Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.
Hoeveel EVC’s in de GGZ? Een overzicht en analyse van kwantitatieve gegevens om het potentiële gebruik van het erkennen van Elders Verworven Competenties (EVC’s) in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) te schatten
Dr. L.F.J. van der Velden Dr. R.S. Batenburg
ISBN 978-94-6122-232-9 http://www.nivel.nl
[email protected] Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 ©2014 NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
2.
Resultaten 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7.
I. II.
5
Aanleiding .......................................................................................................................... 5 Onderzoeksvragen ............................................................................................................... 5 Methoden en dataverzameling ............................................................................................. 6 Leeswijzer........................................................................................................................... 7
8
Inleiding.............................................................................................................................. 8 Welke opleidingen en beroepen zijn er in de GGZ? .............................................................. 8 Hoeveel personen volgen deze GGZ-opleidingen? ............................................................. 10 Bestaat er al een EVC-traject voor deze GGZ-opleidingen?................................................ 12 Hoeveel mensen werken in deze GGZ-beroepen?............................................................... 14 Hoeveel mensen komen in aanmerking voor een EVC-traject? ........................................... 16 Conclusies......................................................................................................................... 21
Presentatie voorlopige resultaten Relatie CONO-beroepenschema
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
25 41
3
4
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
1. Inleiding 1.1. Aanleiding Een EVC-traject kan gedefinieerd worden als een kort evaluatie-traject waarbij kandidaten worden beoordeeld op hun kennis en vaardigheden waarvoor ze geen formele diploma’s bezitten. In het geval iemand door werk- en leerervaringen een competentie heeft verworven die niet erkend is op basis van hun formele diploma’s, dan kan zo'n competentie alsnog gecertificeerd worden. Dit kan leiden tot korting op de opleidingsduur van een vervolgopleiding, of tot het alsnog voldoen aan de voorwaarden om voor een bepaalde functie in aanmerking te komen. Er is nog weinig bekend over de inzet van Eerder Verworven Competenties (EVC’s) als arbeidsmarkt- en scholingsinstrument in het GGZ-werkveld. Voor werkzoekende en werknemers lijken EVC’s grote voordelen te hebben. Ook op macroniveau worden EVC’s gezien als deeloplossing voor knelpunten op de arbeidsmarkt. Het is echter de vraag of voor alle type beroepen, opleidingen en instellingen EVC’s meerwaarde hebben. Deze vraag geldt specifiek voor het GGZ-werkveld, waarbinnen EVC’s nog weinig worden toegepast. Het bovenstaande heeft tot de vraag bij GGZ Nederland geleid of het zinvol is beleid te ontwikkelen ten aanzien van de inzet van trajecten voor het erkennen van Eerder Verworven Competenties (EVC’s) in het GGZ-werkveld. Om een antwoord op deze vraag te krijgen hebben Cinop en NIVEL van GGZ Nederland de opdracht gekregen om kwantitatief en kwalitatief onderzoek te verrichten. Dit deelrapport doet verslag van het kwantitatieve onderzoek dat het NIVEL heeft verricht. Het NIVEL-onderzoek richt zich op het afbakenen en empirisch in kaart brengen van de arbeidsmarkt van de GGZ-sector op basis van bestaande statistieken en databestanden. In het bijzonder wordt een inschatting gemaakt van de (potentiële) omvang van opleidingen (en beroepen) waar EVC’s binnen de GGZ toegepast zouden kunnen worden. Hiermee is input gegeven voor onderzoek waarmee geïnventariseerd wordt wat de huidige ervaringen zijn met EVC’s in de publieke sector, en wat de verwachtingen van de verschillende stakeholders in de GGZ zijn. Dit is het kwalitatieve onderzoek dat door Cinop is uitgevoerd. Tezamen geven beide onderzoeken kennis en inzicht aan GGZ Nederland om te bepalen welke rol zij kan spelen om de inzet van EVC’s onder haar leden eventueel te gaan ondersteunen en/of te borgen. In het Cinop-rapport “Evc in de ggz. Een onderzoek naar nut en noodzaak van evc voor instellingen in de geestelijke gezondheidszorg” wordt overigens verslag gedaan van het gehele door Cinop uitgevoerde kwalitatieve onderzoek, plus de belangrijkste uitkomsten van het door het NIVEL uitgevoerde kwantitatieve onderzoek. Het voor u liggende rapport is daarbij vooral bedoeld als document waarin, meer dan in het Cinop-rapport, verantwoording afgelegd wordt over het kwantitatieve onderzoek. Bovendien bevat het enkele additionele gegevens.
1.2. Onderzoeksvragen De centrale vraagstelling van het kwantitatieve onderzoek kan samengevat worden als:
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
5
Hoofdstuk 1: Inleiding
Wat is de omvang van de huidige en toekomstige opleidingen en beroepen binnen het GGZ-werkveld waarbinnen er mogelijke gebruik is, of kan zijn, van EVC-trajecten? Omdat de huidige en toekomstige situatie een belangrijk onderscheid vormt, is de hoofdvraag opgedeeld in twee deelvragen: 1. Op welke GGZ-beroepen en GGZ-opleidingen zouden EVC-trajecten in potentie van toepassing kunnen zijn? Voor deze deelvraag zijn de volgende subvragen opgesteld: Welke opleidingen en beroepen zijn er in de GGZ? Hoeveel personen volgen de geselecteerde GGZ-opleidingen? Bestaan er nu al EVC-trajecten voor die opleidingen, zo ja welke? Hoeveel personen werken in de geselecteerde GGZ-beroepen? Voor welke opleidingen hebben we indicaties dat daar nu of in de toekomst EVCtrajecten voor ontwikkeld zullen/kunnen worden? De antwoorden op de voorgaande vragen vormen de basis voor het beantwoorden van de tweede deelvraag: 2. Gegeven deze voorgaande afbakening, hoe groot zou dan deze potentiele arbeidsmarkt van GGZ-beroepen en -opleidingen in Nederland zijn waar EVC-trajecten mogelijk gebruikt kunnen gaan worden?
1.3. Methoden en dataverzameling Om een antwoord op de hiervoor geformuleerde vragen te verkrijgen is gebruik gemaakt van verschillende bronnen, landelijke representatieve arbeidsmarktdata, standaarden en methoden. Voor het bepalen van welke opleidingen en beroepen relevant zijn voor de GGZ-sector, is eerst gekeken naar het zogeheten CONO-beroepenschema. Omdat dit CONOberoepenschema alleen gericht is opleidingen die leiden tot een zogeheten BIG-beroep, moest dit schema aangevuld worden met opleidingen en beroepen zonder BIGerkenning. Deze aanvullingen zijn gedaan aan de hand van gegevens over onderverdelingen van opleidingen en beroepen in de diverse statistieken. Vervolgens is nagegaan hoeveel mensen een relevante opleiding volgen door te kijken naar diverse onderwijsstatistieken. De belangrijkste daarbij zijn die het CBS (“MBO; geslaagden naar gedetailleerde opleidingsrichting” en “Hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs; afgestudeerden”). Wat betreft de psychologische beroepen en de verpleegkundig specialisten zijn gegevens gebruikt uit het rapport “Het arbeidsaanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ in 2012” van het NIVEL. Het aantal werkzame personen is afgeleid van zowel gegevens van het CBS (“Medisch geschoolden; arbeidspositie, positie in de werkkring, naar beroep”), AZWinfo (“Nationale data; Werkgelegenheid naar kwalificatieniveau (15)”) als het rapport “Het arbeidsaanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ in 2012” van het NIVEL.
6
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 1: Inleiding
Voor het inventariseren van bestaande EVC-trajecten tenslotte, is gebruikt gemaakt van het Kenniscentrum EVC dat een register onderhoudt waarin alle erkende EVC-trajecten zijn terug te vinden. Daarnaast is gebruik gemaakt van enquêtedata die zijn verzameld in het kader van het Programma Arbeid in Zorg en Welzijn (AZW). Gebruik is gemaakt van de enquêtes die in 2009 en 2011 onder een representatieve groep werknemers in de sector zorg en welzijn is gehouden, en waarin enkele vragen zijn gesteld die als indicator kunnen dienen voor het ‘EVC-potentieel’ van bepaalde opleidingen die als behorend tot het GGZ-werkveld zijn gedefinieerd.
1.4. Leeswijzer De kern van dit rapport wordt gevormd door de resultaten waarmee de deelvragen van deze studie worden beantwoord (hoofdstuk 2). De bijlagen bevatten een presentatie van de voorlopige resultaten die in mei 2013 is gepresenteerd (bijlage I) en een gedetailleerde beschrijving van hoe op basis van het zogeheten CONO-beroepenschema een totaal overzicht is gemaakt van alle relevante opleidingen en beroepen in de GGZ-sector (bijlage II).
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
7
2. Resultaten 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk worden één voor één de deelvragen beantwoord die in hoofdstuk 1 zijn geformuleerd. Daarbij is voor elke deelvraag één samenvattende tabel is gemaakt, die besproken wordt aan de hand van een korte begeleidende tekst. Voor de leesbaarheid staat de begeleidende tekst op de even pagina en de tabel op een oneven pagina, zodat tekst en tabel tegenover elkaar staan.
2.2. Welke opleidingen en beroepen zijn er in de GGZ? Een belangrijke bron voor het antwoord op deze vraag, is het zogeheten beroepenschema van het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ (CONO). De versie van 29/3/2012 die bij het CONO op de website stond (zie Bijlage II), is daarbij door ons bestudeerd. Het CONO-beroepenschema heeft een aantal beperkingen. 1 Het betreft enkel beroepen die (kandidaat) BIG-beroep zijn. Maar er zijn een aantal belangrijke niet-BIG-beroepen in de GGZ. 2 Daarbij komt dat het ook niet helemaal volledig is wat betreft de BIG-beroepen. Het artikel 34 beroep Verzorgende IG ontbreekt. Dat beroep ontbreekt waarschijnlijk omdat er überhaupt geen cluster van verzorgende/helpende beroepen is opgenomen. 3 Er ontbreken enkele relevante MBO- en HBO-opleidingen, bijvoorbeeld de MBOopleiding Verpleging, die naast de HBO-opleiding Verpleegkunde ook toegang geeft tot een artikel 3 BIG-registratie als Verpleegkundige. Voor dit onderzoek hebben we een aangevuld beroepenschema gemaakt. Op de eerste plaats is het cluster verpleegkundige beroepen herbenoemd tot het cluster verzorgende en verpleegkundige beroepen. Daarin hebben ook de helpende beroepen een plaats gekregen. Verder zijn voor vrijwel alle cluster één of meerdere opleidingen toegevoegd. Ook zijn een groot aantal niet-BIG erkende beroepen toegevoegd. In totaal zijn er nu 21 initiële opleidingen en 5 vervolgopleidingen geïdentificeerd die relevant zijn voor de GGZ. Daarbij geldt dat er zowel bij de initiële als de vervolgopleidingen sprake kan zijn van een specifieke GGZ-differentiatie. In totaal zijn er vanwege de 21 initiële opleidingen ook 21 “(basis)beroepen” geïdentificeerd, waarbij een aantal van deze (basis)beroepen soms samengevat kunnen worden met één overkoepelende beroepsaanduiding. Voor de verpleegkundigen is bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen de MBO-opleiding en de HBO-opleiding, terwijl ze allebei toegang geven tot de BIG-registratie “Verpleegkundige”. Binnen organisaties wordt echter met zekere regelmaat expliciet onderscheid gemaakt tussen Verpleegkundigen niveau 4 (de MBO-verpleegkundigen) en 5 (de HBO-verpleegkundigen). Naast de 21 “(basis)beroepen” zijn er nog 10 “gespecialiseerde beroepen”. De nevenstaande Tabel 1 geeft het antwoord op de deelvraag van deze paragraaf.
8
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 1: Overzicht relevante opleidingen en beroepen voor de GGZ Clusters
Opleidingen
Beroepen
Profielen
Voor Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek CONO-profielen voor BIGVoor BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek basisberoepen Voor BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, GGZ-specifiek BIG-specialisaties, GGZ-specifiek Verzorgende en MBO Zorghulp Zorghulp (niet-BIG), niveau 1 verpleegMBO Helpende Helpende (niet-BIG), niveau 2 kundige MBO Verzorgende Verzorgende (niet-BIG), niveau 3 beroepen Met diff. Individuele Gezondheidszorg Verzorgende IG (art. 34) MBO Verpleging Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 HBO Verpleging Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 HBO Master Advance Nurse Practice Verpleegkundig Specialist (art. 14) HBO MANP, Differentiatie GGZ Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14) Medische beroepen
WO Geneeskunde Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopl. Psychiatrie
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen Plus opleiding GZ-psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch neuropsycholoog
Psychotherapeutische beroepen
WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen WO Geneeskunde Plus opleiding Psychotherapeut
Verpleegkundige (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Volwassenen - GGz Ouderen
Arts (art. 3) Arts (art. 3): Geneeskundig specialist (art. 14) - Arts verslavingszorg Psychiater (art. 14) HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
GZ-psycholoog (art. 3): - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Eerste lijnspsychologie - Forensische psychologie
Psychotherapeut (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen Psychotherapeut (art. 3)
Agogische beroepen
MBO Soc. Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Soc.-jur. D.verl. MBO Maatschappelijk Werk MBO Soc.-cultureel Werk HBO Soc. Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en D.verl. HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming Met differentiatie GGZ
Agoog (niet-BIG), SPW, niveau 3 en 4 GGZ-agoog (art. 34?): Agoog (niet-BIG), MSD, niveau 3 en 4 - Verslavingszorg Agoog (niet-BIG), MW, niveau 3 en 4 Agoog (niet-BIG), SCW, niveau 4 Agoog (niet-BIG), SPH, niveau 5 Agoog (niet-BIG), MWD, niveau 5 Agoog (niet-BIG), CMV, niveau 5 GGZ-agoog (art. 34?)
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie WO Bewegingswetenschappen Met differentiatie GGZ
Vaktherapeut (niet-BIG), KT, niveau 5 Vaktherapeut (niet-BIG), CT, niveau 5 Vaktherapeut (niet-BIG), PMT, niveau 5 Vaktherapeut (niet-BIG), BW, niveau 6 GZ-vaktherapeut (art. 34?)
GZ-vaktherapeut (art. 34?): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Forensische psychologie
NB: vervolgopl. = vervolgopleiding; Soc. = Sociaal; jur. = juridisch; D.verl. = Dienstverlening; diff. = differentiatie; art. 34? = artikel 34-status is aangevraagd; Rood: GGZ-specifieke opleidingen/beroepen; Vet: officieel erkende BIG-specialisaties.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
9
Hoofdstuk 2: Resultaten
2.3. Hoeveel personen volgen deze GGZ-opleidingen? Om te bepalen hoeveel personen deze opleidingen volgen, is vooral gekeken naar CBS gegevens. Maar voor een aantal specifieke opleidingen zijn andere bronnen gebruikt, waaronder gegevens van het CONO en van het NIVEL. Om de omvang van de opleidingen te kwantificeren, is gekeken naar het aantal gediplomeerden per jaar. Dat is een waarde die vergeleken kan worden voor alle opleidingen, omdat verschillen in de lengte van de opleidingen dan geen rol spelen. Het aantal gediplomeerden is daarbij relevanter voor de arbeidsmarkt dan het aantal eerstejaars. De meest omvangrijke opleiding wat betreft het aantal gediplomeerden per jaar is de opleiding MBO Sociaal Pedagogisch Werk, waar per jaar ongeveer 12.000 mensen gediplomeerd uitstromen. Ook de andere agogische opleidingen laten een relatief groot aantal gediplomeerden zien: bij elkaar gaat het om bijna 20.000 mensen per jaar die een relevante agogische opleiding afronden. Welk deel daarvan een GGZ-differentiatie heeft, is helaas onbekend. Duidelijk is ook dat deze opleidingen niet exclusief gericht zijn op de GGZ-sector. Daarover wordt verderop nog het een en ander aan informatie getoond. De opleidingen voor de helpende en verzorgende beroepen, laten eveneens een relatief omvangrijke groep gediplomeerden zien. Bij elkaar gaat het om zo’n 16.000 gediplomeerden per jaar. Voor de opleidingen MBO Verzorgende is het helaas onbekend hoeveel daarvan een differentiatie Individuele Gezondheidszorg heeft. De nevenstaande Tabel 2 geeft het antwoord op de deelvraag van deze paragraaf. Voor de MBO-opleidingen is bij het CBS ook bekend welk deel van de gediplomeerden het diploma heeft behaald in het (meestal fulltime) dagonderwijs (de BOL-leerweg), welk deel het diploma heeft behaald via werkend leren (de BBL-leerweg) en welk deel het diploma heeft behaald zonder onderwijs te volgen (de “extraneï”). Bij de opleiding MBO Sociaal-Cultureel Werk volgde het overgrote merendeel van de gediplomeerden dagonderwijs (88% BOL; 6% BBL; 6% Extraneï). Bij de opleidingen MBO Sociaal Pedagogisch Werk en MBO Maatschappelijke en Sociaal-Juridische Dienstverlening was het dagonderwijs ook de meest gevolgde route, maar deed een substantieel deel een werkend-leren traject (± 68% BOL; 25% BBL; 6% Extraneï). Bij de opleiding MBO Verpleging volgde een kleine meerderheid een werkend-leren traject (44% BOL; 54% BBL; 3% Extraneï). Bij de opleiding MBO Verzorging volgde een duidelijke meerderheid een werkend-leren traject (33% BOL; 63% BBL; 4% Extraneï). Bij de opleiding MBO Helpende was in de afgelopen jaren het aandeel Extraneï opvallend groot(43% BOL; 17% BBL; 40% Extraneï).
10
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 2: Overzicht aantal gediplomeerden per jaar per relevante opleiding Clusters
Opleidingen
Gediplomeerden Beroepen
Voor Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek per jaar Voor BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek Gemiddeld in laatste 5 BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek jaar (geen correctie BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek voor dubbeltellingen) BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, GGZ-specifiek BIG-specialisaties, GGZ-specifiek Verzorgende en MBO Zorghulp 1.200 verpleegMBO Helpende 10.000 kundige MBO Verzorgende 6.000 beroepen Met diff. Individuele Gezondheidszorg MBO Verpleging HBO Verpleging HBO Master Advance Nurse Practice HBO MANP, Differentiatie GGZ Medische beroepen
WO Geneeskunde Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopl. Psychiatrie
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie 700 HBO Pedagogiek 1.350 WO Psychologie 2.400 WO Pedagogiek 1.200 WO Gezondheidswetenschappen 200 Plus opleiding GZ-psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch neuropsycholoog
Psychotherapeutische beroepen
WO Psychologie 2.400 WO Pedagogiek 1.200 WO Gezondheidswetenschappen 200 WO Geneeskunde Plus opleiding Psychotherapeut
Zorghulp (niet-BIG) , niveau 1 Helpende (niet-BIG) , niveau 2 Verzorgende (niet-BIG) , niveau 3 Onbekend Verzorgende IG (art. 34) 3.900 Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 2.400 Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 225 Verpleegkundig Specialist (art. 14) 60 Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14) 2.500 2.000 160
Arts (art. 3) Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14)
HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) 760 GZ-psycholoog (art. 3) 70 Klinisch psycholoog (art. 14) 5 Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
2.500 100
Psychotherapeut (art. 3)
Agogische beroepen
MBO Soc. Pedagogisch Werk 12.300 MBO Maatschappelijke en Soc.-j. D.verl. 2.000 MBO Maatschappelijk Werk Onbekend MBO Soc.-cultureel Werk 800 HBO Soc. Pedagogische Hulpverlening 3.000 HBO Maatschappelijk Werk en D.verl. 2.200 HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming 500 Met differentiatie GGZ
Agoog (niet-BIG), SPW, niveau 3 en 4 Agoog (niet-BIG), MSD, niveau 3 en 4 Agoog (niet-BIG), MW, niveau 3 en 4 Agoog (niet-BIG), SCW, niveau 4 Agoog (niet-BIG), SPH, niveau 5 Agoog (niet-BIG), MWD, niveau 5 Agoog (niet-BIG), CMV, niveau 5 Onbekend GGZ-agoog (art. 34?)
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie 80 HBO Creatieve Therapie 260 HBO Psychomotorische Therapie 75 WO Bewegingswetenschappen 160 Met differentiatie GGZ
Vaktherapeut (niet-BIG), KT Vaktherapeut (niet-BIG), CT Vaktherapeut (niet-BIG), PMT Vaktherapeut (niet-BIG), BW Onbekend GZ-vaktherapeut (art. 34?)
NB: vervolgopl. = vervolgopleiding; Soc. = Sociaal; j. = juridisch; D.verl. = Dienstverlening; diff. = differentiatie; art. 34? = artikel 34status is aangevraagd; Rood: GGZ-specifieke opleidingen/beroepen; Vet: officieel erkende BIG-specialisaties. Het gemiddelde aantal gediplomeerden per jaar, is in principe gebaseerd op CBS-gegevens over de studiejaren 2006/’07 tot en met 2010/’11 voor de MBO-opleidingen en 2007/’08 tot en met 2011/’12 voor de HBO- en WO-opleidingen. De getallen zijn daarbij afgerond. Maar voor MBO Helpende is het jaar 2009/’10 uitgezonderd, omdat dit een uitbijter was met bijna 38.000 afgestudeerden. De opleiding HBO Toegepaste Psychologie is pas in 2007/’08 gestart. Daarom waren er nog geen afgestudeerden in de jaren 2007/’08 en 2008/’09, slechts 3 in 2009/’10, en daarna liep het op tot 197 in 2010/’11 en 452 in 2011/’12. Gegeven de instroom in de jaren2008/’09 tot en met 2012/’13, gemiddeld 1.400 per jaar, en bij een aanname van 50% studierendement, is de schatting gemaakt dat er ongeveer 700 afgestudeerden op de arbeidsmarkt zullen komen.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
11
Hoofdstuk 2: Resultaten
2.4. Bestaat er al een EVC-traject voor deze GGZ-opleidingen? Voor drie GGZ-gerelateerde clusters bestaan er al EVC-trajecten: voor de verpleegkundige beroepen, de agogische beroepen en de verzorgende/helpende beroepen. Voor de medische beroepen, de psychologische beroepen en de vaktherapeutische beroepen (nog) niet. Voor de clusters met EVC-trajecten geldt dat deze voor bijna alle initiële opleidingen worden aangeboden. De enige uitzondering is de opleiding HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming waarvoor geen EVC-traject is gevonden. Bij de opleiding MBO Verzorgende wordt ook een EVC-traject aangeboden inclusief de differentiatie Individuele Gezondheidszorg. Voor de agogische opleidingen is het onbekend in hoeverre het ook mogelijk is om een differentiatie GGZ erkend te krijgen. Bij de verpleegkundige opleidingen geldt dat er voor de HBO Master Advanced Nurse Practice geen EVC-traject wordt aangeboden en dus ook niet voor de differentiatie GGZ. De nevenstaande Tabel 3 geeft het antwoord op de deelvraag van deze paragraaf. Onbekend is hoeveel mensen thans zo’n EVC-traject volgen.
12
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 3: Overzicht over bestaande EVC-trajecten per relevante opleiding Clusters
Opleidingen
EVC-traject?
Voor Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek Voor BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, GGZ-specifiek Verzorgende en verpleegkundige beroepen
Medische beroepen
MBO Zorghulp Ja MBO Helpende Ja MBO Verzorgende Ja Met diff. Individuele Gezondheidszorg MBO Verpleging HBO Verpleging HBO Master Advance Nurse Practice HBO MANP, Differentiatie GGZ WO Geneeskunde Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopl. Psychiatrie
Beroepen Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek BIG-specialisaties, GGZ-specifiek
Zorghulp (niet-BIG), niveau 1 Helpende (niet-BIG) , niveau 2 Verzorgende (niet-BIG) , niveau 3 Ja Verzorgende IG (art. 34) Ja Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 Ja Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 Nee Verpleegkundig Specialist (art. 14) Nee Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14) Nee Nee Nee
Arts (art. 3) Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14)
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie Nee HBO Pedagogiek Nee WO Psychologie Nee WO Pedagogiek Nee WO Gezondheidswetenschappen Nee Plus opleiding GZ-psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch neuropsycholoog
HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) Nee GZ-psycholoog (art. 3) Nee Klinisch psycholoog (art. 14) Nee Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
Psychotherapeutische beroepen
WO Psychologie Nee WO Pedagogiek Nee WO Gezondheidswetenschappen Nee WO Geneeskunde Plus opleiding Psychotherapeut
Nee Nee
Psychotherapeut (art. 3)
Agogische beroepen
MBO Soc. Pedagogisch Werk Ja MBO Maatschappelijke en Soc.-jur. D.verl. Ja MBO Maatschappelijk Werk Ja MBO Soc.-cultureel Werk Ja HBO Soc. Pedagogische Hulpverlening Ja HBO Maatschappelijk Werk en D.verl. Ja HBO Culturele en Maatschappelijke Vorming Nee Met differentiatie GGZ
Agoog (niet-BIG), SPW, niveau3 en 4 Agoog (niet-BIG), MSD, niveau3 en 4 Agoog (niet-BIG), MW, niveau3 en 4 Agoog (niet-BIG), SCW, niveau 4 Agoog (niet-BIG), SPH, niveau 5 Agoog (niet-BIG), MWD, niveau 5 Agoog (niet-BIG), CMV, niveau 5 Onbekend GGZ-agoog (art. 34?)
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie Nee HBO Creatieve Therapie Nee HBO Psychomotorische Therapie Nee WO Bewegingswetenschappen Nee Met differentiatie GGZ
Vaktherapeut (niet-BIG), KT Vaktherapeut (niet-BIG), CT Vaktherapeut (niet-BIG), PMT Vaktherapeut (niet-BIG), BW Nee GZ-vaktherapeut (art. 34?)
NB: vervolgopl. = vervolgopleiding; Soc. = Sociaal; jur. = juridisch; D.verl. = Dienstverlening; diff. = differentiatie; art. 34? = artikel 34-status is aangevraagd; Rood: GGZ-specifieke opleidingen/beroepen; Vet: officieel erkende BIG-specialisaties.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
13
Hoofdstuk 2: Resultaten
2.5. Hoeveel mensen werken in deze GGZ-beroepen? Het aantal werkzame mensen per beroepsgroep kan niet altijd even goed bepaald worden, maar voor een groot aantal van de GGZ-beroepen kan dat wel. Daarbij is gebruik gemaakt van gegevens van het CBS, van AZWinfo en van het NIVEL. Voor bepaalde beroepen kon daarbij alleen nagegaan worden wat het aantal is op geaggregeerd niveau. Van de vaktherapeuten is bijvoorbeeld niet per specifieke opleidingsachtergrond bekend wat het aantal werkzame personen is, maar wel voor het geheel van de vaktherapeuten. Omdat het aantal erkende mensen per beroepsgroep een belangrijk kengetal is, is dat aantal ook nog opgenomen in de nevenstaande tabel 4. Te zien is bijvoorbeeld dat er ongeveer 76.500 artsen erkend zijn in het BIG, dat daarvan ongeveer 70.000 werkzaam zijn in de zorg en dat er daarvan ongeveer 7.900 werkzaam zijn in de GGZ-sector. Van de artsen die werkzaam zijn in de zorg is daarmee ongeveer 11% werkzaam in de GGZ. Het betreft vooral mensen die werkzaam zijn in de 2e lijns-GGZ. Van de 76.500 BIG erkende artsen, zijn er 39.500 ook nog erkend als geneeskundig specialist (zoals huisarts, internist of bedrijfsarts), waarvan 3.300 erkend zijn als psychiater. Van deze laatste groep werken er 3.100 in de zorg en 3.000 in de GGZ. Het aandeel in de zorg werkzame personen dat werkzaam is in de GGZ, verschilt sterk per cluster en binnen elk cluster ook nog per specifiek beroep. Het loopt uiteen van 2% voor de verzorgende/helpende beroepen tot 100% voor de verpleegkundig specialist GGZ. Voor het cluster agogische beroepen geldt dat 13% van alle werkzame personen in de zorg werkzaam is in de GGZ. De agogische beroepen kunnen dus niet getypeerd worden als een beroepsgroep die sterk gericht is op de GGZ. Wel is het op zich zelf met ongeveer 21.000 werkzame personen de grootste beroepsgroep is binnen de GGZ. Uit tabel 4 kan afgeleid worden dat naarmate het (door ons geselecteerde) zorgberoep specialistischer is, het aandeel dat in de GGZ werkt hoger is. Enkele GGZ-beroepsgroepen zijn nog onbekend qua omvang. Het gaat om beroepsgroepen die nog relatief nieuw zijn, zoals GGZ-agoog en GZ-therapeut. Bij elkaar werken er overigens bijna 70.000 mensen in de GGZ met een beroep in een van de 7 clusters. Dat is in principe zonder dubbeltellingen. In de beroepen die GGZ-specifiek zijn, werken in totaal iets meer dan 15.000 mensen. Daarin zijn dan niet de mensen meegeteld die een differentiatie GGZ in hun initiële opleiding hebben gevolgd, omdat dat aantal onbekend is.
14
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 4: Overzicht over aantallen erkende en in de zorg of de GGZ werkzame personen per relevant beroep Clusters
Beroepen
Erkend in BIG
Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek (geen BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek correctie voor BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek dubbeltellinBIG-specialisaties, GGZ-specifiek gen)
Werkzaam Werkzaam Aandeel in 1e of 2e lijn in Zorg in GGZ GGZ GGZ (geen correctie voor dubbeltellingen)
(geen correctie voor dubbeltellingen) e
Verzorgende Zorghulp (niet-BIG), niveau 1 n.v.t. 7.900 260 3% 2 lijn e en verpleeg- Helpende (niet-BIG) , niveau 2 n.v.t. 23.000 100 <1% 2 lijn e kundige Verzorgende (niet-BIG) , niveau 3 n.v.t. 167.000 2.700 2% 2 lijn beroepen Verzorgende IG (art. 34) Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend e Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 * 186.000 15.000 8% 2 lijn e Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 * 73.000 7.700 11% 2 lijn e Verpleegkundig Specialist (art. 14) 1.850 1.750 450 26% 2 lijn e Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14) 460 450 450 100% 2 lijn Medische beroepen Psychologische beroepen
Psychotherapeutische beroepen Agogische beroepen
Arts (art. 3) Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14) HBO-Psycholoog (niet-BIG) n.v.t. HBO-Pedagoog (niet-BIG) n.v.t. WO-Psycholoog (niet-BIG) n.v.t. WO-Pedagoog (niet-BIG) n.v.t. Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) n.v.t. GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14) Psychotherapeut (art. 3) Nb: Alleen Psychotherapeut
76.500 39.500 3.300
e
70.000 35.000 3.100
7.900 3.100 3.000
11% 9% 97%
2 lijn e 2 lijn e 2 lijn
Onbekend Onbekend > 3.650 > 1.450 Onbekend 15.000 13.000 2.060 1.950 115 110
Onbekend Onbekend > 2.500 > 400 Onbekend 11.000 1.900 105
Onbekend Onbekend 68% 28% Onbekend 85% 97% 95%
Onbekend Onbekend e e 1 en 2 lijn e e 1 en 2 lijn Onbekend e e 1 en 2 lijn e 2 lijn e 2 lijn e
e
6.600 1.500
5.500 1.000
5.000 900
91% 90%
1 en 2 lijn e 1 lijn
Agoog (niet-BIG), SPW, niveau 3 en 4 n.v.t. Agoog (niet-BIG), MSD, niveau 3 en 4 n.v.t. Agoog (niet-BIG), MW, niveau 3 en 4 n.v.t. Agoog (niet-BIG), SCW, niveau 4 n.v.t. Agoog (niet-BIG), SPH, niveau 5 n.v.t. Agoog (niet-BIG), MWD, niveau 5 n.v.t. Agoog (niet-BIG), CMV, niveau 5 n.v.t. GGZ-agoog (art. 34?) Nu nog n.v.t.
129.000 4.500 Onbekend 2.700 49.000 37.000 11.000 Nu nog n.v.t.
4.900 410 Onbekend 160 6.000 5.400 770 Nu nog n.v.t.
4% 9% Onbekend 6% 12% 15% 7% Nu nog n.v.t.
2 lijn e 2 lijn Onbekend e 2 lijn e 2 lijn e 2 lijn e 2 lijn Nu nog n.v.t.
e
e
Vaktherapeu- Vaktherapeut (niet-BIG) n.v.t. Onbekend 2.000 Onbekend 2 lijn tische GZ-vaktherapeut (art. 34?) Nu nog n.v.t. Nu nog n.v.t. Nu nog n.v.t. Nu nog n.v.t. Nu nog n.v.t. beroepen * In het BIG-register wordt geen onderscheid gemaakt tussen verpleegkundigen met een MBO- of HBO-opleiding. In totaal zijn ongeveer 274.000 verpleegkundigen BIG-geregistreerd; Rood: GGZ-specifieke opleidingen/beroepen; Vet: officieel erkende BIGspecialisaties.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
15
Hoofdstuk 2: Resultaten
2.6. Hoeveel mensen komen in aanmerking voor een EVC-traject? Om deze deelvraag te beantwoorden zijn twee invalshoeken gebruikt. De eerste betreft een eigen inschatting op basis van instroomgegevens. Daarbij is nagegaan hoeveel mensen in de GGZ gaan werken, zonder een specifieke GGZ-opleiding te hebben gevolgd. Deze zouden dus, nu of in de toekomst, gebruik kunnen (gaan) maken van een EVCtraject. De tweede invalshoek is gebaseerd op inschattingen van personen zelf, die werkzaam zijn in bepaalde beroepen binnen de GGZ, en in de AZW-enquêtes van 2009 of 2011 aangaven dat hun opleiding een beperkte aansluiting heeft met de functie die zij uitoefenen. Ook voor deze personen zou kunnen gelden dat zij gebruik zouden kunnen gaan maken van een EVC-traject.
2.6.1. EVC-potentieel op basis van gegevens over de instroom Voor de eerste invalshoek is eerst een schatting gemaakt van (1) de instroom per jaar zonder gespecialiseerde GGZ-opleiding op basis van de opleidingsaantallen (aantal gediplomeerden per jaar per opleiding, conform tabel 3), en (2) het aandeel van de in de zorg werkzame personen dat in de GGZ werkzaam is (aandeel GGZ, conform tabel 4). De combinatie van deze twee geeft per opleiding een grove indicatie van het aantal mensen dat jaarlijks in de GGZ instroomt. Door vervolgens na te gaan hoeveel van de instroom uit niet-gespecialiseerde opleiding instroomt in de wel-gespecialiseerde opleidingen, wordt een beeld verkregen van het aantal mensen dat werkt in de GGZ en geen specifieke GGZ-opleiding heeft. De basisgegevens staan in tabel 5. Voor de groep van HBO-verpleegkundigen levert dit, bijvoorbeeld, de volgende schatting op. Van de ongeveer 2.400 HBO-verpleegkundigen die jaarlijks afstuderen, gaat ongeveer 11% in de GGZ werken – als we aannemen dat het huidige percentage in de zorg werkzame HBO-verpleegkundigen die de GGZ werkt (11% dus) onveranderd zal blijven. Er gaan per jaar ook nog ongeveer 60 verpleegkundig specialisten werken in de GGZ. Die moeten in mindering worden gebracht op het aantal HBO-verpleegkundigen, omdat deze specialisten in eerste instantie de opleiding HBO-verpleegkunde hebben gevolgd. Deze correctie voor dubbeltellingen gebeurd in tabel 6
16
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 5: Overzicht aantal gediplomeerden per jaar per relevante opleiding Clusters
Opleidingen
Gediplomeerden Instroom in GGZ (schatting)
Voor Niet-BIG-beroepen, niet GGZ-specifiek per jaar Voor BIG-basisberoepen, niet-GGZ-specifiek (geen correctie voor Voor BIG-basisberoepen, GGZ-specifiek dubbeltellingen) Voor BIG-specialisaties, niet-GGZ-specifiek Voor BIG-specialisaties, GGZ-specifiek Verzorgende en MBO Zorghulp 1.200 verpleegMBO Helpende 10.000 kundige MBO Verzorgende 6.000 beroepen Met diff. Individuele Gezondheidszorg MBO Verpleging HBO Verpleging HBO Master Advance Nurse Practice HBO MANP, Differentiatie GGZ
3% <1% 2%
Instroom per jaar (schatting) (geen correctie voor dubbeltellingen) 30 50 120
Onbekend 3.900 2.400 225 60
Onbekend 8% 11% 26% 100%
Onbekend 310 265 60 60
2.500 2.000 160
11% 9% 100%
275 180 160
Medische beroepen
WO Geneeskunde Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopl. Psychiatrie
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie 700 HBO Pedagogiek 1.350 WO Psychologie 2.400 WO Pedagogiek 1.200 WO Gezondheidswetenschappen 200 Plus opleiding GZ-psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch psycholoog Plus vervolgopl. Klinisch neuropsycholoog
760 70 5
100% 100% 100%
760 70 5
WO Psychologie 2.400 WO Pedagogiek 1.200 WO Gezondheidswetenschappen 200 WO Geneeskunde Plus opleiding Psychotherapeut
2.500 100
100%
100
Psychotherapeutische beroepen
Onbekend Onbekend 68% 28% Onbekend
Onbekend Onbekend 1.630 340 Onbekend
Agogische beroepen
MBO Soc. Pedagogisch Werk 12.300 MBO Maatschappelijke en Soc.-jur. D.verl. 2.000 MBO Maatschappelijk Werk Onbekend MBO Soc.-cultureel Werk 800 HBO Soc. Pedagogische Hulpverlening 3.000 HBO Maatschappelijk Werk en D.verl. 2.200 HBO Culturele en maatschappelijke vorming 500 Met differentiatie GGZ
4% 490 9% 180 Onbekend Onbekend 6% 50 12% 360 15% 230 7% 35 Onbekend Onbekend Onbekend
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie 80 HBO Creatieve Therapie 260 HBO Psychomotorische Therapie 75 WO Bewegingswetenschappen 160 Met differentiatie GGZ
Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend
NB: vervolgopl. = vervolgopleiding; Soc. = Sociaal; jur. = juridisch; D.verl. = Dienstverlening; diff. = differentiatie; art. 34? = artikel 34-status is aangevraagd
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
17
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 6 geeft een samenvatting en vertaling van de gegevens uit tabel 5. Een aanzienlijk deel van alle 310 MBO-verpleegkundigen die jaarlijks instromen is potentieel kandidaat voor een EVC-traject. Het gaat dan om het aandeel dat geen GGZdifferentiatie heeft gevolgd. Het precieze aantal dat over een GGZ-differentiatie beschikt is onbekend. Het CBS registreert dit namelijk niet. Van de ongeveer 265 HBO-verpleegkundigen die jaarlijks in de GGZ instromen, zijn er 60 die na hun opleiding HBO-verpleegkunde ook nog verpleegkundig specialist GGZ zijn geworden. Er zijn derhalve ongeveer 265 minus 60 = 205 HBO-verpleegkundigen per jaar die in de GGZ aan de slag gaan en geen specifieke opleiding daarvoor hebben. Van de 275 artsen die jaarlijks in de GGZ instromen, zijn er 160 die de specialisatie psychiatrie hebben gevolgd. Er zouden dus jaarlijks ongeveer 275 minus 160 = 115 artsen aan het werk in de GGZ zonder daarvoor een specifieke opleiding te hebben gevolgd. Voor de andere GGZ-beroepsgroepen is dezelfde berekening gemaakt. Tabel 6: Overzicht al dan niet GGZ-gespecialiseerde instroom in de GGZ Functiecategorie
Instroom per jaar
Waarvan GGZ-gespecialiseerd
Geschat aantal EVC-kandidaten
MBO-verpleegkundigen
310
? met GGZ-differentiatie
<310
HBO-verpleegkundigen
265
? + 60 verpleegk. specialist GGZ
<205
Artsen
275
160 psychiater
115
WO-psychologen/pedagogen
>2.000
800 GZ-psycholoog, etc.
>1.200
MBO- en HBO-agogen
>1.350
? met GGZ-differentiatie
<1.350
Vaktherapeuten
575
? met GGZ-differentiatie
<500
Verzorgenden/helpenden
200
0
200
Totaal
>5.000
1.110
±3.800
Op basis van het bovenstaande is een schatting dat jaarlijks ongeveer 3.800 personen zonder specifieke GGZ-opleiding in de GGZ aan de slag gaan, kennelijk ‘on the job' werkervaring opdoen, en dus mogelijk een EVC-traject zouden kunnen gaan gebruiken om die ervaring ten behoeve van hun loopbaan en/of de eisen van de organisatie te formaliseren.
2.6.2. EVC-potentieel op basis van gegevens van AZWinfo De tweede invalshoek om na te gaan wat het EVC-potentieel in het GGZ-werkveld is, is gebaseerd op de eerder genoemde enquêtegegevens van AZWinfo. Daarbij hebben we de data van de werknemersenquêtes van 2009 en 2011 samengevoegd. In 2009 en 2011 samen is aan ruim 23.000 respondenten die werkzaam zijn in de zorg- en welzijnssector gevraagd hoe zij de aansluiting tussen hun opleiding en hun functie/beroep ervaren. Daarmee kunnen we de volgende vragen beantwoorden: Hoeveel respondenten geven dat het eigen opleidingsniveau lager of hoger is dan het door de werkgever vereiste niveau? Hoeveel respondenten geven aan dat de eigen opleidingsrichting lager of hoger is het door de werkgever vereiste richting? Hoeveel respondenten geven aan dat de eigen kennis en vaardigheden lager of hoger zijn dan dat wat voor het werk nodig is? Interessant is dat ook aan alle respondenten is gevraagd of zij ooit een EVC-traject hebben gevolgd. 18
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
We presenteren hieronder de resultaten van een secundaire analyse die is uitgevoerd op het AZW-databestand. Daartoe zij alle respondenten geselecteerd die in de enquête zelf hebben aangegeven in de GGZ-sector werkzaam te zijn. Van de ondervraagden was dit 8,6%, en in absolute zin gaat het totaal om 2.009 respondenten. Daarbij zaten echter nog wel ongeveer 700 mensen die werkzaam zijn in andere beroepen dan die geïdentificeerd zijn voor de 7 clusters van cliëntgebonden functies. Het gaat dan om Hotelfuncties, Administratieve functies, et cetera. Ongeveer 1.300 respondenten hadden daarentegen wel een functie die behoord tot de 7 clusters van cliëntgebonden functies. In data van AZWinfo zijn deze functies overigens wat anders ingedeeld dan de indeling die verder in dit rapport is gehanteerd. Zo is er in de data van AZWinfo sprake van een onderscheid tussen “Algemeen verpleegkundige functies” en “Gespecialiseerd verpleegkundige functies”. De term “Gespecialiseerd” slaat daarbij niet per se op het erkend zijn als Verpleegkundig specialist (al dan niet met de differentiatie GGZ). Respondenten konden de categorie “Algemeen verpleegkundige functie” of “Gespecialiseerd verpleegkundige functie” aankruisen, zonder dat daarbij een omschrijving stond van wat er onder verstaan wordt. Analyse van de vraag: hoe verhoudt het eigen opleidingsniveau zich tot het door de werkgever vereiste niveau? Tabel 7 presenteert de antwoorden op deze vraag, uitgesplitst naar functiecategorie. We zien dat 9% van het totaal aantal werknemers in de GGZ zelf aangeeft op een hoger niveau werkzaam is dan waarvoor ze zijn gekwalificeerd. Dat zijn eventueel EVCkandidaten, als we ervan uit gaan dat zij voor zichzelf en/of de organisatie zo’n traject zouden willen volgen. Overigens zou op basis van deze tabel ook geconcludeerd kunnen worden dat 16% van de werknemers nog een doorgroeipotentieel heeft, zonder dat daarvoor een EVC-traject nodig is. Het blijkt namelijk dat 16% van de werknemers een hoger opleidingsniveau heeft dan vereist. Tabel 7: Overzicht eigen opleidingsniveau versus door werkgever vereiste niveau Functiecategorie
Aandeel eigen niveau hoger dan vereiste niveau (werkt onder eigen niveau)
Aandeel eigen niveau gelijk aan vereiste niveau
Aandeel eigen niveau lager dan vereiste niveau (werkt boven eigen niveau)
Totaal (n)
Helpende functie
26%
63%
11%
100% (27)
Verzorgende functie
16%
71%
13%
100% (77)
Algemeen verpleegkundige functie
23%
69%
8%
100% (155)
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
12%
78%
11%
100% (225)
Begeleidende /agogische functie
28%
63%
10%
100% (258)
Behandel(ondersteunende) functie
14%
81%
5%
100% (21)
Psychosociale behandelfunctie
15%
77%
8%
100% (279)
Sociaalwetenschappelijke functie
5%
90%
4%
100% (207)
Teamleider
5%
70%
25%
100% (40)
Totaal
16%
75%
9%
100% (1.289)
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
19
Hoofdstuk 2: Resultaten
Analyse van de vraag: hoe verhoudt de eigen opleidingsrichting zich tot het door de werkgever vereiste richting? Tabel 8 laat zien dat van alle werknemers in de GGZ 12% aangeeft in een vakgebied werkzaam te zijn waarvoor men niet is opgeleid. Dat kunnen personen zijn die eventueel gebruik (zullen gaan) maken een EVC-traject. Onbekend is hoe lang personen al werkzaam zijn in hun positie. Tabel 8: Overzicht eigen opleidingsrichting versus door werkgever vereiste richting Functiecategorie
Werkt in vakgebied waarvoor men is opgeleid
Werkt niet in vakgebied waarvoor men is opgeleid
Totaal (n)
Helpende functie
64%
36%
100% (28)
Verzorgende functie
88%
12%
100% (77)
Algemeen verpleegkundige functie
92%
8%
100% (155)
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
94%
6%
100% (225)
Begeleidende /agogische functie
77%
23%
100% (258)
Behandel(ondersteunende) functie
86%
14%
100% (21)
Psychosociale behandelfunctie
85%
15%
100% (278)
Sociaalwetenschappelijke functie
98%
2%
100% (208)
Teamleider
80%
20%
100% (40)
Totaal
88%
12%
100% (1.290)
Analyse van de vraag: hoe verhouden de eigen kennis en vaardigheden zich tot dat wat voor het werk nodig is? Werknemers die meer kennis en vaardigheden hebben dan voor het werk verseist is, zouden in staat kunnen zijn om door te stromen naar een andere functie. Daarom is dit een indicator voor personen die wellicht gebruik zouden willen maken van een EVCtraject. Werknemers die minder kennis en vaardigheden hebben dan het werk vereist, zijn eventueel kandidaten voor bijscholing, en zijn daarmee ook potentiele EVCgebruikers. Tabel 9 laat zien dat het om respectievelijk 5 en 27% van de personen werkzaam in de GGZ gaat.
20
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoofdstuk 2: Resultaten
Tabel 9: Overzicht eigen kennis en vaardigheden versus voor werk vereiste kennis en vaardigheden Functiecategorie
Minder dan het werk vereist
Meer dan het werk vereist
Totaal (n)
Helpende functie
11%
21%
100% (28)
Verzorgende functie
3%
27%
100% (78)
Algemeen verpleegkundige functie
5%
36%
100% (158)
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
3%
26%
100% (225)
Begeleidende /agogische functie
5%
36%
100% (258)
Behandel(ondersteunende) functie
0%
29%
100% (21)
Psychosociale behandelfunctie
5%
31%
100% (284)
Sociaalwetenschappelijke functie
5%
11%
100% (209)
Teamleider
3%
10%
100% (40)
Totaal
5%
27%
100% (1.301)
Analyse van de vraag: heeft u een EVC-traject gevolgd? Het blijkt dat 5% van alle werknemers in de GGZ al een EVC-traject doorlopen heeft. Dit percentage is het hoogst onder algemeen verpleegkundigen, het laagst onder de helpenden en respondenten die een sociaalwetenschappelijk functies vervullen. Tabel 9: Overzicht of een EVC-traject gevolgd is Functiecategorie
Nee, geen EVC-traject gevolgd
Ja, EVC-traject gevolgd
Totaal (n)
Helpende functie
100%
0%
100% (26)
Verzorgende functie
94%
6%
100% (69)
Algemeen verpleegkundige functie
92%
8%
100% (139)
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
93%
7%
100% (207)
Begeleidende /agogische functie
93%
7%
100% (238)
Behandel(ondersteunende) functie
95%
5%
100% (21)
Psychosociale behandelfunctie
96%
4%
100% (264)
Sociaalwetenschappelijke functie
100%
0%
100% (198)
Teamleider
94%
6%
100% (36)
Totaal
95%
5%
100% (1.198)
2.7. Conclusies De hoofvraag van dit onderzoek was: Wat is de omvang van de huidige en toekomstige opleidingen en beroepen binnen het GGZ-werkveld waarbinnen er mogelijke gebruik is, of kan zijn, van EVC-trajecten? Samengevat schatten we ten eerste in dat 5-10% van de huidige werknemers in de GGZ potentieel in aanmerking voor een EVC-traject. Deze schatting is gebaseerd op een combinatie van indicatoren, namelijk het percentage dat zelf aangeeft een opleiding te Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
21
Hoofdstuk 2: Resultaten
hebben gevolgd die niet aansluit bij het niveau of richting van de functie die zij thans (in de GGZ) vervullen. Rekenen we op basis hiervan door om hoeveel personen het in absolute zin gaat, dan komt dit uit op tussen de 3.500 en 7.000 personen in 2013. Voor deze schatting baseren we ons op een brede definitie van GGZ-beroepen en GGZopleidingen, waarin verschillende niveaus en richtingen zijn meegenomen die tot ‘het GGZ-werkveld’ gerekend kunnen worden. Ten tweede schatten we dat per jaar 5-10% van de gehele instroom in de GGZ-sector personen betreft die geen specifieke GGZ-opleiding hebben gevolgd, maar deze gezien hun functie/beroep wel nodig hebben (of zouden kunnen hebben). Dit is dus de groep die voor een jaarlijkse aanwas van potentiele EVC-kandidaten zou kunnen zorgen. In absolute termen – en wederom gebaseerd op onze afbakening van GGZ-beroepen en GGZ-opleidingen –gaat hierbij om 250 en 500 personen per jaar. Uit de uitsplitsingen die we systematisch hebben gemaakt naar soort GGZ-functie en beroep concluderen we dat het lijkt nuttig lijkt om EVC-trajecten te ontwikkelen voor twee groepen: (1) de GGZ-specifieke (MBO/HBO) agogische en verplegende beroepen, en (2) de (HBO/WO) psychologische beroepen. Onder deze groepen is het ‘EVCpotentieel’ relatief groot en bovendien zijn er relatief veel personen in deze beroepsgroep actief. Hierbij moet bedacht worden dat deze conclusie gebaseerd is een cijfermatige analyse. De daadwerkelijke behoefte en mogelijkheden voor EVC-trajecten in de GGZ zoals die in het werkveld leven, dienen op andere wijzen onderzocht te worden. In dit deelonderzoek betreft het dus nadrukkelijk een inschatting van het ‘maximale’ potentieel.
22
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
BIJLAGEN
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
23
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
I.
Presentatie voorlopige resultaten
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
25
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Beroepenschema CONO (29/3/2012) Clusters
Onderwijs
Beroep
Profiel
Verpleegkundige beroepen
HBO Verpleging
Verpleegkundige (art. 3)
Differentiatie GGZ tijdens HBO Master Advance Nurse Practice
Verpl. Spec. GGZ (art. 14)
Verpleegkundige (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Volwassenen - GGz Ouderen
WO Geneeskunde
Arts (art. 3)
Met vervolgopleiding Psychiatrie
Psychiater (art. 14)
CONO-opleiding GZ-psycholoog (na WO Psychologie, WO Pedagogie of WO Gezondheidswetenschappen)
GZ-psycholoog (art. 3)
Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
Klinisch psych. (art. 14) Kl. neuropsych. (art. 14)
Psychotherapeutische beroepen
CONO-opleiding Psychotherapeut (na WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneesk.)
Psychotherapeut (art. 3)
Psychotherapeut (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen
Agogische beroepen
Differentiatie GGZ tijdens HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening of HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
GGZ-agoog (art. 34?)
GGZ-agoog (art. 34?): - Verslavingszorg
Vaktherapeutische beroepen
Differentiatie GGZ tijdens HBO Creatieve Therapie of HBO Psychomotorische Therapie
GZ-vaktherapeut (art. 34?)
GZ-vaktherapeut (art. 34?): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Forensische psychologie
Medische beroepen
Psychologische beroepen
Arts (art. 3): - Arts verslavingszorg GZ-psycholoog (art. 3): - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Eerste lijnspsychologie - Forensische psychologie
Beperking: alleen (kandidaat) BIG-beroepen en exclusief art. 34 beroep Verzorgende-IG
26
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Beroepenschema CONO aangevuld Clusters
Onderwijs
Beroep
Profiel
Verpleegkundige beroepen
MBO Verpleging HBO Verpleging
Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 Verpleegkundig Specialist (art. 14) Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14)
Verpleegkundige (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Volwassenen - GGz Ouderen
Medische beroepen
WO Geneeskunde Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopleiding Psychiatrie
Arts (art. 3) Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14)
Arts (art. 3): - Arts verslavingszorg
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen Plus CONO-opleiding GZ-psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
GZ-psycholoog (art. 3): - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Eerste lijnspsychologie - Forensische psychologie
Psychotherapeutische beroepen
WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneeskunde Plus CONO-opleiding Psychotherapeut
Psychotherapeut (art. 3)
Agogische beroepen
MBO Sociaal Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Sociaal-juridische Dienstverl. MBO Sociaal-cultureel Werk HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Met differentiatie GGZ
Agoog (niet-BIG), SPW Agoog (niet-BIG), MSD Agoog (niet-BIG), SCW Agoog (niet-BIG), SPH Agoog (niet-BIG), MWD GGZ-agoog (art. 34?)
GGZ-agoog (art. 34?): - Verslavingszorg
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie Met differentiatie GGZ
Vaktherapeut (niet-BIG), KT Vaktherapeut (niet-BIG), CT Vaktherapeut (niet-BIG), PMT GZ-vaktherapeut (art. 34?)
GZ-vaktherapeut (art. 34?): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Forensische psychologie
MBO Helpende MBO Verzorgende Met differentiatie Individuele Gezondheidszorg
Helpende (niet-BIG) Verzorgende (niet-BIG) Verzorgende IG (art. 34)
Verzorgende /-helpende beroepen
HBO Master Advance Nurse Practice HBO Master Advance Nurse Practice, Differentiatie GGZ
Psychotherapeut (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen
Nb: In dit overzicht zijn de verzorgende en helpende beroepen een apart cluster. Later is besloten om één cluster voor verzorgende en verpleegkundige beroepen te hanteren. In dit overzicht ontbreken nog de opleidingen HBO Culturele en maatschappelijke vorming, WO Bewegingswetenschappen en MBO Zorghulp.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
27
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Opleidingsgegevens: aantallen Clusters
Onderwijs
Gediplomeerden / jaar
Beroep
Verpleegkundige beroepen
MBO Verpleging HBO Verpleging
3.900 2.300
Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 Verpleegkundig Specialist (art. 14) Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14)
Medische beroepen
WO Geneeskunde
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen Plus CONO-opleiding GZ-psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
HBO Master Advance Nurse Practice HBO Master Advance Nurse Practice, Differentiatie GGZ
225 60 2.500
Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopleiding Psychiatrie
WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneeskunde Plus CONO-opleiding Psychotherapeut NB: vaak i.c.m. psychiatrie, klin. psych. of GZ-psych.
Agogische beroepen
MBO Sociaal Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Sociaal-juridische Dienstverl. MBO Sociaal-cultureel Werk HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Met differentiatie GGZ
12.000 2.000 800 2.900 2.000
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie
80 425 75
760 70 5
HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
100
Met differentiatie GGZ MBO Helpende MBO Verzorgende Met differentiatie Individuele Gezondheidszorg
Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14)
700 1.350 1.200 2.400 200
Psychotherapeutische beroepen
Verzorgende /-helpende beroepen
Arts (art. 3) 2.000 160
Psychotherapeut (art. 3) NB: vaak psychiater/psychotherapeut etc. Agoog (niet-BIG), SPW Agoog (niet-BIG), MSD Agoog (niet-BIG), SCW Agoog (niet-BIG), SPH Agoog (niet-BIG), MWD
Onbekend
GGZ-agoog (art. 34?)
Onbekend
Vaktherapeut (niet-BIG), KT Vaktherapeut (niet-BIG), CT Vaktherapeut (niet-BIG), PMT GZ-vaktherapeut (art. 34?)
Onbekend
Helpende (niet-BIG) Verzorgende (niet-BIG) Verzorgende IG (art. 34)
10.000 6.000
Nb: In dit overzicht zijn de verzorgende en helpende beroepen een apart cluster. Later is besloten om één cluster voor verzorgende en verpleegkundige beroepen te hanteren. In dit overzicht ontbreken nog de opleidingen HBO Culturele en maatschappelijke vorming, WO Bewegingswetenschappen en MBO Zorghulp. De aantallen gediplomeerden per jaar van psychologie en pedagogie zijn in dit overzicht per ongeluk omgedraaid.
28
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
29
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Opleidingsgegevens: EVC-traject? Clusters
Onderwijs
Gediplomeerden / jaar
EVC-traject?
Verpleegkundige beroepen
MBO Verpleging HBO Verpleging
3.900 2.300
Ja Ja
Medische beroepen
WO Geneeskunde
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen Plus CONO-opleiding GZ-psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
HBO Master Advance Nurse Practice HBO Master Advance Nurse Practice, Differentiatie GGZ
225 60 2.500
Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopleiding Psychiatrie
Nee Nee Nee
2.000 160 700 1.350 1.200 2.400 200
Psychotherapeutische beroepen
WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneeskunde Plus CONO-opleiding Psychotherapeut
Agogische beroepen
MBO Sociaal Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Sociaal-juridische Dienstverl. MBO Sociaal-cultureel Werk HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Met differentiatie GGZ
12.000 2.000 800 2.900 2.000
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie
80 425 75
Verzorgende /-helpende beroepen
MBO Helpende MBO Verzorgende Met differentiatie Individuele Gezondheidszorg
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
760 70 5
Nee Nee Nee
100
Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Onbekend
Met differentiatie GGZ
Onbekend Nee Nee Nee
Onbekend 10.000 6.000
Nee Ja Ja
Onbekend
Ja
Nb: In dit overzicht zijn de verzorgende en helpende beroepen een apart cluster. Later is besloten om één cluster voor verzorgende en verpleegkundige beroepen te hanteren. In dit overzicht ontbreken nog de opleidingen HBO Culturele en maatschappelijke vorming, WO Bewegingswetenschappen en MBO Zorghulp. De aantallen gediplomeerden per jaar van psychologie en pedagogie zijn in dit overzicht per ongeluk omgedraaid.
30
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
31
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Arbeidsmarktgegevens: aantallen Clusters
Beroep
Erkend in BIG
Werkzaam in Zorg
Werkzaam in GGZ
Aandeel in GGZ
1e of 2e lijn GGZ
Verpleegkundige beroepen
Verpleegkundige (art. 3) Verpleegkundig specialist (art. 14) Verpleegkundig specialist GGZ (art. 14)
274.000
165.000
15.000
9%
2e lijn
Medische beroepen
Arts (art. 3) Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14)
76.500
HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t.
1.850 460
1.750 450 70.000
450 450 7.900
2e lijn 2e lijn
26% 100% 2e lijn
11%
39.500 3.300
35.000 3.100
3.100 3.000
9% 97%
2e lijn 2e lijn
15.000 2.060 115
Onbekend Onbekend > 3.650 > 1.450 Onbekend 13.000 1.950 110
Onbekend Onbekend > 2.500 > 400 Onbekend 11.000 1.900 105
Onbekend Onbekend 68% 28% Onbekend 85% 97% 95%
Onbekend Onbekend 1e en 2e lijn 1e en 2e lijn Onbekend 1e en 2e lijn 2e lijn 2e lijn
6.600 1.500
5.500 1.000
5.000 900
91% 90%
1e en 2e lijn 1e lijn
GGZ-agoog (art. 34?)
n.v.t. Nu nog n.v.t.
160.000 Nu nog n.v.t.
21.000 Nu nog n.v.t.
13% Nu nog n.v.t.
2e lijn Nu nog n.v.t.
Vaktherapeutische beroepen
Vaktherapeut (niet-BIG) GZ-vaktherapeut (art. 34?)
n.v.t. Nu nog n.v.t.
Onbekend Nu nog n.v.t.
2.000 Nu nog n.v.t.
Onbekend Nu nog n.v.t.
2e lijn Nu nog n.v.t.
Verzorgende/helpende beroepen
Verzorgende /Helpende (niet-BIG) Verzorgende IG (art. 34)
n.v.t. Onbekend
260.000 Onbekend
6.100 Onbekend
2% Onbekend
2e lijn Onbekend
Psychologische beroepen
Psychotherapeutische beroepen Agogische beroepen
Psychotherapeut (art. 3) NB: Alleen psychotherapeut Agoog (niet-BIG)
Nb: In dit overzicht zijn de verzorgende en helpende beroepen een apart cluster. Later is besloten om één cluster voor verzorgende en verpleegkundige beroepen te hanteren.
32
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
33
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Opleidingsgegevens: Instroom GGZ Clusters
Onderwijs
Gediplomeerden / jaar
% Instroom in GGZ?
Instroom / jaar
Verpleegkundige beroepen
MBO Verpleging HBO Verpleging
3.900 2.300
9% ? 9% ?
350 ? 210 ?
Medische beroepen
WO Geneeskunde
Psychologische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen Plus CONO-opleiding GZ-psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
HBO Master Advance Nurse Practice HBO Master Advance Nurse Practice, Differentiatie GGZ
225 60 2.500
Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopleiding Psychiatrie
26% 100% 11%
2.000 160 700 1.350 1.200 2.400 200
Psychotherapeutische beroepen
WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneeskunde Plus CONO-opleiding Psychotherapeut
Agogische beroepen
MBO Sociaal Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Sociaal-juridische Dienstverl. MBO Sociaal-cultureel Werk HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening Met differentiatie GGZ
12.000 2.000 800 2.900 2.000
Vaktherapeutische beroepen
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie
80 425 75
Verzorgende /-helpende beroepen
MBO Helpende MBO Verzorgende Met differentiatie Individuele Gezondheidszorg
275 9% 100%
Onbekend Onbekend 68% ? 28% ? Onbekend
180 160 Onbekend Onbekend 815 ? 675 ? Onbekend
760 70 5
100% 100% 100%
760 70 5
100
100%
100
13% ? 13% ? 13% ? 13% ? 13% ? Onbekend
Met differentiatie GGZ
60 60
1.560 ? 260 ? 105 ? 375 ? 260 ? Onbekend
Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend
10.000 6.000
Onbekend Onbekend Onbekend Onbekend
2% ? 2% ? Onbekend
Onbekend
Onbekend 200 ? 120 ?
Onbekend
Onbekend
Nb: In dit overzicht zijn de verzorgende en helpende beroepen een apart cluster. Later is besloten om één cluster voor verzorgende en verpleegkundige beroepen te hanteren. In dit overzicht ontbreken nog de opleidingen HBO Culturele en maatschappelijke vorming, WO Bewegingswetenschappen en MBO Zorghulp. De aantallen gediplomeerden per jaar van psychologie en pedagogie zijn in dit overzicht per ongeluk omgedraaid. Daardoor is ook de instroom per jaar in de GGZ verkeerd berekend.
34
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Omdat de aantallen gediplomeerden per jaar van psychologie en pedagogie per ongeluk waren omgedraaid, ook de instroom per jaar in de GGZ verkeerd berekend.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
35
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Eigen opleidingsniveau versus door werkgever vereiste opleidingsniveau Functiecategorie
Aandeel eigen niveau hoger dan vereiste niveau (werkt onder eigen niveau)
Aandeel eigen niveau gelijk aan vereiste niveau
Aandeel eigen niveau lager dan vereiste niveau (werkt boven eigen niveau)
Totaal
Helpende functie
26%
63%
11%
100%
Verzorgende functie
16%
71%
13%
100%
Algemeen verpleegkundige functie
23%
69%
8%
100%
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
12%
78%
11%
100%
Begeleidende /agogische functie
28%
63%
10%
100%
Behandel(ondersteunende) functie
14%
81%
5%
100%
Psychosociale behandelfunctie
15%
77%
8%
100%
Sociaalwetenschappelijke functie
5%
90%
4%
100%
Teamleider
5%
70%
25%
100%
Totaal
16%
75%
9%
100%
Kandidaten voor doorgroei?
36
EVC-kandidaten?
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Eigen opleidingsrichting versus voor werk vereiste opleidingsrichting Functiecategorie
Werkt in vakgebied waarvoor men is opgeleid
Werkt niet in vakgebied waarvoor men is opgeleid
Totaal
Helpende functie
64%
36%
100%
Verzorgende functie
88%
12%
100%
Algemeen verpleegkundige functie
92%
8%
100%
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
94%
6%
100%
Begeleidende /agogische functie
77%
23%
100%
Behandel(ondersteunende) functie
86%
14%
100%
Psychosociale behandelfunctie
85%
15%
100%
Sociaalwetenschappelijke functie
98%
2%
100%
Teamleider
80%
20%
100%
Totaal
88%
12%
100%
EVC-kandidaten?
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
37
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
Eigen kennis en vaardigheden versus voor werk vereiste kennis en vaardigheden Functiecategorie
Minder dan het werk vereist
Meer dan het werk vereist
Helpende functie
11%
21%
Verzorgende functie
3%
27%
Algemeen verpleegkundige functie
5%
36%
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
3%
26%
Begeleidende /agogische functie
5%
36%
Behandel(ondersteunende) functie
0%
29%
Psychosociale behandelfunctie
5%
31%
Sociaalwetenschappelijke functie
5%
11%
Teamleider
3%
10%
Totaal
5%
27%
Kandidaten voor bijscholing?
38
EVC-kandidaten voor doorstroom?
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
EV-traject gevolgd? Functiecategorie
Nee, geen EVCtraject gevolgd
Ja, EVC-traject gevolgd
Totaal
Helpende functie
64%
0%
100%
Verzorgende functie
88%
6%
100%
Algemeen verpleegkundige functie
92%
8%
100%
Gespecialiseerd verpleegkundige functie
94%
7%
100%
Begeleidende /agogische functie
77%
7%
100%
Behandel(ondersteunende) functie
86%
5%
100%
Psychosociale behandelfunctie
85%
4%
100%
Sociaalwetenschappelijke functie
98%
0%
100%
Teamleider
80%
6%
100%
Totaal
88%
5%
100%
‘gerealiseerde’ EVC-kandidaten!
In de kolom “Nee, geen EVC-traject gevolgd” zijn per ongeluk de percentages terecht gekomen die horen bij “Werkt in vakgebied waarvoor men is opgeleid”.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
39
Bijlage I: Presentatie voorlopige resultaten
40
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
II.
Relatie CONO-beroepenschema
Een belangrijke bron voor het antwoord op deze vraag, is het zogeheten beroepenschema van het Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ (CONO). De versie van 29/3/2012 die bij het CONO op de website stond (zie volgende pagina), is daarbij door ons bestudeerd. Vanwege praktische redenen, hebben wij het CONOberoepenschema iets anders vorm gegeven (zie daaropvolgende pagina). In het aangepaste CONO-beroepenschema staan in de eerste kolom de zes clusters van beroepen die in het originele CONO-beroepenschema in de onderste regel staan. In de tweede kolom staat het onderwijs dat toegang geeft tot de beroepen in de derde kolom. In het originele schema is het onderwijs te vinden in zowel de op-een-na-onderste regel, de op-twee-na-onderste regel als de op-een-na-bovenste regel. De beroepen staan in het originele CONO-schema in de op-twee-na-bovenste regel als de bovenste regel. In het aangepaste CONO-beroepenschema staan de profielen in de laatste kolom. In het originele CONO-schema staan deze in de op-een-na-bovenste regel. Het CONO-beroepenschema heeft een aantal beperkingen. 1 Het betreft enkel beroepen die (kandidaat) BIG-beroep zijn. Maar er zijn een aantal belangrijke niet-BIG-beroepen in de GGZ. 2 Daarbij komt dat het ook niet helemaal volledig is wat betreft de BIG-beroepen. Het artikel 34 beroep Verzorgende / IG ontbreekt. Dat beroep ontbreekt waarschijnlijk omdat er überhaupt geen cluster van verzorgende/helpende beroepen is opgenomen. 3 Er ontbreken enkele relevante MBO- en HBO-opleidingen, bijvoorbeeld de MBOopleiding Verpleging, die naast de HBO-opleiding Verpleegkunde ook toegang geeft tot een artikel 3 BIG-registratie als Verpleegkundige. We hebben vervolgens een aangevuld beroepenschema gemaakt. Alle aanvullingen zijn rood weergegeven. Op de eerste plaats is het cluster verpleegkundige beroepen herbenoemd tot het cluster verzorgende en verpleegkundige beroepen. Daarin hebben ook de helpende beroepen een plaats gekregen. Hoe toevoegen van de verzorgende en helpende beroepen aan het cluster van de verpleegkundige beroepen leek uiteindelijk beter dan het invoeren van een geheel nieuw cluster. Verder zijn voor vrijwel alle cluster één of meerdere opleidingen toegevoegd. Ook zijn een groot aantal niet-BIG erkende beroepen toegevoegd. In totaal zijn er nu 21 initiële opleidingen en 5 vervolgopleidingen geïdentificeerd die relevant zijn voor de GGZ. Daarbij geldt dat er zowel bij de initiële als de vervolgopleidingen sprake kan zijn van een specifieke GGZ-differentiatie. In totaal zijn er vanwege de 21 initiële opleidingen ook 21 “basisberoepen” geïdentificeerd, waarbij een aantal van deze basisberoepen soms samengevat kunnen worden met één overkoepelende beroepsaanduiding. Voor de verpleegkundigen is bijvoorbeeld onderscheid gemaakt tussen de MBO-opleiding en de HBO-opleiding, terwijl ze allebei toegang geven tot de BIG-registratie “Verpleegkundige”. Binnen organisaties wordt echter met zekere regelmaat expliciet onderscheid gemaakt tussen Verpleegkundigen niveau 4 (de MBO-verpleegkundigen) en 5 (de HBO-verpleegkundigen). Naast de 21 “basisberoepen” zijn er nog 10 “gespecialiseerde beroepen”.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
41
Bijlage II: Relatie met CONO-beroepenschema
42
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Bijlage II: Relatie met CONO-beroepenschema
Samenvatting CONO-beroepenschema Clusters
Onderwijs
Verpleegkundige beroepen
HBO Verpleging Differentiatie GGZ tijdens HBO Master Advance Nurse Practice
Medische beroepen
WO Geneeskunde
Beroep
Profiel
Verpleegkundige (art. 3) Verpl. Spec. GGZ (art. 14)
Verpleegkundige (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Volwassenen - GGz Ouderen
Arts (art. 3)
Arts (art. 3): - Arts verslavingszorg
Met vervolgopleiding Psychiatrie
Psychiater (art. 14)
Psychologische beroepen
CONO-opleiding GZ-psycholoog (na WO Psychologie, WO Pedagogie of WO Gezondheidswetenschappen) Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psych. (art. 14) Kl. neuropsych. (art. 14)
GZ-psycholoog (art. 3): - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Eerste lijnspsychologie - Forensische psychologie
Psychotherapeutische beroepen
CONO-opleiding Psychotherapeut (na WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneesk.)
Psychotherapeut (art. 3)
Psychotherapeut (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen
Agogische beroepen
Differentiatie GGZ tijdens HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening of HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
GGZ-agoog (art. 34?)
GGZ-agoog (art. 34?): - Verslavingszorg
Vaktherapeutische beroepen
Differentiatie GGZ tijdens HBO Creatieve Therapie of HBO Psychomotorische Therapie
GZ-vaktherapeut (art. 34?)
GZ-vaktherapeut (art. 34?): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Forensische psychologie
Vet: specialisaties binnen basisberoep; Schuin: initiële opleidingen die op zichzelf niet tot een BIG-erkende beroepstitel leiden.
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
43
Bijlage II: Relatie met CONO-beroepenschema
Aangevulde CONO-beroepenschema Clusters
Onderwijs
Beroep
Profiel
Verzorgende en verpleegkundige beroepen
MBO Zorghulp MBO Helpende MBO Verzorgende Met differentiatie Individuele Gezondheidszorg MBO Verpleging HBO Verpleging HBO Master Advance Nurse Practice HBO Master Advance Nurse Practice, Differentiatie GGZ
Zorghulp (niet-BIG) Helpende (niet-BIG) Verzorgende (niet-BIG) Verzorgende IG (art. 34) Verpleegkundige (art. 3), niveau 4 Verpleegkundige (art. 3), niveau 5 Verpleegkundig Specialist (art. 14) Verpleegkundig Specialist GGZ (art. 14)
Verpleegkundige (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Volwassenen - GGz Ouderen
Medische beroepen
WO Geneeskunde
Arts (art. 3)
Arts (art. 3): - Arts verslavingszorg
Psycho-logische beroepen
HBO Toegepaste Psychologie HBO Pedagogiek WO Psychologie WO Pedagogiek WO Gezondheidswetenschappen
Geneeskundige vervolgopleiding Geneeskundige vervolgopleiding Psychiatrie
Plus CONO-opleiding GZ-psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch psycholoog Met vervolgopleiding Klinisch neuropsycholoog
Geneeskundig specialist (art. 14) Psychiater (art. 14) HBO-Psycholoog (niet-BIG) HBO-Pedagoog (niet-BIG) WO-Psycholoog (niet-BIG) WO-Pedagoog (niet-BIG) Gezondheidswetenschapper (niet-BIG) GZ-psycholoog (art. 3) Klinisch psycholoog (art. 14) Klinisch neuropsycholoog (art. 14)
GZ-psycholoog (art. 3): - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Eerste lijnspsychologie - Forensische psychologie
Psychotherapeut (art. 3)
Psychotherapeut (art. 3): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen
Psychotherapeutische beroepen
WO Psych. of Ped. of Gezondh.w. of Geneeskunde Plus CONO-opleiding Psychotherapeut
Agogische beroepen
MBO Sociaal Pedagogisch Werk MBO Maatschappelijke en Sociaal-juridische Dienstverl. MBO Maatschappelijk Werk MBO Sociaal-cultureel Werk HBO Sociaal Pedagogische Hulpverlening HBO Maatschappelijk Werk en Dienstverlening HBO Culturele en Maatschappelijke vorming Met differentiatie GGZ
Agoog (niet-BIG), SPW Agoog (niet-BIG), MSD Agoog (niet-BIG), MW Agoog (niet-BIG), SCW Agoog (niet-BIG), SPH Agoog (niet-BIG), MWD Agoog (niet-BIG), CMV
HBO Kunstzinnige therapie HBO Creatieve Therapie HBO Psychomotorische Therapie WO Bewegingswetenschappen
Vaktherapeut (niet-BIG), KT Vaktherapeut (niet-BIG), CT Vaktherapeut (niet-BIG), PMT Vaktherapeut (niet-BIG), BW GZ-vaktherapeut (art. 34?)
Vaktherapeutische beroepen
Met differentiatie GGZ
44
GGZ-agoog (art. 34?): - Verslavingszorg
GGZ-agoog (art. 34?) GZ-vaktherapeut (art. 34?): - GGz Kind & Jeugd - GGz Ouderen - Verslavingszorg - Forensische psychologie
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
Hoeveel EVC’s in de GGZ: een kwantitatieve arbeidsmarktverkenning, NIVEL 2014
45