1
Nima-A - Marketing
Deze cartooneske illustratie van Ceseli Jitta bij het Bijbelverhaal waarin een landheer naar het buitenland gaat, laat zien hoe drie dienaren een verschillend aantal talenten geeft: de eerste krijgt vijf talenten, de tweede twee en de derde een. Bij zijn terugkeer blijkt de gift van de vijf en twee talenten verdubbeld en heeft de ontvanger van het ene talent die munt begraven. Hij wordt de duisternis in gestuurd. Naar aanleiding van dit verhaal van apostel Mattheus wordt wel gesproken over het Mattheuseffect waarbij de rijken rijker worden en de armen armer. Maar je kunt ook proberen om kinderen talenten te laten opgraven en niet te laten begraven. Bijvoorbeeld met een breed aanbod aan kinderboeken bij alle schoolvakken voor alle kinderen. Hier blijft dat beperkt tot het vak rekenen. Ik zal heel veel voorbeelden geven, vaak met een korte hint en soms meer uitgewerkt.
2
Nima-A - Marketing
Deze acht vormen van Meervoudige Intelligentie zijn intussen in Nederland en elders in de wereld wijd en zijd verspreid. Maar het is nieuw om die intelligenties te koppelen aan kinderboeken in combinatie met schoolvakken. Via de voorkeuren van kinderen voor specifieke kinderboeken en voor verwante schoolvakken kunnen juffen en meesters al vroeg een beeld proberen te krijgen van hun interesses, hun intelligenties of hun aanleg en hoe die sporen met de intelligentiemix van hun favoriete kinderboekenauteurs. Op ouderavonden kunnen ze dan vaders en moeders verrassen met het beeld dat ze hebben van de interesses van hun kinderen en de boeken die ze graag lezen. Kinderliteratuur bij alle intelligenties en bij alle schoolvakken verhoogt de kans op een bredere verdeling van talenten onder de leerlingen.
3
Nima-A - Marketing
Toon Tellegen is een meester in het op de kop zetten van het schoolse leren en leven. In ‘Mijn avonturen van V. Swchwrm’ laat hij een meester zien die aan alle degelijke schoolkennis is gaan twijfelen. Bij biologie denkt hij dat een nijlpaard een zoogdier is en acht hij het minder waarschijnlijk dat een nijlpaard ook een insect kan zijn. Bij rekenen is de uitkomst van acht keer acht voor hem waarschijnlijk vierenzestig, van negen keer negen wellicht eenentachtig en behoort tien keer tien is honderd tot de mogelijkheden. Bij geschiedenis vond de watersnoodramp ‘misschien’ in 1953 plaats en begon de Tweede Wereldoorlog ‘waarschijnlijk’ in 1940. Al dit getwijfel trekt meteen de aandacht van het hoofd van de school. Hij wil er ter plekke meer van weten en vraagt aan de kinderen: hoeveel is acht keer acht. Zij keken naar de meester en zeiden toen: ‘Misschien vierenzestig’. Het hoofd keek naar de meester en vroeg: ‘Hebben ze dat van u?’ ‘Ik denk het wel,’ zei de meester. ‘Maar als het niet meer vaststaat dat acht keer acht vierenzestig is, wat staat er dan nog wel vast, vroeg het hoofd met een eigenaardige hoge stem. Even was het stil. ‘Het leven misschien?’ zei de meester. ‘Zo komen we niet verder ‘ zei het hoofd’. Misschien niet zei de meester. Zijn stem klonk schor.
4
Nima-A - Marketing
Vervolgens komt de inspectie op school om rapport op te maken. En de ouders laten massaal weten dat ‘acht keer acht is vierenzestig’ als een paal boven water staat. En ze komen met spandoeken als: 8x8=64! DAT IS ZO ZEKER ALS 1+1=2. Of: 8 x 8 WAS 64, IS 64 EN ZAL ALTIJD 64 BLIJVEN. Deze meester is het hilarisch overdreven schoolvoorbeeld van al die juffen en meesters die het ineens niet meer zien zitten.
4
Nima-A - Marketing
De prentenboekenvirtuoos Anthony Browne heeft ons met het aapje in zijn prentenboekje ‘Ik hou van boeken’ het rolmodel voor het aanleren van genres geschonken. Zo laat hij bij enge boeken met zijn gedrag het gevoel zien dat bij dit soort boeken past en bij telboeken de leeshouding die hoort bij dit type educatieve boeken. Daarmee kan een kind beter het beslissende boek vinden voor het beroep dat het later gaat kiezen. Zo koos onze schoonzoon die geschiedenis heeft gestudeerd voor zijn eerste les aan leerlingen van een VWO-klas voor de boeken van Thea Beckman want door haar boeken had hij voor dat vak gekozen. De lezing die Kees Fens over het beslissende boek hield is als verdiepende tekst op onze website opgenomen.
5
Nima-A - Marketing
Elk hoofdstuk van onze website opent als entree met een gedicht, een illustratie en het commentaar van de schrijver van dat hoofdstuk. Dat commentaar spitst zich toe op gedicht, illustratie en de kenhouding van een vak. Marjolein Kool gaf haar hoofdstuk de titel mee: ‘Als je goed om je heen kijkt, kun je overal rekenen’. Hoe waar dat wel niet is blijkt uit haar commentaar. Maar eerst lees ik u het gedicht voor en dan is het woord aan Marjolein:
6
Nima-A - Marketing
7
Nima-A - Marketing
Deze tabel uit mijn dissertatie ‘Het prentenboek als springplank. Cultuurspreiding en leesbevordering door prentenboeken’ laat de verschillen zien in de antwoorden van de deelnemende kinderen uit verschillende sociale milieus op vragen over voorlezen thuis en op school, bibliotheekbezoek, boekbezit en voorkeur voor al dan niet zelf lezen en voor voorlezen thuis of op school. Kinderen van hoogopgeleide autochtone en allochtone ouders (1.00) worden thuis meer voorgelezen, gaan vaker naar de bibliotheek en krijgen meer boeken dan kinderen van laagopgeleide autochtone (1.25) en van laagopgeleide allochtone ouders (1.90). Maar kinderen van hoogopgeleide ouders hebben minder voorkeur voor zelf lezen en worden liever thuis dan op school voorgelezen, terwijl kinderen van beide groepen laagopgeleide ouders een sterke voorkeur hebben voor zelf lezen en voor voorlezen op school. Maar is die voorkeur voor zelf lezen en voor voorlezen op school niet gedwongen, omdat de ouders van beide laatste groepen dat weinig doen of niet kunnen? Is dat niet schrijnend?
8
Nima-A - Marketing
In het onderzoek voor mijn dissertatie verdeelde ik zo’n honderd prentenboeken over de verschillende thema’s van het rekenonderwijs in groep drie van de basisschool. Zie in de literatuuropgave de brochure Reken op prentenboeken. Het prentenboek als context bij realistisch rekenwiskundeonderwijs in de onderbouw van het basisonderwijs . Daarbij werd steeds nagegaan bij welke fase elk prentenboek het beste paste. Bijvoorbeeld tijdsverloop, dagritme en tijdsindeling al kunnen onderkennen. Nu doe ik dat globaler met prentenboeken, verhalen en gedichten die ook passen bij de midden- en bovenbouw.
9
Deze tabel toont de gemiddelde scores op de Citotoetsen Technisch lezen, Rekenen, Woordenschat en Begrijpend lezen aan het eind van het jaar. Alle scores behalve technisch lezen zijn hoger voor de experimentele groep die heeft gewerkt met prentenboeken. Significante verschillen (een p-waarde van <0.05 betekent bijvoorbeeld dat de kans dat de uitkomsten op toeval berusten, minder is dan 5%, of dan 1% bij p<0.01) waren er wel op de toetsen rekenen, woordenschat en begrijpend lezen voor de experimentele groep die werkte met prentenboeken.
10
Bij andere toetsen die ik als voortoets en natoets gebruikte gaat het om groeiscores tussen de voor- en natoets. Voor alle toetsen zijn die hoger voor de experimentele groep dan voor de controlegroep; ze zijn significant bij drie toetsen (Eli, een intelligentietoets, classificeren en de LeesErvaringschaal.
11
Het uitgangspunt van het interventieprogramma was dat dit programma pas als succesvol kon gelden wanneer de leerlingen met laagopgeleide ouders er baat bij hadden. En dat was zo voor beide groepen kinderen van laag opgeleide ouders (drie keer significant bij laag opgeleid en een keer bij hoog opgeleid).
12
Nima-A - Marketing
13
Nima-A - Marketing
De Duitse historicus Schorch toonde aan dat kinderen tussen 4 en 9 jaar bezig zijn met de dagelijkse tijd en niet met de historische tijd. Cees van der Kooij introduceerde dit begrip in ons taalgebied. Bij de dagelijkse tijd gaat het vooral om de circulaire tijd van bijvoorbeeld de seizoenen en veel minder om de lineaire tijd van bijvoorbeeld de kalender.
14
Nima-A - Marketing
Deze voorbeelden laten zien dat Jip en Janneke het bladeren vegen in de circulaire tijd van de seizoenen al wel beheersen.
15
Nima-A - Marketing
En de betekenis van de kalender nog niet waardoor ze per ongeluk de verjaardag van vader er af scheuren en die niet meer jarig kan worden (een grapje zegt moeder dan).
16
Nima-A - Marketing
Deze inkijk in het huis op de klokken in de hal, in de keuken, in de slaapkamer en op zolder laat overal dezelfde tijd zien maar mijnheer Higgens ziet als hij langs zijn klokken loopt, steeds een andere tijd op al die klokken, als hij een verdieping hoger komt.
17
Nima-A - Marketing
Hij gaat naar een klokkenmaker en legt hem uit dat als zijn klok in de hal 20 minuten na vier aanwijst, de klok op zolder 23 minuten na vier aangeeft, de klok in de keuken 25 minuten en de klok in de slaapkamer 26 minuten na vier. Vraag in de klas aan de kinderen: wie weet hoe de klokkenmaker dit gaat oplossen? De klokkenmaker laat met een zakhorloge zien dat die dezelfde tijd aangeeft als de klok die mijnheer Higgens heeft meegebracht. En dat is al net zo bij alle klokken in zijn huis.
18
Nima-A - Marketing
Of de verstokte lezer die in dit gedicht de 2000ste week is ingegaan een boete krijgt van tien of elf gulden valt na te rekenen aan de hand van de boeteregeling. Reken het maar eens uit.
19
Nima-A - Marketing
Ineens verandert Frederik aan het begin van het groteske verhaal ‘Maar ik ben Frederik, zei Frederik’ van Joke van Leeuwen van een volwassen man in een kind. Daardoor kan hij nauwelijks nog over het stuur van zijn auto heenkijken of bij de rempedalen komen. Hoeveel is hij kleiner geworden?
20
Nima-A - Marketing
Aan het eind van dit verhaal wordt hij ineens weer even groot als vroeger. Hoe groot is het verschil, gelet op de illustraties?
21
Nima-A - Marketing
In het prentenboek ‘Veel groter dan Martin’ van Steven Kellog gunt de oudere Martin zijn jongere broer Henkie slechts een paar kruimels en zich zelf een enorme taart. Met die taart en die kruimels valt natuurlijk van alles te verzinnen in de rekenles. Probeer maar eens na te gaan hoeveel kruimels je kunt maken van een heel klein taartje (of van een boterham). Hoe groot is een kruimel eigenlijk? En wat weegt een kruimel?
22
Nima-A - Marketing
Terug naar het verhaal. Als ze Indiaantje spelen is Martin opperhoofd en wordt Henkie aan de totempaal gebonden.
23
Nima-A - Marketing
Henkie pikt dat niet: hij gaat aan het buigen en rekken, begiet zich zelf met water maar in het groeien blijft hij, gelet op de notaties op de muur, alsmaar achter bij zijn broer. Er zit niks anders op dan een list te verzinnen. Wie weet hoe hij dit gaat doen?
24
Nima-A - Marketing
Ineens is Henkie stukken groter geworden. Kun je in een tabel aangeven hoe de verhoudingen eerder waren en hoe die nu, met de stelten meegeteld, wezenlijk zijn veranderd?
25
Nima-A - Marketing
26
Nima-A - Marketing
Kikker en Pad hebben al heel veel van de koekjes gesmuld. Steeds wordt het laatste koekje dat ze nog op zullen eten het voorlaatste koekje. Ten einde raad doen ze de koekjes in een doos met een touw er omheen en zetten ze die doos op een plek waar ze niet bij kunnen.
27
Nima-A - Marketing
Ze doen dat om meer wilskracht te verwerven. Maar even later bedenkt Pad dat ze met een trap die doos weer van de kast kunnen halen en het touw kunnen doorknippen. Dat doet Kikker en hij voert de koekjes die overgebleven zijn aan de vogels. Pad zegt dan verdrietig dat ze geen koekjes meer hebben, zelfs niet een voor Pad alleen. Dat geeft Kikker toe al vindt hij wel dat ze nu een heleboel wils-kracht hebben. Dan zegt Pad: ‘Die mag je wel van me houden. Ik ga nu naar huis om een taart te bakken’. Laat de kinderen voor het front van de klas doen alsof ze de stadia van het leeg eten van de trommel beleven: eerst beginnen met de volle trommel, dan na een paar koekjes met de bijna volle trommel, daarna met de half lege trommel, vervolgens met de trommel waarvan enkel de bodem nog met koekjes bedekt is en tenslotte het moment van het ene, allerlaatste koekje. Via dat ‘doen alsof’ kunnen wisselende oppervlakten verkend worden en als het inderdaad bij ‘doen alsof ‘ blijft kunnen de spelers aangeven hoe alle koekjes en de taart van Pad eerlijk met alle kinderen gedeeld kunnen worden. Het prentenboek als het practicum en het loon van het uitgesteld verlangen.
28
Nima-A - Marketing
De zoon van mevrouw Bodot heeft vanuit Afrika zijn moeder met de post een cadeau laten bezorgen: een boa constrictor of familiair een Crictor.
29
Nima-A - Marketing
Mevrouw Bodot geeft hem de fles om Crictor te laten groeien.
30
Nima-A - Marketing
En een ledikant met royale groeimogelijkheden.
31
Nima-A - Marketing
Cartoonisten als Tomi Ungerer, de maker van dit prentenboek, beheersen als geen ander de kunst van het verkleinen en van het vergroten. Bijvoorbeeld om het verschil in emoties van de personages uit te beelden. Het optische verschil in grootte op de linker en de rechter prent tussen Crictor die als glijbaan voor de jongens of als springtouw voor de meisjes fungeert, valt, zo te zien, met een lint of een brandslang op te meten. Kun je het ook psychologisch verklaren?
32
Nima-A - Marketing
Een andere toegevoegde waarde, naast het tellen op zich zelf, biedt ‘De boodschappenmand’ van John Burningham. Willie moet van zijn moeder zes eieren halen, vijf bananen, vier appels, drie sinaasappels, twee doughnuts en een zakje chips. Op weg naar huis met zijn volle mand komt hij zes dieren tegen die iets van hem willen.
33
Nima-A - Marketing
Eerst eist een beer alle eieren op. Willie zegt dat ie te sloom is om een ei te kunnen vangen en laat hem er zo instinken. En op de afbeelding van alle boodschappen is een ei verdwenen. Een aap eist de bananen op, een kangoeroe de appels, een geit de sinaasappels, een varken de donuts en een olifant de chips. Willie offert steeds iets van zijn boodschappen en beschuldigt zijn belagers steeds dat ze iets niet kunnen. Hoeveel moet hij van zijn boodschappen opofferen?
34
Nima-A - Marketing
Met welke valkuil uit de omgeving zet hij het varken klem?
35
Nima-A - Marketing
36
Nima-A - Marketing
En welke valkuil in de omgeving heeft hij voor de olifant in petto die het op het zakje chips heeft gemunt?
37
Nima-A - Marketing
Hoe troeft Willie als rekenmeester zijn belagers af en hoe als levensmeester? (Als rekenmeester voorkomt hij grotere schade door enig verlies op de koop toe te nemen en weet hij waar hij in de ruimte zijn belagers klem kan zetten).
38
Nima-A - Marketing
Marjolein Kool heeft in haar hoofdstuk over rekenen in ons handboek als voorbeeld gekozen voor het gedicht ‘Muziekles’ uit de bundel ‘Ik val omhoog’ van Shell Silverstein. Ze laat leerlingen schatten hoe zwaar de piano is door ze te laten refereren aan voorwerpen van hetzelfde gewicht als 10 kg voor een emmer water, 100 kg voor een forse volwassen man om daarna over te stappen op het raden van het gewicht van een piano of van een vleugel. Leerkrachten moeten daarvoor rekenvragen kunnen oplossen met een goede voorraad referentiematen om het gewicht van een vleugel, de hoogte van traptreden en een verdieping te kunnen schatten en over getalkennis en getalrelaties beschikken om handige afrondingen in de berekeningen te maken. Elders wijst ze er op dat in boeken als Matilda van Dahl wel rekenpassages voorkomen maar niet nader worden uitgelegd. Dat is in veel prentenboeken, verhalen en gedichten het geval. Maar dat houdt niemand tegen om op zoek te gaan naar zulke passages om daar rekenvragen bij te stellen zoals we zullen blijven proberen.
39
Nima-A - Marketing
In dit verhaal verliest Pad op de wandeling met Kikker een knoop van zijn jasje. Samen lopen ze terug om die knoop te zoeken. Bij de eerste knoop die Kikker vindt zegt Pad: ‘Dat is mijn knoop niet . Die knoop is zwart, mijn knoop was wit’. Toch steekt hij die knoop in zijn zak. Bij de tweede knoop die een mus vindt, zegt Pad: ‘Die knoop heeft twee gaatjes. Mijn knoop had vier gaatjes’. Maar ook die knoop stopt hij in zijn zak. De derde knoop die Kikker vindt, erkent hij niet als de zijne. ‘Die knoop is klein. Mijn knoop was groot’. En weer steekt hij die knoop in zijn zak. Bij de vierde knoop die een wasbeer heeft gevonden, jammert Pad: ‘Die knoop is vierkant. Mijn knoop was rond.’ En opnieuw stopt hij die knoop in zijn zak. Bij de vijfde knoop die Kikker weer weet op te sporen gilt Pad: ‘Die knoop is dun. Mijn knoop was dik’. En weer doet hij die knoop in zijn zak, terwijl hij tiert: ‘De hele wereld is bezaaid met knopen, maar die van mij is er niet bij.’ Hij rent naar huis, gooit de deur woedend achter zich dicht en ziet dan de knoop liggen waar ze heel de middag naar hebben lopen zoeken. Hij schaamt zich diep. Laat hier bij het voorlezen de kinderen eerst vertellen hoeveel knopen Pad heeft teruggevonden en noteer wie voor een of voor vijf knopen kiest en waarom ze dat doen (een omdat alleen de goede knoop telt of zes, omdat hij naast de goede knoop ook alle andere gevonden knopen op zijn jas vastnaait).
40
Nima-A - Marketing
Het gaat hier eerder om het ordenen en vergelijken van knopen op basis van hun verschillende kenmerken dan om het optellen van alle knopen.
40
Nima-A - Marketing
Hier is onze kleinzoon lekker met zijn vinger aan het gaatjes prikken in Rupsje Nooit Genoeg. Het leren om synchroon te tellen laat nog even op zich wachten.
41
Nima-A - Marketing
De dichter Van Lieshout en de illustrator Hopman hebben het moderne boerenbestaan in beeld gebracht. Ze betrekken hun hoofdfiguur Boer Boris volop bij het oogsten van de vijf akkers van de moestuin: eentje met peentjes, eentje met bonen, eentje met prei, eentje met biet en eentje met aardappels: hij laadt zijn kruiwagen zo trots als een pauw vol met verse piepers voor de friet, hij bestuurt de grote tractor, hij rijdt op een varken en hij breit sokken met de wol van de schapen. Die optelrij begint met die tractor en gaat verder met 2 schuren, 3 vogelverschrikkers, 4 machines, vijf akkers, 6 varkens, 7 koeien, 8 schapen, 9 muizen, 10 kippen en nog eens elf eitjes. Is dit geen natuurlijke manier om synchroon te leren tellen met concrete voorwerpen net zoals Jan Ligthart dat eerder deed met ‘Het volle leven’ van de zaakvakken?
42
Hoe kun je achterhalen hoeveel water er uit de kraan is gelopen? Begin met te meten hoeveel water er in een minuut uit de kraan komt. En vermenigvuldig die uitkomst eerst voor een uur, dan voor een dag, daarna voor zeven dagen, vervolgens voor een week, daarna weer voor zeven weken en ten slotte voor zeven maanden. Kan het ook korter?
43
Nima-A - Marketing
44
Nima-A - Marketing
In dit aloude kinderrijm verliest dit mannetje niet zijn leven maar wel zijn huisje als gevolg van de onverstandige bouwlocatie die hij heeft gekozen.
45
Nima-A - Marketing
In deze nieuwe berijming van Han G. Hoekstra haalt dat mannetje dat niet wijs was een vrouwtje, een koebeest, twee kippen, een haan, een poes en een varken van vijfhonderd pond op het ijs. En dat kan het broze ijs niet dragen. Om hoeveel kilo gaat het ongeveer?
46
Nima-A - Marketing
In dit telboek wordt het aantal koekjes steeds minder en het aantal verdachte daders steeds groter. De beschuldiging van mamma aan het adres van Diederik en diens verweer vormen samen een mooi duet dat uitmondt in een aftelreeks van acht tot nul koekjes en een optelreeks van acht tot vijftien daders. Maar als Mamma denkt dat Diederik haar leugens op de mouw spelt, komt een lange rij daders haar bedanken voor de heerlijke koekjes die ze hebben gekregen.
47
Nima-A - Marketing
Hoeveel koekjes zaten er in de trommel, als al die daders er tien, want ze hadden erge honger, hebben opgesmuld?
48
Nima-A - Marketing
Henriette Boerendans combineert het aanleren van de getallen 1 tot en met 10, 50, 100 en 0 met het aantal jonge dieren dat een diersoort per keer baart. Olifanten bijvoorbeeld niet meer dan een, omdat er in hun bijna twee jaar durende zwangerschap maar een jong in mamma’s buik past. Dat verschil gebruikt ze opnieuw door vervolgens met een rij van een toenemend aantal voetafdrukken (een voor het olifantje, twee voor de twee ijsbeertjes, zeven voor de zeven jonge hondjes) en zo tot tien, jonge kinderen synchroon aan het tellen weet te krijgen. Voor de bollebozen en wat oudere kinderen: hoeveel ijsbeertjes of hondjes worden er geboren als al die jongen weer jongen krijgen?
49
Nima-A - Marketing
De afbeelding van de vijftig eitjes waar vijftig inktvisjes uit voortkomen als symbool voor het getal 50 heeft Boerendans spiegelbeeldig op de pagina gezet 4, 6, 7, 8, 8, 7, 6, 4. Hoe kun je met andere hoeveelheden (bijvoorbeeld 25 of 32) ook zo’n mooie symmetrie krijgen? (De eerste 1 2 3 4 5 4 3 2 1, de tweede 2, 4, 6, 8, 6, 4, 2).
50
Nima-A - Marketing
Kinderen krijgen getallen soms ingepeperd wanneer ze strafwerk moeten maken. Bastiaan weet daar alles van.
51
Nima-A - Marketing
Want wanneer de broek van Bastiaan is gescheurd omdat een leeuw uit het korenveld in zijn broek beet moet hij vier honderd keer hardop zeggen: ‘Ik mag geen leugens over leeuwen vertellen en ik mag mijn broek niet scheuren’.
52
Nima-A - Marketing
Maar als een volgende keer de meester zelf door een gorilla in de nok van de school wordt vastgehouden en hij Bastiaan beveelt om hem naar beneden te halen, dan krijgt hij van Bastiaan een koekje van eigen deeg.
53
Nima-A - Marketing
Dat koekje deelt hij zo uit: : ‘Er zijn hier helemaal geen grote gevaarlijke gorilla’s meneer.’ Zo kan het opgeven van strafwerk in grote getallen ook tot afrekenen leiden.
54
Nima-A - Marketing
Jozef dweept met zijn vader op wie hij altijd kan rekenen, zelfs in de rekenles op school. Als hij een rekenbeurt krijgt, dan rekt hij zich heel dun uit om hem de goede antwoorden op de vragen van de juf in het oor te fluisteren. Uit de wijze waarop de juf daarop reageert, blijkt dat ze wel iets in de smiezen heeft en pedagogisch prima reageert. De juffrouw: ‘Hoeveel is driehonderdachtenzeventig gedeeld door zeventwintig, Jozef? ‘Veertien,’ fluistert mijn vader in mijn oor. ‘Veertien,‘ zeg ik. ‘Heel goed, Jozef, heel goed,’ zegt de juffrouw, heel verbaasd. ‘Hoe weet je dat’. ‘Ach… ja …wat zal ik zeggen …dat …eh…’ zeg ik. ‘Komt me aanwaaien, ‘ fluistert mijn vader. ‘Komt me aanwaaien, ‘zeg ik. ‘Aanwaaien …hoe kom je daar nou weer bij …? vraagt de juf. ‘Zeg verder maar niets,’ zegt mijn vader zachtjes. ‘…ik zeg verder maar niets,’ zeg ik. ‘O,’ zegt de juffrouw. ‘Ze kijkt verbouwereerd, ‘ zegt mijn vader. (…) En vierhonderdvijf gedeeld door zevenentwintig?’ zegt ze plotseling. (…) ‘Dat weet ik niet’, zeg ik. ‘Maar driehonderdachtenzeventig gedeeld door zevenentwintig was veertien, dat weet ik zeker.’ Dat moet de juffrouw toegeven. En verder vraagt ze niets aan mij. Vraag voor in de klas: Waarom vraagt de juffrouw niets meer? En wat wilde
55
Nima-A - Marketing
ze weten met die ene vraag?
‘ ó
55
Nima-A - Marketing
Dit beeldschoon prentenboek zal emotioneel en ook rationeel te veel vergen van jonge kinderen. Een klein visje vertelt in zichzelf dat hij het hoedje heeft gestolen van een grote vis toen die sliep en dat die niet weet dat het kleine visje dit gedaan heeft. Dat vertelt het aan een ander onderwaterdier.
56
Nima-A - Marketing
Die verraadt dat aan de grote vis, met een vin als richtingaanwijzer, ook al had ie beloofd om te zwijgen. En al denkt het kleine visje dat het voor de grote vis niet te vinden is, het loopt toch anders af. Bij dit prentenboek passen geen wiskundige procedures, behalve de ene aloude rekenkundige wijsheid: ‘Pas op je tellen’.
57
Nima-A - Marketing
De beer in dit verhaal is zijn hoed kwijt geraakt en hij vraagt aan de dieren of iemand dat rode hoedje gezien heeft. Niemand heeft het hoedje gezien. Het konijn antwoordt zo: ‘Nee. Waarom vraag je me zoiets raars? Ik heb hem niet gezien. Ik heb nergens een hoed gezien. Ik zou nooit iemands hoed stelen. En hou nou op met je gevraag’.
58
Nima-A - Marketing
De Beer blijft iedereen maar vragen en als dan iemand vraagt hoe zijn hoed eruit zag en hij antwoordt met ‘Het is een rode hoed met een punt en …’ valt hem ineens in wie die hoed op het hoofd had. Hij rent vliegensvlug terug, pakt de hoed terug en als iemand hem vraagt of hij misschien een konijn met een hoed heeft gezien, antwoordt hij: ‘Nee. Waarom vraag je me zoiets raars? Ik heb hem niet gezien. Ik heb nergens een konijn gezien. Ik zou nooit een konijn opeten. En hou op met je gevraag’. Wat is de overeenkomst en wat het verschil in het antwoord van het konijn en in dat van de Beer? Opnieuw passen bij dit boek geen wiskundige vragen maar wel de vaststelling dat hier een koekje van eigen deeg als definitieve afrekening is gebruikt.
59
Nima-A - Marketing
Dixie houdt van toeren in zijn oude auto met zijn allerbeste vriend Dinky. Aartsvijand en buurvrouw Ella Loe houdt van roze snelle auto’s. Dixie en Dinky willen de autorace winnen maar Ella Loe wil dat ook. Rekenopdrachten voor de jongere kinderen zijn bijvoorbeeld: hoeveel verschillende auto’s doen er mee aan de race? Hoe lang zou de kleinste van de auto’s zijn, hoe lang de grootste? Voor de oudere kinderen: wat is de afstand in centimeters op de kaart volgens de officiele route, wat via de weg binnendoor (gebruik eerst een draadje om langs de bochtige weg te leggen, en dan pas een centimeter). En het allermoeilijkste: als je al die gegevens met elkaar combineert (lengte van de officiele route, snelheid per uur, tijd die er afgetrokken moet worden voor wachten), hoe veel korter zou de binnendoor route dan moeten zijn om als eerste de finish te bereiken?
60
Nima-A - Marketing
De Koningin van Engeland, Sofie en de GVR zitten samen aan het ontbijt, al zit de GVR wel een paar trapjes hoger.
61
Nima-A - Marketing
Bedenk welke oplossingen ten paleize bedacht kunnen worden voor meubilair, bestek, servies, voedsel en drinken voor de reus van zevenenhalve meter. Wat had Tibbs bedacht? En hoe komt het dat butler Tibbs zich zo zwaar vergiste in de hoeveelheid voedsel die nodig zou zijn. Of hoe zit het me de gulzigheid van de reus, afgaande op wat hij daadwerkelijk at. Lees het genoemde hoofdstuk uit de GVR.
62
Nima-A - Marketing
De koning van Savoye Dit is de koning van Savoye
die zoveel jonge dochters had zeventien lelijke, zeventien mooie, zeventien blonde, zeventien rooie, wat je maar wilt, van alles wat. Al die prinsessen van Savoye hadden drie kamerheren elk. een voor het vriezen, een voor het dooien, een om de kruimeltjes brood te strooien
over hun bord met karnemelk. Iedere kamerheer van Savoye had drie lakeien om zich heen. een om het huishouden te rooien, een om met stenen naar te gooien
63
Nima-A - Marketing
en eentje zo maar in ‘t algemeen. Al die lakeien van Savoye hadden een aapje met een staart en al die aapjes in hun kooien hadden wel honderdduizend vlooien, dus dat was echt de moeite waard. Want al die vlooien van Savoye waren verschrikkelijk ongeremd,
gingen zich binnenshuis verstrooien zoals dat meestal gaat met vlooien en kropen in des konings hemd. Die arme koning van Savoye die zoveel jonge dochters had, zeventien lelijke, zeventien mooie, zeventien blonde, zeventien rooie, had bovenal, dat was niet leuk: jeuk, erge jeuk! Hoeveel vlooien heeft de koning van Savoye?
63
Nima-A - Marketing
64
Nima-A - Marketing
65
Nima-A - Marketing
Website verborgen talenten: http://www.coutinho.nl/winkel/verborgen-talenten-b-647.html Demo Verborgen talenten
http://www.coutinho.nl/verborgentalenten-demo
66