0\: 2,2O2ZM
C9806
Ministerie v a n V e r k e e r en W a t e r s t a a t Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat B o u w d i e n s t Rijkswaterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Bouwdienst Rijkswaterstaat
BIBLIOTHEEK Bouwdienst Rijkswaterstaat Postbus 20.060 3502 L A Utrecht
4707- Numeriek onderzoek naar het bezwijkgedrag van de verbinding 500 mm onderwaterbetonvloer-trekanker
BIBLIOTHEEK BOUWDIENST RIJKSWATERSTAAT N
R
Postdictie berekeningen
3 januari 2 0 0 3
DiTectoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Numeriek onderzoek
Postdictie fase
3 januari 2 0 0 3
PBMS-code: Protocolnummer: Beschrijving: Opdrachtgever: Opsteller:
4707 8857 Constructies, mechanica en o n t w e r p Bouwdienst afdeling T u n n e l b o u w Utrecht dr. ir. J. P. B. N . Derks
/ ^ ^ ^
Tunnelbouw
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
1
Inleiding
4
2 2.1 2.2 2.3
Numeriek Model: Case Studie Inleiding G e o m e t r i e numeriek model R a n d v o o r w a a r d e n en belastingen numeriek model
7 7 8 8
2.4 2.5 2.6 2.6.1
G e b r u i k t eindig element O p l o s s i n g s m e t h o d i e k e n numeriek model en materiaalmodel Resultaten numeriek model Resultaten eindige elementen methode analyse p3s301
9 9 10 10
2.7 2.8 2.9
Resultaten tu delft experiment Discussie Conclusies, o p m e r k i n g e n en aanbevelingen
19 19 20
3
Conclusies, opmerkingen en aanbevelingen
21
Literatuurlijst
Numeriek onderzoek
22
3
1 Inleiding
Het o n t w e r p e n van grootschalige betonconstructies, zoals sluizen, s t u w e n , tunnels, diepe funderingen en offshore constructies vereist specifieke kennis en ervaring. Die kennis blijkt in veel gevallen per project te moeten gegenereerd. Het gaat daarbij niet alleen o m de betonconstructie zelf, maar ook o m de s a m e n h a n g met andere voorzieningen en constructiedelen en uiteraard ook o m de technische uitvoeringsaspecten. N E N 6 7 2 0 T G B Voorschriften 1 9 9 0 Voorschriften Beton. Constructieve eisen en r e k e n m e t h o d e n ' . O m hierin te voorzien heeft C U R - P r o g r a m m a - A d v i e s c o m m i s s i e ( P A C ) 16 'Grootschalige Betonconstructies' in 1997 het advies gegeven o m regels op te stellen voor de berekening en detaillering van ongewapende onderwaterbetonvloeren. De regels zouden met name moeten gelden v o o r toepassing in b o u w k u i p e n , waarbij de vloer voor het verticaal evenwicht is voorzien van trekpalen of verticale ankers. In principe kan daarbij w o r d e n uitgegaan van N E N 6 7 2 0 . Daarnaast wordt gebruik g e m a a k t van de twee bestaande CUR-rapporten over dit onderwerp: CUR-rapport 56 ' O n d e r w a t e r b e t o n ' en C U R - r a p p o r t 102 ' G e w a p e n d o n d e r w a t e r b e t o n ' . De bevindingen van de commissie zijn neergelegd in de C U R A a n b e v e l i n g 7 7 Rekenregels voor o n g e w a p e n d e onderwaterbetonvloeren. D o o r voortschrijdend inzicht en gelet o p de evaluatie drie jaar na verschijning hiervan blijkt dat de bepaling van de bezwijkcapaciteit met betrekking tot uiterste grenstoestand van de verbinding verticaal trekelement (betonpaal/trekanker) met onderwaterbetonvloer lacunes vertoont. In het kader hiervan is er d o o r de Bouwdienst een o n d e r z o e k s p r o g r a m m a gedefinieerd waarin het bezwijkgedrag nauwkeurig onderzocht w o r d t . Dit p r o g r a m m a behelst in beginsel uitvoering van experimenten en numerieke simulaties. Het experimenteel deel w o r d t uitgevoerd in het Stevinlaboratorium van de Technische Universiteit Delft terwijl het numeriek p r o g r a m m a in huis w o r d t gerealiseerd. Het experimenteel deel behelst onder meer uitvoering van een serie uittrekproeven op trekankers met een schotelverbinding (diameter 3 5 0 mm). De dikte van de onderwaterbetonvloer is 5 0 0 m m en 7 5 0 m m . Ter illustratie volgen een aantal figuren van de proefopstelling onderdelen.
Numeriek onderzoek
4
Figuur 2. Staaf met
schotel.
Figuur 3. Vijzel.
In overleg is besloten o m het uitgevoerde experiment waarbij de onderwaterbetonvloer (dikte 5 0 0 m m ; d e k k i n g boven de schotel 3 0 0 mm) in t w e e richtingen is voorgespannen na te rekenen met behulp van het eindige elementen pakket D I A N A . D e numerieke resultaten dienen met name ter
Numeriek onderzoek
5
/ ^ f * * ^ Tunnelbouw
vergelijking van het v o o r n o e m d e experiment (experimentele bezwijkbelasting: 1172 k N ) . Dit rapport behandeld de postdictie berekeningen uitgevoerd v o o r de verbinding fre/eanfcer-onderwaterbetonvloer in de praktijksituatie. V o o r de presentatie is w e d e r o m geopteerd v o o r een case studie opzet.
Numeriek onderzoek
6
/ ^ f ^ -
2
Tjnrwlbouw
Numeriek Model: Case Studie
2.1
Inleiding
Zoals besproken in het voorgaande onderdeel volgt een beknopte w e e r g a v e van de uitgevoerde case studie waarin de postdictie berekening overzichtelijk en compleet gepresenteerd w o r d e n . Een case studie doelstelling is onder andere een adequate modellering van de praktijksituatie zodat het experimentele bezwijkgedrag inzichtelijk en betrouwbaar nagerekend kan w o r d e n . D o o r middel van niet-lineaire eindige elementen scheurgroei simulaties is vastgesteld welk bezwijkmechanisme optreedt en w e l k e bezwijkbelasting maatgevend is. De scheurgroei berekeningen zijn gebaseerd o p het uitgesmeerde - en discrete scheuren concept w a a r d o o r het werkelijk optredende brosse materiaal " s o f t e n i n g " g e d r a g van beton adequaat geschematiseerd is 1
Gestart w o r d t met een korte omschrijving hiervan, vervolgens w o r d t de m o d e l geometrie (vorm en afmetingen) behandeld. D e vervolg paragrafen van dit hoofdstuk zijn gewijd aan de geometrie van het eindige elementen m o d e l ; de r a n d v o o r w a a r d e n ; de belasting numeriek m o d e l ; het gebruikt eindig element; de oplossingmethoden van het numeriek model en materiaalmodellering; de resultaten numeriek m o d e l ; de discussie; de conclusies, opmerkingen en aanbevelingen. Tabel 2.1 Omschrijving Case studie
van de case studies 1.
Omschrijving
nummer 1
Bepaling van bezwijkbelasting en bezwijkmechanisme voor schotelankeronderwaterbetonvloer verbinding. Vergelijking hiervan met de resultaten van het tu delft experiment.
1
De uitvoering van niet-lineaire numerieke berekeningen is geen triviale taak, immers bij
iedere optredende niet-lineairiteit dient door de deskundige nagegaan te worden wat de oorzaak is en welke remedie geschikt is.
Numeriek onderzoek
7
/ ^ f ^ -
Tunnelbouw
175 mm
200 mm onderwaterbetonvloer 300 mm
500 mm
schotelanker
1400 mm Figuur 2.1 Axiaalsymmetrische schotelanker;
model geometrie
van de onderwaterbetonvloer
de verticale axiaal symmetrie as is de linker
en de
modelrand.
De gebruikte eenheden zijn s, kg, m, N. 2.2
Geometrie numeriek model
Ter verduidelijking w o r d t de gehanteerde eindige elementen modelgeometrie voor schematisatie van de proefopstelling grafisch weergegeven in Figuur 2.2. D e Y - a s is de axiaal-symmetrie as en de kortste belastingafdrachtweg is langs de diagonaal vanuit onderzijde schotel naar onderhoek rechtermodelrand (verticale oplegging). Het elementennet is z o d a n i g verfijnd dat de scheurvorming in verschillende richtingen kan optreden.
FEHGVSM2 AWSbowtonS
lWCT-aXGt3t8pKij>c.0l
l—O
Figuur 2.2 Toegepaste eindige elementen modelgeometrie ten behoeve van modellering van het experiment; (totaal aantal driehoeklge elementen 592; totaal aantal knopen driehoekige elementen 1317); opmerking: de modelgeometrie is axiaal-symmetrisch. 2.3
Randvoorwaarden en belastingen numeriek model
Model
randvoorwaarden
Ter plaatse van de onderhoek van de rechtermodelrand is de verticale verplaatsing gelijk aan nul (attentie: de modelgeometrie is axiaal-symmetrisch en verwezen w o r d t naar Figuur 2.1).
Numeriek onderzoek
8
Z^^"*""
1
Tunnelbouw
Modelbelastingen De verticaal o m l a a g gerichte (in negatieve Y-richting) belasting vector (belasting 01, initiele waarde: 1 0 0 0 * 1 0 N) grijpt aan de onderzijde van het trekanker (eem analyse p3s301). Het eigen gewicht (g = 9,8 m / s ) (belasting 02). De axiaal-symmetrisch gelijkmatig verdeelde v o o r s p a n n i n g (belasting 03, in negatieve X-richting) grijpt aan o p de rechter modelrand. 3
2
2.4
Gebruikt eindig element
De onderwaterbetonvloer en het trekanker zijn geTdealiseerd door gebruik van het c o n t i n u u m 6 - k n o o p s kwadratisch gei'nterpoleerd H a m m e r geintegreerd axiaal-symmetrisch driehoekig eindig element ( C T 1 2 A ) , terwijl de o v e r g a n g tussen trekanker-onderwaterbetonvloer gemodelleerd is d o o r middel van discrete 3+3 knoops isoparametrisch kwadratisch gei'nterpoleerd 1D lijninterface element (CL12I) met equivalente materiaaleigenschappen. 2.5
Oplossingsmethodieken numeriek model en materiaalmodel
Het niet-lineaire vergelijkingstelsel is incrementeel-iteratief opgelost met een N e w t o n - R a p h s o n solver met automatische adaptieve belasting incrementering en booglengtebesturing. Het gehanteerde bros materiaalmodel v o o r de onderwaterbetonvloer is een constant tension-cut off criterium in de mechanische o y 0 hoofdspanningsruimte en een lineair tension-softening m o d e l . Het stalen trekanker is geschematiseerd als een e e n v o u d i g lineair-elastisch materiaal. Een (uitgesmeerde/discrete) scheur ontstaat indien de hoofdtrekspanning de materiaal treksterkte overschrijdt. 2
Ter volledigheid zijn in de onderstaande tabel de voornaamste mechanische materiaalgrootheden verzameld. Tabel 2.2 Numerieke materiaalmodellen
waarden voor mechanische grootheden
de van onderwaterbetonvloer
Onderdeel
Materi
Onderwaterbetonvloer
Mechanisch
gebruikt
in de
en Gewi anker.
aalvariabele (lineair)
Elasticiteitsmodulus (E): 2,85*10 Dichtheid (p): 2,4*10 kg/m 3
Mechanisch
10
N/m
2
Poisson constante (v):
0,2
3
(niet-lineair)
Materiaal treksterkte (f ): 1.86*10 2
N/m
6
t
2
Afschuifstijfheid factor (fi): 0.0001 Maximale scheurrek (e ): 8.06*10" cr
4
u
Scheurenergie (C ): 75 N/m f
Mechanisch
Schotelanker
(lineair)
Elasticiteitsmodulus (E): 2,10*10 Dichtheid (p): 7,8'10 kg/m 3
2
13
N/m
2
Poisson constante (v):
0,3
3
ft = 0,75 * fctm.O; fctm.O = centrische korteduur betontreksterkte (ontleend aan tud delft
rapport nr. 25.5.02-27 biz. 29 2002), [2,48*10 N/m ]; fctm.O = 0,9 * splijttreksterkte = 0,9 * 6
2,75 = 2,48*10 N/m ; splijtreksterkte = 2,75*10 6
Numeriek onderzoek
2
9
2
6
N/m . 2
2.6
Resultaten numeriek model
De resultaten van de eindige elementen methode analyse p3s301zijn gepresenteerd in tabellen, grafieken en eindige elementen contour plots opdat een globale en locale indruk van het bezwijkgedrag (bezwijkmechanisme) w o r d t verkregen. 2.6.1
Resultaten eindige elementen methode analyse p3s301
Gestart w o r d t met de grafiek waarin de loadfactor (verticaal omlaaggerichte belastingvector) versus de totale verplaatsing van het linkeronderhoekpunt van de onderwaterbetonvloer (in nabijheid van het aangrijpingspunt van de verticale belasting) is weergegeven o p diverse belastingstappen. p3s301 postdictie 1.20E*00 n t l m m i m w i
c
•IIIIIIMIIIII—iw—i«in«™im«iiiim
•••IIIIIIITIIIII
8.00E-01
=1
§
e 1
6.00E-01
2.00E-01
0.00E*00
1.00E-04
2.00E-04
3.00E-04
4.00E-04
5.0CE-04
6.00E-04
7.00E-04
8.00E-M
verplaatsing [m]
Grafiek 2.1 Eindige elementen Loadfactor
methode smeared-discrete
crack analyse p3s301.
= 1,096 (1096 kN).
V e r v o l g d w o r d t met de weergave van de (contour)plots aangaande scheurnormaalrekken 1 (set 1) en verplaatsingen (set 2). SET 1
Numeriek onderzoek
10
Ultimate
FEPIGV 6.1-62 MODEL: LC2:
CASE
STEP:
8
GAUSS
EL.ECR1
=
•
2
LOAD:
MAX/HIN
MIM
3G-DEC-20B2 11:26 p3s381_ecrnn_01
P3S3Q1
LOAD
MAX
: RUS bouuidienst
.
499
EKNN
ON MODEL
S E T :
. 2 5 4 E - 3
0
RESULTS
SHOWN:
MAPPEO
TO
NODES
231E-3 .288E-3 .185E-3 .162E-3 .139E-3 I .115E-3 I.924E-4 I .693E--1 I.462E-4 I.231E-4
I
Plot 2.1 Eindige elementen scheurnormaalrek FEHGU 6.1-62 MODEL: LC2:
GAUSS
EL.ECR1
=
30-DEC-20G2 14:27 p3s301_ecrTUl_Q2.tif
ON
.737 EKNN
MODEL
S E T :
. 7 9 7 E - 3
0
RESULTS MAPPED
Contourplot
2
LOAD:
MAX/HIN
MIN
: R«S bouwdierist
CASE
9
-
crack analyse p3s301;
P3S301
LOAD
STEP:
MAX
methode smeared-discrete
1 stap 8 (499 kN).
SHONN: TO
NODES
725E-3 .652E-3 .58E-3 .587E-3 .435E-3 I.362E-3 I.29E-3 I.217E-3 I.145E-3 I.725E-4
is—1>
I
Plot 2.2 Eindige elementen scheurnormaalrek
Numeriek onderzoek
methode smeared-discrete
1 stap 9 (737 kN).
11
crack analyse p3s301;
Contourplot
FEMGW 6.1-G2 MODEL: LC2:
: RWS bouwdienst
CASE
10
GAUSS
EL.ECR1
MAX/HIN
ON
.945
EKNN
MODEL
MAX
=
. 1 5 1 E - 2
MIN
=
0
MAPPED
2
LOAD:
RESULTS
SET:
SHOWN: TO
MODES
Plot 2.3 Eindige elementen scheurnormaalrek FEHGV 6.1-G2 MODEL:
GAUSS
EL.ECR1
MAX/MIN =
•
Contourplot
3G-DEC-28Q2 14:28
p3s3Gl_ecrnn_G4.tif
2
LOAD:
ON
1.06
EKNN
MODEL
SET:
. 5 5 3 E - 2
SHOWN: TO
NODES
Plot 2.4 Eindige elementen scheurnormaalrek
Numeriek onderzoek
crack analyse p3s301;
0
RESULTS MAPPED
: RUS bouwdienst
CASE
11
MAX
methode smeared-discrete
1 stap 10 (945 kN).
P3S301
LOAD
STEP:
MIN
p3s301_ecrnn_Q3.tif
P3S3G1
LOAD
STEP:
LC2:
3G-DEC-28G2 14:28
methode smeared-discrete
1 stap 11 (1060 kN).
12
crack analyse p3s301;
Contourplot
/V
s
30-DEC-20O2 14:29 p 3 s 3 G l _ e c P n n _ 0 5 . t i f
FEMGW 6.1-Q2 : RUS bouwdienst MODEL: LC2:
P3S301
LOAD
CASE
STEP:
12
GAUSS
EL.ECR1
MAX/MIN MAX
=
MIN
=
2
LOAD:
ON
1.1
EKNN
MODEL
S E T :
. 2 4 E - 1 - . 4 4 1 E - 3
RESULTS MAPPED
SHOWN: TO
NODES
.218E-1 .196E-1 .174E-1 .151E-1 .129E-1 •.187E-1 I .846E-2 I.623E-2 I.481E-2 I.178E-2
I
Plot 2.5 Eindige elementen scheurnormaalrek en
methode smeared-discrete
1 stap 12 (1096 kN); bezwijken
crack analyse p3s301;
van de verbinding
Contourplot
onderwaterbetonvloer
schotelanker.
O m het voortschrijdend scheurproces beter inzichtelijk te maken volgen nogmaals de plots van de scheurnormaalrekken 1 waarbij de eindige elementen zijn weggelaten.
FEMGV 6.1-82 MODEL: LC2:
39-DEC-2Q02 15:58 p3s301_schpt_stp_8
P3S301
LOAD
CASE
STEP:
e
GAUSS
E L . E C R !
MAX/MIN
.499 EKNN
ON MODEL
=
. 2 5 4 E - 3
MIN
=
0
RESULTS
2
LOAD:
MAX
MAPPED
: RUS bouudienst
S E T :
SHOWN: TO
NODES
I.231E-3 .288E-3 .185E-3 .162E-3 .139E-3 •.115E-3 I.924E-4 I.693E-4 I.462E-4 I.231E-4
Y
Plot 2.6 Eindige elementen scheurnormaalrek
Numeriek onderzoek
methode smeared-discrete
1 stap 8 (499 kN).
13
crack analyse p3s301;
Contourplot
/*'"Y""
Sv
Tunnelbouw
FEMGV 6.1-G2 MODEL: LC2!
CASE
9
GAUSS
EL.ECR1
MIN
=
2
LOAD:
MAX/MIN •
3G-DEC-2682 15:51 p 3 s 3 G l _ s c h p t _ s t p _ 9 . t i f
P3S301
LOAD
STEP:
MAX
: RWS bouwdienst
ON
.73? EKNN
MODEL
S E T :
. 7 9 7 E - 3
0
RESULTS MAPPED
SHOWN: TO
NODES
.725E-3 .652E-3 .58E-3 .587E-3 .435E-3 .362E-3 .29E-3 .217E-3 .145E-3 .725E-4
Plot 2.7 Eindige elementen scheurnormaalrek
FEflGy 6.1-82 MODEL: LC2:
: RUS bouudienst
CASE
1G
GAUSS
EL.ECRt
MAX/MIN
Contourplot
38-DEC-2882 15:51 p 3 s 3 8 1 _ s c h p t _ s t p _ l G . t i f
2
LOAD:
.945
EKNN
ON MODEL S E T :
MAX
=
.151E-2
MIN
=
0
RESULTS
SHOWN: TO
NODES
>
.138E-2 .124E-2 .11E-2 .9G3E-3 .825E-3 .688E-3 .55E-3 .413E-3 .275E-3 .138E-3
X
Plot 2.8 Eindige elementen scheurnormaalrek
Numeriek onderzoek
crack analyse p3s301;
P3S301
LOAD
STEP:
MAPPED
methode smeared-discrete
1 stap 9 (737 kN).
methode smeared-discrete
1 stap 10 (945 kN).
14
crack analyse p3s301;
Contourplot
FEnGU 6.1-82 MODEL: LC2:
: RUS bouudienst
38-DEC-2882 15:52 p 3 s 3 6 1 _ s c h p t _ S t p _ l l . t i f
P3S301
LOAD C A S E 2
STEP:
11
LOAD: l . D G
GAUSS E L . E C R 1 EKNN MAX/MIN MAX = MIN
ON MODEL S E T :
.553E-2
= 0
RESULTS
SHOWN:
MAPPED TO NODES
I.563E-2 .453E-2 .4B2E-2 .352E-2 .382E-2 I.252E-2 I.2B1E-2 I.151E-2 I.181E-2 I.583E-3
Plot 2.9 Eindige elementen scheurnormaalrek FEMGU 6.1-82 MODEL: LC2:
: RUS bouudienst
crack analyse p3s301;
Contourplot
38-DEC-2882 15:52 p 3 s 3 8 1 _ s c h p t _ s t p _ 1 2 . t i f
P3S301
LOAD C A S E
2
STEP:
12
GAUSS
E L . E C R 1 EKNN
MAX/MIN
LOAD: ON MODEL
MAX -
.24E-1
MIN
-.441E-3
=
methode smeared-discrete
1 stap 11 (1060 kN).
RESULTS
1.1 SET:
SHOWN:
MAPPED TO NODES
* .218E-1 .196E-1 .174E-1 .151E-1 .129E-1 I.187E-1 I .846E-2 • .623E-2 I.461E-2 I.178E-2
Plot 2.10 Eindige elementen scheurnormaalrek en
Numeriek onderzoek
methode smeared-discrete
1 stap 12 (1096 kN); bezwijken
schotelanker.
15
crack analyse p3s301;
van de verbinding
Contourplot
onderwaterbetonvloer
FEBGW 6.1-G2
MODEL: LC2:
: RMS bouwdienst
P3S301
LOAD 12
GAUSS
EL.ECR1
MAX/MIN
p3s361_cover
2
LOAD:
1.1
EKNN
ON MODEL S E T :
MAX
-
.24T-1
MIN
=
-.441E-3
RESULTS MAPPED
16:31
DEF = 1
CASE
STEP:
3G-DEC-2882
SHOWN: TO NODES
Plot 2.11 Eindige elementen scheurnormaalrek
methode smeared-discrete
1 vervormde geometrie
onderwaterbetonvloer
en
crack analyse p3s301;
stap 12 (1096 kN); bezwijken
Contourplot
van de verbinding
schotelanker.
SET 2 FEM.GV 6 . 1 - 6 2 MODEL: LC2:
: RUS boutldienst
CASE
7
LOAD:
NOOAL
TDTX...G
MAX/MIN
p3s3Gl_utot_Gl.tif
2 .25 RESTDT
ON MODEL S E T :
MAX
=
.13E-3
MIN
=
.218E-4 -
633
Plot 2.12 Eindige elementen (on)verplaatste
Numeriek onderzoek
15:85
P3S391
LOAD
STEP:
FACTOR
3G-DEC-2GG2
geometrie
16
methode smeared-discrete
stap 7 (250 kN).
crack analyse p3s301; Plot van
FErtGU 6.1-82
MODEL: LC2:
: RUS bouwdienst
p3s301_utot_G2.tif
CASE 2
8
NODAL
TDTX...G
LOAD: . 4 9 9
MAX/MIN
RESTDT
ON MODEL S E T :
MAX
= . 237E-3
MIN
=
.217E-5
FACTOR
-
343
Plot 2.13 Eindige elementen (on)verplaatste
geometrie
FEHGU 6 . 1 - 0 2
MODEL:
crack analyse p3s301; Plot van
33-DEC-2GG2 15:86
p3s3Dl_utot_G3.tlF
P3S331
LOAD
CASE 2
9
NODAL
TDTX...G
LOAO: . 7 3 7 RESTDT
ON MODEL S E T :
MAX
•
.344E-3
MIN
*
.327E-5
FACTOR
methode smeared-discrete
stap 8 (499 kN).
: RUS bouwdienst
STEP:
MAX/MIN
•
239
Plot 2.14 Eindige elementen (on)verplaatste
Numeriek onderzoek
15:96
P3S3B1
LOAD
STEP:
LC2:
30-DEC-2OFJ2
geometrie
17
methode smeared-discrete
stap 9 (737 kN).
crack analyse p3s301; Plot van
/"^f^
Tunrtctboitw
FEMGv" 6.1-G2 MODEL: LC2:
: RUS bouudienst
CASE
10
MODAL
TDTX...G
MAX/MIN
G4.tif
.945 RESTOT
ON MODEL S E T :
=
.455E-3
MIN
=
.47E-5
FACTOR
-
181
Plot 2.15 Eindige elementen (on)verplaatste
geometrie
FEIIGl/ 6 . 1 - 6 2 MODEL:
methode smeared-discrete
crack analyse p3s301; Plot van
stap 10 (945 kN).
: RUS b o u u d i e n s t
3G-DEC-2002 15:67
p3s331_utotJ35.tif
P3S301
LOAD
CASE
STEP:
11
NODAL
TDTX...G
MAX/MIN
LOAD:
2 1.06 RESTDT
ON MOOEL S E T :
MAX
=• . 5 8 ? E - 3
MIN
=
.711E-5 •
140
Plot 2.16 Eindige elementen (on)verplaatste
Numeriek onderzoek
p3s301_utot
2
LOAD:
MAX
FACTOR
15:97
P3S301
LOAD
STEP:
LC2:
39-DEC-2902
geometrie
18
methode smeared-discrete
stap 11 (1060 kN).
crack analyse p3s301; Plot van
/ ^ f ^ ^
Tunnelbouw
FEBGU 6.1-62 MODEL: LC2:
: RUS bouudienst
CASE
12
NODAL
T D T X . . . G
MAX/MIN
p3s3Gl_utot_86.tif
2
LOAD:
ON
MAX
-
.786E-3
MIN
=
.996E-5 =
l.l RESTDT
MODEL
SET:
105
Plot 2.17 Eindige elementen (on)verplaatste
geometrie
onderwaterbetonvloer
2.7
15:08
P3S301
LOAO
STEP:
FACTOR
3G-DEC-2GG2
en
methode smeared-discrete
stap 12 (1096 kN); bezwijken
crack analyse p3s301; Plot van van de
verbinding
schotelanker.
Resultaten tu delft experiment
De experimentele bezwijkbelasting van het 2-zijdig orthogonaal voorgespannen proefstuk (no. 9) is - 1172 k N . D e kracht-verplaatsingsrelaties van de L V D T ' s zijn gepresenteerd in figuur 3.3 op biz. 23 in [6]. O p g e m e r k t w o r d t dat bij een verplaatsing van circa 0.8 m m de kracht ~ 1 1 0 0 k N bedraagt ( L V D T 3), de m a x i m u m w a a r d e is zoals bekend o n g e v e e r 1172 k N . Het proefstuk vertoonde geen uitwendige scheurvorming die de betonvloer in delen uiteen deed vallen. De pull-out conus is n a g e n o e g cirkelvormig. N a verwijdering hiervan is de krater in het proefstuk o p g e m e t e n , zie grafiek 3 . 1 0 o p biz. 2 8 in [6]. V o o r meer detailinformatie w o r d t verwezen naar [6]. 3
2.8
Discussie
D e numerieke en experimentele bezwijkbelasting zijn o p g e s o m d in tabel 2 . 3 . Tabel 2.3 Numerieke bezwijkbelasting
bezwijkbelasting
(2-zijdig
(eem analyse p3s301) en
voorgespannen
Numerieke bezwijkbelasting
1096 kN
Experimentele bezwijkbelasting
1172 kN
proefstuk
experimentele
no. 9; dikte 500 mm)
D e discussie spitst zich toe o p een drietal o n d e r w e r p e n , dat wil zeggen bezwijkbelasting, scheurenpatroon en verplaatsingen. Bezwijkbelasting Het verschil tussen de numerieke en experimentele bezwijkbelasting is gering. D e afwijking bedraagt ongeveer (1 - ( 1 0 9 6 / 1 1 7 2 ) ) * 1 0 0 % = 6,5 % . Dit bewijst onder andere dat de gekozen (materiaal)modellering correct is.
3
Door toepassing van twee meetschalen [m en mm] is de vorm van de pull-out conus
verschaald in [6].
Numeriek onderzoek
19
Tunnelbouw
Scheurenpatroon De numerieke scheurvorming is duidelijk zichtbaar in de plots 2.6 - 2 . 1 0 . Scheurinitiatie treedt op bij de ankerstaaf, het scheurgebied breidt zich uit onder de schotel, verrassend treedt het bezwijken niet op langs de diagonaal van schotel naar oplegging. Dit is afwijkend ten opzichte van de eerder uitgevoerde predictie simulaties, echter wel in overeenstemming met de experimentele scheurvorming. Hieruit blijkt dat het (postdictie) elementennet q u a elementenverdeling geschikt is. De vorm van de numerieke en experimentele pull-out conus is n a g e n o e g c o n f o r m . De keuze van een axiaal-symmetrie geometrie is dus terecht. Verplaatsingen De orde van grootte van de numerieke en experimentele verplaatsingen is vrijwel identiek. Bij een verplaatsing van 0,8 m m is de numerieke belasting ~ 1 1 0 0 k N en de experimentele belasting 1 1 0 0 k N . Het toegepaste numerieke (materiaal)model is dus geschikt. 2.9
Conclusies, opmerkingen en aanbevelingen
De opgetreden numerieke scheurvorming is overeenkomstig de scheurvorming in het tu delft experiment. De 2-zijdige orthogonale randvoorspanning leidt tot een axiaal-symmetrische bezwijkvorm en legitimeert o.a. de keuze van een axiaal-symmetrisch eindig elementen m o d e l . Numerieke berekening van de bezwijkbelasting van het 2-zijdig orthogonaal voorgespannen 7 5 0 m m proefstuk is zinvol.
Numeriek onderzoek
20
3
Conclusies, opmerkingen en aanbevelingen
Numeriek onderzoek naar het bezwijkgedrag van de verbinding trekanker en onderwaterbetonvloer in een gerealiseerde proefopstelling is niet-triviaal. De optredende niet-lineairiteiten dienen met name n a u w k e u r i g onderzocht te w o r d e n en vragen o m geschikte oplossingen. Uitgaande van een axiaal-symmetrische geometrie is een eindige elementen methode analyse p3s301 (met rand(druk)voorspanning) uitgevoerd volgens het uitgesmeerde - en discrete scheurenconcept, ter bepaling van de bezwijkbelasting en het scheurenpatroon. Vervolgens zijn de verkregen resultaten hiervan vergeleken met het tu delft experiment van een 2-zijdig orthogonaal voorgespannen 5 0 0 m m proefstuk. B e s c h o u w i n g van de numerieke - en experimentele resultaten levert de volgende conclusies . C1.
De case studie doelstelling (adequate modellering van het experiment) is behaald;
C2.
De numerieke bezwijkbelasting is vrijwel overeenkomstig de experimentele bezwijklast;
C3.
Het numerieke scheurenpatroon stemt n a g e n o e g overeen met het experimentele scheurenbeeld. De pull-out conus is cirkelvormig bij 2 zijdige orthogonale v o o r s p a n n i n g ;
C4.
De orde van grootte van de numerieke en experimentele verplaatsingen is vrijwel identiek;
C5.
Toepassing van een axiaal-symmetrische modelgeometrie is legitiem;
C6.
De numerieke materiaalmodellering is correct en v o l d o e n d e nauwkeurig.
De aanbevelingen luiden. A1.
Numerieke berekening van de bezwijkbelasting van het 2-zijdig orthogonaal voorgespannen 7 5 0 m m proefstuk is zinvol;
A2.
O n t w i k k e l i n g van regelgeving waarin de invloed van randvoorspanning w o r d t m e e g e n o m e n is van belang;
A3.
Beschikbaarstelling van budget voor de uitvoering van numerieke simulaties ter bepaling van het mechanisch g e d r a g van de trekpaalonderwaterbetonvloer verbinding is gewenst
Numeriek onderzoek
21
/
0
^ f ^
S
Tunnelbouw
Literatuurlijst
1.
Derks, J. P. B. N . ; Cold Fluid Driven Crack Propagation - Thermomechanical Behaviour of Rock Caverns, Proefschrift T U Delft, Delft, (1997).
2.
CUR Aanbeveling 77 Rekenregels voor ongewapende onderwaterbetonvloeren, C U R Commissie V C 6 1 , Stichting C U R , G o u d a , (2001).
3.
Kwaaitaal, G . J . J.; Krachtswerking en scheurvorming in onderwaterbetonvloeren, Stafafdeling Bouwspeurwerk Bouwdienst Utrecht/Afstudeerrapport T U Delft, B S R A P - R - 0 1 0 2 3 - B , Utrecht, (2001).
4.
Zeilmaker, A . ; Projectplan Numeriek onderzoek naar krachtswerking binnen ongewapende onderwaterbetonvloeren, PBMS-code 4707, Protocol 8 8 5 7 , A f d e l i n g T u n n e l b o u w Bouwdienst Utrecht, (2001). T i m o s h e n k o , S. P., W o i n o s w s k i - K r i e g e r , S.; Theory of Plates and Shells, M c G r a w - H i l l , 2 n d e d . , (1987). V a n Rhijn, A . , Bosman, A . , Braam, C . R.; Uittrekproeven op een schotelverbinding in een onderwaterbetonvloer - Varianten: eenzijdig en tweezijdig voorgespannen, dik 500 mm met een dekking van 300 mm op de schotel, tu delft rapport 2 5 . 5 - 0 2 - 2 7 , n o v e m b e r , (2002).
5. 6.
Numeriek onderzoek
22