DELFTDESIGNCHALLENGE2014 innovatieve ideeën voor zelfzorg
Verslag Kick-off Delft Design Challenge, 24 april 2014 Inleiding In Delft heeft een grote creatieve industrie die ingezet kan worden om actuele problemen op te lossen. Een ontwikkeling die daar op inspeelt is de Delft Design Challenge (DDC). Dit is een samenwerking tussen de gemeente Delft, Delft Design en TOP. Wat is de reden van de Delft Design Challenge? Vroeger was de maatschappij eenvoudig en overzichtelijk maar de maatschappij is complex geworden. Er is een tekort aan middelen. DDC wil gebruik maken van nieuwe verbindingen om tot nieuwe innovatieve oplossingen te komen. Deze editie van de DDC gaat specifiek over zelfzorg. De huidige zorgsector staat onder druk (vergrijzing, langere levensverwachting, krimpende overheidsbudgeten, lange thuis wonen, druk op mantelzorger). Er zijn een aantal pijlers waar zelfzorg op gebouwd is: -
Domotica: technische innovatie in en om het huis. Mantelzorgers: zorg in de directe omgeving. Zelf medisch handelen: als zorg dichter bij huis komt is zelf medisch handelen belangrijker (bv. insulinespuit of apps om hartslag bij te houden).
Proces De inschrijftermijn wordt verlengt. De uiterlijke inschrijfdatum is 7 mei 2014. Geef je tot die tijd op bij
[email protected]. Meld daarbij je team naam, teamvoorzitter en teamleden en contactgegevens en achtergrond/beroep van alle deelnemende teamleden. Op 21 mei vinden de pitches plaats. Elk team krijgt voor haar pitch 3 minuten. Verder kun je gebruik maken van een A3-paneel waarop duidelijk de naam van je ontwerp staat, PowerPointpresentatie en eventueel een schaalmodel. Het verhaal moet krachtig en compact zijn. Op deze avond wordt ook verwacht dat de teams inzicht geven in hoe ze het eventuele budget van 5.000 euro gaan spenderen. (Zie verder onder ‘praktische opmerkingen’). Na deze avond zorgt de organisatie van de DDC voor begeleiding van de vijf teams die verder mogen. Bijvoorbeeld met betrekking tot het helpen bij valkuilen, het geven van advies en het koppelen van teams aan experts. Na deze avond volgt het uitwerkingsproces, waarin de teams partijen kunnen benaderen. Deze partners kunnen je helpen bij het controleren of je product marktwaardig is.
Op 9 juli vindt de eindpresentatie plaats. Elk team krijgt hiervoor 10 minuten de tijd. De teams kunnen gebruik maken van twee maal een A1-paneel, PowerPointpresentatie en eventueel een prototype. Op basis van deze presentaties zal de jury een uitspraak doen. Er wordt geen winnaar uitgeroepen. Het doel van de avond is de teams in contact te brengen met marktpartijen. De organisatie van DDC zorgt dat er relevante marktpartijen aanwezig zijn.
Toelichting op de 3 pijlers Domotica Domotica betekent letterlijk ‘huisautomatisering’. Het wordt gedefinieerd als de integratie van technologie en diensten t.b.v. een betere kwaliteit van wonen en leven. Aanvankelijk werd domotica toegepast in kantooromgevingen en ter ondersteuning van mensen met een beperking. Later werd het vooral ingezet met behulp van draadloze netwerken. Voorbeelden van domotica zijn de thermostatische mengkraan, klimaatregeling, deurbel/parlofonie. Domotica is dus niet alleen op de zorg gericht maar leent zich wel goed voor zorgoplossingen. Voorbeelden van domotica met zorgtoepassingen zijn het bedalarm en het wegloopsysteem. We zien al sinds de jaren 90 huizen van de toekomst (bv. Huis van de Toekomst van Griet Titulaer in 1989) maar het business model is niet kloppend te maken. Domotica moet daarom binnen bestaande woningen passen. Mantelzorg Mantelzorgers zijn geen beroepsmatige hulpverleners en rollen er vaak in. Vaak wordt een mantelzorger verward met een vrijwilliger en omgekeerd maar die verwarring is niet juist. Een mantelzorger heeft de hulpbehoevende al in zijn/haar netwerk. Het mantelzorgen is vaak een taak waarmee de mantelzorger 24 uur per dag bezig is. Die zorg kan niet zomaar beëindigd worden. Vaak doen mantelzorgers ook verpleegkundige handelingen. Waar een mantelzorger het er vaak bij doet, kiezen vrijwilligers er vaak zelf voor. Bovendien voeren zij nooit verpleegkundige handelingen uit en doen zij het vaak voor bv. één dag(deel) per week. Uit het ervaringsverhaal van een mantelzorger blijkt waar de mantelzorger mee te maken heeft. Waar hij tegenaan loopt is dat er niet altijd vooruitgang is maar soms zelfs achteruitgang. Dat is frustrerend. Wat de mantelzorger in kwestie bv. graag zou zien, is dat hij meer gelegenheid zou hebben voor uitwisseling met gelijkgestemden en verhalen van lotgenoten zou horen. Hij geeft aan dat er eigenlijk overal wel behulpzame mensen zijn en er veel informatie te krijgen is over vragen waar je mee zit. Maar wat hij eigenlijk wil, is gewoon een wandeling maken, en daar niet voor te hoeven bellen en regelen. Terwijl dat bellen en regelen er onlosmakelijk aan vast zit. Hij kan niet zomaar meer de deur uitlopen. Zelf medisch handelen Voorbeelden van medische handelingen die de wijkverpleger zoal verricht zijn het controleren van diabetes glucose, injecteren van insuline, andere injecties onderhuids of in de spier, zwachtels om benen, zorg voor drains en sondes in neus of buik, katheters en stomazorg. De DDC zoekt onder andere naar oplossingen om patiënten of hun mantelzorgers zelf medische handelingen te laten verrichten. Sommige eenvoudige handelingen lenen zich hier goed voor zoals glucose prikken of insuline spuiten. In de markt zijn hiervoor al een aantal toepassingen waardoor
het eenvoudig is geworden. Bij sommige handelingen heb je heel veel spullen nodig en dat maakt het complex. Een apparaatje maakt de handeling heel simpel. Er zijn meer handelingen die mensen eigenlijk makkelijk zelf zouden moeten kunnen doen. Een voorbeeld hiervan is sondevoeding. Nu is dit een groot pakket met veel dopjes en slangetjes maar als je die middelen zou kunnen beperken zal het makkelijker worden. Al dan niet met de nodige begeleiding vooraf. Een uitdaging bij het ontwikkelen van hulpmiddelen voor zelf medisch handelen is dat mensen ertoe in staat moeten zijn ze te gebruiken en te begrijpen. Bij mensen die nu 80 of 90 jaar zijn is dat lastig omdat zij geen technologie gewend zijn. Straks komt er een grote doelgroep van babyboomers die wat handiger is met technologie en die wel wat meer gewend zijn, maar toch moeten de toepassingen duidelijk zijn en makkelijk aan te leren. Er zijn een aantal obstakels: de complexiteit, de angst om iets fout te doen als je bij jezelf een medische handeling verricht en de medische handeling zelf (bv. jezelf prikken of een slang bij jezelf binnenbrengen). Als je een goed instrument hebt, dat deze obstakels overwint, kan de grootste doelgroep (met de juiste begeleiding) dat in toenemende mate zelf. Met name valt er veel te winnen in het vereenvoudigen en verminderen van de handelingen. Nu staan er bv. medische vaktermen op pompen en dergelijke. Dat moet misschien met symbolen.
Jury: Bart Ashmann (voorzitter), Lievele Schram, Sandy van Marrewijk, George Ginter, Martin van de Ruit. De juryvoorzitter geeft een aantal tips aan de deelnemende teams: 1. Zoek een probleem maar maak het probleem niet te groot. De neiging is om heel het probleem op te lossen maar dat is een valkuil. Zoek een probleem en een detail hierin. Het hoeft geen wereldschokkende innovatie te zijn maar moet de gebruiker wel helpen. Houd de gebruiker in het achterhoofd; deze kent vele gedaantes . De gebruiker kan een verpleegkundige, of zorgbehoevende of mantelzorger zijn. De kern in dit soort problemen is dat het vaak een Multi stakeholder-probleem is. Er zijn veel mensen bij betrokken. Een idee kan dus een oplossing bieden aan meerdere stakeholders. 2. Veel producten zijn onderdeel van een systeem. Een product is bijna nooit op zichzelf staand. Dit is bv. handig voor domoticatoepassingen, waarbij aangehaakt kan worden aan bestaande producten of waarbij bestaande producten met elkaar verbonden kunnen worden. 3. Wat betreft de teams heb je meerdere disciplines nodig om tot een goede oplossing te komen. Nodig eens een vreemde eend in de bijt uit, bv. een kunstenaar. Wat betreft de criteria van de jury: 1. Een belangrijk criterium is de kans dat het idee uitgewerkt wordt tot een goede oplossing. Die kans wordt ook bepaald door kwaliteit van het team zelf en door organisatorische kwaliteit etc. 2. Verder mag een team best over wat ambitie beschikken om het idee tot een succes te brengen. Daarbij hoort ook een goede presentatie. Je wordt niet louter op de kwaliteit van je presentatie beoordeeld maar een goede presentatie helpt wel. Samenvattend: kijk naar de gebruiker, kijk naar je teamsamenstelling en multidisciplinaire aanpak, bekijk het systeem, heb ambitie, vind niet het wiel opnieuw uit en kijk dus wat er al bestaat.
Waarschuwing: het kan zijn dat je een oplossing hebt waarvoor je een octrooi wilt aanvragen. Dit is iets om zelf in de gaten te houden. Voor de presentaties die hier plaatsvinden zullen we onderling de afspraak maken dat we niet elkaars ideeën mogen gebruiken. Maar als er echt iets technologisch vernieuwends in je ontwerp zit waarvoor een octrooi aangevraagd moet worden, controleer dat dan van tevoren.
Praktische opmerkingen Op 21 mei, de avond van de pitches, is het de bedoeling dat de teams de jury zo goed mogelijk overtuigen. Hierbij hoort ook een business case. Houdt in je uiteindelijke idee dus ook rekening met de betaalbaarheid. Als de oplossing te duur is en niemand wil of kan ervoor betalen dan houdt het op. Kijk dus naar wat het gaat kosten, welke partijen geïnteresseerd zouden kunnen zijn, welke uitzetkanalen er zijn, wie het zouden kunnen betalen etc. Ook moeten de teams een begroting aanleveren van hoe zij de 5000 euro willen besteden. De jury let op ambitie. Denk goed na over hoe je de 5000 euro in kunt zetten om je idee te ontwikkelen. Geef een concrete verantwoording over waar je de 5000 euro aan gaat besteden. Het betrekken van gebruikers staat hierbij centraal. Praat met gebruikers en experts, maak een model of maquette en gebruik dit om je idee te testen.
Vragen uit de zaal Vraag: Kom je in contact met mantelzorgers? Antwoord wijkverpleegkundige: Als de mantelzorger verpleegtechnische zorg doet, zijn wijkverplegers niet veel betrokken. De mantelzorgers doen dan gelijk alles. Als iemand op een jongere leeftijd hulp nodig heeft zijn mensen eerder geneigd hun partner te helpen en komt de wijkverpleegkundige vaak niet in beeld. Vraag: Hoeveel mensen met lichamelijke beperkingen hebben ook geestelijke beperkingen? Antwoord verpleegkundige: Ongeveer 25%. Het verschilt per geval in hoeverre zij zelf medisch kunnen handelen maar vaak doen ze het bv. zelf en controleert de verpleegkundige het één keer per week. Vraag: Hoe zit het met het tijdschema van de verpleegkundige en het verschil met de mantelzorger? Antwoord verpleegkundige: Het tijdschema van de wijkverpleegkundige wordt vooraf vastgesteld, waarbij prioriteiten eerst komen, daarna de route van de verpleegkundige en daarna voorkeur van de patiënt. Het werkschema van de mantelzorger is vaak wat vaster maar kan zelf ingericht worden, behalve bij dingen die echt op een bepaalde tijd moeten, zoals sondevoeding. Vraag: Ondersteunen jullie ook mantelzorgers? Antwoord verpleegkundige: Mantelzorgondersteuning is wel onderdeel van het werk maar formeel niet, want het ene komt uit de WMO en het andere vanuit de AWBZ. Vraag: Moeten mantelzorgers er wel eens mee stoppen? Antwoord verpleegkundige: We zien regelmatig mantelzorgers die overbelast raken. De druppel is vaak dat je het niet meer los kan laten en dat je het niet (even) kan afschuiven op iemand anders.
Het is geestelijk vaak heel zwaar omdat er niemand meer is als jij het niet doet en je het niet goed aan iemand anders durft over te laten. De mantelzorger loopt dus vooral aan tegen vrijheidsbeperking en het geestelijk zware aspect. Mantelzorgers worden dan doorverwezen naar een loket of wij gaan als verpleging meer zorg inzetten. Vraag: Wat is innovatie of vernieuwing die jullie echt geholpen heeft? Antwoord verpleegkundige: 1. Steunkousen aan en uit trekken. Daar waren al 10 hulpmiddeltjes voor maar ze werkten nooit erg goed. Sinds kort is er de Doff N’ Donner waarmee je ze heel makkelijk kan aan en uittrekken. 2. Accu-Chek Mobile glucosemeter. Je hoeft geen naalden of stripjes meer te gebruiken en er zijn geen kleine onderdeeltjes meer waardoor veel meer mensen dat zelf kunnen. Vraag: Hoeveel patiënten zie je op een dag? Antwoord verpleegkundige: 10 tot 15 patiënten in 5 uur zorg. in elke wijk zit een team dus de reistijd blijft beperkt. Vraag: Waarvoor zou bijvoorbeeld een oplossing nodig zijn? Antwoord verpleegkundige: Naar de wc gaan is niet te plannen. Als je dat niet zelf meer kan kun je bijna onmogelijk thuis blijven wonen. De ambitie in de thuiszorg is het leveren van ongeplande zorg. We leveren geen zorg op afroep. Vraag: Zijn er meer redenen waarom je niet meer thuis zou kunnen wonen dan toiletgang? Antwoord verpleegkundige: Ook dwalen is een groot probleem. Binnenshuis of buitenshuis. Domotica kan daar op inspelen. Bv. m.b.v. video zodat wij of de mantelzorger dat kan signaleren. Ook is vaak het wel mobiel zijn, maar geen gevaren meer zien een reden om niet meer thuis te kunnen blijven wonen. Vraag: Is kennis over beschikbaarheid voor mantelzorgers m.b.t. apps etc. goed te ontsluiten? Antwoord zorgdeskundige en gemeente Delft: Vaak is niet duidelijk hoe het hulpmiddel gebruikt moet worden door de hulpbehoevende. Gemeente Delft zit daar ook mee want er zijn 25000 apps, maar hoe zorg je ervoor dat het bij eindgebruiker komt? En ook juridische veiligheid met inloggen etc. is lastig. Gemeente Delft is daarom bezig samen met zorgpartners een E-health academy op te zetten. Dat gaan ze samen met Ziggo doen, met makkelijke instructiefilmpjes etc. Vragen: Ligt de nadruk op technologische oplossingen of kan innovatie ook liggen in een proces? Antwoord van jury: Ja. Met nieuwe technologie maak je het jezelf heel erg lastig. Het gaat over vernieuwing en het kan van alles zijn. Design gaat overigens niet over het stylen maar over het ontwikkelen van een oplossing. To design.