Deutschland-Nederland Het magazine van het INTERREG programma w w w. d e u t s c h l a n d - n e d e r l a n d . e u
In deze uitgave Pagina 1
Majeur project „Smartbot“ brengt robots in actie Pagina 2
Meer windkracht voor schepen door „MariTIM“ Pagina 3
INTERREG wordt ook na 2013 voortgezet
Geachte lezer, Over twee jaar komt de subsidieperiode voor het INTERREG IV A-programma ten einde. Dat betekent natuurlijk niet dat de succesvolle grensoverschrijdende samenwerking in de grensregio ook ophoudt. Eind vorig jaar heeft de Europese Commissie het initiatief genomen voor de voortzetting van de subsidieprogramma’s. INTERREG IV wordt dus door INTERREG V opgevolgd. Het steunen van de grensoverschrijdende samenwerking is voor de EU-Commissie en de 27 EU-lidstaten een centraal punt. Ook na 2013 kunnen in de grensregio innovatieve projecten worden uitgevoerd met EUsubsidie.
I
Robots in actie voor mensen Het majeure INTERREG-project “SmartBot” voegt sensor- en robottechnologie samen. Circa 30 Nederlandse en Duitse partners uit onderzoeks- en bedrijfsleven werken samen om prototypes te ontwikkelen die in de landbouw, scheepsbouw en middelgrote ondernemingen belangrijke functies moeten overnemen. In het deelproject AgroBot wordt gewerkt aan robottechnologie op het gebied van landbouw. Binnen twee jaar moet de “Goose Buster” klaar zijn om in de markt gezet te worden. Het betreft een “vogelverschrikkerrobot” die onopvallend, maar effectief de ganzen ver houdt van akkers. Bovendien zijn er plannen voor een hulprobot voor de aardappeloogst. Op lange termijn moet er zelfs een robotnetwerk ontstaan dat de volledige oogst van een akker kan overnemen. Een zwerm van kleine robots zou dan onderling communiceren om de gecompliceerde opdrachten uit te voeren. Om iets met de resultaten te doen en ze te verstrekken aan ondernemingen en onderzoeksinstellingen, is er een SmartLab in het leven geroepen. In het tweede deelproject SinBot (Smart Industrial Robotics), gaat het om het ontwikkelen van intelligente robotnetwerken voor industrieel gebruik in middelgrote ondernemingen. “De huidige fabrieksrobots zijn onflexibel en bijna uitsluitend bruikbaar voor massaproductie”,
De veldrobot “BoniRob” herkent inmiddels zelfstandig gewassen. In het project SmartBot moet nu nog ingewikkeldere robottechnologie voor de landbouw worden ontwikkeld.
lichtte Peter Verschut, projectcoördinator van SinBot, toe. Het doel is om flexibele en veilige productieomgevingen te creëren, waarin robots ook complexe arbeidsprocessen kunnen uitvoeren. Dit jaar moeten er aanhangers en opleggers voor vrachtwagens uit samengestelde stoffen met behulp van robottechnologie worden geproduceerd. Robots voor tankreiniging Het derde deelproject van SmartBot, met de naam Roboship, moet de maritieme sector verder helpen. Om die reden is onder andere ook
Regionale programmamanagements De INTERREG wereld staat bol van vaktermen. Op deze plek willen we in iedere uitgave van het magazine steeds één belangrijk INTERREG begrip kort toelichten. De regionale programmamanagements zijn de eerste aanspreekpunten voor alle vragen over INTERREGsubsidie in de regio‘s. Omdat hiervoor een goede kennis van de grensregio en van de subsidiemogelijkheden
noodzakelijk is, wordt deze taak opgedragen aan de drie NederlandsDuitse Euregio‘s in het programmagebied (EUREGIO, Euregio Rijn-Waal en euregio rijn-maas-noord) en aan de Eems Dollard Regio. Daar adviseren tweetalige projectcoördinatoren potentiële projectpartners en ondersteunen zij bij het zoeken naar geschikte partners en financiers voor grensoverschrijdende projecten. De regionale programmamanagements zijn bovendien verantwoor-
delijk voor de toetsing van projectaanvragen en voor de controle van de projectvoortgang en de declaraties. Elk programmamanagement ondersteunt een stuurgroep, die onder andere over de goedkeuring van de meeste INTERREG-projecten beslist. In de volgende uitgave:
Algemene aanvullende bepalingen
INTERREG in Vogelvlucht
INTERREG in Vogelvlucht
De redactie
april 2012 | 11
de Meyer Werft uit Papenburg als partner in de boot. “Enkele gebieden op cruiseschepen zijn maar moeilijk toegankelijk voor mensen – bijvoorbeeld de tanks met ballastwater. Ook daar moeten echter schoonmaakwerkzaamheden worden uitgevoerd en beschermlagen worden aangebracht“, legde Thomas Vögele van het “Deutsche Forschungszentrum für Künstliche Intelligenz” (DFKI) uit. Het is dan ook een doel om robots te ontwikkelen die dit werk over kunnen nemen. Het bewerkte staal stoort de WiFi-communicatie met robots en daardoor wordt de opdracht bemoeilijkt. Vögele weet echter zeker dat er in het kader van SmartBot een oplossing wordt gevonden: “Er zijn plannen voor een intelligente robotachtige sensorendrager, die de basis vormt voor geautomatiseerd werken in moeilijk begaanbare ruimtes.” Het project Naam: Smart Bot Leadpartner: Incas³ Totale kosten: € 8.429.825 EU bijdrage: € 3.718.073
Kort nieuws INTERREG-Programma op de FLORIADE Vanaf begin april is in Venlo de FLORIADE, de grootste tuinbouwexpositie ter wereld, voor bezoekers geopend. De Duitse deelstaat Nordrhein-Westfalen is met een eigen paviljoen aanwezig. Op maandag 16 april 2012 start op de FLORIADE de NRW-themaweek onder het motto „Grenzen overschrijden“. Naar aanleiding hiervan zal het INTERREG-programma DeutschlandNederland enkele grensoverschrijdende projecten presenteren. Ook worden er rondom het NRW-paviljoen verschillende optredens en een kraslotenactie georganiseerd.
Schepen met windenergie in hun tank In het kader van het majeure project “MariTIM” moet er speciaal voor de kustvaart een nieuwe generatie motorzeilschepen, de “Wind Hybrid Coaster”, worden ontwikkeld. Het is de bedoeling om een licht soort zeilsysteem, met aerodynamisch bijzonder effectief draaiende cilinders, voor kleinere schepen te ontwikkelen. Door de windenergie, die extra wordt gewonnen, kan de motoraandrijving worden ontlast en daarmee het brandstofverbruik en de uitstoot van schadelijke emissies worden gereduceerd. Met deze technologie kunnen de doelstellingen van het Europese maritieme beleid worden gerealiseerd. Veertien Nederlandse en Duitse partners uit industrie en onderzoek werken samen aan dit deelproject. Het maritieme competentiecentrum (MARIKO) in Leer bundelt alle projectactiviteiten als lead partner
en vormt een netwerk. Op de locatie Leer van de Hochschule Emden/Leer is het onderzoek naar scheepsaandrijving een zwaartepunt. Zij is een van de wetenschappelijke partners in het project. “Bij ons worden met name grondstoffen- en milieubeschermende aandrijvingsystemen onderzocht”, lichtte professor Michael Vahs toe. Een van zijn studenten ontwikkelde al een model dat de te ontwikkelen technologie van de Wind Hybrid Coaster “in miniatuurvorm” weergeeft. Samen met de andere deelnemers aan het project is het model onlangs beoordeeld. Nieuwe richtlijnen vragen vermindering van emmissies Ondernemer Ralf Oltmanns uit Leer is betrokken bij de totstandkoming van het hybride aandrijvingconcept voor een motor-rotorschip met la-
Genomineerde projecten voor de RegioStars 2013 Begin maart heeft het Comité van Toezicht van het INTERREGprogramma Deutschland-Nederland de grensoverschrijdende projecten „Mechatronica voor MKB“ en „Grenzeloos leren“ genomineerd voor de „RegioStars 2013“. Dat is een prijs waarmee de Europese Commissie sinds 2008 bijzondere initiatieven beloont die in het kader van het regionale beleid van de EU worden gesubsidieerd. Alle genomineerde projecten worden door een vakjury beoordeeld. De prijsuitreiking vindt in februari 2013 plaats.
„Europa Kijkdagen“ zijn terug in mei Meer dan 100 EU-gesubsidieerde projecten in Nederland zetten hun deuren op 10 en 11 mei 2012 open voor het publiek en organiseren verschillende acties. Onder de noemer „Europa Kijkdagen“ werken verschillende subsidieprogramma‘s, waaronder het INTERREG-programma Deutschland-Nederland, samen om te laten zien dat Europa ook „bij u om de hoek“ speelt. In totaal zijn er vijf Nederlands-Duitse projecten vertegenwoordigd. Meer informatie over de kijkdagen vindt u op www. europaomdehoek.nl/kijkdagen
IIII
ding. Sinds twee jaar werkt hij aan de realisering hiervan voor de kustvaart. Havenexploitanten, de politiek, bevrachters en in het bijzonder de wetgeving stellen steeds hogere eisen aan zeer milieuvriendelijke schepen. Wettelijke bepalingen verlangen vanaf 2015 oplossingen voor een duidelijke vermindering van emissies in de Noord- en Oostzee en het Engelse Kanaal. “In de komende jaren zullen de eerste Wind-Hybrid-Coasters in de Noordzee te zien zijn”, vermoedt projectcoördinator Oltmanns. Tot dan moeten er veel nieuwe ontwikkelingen worden uitgevoerd. Zo is het belangrijk om het gewicht van de rotoren te verminderen door geschikt materiaal. Ook het hoogtezwaartepunt, dat invloed heeft op de stabiliteit van het schip, mag de functie van het schip niet belemmeren. Onder optimale windomstandigheden moeten de schepen met de nieuwe rotor-techniek hun hele aandrijfvermogen door wind kunnen opwekken. Het moet echter geen theorie blijven. Daarom wordt er een testschip beschikbaar gesteld, waarop de innovatieve zeilrotortechniek op zee kan worden onderzocht. De lange termijntest kan dan gebeuren tijdens de normale transportwerkzaamheden. Het project Naam: MariTIM Leadpartner: MARIKO Totale kosten: € 8.767.417 EU-bijdrage: € 2.959.989
De „Wind Hybrid Coaster“ in model.
Goed opletten bij opdrachten boven 10.000 euro! Bent u partner in een INTERREGproject en plant u opdrachten met een volume van meer dan €10.000? Let dan goed op de regels betreffende de gunning van opdrachten. Ze zijn de vinden in de algemene aanvullende bepalingen (http:// interreg.intaboweb03.net/intabox/ medienarchive/downloads/101203_ ANBest_nl.pdf) onder artikel 4. Als bij projectcontroles wordt vastgesteld dat aanbestedingen niet juist of niet volledig zijn uitgevoerd en gedocumenteerd, kan dit leiden tot veel extra uitzoekwerk. In het verleden is het zelfs in enkele gevallen al tot terugvordering van subsidiebedragen gekomen, wat zowel
in het belang van uw project als in het belang van het INTERREG-programma vermeden moet worden. De actuele regeling voor de aanbesteding van opdrachten voor het verrichten van leveringen of diensten regeling luidt als volgt: • Bedraagt het ordervolume meer dan 10.000 EURO netto, dienen ten minste drie offertes te worden aangevraagd; • Bedraagt het ordervolume meer dan 50.000 EURO netto, dient een openbare aanbesteding plaats te vinden; • Bedraagt het ordervolume meer dan 200.000 EURO netto, dient het aanbestedingsrecht van de EU in
acht te worden genomen. Deze aanbestedingsregels gelden voor alle INTERREG-projectpartners - zowel bedrijven als ook publieke instellingen. Programmamanagements helpen Neemt u in geval van twijfel over de gunning van opdrachten altijd contact op met uw regionale programmamanagement. Belangrijk is in elk geval dat u het complete gunningsproces nauwkeurig documenteert. Zo kunnen eventuele vragen m.b.t. de gunning en de argumentatie bij een controle van uw project snel worden beantwoord.
In gesprek met... Dr. Joachim Schick (Hochschule Niederrhein) Begin februari werd op kasteel Wissen bij Weeze het startschot gegeven voor het Duits-Nederlandse technologie-competentiecluster Functionele Oppervlakten (kort: TKV FO). Over de aanleiding en de doelen van het nieuwe majeure INTERREGproject sprak het magazine met Dr. Joachim Schick, leider van het projectmanagement bij de lead partner Hochschule Niederrhein. Dhr. Schick, TKV FO is met een volume van 7,48 miljoen euro het grootste onderzoeksproject in de geschiedenis van uw hogeschool. Bij het project zijn nog meer onderzoeksinstellingen betrokken en er doen 34 kleine en middelgrote bedrijven uit de grensregio mee. Hoe is die samenwerking ontstaan? De samenwerking is ontstaan doordat wij met onze centrale partners hebben geprobeerd om de vele aanvragen, vooral vanuit het MKB, te bundelen. Samen met de bedrijven hebben we vervolgens de thema’s en projectgroepen van de vijf thematische deelprojecten vastgesteld. Het grote aantal betrokken bedrijven geeft ons de garantie dat onderzoeksresultaten rechtstreeks aan de regionale economie ten goede komen. Het onderzoeksproject “Functional Surfaces” is daarom binationaal, interdisciplinair, omvat meerdere hogescholen – en is vooral ook gericht op de toepassing in de praktijk. Misschien kunt u enkele punten aangeven die na afloop van het project als mijlpalen gezien kunnen worden. Naast de verwachte nieuwe innovaties gaat het in de vijf deelprojecten ook om duurzame en kostenbesparende technologische ontwikkelingen op het gebied van functionele oppervlaktes. Het doel is om in sommige gevallen tot wel 50 procent
Dr. Joachim Schick
(Hoofd projectmanagement TKV FO bij de Hochschule Niederrhein)
van de benodigde energie en grondstoffen te besparen en daarmee de uitstoot van schadelijke stoffen te verminderen. Bovendien heeft de ontwikkeling van innovatieve nieuwe processen altijd ook een positieve invloed op de concurrentiepositie van de betreffende branches in de regio. Er blijven dus banen behouden en er worden nieuwe banen gecreëerd. Oppervlaktetechnieken zijn blijkbaar erg veelzijdig. Dat is ook aan de vijf deelprojecten te zien. Met welke thema’s houdt u zich concreet bezig? Een deelproject houdt zich bezig met Easy-to-clean reinigings- en hygiënetechnologieën. Daar worden bijvoorbeeld energiebesparende reinigingstechnologieën in een lage-temperatuur-proces voor koelruimtes ontwikkeld. In het tweede deelproject ontwikkelen ondernemingen en onderzoeksinstellingen een innovatief microverzinkingsproces om daarmee 50 procent van de benodigde energie te besparen. Op het gebied van textiel en bekleding werkt onze hogeschool samen met textielfirma’s aan een innovatief bedrukkingsproces. In het vierde deelproject worden innovatieve lijmtechnieken ontwikkeld. Daarbij valt te denken
INTERREG agenda aan lijmoplossingen voor flessenetiketten, die aan de ene kant bij een hoge luchtvochtigheid in tropische gebieden blijven plakken, maar aan de andere kant in een recyclingproces goed oplosbaar zijn. In een ander deelproject wordt een elektronische handleiding voor de ontwikkeling van poederlak opgesteld. Daartoe moeten lakproducenten toegang krijgen om de ontwikkeling van lakken voor verschillende ondergronden te systematiseren. De bedrijven kunnen zo aanzienlijk op de ontwikkelings- en materiaalkosten besparen. Het project TKV FO wordt tot maart 2015 gesubsidieerd. Tot die tijd zal een groot deel van de subsidiemiddelen in onderzoek worden geïnvesteerd. Zou dit project niet ook zonder subsidie mogelijk zijn geweest? De toegezegde subsidies maken het mogelijk om voor een deel ook risicovolle, innovatieve ideeën met toekomstkarakter in het D-NL cluster te ontwikkelen en te verwerkelijken. Met behulp van de subsidie, d.w.z. de toegezegde cofinancieringsbedragen van de deelstaat Nordrhein-Westfalen, de Nederlandse provincies en de EU, kunnen het cluster en de specifieke partners hun onderzoekscompetenties op het gebied van functionele oppervlakten in meerdere vakgebieden en instituten uitbreiden. Het project Naam: TKV FO Leadpartner: Hochschule Niederrhein Totale kosten: € 7.483.696 EU-bijdrage: € 2.996.325
EU zet ook na 2013 in op INTERREG In de afgelopen herfst heeft de EU-commissie de eerste conceptverordeningen voor de komende structuurfondsperiode 2014-2020 gepubliceerd. Voor het eerst komen er speciale regelingen voor de programma‘s op het gebied van „Europese Territoriale Samenwerking“ (ETS), waar ook het INTERREGprogramma Deutschland-Nederland onder valt. De EU-commissie spreekt
III
zich uit voor een nog sterkere ondersteuning van de grensoverschrijdende samenwerking in de komende jaren. Naar aanleiding van de publicatie van de concepten vinden op dit moment onderhandelingen tussen de EU-commissie en de lidstaten plaats. De definitieve versie van de verordeningen wordt pas tegen het einde van het jaar verwacht.
Parallel vinden ook in de NederlandsDuitse grensregio een eerste discussies over de voortzetting van het INTERREG-programma DeutschlandNederland na 2013 plaats. Meer informatie over de nieuwe subsidieperiode onder: http://ec.europa.eu/regional_policy/what/future/proposals_2014_2020_en.cfm
16-04-2012 INTERREG-programma op de FLORIADE in Venlo (Voor meer informatie: www.floriade.de)
10 t/m 11-05-2012 „Europa Kijkdagen 2012 (Voor meer informatie: www.europaomdehoek.nl/kijkdagen)
20-06-2012 Comité van Toezicht INTERREGprogramma in Krefeld
Colofon Uitgever Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat c/o Euregio Rijn-Waal Emmericher Str. 24 | 47533 Kleve
[email protected] +49 (0)2821 7930 37 Redactie Christoph Bönig, Karin Eden, Armin Möller, Mario Rauch, Martijn Spaargaren, Tim Terhorst, Sjoerd Zoete Concept Gemeenschappelijk INTERREG Secretariaat, Kleve Dit magazine is alleen digitaal beschikbaar.
Mede mogelijk gemaakt door:
INTERREG-News uit de Eems Dollard Regio
Uw INTERREG programmamanagement Eems Dollard Regio Postbus 43 9693 ZG Bad Nieuweschans
+31 (0)597 521 818
Advisering door Nederlandse en Duitse experts valt onder de service van het project “Mobiliteit”.
Advies voor grenspendelaars en ondernemers De werknemers in het grensgebied worden steeds flexibeler bij de keuze van hun baan. Het aantal grenspendelaars in het gebied van de Eems Dollard Regio steeg van circa 3000 naar 7000 per jaar. “Als gevolg van ontwikkelingen op de euregionale arbeidsmarkt en grotere projecten zoals in de Eemshaven is de vraag naar arbeidskrachten toegenomen”, zegt Hinrich Kuper, die sinds 2004 als EURES-adviseur (EURopean Employment Services) werkzaam is bij de EDR. Kuper is nu verantwoordelijk voor het INTERREG-project “Mobiliteit”. Werkzoekenden hebben hun
zoekgebied allang uitgebreid naar de provincies Drenthe, Fryslân en Groningen of het Noordwesten van Duitsland. De werknemers blijven echter bij voorkeur wonen in hun eigen land. “Daardoor zijn er veel pendelaars en hun werkgevers die behoefte hebben aan advies”, aldus Kuper. 3000 verzoeken om informatie Het gaat met name over de regelgeving op het gebied van Europese sociale verzekering, belastingrecht, gezinsuitkeringen, arbeidsrecht, verblijfsbepalingen en beroepskwa-
lificatie. De EDR krijgt jaarlijks ongeveer 3000 verzoeken om informatie over wonen, leven en werken in het buurland. Daarnaast worden er in het kader van het project “Mobiliteit” regelmatig spreekuren aangeboden voor grenspendelaars en hun werkgevers met medewerkers van de belastingdiensten uit Groningen en Leer, het Bureau voor Duitse Zaken (BDZ) en de Deutsche Rentenversicherung. Ondernemers, die aan weerszijden van de grens zaken willen doen, kunnen op deze dagen ook terecht bij medewerkers van de Kamer van Koophandel Noord-Nederland en
[email protected]
www.edr.eu
de Industrie- und Handelskammer für Ostfriesland und Papenburg voor commercieel en juridisch advies. Behalve het adviseren wordt in het kader van het project de samenwerking met andere euregionale instituten uitgebreid en geïntensiveerd. Tot de belangrijkste partners behoren de werkpleinen (UWV WERKbedrijf en gemeenten), de Agenturen für Arbeit in Emden, Leer en Nordhorn, het Zentrum für Arbeit van de Landkreise Leer en Emsland evenals de nationale EURES-organisaties in Nederland en Duitsland. Het project Naame: Mobiliteit Leadpartner: Eems Dollard Regio Totale kosten: € 624.280 EU-bijdrage: € 312.140
Energie-congres E-180˚: Wind in de rug benutten Op 25 en 26 april a.s. wordt in Papenburg het eerste E-180˚-congres gehouden. Daar komen Nederlandse en Duitse vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven, de wetenschap en de politiek bijeen om met elkaar te spreken over de toekomst van duurzame energie. De bijeenkomst maakt deel uit van het INTERREGproject „Duurzame Energie Nederland Duitsland“ (NEND). “Het gebied van de Eems Dollard Regio heeft de wind in de rug: Het staat als geen andere regio in Nederland en Duitsland voor het thema duurzame energie”,
IV
benadrukt organisator Jan-Hendrik Gastmann van het Climate Center North in Aurich, een van de NENDprojectpartners. “Met meer dan 1.000 windturbines wordt off- en onshore schone energie geproduceerd. Grote energieproviders heb-
ben zich hier inmiddels gevestigd, innovatieve ondernemingen uit de regio zijn global players geworden. Vernieuwende energieprojecten waarborgen dat de opgebouwde voorsprong behouden blijft – daaraan leveren ook de hogescho-
len in Groningen en Emden, die inmiddels speciale studierichtingen rond het thema energie aanbieden, een bijdrage”, vervolgt Gastmann. Dat is de aanleiding om regelmatig een groot energiecongres te organiseren. E-180˚ zal voortaan om de twee jaar afwisselend in Nederland en Duitsland worden gehouden. Er zullen actuele thema’s met regionale betekenis aan bod komen. Dit jaar luidt het thema “Cultuurverandering als drijvende kracht van energiebesparing”. Via www.e-180grad.de is aanmelden voor het congres mogelijk.
INTERREG-News uit de EUREGIO
Uw INTERREG programmamanagement EUREGIO Postbus 6008 7503 GA Enschede Prof. Dr. Heike Jochum (links vooraan) en CoraJeanette Hermenau, staatssecretaris bij het ministerie van financiën van de deelstaat Niedersachsen, onthulden tijdens de feestelijke bijeenkomst de naamplaquette. (Foto: Universität Osnabrück)
Grensoverschrijdende belastingen onderzoeken Met een feestelijke bijeenkomst werd begin maart in Nordhorn het rechtsvergelijkend onderzoeksproject ter verbetering van de grensoverschrijdende belastingen in het Nederlands-Duitse grensgebied geopend. Voor de eerste keer zullen Nederlandse en Duitse belastingsexperts in het kader van het INTERREG-project „Steuern D-NL“ de fiscale systemen van beide landen naast elkaar leggen en oplossingen ontwikkelen die aan de afbouw van grensoverschrijdende belemmeringen voor bedrijven kunnen bijdragen. De directrice van het Instituut voor Financieel en Belastingrecht van de Universität Osnabrück, Prof. Dr. Heike Jochum, verheugt zich als initiatiefneemster van het project enorm over
de oprichting van het centrum: ‘’Tijdens de feestelijke opening hebben we al concrete onderwerpen kunnen vaststellen, die we nader uiteen willen zetten. In het bijzonder stellen wij de participatie van regionale ondernemers daarbij op prijs. Het is de bedoeling dat reeds in juni een bijeenkomst wordt georganiseerd. Deze zal aan de onderzoekers en andere betrokkenen de gelegenheid bieden, centrale belastingvragen uit verschillende perspectieven onder de aandacht te brengen’’, geeft Professor Jochum aan. Een binationaal onderzoeksteam van de universiteiten in Osnabrück, Tilburg en Münster zal de komende drie jaren prangende vragen op het gebied van belastingheffing van
grensoverschrijdende ondernemingsactiviteiten nader belichten. Obstakel voor bedrijfen Of het nu gaat om detachering van werknemers, om bilaterale bedrijfscontrole, vaststelling van de interne verrekenprijs of de belastingheffing bij werknemers - de onderwerpen waarover de wetenschappers zich gaan buigen, zijn zeer divers. De verschillen in de nationale belastingstelsels, administratieve praktijken en jurisprudentie vormen vooral voor het mkb een grote obstakel. De wetenschappers zullen de belemmeringen onderzoeken en met medewerking van de fiscus oplossingen uitwerken die
Euregionale demografieconferentie Ongeveer 140 Duitse en Nederlandse afgevaardigden van gemeenten en Kreise en vertegenwoordigers uit de wetenschappelijke wereld en het openbaar bestuur kwamen op 16 maart ter gelegenheid van de euregionale demografieconferentie bijeen in de regio Achterhoek. Tijdens deze conferentie presenteerden onderzoekers uit Dortmund de resultaten van een studie, die is uitgevoerd in het kader van het INTERREGproject ‘EUREGIO bewe(e)gt’. Uit
IV
het onderzoek is gebleken dat het EUREGIO-gebied als gevolg van migratie jongere inwoners in de leeftijdscategorie tussen 15 en 29 jaar zal verliezen, maar dat het aantal gezinnen met kinderen en ouderen er zal groeien. De afzonderlijke gemeenten laten voor wat betreft hun bevolkingsontwikkeling aanzienlijke verschillen zien. Voor het gehele EUREGIO-gebied blijkt tussen 2004 en 2009 een stagnatie van de bevolkingsontwikkeling te zijn opgetreden.
Duitse en Nederlandse gemeenten aan de grens moeten zich op een ouder wordende bevolking instellen. (Foto: Matthias Balzer / pixelio.de)
+31 (0)53 460 51 51
[email protected]
www.euregio.nl
vervolgens in de bestuurlijke praktijk en de fiscale wetgeving moeten worden ingevoerd. Het wegwerken van de belemmeringen kan de grensoverschrijdende activiteiten van ondernemingen stimuleren en het concurrentievermogen van de bedrijven versterken. Hooggeplaatste vertegenwoordigers van de belastingdienst, provincies, beroepsorganisaties en de EUREGIO prezen tijdens de feestelijke bijeenkomst het grensoverschrijdend initiatief en brachten hun hoop tot uitdrukking, dat het project voor zowel de betrokken universiteiten als ook voor de bedrijven goede resultaten oplevert. Het project Naam: Steuern D-NL Leadpartner: Universität Osnabrück Totale kosten: € 981.969 EU-Mittel: € 423.204
INTERREG-News uit de Euregio Rijn-Waal
Uw INTERREG programmamanagement Euregio Rijn-Waal Postbus 220 7040 AE ´s-Heerenberg
+49 (0)2821 7930-0 Meer dan smsen. Mobiele communicatiemiddelen kunnen ook in het onderwijs worden ingezet. (Foto: © erysipel / pixelio.de)
Opleiden voor digitale arbeidsmarkt Jongeren smsen, chatten, twitteren, hebben vaak een hyves- of facebookpagina en vinden e-mail al ouderwets. Toch betekent dit niet automatisch, dat de mediakennis van jongeren goed aansluit bij de kennis die bedrijven in het grensgebied van schoolverlaters verwachten. Daarom hebben 4 middelbare scholen, 10 IT-bedrijven en 2 kennisinstellingen in de Euregio Rijn-Waal de handen ineen geslagen om deze kenniskloof te overbruggen. Uitgebreide kennis van nieuwe media is voor een succesvolle uitoefening van een beroep tegenwoordig onmisbaar. De economie in Nederland en Duitsland zal in de toe-
komst door een toenemend tekort aan vakkrachten getroffen worden. Landelijke regio´s, zoals de Euregio Rijn-Waal staan daarbij onder een bijzondere druk, jonge mensen werk en levensperspectieven te bieden. Andersom hebben schoolverlaters vaak niet die IT-kennis in huis, die bedrijven verwachten. Het nieuwe Duits-Nederlandse INTERREG-project School-IT biedt de oplossing voor beide uitdagingen. Smartphones in het onderwijs Hoewel jongeren tegenwoordig bijna allemaal over een smartphone of tablet pc beschikken, weten zij vaak
niet hoe zij deze voor hun (school) werk kunnen gebruiken. Ook scholen staan vaak negatief tegenover het gebruik van mobieltjes in de klas, maar zien tegelijkertijd in, dat je de toekomst niet tegen kunt houden. De scholen willen daarom onderzoeken hoe de smartphones in het onderwijs kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld om interactief educatief materiaal te bekijken of opdrachten te maken. Omdat hiervoor bij het onderwijzend personeel vaak de benodigde kennis ontbreekt, is de samenwerking met IT-bedrijven in de regio gezocht. Zij ondersteunen de scholen bij de ontwikkeling van IT-toepassingen en bieden tegelijker-
[email protected]
www.euregio.org
tijd gemotiveerde leerlingen de kans om stage te lopen of leeropdrachten uit te voeren. Nederland en Duitsland vullen elkaar in dit project goed aan. In Nederland zijn digitale media in het onderwijs al een stuk vanzelfsprekender dan in Duitsland. Maar de Duitse scholen hebben juist weer meer ervaring met de samenwerking met bedrijven. Het project Naam: School-IT Leadpartner: Universität Duisburg-Essen Totale kosten: € 711.061 EU bijdrage: € 319.977
Beroepsopleiding over de grens Eind februari vond de slotbijeenkomst plaats van het Duits-Nederlandse INTERREG-project Euzubi. Euzubi bemiddelde de afgelopen paar jaar grensoverschrijdende opleidingsplaatsen voor Duitse en Nederlandse jongeren in de Euregio Rijn-Waal. Het doel, om voor 400 jonge mensen (Euzubi’s) in het buurland een opleiding mogelijk te maken, werd met 425 bemiddelingen ruimschoots gehaald. Drie Euzubi´s, Ariane Kolleth, Johanna Krijt en René Nitsch, waren aanwezig en vertelden over hun ervaringen als Duitse scholieren in Nederland. Alle drie zijn blij dat ze
IV
een grensoverschrijdende opleiding gekozen hebben. Zij waren ook zeer enthousiast over de begeleiding, want de culturele verschillen tussen beide buurlanden zijn op school of bij het werk duidelijk merkbaar. Respect voor elkaar Zo zegt René dat de relatie tussen scholieren en hun opleiders in Nederland anders is dan in Duitsland. Hij volgt de BBL-opleiding constructiewerker, wat inhoudt dat hij één dag naar school gaat en vier dagen werkt. Die ene schooldag maakt echter wel indruk op hem. „Het
respect voor elkaar is er. Iedereen is hier vriendelijk. En de Nederlandse leraren zijn beter!” Johanna, die een bakkersopleiding doet, heeft zich ook verbaasd over de openheid van het Nederlandse onderwijs. „De eerste keer dat ik in de klas iemand ‘ je’ hoorde zeggen tegen een leraar dacht ik: ‘Oh god!’ In Duitsland is alles veel strenger.” Cursussen Nederlands gevolgd Ariane doet al een jaar een kappersopleiding, maar kon zich in het begin moeilijk verstaanbaar maken. „Ik kon Nederlands aardig verstaan, maar
niet spreken. Nu gaat alles vanzelf, ik heb twee cursussen gevolgd en ga dit jaar mijn diploma halen. Daarna ga ik een niveau hoger.”
Het project Naam: EUZUBI Leadpartner: Theodor-Brauer-Haus Totale kosten: € 707.355 EU bijdrage: € 322.129
INTERREG-News uit de euregio rijn-maas-noord
Uw INTERREG programmamanagement euregio rijn-maas-noord Konrad-Zuse-Ring 6 41179 Mönchengladbach
+49 (0)2161-6985 505
Het nieuwe online-matchmaking-portaal www.maaktverschil.eu brengt bedrijfen grensoverschrijdend samen.
Business workshop was een groot succes Dat er volop behoefte bestaat aan grensoverschrijdende samenwerking blijkt uit het grote succes van de grensoverschrijdende businessworkshop voor ondernemers uit de euregio rijn-maas-noord, die in januari op Schloss Krickenbeck in het kader van het INTERREG-project REGIO ZONDER GRENZEN plaatsvond. Meer dan 130 Nederlandse en Duitse ondernemers gingen in discussie, ontwikkelden innovatieve ideeën en legden massaal nieuwe (grensoverschrijdende) contacten. “We hebben bewust gekozen voor een open workshop; een bijeen-
komst waarbij de onderwerpen niet vooraf zijn vastgelegd”, vertelt Ed Morel, de verantwoordelijke voor de implementatie van het project REGIO ZONDER GRENZEN. “Het concept van de open workshop komt voort uit het feit dat deelnemers bij ‘gewone’ workshops in de pauze vaak bruisen van energie en graag van gedachten wisselen. Meest uiteenlopende thema‘s Tijdens de bijeenkomst werden 22 miniworkshops gehouden. Omdat ondernemers uit veel branches
vertegenwoordigd waren, kwamen de meest uiteenlopende thema’s aan bod. Bijvoorbeeld ‘Grensoverschrijdend energiegebruik’, ‘Regionale communicatie en vermarkting’, ‘Ontwerpen en bouwen’ en ‘Culturele en juridische verschillen tussen Nederland en Duitsland’. Taal - en cultuurbarrières vormden bij het netwerken absoluut geen obstakel. Ook in het verdere traject kunnen ondernemers een beroep doen op het projectbureau. “Wij begeleiden alle belangstellenden met follow-up workshops en adviesrondes”, aldus
[email protected]
www.euregio-rmn.eu
Morel. Naast de workshops stelt het project REGIO ZONDER GRENZEN ondernemers ook in staat om online contacten te leggen in de grensregio. Voor het project is namelijk een online matchmaking portal (www. maaktverschil.eu) ontwikkeld, gericht op ondernemers in de euregio rijn-maas-noord. Op deze website kunnen ondernemers zich gratis inschrijven, een profiel aanmaken en online netwerken. 109 bedrijven maken inmiddels gebruik van deze mogelijkheid. Het project Naam: Regio zonder Grensen Leadpartner: Gemeente Venlo namens Regio Venlo Totale kosten: € 1.600.000 EU bijdrage: € 729.120
Cursus: De buren beter leren kennen In het kader van het INTERREG-project “euregio open house” organiseert de euregio rijn-maas-noord regelmatig workshops en cursussen voor haar Duitse en Nederlandse leden met als doelstelling elkaars overheidsorganisatie, cultuur en taal beter te leren kennen. Zowel voor Duitse en Nederlandse leden wordt elke cursus of workshop op maat gemaakt. Op die manier kan de focus worden gelegd op wat meer taalkundige aspecten, cultuurverschillen of op de staatsinrichting en
IV
de politieke cultuur. Uit de praktijk is gebleken dat er vooral bij Nederlandse bestuurders en ambtenaren een grote behoefte is om de politieke cultuur en het staatsbestel van de Bondsrepubliek Duitsland beter te leren kennen. „Sie“ of „Du“ Vooral de federale structuur en de vaak verregaande autonomie van de deelstaten lijkt voor Nederlanders op het eerste gezicht ingewikkeld.
Als het om culturele verschillen gaat komt bij Nederlanders meteen de vraag op tafel hoe het met het gebruik van “Sie” en “Du” in Duitsland zit. Taalkundige aspecten worden echter meer door Duitsers nagevraagd, die meer en meer gedreven zijn om het Nederlands te leren. Alle cursussen aangeboden door de euregio rijn-maas-noord zijn gratis voor leden, hun organisaties, overheidsinstellingen uit het werkgebied en projectpartners. Elke cursus of workshop kan op maat
worden gemaakt, afhankelijk van de gewenste onderwerpen. Alle cursussen en workshops zijn tweetalig. De presentatie en alle bijkomende documenten zijn steeds in de taal van het buurland opgemaakt. De workshops vinden bij voorkeur plaats in het centraal in de euregio rijn-maas-noord gelegen euregiohuis te Mönchengladbach. Voor verdere informatie:
[email protected] Tel: +49-(0) 21 61-69 85-500