Download gebedspunten op

India

Roshni werd verkracht

INDIA

Roshni is vijftien jaar oud en heeft een trauma. Twee jaar geleden werd ze door een man verkracht omdat ze over haar geloof in de Here Jezus vertelde. Haar buurvrouwen gaven haar een drankje waardoor ze in slaap viel, daarna kwam er een man om haar te verkrachten. De dader werd opgepakt, maar kwam na twee jaar weer vrij. Roshni raakte hier zo van in de stress dat ze stopte met eten, flauwviel en naar het ziekenhuis moest.

Voor christenen in India wordt geloven steeds moeilijker. Dat komt vooral door radicale hindoes. Een deel van die hindoes zien het liefst dat alle christenen zich bekeren tot het hindoeïsme of dat ze simpelweg vermoord worden.

Er zijn veel meer vrouwen en meisjes die net als Roshni verkracht worden vanwege hun geloof. De daders worden lang niet altijd goed gestraft als het slachtoffer een christen is. Het trauma van Roshni is zo hevig dat ze een zelfmoordpoging heeft gedaan. Haar ouders waren net op tijd om haar naar het ziekenhuis te brengen. Een partner van Open Doors ontmoette Roshni in het ziekenhuis en vertelde: “Ik zag hoop in de ogen van Roshni toen ze een aanbiddingslied zong. Ze zong: ‘Laat het zo zijn dat ik mag blijven zingen en dat U blijft luisteren naar mijn lied.’”

Download gebedspunten op

www.opendoors.nl/shockwave

In sommige delen van India gelden zelfs anti-bekeringswetten. Dat betekent dat een hindoe die christen wordt, problemen kan verwachten. Familie, buren en hindoeleiders doen er alles aan om een bekeerde christen terug te winnen. Vaak gaat dat er hardhandig aan toe. Roshni werd verkracht toen ze 13 was. Haar verhaal staat niet op zichzelf; veel meer vrouwen en meisjes hebben te maken met seksueel geweld. Het is een groot probleem dat misdadigers lang niet altijd gestraft worden. Sterker nog: ze komen steeds vaker onder hun straf uit. Zeker de regio waar radicale hindoes de politieke macht hebben, hebben christenen het erg zwaar. Open Doors helpt gelovigen in India door bijbels te verspreiden. Christenen zijn vaak erg arm. Open Doors geeft ze daarom geld zodat ze hun eigen bedrijfje kunnen beginnen.

Irak & Syrië

Seif vluchtte voor de oorlog

IRAK & SYRIË

Als je in Syrië woont, is het net alsof je in een gevaarlijke jungle woont. Van alle kanten dreigt er gevaar. Er kan zomaar een roofdier komen. Het is donker, dus je kunt de vijand niet zien.

De buurlanden Irak en Syrië worden geteisterd door oorlog en geweld. De terroristische organisatie Islamitische Staat (IS) heeft grote delen van de twee landen in handen. Tijdens de opmars van IS, vluchtten veel christenen naar andere delen van het land of naar het buitenland. In het noorden van Irak zijn daarom veel vluchtelingenkampen.

Seif groeide op in een christelijke familie. Vijf jaar geleden begon de burgeroorlog in Syrië. Soldaten namen de school van Seif over als legerbasis. “Door de burgeroorlog werd alles moeilijker”, vertelt Seif. “Wegen werden afgesloten. Ik kon bijna niet meer naar school en zakte voor mijn examens. Alles werd slechter.” Toen kwam Islamitische Staat (IS), ik merkte dat mijn leven veranderde. Niet alleen vanwege het gevaar, maar ook omdat ik dichter bij de Here God ging leven. Leven met Hem is nu echt. Leven in Syrië is onmogelijk zonder Gods kracht. Hij heeft mij staande gehouden.” Seif vluchtte voor de oorlog en is nu in een ander land. Zodra het veilig is, wil hij weer terug naar zijn vaderland.



IS stelde christenen voor de keus: of je bekeert je tot de islam, of je kunt per direct vertrekken. De meeste christenen besloten om te vluchten. Er zijn ook christenen die blijven. In Irak staat een klooster op een paar kilometer van IS-gebied. De monniken die daar wonen zijn niet van plan te vertrekken, ook niet als IS op ze afkomt. Zij zeggen: “Wij vertrouwen op de Here God.” Open Doors helpt 25.000 gezinnen in Irak en Syrië met noodhulppakketten. Daar zit voedsel in zoals rijst en meel, maar er zit ook zeep en afwasmiddel in. Er zijn ook medicijnen verkrijgbaar. Naast de noodhulppakketten geeft Open Doors coaching zodat christenen hun trauma’s kunnen verwerken.

Birma

Hannah werd geslagen door haar moeder Jaren geleden kwam Hannah tot bekering door een lied. Ze raakte bevriend met iemand op school die haar uitnodigde om mee te gaan naar de kerk. Hannah wilde eerst niet, maar toen het bijna Kerst was besloot ze toch te gaan. “Kom niet naar mijn huis toe”, zei Hannah. “Ik zie je wel in de straat.” Hannah wilde niet dat haar ouders zouden zien dat ze werd opgehaald om naar de kerk te gaan. Eenmaal in de kerk hoorde ze een Kerstlied over dat het tijd was om de Here Jezus een plek te geven in je hart. Op dat moment gaf Hannah haar hart aan de Hem. Hannah probeerde haar geloof geheim te houden voor haar familie, maar haar zus kwam erachter. Ze verklapte het aan haar moeder en die sloeg haar. “Elke keer als ik naar de kerk ging, werd ik geslagen”, vertelt Hannah. Later kwam ook de zus van Hannah tot geloof. Hannah nodigde haar uit voor een zondagschoolles en daar kwam ze tot bekering. Zelfs haar moeder begon te veranderen: “Mijn moeder weet dat ze me niet kan tegenhouden om naar de kerk

te gaan”, zegt Hannah. “Ze heeft besloten zich in mijn geloof te verdiepen. Mijn moeder gelooft nog niet in de Here Jezus, maar wie weet komt dat op een dag.”

BIRMA (MYANMAR) In Birma maken radicale boeddhisten het christenen erg moeilijk. De regering stond vorig jaar op het punt om boeddhisten te verbieden zich te bekeren tot een ander geloof. Inmiddels zijn er verkiezingen geweest in Birma. Pastors weten niet of dat ervoor kan zorgen dat hun geloof meer geaccepteerd wordt. Een kerk bouwen in Birma is niet makkelijk. De overheid moet de bouw altijd goedkeuren en dat duurt vaak onnodig lang. Het resultaat is dat veel gelovigen op andere plekken moeten samenkomen. Open Doors werkt samen met mensen in Birma om vervolgde christenen te trainen. Ze volgen dan een cursus die hen helpt om beter met vervolging om te gaan. Ook krijgen christenen die moeilijk voor zichzelf kunnen zorgen, geld en spullen.



Indonesië

Ronald kan niets meer zien Ronald komt uit een moslimfamilie. In zijn studententijd bekeerde hij zich tot Jezus Christus. Nu is Ronald een groot voorbeeld voor de christenen om hem heen. Dat komt door wat hij heeft meegemaakt en doordat hij nog steeds gelooft. “Toen ik jong was, bestudeerde ik de Koran met mijn vrienden. Ik las over Isa (Jezus), de hoogste profeet in de hemel en op aarde. Ik vroeg aan de docent: ‘Waarom aanbidden we Isa niet?’ Hij antwoordde: ‘Daar moet je niet op letten’.” Ronald veranderde van school. Er bleken veel christenen in de buurt te wonen. Ronald kwam steeds meer over Isa te weten, maar het duurde een paar jaar voordat hij de Here Jezus echt leerde kennen. Na zijn bekering gaat Ronald naar een Bijbelschool. Op een dag nodigt Ronalds vader hem uit voor een familiefeest. Hij gaat op de uitnodiging in en bezoekt het huis van zijn ouders. Eenmaal binnen slaan zijn vader en drie broers hem in elkaar. Ze denken dat hij dood is en leggen hem op het strand met een doek over hem heen. Een pastor maakt de volgende ochtend een wandeling en vindt Ronald. Het slaan en

schoppen heeft hem blind gemaakt. Maar hij is ook sterker geworden in zijn geloof.

INDONESIË Tussen de Indische Oceaan en de Grote Oceaan ligt een sliert van meer dan 17.000 eilanden. Samen heten ze Indonesië. Ongeveer tien procent van de bevolking is christen, het grootste deel is moslim. Christenen in Indonesië hebben het niet overal even moeilijk. Geloven is het zwaarst in de provincie Atjeh. In 2015 kwam deze provincie in het nieuws omdat achtduizendchristenen op de vlucht sloegen toen kerken werden gesloopt door de politie. In deze provincie is zelfs de sharia, en islamitische wet, ingevoerd. In grote delen van Indonesië kunnen christenen gewoon naar de kerk. Ze moeten dat alleen wel melden bij de overheid. Open Doors helpt christenen in Indonesië door ze basislessen over de islam te geven. Zo weten ze meer over de mensen die hen vervolgen en kunnen ze daar beter mee omgaan. Natuurlijk brengt Open Doors ook bijbels en christelijke boeken.



Soedan

Twee pastors zaten gevangen in Soedan Yat Michael en Peter Yen zijn twee pastors uit Zuid-Soedan. In december 2014 gaat een van hen naar de hoofdstad van Soedan, Khartoem, om samen met een van zijn kinderen de dokter te bezoeken. Een lokale kerk vraagt aan hem of hij wil preken die zondag. De politie pakt hem kort daarna op. Als Peter Yen ook naar Khartoem gaat om te kijken waar Yat Michael blijft, wordt ook hij gevangen genomen. De twee zitten meer dan een halfjaar in de gevangenis. Hun vrouwen blijven achter met de kinderen. Peter en Yat worden beschuldigd van spionage, iets wat de politie niet goed kan bewijzen. Pas in de zomer van 2015 worden ze vrijgelaten. Christenen over de hele wereld hebben voor Yat en Peter gebeden. De vrouwen zagen hun mannen pas na een halfjaar gevangenschap. De vrijlating was een grote gebedsverhoring. Als de rechter had besloten om de pastors toch te veroordelen, hadden ze de doodstraf kunnen krijgen.



SOEDAN Soedan was vroeger één groot land. Sinds 2011 bestaat het uit twee landen. In Soedan, het noorden, wonen vooral moslims. In Zuid-Soedan wonen veel christenen. Toch zijn er nog christenen in het noordelijke Soedan. Ze wonen in de Nuba Mountains, een bergachtig gebied. De islamitische regering wil de christenen die in de bergen wonen vermoorden of wegjagen. Christenen in de Nuba Mountains kunnen niet goed samenkomen. Als ze naar de kerk gaan, kan er elk moment een regeringsvliegtuig komen die de kerk bombardeert. Ook scholen en ziekenhuizen in het christelijke gebied worden gebombardeerd. Voor christenen in Soedan is het moeilijk om vast te blijven houden aan hun geloof. Het leven als christen is erg onveilig. Dat de pastors Yat en Peter werden opgepakt, laat dat wel zien. Open Doors werkt samen met mensen in Soedan om kerkleiders te helpen. Ze krijgen bijvoorbeeld training en opleiding en leren omgaan met vervolging.

Download gebedspunten op

Recommend Documents