DOMINO-snelstarthandleiding Inleiding Deze snelstarthandleiding is geen vervanging van de originele handleiding noch van de technische fiches. Dit document is enkel bedoeld om snel inzicht te krijgen in de configuratie en programmatie van het Domino systeem. Niet alle beschikbare programmatiefuncties zijn hier beschreven. Het is dus aangewezen om ook de originele Engelstalige programmatie-handleiding door te nemen! Lees ook de individuele technische fiches van de gebruikte modules. Sommige specifieke programmatiefuncties zijn enkel in deze fiches beschreven en zijn niet vermeld in de algemene programmatiehandleiding. Wel hebben we hier geprobeerd om aan de hand van duidelijke voorbeelden een inzicht te verschaffen in tal van bruikbare praktijktoepassingen. Adressering Het Domino systeem beschikt over 254 ingangsadressen en 254 uitgangsadressen. Ingangs- en uitgangsadressen in hetzelfde bereik zijn toegelaten. Ook hoeven de adressen niet op elkaar te volgen. Twee ingangsmodules of twee uitgangsmodules met hetzelfde adres is echter niet toegelaten. Het adresseren van de Dominomodules kan op 2 manieren gebeuren: Via de handprogrammator FX-PRO: In dit geval kunnen de modules individueel en op voorhand geadreseerd worden en hoeven de modules niet met de bus verbonden te zijn. Voor het gebruik van DF-PRO verwijzen we naar de bijhorende handleiding. Via de programmatiesoftware BDTools. In dit geval dienen de modules reeds via de bus met de voeding verbonden te zijn. Het systeem dient met andere woorden opgestart te zijn, en een seriële verbinding via één van de communicatieinterfaces (DF-RS, DF-USB, DF-TS, DF-PRO, DF-WEB) dient tot stand gebracht te zijn (zie verder). Systeemvoeding De Dominomodules worden gevoed door één of meerdere DF-PW2 voedingen. 1 DF-PW2 voeding kan tot 50 standaard Domino modules voeden. Let wel! Een paar modules uit het gamma (zoals DF-WEB, DF-TOUCH enz.) nemen voor de dimentionering van de voeding een factor aan die groter is dan 1 (bvb. 8 of 15). Dit kan teruggevonden worden in de technische fiche van deze modules. De voeding van de modules gebeurt over de Domino 2-draads bus. Bepaalde modules (zoals DF-WEB, DF-TOUCH enz.) kunnen ook via afzonderlijk bedrading en voeding worden gevoed. Programmatie Om de meest gangbare woontoepassingen te kunnen programeren is er geen controlemodule nodig. Het Domino systeem beschikt over decentrale intelligentie, waarbij de gewenste functies in de uitgangsmodules worden opgenomen. Hierbij zijn omschakel-, set- en resetfuncties, maar ook logische functies, timers en groepsturingen mogelijk. Ook kloksturingen, rolluiksturingen en verwarmingsturing horen hierbij tot de mogelijkheden. Ook zijn er voorbeeldfuncties ter beschikking gesteld om snel tot het beoogde resultaat te kunnen komen.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 1
DOMINO-snelstarthandleiding Enkel voor heel doorgedreven sturingen beschikt het Domino systeem ook over een controlemodule DFCP genaamd. Deze controlemodule wordt geprogrammeerd via een afzonderlijk softwarepakket; DCPIDE. DF-CP en DCP-IDE worden in deze snelstarthandleiding niet behandeld! Systeeminterfacing Omdat er voor de programmatie van de decentrale functies van het Dominosysteem geen controlemodule nodig is, zijn er andere mogelijkheden voorzien om de computer met het systeem te laten communiceren. Verschillende communicatie-interfaces zijn hiervoor ter beschikking waaronder: DF-RS (RS232-interface module) DF-USB (USB-interface module) DF-TS (seriële communicatiemodule MODBUS) DF-PRO (handconfigurator met RS232- & busaansluiting) DF-WEB (de WEB-SERVER module beschikt over de mogelijkheid om het systeem via het netwerk te programmeren). De programmatiesoftware BD-TOOLS voorziet in de mogelijkheid om de gebruikte communicatieinterface te selecteren waarmee men connectie wenst te maken. Programmatiesoftware BD-Tools: Het programmeren van de decentrale functies van het Domino systeem gebeurt met BD-TOOLS. Deze software wordt gratis aangeboden en kan via de website www.duemmegi.it worden gedownload. Vraag ons hiervoor per e-mail de nodige log-in gegevens via
[email protected] Nadat deze programmatiesoftware op een Ms Windows PC (XP, Vista, 7), is geïnstalleerd kan er overgegaan worden tot de programmatie van het systeem. Hiervoor dienen de modules aangesloten te zijn op de bus (waaronder één van de communicatieinterfaces) en dient het systeem gevoed te zijn. De computer dient dan ook verbonden te zijn met de gekozen communicatieinterface. Connectie maken met het systeem: Wanneer BD-TOOLS wordt opgestart kan via het menu
-<Enable communication> (ook F8) het scherm “COMMUNICATION DRIVER” opgeroepen worden. Kies hier de gebruikte communicatieinterface. Zet het “Timeout” veld best op 2000 of 4000, en laat BD-TOOLS zelf zoeken naar de seriële poort en Baudrate door op de knop [Automatic Detection] te klikken. Eenmaal het systeem is gedetecteerd zal het versienummer van de communictieinterface bovenaan verschijnen. Om connectie te maken via de DF-WEB module, kan onderaan het scherm het IP-adres en het poortnummer worden ingevuld.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 2
DOMINO-snelstarthandleiding Wanneer dan “Use IP-connection” wordt aangevinkt, zal er onderaan de statusbalk van BD-TOOLS een connectiestatus verschijnen die aangeeft dat er connectie is. Om een connectie te maken via DF-WEB en het IP-netwerk verwijzen we naar de technische fiche van deze module. Het adresseren van de modules via BD-TOOLS Zoals eerder vermeld dient het systeem hiervoor reeds aangesloten te zijn, onder spanning te staan, en geconnecteerd te zijn met de computer. Via een kleine printdrukknop voorzien op elke module, kan de module dan geselecteerd worden die men wenst te adresseren. Bij het indrukken van deze drukknop zal de groene statusled van de module permanent oplichten. Dit om aan te geven dat de module klaar is om een adres te ontvangen. Er mag slechts één module gelijktijdig in adresseermode gezet worden.
Via het BDTools menu “Programming” kan men “Address setting” selecteren en wordt het scherm “ADRESS/ID SETTING” geopend. Vul het adres in het voorziene veld in en druk op de knop [Set]. Het adres wordt nu naar de module gestuurd. Als dit is gebeurd zal de groene statusled van de module terug knipperen.
Sommige modules nemen meer dan één adres in beslag. Dit is bvb. het geval voor DF-4I/V, DF8I, DF8IL, DF-CT enz. Let er op dat er geen overlappingen ontstaan. Lees steeds eerst aandachtig de technische fiche van elke module die voor de eerste keer wordt gebruikt. Sommige van deze modules kunnen enkel bepaalde adressen aannemen, bvb. 1,5,9 enz.
Eenmaal alle modules correct geadresseerd zijn, kan men via het menu <Supervisor> - <System Maps> (F9) het venster “BDVisio” openmaken. In dit venster kan men via het menu - (Shift-F6) een grafische weergave ophalen van de aangesloten modules. Hiervoor is het niet nodig dat de modules reeds van een bepaalde programatie werden voorzien.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 3
DOMINO-snelstarthandleiding Deze weergave ziet er ongeveer als volgt uit: In dit venster kan men nu de status van de modules bekijken. Alle modules dienen een groene achtergrond te hebben. Een rode of gele achtergrond betekent dat de module niet erkend is door het system, ofwel dat er dubbele adressen werden toegekend. Ook de status van de ingangen en uitgangen kunnen bekeken worden. Bij het activeren van een fysische ingang op één van de modules zal deze ingang rood kleuren. Uitgangen kunnen met de muis ook geactiveerd (geforceerd) worden. In dit geval kleuren de vierkante vakjes die de uitgangen afbeelden van een bepaalde module rood. Elke soort module (bvb. uitgangsmodule, ingangsmodule, dimmer , rolluikstuurmodule ed.) wordt op een aangepaste manier weergegeven. BDVisio is dus een zeer handig diagnosehulpmiddel! Voor een gedetailleerde verklaring van het gebruik van BDVisio verwijzen we naar de originele Domino programmatiehandleiding.
De eerste programmatie. Het programmeren gebeurt door middel van eenvoudige functies die in het witte gebied van de BDTools editor worden ingetikt. Elke nieuwe regel betekent een nieuwe programmatiefunctie. Hoofdletters, kleine letters, spaties en tabs zijn toegelaten en beïnvloeden het programma niet.
Ook de volgorde van de functies is niet van belang.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 4
DOMINO-snelstarthandleiding De teleruptorfunctie Het eerste programmatievoorbeeld bestaat erin om een een geschakelde uitgang te koppelen aan een digitale ingang. De ingang laat de uitgang omschakelen (teleruptorfunctie). Links van het gebied begint men met de gewenste uitgang in te tikken. Wanneer men de eerste uitgang van de module met adres 1 wenst te programeren, dan tikt men hiervoor “O1.1”. O1 betekent module met adres 1, en gescheiden door een punt, vult men dan het relaisnummer in. Let wel, gebruik een “O” en geen “nul”. Ook dient het leesteken tussen het moduleadres en het relaisnummer een “punt” te zijn en geen “komma”! Wanneer de schrijfwijze correct is zal de gedefiniëerde uitgang automatisch rood kleuren. Vervolgens gaat men deze uitgang door middel van een “=” teken koppelen aan de gewenste ingang. De “t” parameter vóór de ingang geeft aan dat de uitgang dient om te schakelen bij elke puls op de ingang (teleruptorfunctie). “I1” geeft het adres weer van de gekozen ingangsmodule en “.1” geeft het ingangsnummer weer. Gebruik hier ook een “punt” en geen “komma”. Bij een correcte schrijfwijze zal de ingang automatisch blauw kleuren. Het eindresultaat wordt dan: O1.1 = tI1.1 Dit kan herhaald worden voor meerdere uitgangen. In het onderstaande voorbeeld worden relais 1 tot 4 van uitgangsmodule met adres 1 omgeschakeld via de respectievelijke ingangen van ingangsmodule met adres 1.
Door een dubbelle slash in te tikken “//”, wordt alle tekst die erop volgt (binnen dezelfde regel) als commentaar beschouwd. Hier doet het programma niets mee. Dit is als documentatie bedoeld.
O1.1 = tI1.1 O1.2 = tI1.2 O1.3 = tI1.2 O1.4 = tI1.3
// // // //
living keuken eethoek gang
Het programma compileren Alvorens het programma te kunnen doorsturen naar het systeem, moeten de ingetikte fucties omgezet worden naar een leesbaar bestandsformaat voor de modules. Dit proces noemt men “Compileren”. Men kan het programma compileren via het menu: - (F5) Het programma zal nu vragen om het programmatiebestand eerst op te slaan.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 5
DOMINO-snelstarthandleiding Sla het programma op in een map naar keuze, daar waar de bestanden voor dit bepaald project worden bijgehouden. Het bestandsformaat waarin BDTools een programma opslaat is een tekstbestand. Deze bestanden krijgen de extentie “equ”. Via de Windows verkenner kan er ingesteld worden dat BDTools automatisch wordt geopend wanneer er op een equ-bestand wordt dubbelgeklikt, (dit is een Windows procedure).
Na het programma een willekeurige naam te hebben gegeven en na het opslaan, wordt het programma nu gecompileerd. Onderaan het scherm krijgt men de Compile resultaten (Compiling Results). Bij het compileren gaat het programma ook na of er fouten (zoals komma ipv. punt) zijn getikt.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 6
DOMINO-snelstarthandleiding Wanneer men via de windows verkenner in de map gaat kijken waar het programma werd opgeslagen, e dan zal men vaststellen dat er nu een 2 bestand verschijnt. Deze draagt dezelfde naam, maar heeft de extentie “bin”. Dit is de gecompileerde versie van het programma. Dit is dan ook het bestand dat naar het systeem zal worden doorgestuurd.
In het volgende voorbeeld gaan we bewust een schrijffout maken. Hier werd bij de eerste uitgang een komma gebruikt ipv. Een punt.
Men ziet al onmiddellijk dat een deel van de uitgang niet rood is gekleurd. Dit geeft een eerste indicatie. Bij het compileren zal men onderaan het venster ook zien dat de compile results een “Error” aangeven. Hierbij wordt ook het lijnnummer weergegeven waar de fout zich voordoet. Wanneer men in dit venster op de “Error” dubbelklikt, dan zal de lijn in het programmatiescherm waar de bewuste fout zich voordoet ook blauw kleuren.
Hierdoor kan men snel en gemakkelijk de fout terugvinden.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 7
DOMINO-snelstarthandleiding Het programma doorsturen naar het systeem Eenmaal het foutloos programma is gecompileerd, kan dit worden doorgestuurd naar het systeem. Men kan het programma doorsturen via het menu: - <Modules ‘Programming> (F7).
Het volgende scherm zal dan verschijnen: Hier kan men kiezen om alle modules die opgenomen zijn in de programmatie te programeren, of enkel de module met een bepaald adres. Selecteer “Program all modules” En klik op de knop [Program]. Het programma wordt nu doorgestuurd. Wanneer dit volbracht is zal er bovenaan de melding “Programming completed” verschijnen. In het witte gebied onderaan wordt de statuslog van de programmatie weergegeven.
Men kan nu de doorgestuurde programmatie uitproberen.
“Program all modules” dient geïnterpreteerd te worden als “programmeer alle modules die in het programmatiebestand zijn vermeld”. Dus modules die niet in het programmatiebestand voorkomen worden ongemoeid gelaten. Deze laatste modules worden dus niet gewist, maar behouden hun vorige programmatie. Hierdoor kan het gebeuren dat wanneer bvb. enkel de module met adres 1 wordt geprogrammeerd, andere modules toch nog zullen reageren op bepaalde eerder geprogrameerde functies.
Modules kunnen gewist worden via de selectiemogelijkheid “Clear memory of module with address”. Vul dan het adres in van de te wissen module. Indien men vanuit de programmatie wenst modules te wissen (wanneer deze bvb. tijdelijk geen programmatiefuncties dienen te krijgen), dan kan men dit met de volgende functieregel aangeven. O2.1 = // O2.2 = // O2.3 = // O2.4 = // Dit dient voor elke uitgang individueel te gebeuren! In het voorgaand voorbeeld wordt het geheugen van de module met adres “2” voor de 4 uitgangen gewist. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 8
DOMINO-snelstarthandleiding PRAKTISCHE PROGRAMMATIEVOORBEELDEN Lichtschakeling: We hebben reeds gezien hoe we een relaisuitgang kunnen omschakelen via een ingang. Willen we dezelfde uitgang kunnen omschakelen via verschillende ingangen, dan worden deze ingangen van elkaar gescheiden door een vertikale streep (“|” teken). Dit leesteken kan op een AZERTY-klavier ingetikt worden door volgende toetsencombinatie simultaan in te drukken; [Alt Gr] en [1]. O1.1 = tI1.1 | tI1.2 | tI2.4 Een pulsbediening op één van deze drie ingangen zal de uitgang telkens omschakelen. Naast de “t”-parameter (toggle) zijn “s” (set) en “r” (reset) eveneens geldige parameters. In het volgend voorbeeld zal I1.1 de uitgang omschakelen, zal I1.2 de uitgang aanschakelen (bij een 2e puls op I1.2 blijft de uitgang aan) en zal I2.4 de uitgang uitschakelen (bij een 2e puls op I2.4 blijft de uitgang uit). O1.1 = tI1.1 | sI1.2 | rI2.4
In de programmatieregel moet minstens één ingang voorafgegaan zijn door een “t”-parameter. Is deze voorwaarde niet voldaan, dan geeft dit een compilatiefout. Meerdere ingangen met “t”, “s” en “r” parameter zijn wel toegelaten!
Het volgend voorbeeld laat zien hoe alle uitgangen van module 1 worden omgeschakeld via een respectievelijke ingang, terwijl ingang I2.4 alle uitgangen gezamenlijk laat uitschakelen. Dit is dus de basis voor een “alles uit”-functie. O1.1 = tI1.1 | rI2.4 // living O1.2 = tI1.2 | rI2.4 // keuken O1.3 = tI1.2 | rI2.4 // eethoek O1.4 = tI1.3 | rI2.4 // gang
Dimmersturing Een dimmer wordt op vergelijkbare manier geprogrammeerd. Willen we een dimmer met adres 51 programmeren, dan wordt deze als volgt opgegeven: “O51.1” Een dimmer heeft per adres slechts 1 uitgang (kanaal). Toch wordt ook telkens het uitgangsnummer “.1” vermeld. Wat men initiëel van een dimmer verwacht, is dat deze bij het kort indrukken van een drukknop aangaat (naar de laatste geheugenstand). Bij een volgende korte puls op dezelfde drukknop gaat deze weer uit. Wanneer de drukknop voor een langere periode wordt ingedrukt dan zal de dimmer telkens op- of neerdimmen. Dit noemen we een “mono”-bediening (omdat we met slechts één enkele drukknop deze bediening uitvoeren). De mono-functie wordt aangegeven door aan de gewenste ingang de parameter “m” mee te geven: O51.1 = mI10.1
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 9
DOMINO-snelstarthandleiding In dit voorbeeld zal dimmer met adres 51 aangestuurd worden met de drukknop die aangesloten is op de ingang met adres I10.1 (mono-functie). Wenst men nu zoals bij een aan/uit schakeling deze dimmer te kunnen aansturen met meerdere drukknoppen, dan kan men deze ingangen eveneens van elkaar scheiden met een verticale streep (“|” teken). O51.1 = mI10.1 | mI10.2 | mI10.3 Met een dimmer willen we natuurlijk ook lichtniveau’s kunnen oproepen (programmeerbare sferen). Hiervoor is de parameter “p” (preset) voorzien. Naast de eerder besproken bedieningen zal ingang I10.4 (waneer deze wordt geactiveerd) in het onderstaand voorbeeld een preset van 63% dimwaarde doorsturen naar de dimmer . Een actie op ingang I2.4 zal de dimmer naar 0% brengen (uitschakelen). O51.1 = mI10.1 | mI10.2 | mI10.3 | p(63)I10.4 | p(0)I2.4
Met presetwaarde “0” kan men de dimmer uitschakelen, en daarbij het laatste dimniveau opslaan in het intern geheugen van de dimmer. Met presetwaarde “255” kan men de dimmer sturen naar het laatste dimniviveau opgeslagen in het geheugen.
toepassing “alles uit”- functie & sferen
In deze praktische toepassing krijgen 4 schakelingen en 3 dimmers een individuele bediening, Via ingang I2.3 wordt alle verlichting (schakelingen + dimmers) groepsgewijs aangeschakeld. In het geval van de dimmers, wordt de laatste geheugenstand opgeroepen. Via I2.4 wordt alle verlichting uitgeschakeld (alles uit). In het geval van de dimmers wordt daarbij eerst het huidige niveau in het geheugen opgeslagen. Ingangen I2.1 & I2.2 zorgen voor een gewenste aan- of uitsturing bij de schakelingen en een gewenst niveau bij de dimmers. Dit zijn dus 2 groepssturingen (sferen). // schakelingen O1.1 = tI1.1 | sI2.1 | O1.2 = tI1.2 | sI2.1 | O1.3 = tI1.2 | rI2.1 | O1.4 = tI1.3 | sI2.1 | // dimmers O51.1 = mI10.1 | O52.1 = mI10.2 | O53.1 = mI10.3 |
rI2.2 sI2.2 sI2.2 rI2.2
| | | |
sI2.3 | sI2.3 | sI2.3 | sI2.3 |
rI2.4 rI2.4 rI2.4 rI2.4
// // // //
living keuken eethoek gang
p(50)I2.1 | p(30)I2.2 | p(255)I2.3 | p(0)I2.4 // wand p(63)I2.1 | p(63)I2.2 | p(255)I2.3 | p(0)I2.4 // zithoek p(38)I2.1 | p(54)I2.2 | p(255)I2.3 | p(0)I2.4 // leeshoek
Standard ramp time: Standaard is er een stijg- en daaltijd voorzien van 2 seconden (softstart/stop) voor de presetwaarden en ook de mono-funties. Deze tijd kan via programmatie worden aangepast (in een bereik van 1 tot 60 seconden) door achter het uitgangsadres tussen haakjes de gewenste tijd te vermelden. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 10
DOMINO-snelstarthandleiding Naast deze standaard instelbare stijg- en daaltijd kan er bijkomend ook een andere overgangstijd ingesteld worden bij het overgaan van één preset naar een andere. Dit door een tweede waarde te vermelden achter de presetwaarde, beiden gescheiden door een komma. In het volgende voorbeeld krijgt de dimmer een standard ramp time van 4 seconden. De eerste preset zal opgeroepen worden met een ramp time van 25 seconden terwijl de tweede preset zal opgeroepen worden met een ramp time van 10seconden. O51.1(4) = mI10.1 |
p(50,25)I2.1 | p(30,10)I2.2
Rolluiksturing Ook een rolluikmodule wordt op vergelijkbare manier geprogrammeerd, alleen maakt deze sturing gebruik van aangepaste parameters om tot de gewenste bediening te komen. De standaard rolluikmodules uit het Domino gamma beschikken over 2 rolluikkanalen. Toch krijgt de module slechts 1 systeemadres. Willen we een rolluikmodule met adres 101 programmeren, dan wordt deze als volgt opgegeven: “O101.1” voor het eerste kanaal en “O101.2” voor het 2e kanaal. Een basissturing voor een rolluik bestaat er in om via een drukknop het rolluik neer te laten en met een 2e drukknop het rolluik te openen. Dit gebeurt met respectievelijk de “c”-parameter (close) en de “o”parameter (open). De programmatieregel ziet er dan als volgt uit: O101.1 = oI20.1 | cI20.2 Of bvb. voor het tweede kanaal: O101.2 = oI20.3 | cI20.4 Ook is er een parameter voorzien om verschillende rolluiken in groep te sturen. Deze sturing krijgt dan prioriteit onafgezien van de status van elke individuele sturing. De parameter hiervoor is “p” (priority). Bijkomend is ook de “h” (halt) parameter voorzien. Hiermee kunnen rolluiken onvoorwaardelijk worden gestopt. In het volgende voorbeeld zal ingang I21.1 beide rolluiken onvoorwaardelijk openen, terwijl I21.2 beide rolluiken zal sluiten. Ingang I21.3 zal beide rolluiken doen stoppen. In de praktijk wordt de “h” parameter dikwijls gekoppeld aan een timer om bvb. rolluiken in groep deels neer te laten. O101.1 = oI20.1
|
cI20.2 | opI21.1 |
cpI21.2 |
hI21.3
O101.2 = oI20.3
|
cI20.4 | opI21.1 |
cpI21.2 |
hI21.3
Time out: Het stoppen van de motor bij volledig openen of volledig sluiten wordt altijd bepaald door de eindeloopregeling van de motor zelf. Toch is er standaard bij de rolluiksturingen een time-out voorzien van 60 seconden. Dit betekent dat wanneer een rolluikmotor de eindeloop heeft bereikt, de stuurrelais 60 seconden na aansturing zullen onderbreken, dit om te vermijden dat relais onnodig actief blijven. Deze time-out kan via programmatie worden aangepast. Dit gebeurt door de gewenste tijd (tussen 1 en 255 seconden) achter de uitgang tussen haakjes te vermelden.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 11
DOMINO-snelstarthandleiding Ook is het voor een groepsturing mogelijk om per rolluik een vertragingstijd in te stellen. Deze kan per rolluik verschillend zijn voor zowel het openen als voor het sluiten. Hierdoor kunnen piekstromen vermeden worden wanneer meerdere rolluiken gezamenlijk worden aangestuurd. In het volgend voorbeeld heeft het eerste kanaal van module 101 een time out van 40 seconden. Het tweede kanaal heeft een time out van 120 seconden. Bij een “groep open” (op) zal het 2e kanaal 5 seconden na activatie starten. Bij een “groep sluiten” (cp) zal dit kanaal starten 10 seconden na activatie. O101.1(40) = oI20.1
|
cI20.2 | opI21.1 |
O101.2(120) = oI20.3
|
cI20.4 | op(5)I21.1 |
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
cpI21.2 |
hI21.3
cp(10)I21.2 |
hI21.3
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 12
DOMINO-snelstarthandleiding DE UITGEBREIDE MOGELIJKHEDEN VAN DOMINO: Eenmaal op dit punt gekomen zijn we in staat om een basisinstallatie op te starten waarbij schakelingen, dimmers en rolluiksturingen operationeel kunnen gesteld worden. Ook kunnen we een “alles-uit”-functie realiseren en kan men groepsturingen en dimmersferen aanmaken. Uiteraard heeft het Domino systeem veel meer in petto. In de volgende hoofdstukken komen functies aan bod die de systeemintelligentie aanzienlijk kunnen bevorderen en die ook de programmatie efficiënter kunnen maken.. Virtuele punten: Virtuele punten komen ook voor bij PLC sturingen. Meestal worden ze merkers of vlaggen genoemd. Deze verhogen aanzienlijk de flexibiliteit en kunnen zeer handig zijn om bepaalde toestanden tijdelijk vast te houden, om deze dan in andere functies te gebruiken. Men kan deze virtuele punten beschouwen als fictieve ingangen of fictieve uitgangen. Het verschil met reële in- of uitgangen is dat deze virtuele punten dus niet fysisch naar buiten komen in de vorm van bvb. relais of drukknopingangen. Het zijn interne geheugenlokaties waaraan het resultaat van bepaalde tussenliggende programmatiefuncties kan worden toegekend. Deze virtuele punten kunnen dan verder gebruikt worden als voorwaarde voor een andere functie, waarbij het dus niet nodig is dat het resultaat zelf naar buiten komt. Voor diegenen die hiermee voor de eerste keer worden geconfronteerd, kan dit wat abstract lijken, maar in het verder verloop van deze handleiding zullen virtuele punten ruim aan bod komen en zal het voordeel hiervan ongetwijfeld duidelijk worden. Tenzij men gebruik maakt van de uitgebreide controlemodule DFCP, is de enige module in de decentrale configuratie die over virtuele punten beschikt de ingangsmodule DF4I/V. Naast de 4 fysische ingangen die deze module heeft, beschikt deze ook over 12 virtuele punten. De DF4I/V module neemt in het Domino systeem 4 opeenvolgende ingangs- en uitgangsadressen in beslag. Het feit dat er ook uitgangsadressen worden gebruikt, is voor de interne verwerking. Het basis-ingangsadres behandelt de 4 fysische ingangen, en elk van de 3 daarop volgende adressen behandelt dan telkens 4 virtuele punten.
Bij de adressering van deze module dient men er rekening mee te houden dat niet alle adressen worden aanvaard. De adressen dienen een veelvoud van 4 + 1 te zijn. Dus mogelijke adressen zijn 1,5,9,13,17, 21, 25…. enz. Adres 2, 6, 10… enz, wordt dus door de module niet aanvaard!
Wanneer een DF4I/V module bvb. basisadres “25” heeft meegekregen, dan is de notatie voor de fysische ingangen: I25.1 tot I25.4 De virtuele punten worden dan als volgt opgegeven: V26.1 tot V26.4 // vitrueel punt 1 tot 4 V27.1 tot V27.4 // vitrueel punt 5 tot 8 V28.1 tot V28.4 // vitrueel punt 9 tot 12 Afhankelijk van het feit of een virtueel punt als ingang of als uitgang wordt gebruikt in de programmatie, zal deze in BD-Tools ook rood of blauw kleuren: V26.1 = rV26.2 HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 13
DOMINO-snelstarthandleiding De enige plaats waar de status van virtuele punten kan bekeken worden is in de grafische mappen van BDViso. In de grafische mappen van BD-Visio (v8) zal de DF4I/V-module worden weergegeven zoals in onderstaande afbeelding. Met een muisklik kunnen virtuele punten hier ook manueel actief of inactief gemaakt worden om functies uit te proberen.
Het praktisch gebruik van virtuele punten komt in de volgende hoofdstuken systematisch verder aan bod.
Logische functies Een belangrijk gegeven is dat de programmatiefuncties binnen het Dominosysteem grotendeels in 2 groepen kunnen worden ingedeeld. a) De triggerbare functies: Dit zijn functies die via pulsbedieningen worden gebruikt om uitgangen (reëel of virtueel) te activeren. Deze functies werden reeds in het eerste deel van de handleiding behandeld en worden gekenmerkt door de parameters die vóór de ingangen worden vermeld (bvb. “t”, “r”, “s” voor de schakelingen, “m” en “p” voor de dimmers en “o”, “c” , “op”, “cp” en “h” voor de rolluiksturingen). b) De logische functies: Bij de logische functies vindt men deze parameters niet terug. Dit zijn functies waar niveau’s van ingangen worden beschouwd. Logische functies kunnen bvb. gebruikt worden om bepaalde voorwaarden te creëren, die dan rechtstreeks naar uitgangen worden gestuurd, (en/of naar andere functies). En-voorwaarde (AND): In het volgend voorbeeld zal de uitgang O1.1 actief zijn wanneer ingang I1.1 en I1.2 actief is: O1.1 = I1.1 & I1.2 De En-voorwaarde wordt dus bekomen door beide ingangen te koppelen met een “&”-teken. Meerdere ingangen kunnen aan een En-functie gekoppeld worden.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 14
DOMINO-snelstarthandleiding Of-voorwaarde (OR): In het volgend voorbeeld zal de uitgang O1.1 actief zijn wanneer ingang I1.1 of I1.2 actief is: O1.1 = I1.1 | I1.2 Op te merken valt dat een “OF” voorwaarde (OR) eveneens met een vertikale streep wordt aangegeven (“|” teken). Hier heeft dit teken dus een andere betekenis dan bij de triggerbare functies. Meerdere ingangen kunnen ook aan een OF-functie gekoppeld worden. Combinaties: Het is ook mogelijk om AND en OR functies met elkaar te combineren. In het volgend voorbeeld zal de uitgang actief zijn wanneer I1.1 en I1.2 actief is, ofwel wanneer ingang I1.3 actief is. O1.1 = I1.1 & I1.2 | I1.3 Hierbij dient men op te merken dat eerst de AND-voorwaarde wordt beschouwd, en dan pas de ORvoorwaarde. De AND-voorwaarde krijgt dus prioriteit. Het is mogelijk om die prioriteit te veranderen. In dit geval kan de voorwaarde die de prioriteit moet krijgen tussen haakjes worden geplaatst: O1.1 = I1.1 &
(I1.2 |
I1.3)
Anders dan in het eerste voorbeeld zal de uitgang actief zijn wanneer I1.1 actief is, en waarbij één van de ingangen I1.2 of I1.3 ook actief moet zijn. Merk hierbij de nuance op! Het is eveneens mogelijk om virtuele punten op te nemen in een logische functie. V26.1 = I1.1 & (I1.2 | V26.2) Het virtueel punt V26.1 wordt als uitgang gebruikt, en V26.2 als ingang.
Zoals dit ook het geval is bij reële uitgangen, kan een virtueel punt slechts op één programmatieregel in het programma als uitgang gedefiniëerd worden. Ditzelfde virtueel punt kan wel bij meerdere programmatieregels als ingang gebruikt worden (zoals dit ook kan met reële ingangen).
Volgende programmatieregels zijn dus toegestaan: V26.1 = I1.1 & (I1.2 | V26.2) // unieke regel waar het virtueel punt V26.1 wordt // gedefinëerd O1.1 = V26.1 // regel waar het virtueel punt V26.1 als ingang wordt gebruikt O1.2 = V26.1 // regel waar het virtueel punt V26.1 als ingang wordt gebruikt O1.3 = V26.1 // regel waar het virtueel punt V26.1 als ingang wordt gebruikt Het is eveneens mogelijk om ingangen (reëel en/of virtueel) te inverteren. Dit wordt aangegeven door een uitroepteken “!” vóór de ingang in kwestie te vermelden. In het volgend voorbeeld zal de virtuele uitgang V26.1 enkel actief zijn wanneer I1.1 niet actief is, en V26.2 wel actief is. V26.1 = !I1.1 & V26.2
Getriggerde functies (met parameter) en logische functies (zonder parameter) kunnen niet op één en dezelfde programmatieregel voorkomen. Volgende regel wordt dus niet door de compiler aanvaard: O1.1
= tI1.1
|
I2.4
FOUT!
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 15
DOMINO-snelstarthandleiding Dergelijke combinaties dienen in 2 afzonderlijke regels te gebeuren. De getriggerde functie wordt toegevoegd na dat deze eerst aan een virtueel punt is gekoppeld. O1.1 = v26.1 | V26.1 = tI1.1
I2.4
JUIST!
toepassing 1 “ Alles uit”-functie met meerdere ingangen:
Dit is meteen ook de eerste reële toepassing waar het gebruik van een virtueel punt en het elementair gebruik van een logische functie wordt aangetoond. Wanneer bvb. een “alles uit”-functie via meerdere drukknopbedieningen dient opgeroepen te worden, dan kan het handig zijn om hiervoor een virtueel punt te gebruiken. Dit virtueel punt vervangt dan bij elke programmatieregel de gezamenlijke reële ingang die alle verlichting moet uitschakelen (dit was bvb. I2.4 in de eerder vermelde toepassing met de alles uit functie). In een extra regel (hier onderaan) wordt het virtueel punt (hier V26.1) dan gedefiniëerd en gekoppeld aan de ingangen die de alles uit-functie moeten oproepen (I2.4 of I3.1). Merk op dat in deze extra regel geen “r” parameter wordt gebruikt (logische functie). Dit is reeds gebeurd in elk individuele regel, daar waar V26.1 als ingang voorkomt. V26.1 zal actief worden bij een puls op I2.4 of I3.1. In elke individuele regel zal V26.1 (hier dus als ingang gebruikt) op zijn beurt een reset (“r”) uitvoeren op de geschakelde uitgangen en een preset naar nul ( ”p(0)” ) uitvoeren bij de dimmers. // schakelingen O1.1 = tI1.1 | rV26.1 O1.2 = tI1.2 | rV26.1 O1.3 = tI1.2 | rV26.1 O1.4 = tI1.3 | rV26.1
// // // //
// dimmers O51.1 = mI10.1 | O52.1 = mI10.2 | O53.1 = mI10.3 |
// wand // zithoek // leeshoek
V26.1 = I2.4 |
p(0)V26.1 p(0)V26.1 p(0)V26.1 I3.1
living keuken eethoek gang
// alles-uit functie
Het voordeel van deze methode is ook dat wanneer men de reële ingangen (hier I2.4 of I3.1) voor de alles-uit functie wil veranderen, dit slechts op 1 regel dient te gebeuren. Het virtueel punt blijft dan overal geldig.
toepassing 2 Reclamebordverlichting met schemervoorwaarde en klokvoorwaarde:
Reclamebordverlichting met schemervoorwaarde en klokvoorwaarde: De verlichting is aangesloten op uitgang O1.1. We veronderstellen dat er een schemerfunctie gekoppeld werd aan virtueel punt V27.3 We veronderstellen dat virtueel punt V28.1 het resultaat is van een klokvoorwaarde (zie behandelend hoofdstuk). Deze klok legt bvb. een bereik vast van 18u tot 23u) HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 16
DOMINO-snelstarthandleiding We veronderstellen dat een statusrelais van de alarmcentrale gekoppeld werd aan reële ingang I3.2. dit statusrelais geeft aan het Domino systeem door of de inbraakbeveiliging is aangeschakeld. Het beoogde resultaat bestaat erin om de reclamebordverlichting automatisch aan te schakelen tussen een bepaalde tijdsperiode (aangegeven door de klokfunctie) en dit op voorwaarde dat het donker is en enkel wanneer de bewoner afwezig is. Wanneer de bewoner aanwezig is, wenst deze liever via een manuele drukknop zelf te kunnen bepalen wanneer deze verlichting wordt aangeschakeld. Het voorbeeld hieronder toont hoe dit wordt gerealiseerd. // V27.3 // V28.1 // I3.1 // I1.2
schemerfunctie klokfunctie alarm actief manuele bediening
O1.1 = V26.1 | (V27.3 & V28.1 & I3.2) V26.1 = tI1.2 | rI3.2
// logische functie // getriggerde functie voor // manuele bediening
Merk op dat de manuele bediening I1.2 eerst aan virtueel punt V26.1 werd toegewezen alvorens deze dan in de logische functie werd opgenomen. Merk ook op dat dit virtueel punt wordt gereset door I3.2, dus wanneer het alarm wordt geactiveerd. Met andere woorden wordt de manuele bediening in dit voorbeeld op dat moment uitgeschakeld. Ook willen we de aandacht vestigen op het feit dat zolang I3.2 actief is (bij afwezigheid), er door I1.2 geen toggle kan uitgevoerd worden. Een ingang die voorafgegaan wordt door een “r” parameter (reset) blokkeert de triggerbare functie zolang deze ingang actief is. Zodra de ingang inactief wordt, wordt de functie weer vrijgegeven.
Timers Time-out functie De meest eenvoudige manier om vertraagd een uitgang uit te schakelen (zonder daarbij timersfuncties als dusdanig te moeten gebruiken) is de extra waarde die aan een uitgang kan worden meegegeven bij het gebruik van de toggle functie. Deze waarde dient tussen haakjes te worden geplaatst en heeft een bereik van 0 tot 255 minuten. In het volgend voorbeeld wordt uitgang O1.1 omgeschakeld via I1.1 en aangeschakeld via ingang I1.2. 60 minuten na activatie zal de uitgang automatisch en onvoorwaardelijk uitschakelen. O1.1(60) = tI1.1 | sI1.2 Terwijl de uitgang actief is zal elke “set” actie (I1.2) de timertijd herladen. Naast deze “time-out” fucntie beschikt het Dominosysteem over 3 type timers: a) De standaard timer (vertraagd opkomend en/of vertraagd afvallend). b) De triggerbare timer (monostabiele timer) c) De hertriggerbare monostabiele timer Elk van deze timers heeft een resolutie van 0.2 seconden. De maximale vertragingstijd die kan ingesteld worden is 13107 seconden of 3u:38m:27s.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 17
DOMINO-snelstarthandleiding De standaard timer Bij deze timer kan er zowel een inschakelvertraging als een afvalvertraging worden opgegeven. Deze timer zal bvb. gebruikt worden wanneer men dus vertraagd een actie wil uitvoeren. Na het woord “timer” worden de volgende parameters meegegeven: de gebruikte ingang (reëel of virtueel), de opgaande tijd, en de afvaltijd. Deze parameters dienen tussen haakjes te staan en telkens gescheiden te zijn door een komma. De notatie voor een standaard timer ziet er dan als volgt: O1.1 = timer (I1.1 , 4, 6) De ingang die de timer aanstuurt is hier I1.1, de opgaande tijd is 4 seconden en de afvaltijd is 6 seconden. De eigenschap van deze standaard timer is dat de uitgang pas aanschakelt wanneer de ingang actief is voor een periode die gelijk of langer is dan de opgegeven opgaande tijd. Is de pulsduur van de ingang korter, dan wordt de timer niet geactiveerd. Bijkomend blijft de uitgang permanent actief zolang de ingang actief blijft. Pas na het afvallen van de stuuringang zal de afvaltijd in werking treden om bij het verstrijken ervan de uitgang uit te schakelen.
toepassing 1 Lichtsturing met vertraagde uitschakeling + manuele bediening.
In de volgende toepassing willen we de uitgang O1.1 laten aanschakelen via een puls op ingang I1.2 en automatisch vertraagd weer laten uitschakelen (na 60 seconden). Deze functie kan nuttig zijn als uitbreiding van bvb. een “alles-uit”-functie waarbij één of meerdere lichtpunten eerst moeten aangaan en dan automatisch vertraagd weer uitgaan. Dit om een lichtpad te creëren bij het verlaten van de woning. De uitgang dient echter ook te worden omgeschakeld via een manuele bediening aangesloten op ingang I1.1. Rechtstreeks binnen de programmatieregel van de timerfunctie is dit niet mogelijk. Ook hebben we gezien dat we geen triggerbare en logische functies binnen dezelfde regel kunnen combineren. Via onderstaand trukje waarbij we een brugfunctie met extra virtueel punt gebruiken, kunnen we dit eenvoudig oplossen. Met I1.2 wordt V26.1 aangeschakeld (set). Op hetzelfde moment wordt met dezelfde ingang ook de uitgang O1.1 al aangeschakeld. V26.1 wordt als ingang gebruikt voor de timer en zorgt ervoor dat V26.2 na 60 seconden actief wordt. V26.2 zal op zijn beurt zowel de uitgang als ook het virtueel punt V26.1 weer uitschakelen. Hierdoor valt 0.4 seconden later ook V26.2 af. De functie is nu terug in rust en klaar voor een volgende activatie V26.1 = V26.2 =
sI1.2 & rV26.2 timer ( V26.1, 60 , 0.4 )
O1.1
tI1.1 |
=
sI1.2
| rV26.2
// uitgangssturing
Met de uitgangssturing hieronder krijgen we een variante. Hier zal de uitgang niet aangeschakeld worden wanneer I1.2 wordt geactiveerd. De uitgang zal in dit geval enkel vertraagd worden uitgeschakeld wanneer deze al door I1.1 was aangestuurd. O1.1 = tI1.1 | rV26.2 // uitgangssturing HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 18
DOMINO-snelstarthandleiding De typische uitwerking van deze toepassing is dat, om het even welke actie er wordt uitgevoerd (ook op tI1.1) na de activatie van I1.2, en dit binnen de ingestelde timertijd, de uitgang zal uitschakelen wanneer de timertijd uiteindelijk is verstreken.
Noteer dat de set-ingang I1.2 en het reset-virtueel punt V26.2 die virtuele uitgang V26.1 aansturen hier gescheiden zijn door een “&”-teken en geen “|”-teken. Hier werd namelijk de standaard set/reset functie gebruikt ipv. de teleruptorfunctie. De standaard set/reset functie voorziet niet in een “t”-parameter (deze is in dit geval niet nodig). Daarentegen is er bij de standaard set/reset functie slechts 1 set-ingang en 1 reset-ingang mogelijk, dit in tegenstelling tot de teleruptorfunctie waar meerdere “t”, “s” en “r” parameters zijn toegestaan (zie hoofdstuk lichtschakelingen).
toepassing 2 Lichtsturing met doorgangsdetectie (beweging) en vertraagde uitschakelng
In de volgende toepassing willen we de uitgang O1.1 aanschakelen wanneer een bewegingsdetector, aangesloten op ingang I1.2, een detectie waarneemt. Wanneer geen detectie meer wordt waargenomen dient de uitgang vertraagd uit te schakelen. Bij deze toepassing maken we ook best gebruik van de standaard timer. Dit ondermeer omdat deze timer de eigenschap heeft om bij het tussentijds even wegvallen van de detectie, niet voor ongewenste lichtuitval te zorgen. Dit in tegenstelling tot triggerbare timers. De functie is zeer eenvoudig en ziet er als volgt uit. O1.1 = timer (I1.2 , 0, 120) Merk op dat er als opgaande tijd waarde nul wordt opgegeven. Dit omdat we natuurlijk willen dat de uitgang onmiddellijk aanschakelt wanneer er detectie via I1.2 wordt waargenomen. 2 minuten na het wegvallen van de laatste detectie zal de uitgang uitschakelen. Variante: Hier wil men de functie uitbreiden met een extra manuele bediening via ingang I1.1. Deze bediening moet de detectie met prioriteit kunnen overbruggen. Dit ziet er dan als volgt uit: O1.1 = V26.1 | V26.2 V26.1 = timer (I1.2 , 0, 120) V26.2 = tI1.1
// detectietimer // manuele bediening
Zolang V26.2 (manuele bediening) actief is, maakt de toestand van de timer en V26.1 niet uit want beiden zijn als OR-functie gekoppeld aan de uitgang.
toepassing 3 Lichtsturing in toilet met vertraagde ventilatorsturing
In de volgende toepassing willen we de uitgang O1.1 gebruiken voor de toiletverlichting. De manuele bediening gebeurt via ingang I1.1. De ventialtor is aangesloten op uitgang O4.3 O1.1 = V27.1 V27.1 = tI1.1
// toiletverlichting // manuele bediening
O4.3 = timer (V27.1 , 180 , 300 )
// ventilatorsturing
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 19
DOMINO-snelstarthandleiding Omdat het niet mogelijk is om een uitgang te gebruiken als ingang voor een timer, hebben we hier de manuele bediening via een brugfunktie met virtueel punt V27.1 gekoppeld aan de uitgang. V27.1 kan dan als stuuringang voor de timer gebruikt worden. 3 minuten (180 sec) na het aanschakelen van de verlichting start ook de ventilator. Deze werkt zolang het licht aan is. 5 minuten na het uitschakelen van de verlichting gaat de ventilator terug uit. Variante ventilatorsturing met bewegingsdetectie. Dit is een combinatie van de 2 voorgaande toepassingen. O1.1 = V27.1 // toiletverlichting V27.1 = V26.1 | V26.2 V26.1 = V26.2 =
timer (I1.2 , 0, 120) tI1.1
O4.3 = timer (V27.1 , 180 , 300 )
// timer beweginsdetectie // manuele bediening // ventilatorsturing
Nog een toiletsturing met ventilator waarbij de ventilator pas start bij het uitschakelen van de verlichting wordt geïllustreerd in een toepassing bij de beschrijving van de triggerbare timer (zie verder). De triggerbare timer De triggerbare timer (of pulstimer) kan handig zijn wanneer een uitgang (virtueel of reëel) voor een bepaalde periode moet aangeschakeld worden, onafgezien van de pulsduur van de stuuringang. Met andere woorden zal de timer actief zijn voor een periode gelijk aan de ingestelde afvaltijd, en dit onafgezien van de pulsduur (lang of kort) van de stuuringang. De notatie voor een triggerbare timer ziet er dan als volgt uit: O1.1 = timerP (I1.1 , 0, 6) Let hierbij op de “P” na het woord timer. Hoewel men bij een triggerbare timer geen opgaande tijd kan opgeven, dient waarde “0” te worden opgegeven. De laatste parameterwaarde binnen de haakjes is de afvaltijd. In bovenstaand voorbeeld bedraagt de afvaltijd dus 6 seconden. De eigenschap van deze timer is dus dat, zodra de ingang actief wordt, de uitgang eveneens actief wordt. De afvaltijd begint dan ook onmiddellijk te lopen onafgezien van de pulslengte van de stuuringang (dit in tegenstelling tot de standaard timer).
toepassing 1 Activatie zoemer bij doorgangsdetectie oprit
Veronderstellen we dat het potentiaalvrij contact van een fotocel aan de oprit is aangesloten op systeemingang I5.2. Op uitgang O3.2 is een zoemer aangesloten. Wanneer een personenwagen de oprit oprijdt, zal de fotocel een detectie doorgeven zolang de detectie wordt waargenomen. In de praktijk kan deze detectie voor een langere periode waargenomen worden wanneer de wagen tussen de fotocel en reflector blijft staan. Om nu te beletten dat de zoemer heel de tijd actief is kunnen we best een triggerbare timer inschakelen. O3.2= timerP (I5.2 , 0, 2) Bij het actief worden van ingang I5.2 gaat de uitgang O3.2 onmiddellijk ook actief worden. Ook al blijft ingang I5.2 voor een langere tijd actief, toch zal de uitgang onvoorwaardelijk na 2 seconden uitschakelen. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 20
DOMINO-snelstarthandleiding
Met een triggerbare timer kan men dus een korte puls creëren met een stuuringang die voor een lange periode actief blijft
toepassing 2 Sturing verlichting met schemerfunctie
In het hoofdstuk “Logische functies” hebben we reeds een toepassing met een schemerfunctie gezien. Hier zien we een variante die gebruikt maakt van 2 triggerbare timers. We veronderstellen dat er een schemerschakelaar aangesloten werd op ingang I7.2 Deze ingang is dus actief zolang het donker is. We wensen uitgang O1.1 aan te schakelen (set) wanneer het donker wordt, en/of uit te schakelen (reset) wanneer het terug dag wordt. V26.1 = V26.2 =
timer (I7.2 , 0, 1) timer (!I7.2 , 0, 1)
O1.1 = tI1.1 |
sV26.1 |
// puls bij donker // puls bij dag rV26.2
In het voorbeeld hierboven zal V26.1 een puls genereren van 1 seconde wanneer de schemerschakelaar (I7.2) actief wordt (donker). V26.2 zal een puls genereren van 1 seconde wanneer de schemerschakelaar (I7.2) terug inactief wordt (dag). Merk hierbij het uitroepteken “!” op dat vóór de stuuringang werd vermeld binnen deze timerfunctie. Beide pulsen kunnen dan verder gebruikt worden om de uitgang respectievelijk aan- of uit te schakelen. I1.1 zorgt voor de manuele bediening.
toepassing 3 Aanschakeling ventilator bij het doven van de toiletverlichting
In de volgende toepassing willen we de uitgang O1.1 gebruiken voor de toiletverlichting. De manuele bediening gebeurt via ingang I1.1. De ventialtor is aangesloten op uitgang O4.3 O1.1 = V27.1 V27.1 = tI1.1
// toiletverlichting // manuele bediening
O4.3 = timer (!V27.1 , 0 , 300 )
// ventilatorsturing
Bij deze variante ventilatorsturing zal de ventilator pas aanschakelen wanneer de verlichting terug uitgeschakeld wordt. Dit wordt bekomen door de activatie van de timer bij het inactief worden van het virtueel punt V27.2. Merk hierbij eveneens het uitroepteken “!” dat vóór de stuuringang werd vermeld binnen deze timerfunctie. De ventilator zal 5 minuten (300 seconden) na het doven van de verlichting ook uitschakelen.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 21
DOMINO-snelstarthandleiding Kloksturingen De klokfunctie laat toe om uitgangen te sturen op tijd volgens een dag of weekschema.
Om een klokfunctie te kunnen toepassen dient men een klokmodule in de installatie op te nemen.
In onderstaand voorbeeld zal uitgang O1.1 dagelijks actief zijn van 8:30 tot 17:30. O1.1
= CLOCK (8:30, 17:30)
Ook is het mogelijk om verschillende tijdsblokken aan te maken. O1.1 = CLOCK (8:30, 12:00) | CLOCK (13:30, 17:30) Door toevoeging van de weekdagen kunnen de blokken per dag verschillend zijn. Voor de weekdagen dient de volgende notatie gebruikt te worden: MON, TUE, WED, THU, FRI, SAT, SUN. In het volgend voorbeeld zal de uitgang actief zijn van maandag 8u30 tot dinsdag 17u30 en van donderdag 9u30 tot vrijdag 20u30 O1.1
= CLOCK (MON:8:30, TUE:17:30) |
CLOCK (THU:9:30, FRI:20:30)
De klokfunctie laat toe om ook een extra ingang op te geven (als AND gekoppeld) die ervoor zal zorgen dat de functie enkel actief zal zijn wanneer deze ingang actief is. In onderstaand voorbeeld is een schemerschakelaar aangesloten op ingang I2.3 De uitgang zal actief zijn van 17u30 tot 21u.30, dit op voorwaarde dat de schemerschakelaar ook actief is (donker). O1.1
= I2.3 & CLOCK (17:30,
21:30)
Dit laat een eenvoudige implementatie toe van een klok- en schemerfunctie.
de klokfunctie kan niet rechtstreeks toegepast worden op een DFTR en een DFDV module. volgende toepassingen illustreren hoe dit kan opgevangen worden door gebruik van virtuele punten.
Voor een klokfunctie mogen de opgegeven van- en tot- tijden binnen één tijdsblok niet dagoverschrijdend zijn. Zo zal de notatie “O1.1 = CLOCK (22:30 , 06:00)“ resulteren in een omgekeerd gedrag. In dit geval zal de uitgang actief zijn van 6u tot 22u30 en niet van 22u30 tot 6u.
toepassing 1 Sturing van 2 rolluiken ( DFTR module ) met schemer- en klokfunctie.
In deze toepassing willen we 2 rolluiken (O101.1 en O101.2) via individuele op- en neer knoppen kunnen bedienen (ingangen I20.1, I20.2, I20.3 en I20.4) en willen we dat beide rolluiken automatisch neergelaten worden wanneer het donker wordt. Dit mag echter pas gebeuren vanaf 18u. Om 7 u ’s morgens moeten de rolluiken onvoorwaardelijk opengaan. Een schemerschakelaar werd aangesloten op ingang I2.7
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 22
DOMINO-snelstarthandleiding Aangezien we een klokbereik hebben ingesteld van 18u tot 23u59, zal V26.1 binnen dit tijdsbestek actief worden op voorwaarde dat I2.7 (schemerschakelaar) ook actief is. V26.1 is gekoppeld aan de parameter “groep sluiten” van de rolluiksturing (cp) V26.2 wordt om 7u actief voor een periode van 1 minuut (minimale pulsduur van de klokfunctie). V26.2 laat de rolluiken weer opgengaan (op)
V26.1 = I2.7 & CLOCK (18:00, 23:59) V26.2 = CLOCK (7:00 , 7:01) O101.1 = oI20.1 O101.2 = oI20.3
| |
cI20.2 | cp V26.1 | op V26.2 cI20.4 | cp V26.1 | op V26.2
Gebruik bedieningspaneel DF8/IL Het bedieningspaneel DF8/IL biedt 8 systeemingangen en ook 8 terugmeldingsleds. De status van de terugmeldingsleds kunnen door middel van programmatie vrij worden bepaald. Omdat in dit geval een bediening meestal zowel een relaisuitgang als een terugmeldingsled zal aansturen, verdient deze module extra aandacht. De DF8/IL module neemt binnen het Domino systeem 4 ingangsadressen en 4 uitgangsadressen in beslag. Enkel het basisadres dient bij adressering te worden opgegeven. Automatisch worden de daaropvolgende adressen ook toegekend.
Bij de adressering van deze module dient men er rekening mee te houden dat niet alle adressen worden aanvaard. De adressen dienen een veelvoud van 4 + 1 te zijn. Dus mogelijke adressen zijn 1,5,9,13,17, 21, 25…. enz. Adres 2, 6, 10… enz, wordt dus bvb. door de module niet aanvaard!
Het basis-ingangsadres behandelt de 4 eerste fysische ingangen, het daaropvolgend ingangsadres behandelt de 4 laatste ingangen. De eerste 2 uitgangsadressen zijn voorbehouden voor interne verwerking. De 2 laatste moduleadressen behandelen ingangen uitgangen de terugmeldingsleds. Wanneer een DF8I/L module bvb. basisadres “25” heeft meegekregen, dan is de notatie voor de eerste 4 fysische ingangen; I25.1 tot I25.4 De notatie voor de 4 laatste ingangen is dan I26.1 tot I26.4 De tabel hiernaast geeft een overzicht weer van de moduleadressen waarbij als basisadres 25 werd gekozen:
I25.1 = ingang 1 I25.2 = ingang 2 I25.3 = ingang 3 I25.4 = ingang 4 I26.1 = ingang 5 I26.2 = ingang 6 I26.3 = ingang 7 I26.4 = ingang 8 I27.1 = status LED1 I27.2 = status LED2 I27.3 = status LED3 I27.4 = status LED4 I27.1 = status LED5 I27.2 = status LED6 I27.3 = status LED7 I27.4 = status LED8
O25.1 = gereserveerd O25.2 = gereserveerd O25.3 = gereserveerd O25.4 = gereserveerd O26.1 = gereserveerd O26.2 = gereserveerd O26.3 = gereserveerd O26.4 = gereserveerd O27.1 = sturing LED1 O27.2 = sturing LED2 O27.3 = sturing LED3 O27.4 = sturing LED4 O27.1 = sturing LED5 O27.2 = sturing LED6 O27.3 = sturing LED7 O27.4 = sturing LED8
Men kan stellen dat de ingangs- en uitgangspunten van de 2 laatste adressen (in dit geval adres 27 en 28) beschouwd kunnen worden als virtuele punten. Zoals reeds behandeld in deze handleiding kunnen virtuele punten als ingang of als uitgang worden gebruikt (zie hoofdstuk virtuele punten). HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 23
DOMINO-snelstarthandleiding Het verschil is hier dat deze virtuele punten niet vrij kunnen gebruikt worden. De status ervan is namelijk gekoppeld aan de status van de respectievelijke leds. Dus is een bepaald punt actief, dan zal ook de overeenstemmende led oplichten. Zoals in de weergave van deze module binnen BDVisio is te zien, worden de punten van adres 27 en 28 als virtuele punten aangegeven.
Een rond bolletje met daarrond een vierkante omlijning betekent dat dit punt zowel als ingang of als uitgang kan beschouwd worden. Wanneer men dit punt dus aanklikt met de muis, dan zal het punt rood kleuren en zal ook de led van de module oplichten. Hiervoor dient er uiteraard een communicatie met het systeem tot stand te zijn gebracht!
toepassing 1 Omschakeling uitgang via ingang DF8IL met terugmelding
In dit voorbeeld wordt uitgang O1.1 omgeschakeld via DF8I/L ingang I25.1. De overeenstemmende led dient op te lichten wanneer de uitgang actief is. De programmatiefunctie hiervoor ziet er als volgt uit: V27.1 = tI25.1 O1.1 = V27.1 Zoals we dit reeds bij eerdere toepassingen hebben gezien maken we hier ook gebruik van een brugfunctie. I25.1 voert een omschakeling (“t”) uit op V27.1. V27.1 is hier dus gebruikt als uitgang en is gekoppeld aan de visualisatieled van de eerste bediening. In een volgende regel wordt V27.1 gebruikt als logische ingang. Wanneer dit virtueel punt actief is zal ook de uitgang actief zijn. We hebben hiermee het gewenste resultaat bekomen.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 24
DOMINO-snelstarthandleiding
toepassing 2 Omschakeling uitgang via meerdere DF8IL modules met terugmelding op elke module
In dit voorbeeld wordt dezelfde uitgang (O1.1) omgeschakeld via dezelfde ingang, maar ook via een ingang van een 2e DF8I/L module. De 2e DF8I/L module heeft basisadres 29 en de gebruikte ingang is I29.3 Alle ingangen die de uitgang dienen om te schakelen, worden gekoppeld aan het virtueel punt V27.1. Dit virtueel punt is dus gekoppeld aan de visualisatieled van de eerste bediening en wordt dus ook als brugpunt gebruikt. In een volgende regel wordt V27.1 hier ook gebruikt als logische ingang. Wanneer dit virtueel punt actief is zal ook de uitgang actief zijn. Het enige wat ons nu nog te doen staat, is de visualisatieled van de 2e bediening ook laten werken. Deze led is gekoppeld aan V31.3 (dit is het visualisatiepunt dat overeenstemt met I29.3). V31.3 wordt ook als uitgang gekoppeld aan logische ingang V27.1. V27.1 zal dus zowel de relaisuitgang O1.1 als de terugmelding V31.3 activeren. V27.1 = tI25.1
|
tI29.3
O1.1 = V27.1 V31.3 = V27.1
De Analoge functie Op uitzondering van de dimmers hebben we tot nu toe enkel digitale functies behandeld (aan, uit, open, dicht…). Toch beschikt het Domino systeem ook over analoge modules waarbij het mogelijk is om bepaalde niveau’s te beschouwen (licht, temperatuur, windsnelheid ed.) waarbij dan verschillende schakeldrempels kunnen worden ingesteld. Een eerste module die deze mogelijkheid biedt is de DF-AI module. Dit is een module die 2 verschillende analoge ingangssignalen (2 kanalen), komende van allerlei in de handel te verkrijgen analoge sensoren, kan verwerken. Dit gebeurt volgens de standaard 0-10 volt (meest voorkomend) of ook 0-5 volt. Deze module zet het 0-10V signaal van de externe sensor om in een waardebereik van 0 tot 1000. Een sensorspanning van 3,6V wordt dus doorgegeven aan het systeem als een waarde van 360. Afhankelijk van het meetbereik van de gebruikte sensor en de verhouding tot de 0-tot 10V spanning die deze uitstuurt, kan dan de overeenstemmende waarde berekend worden.
De module neemt binnen het Domino systeem 2 opeenvolgende ingangsadressen in beslag, één voor elk kanaal. Bij de adressering van de module dient enkel het basisadres opgegeven te worden. Meer informatie aangaande deze module vindt men in diens technische fiche.
In het volgend voorbeeld zal uitgang O1.1 aanschakelen wanneer de analoge ingang van module 148 een drempelwaarde bereikt die groter is (“>”) dan 240. merk de “A” op vóór de ingang. Dit geeft aan dat het om een analoge module gaat. Met waarde 12 wordt een hysteresis bepaald (schakelverschil). De analoge ingangswaarde zal dan eerst naar 228 moeten terugzakken alvorens de uitgang weer uitschakelt (240 – 12 = 228) .
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 25
DOMINO-snelstarthandleiding De drempelwaarde (hier dus 240) en de hysteresiswaarde (12) dienen van elkaar gecheiden te zijn door eeen komma. O1.1
=
AI148 > 240, 12
Volgende operatoren zijn toegelaten: > groter dan < kleiner dan == gelijk aan >= groter of gelijk aan <= kleiner of gelijk aan != niet gelijk aan
Het is ook mogelijk om een bereik te bepalen en het gebruik van virtuele punten is ook toegestaan. Merk op dat hier geen hysteresis werd gebruikt. In dit voorbeeld zal V28.1 actief zijn wanneer de analoge ingang een waarde doorgeeft die groter is dan 30 en dat kleiner is dan 128 V28.1 = AI148 < 128 & AI148 > 30 Ook is het mogelijk om de waarde van 2 verschillende sensoren te beschouwen. In het volgende voorbeeld zal V28.3 aangeschakeld zijn wanneer AI148 een waarde doorgeeft kleiner dan 30, of wanneer AI149 een waarde doorgeeft kleiner dan 42. V28.3 = AI148 < 55 | AI149 < 42
In de grafische mappen van BDVisio wordt de DFAI module als volgt weergegeven. De getoonde ingangswaarden zijn de numerieke waarden in het berijk van 0 tot 1000.
DF-SUN Een tweede analoge module binnen het Domino gamma is de DF-SUN Dit is een lichtmeetmodule in IP55 behuizing bedoeld voor buitenopstelling. Via dipswitchen onder het topdeksel kunnen 5 verschillende meetbereiken worden ingensteld; 500 lux, 1.000 lux, 2.000 lux, 20.000 lux en 100.000 lux Het voordeel hiervan is dat deze module zowel kan gebruikt worden voor schemerfuncties als ook voor zonlichtdrempels ten behoeve van de sturing van zonnewering.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 26
DOMINO-snelstarthandleiding Eenmaal ingesteld zal de module het gekozen bereik omzetten in een numerieke meetwaarde van 0 tot 1000 (zoals bij de standaard analoge module). Het grote voordeel van DF-SUN in vergelijking met bvb. een klassieke modulaire schemerschakelaar is dat de drempelwaarde programmatorisch kan worden ingesteld en aangepast ipv. een instelling via een regelvijs op de schemermodule zelf.
Volgende omzettingen gelden voor de module: Instelberijk (LUX)
500 1000 2000 20000 100000
Omzetting naar buswaarde
Buswaarde = LUX Buswaarde = LUX Buswaarde = LUX Buswaarde = LUX Buswaarde = LUX
Instelberijk (LUX)
x2
500 1000 2000 20000 100000
x0,5 x0,05 x0,01
Omzetting naar LUX
LUX = buswaarde x0,5 LUX = buswaarde LUX = buswaarde x2 LUX = buswaarde x20 LUX = buswaarde x100
De weergave van de DF-SUN module ziet er in BDVisio uit zoals de afbeelding hiernaast (vanaf versie 8.0). Eenmaal het ingestelde bereik is geselecteerd, zal de reële actuele luxwaarde worden getoond.
toepassing 1 schemerfunctie met DF-SUN Verondertellen we dat we een schemerfunctie wensen aan te maken waarbij een drempelwaarde van 350 lux nodig is. Via de dipswitchen stellen we DF-SUN in op een bereik van 500 LUX. In dit geval dienen we in het onderstaand voorbeeld een buswaarde op te geven van 350 x2 = 700. We wensen een hysteresis van 30 LUX. De buswaarde voor deze hysteresis wordt dan 30 x2 = 60.
V27.3
=
AI150 < 700, 60
// schemerfunctie
Wanneer DF-SUN nu een luxwaarde doorgeeft van minder dan 350 LUX (buswaarde 700), zal virtueel punt V27.3 actief worden. Dit virtueel punt kan in het programma overal gebruikt worden daar waar men een schemerfunctie nodig heeft (zie reeds behandelde toepassingen)
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 27
DOMINO-snelstarthandleiding Verwarmingssturing Domino voorziet in de module DF-CT om een efficiënte temperatuurregeling per ruimte te kunnen realiseren. Per ruimte waar men een intelligente temperatuurregeling wenst, dient telkens een DF-CT module te worden voorzien. Deze module wordt ingebouwd in een muurinbouwdoos (voor schakelaars). De bijgeleverde sensor wordt dan in een (van een boring voorziene) blinde afdeklplaat gemonteerd. Ondanks zijn kleine afmeting is DF-CT een intelligente module met zeer uitgebreide mogelijkheden. Deze module neemt binnen het Domino systeem 2 ingangs adressen en 5 uitgangsadressen in beslag. Bij de adressering dient enkel een basisadres opgegeven te worden. De daarop volgende adressen die door de module in beslag worden genomen, worden automatisch toegekend. We adviseren om voor de DF-CT module van eerste temperatuurregelzone adres 151 te kiezen. Hierdoor is de adressering gestandaardiseerd om de verwarmingssturing later “plug and play” te kunnen sturen en instellen vanaf de webserver DF-WEB of vanaf het touchscreen DF-TOUCH. Dit via de door HIACC aangeboden standaard user-interfaces. Wanneer de DF-CT module het basisadres 151 heeft meegekregen, dan zullen de adressen 152, 153, 154 en 155 automatisch ook aan de module worden toegekend (dit betekent dat de volgende DF-CT module het basisadres “156” dient te krijgen). Het enige DF-CT-adres dat in deze handleiding relevant is, is het basis ingangsadres van de module. De andere adressen zijn enkel van toepassing wanneer een DF-WEB of DF-TOUCH in de installatie zijn opgenomen. Aangezien de implementatie van DF-TOUCH en DF-WEB niet onder de opstart van een basisinstallatie vallen, wordt dit niet in deze handleiding behandeld. Hiervoor verwijzen we naar de uitgebreide handleidingen waarover beide Domino- oplossingen beschikken. Indien dus de DF-CT module van eerste temperatuurzone het adres 151 heeft meegekregen, dan hebben de ingangspunten van de module de volgende betekenis. ingang I151.1 I151.2 I151.3 I151.4 I151.5 I151.6 I151.7 I151.8 I151.9 I151.10 I151.11 I151.12 I151.13 I151.14 I151.15 I151.16
beschrijving Vraag temperatuur Vraag koeling Ventilator op snelheid 1 Ventilator op snelheid 2 Ventilator op snelheid 3 Ventilator is uit Ventilatorsnelheid staat op manuele mode Temperatuursensor is buiten werking Setpunt “1” is actief Setpunt “2” is actief Setpunt “3” is actief Regeling is uitgeschakeld (OFF) Setpunt “manueel” is actief Manuele mode is actief Zomer mode is actief Niet gebruikt
De punten 3 tot 5 en de punten 9 tot 13 zijn mutueel exclusief. Dit betekent dat binnen beide bereiken slechts 1 punt gelijktijdig actief kan zijn. Willen we nu eenvoudigweg een electromagnetische zoneafsluitklep op de verwarmingscollector sturen die aangesloten is op een Domino relaisuitgang O4.2, dan dient enkel de volgende programmatieregel te worden ingegeven. O4.2 = I151.1
// sturing verwarming zone 1
Heel het verder verloop van de regeling wordt door de module zelf afgevangen en wordt hier verder verduidelijkt.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 28
DOMINO-snelstarthandleiding In het BDTools menu -<Modules’ Configuration> kan men selecteren. Het scherm “DFCT CONFIGURATION” wordt dan geopend.
In dit scherm kunnen de nodige instellingen gebeuren. Deze instellingen worden dan rechtstreeks naar de module gestuurd. Hieronder vindt men de beschrijving van de instelmogelijkheden; Module Address Hier dient men het basisadres in te geven van de DFCT module naar waar de instellingen moeten worden doorgestuurd. Mode Hier kan gekozen worden tussen een aan/uit regeling met hysteresis of een regeling volgens een PIDmodulatie. Voor een sturing vaan electromagnetische kleppen kunnen we de aan/uit mode selecteren. Hysteresis Voor de aan/uit mode kunnen hysteresiswaarden worden ingegeven. Voor een normaal gebruik kunnen de standaardwaarden behouden worden. Season DFCT laat toe om zowel verwarming te regelen als ook airconditioning. Via deze keuzemogelijkheid kan de gewenste regeling (verwarmen of koelen) manueel worden ingesteld. In het geval van koelen dient het ingangspunt I151.2 aan het uitgangsrelais gekoppeld te zijn die de vraag voor koeling aan het aircosysteem doorgeeft.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 29
DOMINO-snelstarthandleiding Set Point Hier kunnen de gewenste setpunten worden ingegeven voor zowel de zomer- als de wintermode. Zoals verder aan bod komt, kunnen deze setpunten dan op verschillende manieren actief gemaakt worden. Setpunten kunnen ingegeven worden door op het gewenste veld te dubbelklikken. Recal from I/V Dit laatste invulgebied verdient wat extra aandacht, omdat de voorziene velden ons de mogelijkheid bieden om tot een efficiënte regeling te komen. In elk van deze velden kunnen namelijk systeemingangen vermeld worden (reëel of virtueel) om bij activatie hiervan een setpunt of mode op te roepen bij de DFCT module. In het voorbeeld hiernaast wordt setpunt 1 opgeroepen bij een activatie van ingang I2.1 SP2 wordt opgeroepen met I2.3 en SP3 met I2.4. I2.4 is bvb. aangesloten op de bedieningsknop waaraan we een “alles-uit”-functie hebben gekoppeld. I2.3 is bvb. aangesloten op de bedieningsknop waaraan we een “nacht”-functie hebben gekoppeld. Met I2.1 wordt de comforttemperatuur opgeroepen. Werking: De module meet systematisch de actuele temperatuur in de ruimte. Deze temperatuurwaarde wordt intern vergeleken met het actieve setpunt. Is de reële temperatuur lager dan het actieve setpunt, dan zal het ingangspunt I151.1 actief zijn. Is de temperatuur hoger, dan zal I151.1 niet actief zijn. Hierbij worden de ingestelde hysteresiswaarden eveneens beschouwd. Deze werking wordt volledig automatisch geregeld door de module zelf en heeft betrekking op de ON/OFF mode in winterstand. In het geval van de PID-modulatiemode zal via een intern module-algoritme de regeling anticiperend zijn. Automatische en manuele mode: Er zijn 3 automatische setpunten en een vorstvrije uitstand ter beschikking. “Automatisch” betekent dat deze setpunten een weekklokschema kunnen volgen.
Om de weekklokfunctie te kunnen gebruiken dient hiervoor één van de Domino klokmodules in de installaties te worden opgenomen. Ook is er een manueel setpunt ter beschikking. Het manueel setpunt wordt geactiveerd wanneer de manuele mode wordt opgeroepen. Overschakelen tussen de manuele en automatische mode kan door de gewenste ingangen (reëel of virtueel) op te geven in de velden “Auto” en “Man” van het “Recal from I/V” gebied in het configuratiescherm. In manuele mode wordt de klok overbrugd. In deze mode is het ook mogelijk om de setpunten SP1, SP2, SP3 en OFF op te roepen. In dit geval wordt de klok eveneens overbrugd. Deze mode is handig om setpunten in functie van bepaalde toestanden op te roepen (bvb. afwezig), en waarbij de ingestelde kloktijden dus niet beschouwd mogen worden.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 30
DOMINO-snelstarthandleiding Ventilatorsturing Ook voorziet DF-CT in een automatische sturing voor een ventilator met 3 snelheden. 3 Domino-relaisuitgangen kunnen aangesloten worden op de overeenstemmende snelheidssturing van de ventilator. Deze uitgangen kunnen dan als volgt gekoppeld worden aan de respectievelijke ingangspunten I151.3 tot I151.5 van de DFCT module; O5.1 = I151.3 // sturing snelheid 1 O5.2 = I151.4 // sturing snelheid 2 O5.3 = I151.5 // sturing snelheid 3
Zowel voor een winter- als voor een zomersturing kunnen off-set temperaturen trapsgewijs ingegeven worden om automatisch van de ene naar de andere snelheid over te gaan. Doorsturen naar de module Als alle instellingen zijn ingegeven bestaat de laatste stap er in om deze door te sturen naar de DFCT module. Wanneer het moduleadres correct is ingegeven kan men links op de knop [Program] klikken. De gegevens worden nu naar de module doorgezonden. Uiteraard moet er hiervoor en communcatie tot stand zijn gebracht tussen BDTools en het Dominosysteem (F8)!
In BDVisio ziet de module er als volgt uit: De ingangspunten van het basisadres worden links getoond. In het midden vindt men de reële temperatuur en rechts de setpunten. De setpunten kunnen hier eveneens gewijzigd worden. Dubbelklik op het gewenste veld. Dit veld kleurt dan geel en een nieuwe waarde kan worden ingegeven. Via de [ENTER] toets wordt de waarde bevestigd.
toepassing 1 Sturing verwarming via toestand afwezig en aanwezig.
In het onderstaand voorbeeld veronderstellen we dat een statusrelais van de alarmcentrale gekoppeld werd aan reële ingang I3.2. Dit statusrelais geeft aan het Domino systeem door, of de inbraakbeveiliging is aangeschakeld. Een ingeschakelde inbraakbeveiliging impliceert dat de bewoners afwezig zijn. De electromagnetische afsluitklep die de warmwatercirculatie naar het betreffende lokaal stuurt, wordt aangesloten op relaisuitgang O4.2. Bij afwezigheid wil men automatisch de verwarming uitschakelen (vorstvrij). Omdat we hierbij niet wensen dat deze status door een eventuele (latere) kloksturing automatisch verandert, is het HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 31
DOMINO-snelstarthandleiding aangewezen om hiervoor eerst de manuele mode op te roepen. Vervolgens wordt dan in de manuele mode het “OFF-setpunt” opgeroepen. Dit zijn dus 2 bewerkingen die bij het actief worden van de toestand “Afwezig” dienen te gebeuren. Deze bewerkingen kunnen niet gelijktijdig plaatsvinden, maar dienen kort na elkaar te gebeuren. Dit wordt als volgt gerealiseerd. Wanneer Ingang I3.2 actief wordt (toestand afwezig), zal de manuele mode van DFCT opgeroepen worden. Dit komt omdat deze ingang rechtstreeks werd ingevuld in het veld “Man” van het configuratievenster. Dan wordt hierbij ook het manueel setpunt actief. Echter, we willen in deze manuele mode dat het OFF -setpunt (vorstvrij) wordt opgeroepen wanneer de bewoner afwezig is. Hiervoor wordt V26.1 gebruikt. Dit virtueel punt is het resultaat van een vertraagd opkomende timer gestuurd door I3.2 en met als vertragingstijd “1 seconde”. V26.1 zal dus 1 seconde na I3.2 actief worden (zie hoofdstuk timers). V26.1 wordt nu ingevuld in het veld “SPOff” van het configuratiescherm. 1 seconde nadat de manuele mode werd opgeroepen zal nu het OFF-setpunt actief worden. Bij aanwezigheid (Ingang I3.2 niet actief) wil men de automatische mode weer oproepen en wil men bvb. SP3 (stand by) activeren in deze verwarmingszone. Dit zijn terug 2 bewerkingen. Aangezien we in het invulveld “Auto” van het configuratiescherm geen ingang kunnen inverteren, wordt dit programmatorisch gedaan. De toestand “aanwezig” wordt bekomen met het virtueel punt V26.2 welke de omgekeerde status aanneemt van I3.2. V26.2 kan nu op zijn beurt in het veld “Auto” van het configuratiescherm worden ingevuld. Volgens dezelfde methode als bij de toestand “afwezig” zal V26.3 één seconde na het oproepen van de toestand “aanwezig” actief worden. V26.3 is namelijk het resultaat van een vertraagd opkomende timer gestuurd door V26.2 (toestand aanwezig) met vertragingstijd 1 seconde. V26.3 wordt dan in het invulveld “Set point SP3 ingevuld. 1 seconde na het oproepen van de automatische mode wordt SP3 actief. // Toestanden // I3.2 = V26.1 = timer (I3.2,1,0)
// toestand afwezig // toestand afwezig met vertraging 1 seconde
V26.2 = !I3.2 V26.3 = timer (V26.2,1,0)
// toestand aanwezig // aanwezig + 1 seconde
O4.2 = I151.1
// sturing verwarmingsklep
de triggering van de DFCT setpunten gebeuren via een flanksturing. Het feit dat stuuringangen voor een langere periode actief zijn, beinvloeden de sturing verder niet. Terwijl V26.3 actief blijft, is het verder mogelijk om via andere ingangen (drukknoppen), een DFTOUCH touchscreen of de DF-WEB server andere setpunten op te roepen. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 32
DOMINO-snelstarthandleiding
toepassing 2 Uitbreiding met weekklok
Zoals eerder vermeld dient één van de klokmodules in de installatie te worden opgenomen alvorens het weekschema van de DFCT module kan worden gebruikt; In de rechter zijde van het configuratiescherm van de DFCT kan men via de knop [Scheduler] volgend venster openmaken;
Via eenvoudige muisklik kan voor elke dag van de week per half uur het gewenste automatische setpunt (OFF, SP1, SP2, SP3) gekozen worden. Uiteraard dient de automatische mode actief te zijn om het weekschema te laten werken. Gaat men over van manuele mode naar automatische mode, dan zal het op dat moment geldend setpunt ook automatisch actief worden. Beschouwt men echter het vorige voorbeeld (toepassing 1), dan zal in dat geval SP3 worden opgeroepen bij de activatie van toestand “aanwezig”. Dit omdat V26.3 dit setpunt heeft geactiveerd. Het eerstvolgend klok-event, waarbij er van één setpunt naar een ander wordt overgegaan, zal dan automatisch een wijziging doorvoeren.
Het is dus een overweging om bij het gebruik van het weekschema de volgende regel weg te laten: V26.3 = timer (V26.2,1,0) // aanwezig + 1 seconden In dit geval wordt dan ook het veld SP3 in het configuratiescherm leeg gelaten. Bij het oproepen van de automatische mode zal de module namelijk nagaan welk setpunt er in het weekschema op dat moment van kracht is. Dit punt wordt dan door de module automatisch opgeroepen. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 33
DOMINO-snelstarthandleiding PROGRAMMA: STRUCTUUR & EFFICIENTIE Backslash “\”: Om aan te geven dat een programmatiefunctie verder gaat op de volgende regel, kan een backslash “\” worden gebruikt. Dit komt de overzichtelijkheid ten goede wanneer veel stuurpunten deel uitmaken van een functieregel. Dit laat bovendien ook toe om voor elke ingang een eigen commentaarregel in te geven. Volgende regel zal dus ook worden aanvaard: O1.1 =
\ tI1.1 \ | tI1.2 \ | tI3.4
// lichtpunt living // drukknop deur keuken // drukknop doorgang // drukknop salon
Merk op dat de laatste lijn geen “\” teken mag hebben. In het andere geval beschouwt de compiler de regels die daarop volgen ook als regels die deel uitmaken van deze functie. Dit geeft dan een compilatiefout. De define functie De define functie is zeer handig wanneer bvb. ingangen, uitgangen, virtuele punten of ook waarden, op verschillende plaatsen in het programma voorkomen, waarbij we niet telkens de oorsprong van het element willen gaan opzoeken. Deze functie laat namelijk toe om aan dergelijke elementen een variabele naam mee te geven. In plaats van de eigenlijke notatie te gebruiken kan men dan verder in het programma ook de variabele naam gebruiken. Dit bevordert aanzienlijk de leesbaarheid en de overzichtelijkheid. Om een element te definiëren wordt de notatie “#define” gebruikt. Dan volgt de variabele naam. Deze dient tussen procenttekens “%” te staan. De variabele naam kan vrij gekozen worden, maar kan niet bestaan uit spaties. Hoofdletters en kleine letters worden door de compiler genegeerd. Vervolgens wordt het element opgegeven, hier dus uitgang O1.1, dat de variabele naam meekrijgt. Het onderstaand voorbeeld geeft de correcte notatie van de define functie weer: #define %lp-living% O1.1 lp-living staat hier voor lichtpunt living. Volgend voorbeeld definiëert ingang I1.1. dk-living1 staat voor de eerste drukknop in de living. #define %dk-living1% I1.1 Vervolgens kunnen beide variabelen verder in het programma worden gebruikt: %lp-living% = t%dk-living1% Dit is dus hetzelfde als: O1.1 = tI1.1 Ook het volgende is mogelijk: #define %timertijd% 2 V26.1 = timerp (I2.4 , 0 , %timertijd% )
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 34
DOMINO-snelstarthandleiding Hier werd de afvaltijd van de pulstimer voorzien van een variabele naam. Of deze define functie hiervoor al dan niet gebruikt wordt is een vrije keuze en is voor een stuk smaak gebonden.
Waar de define functie wel onmisbaar is, is wanneer men complexere functies wenst te creëren die men op een gemakkelijke manier wil kunnen reproduceren, om deze dan meerdere malen in het project (of in andere projecten) verder te gebruiken. Zo hoeft men slecht één keer de functie te ontwerpen.
toepassing 1 Lang / kort-sturing met gebruik van de “#define”- functie
De meeste functieblokken die men via deze techniek aanmaakt, zullen wellicht bestaan uit meerdere functielijnen. Hierbij zal de aansturing gebeuren door één- of meerdere externe (ingangs)punten, maar er zullen ongetwijfeld ook een aantal (virtuele)punten, of timers zijn die enkel door de functie zelf worden gebruikt. Verder zullen de uitgangspunten (reëel of virtueel), die het resultaat zijn van deze functie, verder in het programma worden gebruikt. In onderstaand voorbeeld wordt een lang / kort functie geïllustreerd. De eigenlijke sturing bestaat slechts uit 4 programmatieregels, 2 timers en 4 virtuele punten. Toch zal blijken dat de “define-functie” en de extra regels wel degelijk hun nut hebben. Omdat men een functieblok wenst aan te maken dat men wil kunnen reproduceren, is het handig om aan de variabele namen telkens een functie-ID (met volgnummer) mee te geven die in elke variabele binnen de functie hetzelfde is. Hiervoor hebben we in dit geval “lk1” gekozen. Dit is afgeleid van 1e lang/kort functie. Gescheiden door een “-“ teken volgt dan het variabele deel dat voor elk punt binnen de functie verschillend is. De functie begint bij // lk1, gevolgd door de volledige backslash rij (“/////////// “) en eindigt bij // einde lk1. De functie wordt hierdoor dus netjes afgebakend. // lk1 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////// #define %lk1-input% I1.1 // systeemingang die de functie aanstuurt #define %lk1-time% 1.0 // tijd in seconden voor de lang-sturing #define #define
%lk1-v1% %lk1-v2%
V27.1 V27.2
// lokaal gebruikte punten // lokaal gebruikte punten
#define #define
%lk1-kort% %lk1-lang%
V27.3 V27.4
// uitstuurpunt kort // uitstuurpunt lang
// sturing %lk1-v1% = %lk1-v2% = %lk1-kort% = %lk1-lang% = // einde lk1
timerP(!%lk1-input%,0,0.4) timer(%lk1-input%,%lk1-time%,0.5) %lk1-v1% & !%lk1-v2% // uitstuurpunt kort %lk1-input% & %lk1-v2% // uitstuurpunt lang
Eerst wordt het extern aanstuurpunt gedefiniëerd. De reden waarom voor de “lang”-tijd ook een variabele wordt gebruikt, is om bij een latere eventuele wijziging ervan, niet meer te moeten nadenken bij welke van de 2 timers (en op welke plaats) de waarde moet aangepast worden. Dit is dus reeds vooraf bepaald.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 35
DOMINO-snelstarthandleiding Vervolgens vindt men de 2 virtuele punten die door de functie zelf worden gebruikt, gevolgd door de uitstuurpunten voor kort & lang. Het grote voordeel van deze werkmethode bij het reproduceren van dergelijke functieblokken, is dat de gebruikte (virtuele) punten, waarbij hetzelfde punt op meerdere plaatsen binnen de functie kan voorkomen, nog slechts op één plaats dienen aangepast te worden. Dit vermijdt het zoeken en de aanpassing van de geruikte punten, op elke plaats binnen de functie waar deze voorkomen, dit met mogelijke vergissingen tot gevolg.
Aangezien deze lang/kort-functie vooraf door ons is ontworpen en aangeboden wordt als sjabloonfunctie, wordt de werking van de functie op zich hier niet behandeld. Misschien kan het een interessante oefening zijn om zelf, aan de hand van de eerder toegelichte functies binnen deze handleiding ( virtuele punten, timers, logische functies), te trachten inzicht te krijgen in de werking van deze functie. Hoe dan ook, het enige wat hier van belang is, is dat we de functie kunnen reproduceren, aanpassen en binnen ons project gebruiken. Concreet wordt in bet vorig voorbeeld I1.1 gebruikt als drukknopingang voor deze functie. De “lang”-tijd wordt vastgelegd op 1 seconde. Verder worden V27.1 en V27.2 enkel binnen de functie zelf gebruikt. V27.3 en V27.4 zijn de uitstuurpunten voor respectievelijk “kort en lang” Hoe deze punten dan verder in het programma kunnen worden gebruikt om bvb. uitgangen aan te sturen wordt verder toegelicht. Eerst bekijken we hoe de functie nu kan gereproduceerd worden.
Reproductie van een functie e Om nu een 2 lang/kort functie aan te maken kan men de eerste functie kopiëren [Ctrl] & [C] en verder in het programma plakken [Ctrl] & [V]. Vervolgens dienen de gebruikte punten aangepast te worden. In volgend voorbeeld wordt I1.1 dan vervangen door I2.2 en de gebruikte virtuele punten worden dan V28.1 tot V28.4. Een laatste heel belangrijke bewerking bestaat erin om de functie-ID’s binnen deze nieuwe functie aan te passen. “%lk1-“ moet nu “%lk2-“ worden. Dit dient overal binnen deze tweede functie te gebeuren telkens waar “%lk1-“ voorkomt. Dit dient heel nauwkeurig te gebeuren want wanneer toch ergens “%lk1-“ is blijven staan, zal dit niet noodzakelijk een compilatiefout geven (zoals reeds vermeld mogen ingangspunten namelijk op verschillende plaatsen in het programma voorkomen), alleen zal de beoogde uitwerking niet zoals gewenst zijn en zullen verschillende functies elkaar ongewenst beïnvloeden.
Om dit nu heel efficiënt, snel en foutloos te kunnen doen beschikt BDTools over een zeer handige “Replace”-functie. Selecteer eerst in het programmatiescherm de eerste functie-ID van de 2e lang/kort-functie. Concreet wordt %lk1- blauwgemaakt op de eerste lokatie waar dit in de 2e lang/kort-functie voorkomt. Via het BDTools menu “Edit” > “Replace” kan het “REPLACE” (ook F4) scherm nu worden opengemaakt. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 36
DOMINO-snelstarthandleiding In het veld “Find:” verschijnt reeds de blauwgemaakte selectie. Vul in het veld “Replace with:” De vervangende tekst. Dit moet dus worden: %lk2Klik nu op de knop [Replace]. De aanpassing wordt doorgevoerd en de volgende lokatie waar de inhoud van het veld “Find” voorkomt wordt automatisch blauw gemaakt. Herhaal de handeling met de [Replace] knop tot wanneer alle functie-ID’s in de 2e lang/kort functie zijn aangepast.
Stop tijdig, want wanneer alle functie ID’s van de 2e functie zijn aangepast zal een volgende “Replace” actie een locatie opzoeken binnen de eerste functie. Dit is uiteraard niet de bedoeling. De reden waarom we “%lk1-“ selecteren (blauw maken) en bvb. niet enkel “1”, is omdat cijfer “1” misschien op meerdere plaatsen in het programma voorkomt. Met %lk1- bekomen we een unieke combinatie die ongewenste aanpassingen uitsluit. De 2é lang / kort functie ziet er nu uit zoals in volgend voorbeeld. Deze reproductie kan naar wens verschillende malen herhaald worden.
// lk2 ///////////////////////////////////////////////////////////////////////// #define %lk2-input% I2.2 // systeemingang die de functie aanstuurt #define %lk2-time% 1.0 // tijd in seconden voor de lang-sturing #define #define
%lk2-v1% %lk2-v2%
V28.1 V28.2
// lokaal gebruikte punten // lokaal gebruikte punten
#define #define
%lk2-kort% %lk2-lang%
V28.3 V28.4
// uitstuurpunt kort // uitstuurpunt lang
// sturing %lk2-v1% = %lk2-v2% = %lk2-kort% = %lk2-lang% = // einde lk2
timerP(!%lk2-input%,0,0.4) timer(%lk2-input%,%lk2-time%,0.5) %lk2-v1% & !%lk2-v2% // uitstuurpunt kort %lk2-input% & %lk2-v2% // uitstuurpunt lang
toepassing 2 Het verder gebruik van de Lang / kort-functie binnen het programma
Nu er 2 afzonderlijke lang/kort-uncties zijn aangemaakt kunnen deze verder worden gebruikt om de gewenste uitgangen aan te sturen. In het volgend voorbeeld wordt O1.1 omgeschakeld via de kort sturing van de eerste lang/kort-functie. HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 37
DOMINO-snelstarthandleiding O1.2 wordt omgeschakeld via de kort sturing van de tweede lang/kort-functie. Beide uitgangen worden gezamenlijk uitgeschakeld met de lang-sturing van beide lang/kort-functies. O1.1 = t%lk1-kort% | r%lk1-lang% | r%lk2-lang% O1.2 = t%lk2-kort% | r%lk1-lang% | r%lk2-lang%
Gebruik geen lang/kort functies in combinatie met de “mono”-bediening voor dimmers, of in combinatie met “open”- en “close”-functies voor rolluiken, want dit zijn op zich reeds lang/kort functies bekomen via de interne intelligentie van deze modules.
HIACC bvba Boechoutestraat 10 – B-9890 DIKKELVENNE Tel. 055/49 53 54 - Fax 055/49 53 41
Rel.: 1.0 augustus 2011
Page 38