelden Yakuza vaak een publieke rol in lokale gemeenschappen en de Yamaguchi-gumi, het grootste syndicaat van Japan met rond de 40.000 leden, deed zijn imago veel goed door na de aardbeving in zijn bakermat Kobe als een van de eersten klaar te staan met hulpgoederen. Lidmaatschap van de Yakuza, die zichzelf als ‘任侠団体: ninkyou dantai´ (humanitaire organisatie) beschrijven, is ook nog steeds niet strafbaar. Een populair argument voor het in stand houden van de Yakuza is dat ze een ‘noodzakelijk kwaad’ zijn, waarbij ingespeeld wordt op de angst dat ongeorganiseerde en extreem gewelddadige bendes zoals de Chinese triades de straten zullen bevolken wanneer de Yakuza verdwijnen. De Yakuza vallen inderdaad niet direct te vergelijken met de Siciliaanse Cosa Nostra of de Chinese triades en hebben zonder twijfel een unieke positie binnen de Japanse samenleving.
Toch moet niet vergeten worden dat het criminele organisaties zijn die verantwoordelijk zijn voor een enorme hoeveelheid criminaliteit en menselijk leed, veroorzaakt door praktijken die uiteenlopen van afpersing en beursfraude tot mensenhandel en moord. De nationale politieorganisatie van Japan stelt in zijn witboek (white paper) van 2011 dat de samenleving zich steeds sterker richt tegen de Yakuza. De syndicaten mogen dan hebben geprobeerd een PR-campagne te voeren door na de grote aardbeving in 2011 opnieuw hulpgoederen te sturen, de toenemende drugshandel en gewelddadige bendeoorlogen, zoals tussen de Kudoukai, Doujinkai en Kyuushuuseidokai op Kyushu, laten het ware gezicht van deze syndicaten zien. Dat er nog steeds geen verbod bestaat op het lidmaatschap van deze criminele organisaties heeft waarschijnlijk weinig te maken met enige positieve bijdrage van de Yakuza aan de samenleving en meer met een bijdrage van de Yakuza aan de bankrekeningen van politici en bureaucraten. -Bob Rambonnet
Indien je na het lezen van dit artikel geïnteresseerd bent geraakt in de rol van de Yakuza in de Japanse samenleving: - Adelstein, Jake. 2009. Tokyo Vice: An American Reporter on the Police Beat in Japan. New York: Pantheon Books. - Hill, Peter B. E. 2003. The Japanese Mafia: Yakuza, Law, and the State. New York: Oxford University Press. - http://www.japansubculture.com/
太狸記・十二月号
17
コトバによって現れた人 1 Zoals we weten is het hedendaags Japans in grote mate beïnvloed door het Chinees. Sinds de komst van kanji naar Japan zijn deze schrifttekens langzaam maar zeker deel geworden van het alledaagse Japans. Ondanks een aantal pogingen om het Japans te bevrijden van Chinese karakters (bijvoorbeeld Kanji gohaishi no gi「漢 字御廃止の儀」 (1866)), is niemand er tot op heden in geslaagd een succesvol alternatief te bieden, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Korea. In eerste instantie werden kanji voornamelijk gebruikt om Japans fonetisch op te schrijven. Het Japans van die tijd zag er uiteraard anders uit dan het moderne Japans zoals wij dat kennen en bestond volledig uit wat tegenwoordig wago wordt genoemd. Wago (和語) betekent min of meer 'Japanse woorden' en wordt voornamelijk als tegenstelling met kango (漢語, Chinese woorden) gebruikt. Eigenlijk komt de term wago overeen met de kun'yomi van kanji. Zo zijn in principe alle niet-suru werkwoorden (bijv. taberu, chiru, tataku), bijna alle i-adjectieven (takai, itamashii) en een hoop naamwoorden (mura, hi, mizu) wago waarvan je het karakter leest in de kun'yomi. Hierbij moet opgemerkt worden dat natuurlijk niet alle wago daadwerkelijk Japanse woorden zijn. Er is een vrij groot aantal wago waarvan de oorsprong in Korea lijkt te liggen, zoals mura, tera en shiru. Naast de wago heb je, zoals eerder aangegeven, de kango. Zoals ook de minder oplettende lezer zich gerealiseerd zal hebben, zijn kango Chinese (of Sino-Japanse) woorden die je in principe in de on'yomi leest. Het is niet duidelijk in welke mate kango werden gebruikt voor de negende eeuw. Echter, in de Man'youshuu 萬 葉集 (Nara-periode) wordt al in beperkte mate gebruikgemaakt van kango. Een leuk voorbeeld is het volgende gedicht:
一二之目 耳不有 五六三 いちにのめ のみにはあらず ごろくさむ
四佐倍有来 双六乃佐叡 しさへありけり すぐろくのさえ
18
Ogen één en twee / niet alleen die / vijf zes drie / zelfs vier is er / de dobbelsteen van suguroku (万葉集 三八二七, eigen vertaling) Het gedicht gaat over het aantal ogen op een dobbelsteen (oud Japans: saye さえ). Zoals uit de transcriptie van het gedicht te zien is, moeten alle cijfers in on'yomi worden gelezen. Een vroeg voorbeeld van kango dus! In andere gedichten in de Man'youshuu zijn andere kango te vinden die terug zijn te voeren op onder andere het Boeddhisme of de Ritsuryou. Kanji werd niet alleen gebruikt voor het fonetisch noteren van Japans. Zeer belangrijk in de geschiedenis van de Japanse taal is kanbun 漢文. Kanbun is eigenlijk het lezen van Chinese teksten op een Japanse manier. Omdat beide talen in werkelijkheid enorm van elkaar verschillen, moest men zich in allerlei bochten wringen om van Chinees een soort Japans te maken. Speciale tekens die aangeven dat de woordvolgorde anders gelezen moet worden en markeringen die hinten naar de juiste Japanse leeswijze van de karakters zijn hier voorbeelden van. De verspreiding van kanbun heeft onder andere tot gevolg gehad dat er een groot aantal kango, die in de Chinese teksten natuurlijk veelvuldig aanwezig waren, steeds meer werden gebruikt. Het omgekeerde komt ook voor. Er zijn wago die in het Japans zijn opgenomen als kango. Bekende voorbeeld hiervan zijn返事 (respons) en火事 (brand). Het eerste woord is ontstaan uit de wago かへりごとdat geschreven kon worden als 返事. Later is men deze karakters in de on'yomi gaan lezen, hetgeen heeft geleid tot het woord henji 返 事 dat vandaag de dag nog steeds wordt gebruikt. Bij kaji 火事 is hetzelfde verschijnsel opgetreden (ひのこと werd gelezen in de on'yomi). Een behoorlijke tijd later, in de vroege Meiji-periode, is het aantal kango in korte tijd dramatisch toegenomen. Daarover meer de volgende keer! -Milan van Berlo Voor dit stukje is gebruik gemaakt van 沖森卓 也. 2010. 『はじめて読む 日本語の歴史』. Tokyo: ベル出版
太狸記・十二月号
Yasunari Kawabata alleen achter met zijn blinde grootvader. Kawabata was een fijngevoelige jongeman die vaak wegbleef van school. Hij verkoos de studie/ het bestuderen van de Japanse klassieken boven de omgang met leeftijdsgenoten. Ondanks de overtuiging dat ook hij was voorbestemd om een vroegtijdige dood te sterven, slaagde Kawabata erin om een schrijver te worden in zijn vroege tienerjaren. Naar verluid wilde hij de luister en rijkdom die de familie in zijn grootvaders dagen had gekend in ere herstellen. Toen Kawabata’s grootvader overleed in 1914, werd de schrijver in de dop een echte wees die achterbleef zonder naaste familie.
Zoveel verschillende Japanologen, zoveel verschillende redenen om met de studie Japans te beginnen. De een raakt geïnteresseerd in Japan door het lezen van Musashi, de ander wil meer weten over het land waar anime haar oorsprong vond. Wat echter minder vaak een reden tot het studeren van Japanse taal en cultuur vormt, is de literatuur van het land. Aangezien ik mijzelf momenteel bezig houd met moderne Japanse literatuur uit het begin van deze eeuw, wil ik jullie graag een beknopt overzicht van het leven van schrijver Yasunari Kawabata geven. Ik hoop dat jullie hierdoor gestimuleerd worden om een werk van een van Japan’s beroemdste schrijvers te lezen en meer te weten komen over de turbulente periode waarin hij zijn werken schreef. Yasunari Kawabata werd in 1899 in Osaka geboren, in een familie die reeds lange tijd haar aristocratische wortels kwijt was. Zijn jeugd werd gekenmerkt door een stroom van tegenslagen. Zijn vader, een dokter met een broze gezondheid, overleed toen Kawabata twee was. Zijn moeder liet een jaar later het leven. Toen de jonge Kawabata daarop bij zijn grootouders in Osaka introk, moest hij al snel afscheid nemen van zijn grootmoeder en zusje en bleef hij
Kawabata verhuisde naar Tokio in 1917 om de middelbare school te bezoeken en startte in 1920 met een studie aan de afdeling Engels van de Universiteit van Tokio. Daar hielp hij om Shinshichou, het literaire tijdschrift waarin Kawabata debuteerde, opnieuw leven in te blazen. Kawabata zou gedurende zijn leven actief betrokken blijven bij literaire tijdschriften. Ook was hij lid van de jury die de eerste Akutagawa-prijs toekende in 1935 en hielp hij de carrières van vele jonge schrijvers door ze een duwtje in de goede richting geven. Hij gaf de carrières van vele jonge schrijvers een zetje in de goede richting. Kawabata’s eigen carrière nam een aanvang halverwege de jaren ’20. Nadat hij in 1925 een dagboek publiceerde over het leven met zijn grootvader, volgde het volgende jaar een van zijn meest beroemde werken: '伊豆の踊り 子: Izu no odoriko' (De danseres van Izu). In deze novelle wordt het verhaal beschreven van de onbeantwoorde liefde van een middelbare scholier voor een danseres die optreedt met een rondreizende groep muzikanten. Het werk was een doorslaand succes en bleek de eerste incarnatie te zijn van Kawabata’s meest geliefde thema “De ontdekking van een maagdelijk meisje van eenvoudige komaf door een geschoolde man uit de grote stad. Ook schreef Kawabata in deze jaren het script voor de film '狂った一ページ: kurutta ichipeiji' (Een
太狸記・十二月号
19
Bladzijde van Waanzin), een film die zich afspeelt in een op hol geslagen gekkenhuis. Daarnaast schreef hij een aantal korte verhalen over de snel veranderende stad Tokio en publiceerde in delen '浅草紅団: asakusa kurenaidan' (De Scharlaken Bende van Asakusa), dat een collage van het leven in de danshallen en cafés van Tokio’s vermaaksdistrict aan de lezer bood. In 1934 begon Kawabata aan '雪国: yukiguni'(Sneeuwland) te werken. Het verhaal vertelt over de hopeloze liefde tussen een welgestelde toneelrecensent uit Tokio en een onsen-geisha uit de bergen van Niigata. De roman kwam uit in 1937, waarna in 1948 een herziene versie werd gepubliceerd. Kawabata’s schrijfstijl was behoorlijk ongebruikelijk. Hij schreef een boek nooit met een strak plot van begin tot einde. In plaats daarvan schreef hij een episode, publiceerde deze en voegde daar weer een nieuw hoofdstuk aan toe zodra hij inspiratie kreeg. Hij verklaarde tenslotte een werk als voltooid wanneer hij aanvoelde dat het zijn definitieve vorm had bereikt. Kawabata’s werk belichaamt volgens sommigen de kern van de Japanse ziel, omdat zijn dubbelzinnige en gefragmenteerde manier van schrijven meer met traditionele haiku van doen lijkt te hebben dan met modern proza. Men moet echter oppassen om in Kawabata niet louter een vertegenwoordiger van Japanse schoonheid te zien. Gedurende de jaren '20 probeerde Kawabata namelijk bewust om technieken uit het Europese modernisme in de Japanse literatuur te verwerken, terwijl spaarzame dialogen, de afwezigheid van commentaar en plotselinge veranderingen van tijd en plaats veel gemeen hebben met de zich dan ontwikkelende techniek van de cinema. Gedurende de oorlog werd Kawabata opgeroepen om verschillende plichten te vervullen voor het militaire bewind: hij moest de dagboeken, bewerken van soldaten die op het punt stonden naar het front te gaan, Japans veroveringen in China vanaf het slagveld verslaan en in april 1945 tijd doorbrengen bij het kamikazekorps op Kagoshima. Edward Seidensticker, wiens
20
werk Kawabata naar het Engels vertaalde, suggereerde dat Kawabata niets van doen wilde hebben met nationalistische sentimenten en alles van een afstand gadesloeg. Echter, het is niet onaannemelijk dat Kawabata middels zijn berichtgeving het militaristische bewind steunde. Toen Japan op de knieën werd gedwongen door de geallieerden, startte Kawabata een uitgeverij op om vooroorlogse literaire meesterwerken uit te brengen en begon hij met een tijdschrift om nieuw schrijverstalent een kans te geven. In de vroege jaren '50 publiceerde Kawabata ‘De Meester van het Gospel (名人)’, ‘Duizend Kraanvogels (千羽鶴)’ en ‘Het Geluid van de Berg (山の音).’ Hij is in deze werken trouw aan zijn opmerking dat hij ‘na de oorlog niet anders kon doen dan klaagzangen over het verdwijnende na-oorlogse Japan te schrijven’ en behandelt de dood, bedriegerij en het verdwijnen van traditie. Latere werken uit de jaren '60, zoals ‘De schone slaapsters (眠れる美女)’, handelen over de emotionele isolatie en fysieke impotentie die mannen in de herfst van hun leven overkomt. Kawabata’s werken zijn vanaf het midden van de jaren '50 vertaald en zijn reputatie, geholpen door zijn functie als ambassadeur van de Japanse literatuur, verspreidde zich snel naar het buitenland. Internationale erkenning leverde Kawabata de Nobelprijs voor de Literatuur van 1968 op, maar Kawabata’s gezondheid nam snel af en de zelfmoord van zijn protégé, schrijver Yukio Mishima, bracht hem een zware emotionele klap toe. Op de avond van 16 april 1972 begaf Kawabata zich naar zijn schrijfkamer in Kamakura en maakte een einde aan zijn leven. -Pim Omes
太狸記・十二月号
Reclame in Japan
Nieuwsgierig klik ik op de link. In beeld verschijnt een bos. De camera duikt onder het bladerdak en ik zweef over een tientallen meters lange houten xylofoondie tegen een heuvel is aangebouwd. Op de top haalt een Japanse man een houten balletje uit een doosje en laat het naar beneden rollen. In de bijna drie minuten die het erover doet om bij het uiteinde te komen, is een nagenoeg perfecte woodblock-variant van J.S. Bachs ‘Jesu, Joy of Man’s Desiring’ hoorbaar. Over het doel of de context van het filmpje heb ik geen flauw idee, tot aan het einde blijkt dat het een reclame is voor een mobiele telefoon met een houten achterkant. In Nederland hebben reclames normaal gesproken te maken met het product waarvoor reclame gemaakt wordt. Zo niet in Japan, het land van de meesters van de vreemde commercials. Neem bijvoorbeeld de reclamecampagne van Softbank, een Japanse telecommunicatiegigant. Al sinds 2007 wordt de hoofdrol hierin vervuld door het personage Otousan Shirato. Zo’n langlopende campagne zou niet heel bijzonder zijn geweest – denk aan Albert Heijn-man Harry Piekema – ware het niet
dat Otousan Shirato een witte, pratende hond is. Bovendien is hij het hoofd van een familie die verder bestaat uit zijn Japanse vrouw, dochter en Afro-Amerikaanse zoon. Het allerbeste hieraan: niemand kijkt er raar van op. Als Otousan een operatie ondergaat, gebeurt dat in een gewoon ziekenhuis. Als Otousan besluit dat hij de ruimte in wil, zit hij in het volgende shot doodleuk in een astronautenpak in een ruimtecapsule. The Japan Times becijferde in april van dit jaar dat het aantal avonturen van Otousan Shirato en zijn familie op 133 stond. Mede dankzij de witte hond wist Softbanks mobiele tak binnen zes jaar uit te groeien tot de op een na grootste provider van het land. Een ander voorbeeld: Boss Coffee van drankenfabrikant Suntory. Toen ik in 2006 voor het eerst naar Japan reisde heb ik een zomer lang lol gehad om de geniale marketing van dit product. Op elk blikje koffie is namelijk het gezicht van een pijprokende man afgedrukt, met daaromheen de woorden ‘SUNTORY BOSS is the boss of them all since 1992’. Ik heb sindsdien een hoop fantastisch ‘engrish’ gelezen, maar dit
太狸記・十二月号
21
steekt toch wel met kop en schouders boven de rest uit. Het slaat zo ontzettend nergens op. Wie is de baas? En over wie is hij de baas? En op welk terrein? Niemand weet het. En net toen ik dacht dat het niet beter kon, werd later dat jaar de Amerikaanse acteur Tommy Lee Jones het gezicht van het drankje. In gedachten zag ik Bill Murray voor me die in ‘Lost in Translation’ een reclame voor Suntory Whisky opneemt en zich afvraagt waar hij in hemelsnaam in verzeild is geraakt. De stuurse blik waarmee voormalig Oscarwinnaar Jones zich door de filmpjes heen worstelt is veelzeggend.
blijkt uit een stuk op de website Tofugu. Zo huurde de Japanse overheid het bedrijf in om tijdens lokale referenda zogenaamde lokale bewoners het bestaande beleid te laten steunen. En dat niet alleen: weblog Mutantfrog citeert uit het in 2005 verschenen boek ‘Dentsu’s True Colors: The Media Industry’s Greatest Taboo’. Daarin wordt beschreven hoe Dentsu LDP-premier Junichiro Koizumi vanaf het begin van diens ambtsperiode adviseerde over diens imago en mediaoptredens. Goedbeschouwd zou je Koizumi’s succesvolle premierschap een grote reclame kunnen noemen. Maar goed, het is, deze dubieuze praktijken daargelaten, te hopen dat talentvolle Japanse reclamemakers hun weg naar de rest van de wereld weten te vinden. Softbank nam onlangs een groot Amerikaans telecombedrijf over, dus de kans bestaat dat Otousan en zijn wonderlijke familie het in de Verenigde Staten gaan proberen. Van mij mogen ze.
Bovenstaand plezier zou niet mogelijk zijn geweest zonder reclamebureau Dentsu. Deze reus is in zijn eentje verantwoordelijk voor meer dan een derde van de Japanse reclames. Zo komen Otousan en Boss Coffee uit de koker van reclameman Hiroshi Sasaki, een inmiddels ex-medewerker van Dentsu. Dat het bedrijf van meer markten thuis is,
22
Ten slotte een tip voor wie net als ik geen genoeg kan krijgen van al die fantastische filmpje: YouTube-gebruiker JPCMHD maakt iedere twee weken een overzicht van de leukste reclames van het moment. Te zien in de meest recente aflevering: maïskorrels die luid zingend in een soep zakken, R2-D2 en C3PO die een hybride Toyota aanprijzen en Nintendo’s nieuwste spelcomputer die zichzelf aan de kijker voorstelt. Aanrader! -Tom Omes
太狸記・十二月号
Robots
Japan wordt vaak genoemd als vooraanstaand land op het gebied van robotica. De Japanse overheid geeft er jaarlijks miljoenen dollars aan uit en er werken in deze sector meer dan een kwart miljoen mensen; meer dan in elk ander land ter wereld. De oorsprong van de huidige robots in Japan ligt bij de ‘からくり人形: karakuri ningyou’ (mechanische poppen). Deze bewegende poppen werden gebouwd tussen de 17e tot de 19e eeuw en er bestonden drie soorten. De eerste zijn de ‘舞台からくり: butai karakuri’ (podium karakuri), die een grote invloed hadden op No-, Kabuki- en Bunrakutheater. De ‘座敷からくり: zashiki karakuri’ (tatamikamer karakuri) waren mechanische speeltjes die bepaalde handelingen uitvoeren, zoals een vrouw die met pijl en boog schiet of een vrouw die een kanji opschrijft. De bewegingen van deze ‘robotjes’ waren behoorlijk complex. De bekendste zashiki karakuri werden gebruikt bij theeceremonies. Ze konden rondrijden en thee aanbieden, wat een leuke manier was om een gast te vermaken. De laaste karakuri ningyou zijn de ‘山車からくり: dashi karakuri’ (festivalwagen karakuri). Deze mechanische poppen werden gebruikt bij religieuze festivals om traditionele mythen en legendes na te spelen.
In1929 bouwde de Japanse bioloog Nishimura Makoto de eerste Japanse robot met de naam ‘學天則: gakutensoku’ (leren van de wetten der natuur). Deze grote robot van drie meter en twintig centimeter kon, werkend op perslucht, onder andere verschillende gezichtsuitdrukkingen aannemen en zijn hoofd en handen bewegen. Hij gebruikte een ‘鏑矢: kaburaya’ (letterlijk: pijl in de vorm van een knolraap) als penseel en een lamp genaamd ‘霊感灯: reikantou’ (inspiratielicht). Een van de meest bekende robots uit de Japanse geschiedenis, hoewel hij niet echt bestond, is ‘鉄腕アトム: tetsuan atomu’, bij ons beter bekend als Astro Boy. De manga over deze robot, die leeft in een futuristische wereld, werd getekend door Tezuka Osamu tussen 1952 en 1968. Tussen 1963 en eind 1968 is er ook een anime van gemaakt, met enkele remakes in latere jaren.
太狸記・十二月号
23
De eerste echte moderne Japanse robot werd gebouwd tussen 1970 en 1973 en heeft als naam WABOT-1, gebouwd door de Universiteit van Waseda (de naam is een afkorting voor WAseda roBOT). Dit was de eerste op vermaak gerichte robot ter wereld. WABOT-1 kon rondlopen, dingen oppakken met behulp van een sensor, communiceren en afstanden meten en had kunstmatige oren, ogen en zelfs een kunstmatige mond. In de jaren 90 ontwikkelde Honda een serie humanoïde robots: Honda P1 (1993), P2 (1996), P3 (1997) en P4 (2000). Deze robots leken op mensen en konden onder andere wandelen, een trap op een neer lopen en een kar duwen. Na deze robots kwam Honda in 2000 met een nieuwe robot die ons waarschijnlijk bekender in de oren klinkt: ASIMO. De naam is een afkorting voor Advanced Step in Innovative MObility. Deze robot is een stuk kleiner (130 cm) dan zijn voorgangers en kan onder andere bewegende objecten, posturen, zijn omgeving, geluiden en gezichten herkennen. Hij kan daarnaast ook iemand volgen en handen schudden. Er zijn verschillende modellen uitgebracht en er bestaan er tegenwoordig meer dan 100.
Een zeer bekende robot uit Japan is het hondje AIBO (Artifical Intelligence roBOt), gemaakt door Sony in 1999. Deze robothond kan trucjes doen en kan “echte” dierlijke eigenschappen uiten zoals nieuwsgierigheid, honger, slaap en liefde. Een AIBO kan ook op een andere AIBO reageren.
er gewerkt aan zogenoemde ‘zorgrobots’ die kunnen worden gebruikt om voor oudere, zieke en gehandicapte mensen te zorgen. Deze robots zijn er in allerlei soorten en maten. Zo kunnen ze bijvoorbeeld mensen gezelschap houden, optillen en in hun rolstoel zetten, dingen oppakken of de gezondheid van de patiënt in de gaten houden. Vooral in Japan, maar ook in het Westen, is de sterke vergrijzing en het lage geboortecijfer een groot probleem. De ontwikkeling en het gebruik van dit soort robots zou een uitkomst kunnen bieden. Er bestaan nog veel meer robots die in Japan nu al, en in de toekomst wellicht nog meer, werk uit handen van de mens nemen. Voorbeelden zijn een bewakerrobot die een net kan afschieten om een inbreker te vangen en een chef-kokrobot; er bestaan nu al restaurants in Japan waar het koken wordt gedaan door robots. Kortom, de mogelijkheden zijn bijna eindeloos. De ontwikkeling van robots in Japan gaat nog steeds onverminderd door. Robots spelen een steeds belangrijkere rol in de maatschappij en wij worden er steeds afhankelijker van. Ze worden steeds slimmer, kunnen zich steeds beter voortbewegen en krijgen steeds meer “echte” menselijke eigenschappen en uiterlijken. Het is een ethische vraag in hoeverre de maatschappij zulke menselijke robots zou kunnen accepteren. Op dat punt zijn wij nu nog niet aanbeland. Hoewel er al is aangegeven dat robots voor allerlei functies kunnen worden gebruikt, zitten er nog een hoop kinderziekten aan. Zo is het bouwen van een robot tijdrovend en ontzettend duur. Daarnaast zijn ze bij lange na niet zo complex als mensen en kunnen ze zich maar op een paar geprogrammeerde taken richten. Een wereld waarin mensen en robots naast elkaar leven of een wereld waarin mensen door robots worden overheerst (het ‘doemscenario’ dat in films vaak wordt gebruikt) lijkt nog ver weg, maar de eerste stappen worden nu gezet. -Vincent Pols
Tegenwoordig zijn robots niet meer weg te denken uit de Japanse maatschappij. Zo wordt
24
太狸記・十二月号
棒倒し: Bo-Taoshi
Iedereen kan vast wel een paar Japanse sporten opnoemen zoals Judo en Sumo. Een veel onbekendere Japanse sport is Bo-Taoshi, oftewel “Pole Toppling”. Het is een teamsport ontstaan rond 1954 die een mengeling is van capture the flag en rugby, waarvan de naam het doel van het spel eigenlijk al weggeeft. Met jouw team moet je de paal van het andere team veroveren en deze omver zien te gooien in een tijdslimiet van twee à drie minuten. Op het eerste gezicht lijkt het vrij bizar en dat komt vooral doordat het er vrij hard aan toegaat. Maar als je er even over nadenkt, bij vechtsporten gaat het er vanzelfsprekend een stuk ruiger aan toe. Bovendien kan het ook bij andere teamsporten flink ruig zijn, denk bijvoorbeeld aan waterpolo en rugby, maar ook aan hockey en voetbal. Bovendien zijn de spelers meestal goed uitgerust met een helm en dragen ze geen schoenen om (ernstige) verwondingen te voorkomen. Natuurlijk kan het zo zijn dat de helmen (en soms zelfs de shirts) sneuvelen tijdens de aanval, maar de spelers laten zich hier over het algemeen niet door tegenhouden.
Deze sport werd voor het eerst gespeeld door cadetten van de National Defense Academy of Japan en wordt tegenwoordig op veel meer scholen in Japan gespeeld. De bekendste versie van het spel verloopt als volgt: aan het begin van een wedstrijd moeten de teams van 75 man zich rondom hun eigen paal opstellen waarbij een persoon op de paal gaat zitten en de rest er omheen staat. Als iedereen klaar staat, wordt het startsignaal gegeven en rennen de aanvallers op de paal af en stormen deze vol op de verdedigers in, waarbij mensen op elkaar springen, klimmen, elkaar wegtrekken en vol in de massa beuken! De aanval is voorbij als de paal voor drie seconden of langer een hoek kleiner dan 30 graden met de grond maakt of als de tijd om is. In1973 is de regel van 30 graden ontstaan, voor deze tijd was 45 graden al genoeg om te winnen. Andere manieren waarop je kan winnen is door de paal van de grond te krijgen of als je de vlag bovenop de paal afpakt. -Asor Mustafa
太狸記・十二月号
25
Japan: Kit Kat paradijs
Na lang twijfelen steek ik mijn laatste Sakura Macha Latte Kit Kat dan toch in mijn mond. Ik had het lang bewaard met een hele goede reden: deze smaak is niet te krijgen in Nederland. Sakura Macha Latte is niet de enige smaak Kit Kat die hier niet te krijgen is. In Japan is Kit Kat bijvoorbeeld ook te verkrijgen in voor ons onbekende smaken als wijn, camembert en banaan. Waarom lijkt Japan een paradijs aan smaken terwijl het in Engeland is ontstaan? Kit Kat kwam in 1973 voor het eerst op de Japanse markt met alleen de originele variant. Pas vanaf 1996 kwamen daar andere smaken bij, beginnend met amandel en aardbei met sinaasappel. Hierna kwamen een paar andere smaken, maar het was pas in 2005 dat het echt groots werd en de speciale smaken ontstonden. De populariteit van Kit Kat is te danken aan twee grote factoren. De eerste is het feit dat Kit Kat klinkt als ‘きっと勝つ: kitto katsu’, een aanmoediging met de boodschap “je wint
26
geheid”. Door deze boodschap kochten bijvoorbeeld ouders dit voor hun kinderen tijdens tentamenperiodes om ze aan te moedigen en kochten studenten dit voor zichzelf om zich te herinneren aan dat ze hun best moesten doen. Het is moeilijk voor bedrijven om voet te krijgen in de Japanse markt. Een van de manieren is om samen te werken met een Japans bedrijf, maar voor de Japanse kant van de samenwerking is er geen prikkel om hieraan te beginnen. Per toeval heeft de naam Kit Kat heeft ervoor gezorgd dat het een hit werd in Japan. Echter, met alleen de naam kom je er niet in Japan. Nestlé, het bedrijf achter Kit Kat, heeft bewuste keuzes gemaakt om voor de Japanse markt speciale smaken uit te brengen om de verkoopcijfers omhoog te draaien. Zo heb je smaken als wasabi, komkommer en sojasaus, maar ook smaken die speciaal voor een regio zijn, zoals kersen uit Yamagata en strawberry cheesecake uit Yokohama. Als je een smaak in Japan ziet die je niet kwijt wil, dan heb ik
太狸記・十二月号
misschien slecht nieuws voor je. Een van de marketingstrategieën om in Japan je plek te behouden is om blijven innoveren. Wie niet uit het beeld wil verdwijnen, zal om de zoveel maanden een nieuwe smaak of andere innovatie moeten uitbrengen. Zo zijn er bijvoorbeeld voor Valentijnsdag en Kerstmis ook speciale verpakkingen om cadeau te doen aan iemand. Zodra de feestdag voorbij is worden de bijbehorende smaken uit de schappen gehaald en komen de nieuwe smaken en nieuwe verpakkingen alweer binnenrollen. Door middel van deze vele smaken die zomaar kunnen verdwijnen, maakt Nestlé ook gebruik van de drang om ze allemaal te verzamelen. Als je geprikkeld bent door dit fenomeen in Japan en graag op de hoogte blijft van nieuwe smaken, dan kun je terecht op de Japanse site: http://nestle.jp/brand/kit/product/ Voor een overzicht van alle smaken die zijn uitgebracht kun je hier terecht: http://nestle.jp/brand/kit/about/museum/ Ja, daar zit je dan in Nederland. Zonder speciale Kit Kat. Tijd om een nieuwe lading te bestellen? -Carmen Loh
太狸記・十二月号
27
Kim Ki-Duk
De Koreaanse regisseur Kim Ki-Duk is misschien wel een authentieke eenling te noemen binnen de wereldcinema. Na twee jaar kunststudie in Parijs, iets waar hij stevig in geïnvesteerd had, begon hij zijn filmcarrière. In Korea sloegen zijn films in eerste instantie helemaal niet aan: ze waren veel te choquerend. In Europa groeide zijn populariteit echter en won hij zelfs prijzen op het Berlin International Film Festival en het Venice Film Festival in 2004 voor twee van zijn films. Wie al eens iets van Kim Ki-Duk gezien heeft zal het niet ontgaan zijn dat deze regisseur graag de grenzen van alles opzoekt (met name taboes) en daar dan ook met regelmaat eigenlijk te ver overheen gaat. In menig van zijn films komen de thema’s seksueel misbruik en fysiek- en psychologisch geweld aan de orde. Soms in zo’n heftige mate dat het vrij onsmakelijk is om naar te kijken. Daartegenover staat dat zijn films meer met je doen dan de doorsnee film. Zijn films laten je vaak hangen, waardoor je gaat nadenken over het verhaal dat verteld wordt, maar ook over de diepere boodschap achter het plot.
mindere of meerdere mate autobiografisch. Natuurlijk heeft hij niet alles wat zijn personages meemaken zelf meegemaakt; toch zit in elk personage een deel van zichzelf. Zijn ietwat duistere kanten en ontevredenheid met de gevestigde maatschappij komen vrijwel altijd naar buiten. In een van zijn eerdere werken uit 2001, genaamd ‘수취인 불명 such’wiin pulmyŏng’, ook wel bekend als Address Unknown, wordt het thema nationaliteit behandeld. Het verhaal gaat onder andere over een Koreaanse vrouw die met haar zoon in een verlaten busje van de Amerikaanse militaire academie woont. De vader van haar zoon is een Amerikaanse militair naar wie zij een hopeloze zoektocht uitvoert. Haar zoon mishandelt haar echter, omdat hij beschaamd is door zijn moeders
Alle films van Kim Ki-Duk films zijn in
28
太狸記・十二月号
gedrag en gepijnigd door de pesterijen die hij als halfbloed doorstaan moet. Een andere verhaallijn in de film is een toekomstloze verhouding tussen een Koreaans meisje van wie de vader in de Koreaanse Oorlog gestorven is en een Amerikaanse militair. Kim Ki-Duk, die zelf niet ver van een Amerikaanse legerbasis is opgegroeid, baseerde de film op het feit dat gemixte kinderen van Amerikaanse en Koreaanse mensen vaak door een identiteitscrisis gaan omdat zij zich niet kunnen verschuilen achter nationalistische gevoelens.
Een van Kim Ki-Duks wellicht minst provocerende films is ‘빈집 bin jip’ uit 2004, ook wel 3-Iron genoemd. Het is een film die ik persoonlijk tot een van mijn favorieten reken. In 3-Iron gaat het om een jongeman die inbreekt in huizen. Hij verblijft er tijdelijk, maakt gebruik van wat hij er vindt, doet een wasje en repareert het een en ander dat kapot is, maar hij steelt niet. Op een dag breekt hij in bij een man wiens mishandelde vrouw zich nog in het huis bevindt. De twee worden verliefd en hij bevrijdt haar door haar met zich mee te laten gaan. Later wordt het vredige leven van de twee ruw verstoord doordat de jongeman in de gevangenis geplaatst wordt nadat de mishandelende echtgenoot zijn vrouw komt ophalen en het verhaal bij de politie bekend raakt. Tijdens zijn gevangenschap ontwikkelt de jongeman het vermogen onzichtbaar te zijn, door zich in de schaduwen te bewegen en de controle over zijn eigen schaduw te trainen. Na zijn ontsnapping uit de gevangenis gaat hij terug naar de vrouw om wraak te nemen op haar man. Door middel van zijn onzichtbaarheidtrucjes is hij in staat met de vrouw te zijn, terwijl haar man er nietsvermoedend bij is.
In deze film vindt iets eigenaardigs plaats: het is blijkbaar moreel in orde om in te breken, om echtbreuk te plegen en om wraak te nemen. Dit terwijl juist de agenten en de mishandelende man, die in dit geval ‘rechtvaardigheid’ zoeken, de indruk wekken oneerlijk bezig te zijn. Verder laat het je nadenken over de geloofwaardigheid van het zogenaamde ‘onzichtbaar worden’ van de jongeman. Dit doet ook weer denken aan meer filosofische ideeën. Bedoelt Kim Ki-Duk soms dat het op de achtergrond treden in een maatschappij je in staat stelt te zijn hoe je zijn wilt? Omdat je soms niet je eigen keuzes kunt maken als je ‘zichtbaar’ bent? Of laat hij je geloven dat niets perfect kan zijn en je overal compromissen moet maken? De jongeman is niet in staat zich te laten zien, de vrouw is niet in staat uit de grip van haar man te ontsnappen en de man is niet in staat zijn vrouw voor zich te winnen. Films van Kim Ki-Duk zijn vooral visueel. In vrijwel al zijn werken spreken de personages niet of nauwelijks met woorden: de meeste communicatie vindt plaats via subtiele gebaren en gezichtsuitdrukkingen, acties en reacties. Dit gecombineerd met goed gebruik van muziek en geluiden zorgt ervoor dat de provocerende films toch een zekere flair hebben. Iedereen die geïnteresseerd is in Korea of in films in het algemeen raad ik zeker aan eens een film van Kim Ki-Duk te bekijken. Verwacht geen feel-good familiefilm voor bij je popcorn en cola, maar een stevige film die je hersenradertjes nog lang kan laten nakraken. -Maria van der Linden
太狸記・十二月号
29
Filmrecensie: Kwaidan (怪談) In Yuki-onna (‘de vrouw van de sneeuw’ valt een groepje bergbeklimmers ten prooi aan een boosaardige vrouwelijke geest, maar er is een man die gespaard wordt als hij belooft nooit over haar te spreken. Maanden later loopt de man een mysterieuze vrouw tegen het lijf en trouwt met haar, maar op een dag doet hij een opmerkelijke ontdekking die te maken heeft met die nacht op de bergtop… Het derde verhaal is Miminashi Houichi (‘Houichi de oorloze’) en draait om een blinde verhalenverteller die een aanvaring krijgt met een heel leger geesten die hem willen meeslepen naar een andere wereld. Hij wordt door zijn leraar volbeschreven met beschermende kanji, maar of dit succesvol is valt nog te bezien. Ten slotte richt het vierde verhaal Chawan no naka (In een kop thee) zich op een terugkerende geestverschijning in een kop thee die de razernij van een samurai uitlokt, met nare gevolgen.
Hoewel hij qua beroemdheid over het algemeen overschaduwd wordt door tijdgenoot Akira Kurosawa, is Masaki Kobayashi net zo goed een van de beste (Japanse) filmmakers aller tijden. Hij is vooral bekend om zijn samurai meesterwerk Seppuku/Harakiri (1962) en zijn epische, bijna tien uur lange, oorlogstrilogie The Human Condition (1959-1961). Kobayashi heeft echt nog veel meer bijzondere films geschoten, en Kwaidan is er een van. Kwaidan kan losjes vertaald worden als ‘spookverhalen’ en dat is wat het is: een viertal klassieke Japanse spookverhalen verpakt in een film van drie uur. Het eerste verhaal is Kurokami (‘zwart haar’) en gaat over een samurai die zijn vrouw in armoede achterlaat, een nieuwe scharrel vindt in een rijke familie, maar toch weer terug gaat verlangen naar zijn eerste vrouw. Hij besluit terug te keren en vindt haar, ogenschijnlijk onveranderd, maar is zij het wel echt? Je voelt het al aankomen: dit verhaal heeft geen goed einde, en zet al snel de toon voor de andere drie.
30
Zoals al aangegeven zijn het redelijk simpele verhalen, maar het is de uitwerking die ervoor zorgt dat dit drie uur puur genieten is. Heel opvallend is dat de film volledig in een studio geschoten is, ook de buitenscènes die plaatsvinden voor handgeschilderde doeken. Als je dit zo hoort klinkt het misschien niet zo aantrekkelijk maar het is juist prachtig gedaan en helpt deze film aan zijn sterke theatrale karakter. De soundtrack wordt voorzien door grootmeester Toru Takemitsu en helpt in het creëren van een onbehaaglijke sfeer. Het moet natuurlijk gezegd worden dat hoewel dit onder de noemer ‘horror’ valt, het geen in-your-face horror is zoals we vandaag de dag voorgeschoteld krijgen. Het is hier vooral de subtiele creepy sfeer waar het om draait. Al met al is dit de perfecte film om een avondje lekker te genieten van eeuwenoude spookverhalen. Geen heftige schrikmomenten en geen bloedfonteinen, maar heerlijk cultureel verantwoord griezelen. -Nick Sint Nicolaas
太狸記・十二月号
Nintendo Wii U
Met de Nintendo DS en met name de Wii heeft Nintendo beslist aangetoond dat het Japanse bedrijf beschikt over visionair leiderschap. Er werd bij de twee apparaten niet gekeken naar de bestaande behoeften en de al bekende klanten, maar juist naar de potentiële vraag. Groepen mensen waarvan niemand wist dat ze überhaupt aangeboord konden worden, werden met deze consoles bereikt. Hierdoor wisten de Nintendo DS en de Nintendo Wii enorme verkoopcijfers te bereiken onder een grote, diverse groep klanten, terwijl de concurrenten nog lange tijd in een beperkte vijver bleven vissen. De grote vraag is nu of Nintendo een dergelijk concurrentievoordeel nog eens kan behalen met de nieuwste telg in zijn familie: de Wii U. De strategie lijkt in ieder geval hetzelfde: Nintendo poogt met de Wii U opnieuw de regels van het spel te vormen door met flink veel innovatieve elementen op de proppen te komen. Wat dat betreft kan het Japanse bedrijf goed worden vergeleken met Google of Apple: er wordt niet primair gekeken naar de eigen sector en de markt, maar juist naar de eigen interne kennis. Qua nieuwigheden zit het in ieder geval wel snor met Nintendo’s apparaat, waarbij een tablet-achtige controller ditmaal het paradepaardje vormt. Naast een groot touchscreen beschikt dit stukje hardware
namelijk ook over reguliere knoppen, iets dat meer mogelijkheden biedt dan bijvoorbeeld een iPad. Verder zal de interactiviteit tussen deze nieuwe controller en de televisie het product verder moeten differentiëren. Toch lijkt scepticisme momenteel de overhand te hebben binnen de gamesindustrie. De verwachting is dat de niet bijzonder krachtige hardware de relatief hoge prijs voor velen namelijk niet zal kunnen verantwoorden. Nochtans zijn er, vooral in Japan, toch weer veel mensen die in lange rijen voor de winkeldeuren zijn gaan staan om het apparaat te kunnen bemachtigen. Het is echter de vraag hoe eenvoudig het bedrijf de overstap zal kunnen maken van deze enthousiastelingen naar het grote publiek. Daarvoor zal het apparaat namelijk eerst een zekere bekendheid moeten vergaren, maar grootschalige reclamecampagnes zijn tot dusver uitgebleven. Toch moet wel beseft worden dat de Wii het uiteindelijk vooral moest hebben van mond-tot-mondreclame, waardoor het moeilijk in te schatten is of de Wii U een mislukking of een nieuwe trofee voor Nintendo wordt. -Wester Wagenaar De Wii U ligt sinds 30 november vanaf 299 euro in de Nederlandse winkels.
太狸記・十二月号
31
Arco in Japan Maar dit is pas het begin van een lange dag in het drukke Tokio.
Maandagochtend, alweer 8 uur. Met mijn slaperige hoofd snel een kommetje rijst naar binnengewerkt. Maar nu toch echt haasten, dus snel de deur uit. Terwijl ik haastig door het park loop zie ik onderweg naar het station als altijd de jongens van het honkbalteam van de middelbare school al weer druk bezig met een training. Ik vraag me vaak af hoe vroeg ze wel niet beginnen. Als ik daarna aankom, zie ik de bui alweer hangen. Een rij met tientallen zakenmannen die staan te wachten op de volgende metro. En ja hoor, zodra de metro aankomt en de deuren opengaan, begint het feest. Iedereen wurmt zich naar binnen en op magische wijze gaan de deuren toch gewoon dicht. Acht minuten. Zo lang moet ik het volhouden in deze warme volle trein en dan krijg ik weer normaal lucht. Acht minuten lang voel ik me als een geplette boterham. Acht minuten lang met de niet heel erg aangename geuren van de zakenman voor me. Acht minuten lang waarin lichaamsdelen van meerdere personen om me heen constant in mijn rug en zij steken. Ach, ik ben moe, dus ik sluit mijn ogen en probeer me er maar niet druk over te maken. Plots hoor ik: Shinjuku, Shinjuku. Ah, eindelijk. De deuren gaan open en iedereen werkt zich met pijn en moeite uit de overvolle trein naar buiten. Dan denk ik er van af te zijn, maar nee hoor, Shinjuku in de ochtendspits is echt een mierenhoop. Zo veel mensen, zo veel drukte. Wanneer ik mijn overstap naar de Yamanote-lijn heb gemaakt is de drukte eindelijk ten einde. Als ik na aankomst op het station richting Waseda loop, heb ik het gevoel dat ik er al een hele reis op heb zitten.
32
Ach, het leven in Tokio heeft zo zijn minpuntjes en het klinkt zo misschien heel dramatisch, maar alles hier heeft ook meer dan genoeg pluspunten. Ik wist natuurlijk van te voren dat Tokio een gigantische stad is met veel drukte, maar toch valt het me af en toe wel een beetje zwaar. Toen ik er eerder was voor vakantie vond ik het allemaal wel interessant, maar zodra je echt midden in het centrum van Tokio woont heb je ook wel eens meer dan genoeg van al die drukte. Buiten de drukte op de straten en in de treinen, is het hele leven hier namelijk druk. Werk, school, iedereen is overal druk mee. Af en toe vraag ik me af waar de tijd heen gaat. Maar ook voor gezelligheid is altijd wel tijd te maken, dus het feit dat het druk is neemt niet weg dat het leven hier fantastisch is. Er zijn zoveel leuke dingen hier. Juist doordat iedereen hier zo serieus is, hard werkt en het altijd druk is, zijn de mogelijkheden in deze grote stad bijna oneindig. Er is altijd wel wat leuks te vinden en de meeste interessante dingen zijn zelfs de hele nacht door open. Talloze ‘居酒屋: izakaya’ (in essentie plekken waar je sake en bier kunt drinken en kleine hapjes kunt eten), goedkope restaurantjes, leuke barretjes, noem het maar op. Zelfs monsterrestaurants of robotrestaurants bestaan; je kunt hier de gekste dingen tegenkomen. Daarnaast zijn er nog vele andere mogelijkheden om je te vermaken zoals pretparken, ‘温泉: onsen’ (heetwaterbron) en natuurlijk niet te vergeten: karaoke. Als je iets wilt kopen en naar iets specifieks op zoek bent, dan is er hier in Tokio vast en zeker een winkel voor te vinden. En dan zijn er nog de combinis die op elke straathoek zitten en die je zelfs midden in de nacht binnen kunt stormen in het geval je plots wakker wordt en trek hebt in een pizzabroodje of onigiri (wat nog wel eens gebeurt). Kortom, je komt absoluut niks te kort hier en je zal je hier niet snel vervelen in Tokio. En die heerlijke volle trein in de spitsuren... Tja, die hoort er nou eenmaal bij! -Arco Oliemans
太狸記・十二月号
Krant Met Karakter
Buitenlands-Chinees Chinees
vs.
Authentiek
Eten valt niet weg te denken uit Aziatische culturen. De maaltijd is vaak een belangrijk, zij het niet het meest belangrijke, onderdeel binnen een sociale gemeenschap. Daarom moet ik het toch weer over eten hebben. Ditmaal geen gerecht, maar een oriëntalistisch uitstapje (met dank aan Area Studies) naar China om het eten daar en het Chinese eten hier te vergelijken. Daarnaast ga ik een poging wagen je te overtuigen dat je ook kan afvallen bij de Pizza Hut. Chinees eten kun je vinden in praktisch elke hoek van de wereld en kent vooral in Europa veel take-away varianten. Want wie kan de midnight snack wok-away nou weerstaan? Veel mensen weten dat er een verschil bestaat tussen ‘westers’ Chinees en ‘authentiek’ Chinees eten, maar waar zit nou het verschil en in hoeverre is het anders?
zitten. Wat dacht je trouwens van het gelukskoekje? Dat ben ik in China nog nooit tegengekomen, terwijl je ze hier in de toko’s en Aziatische supermarkten overal ziet liggen. Vaak bevatten ze zelfbedachte en bijzonder slechte confucianistische waarheden of zelfs toekomstvoorspellingen. Sterker nog, het gelukskoekje is niet meer dan een AmerikaansJapanse uitvinding van iemand die daar wel een markt in zag. Wellicht kun je ze in China vinden bij de importproducten of de Chinese Walmart...of in een heel slechte kung fu-film. Nu, wat betreft authentiek Chinees eten... China is uiteraard een groot land en kent een grote culturele diversiteit. Al deze verschillen in een authentiek gerecht stoppen gaat dan ook helemaal niet lukken. Dat er in China geen standaard voor eten is, is misschien de reden waarom Chinees voedsel in Europa veel minder diversiteit kent. De gemiddelde
Het Chinese eten in Europa, zoals je het ook bijna altijd ziet in Nederland, komt uit de Kantonese keuken. Door de jaren heen heeft het eten zich aangepast aan de Westerse smaak: meer suiker en zoetzure gerechten, veel meer gefrituurd eten en ingrediënten zoals broccoli die je hier vaak tegenkomt, maar nauwelijks in authentiek Chinese gerechten
太狸記・十二月号
33
Nederlander weet immers vaak het verschil al niet tussen de oorsprong van sushi, saté, kroepoek of dumplings; het is gewoon allemaal Chinees. Punt. Anders raken we in de war. Elke Chinees die niet in Nederland geboren is, zal je dan ook vertellen dat in Nederland, hoewel een restaurant misschien wel authentieke gerechten serveert, de smaak niet hetzelfde is als thuis. Wat vaak in Chinese restaurants hier inbegrepen zit in een menu is een grote bak met rijst, maar in Shanghai bijvoorbeeld wordt rijst veel minder frequent gegeten en zit het soms helemaal niet bij een gerecht. Belangrijk is juist de balans tussen vlees, vis en groente. Een uitstapje naar culinair China kun je trouwens vinden in dit fijne artikel van CNN: http://travel.cnn.com/shanghai/eat/aroundchina-31-dishes-808639 Dan heel kort: KFC en Pizza Hut als “fine dining” De fastfoodrestaurants in China zien er doorgaans heel anders uit dan bij ons. Zo weet ik nog dat ik bij de KFC kon ontbijten met rijstsoep en vis, een eiertaartje en een kop warme melkthee. Maar de grote winnaar qua verschil in menu is toch wel de Chinese Pizza Hut. Een kort overzicht van alle bestel opties:
pasta, eiergerechten en visgerechten. Mocht je daarna toch nog trek hebben? Dan kun je altijd nog een pizza bestellen. Het menu doet zich aan alsof het minimaal 3 sterren verdient. Helaas is het enkel een ilussie. Pizzahut is voor de gemiddelde Chinees wel tien keer duurder dan een makkelijke streetfood maaltijd. Dit is dan ook de reden dat Pizzahut China zich voordoet als hoogwaardig restaurant met zoveel ‘westerse’ gerechten. Hoewel de Chinezen zich ervan bewust zijn dat het in principe maar een fastfood keten is, geeft de westerse sfeer ze klaarblijkelijk meer waar voor hun geld. Pizzahut past zichzelf aan aan de consumenten in het land waar zo’n keten gevestigd zit. Er zijn veel veranderingen nodig om gelijk te lopen met de economie van een land. Hoewel de middenklasse ook verandert, wordt Amerikaans fastfood in China nog steeds als interessant gezien. A taste of the West. -Sarah Grasdijk Bronnen: www.pizzahut.com.cn www.chinesepod.com
Pizza Hut Nederland: Pizza. Pizza in een pan. Dunne pizza’s, Big American pizza’s, grote pizza’s, kleine pizza’s, “gezonde pizza’s (zonder vlees)’’ of in het vet drijvende peperoni pizza’s. Kortom: heel erg veel pizza. Daarnaast een karige keuze uit salades, pasta gerechten en toetjes. Pizza Hut China: neem vooraf een soepje en een gezonde salade. Mocht je op een date zijn, bestel dan gelijk een fles rode wijn. Als snack kun je kiezen voor kippenpootjes, garnalenballetjes of quiche. Mocht je toch zin hebben in zoet, kies dan bijvoorbeeld voor een brownie, een stukje kersentaart of een gestoomd eierbroodje. Als hoofdgerecht kun je kiezen tussen verschillende soorten steak,
34
太狸記・十二月号
ライデンの生活 Voor deze editie van de journal hebben wij een Japanse uitwisselingsstudent gevraagd om een korte tekst in het Japans te schrijven en te vertalen. De vertaling is te vinden als je de pagina omslaat, maar het is natuurlijk veel leuker om het eerst zelf te proberen!
京都大学文学部3回生大路幸宗と申します。この度は Tanukiの雑誌に記事を投稿する機会を頂きまして大変光 栄に思います。私は現在、ユトレヒトとライデン大学で 交換留学をしています。ライデンには京都にやや似た雰 囲気があり、夜になると川沿いに灯る電灯がとても美し いです。2月にオランダに到着して早10ヶ月。今では オランダは私の第二の故郷となり愛してやみません。 もともと、オランダのいわゆるPolder Modelという日本と は全く異なる考え方に興味があってこちらにきました。 マリファナ・売春婦の合法化、夫婦共働きの労働体系、 移民問題などなどオランダには日本ではなかなか学べな い問題、また日本が見習うべき考え方がたくさんあるよ うに思えます。 私は日本が大好きです。日本という国には、良く言えば 伝統的、少し悪く言ってしまうと時代遅れな風潮が多様 にあると考えます。日本の文化・伝統を保ちつつ、グロ ーバル化していく世界に遅れを取らないようどうやって 発展をしていくべきか、日蘭両方の眼でこれから熟考し ていきたいと思う次第です。-大路幸宗
太狸記・十二月号
35
En dan hier de vertaling: My name is Yukimune Oji, a third-year student in the faculty of literature, Kyoto University. I feel very honored to have a chance to write an article for the Tanuki Journal. I am currently studying at both Utrecht and Leiden University as an exchange student. Leiden resembles Kyoto a bit and it is so beautiful to see the lanterns twinkling along the riversides at night. Ten months passed so quickly after I came here in February. Now the Netherlands has become my second home country and I love it so much. Originally, I was really interested in what you call the ’Poldermodel’, which is a really different way of thinking than Japan has. The legalization (or tolerance) of drugs and prostitution, the Dutch working system and also immigrant issues are hard to learn about back in Japan and we should incorporate the interesting logic behind them. I like Japan more than anything. In a good way, Japan is a traditional country, but in a bad way, it is a bit old-fashioned I would say. With both perspectives, from Japan and Holland, I would like to consider carefully how Japan should develop in this globalizing world so it would not get behind other countries, while keeping its culture and tradition. -Yukimune Oji
36
太狸記・十二月号
De Alumni Kai
Beste Tanukileden! Laten wij ons eerst even voorstellen. In het voorjaar van 2005 hebben een aantal enthousiaste alumni en studenten de handen ineen geslagen en de Leidse Alumni Kai “Van hier tot Tokyo” opgericht. Het huidige bestuur bestaat uit Ronald Hilhorst (Praeses), Heleen Palmen (Abactis), Sylvia de Mol (Quaestor), Loraine Gilsing (Assessor), Ying Kit Tang (Assessor) en Robert Beers (Assessor/Praeses Tanuki). Via het netwerk van de “Kai” (Japans voor club/vereniging) kunnen oud-studenten kennis uitwisselen en hun banden met elkaar en met de universiteit onderhouden. Daarnaast voorziet het netwerk de huidige studenten in contacten voor stages en loopbaanmogelijkheden bij het bedrijfsleven en de overheid. Andersom kunnen ook het internationale bedrijfsleven en overheidsorganisaties van Nederland en Japan via de Alumni Kai kennismaken met de nieuwe generatie Japanologen. Met bijna 400 inschrijvingen biedt het netwerk een boeiende mix van Japanologen uit diverse jaargangen, landen en beroepsgroepen. Dus heb je je nog niet ingeschreven en ben je afgestudeerd Leids Japanoloog? Schrijf je in! Heb je je wel ingeschreven, maar ken je nog Japanologen die zich nog niet ingeschreven hebben? Zeg het voort! Voor meer informatie en aanmelden, zie www.alumnikai.nl
太狸記・十二月号
37
Ask Anky Ask Anky is een adviescolumn speciaal voor de problemen van Ja-
panologen en Koreanisten. Heb je een probleem waarover je niet kunt of durft te schrijven naar een algemeen adviescolumn, schrijf dan naar
[email protected] met als onderwerp “Ask Anky”, of leg je brief in het postvakje van Tanuki. Hier zal door een deskundige antwoord worden gegeven op al je vragen. Schaam je niet en mail vandaag nog. Beste Anky,
Ik ben een jongen van 10 jaar en ik wil met een wild vuurspugend wezen, dat een Pokémon wordt genoemd, op reis gaan om met andere wezens te vechten en ze te vangen. Maar nu zegt mijn moeder dat dat niet mag, omdat het dierenmishandeling is. Hoe kan ik haar ervan over tuigen dat het allemaal oké is? -Een toekomstige Pokémontrainer in het nauw Beste toekomstige Pokémontrainer in het nauw, Helaas is het een realiteit dat er de laatste tijd veel vervelende boomknuffelende hippies zijn die teveel aandacht besteden aan de welvaart van Pokémon. Na lang zitten denken over je probleem ben ik tot de volgende conclusie gekomen: Ik ga ervan uit dat je met “vuurspuwende Pokémon” een Charmander, een Torchick of een van die andere vuurspuwende afdankers bedoelt, die je kunt kiezen bij een professor uit je dorp als beginnende Pokémontrainer. Neem van mij maar aan dat je geeneen van de drie kiesbare Pokémon moet uitkiezen. Deze kunnen nog geen moer en bovendien hebben ze geen hypnoseaanval, wat me bij mijn advies brengt.
en laat de beveiliging van zijn lab te wensen over. Bovendien is hij er op zondagen en dinsdagen nooit omdat hij dan de hele dag bij zijn eigengesponsorde curlingteam “Heksen en Bezemstelen” aan het fluiten is. Grijp deze kans en sluip zijn lab in om een Drowzee of een Hypno te stelen (geloof me, hij heeft er een aantal). Als dat gelukt is kun je deze Pokémon namelijk gebruiken om je moeder te hypnotiseren. Onder hypnose kun je haar toestemming gemakkelijk verkrijgen en zelfs nadat de hypnose is uitgewerkt, zal ze nog steeds achter haar besluit staan om je een Pokémontrainer te laten worden. Neem dat maar van mij aan. Dus kortom, steel een hypno van Dr. Oak op zondag of dinsdag, hypnotiseer je moeder en catch ‘em all. Heel veel succes en geen danky,
Anky P.S: Mocht je opgepakt worden, dan heb je mij nooit om advies gevraagd; jij kent mij niet en ik jou niet.
Een zekere bron heeft me verteld dat Dr. Oak uit Pallet town (zie google maps voor route, ik geloof dat het ergens in Limburg is) al wat oud aan het worden is, dus is hij wat onvoorzichtig
38
太狸記・十二月号
Beste Anky,
Sinds kort ben ik begonnen met paardrijden. Maar sinds gisteren doet mijn uma het niet meer. Mijn mama zei dat Anky het wel zou weten. Dus lieve Anky, wat moet ik doen? xxUmaNihonUmaxx Beste UmaNihonUma, Na het zien van de hartverscheurende foto die je met je brief mee hebt gestuurd, schoot ik even vol.
fileren bij leven, dus wees moedig en pak die baksteen. Eén ros op zijn hoofd zou genoeg moeten zijn. Ik weet zeker dat je Uma dat ook heeft gewild. Wat je paardrijhobby betreft weet ik niet of je financieel in staat bent om ermee door te gaan. Je kunt een nieuw paard kopen en weer in het zadel springen, maar mocht je krap bij kas zitten, wat ik me moeilijk kan voorstellen nadat je Uma beetje voor beetje verkocht hebt, dan heb ik de volgende tip voor je: Je kunt nog altijd in het digitale zadel springen met Ener-G Horse riders voor de Nintendo DS (http://www.amazon.com/Ener-G-Horse-Riders-Nintendo-DS/dp/B001DJ7PF0). Dit is goedkoper dan een echt paard, maar je hebt er net zoveel plezier aan. Bovendien is je paard onsterfelijk.
Wat een arm paardje. Het ziet er helaas naar uit dat dit paard niet meer opstaat, dus je kunt er beter het beste ervan maken en dat is paardeworst. Het is zonde om zulk mals jong vlees weg te gooien, dus maak geluk van een ongeluk en verdien aan je paard. Het zou uiteraard onmenselijk zijn om hem te
Even in het kort wat je moet doen: Vind een baksteen, help Uma naar de eeuwige weide en verdien er aan voor je nieuwe paard of je laat Uma voor wat ze is, je wordt de nieuwe Anky van Grunsven en je beleeft een ener-G-iek avontuur met de Horse riders van de Nintendo DS. De keus is aan jou. Veel succes en geen danky,
Anky
Speciale actie voor de 太狸記-lezers! Tegen inlevering van deze bon t/m 31 januari 2013
2 bubble tea halen, 1 betalen bij BoBo Tea (Korte Rapenburg 2, Leiden) www.facebook.com/bobotealeiden
Deze actie is niet geldig in combinatie met andere kortingen
太狸記・十二月号
39
‘s avonds een man...
...‘s ochtends een man Een Tanuki-activiteit is géén geldige reden om een college te skippen of te laat te komen! Wees verstandig! Wees een man! ...of een vrouw.