deSchapenhouder 5 Nieuwsbrief december 2015
Inhoud 1 2 5 6 7 8
Blauwtongvaccin Verschillende statuten bij scrapie Voedingsstoornissen Korting 'Het Schaap' Verdoofd slachten op de boerderij Voorlichtingsavonden
Informatieblad voor schapenhouders Een uitgave van Landelijke Gilden en Boerenbond, verschijnt 5 keer per jaar. Jaargang 16.
Redactie: Guido Staels, 016 28 60 33
Publiciteitswerving: Media Service, 016 28 63 33 Diestsevest 40, 3000 Leuven landelijkegilden.be boerenbond.be
Verantwoordelijke uitgever: Peter Bruggen, Algemeen Secretaris
Blauwtongvaccin pas in de lente beschikbaar Het is niet duidelijk of het blauwtongvirus ons vanuit Frankrijk zal bereiken. Frankrijk beschikt niet over het vaccin om een algemene vaccinatie van alle dieren uit te voeren. Er is momenteel in Europa geen vaccin tegen het serotype 8 meer in voorraad. Frankrijk kocht alle dosissen op. De nieuwe productie zal pas binnen zes maanden beschikbaar zijn. De veehouders kunnen dus pas in april hun dieren beschermen tegen het blauwtongvirus. Op dat moment zijn de meeste dieren al op de weide. De overheid bereidt een bestelling voor zodat we zeker zijn dat het vaccin in april voor de kleine Belgische markt beschikbaar is. Vanuit verschillende hoeken wordt aangestuurd op een verplicht vaccinatieprogramma voor blauwtong voor alle Belgische herkauwers. Een verplicht programma kost
de sector 15 tot 20 miljoen euro. Het is niet zeker of een verplicht vaccinatieprogramma blauwtong in België zal verhinderen als er pas in april met vaccinatie kan worden gestart. We kunnen ook kiezen voor een vrijwillige vaccinatie, zoals in onze buurlanden, waar de individuele veehouders beslissen of ze vaccineren of niet. Boerenbond heeft aan de overheid en wetenschappers gevraagd om de twee scenario’s naast mekaar te evalueren en te kijken naar de consequenties, de kosten en de baten. ◗ Koen Mintiens Boerenbond
1 • deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015
Verschillende statuten met betrekking tot scrapie Sinds 1 januari 2015 kent het FAVV twee nieuwe scrapiestatuten toe aan schapen- en geitenbeslagen. Zodoende zijn er momenteel drie officiële statuten met betrekking tot klassieke scrapie: het OSE-resistent statuut van niveau 1 voor schapen met het genotype ARR/ARR en daarnaast de statuten verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie die sinds 1 januari 2015 worden toegekend. We geven een overzicht van de voorwaarden voor de verschillende statuten.
Het OSE-resistent statuut van niveau 1 Op een bedrijf waar alle schapen het genotype ARR/ARR hebben, kan een schapenhouder bij het FAVV het OSE-resistent statuut van niveau 1 aanvragen. Naast alge-
deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015 • 2
mene gegevens moet de schapenhouder volgende gegevens aan het FAVV overmaken: het bewijs dat bij alle ingezette fokrammen een genotyperingstest werd uitgevoerd in een erkend laboratorium, vóór hun eerste gebruik, waaruit blijkt dat ze het genotype ARR/ARR bezitten en het bewijs dat ook alle
andere dieren het genotype ARR/ARR bezitten door één van volgende voorwaarden: • het resultaat van een genotyperingstest uitgevoerd in een erkend laboratorium; • een afstammingsbewijs afgeleverd door een erkende fokvereniging; • afkomstig zijn van een beslag met een OSE-resistent statuut van niveau 1; • een officieel gezondheidscertificaat waarop het genotype ARR/ARR uitdrukkelijk vermeld staat. Om de genotypering uit te voeren moet een erkend dierenarts monsters nemen. Als een monster van wol wordt genomen, kan dit wel gebeuren door een andere persoon die hiertoe speciaal door de fokverenigingen is aangeduid. De laboratoriumanalysen om het genotype te bepalen worden uitsluitend uitgevoerd in een door het FAVV erkend laboratorium of door een buitenlands erkend laboratorium. In België is het CODA het nationaal referentielaboratorium voor de genotyperingen. Voor wat betreft het bepalen van een genotype op basis van afstammingsgegevens, legt de schapenhouder vooraf een afstammingsbewijs, afgeleverd door de erkende fokvereniging
en dit op initiatief van de schapenhouder; • jaarlijks worden op 20% van de deelnemende beslagen de aanwezige fokschapen steekproefsgewijs bemonsterd door middel van een officiële controle op initiatief van het FAVV. Hierbij wordt ook een controle uitgevoerd van het bewijs dat alle dieren over het ARR/ARR genotype beschikken (afstammingsbewijzen, resultaten van laboratoriumonderzoeken, enz.).
De statuten verwaarloosbaar en gecontroleerd risico op klassieke scrapie Sinds 1 januari 2015 kunnen schapen- en geitenbedrijven het statuut verwaarloosbaar of het statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie aanvragen. Om het statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie te kunnen krijgen, moet een schapen- of geitenbeslag ten minste 7 jaar voldoen aan onderstaande voorwaarden. Om een statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie te krijgen, moet een beslag ten minste 3 jaar aan deze voorwaarden voldoen.
Voorwaarden
waar het betreffende dier is ingeschreven of geregistreerd, voor aan het FAVV. Aan het beslag kan enkel een nieuw dier toegevoegd worden indien het voldoet aan één van volgende voorwaarden: • het dier is afkomstig van een ander beslag met OSE-resistent statuut van niveau 1; • het dier beschikt over een afstammingsbewijs, afgeleverd door een erkende fokvereniging, waaruit blijkt dat de 2 ouderdieren over het genotype ARR/ARR beschikken; • uit genotypering, uitgevoerd in een erkend laboratorium, is gebleken dat het dier het genotype ARR/ARR heeft; • het dier is ingevoerd vanuit het buitenland, vergezeld van een officieel gezondheidscertificaat, waarop het genotype ARR/ARR uitdrukkelijk vermeld staat. Om na te gaan of de beslagen met een OSE-resistent statuut van niveau 1 blijvend aan de vereiste criteria voldoen, worden de schapen van deze beslagen als volgt bemonsterd: • op het beslag worden alle ingezette fokrammen getest om hun genotype na te gaan, vóór hun eerste gebruik als fokram
1. De schapen en geiten zijn permanent geïdentificeerd en er worden registers bijgehouden zodat zij tot hun geboortebeslag kunnen worden getraceerd; 2. De verplaatsingen van schapen en geiten van en naar het beslag worden geregistreerd; 3. Alleen de volgende schapen en geiten worden binnengebracht: • schapen en geiten van beslagen met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie (in geval van het statuut verwaarloosbaar risico) of van beslagen met een verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie (in geval van het statuut gecontroleerd risico); • schapen en geiten van beslagen die gedurende ten minste zeven jaar (in geval van het statuut verwaarloosbaar risico) of ten minste 3 jaar (in geval van het statuut gecontroleerd risico) of ten minste even lang als het bedrijf waarop zij worden binnengebracht, voldoen aan de punten 1 tot en met 9; • schapen met genotype ARR/ARR. 4. Het bedrijf wordt minimaal jaarlijks door een officiële dierenarts van het FAVV gecontroleerd om na te gaan of aan de punten 1 tot en met 9 wordt voldaan. 5. Er zijn geen gevallen van klassieke scra-
pie bevestigd. 6. Alle schapen en geiten die ouder zijn dan 18 maanden en voor menselijke consumptie zijn geslacht, worden door een officiële dierenarts gekeurd en alle dieren die neurologische tekenen vertonen, worden in een erkend laboratorium op klassieke scrapie getest. Alle schapen en geiten ouder dan 18 maanden die gestorven zijn of om andere redenen dan slacht voor menselijke consumptie gedood zijn, worden in een erkend laboratorium op klassieke scrapie onderzocht. 7. Alleen de volgende embryo’s en eicellen van schapen en geiten worden binnengebracht: embryo’s en eicellen van donordieren die sinds hun geboorte zijn gehouden in een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of op een beslag met een verwaarloosbaar of een gecontroleerd risico op klassieke scrapie, of die aan de volgende voorwaarden voldoen: • zij zijn permanent geïdentificeerd zodat zij tot hun beslag van geboorte kunnen worden getraceerd; • zij zijn sinds hun geboorte gehouden op beslagen waar tijdens hun verblijf geen gevallen van klassieke scrapie zijn bevestigd; • zij vertoonden geen klinische tekenen van klassieke scrapie ten tijde van de winning van de embryo’s of eicellen; • embryo’s of eicellen van schapen met tenminste 1 ARR-allel. 8. Alleen het volgende sperma van schapen en geiten wordt binnengebracht: sperma van donordieren die sinds hun geboorte zijn gehouden in een lidstaat met een verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie of op een beslag met een verwaarloosbaar of een gecontroleerd risico op klassieke scrapie, of die aan de volgende voorwaarden voldoen: • zij zijn permanent geïdentificeerd zodat zij tot hun beslag van geboorte kunnen worden getraceerd; • zij vertoonden geen klinische tekenen van klassieke scrapie ten tijde van de winning van het sperma. Ook sperma van rammen met genotype ARR/ARR mag worden binnengebracht. 9. De schapen en geiten op het beslag hebben geen direct of indirect contact met schapen en geiten van beslagen met een lagere status, ook niet via het gemeenschappelijk gebruik van weiden of op prijskampen of keuringen.
3 • deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015
een controle bij hun PCE aanvragen om te voldoen aan deze jaarlijks vereiste officiële controle. De kosten van deze controle zijn voor de schapenhouder.
Schorsing of intrekking van een statuut
Indien op het beslag met statuut verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie een schaap of geit van 18 maanden of ouder sterft of gedood wordt, moet zo snel mogelijk contact opgenomen worden met de PCE. Het dode dier zal worden opgehaald door de krengenophaaldienst van het CODA. De kosten van de snelle OSE-diagnosetest zijn ten laste van het FAVV.
Aanvraag van een statuut Het initiatief tot aanvraag van het scrapiestatuut gaat uit van de schapenhouder. Bij de aanvraag van een statuut met betrekking tot klassieke scrapie, moeten volgende gegevens aan het FAVV worden overgemaakt: naam en adres van de verantwoordelijke, beslagnummer, inventaris van alle dieren die deel uitmaken van het beslag en van elk individueel dier het ras, geslacht en nummer van het officieel oormerk. Beslagen die voor het eerst fokschapen, die geen genotype ARR/ARR hebben of fokgeiten in het handelsverkeer (*) willen brengen, moeten een statuut aanvragen bij de PCE. Om dit statuut te krijgen zullen ze moeten aantonen dat aan alle voorwaarden voldaan is en dit voor ten minste 3 jaar (of 7 jaar indien men een statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie wenst). Het initiatief tot aanvraag van het statuut ligt bij de schapenhouder. Beslagen die menen aanspraak te kunnen maken op het statuut verwaarloosbaar risico op klassieke scrapie, moeten dit sta-
deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015 • 4
tuut eveneens aanvragen bij hun PCE en alle stukken die bewijzen dat aan alle voorwaarden is voldaan ter beschikking stellen.
Behoud van een statuut OSE-resistent statuut van niveau 1 Om het OSE-resistent statuut van niveau 1 te behouden, moeten op initiatief van de schapenhouder alle ingezette fokrammen getest worden om hun genotype na te gaan. Daarnaast bemonstert het FAVV jaarlijks op 20% van de deelnemende beslagen steekproefsgewijs de aanwezige fokschapen. Tijdens deze controle wordt ook een documentencontrole uitgevoerd (afstammingsbewijzen, resultaten van genotyperingstesten, gezondheidscertificaten, enz.) om na te gaan of alle aanwezige dieren over het genotype ARR/ARR beschikken.
Statuten verwaarloosbaar en gecontroleerd risico op klassieke scrapie Om aan de voorwaarde van de jaarlijkse officiële controle te voldoen om de statuten verwaarloosbaar en gecontroleerd risico op klassieke scrapie te behouden, zal de officiële dierenarts minimaal eenmaal per jaar de voorwaarden voor het verkrijgen van een statuut verwaarloosbaar of gecontroleerd risico op klassieke scrapie controleren. Tijdens deze controle zullen o.a. de registers nagekeken worden om te controleren of alleen dieren werden binnengebracht uit beslagen met ten minste een statuut gecontroleerd risico of dieren met een genotype ARR/ARR. Schapenhouders moeten zelf
Indien blijkt dat niet meer is voldaan aan de criteria, deelt het FAVV aan de schapenhouder haar intentie mee om de erkenning van het statuut van het beslag in te trekken. De schapenhouder beschikt vervolgens over een periode van vijftien dagen om per aangetekende brief zijn bezwaren aan het FAVV mee te delen. De betrokken PCE onderzoekt de bezwaren en voert een nieuwe controle uit. Het FAVV stelt de schapenhouder in kennis van het resultaat van deze controle. Indien het FAVV van oordeel is dat nog steeds niet is voldaan aan de criteria, bevestigt zij de voorgenomen maatregelen tot intrekking van het statuut. Het beheer van de statuten met betrekking tot klassieke scrapie gebeurt door de PCE’s in Sanitel.
Handel Schapen met genotype ARR/ARR kunnen steeds in het handelsverkeer (*) worden gebracht, tenzij zij afkomstig zijn van een beslag waar klassieke scrapie voorkomt. Schapen afkomstig van een beslag met een OSE-resistent statuut van niveau 1 kunnen steeds in het handelsverkeer (*) worden gebracht aangezien zij allemaal over het genotype ARR/ARR beschikken. Fokschapen, die niet over het genotype ARR/ ARR beschikken, fokgeiten en sperma en embryo’s van deze dieren kunnen enkel in het handelsverkeer (*) worden gebracht wanneer ze afkomstig zijn van beslagen met een statuut verwaarloosbaar risico of een statuut gecontroleerd risico op klassieke scrapie. Het handelsverkeer (*) van slachtschapen en –geiten vereist geen kwalificatie voor het risico op klassieke scrapie van het beslag van herkomst. ◗ Diane Schoonhoven Boerenbond (*) Het handelsverkeer waarover het gaat in het artikel is het intracommunautair handelsverkeer, de handel tussen lidstaten van de Europese Unie. Het gaat dus niet over handel tussen schapenhouders binnen België.
Voedingsstoornissen tijdens dracht en lactatie Schapen zijn meer dan goedkope grasmaaiers. Daarom moet je tijdens dracht en lactatie een aantal algemene voedingsregels juist toepassen. Zo voorkom je aandoeningen zoals slepende melkziekte en pensverzuring.
ruwvoeders voor het einde van de dracht en het begin van de lactatie bewaren; • overweeg om de ooi te scheren want een geschoren ooi neemt meer ruwvoeder op en kan haar warmte beter kwijt; • start met krachtvoeder enkele weken voor het lammeren. Niet alleen de pens past zich dan aan, maar ook het aandeel hoogwaardige koolhydraten in het rantsoen verhoogt. Er is meer propionzuur waardoor de gluconeogenese (vorming van glucose uit propionzuur en eiwitten) bevorderd wordt en drachtigheidstoxemie verhinderd wordt. Het gebruik van de AVEVE lactatiekorrel nr 183, met zijn hoog gehalte aan glucogene energie, tijdens de laatste weken van de dracht werkt ook preventief; • vermijd sterke rantsoenwisselingen en stress in het algemeen want ook deze zaken vergroten de kans op slepende melkziekte.
Pensverzuring
Slepende melkziekte De ziekte ontstaat wanneer hoogdrachtige ooien te weinig voer krijgen in verhouding tot wat ze nodig hebben. Er ontstaat een negatieve energiebalans die tegen het einde van de dracht nog versterkt wordt omdat de ooien te weinig plaats hebben (meerlingendracht) in de buikruimte. De ooi spreekt haar vetreserves aan en als de lever de vrijgekomen vetzuren niet kan afbreken, komen er giftige stoffen in de bloedbaan terecht (ketonenproductie). Daarom wordt de ziekte ook wel ‘drachtigheidsvergiftiging’ genoemd. De ziekte kan geleidelijk intreden maar ook acuut voorkomen. De ooi zondert zich af, eet slecht, krijgt evenwichtsstoornissen, gaat liggen en geraakt uiteindelijk niet meer recht. In het beginstadium van de ziekte kan
je een ‘energieshot’ geven om de vetafbraak zo snel mogelijk te stoppen. Veelal worden hierbij electrolyten gebruikt. Een behandeling met propyleenglycol wordt ook vaak toegepast. In een gevorderd stadium verliest men de ooi en ook de lammeren als men het werpen niet meer op gang kan brengen of de lammeren eruit kan snijden. Op vlak van preventie zijn volgende zaken belangrijk: • niet overmatig voederen in het begin want de eerste 2,5 maanden heeft een ooi niet veel meer nodig dan de onderhoudsbehoefte. Een ooi die in het begin toeneemt in conditie, zal aan het eind van de dracht gevoeliger zijn voor slepende melkziekte; • op het einde ruim voederen zodat een energietekort en een overmatige vetafbraak vermeden wordt; • de smakelijkste en meest energierijke
Als er gedurende een langere periode te weinig structuur in het rantsoen zit, is de ziekte in chronische vorm sluimerend aanwezig. De acute vorm ontstaat meestal wanneer men ineens een grote hoeveelheid snel verteerbare koolhydraten (bijv. bieten, krachtvoer… ) gaat geven zonder geleidelijke overgang. De pensflora wordt dan verstoord door een sterke verzuring. Meestal hebben de dieren een stijve, trage gang door hoefbevangenheid en soms ontstaat er diarree. Het grootste probleem is echter dat het weken kan duren vooraleer de pensflora zich weer gestabiliseerd heeft. Dit heeft onherroepelijk een grote economische schade tot gevolg. Tijdens de dracht en daarna de lactatie zorgt de slechtere voeropname voor kleinere zwakkere lammeren en minder melkgift. De periode van hoogdrachtigheid en lactatie loopt deels gelijk met de winterperiode, waardoor er moet bijgevoederd worden. Goed ruwvoeder zoals hooi of voordroog moet de basis blijven van een evenwichtig rantsoen. De grote fout wordt gemaakt door bijna niets bij te voederen tot de ooien gelammerd hebben en na het lammeren te veel te geven. Start met bijvoederen de laatste 2 maanden voor het lammeren en bouw een rantsoen altijd geleidelijk op. ◗ Stefan Steyaert AVEVE veevoeding
5 • deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015
EU beraadt zich over nieuwe visie Eurocommissaris Phil Hogan liet weten dat de Europese Commissie werkt aan een toekomstvisie voor de Europese schapensector. Komende maanden vinden verschillende workshops plaats waarin met vertegenwoordigers uit de sector wordt onderzocht welke wegen moeten en/of kunnen bewandeld worden in de toekomst. Midden 2016 moet die oefening resulteren in een rapport met aanbevelingen. ◗ © SHUTTERSTOCK
De Europese schapensector krimpt al jaren en is wat betreft de productie van lamsvlees voor 88 procent zelfvoorzienend. In totaal telt de EU 85 miljoen schapen, goed voor een geslacht gewicht van 710.000 ton. De belangrijkste Europese producenten zijn het Verenigd Koninkrijk, Spanje, Griekenland en Frankrijk, die samen twee derde van de Europese productie vertegenwoordigen. Roemenië, Ierland, Duitsland en Italië zijn samen goed voor 20 procent. Geïmporteerd schapenvlees komt vooral uit Nieuw-Zeeland en Australië.
Bron: vilt.be
Korting op vakblad ‘Het Schaap’ Vakblad ‘Het Schaap’ is het enige Nederlandstalige vaktijdschrift voor schapenhouders. Het tijdschrift, dat tien keer per jaar verschijnt, biedt nieuws, achtergronden en reportages. Zowel de professionele schapenhouder, als de pure liefhebber vindt in het vakblad en de hieraan verbonden website en digitale nieuwsbrief heel wat informatie en inspiratie. ‘Het Schaap’ informeert over onder andere gezondheidszorg, voeding, verzorging, huisvesting, fokkerij, houderij en markt. Daarnaast is er veel aandacht voor nieuwe ontwikkelingen, gevolgen van beleidsmaatregelen en dierziekten. De website brengt het actuele nieuws. Zeker als ontwikkelingen elkaar snel opvolgen, zoals in tijden van dierziekten, is dagelijkse nieuwsvoorziening onmisbaar. Daarin voorziet www.hetschaap.nl. De redactie volgt de ontwikkelingen op de voet. Het eigen brede netwerk (beleid, diergezondheid, belangenbehartiging en praktijk) wordt daarbij benut voor een zo volledig mogelijke en actuele nieuwsvoorziening richting de schapenhouder. Het meest actuele nieuws komt direct op de website. Verdieping en duiding worden aangeboden in het vakblad ‘Het Schaap’. De laatste actualiteiten, informatie over de komende printuitgave, de stelling en de agenda worden gebracht in de maandelijkse nieuwsbrief. ◗
deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015 • 6
Ik heb nog geen abonnement op ‘Het Schaap’ Als lid van Boerenbond en Landelijke Gilden kan je tegen gereduceerd tarief een abonnement afsluiten op het vakblad ‘Het Schaap’. Voor slechts € 95,19 (normale prijs € 118,99) valt het vakblad ‘Het Schaap’ 10 keer per jaar bij jou in de bus. Profiteer van dit bijzondere aanbod. E-mail of bel naar Bieke Van Bael om een proefnummer of abonnement af te sluiten:
[email protected], 014 59 51 50.
Ik heb al een abonnement op ‘Het Schaap’ Het voordeel geldt uiteraard ook voor jou. Je moet dan wel vóór de verlenging van je abonnement melden dat je abonnee bent op Het Schaap. Je ontvangt de korting vanaf de eerstvolgende abonnementsperiode. E-mail of bel naar Bieke Van Bael:
[email protected], 014 59 51 50. Meld dat je een bestaande abonnee bent en wil genieten van deze groepskorting. Deze korting wordt namelijk niet automatisch doorgerekend aan bestaande Vlaamse abonnees van Het Schaap.
Ik ging vorig jaar reeds in op dit aanbod Je hoeft niks te doen. Bij de verlenging van je abonnement krijg je automatisch het voordeeltarief.
Verdoofd slachten op de boerderij We ontvingen van een schapenhouder een reactie op het artikel van het Offerfeest in onze vorige nieuwsbrief. De veehouder organiseert al bijna tien jaar een tijdelijke slachtplaats op zijn bedrijf. Hij is hier, samen met een paar schapenhouders uit de buurt, naar eigen zeggen mee gestart vanuit het oogpunt van dierenwelzijn. Als de schapen kunnen geslacht worden op de boerderij, is er ook geen vervoer naar de slachtplaats nodig en hebben ze ook geen stress. Dit jaar werd er volgens de nieuwe wetgeving en de Europese richtlijnen voor het eerst verdoofd geslacht. Ten opzichte van vorig jaar werd er niet eens een vijfde van het aantal dieren geslacht. De schapenhouder stelt dat er minder schapen werden geslacht omdat de moslims niet zijn ingelicht over wat het verdoven van schapen inhoudt. Zo zijn er allerlei indianenverhalen ontstaan. Vlaams minister van Dierenwelzijn Ben Weyts stelde een tijdje geleden in het
Vlaams Parlement dat er ten opzichte van vorig jaar 30.000 minder dieren zijn geofferd. Het merendeel van de dieren werd geslacht in een slachthuis. Hij was best tevreden en stelde dat elk dier dat niet wordt geslacht een goede zaak is voor dierenwelzijn. Dat is een kortzichtige stelling. Het slachtproces is onderdeel van onze samenleving en we beschikken over wetgeving om aan dierenwelzijn te voldoen. De minister moet zich de vraag stellen wat het beste is: na transport onverdoofd slach-
ten in het slachthuis of verdoofd slachten op de boerderij? Vanuit het oogpunt van dierenwelzijn zou de minister de tweede optie moeten promoten. Hierbij dient hij de moslimgemeenschap via overleg, sensibilisatie en communicatie er van te overtuigen dat verdoofd slachten op tijdelijke slachtplaatsen, zoals dit gebeurt in andere landen in Europa, een goed alternatief is. ◗ Koen Mintiens Boerenbond
Verkoopprijs lammeren Om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen van de lammerenprijs, blijven we een oproep doen aan alle Vlaamse schapenhouders! Meld steeds hoeveel lammeren (ooien
of rammen), van welk gewicht en aan welke prijs je verkocht hebt. Graag aanmelden voor medewerking bij
[email protected] of
[email protected]. ◗
Rammen 2013/2014 Ooien 2013/2014
3,15
Rammen 2014/2015
2,95
Ooien 2014/2015
2,75
Rammen 2015/2016
2,55
Ooien 2015/2016
2,35 2,15
januari
december
november
oktober
september
augustus
1,75
juli
1,95 juni
Prognose verkoopprijs lammeren: Lage prijzen. Uit de figuur blijkt dat de verkoopsprijzen voor zowel rammen als ooien lager liggen dan op hetzelfde moment in de voorgaande jaren. Het hoge aanbod van onverkochte lammeren tijdens het Offerfeest is hier de oorzaak van. Voorlopig zal het aanbod relatief hoog blijven aangezien dit jaar tijdens het Offerfeest nog geen 9.000 lammeren verkocht werden tegenover ongeveer 35.000 lammeren tijdens het Offerfeest in voorgaande jaren. Een groot deel van de niet verkochte lammeren zullen de komende maanden alsnog verkocht moeten raken en de lammerprijs onder druk blijven zetten. In de Schapenhouder geven we een korte marktanalyse weer. De vermelde prijzen zijn afkomstig van het Netwerk prijsnotering Vlaamse Schapenhouderij vzw. Omdat de gemelde verkoopsprijzen soms op kleine aantallen zijn gebaseerd, moet voorzichtig met de resultaten worden omgesprongen.
7 • deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015
Voorlichtingsavonden Oost-Vlaanderen Voeding, mineralen en vitamines Woensdag 9 december 2015 Lesgever: Jan Van Ginderachter Aanvang: 20 uur Locatie: In ‘t Verval, Gentse Steenweg 137, Zottegem Gratis toegang Voortplanting en verloskunde Woensdag 13 januari 2016 Lesgever: Bart Vande Vyvere Aanvang: 20 uur Locatie: Huysmanshoeve, Eeklo Gratis toegang En verder ook nog een studie-uitstap naar Zeeuws-Vlaanderen op zaterdag 4 juni 2016 en onze wolinzameling op zaterdag 9 juli 2016.
West-Vlaanderen Voeding, mineralen en vitamines Donderdag 10 december 2015 Lesgever: Jan Van Ginderachter Aanvang: 20 uur Locatie: De Zwaan, Markt 11, Ruddervoorde Gratis toegang
Voortplanting en verloskunde Woensdag 20 januari 2016 Lesgever: Bart Vande Vyvere Aanvang: 20 uur Locatie: ‘t Munchenhof, Markt 43, Langemark Gratis toegang En verder ook nog een studie-uitstap naar Zeeuws-Vlaanderen op zaterdag 4 juni 2016 en onze wolinzameling op zaterdag 9 juli 2016.
Antwerpen Fokken van schapen na het Offerfeest Particuliere slachting Donderdag 17 december 2015 Moeten schapenhouders overgaan op andere rassen met een andere vleeskwaliteit nu zij hun gegarandeerde afzet tijdens het Offerfeest kwijt zijn en meer schapen moeten verkopen aan het slachthuis? Waarmee moet je als schapenhouder in orde zijn als je particulier wilt slachten? Lesgever: schapenhouder Achiel Tylleman Aanvang: 20 uur Locatie: provinciaal secretariaat Boerenbond en Landelijke Gilden, Maal 1, Geel Kostprijs: 5 euro
In elke regio of provincie in Vlaanderen staan consulenten van Landelijke Gilden of Boerenbond in voor de organisatie van de regionale of provinciale werking voor schapenhouders. Met vragen over de werking van de regionale of provinciale werkgroepen en de geplande vormingsactiviteiten, praktijkmomenten en bedrijfsbezoeken, kan je bij hen terecht. Voor de voorlichting verwijzen wij je graag naar onze technische consulent. Regio
Organisatie
Voorlichting
West-Vlaanderen
Isabel Lebbe 051 26 03 84 Blijde Vercamer 09 243 88 24 Hugo Vleugels 016 28 61 53 Nick Francois 016 28 61 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Dorien Verrecht 011 30 37 13
Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51 Diane Schoonhoven 014 59 51 51
Halle-Vilvoorde Arrondissement Leuven Antwerpen Limburg
deSchapenhouder nieuwsbrief - december 2015 • 8
Praktijknamiddag Zaterdag 2 april 2016 Op het Schapenhof in Rijkevorsel krijgen klassen en groepen meer uitleg over het reilen en zeilen op een schapenbedrijf. Ook verjaardagsfeestjes, boerengolf en teambuilding behoren tot de mogelijkheden. Tijdens deze praktijknamiddag geeft schapenhouder Jef Aerts toelichting bij alle activiteiten die op het bedrijf plaats vinden en waar de schapen een rol in spelen. Van 14 tot 17 uur Locatie: Schapenhof, Langstraat 12, Rijkevorsel En verder ook nog een studie-uitstap in augustus.
Zij staan ter beschikking
Oost-Vlaanderen
Productie van lamsvlees wereldwijd Actualiteiten in de schapenhouderij Donderdag 14 januari 2016 Welke landen produceren het meeste lamsvlees? Welke landen importeren en exporteren levende dieren of schapenvlees? Een overzicht van de wereldwijde productie en handel. Lesgever: Pieter Van Ommeslaeghe, Departement Landbouw en Visserij Wat is de stand van zaken met betrekking tot Blauwtong? Welke andere (sanitaire) actualiteiten doen zich momenteel voor? Lesgever: Diane Schoonhoven, Boerenbond Aanvang: 20 uur Locatie: provinciaal secretariaat Boerenbond en Landelijke Gilden, Maal 1, Geel Kostprijs: 5 euro
Vlaams-Brabant Actualiteiten in de schapenhouderij Vrijdag 18 december 2015 Lesgever: Diane Schoonhoven, Boerenbond Aanvang: 20 uur Locatie: voetbalkantine Binkom, Meenselstraat 118, Binkom (Lubbeek) Kostprijs: 3 euro leden, 5 euro anderen (inclusief 1 drankje) En verder ook nog een les over het versnijden van een schaap en het bereiden ervan in januari of februari en een studieuitstap in mei. n
Volgende editie nieuwsbrief Februari 2016