Deutschland-Nederland Het magazine van het INTERREG programma w w w. d e u t s c h l a n d - n e d e r l a n d . e u
In deze uitgave
maart 2011 | 08
Nieuwe INTERREG-projectdatabank online
Pagina 1
Nieuwe projectdatabank Pagina 2
SafeGuard: gemakkelijker aantonen van dioxine Pagina 3
INTERREG programma: jaarbalans 2010
Geachte lezers, Ongeveer tweeënhalf jaar geleden gingen de eerste INTERREG-projecten uit de huidige subsidieperiode van start. Sindsdien hebben deze grensoverschrijdende initiatieven op vele verschillende manieren bijgedragen aan de positieve ontwikkeling van de grensregio. Soms wordt daarbij vergeten dat deze initiatieven zonder subsidiemiddelen van de Europese Unie waarschijnlijk niet gerealiseerd zouden kunnen worden. 50% van de projectkosten komen namelijk in aanmerking voor een financiering met geld “uit Brussel”. In dit magazine vindt u voorbeelden die laten zien dat er niet alleen maar belastinggeld “naar Brussel” wordt overgemaakt, dat vervolgens verloren is. Geld dat terugkomt uit Brussel heeft ook bij u om de hoek een concrete invloed.
De redactie
Met de nieuwe projectdatabank vindt u snel de meest actuele informatie over alle INTERREGprojecten. (Foto: istockphoto.com/ ©sculpies)
De projectdatabank op www. deutschland-nederland.eu is compleet vernieuwd. Bezoekers van de website vinden onder de rubriek “projecten” sinds kort de meest actuele informatie over alle grensoverschrijdende projecten die met middelen uit het INTERREGprogramma Deutschland-Nederland worden gesubsidieerd. “In de databank staan momenteel 230 projecten, van kleine culturele kennismakingsprojecten tot en met hoogtechnologische initiatieven van universiteiten en ondernemingen. Met de nieuwe databank wordt duidelijk hoe veelzijdig de samenwerking in de Nederlands-Duitse grensregio is”, vertelt Ingeborg Puschmann, afdelingshoofd in het
Ministerie van Economische Zaken van Noordrijn-Westfalen, en als beheersautoriteit voor het INTERREG programma verantwoordelijk is. Beperken van zoekresultaten Een zoekfunctie maakt het mogelijk om snel en gemakkelijk bepaalde projecten te vinden. Zo kan de projectdatabank bijvoorbeeld aan de hand van trefwoorden doorzocht worden. Bovendien kunnen projecten per regio worden gekozen en kan op de inhoudelijke zwaartepunten van het programma worden gefilterd. Elk project beschikt over een eigen subpagina met daarop: • een korte inhoudelijke beschrijving van de doelen en activiteiten
• • • •
in het Nederlands en in het Duits, het totale projectbudget, de looptijd van het project, alle partners van het project en een overzicht van de financiering van het project.
Actuele gegevens De projectdatabank wordt elke dag gesynchroniseerd met het projectbeheersysteem InterDB-SQL. Daardoor is zeker dat voor elk project altijd de meest actuele data voorhanden zijn”, zegt Puschmann verder. Link naar de projectdatabank: www.deutschland-nederland.eu/ seiten/projekte.cfm
Eerste verpleeghuizen onderscheiden met hygiënecertificaat Onder het motto „Yes, we care“ kregen 23 verpleeghuizen uit de regio Nijmegen begin dit jaar als eerste het grensoverschrijdende “Kwaliteitscertificaat voor verpleeghui-
Dit zegel staat garant voor goede hygiëne.
I
zen” uitgereikt. Daarmee worden de instellingen beloond voor hun voorbeeldige beleid op het gebied van hygiëne. Nederlandse en Duitse experts hebben het certificaat gezamenlijk ontwikkeld in het kader van het majeure INTERREG-project EurSafety Health-net. Daarvoor werden gemeenschappelijke kwaliteitsdoelstellingen en indicatoren opgesteld om de bewoners van verpleeghuizen
beter te beschermen tegen infecties. De hygiënestandaard in de deelnemende instellingen kon worden verhoogd door een systematische werkwijze en door het betrekken van het zorgpersoneel bij het proces. Het is de bedoeling dat het certificaat grensoverschrijdend zorgt voor een grotere transparantie met betrekking tot hygiëne. De grensregio rondom Nijmegen fungeert bij de invoering van het
certificaat als pilotregio. Doel van de projectpartners is om de toepassing van het certificaat uit te breiden tot de gehele Nederlands-Duitse grensregio. Aan de Duitse kant van de grens is men gestart met concrete activiteiten om de ontwikkelde kwaliteitscriteria ook in Duitse verpleeghuizen toe te passen. In het kader van EurSafety Health-net werd ook een vergelijkbaar certificaat voor ziekenhuizen ontwikkeld.
Dioxine en andere schadelijke stoffen gemakkelijker aantonen Het jongste dioxineschandaal heeft de roep om meer controles weer versterkt. Toch kunnen de gebruikelijke fysisch chemische testprocedures in geval van nood door een gebrek aan tijd en geld niet voor alle charges van levens- en voedermiddelen worden uitgevoerd. Deze lacune in de veiligheid moet worden opgevuld door het INTERREG-project SafeGuard. Op dit moment is een werkgroep van Nederlandse en Duitse wetenschappers bezig met de verbetering en de certificering van efficiënte biotests met behulp van speciale celculturen.
Een monster van levens- of voedermiddelen kan niet alleen door dioxine besmet zijn, maar ook door furanen, PCB’s of andere schadelijke stoffen. Al deze stoffen hebben één gemeenschappelijke eigenschap: ze zijn giftig, vaak zelfs kankerverwekkend en hebben daarom in levensen voedermiddelen niets te zoeken. Snelle en voordelige controle door biotests Bij de klassieke fysisch chemische procedures worden monsters in
een laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van een bepaalde schadelijke stof. Dat betekent dat voor elke stof een aparte testprocedure moet plaatsvinden. Bij de biotestprocedure wordt onderzocht welke werking een monster op bepaalde cellen heeft. Voor de testprocedure worden speciale celculturen, de zogenoemde bio-assays, blootgesteld aan de vloeibaar gemaakte monsters van levensmiddelen of voedermiddelen. Bij contact met dioxine of vergelijkbare substanties is binnen de cellen
een verandering in de activiteit van meerdere genen te zien. De verhoogde productie van een bepaald ontgiftingsenzym kan dan zonder veel moeite worden gemeten. Zo kan redelijk snel en voordelig worden bewezen dat een bepaald monster minstens één schadelijke stof bevat. Om welke stof het gaat kan dan worden onderzocht met de bestaande fysisch chemische procedures. Tests met celculturen hebben zich in het milieuonderzoek reeds geëtableerd. Als gevolg van de succesvol afgeronde tests zijn de onderzoekers op dit moment bezig de procedure in de wetgeving op het gebied van levens- en voedermiddelen op te laten nemen. Door de nieuwe procedure kunnen monsters sneller, voordeliger en vooral in een veel groter aantal onderzocht worden. Omdat de biotestprocedures inmiddels zijn gestandaardiseerd en de kwaliteitscriteria van de EU vervullen, vestigen niet alleen de SafeGuardonderzoekers hun hoop op de tests met bio-assays. Het project Naam: SafeGuard
Dioxine en andere giftige stoffen hebben niets te zoeken in levensmiddelen. (Foto: flickr.com/ © alles-schlumpf )
Leadpartner: GIQS e.V. Totale kosten: € 9.348.020 EU bijdrage: € 4.674.010
In gesprek met ... Dr. Helmut Steinkamp (Deutsches Institut für Lebensmitteltechnik e.V.) In het kader van het majeure project „FOOD FUTURE“ organiseert u op 27 mei 2011 in Osnabrück een FOOD FUTURE DAY. Wat staat de bezoekers daar te wachten? De FOOD FUTURE DAY zal als een soort branchebijeenkomst worden neergezet, die in verschillende regio’s plaats gaat vinden en vertegenwoordigers uit industrie en bedrijfsleven in contact brengt met studenten van relevante studies. De bedrijven zullen zichzelf presenteren met stands; bij het Recruiting-Event kunnen bedrijven in de voedingsmiddelenbranche kennis maken met toekomstige vakkrachten en leidinggevenden binnen de branche. Zo kunnen de bedrijven op een effectieve manier het dreigende tekort aan jong
IIII
FUTURE DAY wordt aangevuld met het symposium “Innovaties in de voedingsmiddelenbranche”. Daarin informeren experts uit industrie en onderzoek over nieuwe ontwikkelingen, succesvolle innovaties en toekomstperspectieven van de branche.
Dr. Helmut Steinkamp
(Coördinator van het majeure INTERREG-project FOOD FUTURE)
talent opvangen. Bovendien hebben werkgevers en werknemers bij de Job-Speed Dating de mogelijkheid om elkaar op een bijzondere manier te overtuigen. De branchebijeenkomst FOOD
Hoeveel bezoekers verwacht u? De FOOD FUTURE DAY zal waarschijnlijk 300-400 bezoekers uit Nederland en Duitsland en uit Nederland trekken. Vakkundige medewerkers van regionale levensmiddelenbedrijven, studenten en scholieren komen op deze dag naar Osnabrück om te netwerken. Enkele gerenommeerde bedrijven uit de branche hebben hun deelname reeds bevestigd.
Er wordt ook een FOOD FUTURE Campus-prijs uitgereikt. Wat houdt dat in? De FOOD FUTURE Campus-prijs - met een prijzengeld van 1.000 Euro - wordt toegekend door het Duitse Verbond van Voedingsmiddelenbedrijven (Verband der Ernährungswirtschaft, VdEW). De prijs gaat naar het beste project of de beste scriptie van studenten met de voedingsmiddelenproductie als thema. Om kans te maken op deze prijs moet een schriftelijke beoordeling van de begeleidende docent uiterlijk op 15 april worden ingestuurd via
[email protected].
Informatie over FOOD FUTURE www.food-future.eu
INTERREG in Vogelvlucht
De INTERREG wereld staat bol van vaktermen. Op deze plek willen we in iedere uitgave van het magazine steeds één belangrijk INTERREG begrip kort toelichten. Het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) is het belangrijkste financieringsinstrument van het Europese cohesiebeleid, waarvoor tussen 2007 en 2013 in totaal rond 340 miljard Euro in alle lidstaten van de EU worden geïnvesteerd. Met middelen uit het EFRO
worden drie centrale doelstellingen gestimuleerd: 1. Convergentie (het bevorderen van groei en werkgelegenheid in regio’s met een grote ontwikkelingsachterstand) 2. Regionale concurrentiekracht en werkgelegenheid (in alle regio’s die niet onder de eerste doelstelling vallen) 3. Europese territoriale samenwerking Het INTERREG-programma valt onder doelstelling 3. In totaal heeft de EU via het EFRO tussen 2007 en 2013 meer dan 138 miljoen Euro voor de
stimulering van grensoverschrijdende samenwerking in de Nederlands-Duitse grensregio beschikbaar gesteld. In verschillende EU-verordeningen is vastgelegd hoe de EFRO-middelen moeten worden ingezet en beheerd. Zo is onder andere voorgeschreven wanneer EFROgefinancierde projecten een goed zichtbaar bord met EU-logo moeten opstellen. In de volgende uitgave:
n+2
INTERREG in Vogelvlucht
Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO)
Colofon Uitgever Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat c/o Euregio Rijn-Waal Emmericher Str. 24 | 47533 Kleve
[email protected] +49 (0)2821 7930 37 Redactie Christoph Bönig, Karin Eden, Mario Rauch, Nina Sieben, Tim Terhorst, Sjoerd Zoete Concept Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat, Kleve Dit magazine is alleen digitaal beschikbaar.
Mede mogelijk gemaakt door:
Jaarbalans 2010: Het programma ligt op schema In het jaar 2010 is binnen het INTERREG-programma DeutschlandNederland veel gebeurd. Inmiddels wordt in 230 verschillende Nederlands-Duitse projecten op de meest uiteenlopende gebieden samengewerkt. Er is bijvoorbeeld een nieuwe grensoverschrijdende treinverbinding opgezet en er is veel vooruitgang geboekt met de voorbereiding van enkele majeure projecten. Ook uitwisselingen tussen scholen, internationale bijeenkomsten en kunst- en cultuurprojecten werden in 2010 door het INTERREG-programma gefinancierd. Doelstelling behaald De totale investeringen binnen het programma bedragen tot en met het jaar 2010 ruim 36 miljoen Euro. De doelwaarde van de Europese Commissie voor 2010 is daarmee behaald (de EU-commissie eist, dat middelen binnen twee jaar na goedkeuring uitgegeven zijn). Circa 75% van het totale budget van het programma Deutschland-Nederland is inmiddels in projecten vastgelegd. Het grootste deel van het programmabudget (58%) is bestemd voor
de prioriteit “economie, technologie en innovatie”. Een voorbeeld uit de praktijk is het project “Mechatronica voor MKB”, waarmee het midden- en kleinbedrijf gesteund wordt bij het ontwikkelen van nieuwe technologieën. Binnen het eerste halfjaar van 2011 is de goedkeuring van meerdere regionale en majeure projecten te verwachten, die nieuwe impulsen voor de hele grensregio betekenen.
Vastgestelde uitgaven van alle INTERREG projecten t/m 2010 (naar prioriteiten) € 14.893.057 € 16.000.000
€ 14.000.000
€ 12.000.000
€ 8.203.431
€ 10.000.000
€ 6.000.000
EU bijdrage € 6.666.057 EU bijdrage € 4.068.714
€ 4.000.000
EU bijdrage € 4.187.987
€ 2.000.000
€0
Economie, technologie, innovatie (Prioriteit 1)
Duurzame regionale ontwikkeling (Prioriteit 2)
Maatschapij en integratie (Prioriteit 3)
INTERREG agenda
Projecten doen mee met„Europa Kijkdagen“
III
€ 8.428.063
€ 8.000.000
Kort nieuws Van 13 tot 15 mei 2011 organiseert het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) samen met verschillende EUsubsidieprogramma’s in Nederland de „Europa Kijkdagen“. Tijdens deze drie dagen presenteren bijna 150 EUgesubsidieerde projecten zich met verschillende acties aan het grote publiek. Onder het motto “Europa
Het Comité van Toezicht heeft in 2010 een aantal maatregelen genomen die de administratieve belastingen voor INTERREG projecten moeten verminderen. Dit punt blijft ook voor 2011 hoog op de agenda. Begin dit jaar werd een enquête bij verschillende projectpartners doorgevoerd, om regelingen die een bijzondere administratieve belasting veroorzaken te identificeren.
om de hoek” zal worden getoond wat er bij mensen in de buurt wordt gerealiseerd met subsidiegeld uit Brussel. Ook enkele projecten uit het INTERREG-programma DeutschlandNederland zullen meedoen aan de “Europa Kijkdagen”. Meer informatie vindt u binnenkort onder www.deutschland-nederland.eu
18-03-2011 Vergadering Comité van Toezicht INTERREG IV A DeutschlandNederland 24-03-2011 Dag van de RFID-technologie op Hogeschool Niederrhein (Mönchengladbach | 15-20 uur Meer informatie over het evenement onder: www. raas-rfid-nu.nl)
13 t/m 15-05-2011 „Europa Kijkdagen 2011“ EU projecten presenteren zich aan het publiek (Meer informatie binnenkort onder: www.deutschland-nederland.eu)
27-05-2011 FOOD FUTURE DAY in Osnabrück (Voor aanmelding en informatie klik op: www.food-future.eu)
INTERREG-News uit de Eems Dollard Regio
Uw INTERREG programmamanagement Eems Dollard Regio Postbus 43 9693 ZG Bad Nieuweschans
+31 (0)597 521 510
Windenergie speelt een belangrijke rol in het gebied van de Eems Dollard Regio. (Foto: EDR)
In corridor op weg naar de top Nederlandse en Duitse partners uit de energiesector vormen in de “Hansa Energy Corridor” (HEC) een uniek netwerk in Europa. De verantwoordelijken presenteerden het project in januari in het secretariaat van de EDR. De Nederlands-Duitse grensregio ontwikkelt zich tot een Europese excellente energieregio. Het EDRINTERREG-project “Hansa Energy Corridor” (HEC) is een belangrijke stap in deze richting. Het brengt de regionale partners uit de energiesector meer bijeen. Kennisinstellingen, het bedrijfsleven en de politiek
werken samen in een daadkrachtig netwerk. In het gebied van de Eems Dollard Regio hebben zich in de afgelopen jaren aan weerszijden van de grens sterke energieclusters van internationale betekenis ontwikkeld. Internationale uitstraling In het kader van het “HEC”-project zetten de verantwoordelijken nu in op een gestructureerde grensoverschrijdende bundeling van instanties met competenties op energiegebied. “Zo kunnen er bijvoorbeeld innova-
tieve grensoverschrijdende energiesystemen worden ontwikkeld”, legt Catrinus Jepma, hoogleraar Energie en Duurzaamheid aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), uit. “Het HEC-project heeft internationale uitstraling. Wij zijn al in gesprek met Engelse en Schotse partners over samenwerking”, verklaart Koos Lok van de Stichting Energy Valley, een vereniging van Noord-Nederlandse partners uit de energiesector. “De Nederlandse en Duitse ondernemingen van de energiesector in het EDR-gebied vullen elkaar perfect aan”, benadrukt Patrick Cnubben
[email protected]
www.edr.eu
van Energy Valley. De samenwerking in het gebied van de Eems Dollard Regio zou een voorbeeld kunnen zijn voor heel Europa: “Ik zie ons als pionier voor een Europees excellent energiecluster”, zegt Roland Hentschel, bestuursvoorzitter van het energiecluster “OLEC” uit Oldenburg. In het project “Hansa Energy Corridor” staan acht thema’s centraal – onder andere zonne-energie, wind- en bio-energie, slimme stroomnetten (Smart Grids) en “schone mobiliteit”. Het project Naam: HEC (Hansa Energy Corridor) Leadpartner: Rijksuniversiteit Groningen Totale kosten: € 1.199.774 EU-bijdrage: € 539.899
EDR neemt standpunt in: structuurbeleid veilig stellen De Eems Dollard Regio (EDR) heeft een standpuntbepaling ingediend bij de Europese Commissie. Daarin onderstreept de EDR de betekenis van ondersteuning in grensregio’s. Die draagt ertoe bij om bestaande hindernissen te overwinnen en gezamenlijk gebruik te maken van tot nu toe onbenutte hulpbronnen. Aanleiding voor de standpuntbepaling was de publicatie van het 5e verslag over het cohesiebeleid van de EU. Het verslag van de Commissie bevat een overzicht van de recente economische, sociale en milieugerelateerde
IV
ontwikkelingen in de EU-regio‘s. Bovendien geeft het de richting aan voor het beleid na 2013. “We hebben aangetoond dat een stijging van de Europese meerwaarde van het cohesiebeleid juist mogelijk is in de grensoverschrijdende programma’s”, zegt Hermann Wessels, hoofd INTERREG bij de EDR. “Uit onze ervaring kunnen wij concrete voorbeelden laten zien van goede samenwerking, die resultaatgericht worden vormgegeven en rekening houden met regionale prioriteiten. Door strakke en eenvoudige procedures worden deze efficiënt uitge-
voerd”, vervolgt Wessels. Ook de INTERREG-programma’s vormen een onderdeel van het Europese
Hermann Wessels met de samenvatting van het verslag.
cohesiebeleid. Met middelen uit dit programma werden en zullen projecten onder ander in het gebied van de Eems Dollard Regio ondersteund blijven worden. Het INTERREGprogrammamanagement van de EDR is verantwoordelijk voor de regionale coördinatie. Met het oog hierop heeft de EDR in aanvulling op de standpuntbepalingen van de “Werkgemeenschap van Europese Grensgebieden” , de Noord-Nederlandse provincies en de deelstaat Niedersachsen nadrukkelijk gewezen op de situatie in de grensregio.
INTERREG-News uit de EUREGIO
Uw INTERREG programmamanagement EUREGIO Postbus 6008 7503 GA Enschede
+31 (0)53 460 51 51
Tijdens de middagpauze verzamelden de deelnemers informatie over de materiaalkeuze voor passiefhuizen.
Passiefhuis bepaalt standaards voor bouwsector Het passiefhuis heeft de toekomst. Duitse en Nederlandse deskundigen uit de bouwsector zijn het daarover wel grotendeels eens. Bij de praktische uitvoering zijn er tussen Nederland en Duitsland echter enkele accentverschillen te bespeuren. Dit is één van de resultaten van het symposium ‚Passiefhuisstandaard bij rijtjeshuizen en meergezinswoningen‘, dat op 15 februari in het kader van het INTERREG-project ‚Toekomst passiefhuis‘ in Enschede plaatsvond. Ongeveer 200 bezoekers, daaronder een groot aantal ondernemers uit de bouwbranche, waren ingegaan op de uitnodiging van de Saxion Hogeschool Enschede, de Handwerkskammer Münster en de Fachhochschule Münster. In de goed bezette zaal van theater ‚Prismare‘ kregen de deelnemers vele interessante technische en zakelijke aspecten van de bouw van passiefhuizen voorgeschoteld. Met
de term ‚passiefhuis‘ worden in het bijzonder energiezuinige gebouwen aangeduid, die voor verwarming en ventilatie niet meer dan 15 kilowattuur per m2 per jaar nodig hebben en waarvan de totale primaire energievraag maximaal 120 kilowattuur per m2 bedraagt. Verschillende accenten De technische ontwikkelingen in Duitsland liggen nog ongeveer 15 jaar voor op Nederland. Daar staat tegenover dat terwijl in Duitsland de maatstaf vooral gelegd wordt bij het technisch haalbare, in Nederland het accent meer ligt op efficiëntie. Uiteindelijk moet de hogere investering worden terugverdiend door besparingen op de energiekosten. In de praktijk wordt met de standaards voor passiefhuizen betrekkelijk soepel omgegaan, bijv. wanneer
montage van een fotovoltaïsche installatie financieel voordeliger is dan extra warmte-isolatie. De experts zijn het er wel met elkaar over eens dat de bouw van passiefhuizen de komende jaren bepalend zal zijn voor de Europese bouwnormen. Daarom is het des te belangrijker dat het hoge kwaliteitsniveau overal wordt ingevoerd en vakmensen voor de bouw van passiefhuizen worden opgeleid. Het project Naam: Toekomst passiefhuis Leadpartner: Handwerkskammer Münster Totale kosten: € 1.242.600 EU bijdrage: € 621.301
Tuinieren met oude groente Vrienden van de (tuinbouw)kunst worden opgeroepen oude groente, fruit en oud keukengerei niet weg te gooien. De kunstenaars Wessel Westerveld en Karl Heinz Jeron organiseren namelijk op vrijdag 25 en zaterdag 26 maart in Almelo en Osnabrück ‚Media Art Garden Workshops‘, waarbij dergelijke oude dingen nieuw leven ingeblazen zal worden. Tijdens de openbare
IV
workshops zullen de deelnemers het organische materiaal verbinden met elektromechanisch apparaten. Iedere groente, iedere vrucht heeft energie in zich, die kan worden omgezet in machinale bewegingen. Er ontstaat hierdoor een zichzelf onderhoudende tuin. De Media Art Garden is een gezamenlijk project van het mediakunstfestival MAFF (Media Art Flow Fes-
tival) in Almelo en EMAF (European Media Art Festival) in Osnabrück. Het project wordt gesubsidieerd in het kader van het grensoverschrijdende kunst- en cultuurproject ‚GrensWerte‘ met middelen uit het INTERREG-programma ‚Deutschland-Nederland‘. Deelname aan de workshops is gratis. Meer informatie is te vinden op de internetpagina‘s www.maffestival. eu en www.emaf.de.
[email protected]
www.euregio.nl
Euregionale energieconferentie De EUREGIO nodigt actoren op het gebied van energie en klimaatbescherming uit voor een Nederlands-Duitse vakconferentie ‚Euregionaal integraal energieconcept‘ op donderdag 17 maart 2011 van 9:30 tot 16:00 uur in het hoofdkantoor van de Stadtwerke Münster, Hafenplatz 1 in Münster. Tijdens de conferentie zullen de kansen en risico’s van een integraal energieconcept met een Duits-Nederlands karakter centraal staan. De klimaatplannen aan beide kanten van grens wijzen allemaal in dezelfde richting. De daarin genoemde doelstellingen zijn o.a. verlaging van emissies, die het klimaat schade toebrengen, energiebesparende maatregelen of energetisch efficiënte toepassingen. Het programma bestaat uit een twaalftal lezingen waarin ingegaan zal worden op uiteenlopende aspecten van klimaatbescherming en energievoorziening. Doel is daarbij thema’s op het gebied van duurzame energie, die vanuit grensoverschrijdend oogpunt interessant zijn, te identificeren. Verder zullen de voors en tegens van decentrale energieopwekking en grootschalige technologische ontwikkelingen ter discussie worden gesteld. Deelname aan de conferentie is gratis. Wel is aanmelding vooraf noodzakelijk. Meer informatie is op te vragen bij Peter Seitz. (e-mail:
[email protected])
INTERREG-News uit de Euregio Rijn-Waal
Met de tweede “Duwetech“-opdracht begonnen
40 akkerboeren en loonwerkers volgden de workshop emissiebeperkende spuittechnieken in de hal van een loonbedrijf. (Foto: ZLTO)
Boeren werken aan beter water Op 3 maart kregen 40 akkerbouwers en loonwerkers uit het grensgebied een workshop emissiebeperkende spuittechnieken voor bestrijdingsmiddelen langs waterkanten. De workshop is georganiseerd in het kader van het project ‘Natuurlijke grenswateren’ (Nagrewa). In dit project wordt door middel van voorlichting en het toepassen van maatregelen gewerkt aan een verbetering van de waterkwaliteit. Tijdens deze bijeenkomst bij Loonbedrijf Groesbeek zijn diverse emissiebeperkende technieken voor het spuiten van landbouwbestrijdingsmiddelen (o.a.spuitmachines, doppen, waarschuwingssystemen, spuithoogte, spuitdruk) gedemonstreerd en toegelicht. Deze technie-
ken zijn met name relevant bij het spuiten van bestrijdingsmiddelen op percelen langs waterkanten. Door deze technieken is verwaaiing van bestrijdingsmiddelen naar het water te reduceren. Met de allernieuwste spuitsystemen (GPS- of sensorgestuurd) is efficiënter te werken en verwaaiing nog beter te voorkomen. Dit is relevant voor de waterkwaliteit in het grensgebied. Gezamenlijke aanpak Omdat water niet aan grenzen is gebonden, werken vijf Duitse en Nederlandse waterschappen uit het stroomgebied van de Maas samen aan de waterkwaliteit en de natuurlijke leefgebieden. Hiervoor is het
INTERREG-project ‘Natuurlijke Grenswateren‘ gestart. Een gezamenlijke aanpak aan weerskanten van de grens is noodzakelijk om voldoende effectief en efficiënt maatregelen te treffen. Enerzijds worden biotopen hersteld en o.a. vistrappen aangelegd, anderszijds worden aanliggende bedrijven actief betrokken. Het project Naam: NAGREWA Lead partner: Waterschap Aa en Maas Totale kosten: € 4.070.000 EU bijdrage: € 1.831.500
Meer dan 50 leerlingen van het Candea College uit Duiven en het Andreas Vesalius Gymnasium uit het Duitse Wesel ontmoetten elkaar 4 februari in het Watermuseum in Arnhem. Hier ontvingen de leerlingen een spannende opdracht, waarbij zij gezamenlijk in 5 maanden tijd onderzoek doen naar het effect van o.a. de klimaatverandering op het waterpeil in de Rijn en welke gevolgen dit heeft voor de bewoners langs de Rijn. In gemengde groepjes In het watermuseum kregen de leerlingen de opdracht uitgelegd en informatie in de vorm van een film. Vervolgens bezochten zij ook de stuw bij Driel en de Hogeschool Van Hall Larenstein. Docenten van deze hogeschool begeleiden de leerlingen tijdens het project. Ook de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universität Duisburg-Essen staan de leerlingen met raad en daad ter zijde. In een digitale leeromgeving werken de Duitse en Nederlandse leerlingen in gemengde groepjes samen aan de opdracht. Deze opdracht is onderdeel van het INTERREG project Duwetech, waarbij de scholen gedurende enkele jaren samen met kennisinstellingen en bedrijven natuurwetenschappelijke opdrachten voor hun leerlingen aanbieden.
Licht, licht, licht in de Euregio Rijn-Waal De Euregio Rijn-Waal is dit voorjaar ook ´s nachts helder verlicht. Diverse Nederlandse en Duitse kunstenaars werken namelijk vanaf maart onder leiding van het ArToll Kunstlabor in Bedburg-Hau aan diverse kunst- en lichtinstallaties. Zo worden diverse gebouwen in o.a. Gennep, Ottersum, ´s-Heerenbergh, Kleve, Emmerich en Kalkar verlicht. Alle kunstwerken samen vormen een licht-as dwars door de Euregio RijnWaal. Een speciale lichtkunst-bus
IV
bracht de bezoekers in het openingsweekend op 12 en 13 maart naar de Het project Naam: Licht, licht, licht Lead partner: ArToll Kunstlabor Totale kosten: € 51.900 EU bijdrage: € 20.800
diverse plaatsen. Ook het EuregioForum van de Euregio Rijn-Waal wordt verlicht. Het lichtkunstwerk van beeldend vormgever Rob Thuis stelt de vleugel van een engel voor. Wie echter wat beter kijkt ziet echter ook een adelaar met ingetrokken klauwen. Het kunstwerk symboliseert de vrede, bestaat uit circa 1000 ledlampjes en is nog t/m 15 april vanaf de B220 tussen Kleve en Emmerich te zien.
Uw INTERREG programmamanagement Euregio Rijn-Waal Postbus 220 7040 AE ´s-Heerenberg
+49 (0)2821 7930-0
[email protected]
www.euregio.org
INTERREG-News uit de euregio rijn-maas-noord
Uw INTERREG programmamanagement euregio rijn-maas-noord Konrad-Zuse-Ring 6 41179 Mönchengladbach
+49 (0)2161-6985 505
Technologie in kleinformaat: Met deze RFID-tags werkt Boomkwekerij Lappen vanaf nu. (Foto: Institut GEMIT)
Groeiend succes met RFID Bij boomkwekerij Lappen wordt sinds kort in het kader van het INTERREG-project RAAS de applicatie van RFID-technologie getest. Hiermee hoopt het familiebedrijf RFID staat voor “Radio Frequency Identification” en betekent het draadloze lezen en opslaan van gegevens. Een RFIDsysteem bestaat uit een transponder (tag), die gegevens bevat en een ontvanger, waarmee de opgeslagen gegevens van de tag uitgelezen kunnen worden. De RFID-technologie wordt tegenwoordig in talrijke gebieden toegepast.
Voor meer informatie: www.raas-rfid-jetzt.de
uit Nettetal op een optimering van de dagelijkse werkzaamheden in de boomkwekerij. Tot nu toe werden deze helemaal niet of onvoldoende ondersteund. Een efficiënt bestandsmanagement is op het ogenblik nog niet gegarandeerd omdat bestaande identificatietechnologieën zoals barcodes voor een langdurige, eenduidige identificatie van een boom niet geschikt zijn. Eveneens kan de herkomst van de bomen nadat ze verpoot worden, tot nu toe niet worden herleid. Met behulp van de RFID-technologie op de gebieden bestandsmanagement, kwaliteitsborging en inventarisatie kunnen deze problemen worden aangepakt. Als allereerst
onderzochten de medewerkers van de Hochschule Niederrhein, die het project RAAS begeleiden, onder andere de technische vereisten aan het RFID-systeem – met positieve resultaten: De technische haalbaarheid werd bevestigd. 200 bomen worden met RFID-Tags uitgerust Nadat aan de technische voorwaarden wordt voldaan, worden in de komende maanden zo’n 200 bomen met RFID-Tags uitgerust om gedurende ongeveer één jaar door regelmatig aflezen de houdbaarheid van de tags te testen. Hiervoor worden deze in de bomen bevestigd
[email protected]
www.euregio-rmn.eu
om een duurzame verbinding te garanderen. De RFID-technologie in de boomkwekerij belooft een groot succes te worden. Alleen al bij de inventarisatie van de bestanden brengt deze technologie een aanzienlijke vereenvoudiging en tijdsbesparing: De tijdsduur van de jaarlijkse meting en het invoeren van de boomomvang, die op dit moment nog manueel gebeurt, wordt door geschikte maatregelen van een halve maand tot enkele minuten gereduceerd! Het project Naam: RAAS Leadpartner: NV Industriebank LIOF Totale kosten: € 2.621.369 EU-bijdrage: € 1.194.558
De Floriade 2012 komt steeds dichterbij – er zijn ideeën nodig! De wereldtuinbouwtentoonstelling Floriade, die 2012 in Venlo plaatsvindt, biedt vele kansen voor de economie, het toerisme en de cultuur in de euregio. Hoe deze kansen door de gemeenten kunnen worden benut willen de projectpartners van „Floriadissimo“ samen bespreken. Hiervoor worden in verschillende workshops projectideeën verzameld en besproken waarvan er uiteindelijk vijf tot zes zullen worden omgezet in zelfstandige INTERREG-projecten. De eerste workshop waaraan vertegenwoordigers van de projectpartners en tien studenten van Fontys
IV
Hogescholen deelnamen werd op 17 februari 2011 gehouden. In totaal werden 42 ideeën voor economische, toeristische en culturele omzetting Het project Naam: Floriadissimo Leadpartner: Stadt Straelen Totale kosten: € 49.980 EU-Mittel: € 24.990
in de grensaanliggende gemeentes verzameld en voorgesteld. Zo werd o.a. het idee geopperd Duitse en Nederlandse gidsen in de grensregio in te zetten om de bezoekers van de Floriade de cultuur en de landschappelijke schoonheid van de gehele Nederrijnregio nader voor te stellen. Beste ideeën komen in de tweede ronde Tijdens de workshop werden alle voorstellen van de deelnemers aan de hand van een puntensys-
teem beoordeeld. In de volgende workshop in maart 2011 worden de beste ideeën opnieuw besproken en aan de hand van verschillende criteria - waaronder ook de toetsing op de INTERREG-voorwaarden beoordeeld. Het wordt spannend voor welke vijf tot zes voorstellen de projectpartners zich zullen uitspreken. Een ding is in ieder geval zeker: De uitwisseling tussen de projectpartners in de workshop zorgt voor veel beweging in de grensoverschrijdende samenwerking in de euregio rijn-maas-noord!