Deze smaakmaker laat u toe kennis te maken met dit werk

Even uw aandacht… Deze ‘smaakmaker’ laat u toe kennis te maken met dit werk. Dit tekstfragment mag niet gebruikt worden voor opvoering. Het mag niet worden gedownload, afgedrukt of verder verspreid. Indien deze smaakmaker u bevalt, raden we u aan het volledige toneelstuk te ontlenen en te lezen voor u tot de aankoop van boekjes voor opvoering beslist.

Veel leesplezier!

Toneelfonds J. Janssens – Te Boelaerlei 107 – 2140 Bght Antwerpen Tel 03 366 44 00 . Fax 03 366 45 01 . [email protected]

DE BANGE NACHT VAN DE TOVERKRACHT

Een sprookje in vier bedrijven

door

Nine van Haute

Toneelfonds J. Janssens – Antwerpen 2013 Nr.3167 Toneelfonds J. Janssens – Te Boelaerlei 107 – 2140 Bght Antwerpen Tel 03 366 44 00 . Fax 03 366 45 01 . [email protected]

OPVOERINGSRECHT

Het opvoeringsrecht wordt verkregen na aankoop van tenminste VIJFTIEN tekstboekjes bij de uitgever en na betaling van de verschuldigde opvoeringsrsrechten aan: S.A.B.A.M. Aarlenstraat 75-77 1040 Brussel www.sabam.be Na aankoop van het verplicht aantal boekjes krijgt men van de uitgever een aanvraagformulier dat, degelijk ingevuld, minstens vier weken de opvoering(en) naar S.A.B.A.M. moet worden gestuurd. Men is volgens de Auteurswet strafbaar als men gebruik maakt van gekregen, gehuurde, geleende of gekopieerde boekjes. Wanneer men niet voldoet aan de hier opgesomde voorwaarden, worden de geldende opvoeringsrechten met 100% verhoogd. Voor Nederland wende men zich tot: Stichting Bredero Auteursrechtenbureau Valeriaanstraat 13 1562 RP Krommenie www.stichtingbredero.nl

BELANGRIJKE OPMERKING ! Alle rechten voorbehouden. Iedereen die toestemming verkreeg het stuk DE BANGE NACHT VAN DE TOVERKRACHT op te voeren moet de naam van auteur NINE VAN HAUTE vermelden in alle publicaties die n.a.v. de voorstellingen verschijnen. De auteursnaam moet onmiddellijk onder de titel vermeld worden, in een lettertype minstens half zo groot als dat van de titel, maar minstens twee keer zo groot als dat waarin de naam van de vertaler, regisseur en spelers wordt vermeld.

Wettelijk depot D/2013/220/022 ISBN 978-90-385-12365 © 2013 Toneelfonds J. Janssens/Nine van Haute www.toneelfonds.be Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, internet of op welke wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


1

PERSONAGES (15 spelers + Figuratie) ANS, trollenmeisje STIPPEL, konijn PUISTENNEUS, heks van de trollen TROLLENBOL, koning van de trollen VIESPEUK, trol STINKIEWINKIE, trol SNOTTEBOL, trol KAPITEIN, kapitein van het leger KONING SLIM, kabouterkoning DITTELINA, kabouterfee MOEDER SISKA, kaboutermoeder ROBIN, kabouter DOMMEL, kabouter PIERELIER, kabouter ROZEMARIJNTJE, kaboutermeisje Figuratie MAMSI, moeder van Ans PAPSI, vader van Ans Wat het aantal acteurs/actrices betreft: je kan er alle kanten mee op. Het leger kan bestaan uit de kapitein en de drie trollen: Viespeuk, Snottebol en Stinkiwinki. Het leger kan aangevuld worden met nog meer soldaten (figuratie)

DECOR Wordt voor elk bedrijf aangegeven. Bij aanvang: Trollenwoud: dor, aarde kleuren, geen mooie kleuren Later: Kabouterbos alles fris, groen en kleurrijk. De trollen hebben alles in aarde kleuren De kabouters zijn heel kleurrijk.


2

KORTE INHOUD Bijna honderd jaar geleden, verloren heks Puistenneus en feetje Dittelina tijdens een machtsspel hun magische krachten. Toen, en ook nu, spelen trollen en kabouters een belangrijke rol. Precies na honderd jaar krijgt slechts één van de twee haar toverkrachten terug. Heks Puistenneus en feetje Dittelina moeten helpers zoeken, want hun lot ligt in de handen van de trollen en de kabouters. Puistenneus wil alle kabouters vernietigen en macht krijgen over de trollen. Zij gaat voor pure strategie en brute kracht. Alleen feetje Dittelina kent het boosaardige plan van de heks. De opdracht van Dittelina is vrede en vriendschap stichten tussen kabouters en trollen, want dit betekent de ondergang van de heks. Puistenneus trekt ten oorlog en krijgt de steun van de oliedomme Koning Trollenbol en het bloeddorstige trollenleger, aangevoerd door een echte legerkapitein. Ze staat heel sterk. Veel te sterk voor de lieve fee. Ans, een trollenmeisje, is niet gelukkig met wat de meester zijn leerlingen leert. Plagen, pesten en alles wat niet aardig is. Stippel het konijn zit gevangen bij de heks en zal bij volle maan opgepeuzeld worden. Ans redt het konijn en ze moeten samen vluchten. Ans leert voor het eerst wat vriendschap is. Feetje Dittelina ontmoet de twee vluchtelingen in het bos en vertelt hen over het dreigende gevaar. Kabouters werken vlijtig, ze zingen en dansen, smullen van bosvruchten en taarten, drinken kabouterwijn maar kennen noppes, niets van vechten. Ans en Stippel zullen hun dapperheid tonen en trachten vrede te brengen onder de twee volkeren. Maar… Wat zal er gebeuren als een uitgehongerd leger van briesende trollen, gewapend met knotsen kabouterland binnenvalt. Het is vijf voor twaalf! De strijd gaat beginnen, in de bange nacht van de nieuwe toverkracht. DE BANGE NACHT VAN DE TOVERKRACHT


3

EERSTE BEDRIJF (Het trollenbos, ongezellig, weinig kleur, alles is dor. Er staat een hok (jardin) en het nest van heks Puistenneus (cour). Stippel zit gevangen in het hok.)

PUISTENNEUS : (op, ze draagt een grote mand met droge bladeren) Hier, konijntje, lekker eten voor jou. (haalt een sleutel uit haar zak, opent het hok, schudt de bladeren in het hok, sluit het hok en steekt de sleutel weer in haar zak) STIPPEL : (droevig) Ik wil niet eten, ik wil er uit. PUISTENNEUS : (lacht) Er uit? STIPPEL : Laat me er uit… alsjeblief? PUISTENNEUS : Eerst nog veel droge bladeren eten en dan mag je er uit. STIPPEL : Ik lust geen droge bladeren. Konijntjes eten lekkere wortels en sappig loof. PUISTENNEUS : We hebben geen wortels en sappig loof in Trollenland. We eten hier allemaal droge bladeren. We hebben niets anders. STIPPEL : En wanneer mag ik er uit? PUISTENNEUS : Als je alles op eet, mag je er na twee nachten uit. Dan is het volle maan. STIPPEL : En als het volle maan is mag ik er uit? En waarom zou ik een heks geloven? PUISTENNEUS : Heks Puistenneus doet altijd alles wat ze belooft. Ze houdt zich aan de afspraak. STIPPEL : En waarom mag ik er nu niet uit? PUISTENNEUS : Omdat we bij volle maan feest gaan vieren. We hebben er honderd jaar op gewacht. STIPPEL : (blij) En omdat het feest is mag ik eruit? PUISTENNEUS : Zo is dat konijntje. STIPPEL : Waarom is het dan feest? PUISTENNEUS : Dat vertel ik je lekker niet. Alleen heks Puistenneus en koning Trollenbol weten waarom het feest is. Het is een groot geheim dat wij honderd jaar bewaard hebben. STIPPEL : (blij) En dan mag ik mee feesten? Toneelfonds J. Janssens – Te Boelaerlei 107 – 2140 Bght Antwerpen Tel 03 366 44 00 . Fax 03 366 45 01 . [email protected]

4

PUISTENNEUS : Alle trollen mogen mee feesten en jij mag dan uit het hok… als je alles opeet. STIPPEL : Ik begrijp niet waarom ik, al dagenlang, zo verschrikkelijk veel droge bladeren moet eten… PUISTENNEUS : Soms is het beter dat je niet alles begrijpt. En eet nu maar of… STIPPEL : Ik zal mijn best doen. (begint met lange tanden te eten) PUISTENNEUS : Het is je geraden! (lacht, gaat naar haar slaapnest en valt in slaap) TROLLENBOL : (op) Puistenneus, Puistenneusje waar ben je? Ze ligt zeker weer in haar lekker stinkend nest te slapen. (tot bij de heks) Puistenneus… Puistenneusje, word eens wakker! PUISTENNEUS : (schrikt wakker) Ohlala, koning Trollenbol! Je doet me schrikken. TROLLENBOL : Ja, Puistenneusje, ik kwam eens kijken hoe dik mijn konijn al is, want ik moet nog maar twee nachten wachten en het is zover. PUISTENNEUS : Je zult tevreden zijn Koning Trollenbol, kom maar eens mee. (gaat met de koning tot bij het hok) Kijk maar eens, dikke buik en dikke billen. (tegen Stippel) Waarom zit je ons zo aan te gapen? Eten, vooruit! STIPPEL : Ik kan niet meer. Mijn buikje staat op springen. TROLLENBOL : Je hebt je best gedaan. Puistenneus. Het speeksel komt me al in de mond. De vijf lekkere konijnenbillen zijn voor mij en als beloning krijg jij de kop. STIPPEL : Wat! Wat zegt u? Jullie gaan me toch niet oppeuzelen? TROLLENBOL : Wat dacht je dan? STIPPEL : Maar de heks zei dat ze me bij volle maan vrij zou laten. PUISTENNEUS : Dat heb ik niet gezegd. Ik zei: ”Er uit zou laten”. TROLLENBOL : Uit het hok en dan lekker aan het spit, nietwaar, Puistenneus. (ze schateren het uit) STIPPEL : (paniek) Nee! Nee, dat is niet eerlijk. Laat me eruit! Ik wil er uit! Help! Help! PUISTENNEUS : Roep maar zo luid je kunt. Niemand kan je hier horen. Niemand waagt het om tot hier te komen. Iedereen heeft schrik van mij. TROLLENBOL : Heks Puistenneus is de gevaarlijkste heks van heel het woud! PUISTENNEUS : En als het volle maan is, word ik nog veel gevaarlijker!


5

STIPPEL : (bibbert en beeft) Oh…, ik ben zo bang! (begint te huilen en te snikken) TROLLENBOL : Wie bang is krijgt er ook van! (lachend af) PUISTENNEUS : (tegen Stippel) Denk erom, als ik terug ben en alles is niet op, dan zwaait er wat! (af)

(Viesspeuk, Stinkiwinki, en Snottebol op, ze pesten en duwen elkaar)

VIESPEUK : Zou ze hier zijn? STINKIWINKI : Stil, Viespeuk, we moeten oppassen voor de heks. VIESPEUK : Weet ik, maar we moeten Ans vinden. Ze moet hier ergens rondhangen. SNOTTEBOL : Het kan niet anders, want we hebben al overal gezocht. STINKIWINKI : Ans is vervelend. VIESPEUK : Ja, ze pest nooit iemand. SNOTTEBOL : Ze liegt ook nooit. STINKIWINKI : Dat is waar Snottebol, en ze is ook nooit onvriendelijk of boosaardig. VIESPEUK : Ze spijbelt altijd. SNOTTEBOL : Ze haat de lessen van onze meester. STINKIWINKI : Ze gaat niet akkoord met wat onze meester ons leert. VIESPEUK : Ze is saai. SNOTTEBOL : Als ze zo verder gaat dan krijgt ze zeker een groot pak billenkoek van de meester. VIESPEUK : Ze behaalt nooit haar kommer en kwel diploma. STINKIWINKI : (bemerkt Stippel) Kijk jongens, een dik, vet konijn! SNOTTEBOL : Een heel dik konijn. VIESPEUK : Laat eens kijken? SNOTTEBOL : Het is aan het blèten! STINKIWINKI : Tof, zeg! Want in Trollenland mag toch niemand blij zijn. VIESPEUK : Lachen is hier verboden. SNOTTEBOL : Uitlachen mag wel. STINKIWINKI : Dat zegt onze meester toch. VIESPEUK : Daarom pesten we ook iedereen. SNOTTEBOL : Pesten leren we op school.


6

VIESPEUK : Dat is een zeer plezante les, de pestles. STINKIWINKI : Hoe stouter we zijn, hoe beter ons schoolrapport. VIESPEUK : Zullen we een beetje lol trappen? STINKIWINKI : Ja, zullen we ons eens goed gaan amuseren met dat dik beest? SNOTTEBOL : Goed idee Stinkiwinki. Wat doen we? VIESPEUK : Laat dat maar aan mij over Snottebol. (tegen Stippel) Dag dikzak, steek je poot eens door de tralies. STIPPEL : (bang) Waarom? SNOTTEBOL : Dan kunnen we er eens een ferme knauw in geven. (lacht) STIPPEL : Maar dat doet pijn! STINKIWINKI : Natuurlijk doet het pijn. VIESPEUK : En als jij dan huilt dan hebben wij plezier, hé jongens? SNOTTEBOL : Ja, dan lachen we ons een bult. STIPPEL : Ga weg. SNOTTEBOL : Keer je eens om? STIPPEL : Waarom? SNOTTEBOL : Dan kunnen we eens heel hard aan je staartje trekken. STIPPEL : Leren jullie dat op school? Dieren pesten en pijn doen? STINKIWINKI : Ja, dat leren wij en onze meester is heel streng.

(trollen kennen geen muziek, ze zeggen het in een bepaald ritme en doen er agressieve bewegingen bij, dansen kennen ze niet)

In het Trollenland Is het zeer plezant Want we pesten en we plagen Tot het eind van onze dagen Dat zijn de wetten van Trollenland Daarom is het hier zo fantastisch plezant. In het Trollenland is het heel plezant…. Want we… STIPPEL : Stop daarmee, begrepen. Ik moet jullie zeker niet vragen om mij te


7

bevrijden. STINKIWINKI : Bevrijden? VIESPEUK : Ben je gek? SNOTTEBOL : Als heks Puistenneus ons hier ziet, dan tovert ze ons misschien om in… STINKIWINKI : …een pad of een kwal… VIESPEUK : Of in een dik vies konijn! (ze schateren het uit) PUISTENNEUS : (Stilletjes op met mand vol bladeren. Ze zet de mand even neer, neemt haar bezem in haar handen en gaat geluidloos tot bij de trollen die naar Stippel kijken. Ze doet de trollen schrikken.) Wat komen jullie hier zoeken? STINKIWINKI : (de trollen zijn nu heel bang) Wij… euh… wij komen… VIESPEUK : even langs om…om euh… SNOTTEBOL : We hebben van onze meester de opdracht gekregen om iemand te zoeken die we konden pesten. STINKIWINKI : Of pijn doen. VIESPEUK : We zochten Ans. PUISTENNEUS : Ans? Is dat het trollenmeisje dat altijd spijbelt? VIESPEUK : Juist, ja dat is ze. SNOTTEBOL : Heb jij Ans gezien? PUISTENNEUS : Nee, maar als ik haar vind, dan geef ik haar een flink pak slaag tot ze luistert en weer elke dag netjes naar de trollenschool gaat. Met brave en lieve trollen kunnen we hier niets aanvangen.. (dreigt met haar borstel) En nu wegwezen lelijke schavuiten of ik verander jullie in… TROLLEN : Niet doen heks Puistenneus, niet doen! We zijn al weg. (trollen snel af) PUISTENNEUS : (neemt de mand en strooit de bladeren in het hok van Stippel) En jij, alles opeten! De koning wil vijf dikke konijnenbillen! STIPPEL : Vijf? PUISTENNEUS : Heb je het nog niet door de dat koning Trollenbol zo dom is als het achtereind van een varken? Hij kan niet tellen en hij gelooft alles wat ik hem wijsmaak. (richting nest) En dat dom zijn… dat komt me later nog goed van pas. (lacht luid en gaat slapen)

(Stippel begint weer te snikken)


8

ANS : (op, ze hoort het konijn) Hallo, wie is daar? Ik dacht dat ik iemand hoorde snikken. (merkt Stippel) Hé konijntje, waarom ben je zo verdrietig? STIPPEL : Ga weg! ANS : Weggaan? Moet ik weggaan? STIPPEL : Ik wil geen trol meer zien. Alle trollen zijn hetzelfde. Boosaardig en slecht. ANS : Dat is waar konijntje en dat is ook mijn probleem. STIPPEL : Jouw probleem, dat zal wel. ANS : Luister, mijn ouders waren twee lieve trollen die, net als ik, niet akkoord gingen met de vreselijke wetten van Trollenland. Mijn mama vertelde me verhalen over een land waar het goed is om wonen. Er wordt niet gepest, iedereen geeft om mekaar en iedereen is aardig en helpt elkaar. Ik weet niet of het land echt bestaat, maar ik droom er wel van wanneer ik me eenzaam voel. STIPPEL : En waar zijn je ouders nu? ANS : Ik weet het niet. Op een keer toen ik van school kwam, waren mijn ouders verdwenen. En tot op vandaag wil niemand me vertellen waar ze zijn. Ik kan niet geloven dat ze vrijwillig zijn weggegaan zonder mij. Er is vast iets vreselijks gebeurd. STIPPEL : Dat is heel erg. ANS : Ik heb overal gezocht tot aan de grens van Kabouterland. Verder durfde ik niet gaan. Ik heb ze nooit meer teruggevonden. En één ding heb ik gezworen, ik blijf dromen van een land waar het heerlijk is om wonen. Waar er nooit wordt gepest en… STIPPEL : Dan ben jij Ans, het trollenmeisje! ANS : Hoe weet jij dat? STIPPEL : Drie trollen zoeken je. ANS : Was het Viespeuk, een trol met vieze haren en vieze kleren? STIPPEL : Ja, die was er bij. ANS : En was het Snottebol, die steeds in zijn neus peuterde? STIPPEL : Ja, die ook. ANS : En de derde was zeker Stinkiwinki. (knijpt in haar neus) STIPPEL : Ja, dat waren ze.


9

ANS : Ze zochten me om me te pesten en om aan mijn vlechtjes te trekken zeker? STIPPEL : Zoiets ja. ANS : Je kan me vertrouwen konijn, vertel me rustig waarom je zo droevig bent. STIPPEL : Ik ben zo bang. Nog twee nachten en ik word opgepeuzeld. ANS : Opgepeuzeld? STIPPEL : Die vreselijke koning wil mij opeten.. ANS : Dat is raar. Hier in Trollenland eten wij alleen maar droge bladeren. STIPPEL : Dat dacht ik ook, maar als het feest is wil de koning… (huilt hartverscheurend) ANS : Feest, daar weet ik niets van. STIPPEL : De heks zei dat… (huilt) ANS : Rustig maar, vertel maar verder. STIPPEL : De koning wil een lekker konijntje op het menu… en dat lekker konijntje (snikt) dat ben ik! ANS : Dat kunnen we niet laten gebeuren! En wat het feest betreft, er klopt iets niet. STIPPEL : Kan jij me helpen? ANS : Ik wil het wel maar of ik het kan dat is andere koek. STIPPEL : Probeer toch maar. Alsjeblief? ANS : (voelt aan de deur) Er zit een slot op de deur. We moeten de sleutel vinden. STIPPEL : De sleutel zit in de zak van die vreselijke heks. ANS : Oei! En waar is Puistenneus? STIPPEL : Ze ligt te slapen onder die boom. ANS : Ik durf niet naar de heks gaan. Ze is heel gevaarlijk. STIPPEL : Dat begrijp ik. ANS : En toch moet er een middel zijn om jou hier uit te krijgen. STIPPEL : Laat maar. Misschien steekt de heks jou ook nog in een hok. ANS : Misschien, ja… maar ik wil je helpen. Ik moet moedig zijn. Mijn ouders zouden heel trots op me zijn.

(Ans stapt heel voorzichtig richting heks. De heks maakt een raar geluid. Ans loopt een stukje terug maar uiteindelijk staat ze bij de heks. Ze doet een paar pogingen om de sleutel te pakken maar de heks beweegt en maakt telkens een


10

raar geluid. Ans deinst terug tot ze uiteindelijk de sleutel te pakken heeft.)

Ik heb hem, ik heb hem! Vlug eruit! (ze bevrijdt Stippel) STIPPEL : (komt uit het hok) Ik ben vrij! ANS : Wegwezen maatje, snel. Vlucht het bos in en kom hier nooit, maar ook nooit meer terug. STIPPEL : (wil vluchten maar keert om) Dank je Ans. (geeft Ans een dikke knuffel) Jij bent een echte vriend. ANS : Een vriend? Wat is dat? STIPPEL : Weet jij niet wat een vriend is? ANS : Nee, nooit van gehoord. STIPPEL : Een vriend is iemand die je hebt voor het leven. Hij laat je nooit in de steek en helpt je als je het nodig hebt. ANS : Ben jij dan ook mijn vriend? STIPPEL : Ja Ans, ik ben ook jouw vriend, voor altijd.

(Puistenneus maakt een onsmakelijk geluid in haar slaap)

ANS : Vooruit konijn, wegwezen! Vlug, voor Puistenneus weer wakker wordt.

(Ans geniet nog van de knuffel en de woorden van Stippel. Ze is zo gelukkig dat ze niet ziet dat de drie trollen eraan komen. Ze roept heel blij.)

Ik heb een vriend, een echte vriend! (iets minder blij)… maar ik ken zijn naam niet eens. STINKIWINKI : (loopt naar Ans en pakt haar beet) Kom Snottebol en Viespeuk, we hebben haar. VIESPEUK : Ik mag het eerst aan haar vlechtjes trekken SNOTTEBOL : (duwt Viespeuk weg) Nee Stinkiwinki, ik mag eerst. STINKIWINKI : (duwt Snottebol weg) Ik heb haar gevangen dus mag ik eerst. (trekt aan de vlechtjes van Ans) ANS : (gilt) Au! Jullie doen me pijn!


11

VIESPEUK : Dat is ook de bedoeling hé Ansje! …Dom gansje. (trekt ook nog eens aan de vlechtjes) ANS : (gilt nu heel luid) Au, laat me los!

(Puistenneus wordt wakker en loopt met veel kabaal naar de trollen en Ans)

STINKIWINKI : (bang) Hier heks Puistenneus, we hebben haar. Ze is helemaal voor jou. PUISTENNEUS : Voor mij, Stinkiwinki ? Is ze helemaal voor… (ze ziet het hok openstaan en roept heel luid) Waar is het konijn? (ze ziet de sleutel in de hand van Ans en houdt Ans stevig vast) Jij mormel, jij hebt het konijn bevrijd. Wat zal koning Trollenbol daar van zeggen! (nu tegen zichzelf) Oei oei, hoe moet ik hem dat gaan uitleggen. (nu tegen de trollen) En jullie, maken dat jullie wegkomen! STINKIWINKI : (lachend) Kom, we gaan Trollenbol vertellen dat zijn konijntje het hazenpad koos. VIESPEUK : Dat wordt vuurwerk jongens! SNOTTEBOL : Ja, het zal er ferm gaan knallen. STINKIWINKI : We gaan ons reuze amuseren.

(trollen lachend af)

ANS : Laat me los, lelijke heks, laat me gaan! PUISTENNEUS : Ik denk er nog niet aan. Jij blijft hier. Het zal vandaag jouw beste dag niet zijn! ANS : Help! PUISTENNEUS : Schreeuw maar zo luid je wilt, niemand durft heks Puistenneus tegen te spreken. Ik had je destijds mee moeten verbannen samen met je ouders. ANS : Jij? Heb jij mijn ouders verbannen? Dat is afschuwelijk. Waar zijn ze? PUISTENNEUS : Ik heb ze destijds laten verdwijnen met een wervelwind. Waar ze zijn en of ze nog leven, weet ik niet. Maar wat ik wel weet is dat het verschrikkelijke trollen waren.


12

ANS : Mijn ouders waren niet verschrikkelijk, mijn papa en mijn mama waren heel lief en altijd vrolijk. PUISTENNEUS : Juist daarom! Lief en vrolijk zijn, hoort niet in Trollenland. Dat leer je toch op school! ANS : Wat wij op school leren dat is allemaal rotzooi! PUISTENNEUS : Hoe durf je! TROLLENBOL : (woedend op) Puistenneus, wat is er met mijn lekker konijn gebeurd? ANS : (bang maar kranig) Ik heb het vrijgelaten! TROLLENBOL : Wat!? PUISTENNEUS : Ja, dit misbaksel heeft het konijn vrijgelaten. TROLLENBOL : En wat moet ik dan eten als het feest is? Droge bladeren misschien? PUISTENNEUS : Ik, ik los het wel op! TROLLENBOL : Jij lost het op? En hoe ga je dat doen? PUISTENNEUS : Ik euh, ik… Ik verander Ans in een vet konijn met wel zeven dikke konijnenbillen ! TROLLENBOL : Mmmm… Zeven dikke konijnenbillen, dat is niet slecht. ANS : (heel bang) Nee, niet doen! TROLLENBOL : Maar euh…Hoe kan jij dat trollenkind in een konijn veranderen. Wij weten toch allebei dat je niet kan toveren. ANS : Wat! Kan de heks niet toveren? TROLLENBOL : Ah nee, ze is haar toverkracht kwijtgeraakt door… PUISTENNEUS : (tegen Trollenbol) Zwijg, dat was toch ons groot geheim! TROLLENBOL : Oeps! Heb ik mijn mond voorbij gepraat? PUISTENNEUS : Als je dat maar weet. (tegen Ans) Maar de koning weet ook dat ik na twee nachten mijn toverkracht terug zal hebben. TROLLENBOL : En daarom gaan we feesten. En dan kan Puistenneus jou in een groot dik konijn omtoveren. PUISTENNEUS : In een heel groot dik konijn! TROLLENBOL : Met zeven billen. ANS : Jij kunt dus niet toveren? En alle trollen denken dat je een machtige toverheks bent. PUISTENNEUS : Toen honderd jaar geleden mijn toverkracht werd afgepakt, hebben


13

koning Trollenbol en ik besloten om dit als een groot geheim te bewaren. ANS : Zodat iedereen schrik heeft van een heks, die geen schop onder haar achterste waard is.. PUISTENNEUS : Hoe durf je! Kom maar eens mee. (ze neemt de sleutel van Ans, duwt Ans in het hok en hangt de sleutel rond haar hals) ANS : Dat kan je niet maken. Laat me eruit! PUISTENNEUS : Na twee nachten mag jij er uit!

(de heks en de koning lachen haar duchtig uit)

TROLLENBOL : Dan ga ik maar. Krijg akelige dromen Puistenneus. (af) PUISTENNEUS : Krijg akelige dromen koning Trollenbol. (ze gaat weer in haar nest slapen) ANS : (imiteert) “Krijg akelige dromen” Mijn mama en papa zeiden altijd: ”slaap zacht lieve schat” en dan kreeg ik nog een zoentje. Hier in Trollenland wenst men elkaar akelige dingen toe. Maar dat is nu mijn probleem niet. Ik moet hier uit geraken! (rammelt met de deur en ontmoedigd) Maar hoe? (zet zich neer) STIPPEL : (komt zachtjes opgeslopen) Pssst… Ans… ANS : Konijn, wat doe jij hier? STIPPEL : “Vrienden”, weet je nog? ANS : Maak dat je wegkomt, het is hier veel te gevaarlijk. STIPPEL : Dat het hier gevaarlijk is, moet je mij niet vertellen, maar ik kan jou toch niet laten oppeuzelen door die vreselijke Trollenbol. ANS : Hoe weet jij dat? STIPPEL : Ik hoorde gillen en ben teruggekeerd. Ik heb me achter een boom verstopt en heb alles gezien en gehoord. ANS : Maar konijn… STIPPEL : Geen tijd voor praatjes, waar is de sleutel? ANS : Rond de hals van de heks. STIPPEL : Oei, dat zal niet makkelijk zijn. Hoe doen we het? ANS : De sleutel weghalen terwijl de heks slaapt zal zeker niet lukken. STIPPEL : Eerst goed nadenken.


14

ANS : Bind haar eerst vast. Zoek lianen in het bos. STIPPEL : Doe ik. (haast zich af) ANS : Haast je. STIPPEL : (terug op) Kijk! Ik heb wat gevonden!

(Stippel sluipt heel bang naar de heks. Heks maakt weer van die akelige geluiden. Stippel deinst en paar keer terug. Uiteindelijk bindt ze de heks vast aan handen en voeten. Ze neemt vlug de sleutel. De heks wordt met veel kabaal wakker maar kan niet recht. Stippel loopt richting Ans.)

PUISTENNEUS : Stop! Geef me die sleutels terug. (gilt) Stop!

(Stippel stopt)

Maak mijn handen los en geef me de sleutel. STIPPEL : Dat doe ik lekker niet! PUISTENNEUS : Nee? STIPPEL : (boos) Nee! PUISTENNEUS : Dan verander ik jou in een stenen tuinkonijn. STIPPEL : (bang) Nee! PUISTENNEUS : Geef hier die sleutel!

(Stippel loopt bang richting heks)

ANS : Niet doen konijn! STIPPEL : Maar als ik een stenen tuinkonijn ben, kan ik je niet meer helpen. PUISTENNEUS : Ik tel tot drie! Eén…

(Stippel loopt richting heks)

ANS : Niet doen konijn, de heks kan niet toveren.


15

(Stippel draait zich naar Ans)

PUISTENNEUS : Ik kan wel toveren! (telt verder) Twee!

(Stippel weer richting Heks)

ANS : (roept) De heks liegt.

(Stippel stopt weer)

PUISTENNEUS : (roept ) Ans is de leugenaar! STIPPEL : (klaagt) Oh, nu weet ik het echt niet meer. Wie moet ik nu geloven? PUISTENNEUS : Mij! ANS : Mij! … Je vriend. STIPPEL : (opgelucht) Mijn vriend! Ach, hoe kon ik zo dom zijn. Een vriend kan je altijd vertrouwen. (stapt naar het hok) PUISTENNEUS : Kom terug! Ik waarschuw je. STIPPEL : (opent het hok) Kom er uit vriend. ANS : (stapt uit het hok) Dank je konijn. (ze omarmen elkaar) STIPPEL : Noem mij maar Stippel. ANS : Stippel? STIPPEL : Mijn naam. ANS : Dank je Stippel. STIPPEL : Vrienden voor altijd, weet je nog? ANS : Nu moeten we er vandoor, en vlug. STIPPEL : Waar naartoe? ANS : Ver weg. Heel ver weg. Kom, vlug.

(Ondertussen wordt het stilaan nacht)

PUISTENNEUS : (nog steeds vastgebonden) Maak me los, toe, laat me hier zo niet achter. Puistenneus is echt niet zo slecht, help me alsjeblief! Help! Help!


Deze smaakmaker laat u toe kennis te maken met dit werk

Recommend Documents