PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 4
DE WIJDE WERELD IN Tips voor wie lange tijd naar het buitenland trekt IMAGE BANK
D
e wereld, mijn dorp" is wellicht een cliché, maar wel eentje dat blijkt te kloppen. De mobiliteit van de mensen neemt steeds meer toe en velen voelen zich geroepen om langere tijd naar het buitenland te trekken. Profiel geeft die avonturiers graag een paar tips om hun verblijf in verre oorden zo vlot mogelijk te laten verlopen.
"
Voelt u zich aangesproken? Dan bent u wellicht een student die zijn horizonten wil verruimen in het kader van een stage of een uitwisselingsproject, of een gepensioneerde die de koude wintermaanden in België ontvlucht en de zwaluwen achterna reist naar zuidelijker oorden. Studenten en gepensioneerden vormen immers de twee grootste groepen van mensen die voor langere tijd naar het buitenland reizen.
Wat bij ziekte of hospitalisatie? Voor tijdelijke verblijven in het buitenland ook als die langer duurden dan een doorsnee vakantie, reikte het ziekenfonds in het verleden een formulier E111 uit aan gepensioneerden en een formulier E128 aan studenten. Beide formulieren werden op 1 juni 2004 afgeschaft en vervangen door de Europese Ziekteverzekeringskaart (EZVK). De EZVK is gratis. Vraag de kaart aan bij uw ziekenfonds vóór u vertrekt. Het gaat om een persoonlijke kaart, die geldig is tot het einde van het volgende kalenderjaar en die u recht geeft op alle noodzakelijke medische verzorging tijdens een tijdelijk verblijf met behoud van woonplaats in België, in de EER-landen* of Zwitserland. Toon de kaart als u onverwachts een arts moet raadplegen, geneesmiddelen moet kopen of als u in het ziekenhuis belandt. * EER = Europese Economische Ruimte. Dit zijn de landen die tot de EER behoren: België, Duitsland, Oostenrijk, Cyprus, Denemarken, Spanje, Estland, Frankrijk, Finland, Griekenland, Ierland, Italië, Hongarije, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Verenigd Koninkrijk, Tsjechië, Slovenië, Slowakije, Zweden, Ijsland en Noorwegen.
Zelfstandigen Indien u zelfstandige bent, geldt er een bijzondere regeling. U krijgt van het ziekenfonds een Europese Ziekteverzekeringskaart met bovenaan de vermelding: E111B. Dat betekent dat de kaart enkel gebruikt kan worden in geval van een noodzakelijke ziekenhuisopname tijdens een tijdelijk verblijf in het buitenland. Ambulante zorg (bv. een doktersraadpleging) wordt na terugkeer in België eventueel door uw ziekenfonds terugbetaald.
Kaart verloren? Gestolen? Wie z'n EZVK verliest of bestolen wordt, kan telefonisch of per fax een vervangingsattest aanvragen bij zijn ziekenfonds in België. Het attest zal dan zo snel mogelijk bezorgd worden, maar let op! Het heeft slechts een geldigheidsduur van 3 maanden.
Dringende Zorg in het Buitenland (DZB) Wie bijdragen betaalt voor de aanvullende verzekering van het ziekenfonds, heeft bij een tijdelijk verblijf van 3 maanden recht op de voordelen van de dienst DZB. Uw ziekenfonds speelt echter in op de groeiende trend van langere verblijven in het buitenland en heeft de periode voor gepensioneerden en studenten uitgebreid tot respectievelijk 6 en 12 maanden. Die regeling geldt voor tijdelijke verblijven in EER-landen en Zwitserland. Studenten moeten het ziekenfonds een attest van hun onderwijsinstelling bezorgen. In landen buiten de EER en Zwitserland kan de EZVK niet gebruikt worden. U sluit dan beter een privé-verzekering af, want de kosten voor medische verzorging kunnen soms hoog oplopen (bv. in de VS en Canada).
DZB: nieuwe voordelen sinds 1 januari 2005 Zuurstoftherapie tijdens een tijdelijk verblijf in het buitenland wordt voortaan terugbetaald. Dat geldt enkel voor zuurstoftherapie in het land waar u verblijft. U moet zelf een plaats reserveren in een buitenlandse instelling. Bezorg de gegevens van de instelling minstens een maand vóór uw vertrek aan EuroCross, zodat die alle financiële en administratieve formaliteiten kan afhandelen. Er is geen terugbetaling voor zuurstoftherapie in regio’s met een slechte medische infrastructuur (bv. bepaalde Afrikaanse regio’s) en voor zuurstofuitrusting tijdens een vliegtuigreis. U hebt voortaan ook gedurende 3 maanden recht op reisbijstand en op een terugbetaling van geneeskundige verzorging in de landen waarmee België een bilateraal verdrag heeft ondertekend: Algerije, Marokko, Tunesië, Turkije, Kroatië, Macedonië, Servië-Montenegro en Bosnië-Herzegovina. Info: EuroCross +32 2 272 09 00 - www.eurocross.be
Ariane Mollu
4
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 5
ONGEVAL GEHAD? VERWITTIG UW ZIEKENFONDS!
S
tel, u struikelt over een losliggende stoeptegel en hopsa! Zes weken in het gips... Het ziekenfonds zal u wellicht een aangifteformulier toesturen, maar wat is daar de bedoeling van? En hoe weet het ziekenfonds überhaupt dat u een ongeval hebt gehad? De onderstaande tekst vertelt er u alles over. Snelle, volledige en correcte informatie is het toverwoord. GLOBAL PICTURES
Aangifte doen Elk ziekenfonds is wettelijk verplicht om bij de klanten navraag te doen over de omstandigheden van een ongeval. Het is immers mogelijk dat de kosten moeten worden gedragen door de verzekeraar van diegene die aansprakelijk is en niet door de ziekteverzekering. Daarom stuurt het ziekenfonds aangifteformulieren, die u zo snel mogelijk ingevuld moet terugbezorgen. Soms krijgt u echter zo’n aangifteformulier toegestuurd terwijl u helemaal niet betrokken was bij een ongeval. De verklaring is eenvoudig: ziekenfondsen beschikken over verschillende informatiekanalen, waardoor zij kunnen vermoeden dat u het slachtoffer werd van een ongeval. Bijvoorbeeld: u hebt bij het ziekenfonds een getuigschrift voor verstrekte hulp binnengebracht. De nomenclatuurcode op het getuigschrift zegt welke soort verzorging u kreeg toegediend. Als die verzorging een gevolg kan zijn van een ongeval, zal het ziekenfonds u een ongevalsaangifte bezorgen. Het blijft natuurlijk gissen, en soms blijkt het vermoeden inderdaad – maar gelukkig voor u - fout. Maar ook in dat geval moet u het formulier ondertekend terugbezorgen, zodat het ziekenfonds een schriftelijk bewijs heeft van het feit dat navraag werd gedaan naar de omstandigheden van een ongeval.
Dus: Wanneer u een ongevalsaangifte in de bus krijgt, stuur ze dan in elk geval ingevuld en ondertekend terug.
De voordelen van een spontane aangifte Als u het slachtoffer werd van een ongeval, kunt u het ziekenfonds een stapje voor zijn door spontaan aangifte te doen. Dat kan aan het loket gebeuren, maar ook over de telefoon. Hou er wel rekening mee dat na een telefonisch contact nog steeds een aangifteformulier wordt opgestuurd omdat het ziekenfonds een schriftelijke verklaring moet hebben. Zodra het ziekenfonds de ongevalsaangifte heeft ontvangen, kan het op zoek gaan naar een eventueel aansprakelijke tegenpartij. Als blijkt dat de verzekeringsmaatschappij van de tegenpartij de kosten van het ongeval op zich moet nemen, zal het ziekenfonds op regelmatige tijdstippen alle relevante kosten terugvorderen. Goed om te weten: het remgeld (het deel dat u uit eigen zak betaalt) van de verzorging die voortvloeit uit een ongeval, wordt terugbetaald door de verzekeringsmaatschappij van de persoon die aansprakelijk is voor het ongeval. U moet het bedrag aan betaald remgeld dan wel expliciet bewijzen bij de verzekeraar aan de hand van een tariferingsbewijsje. Vraag dat aan uw ziekenfondsloket als u het getuigschrift voor verstrekte hulp binnenbrengt, of voeg aan de getuigschriften die u per post bezorgt een briefje toe met vermelding “bewijs voor verzekeringsmaatschappij nodig”.
Dus: Doe zo snel mogelijk spontaan aangifte bij het ziekenfonds en vraag een tariferingsbewijsje als u het remgeld van de verzorging kunt terugvorderen bij de verzekeringsmaatschappij van de persoon die aansprakelijk is voor het ongeval.
Tim Denorme
5
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 6
Gewijzigde gezinssituatie? Verwittig uw ziekenfonds! ie als gezinshoofd of alleenstaande arbeidsongeschikt wordt, krijgt een hogere uitkering. Het ziekenfonds bezorgt u dan een zogeheten 'Formulier 225' voor de aangifte van uw inkomsten.
W
U ontvangt zo'n formulier voor de eerste keer bij het begin van uw arbeidsongeschiktheid. Als uw ongeschiktheid langer dan een jaar aansleept, wordt u invalide. Op dat moment stuurt het ziekenfonds u voor de tweede keer een aangifteformulier.
Wie verschillende jaren invalide blijft, krijgt elk jaar zo'n formulier toegestuurd. Met dat document verschaft u het ziekenfonds informatie over uw gezinssituatie en verbindt u zich ertoe het ziekenfonds onmiddellijk op de hoogte te brengen als er een wijziging optreedt in uw gezinssituatie of uw inkomen. Vul het formulier nauwkeurig in en bezorg het dan terug aan uw ziekenfonds. De gegevens dienen als basis voor de berekening van uw arbeidsongeschiktheid- of invaliditeitsuitkering. Wie het formulier niet invult en terugbezorgt, ontvangt automatisch een minimumuitkering. Een valse of onvolledige verklaring of het niet nakomen van de verplichting om het ziekenfonds op de hoogte te brengen van een wijziging in de gezinssituatie of het inkomen, kan leiden tot een administratieve sanctie en een gerechtelijke vervolging. Om problemen te vermijden, brengt u het ziekenfonds dus het beste zo snel mogelijk schriftelijk op de hoogte als er iets wijzigt in uw gezinssituatie of uw inkomen. Het ziekenfonds zal u dan de nodige documenten bezorgen voor een eventuele herziening van uw dossier. Voorbeelden van gewijzigde gezinssituaties: • U was alleenstaande, maar uw zoon van 22 is onlangs bij u komen inwonen. Uw zoon verdient 1.500 euro per maand. • U woonde samen met uw jonge kinderen, maar u bent hertrouwd met iemand die een job heeft.
Verwittig uw ziekenfonds! Uw dossier zal onmiddellijk herzien worden, indien nodig. Marie Clayes
Ziekenhuisgids Mag ik zelf een ziekenhuis kiezen als ik per ambulance word vervoerd? Welke artsen mogen ereloonsupplementen vragen? Hoe kom ik te weten of een arts al dan niet verbonden is? Wanneer zijn ereloonsupplementen verboden? Hoeveel voorschot mag een ziekenhuis vragen? Hoe kom ik te weten welke supplementen me kunnen aangerekend worden? Moet ik iets doen om mijn organen ter beschikking stellen voor transplantatie na overlijden? Wie moet ik verwittigen bij een ziekenhuisopname? Als ik een toestemmingsformulier onderteken gaat de arts dan vrijuit als er wat fout gaat? Moet ik meer betalen als ik op een andere kamer terechtkom dan degene die ik had gekozen? Mag een ziekenhuis mij kosten aanrekenen voor medische beeldvorming als er niet eens een radiografie is gemaakt? Hoeveel kost een ziekenhuisopname? Mag men een autopsie doen zonder toestemming? Moet ik een ziekenhuisfactuur van drie jaar terug nog betalen? Hoe komt het dat er op mijn factuur verblijfskosten staan aangerekend terwijl ik maar een half uur in het ziekenhuis ben geweest? Is het normaal dat ik 1.200 euro uit eigen zak moet betalen voor een heupprothese? Kan ik ook de verhoogde tegemoetkoming krijgen zodat ik minder moet betalen bij een ziekenhuisopname? Een antwoord op deze en nog veel meer vragen kan u vinden in de “Ziekenhuisgids”. In een kleine 50 pagina’s nemen we het ziekenhuisverblijf onder de loep van opname tot ontslag, met extra aandacht voor de financiële aspecten en de rechten van de patiënt. Een gids om u tegen te zeggen. En om in huis te hebben natuurlijk. Je haalt hem gratis bij uw ziekenfonds. U vindt de ziekenhuisgids ook op het net. Surf naar www.mloz.be klik op “ziekenhuisgids” in het menu “Tools”. Bert Corremans
6
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 7
Het Bijzonder Solidariteitsfonds - Voor wie? Waarom? et Bijzonder Solidariteitsfonds (BSF) bestaat sinds 1990 en biedt financiële steun aan mensen met een zeldzame aandoening die dure behandelingen en geneesmiddelen vereisen waarvoor er geen wettelijke tegemoetkoming is.
H
Het actieterrein van de organisatie werd onlangs uitgebreid, zodat nu ook chronisch zieke kinderen en jongeren tot 19 jaar financiële hulp kunnen krijgen om hun behandeling te bekostigen.
Voorwaarden Binnen de grenzen van zijn financiële mogelijkheden kent het BSF tegemoetkomingen toe voor de kosten van uitzonderlijke geneeskundige verzorging en geneesmiddelen, die aan de volgende voorwaarden voldoen : • ze zijn duur; • ze worden gebruikt bij zeldzame aandoeningen die de vitale functies aantasten; • ze hebben wetenschappelijke waarden en hun doeltreffendheid is bewezen; • ze zitten niet meer in het experimentele stadium; • ze zijn absoluut noodzakelijk op medisch-sociaal vlak; • ze zijn voorgeschreven door een arts die gespecialiseerd is in de behandeling van de aandoening.
In welbepaalde gevallen kan het BSF ook het remgeld ten laste nemen voor verzorging die werd toegediend in het buitenland, alsook de reis- en verblijfskosten van de patiënt en zijn begeleider.
Hoe tegemoetkoming aanvragen ? Bezorg de adviserend geneesheer van uw ziekenfonds per aangetekend schrijven een aanvraag tot tegemoetkoming, een medisch verslag, een kostenraming of factuur en een verklaring op erewoord die bewijst dat u op geen enkele andere manier een vergoeding kunt krijgen voor de kosten van de behandeling en/of de geneesmiddelen. De adviserend geneesheer zal uw aanvraag bekijken en voorleggen aan het College van Geneesheren-Directeurs van de dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV. Die zal dan uiteindelijk beslissen of de tegemoetkoming al dan niet wordt toegekend en legt tevens het bedrag van de tegemoetkoming vast. Dat bedrag kan de kosten van de patiënt geheel of gedeeltelijk dekken.
Nu ook voor chronisch zieke kinderen en jongeren tot 19 jaar Het actieterrein van het BSF werd verruimd in 2003 en 2004. Voortaan kunnen ook kinderen en jongeren tot 19 jaar die lijden aan bepaalde chronische ziektes een tegemoetkoming krijgen voor hun medische behandeling.
Welke chronische ziektes komen in aanmerking (bij -19j.)? • Nierinsufficiëntie met dialyse • Kanker • Een andere chronische, levensbedreigende aandoening die een continue of repetitieve behandeling van minstens 6 maan-
den vereist.
Welke kosten komen in aanmerking (-19j.)? Het BSF kent een tegemoetkoming toe voor de kosten die: • verband houden met geneeskundige verzorging; • niet worden terugbetaald door de ziekteverzekering; • jaarlijks oplopen tot 650 euro of meer.
Om zo'n tegemoetkoming aan te vragen voor uw kind, kunt u het beste contact opnemen met de medische dienst van uw ziekenfonds. Het ziekenfonds zal uw dossier dan doorspelen aan het RIZIV. Nathalie Renna
7
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 8
S
tuderen, eropuit trekken, gsm'en... het kost allemaal geld. Misschien ben je daarom op zoek naar een studentenjob,
net als 400.000 andere Belgische jongeren. Profiel geeft je een paar gouden tips om die werkervaring tijdens de zomermaanden vlekkeloos te laten verlopen.
GLOBAL PICTURES
Een studentenjob: GEEN KINDERSPEL! De jeugd van tegenwoordig? Allemaal tamzakken, luiwammesen en nietsnutten... althans, dat wordt soms wel eens beweerd. Maar niets is minder waar! Per slot van rekening offeren steeds meer jongeren een flink stuk van hun vakantie op om aan de slag te gaan, soms in erbarmelijke omstandigheden. Het gebrek aan ervaring op de arbeidsmarkt maakt immers dat veel jobstudenten voor onaangename verrassingen komen te staan. Wie zich tijdig grondig informeert over het soort werk dat op het programma staat, over de bijbehorende rechten en plichten en over de kleine lettertjes in het arbeidscontract, zal geen gemakkelijke prooi zijn voor kwaadwillige of nalatige werkgevers. En je vakantiejob? Die wordt veel meer dan alleen een lucratieve bijverdienste, want na afloop zal je een waardevolle ervaring rijker zijn!
De job van je leven? Kelner of keukenhulp in een restaurant, verkoopster in een winkel, administratieve kracht... het zijn maar een paar van de meest voorkomende studentenjobs. Je kan via verschillende kanalen gaan speuren naar interessante zoekertjes, maar er zijn ook tientallen klusjes die je kan opknappen voor familie en vrienden. Dat wordt al te vaak over het hoofd gezien. Vraag misschien eerst eens rond in je kennissenkring of niemand een geschikt werkje heeft voor jou. Wie het liever anders aanpakt, kan eventueel gaan aankloppen bij een uitzendbureau. Jobstudenten aan werk helpen vormt een steeds groter deel van hun activiteiten. Maar voor welke weg je ook kiest, begin er op tijd aan! Kwestie van niet opgescheept te worden met klusjes die niemand anders wou doen... Voor een studentenjob moet je minstens 15 jaar oud zijn en voltijds onderwijs volgen (deeltijds onderwijs kan ook, onder bepaalde voorwaarden).
Altijd mét een contract! Ook bij een studentenjob hoort een arbeidscontract. Dat is verplicht, maar in de praktijk gebeurt er heel wat 'in het zwart'. Een
8
uitzendbureau heeft berekend dat amper 85% van de jobstudenten een arbeidscontract heeft, terwijl dat document toch heel belangrijk is. Zonder contract ben je immers niet beschermd tegen arbeidsongevallen en ben je overgeleverd aan de willekeur van je werkgever. Een onmenselijk werkrooster? Geen uitbetaling van de lonen? Je staat compleet machteloos zonder contract. Bovendien kan je danig in nesten raken als de arbeidsinspectie langskomt. Eis dus altijd een arbeidscontract van je werkgever. Een contract voor een studentenjob is per definitie van bepaalde duur en bevat een aantal specifieke bepalingen (cf. kaderstukje). Het contract moet ten laatste worden ondertekend op het moment dat je aan de slag gaat. Als je jonger bent dan 18, mag je zelf zo'n studentencontract afsluiten en je loon in ontvangst nemen, tenzij je ouders of je wettelijke voogd zich daartegen verzetten.
Sociale lasten, belastingen en kinderbijslag Jobstudenten met een schriftelijk arbeidscontract hoeven geen sociale bijdragen te betalen op het loon dat ze ontvangen in de periode tussen begin juli en eind september. Van het loon wordt wel een solidariteitsbijdrage afgehouden (5% ten laste van de werkgever en 2,5% ten laste van de jobstudent). Je verdiensten als jobstudent kunnen een invloed hebben op de fiscale situatie van je ouders en die van jezelf. Studenten die per jaar niet meer dan 2.010 euro netto verdienen, blijven ten laste van hun ouders. Als persoon ten laste van een alleenstaande ouder, mag je per jaar maximaal 3.480 euro netto verdienen. Hou daar rekening mee, vooral als je ook tijdens het schooljaar werkt. Ook belangrijk om te weten: als je als student meer dan 6 maanden per jaar werkt, wordt je job niet meer beschouwd als een studentenjob, maar als een volwaardige job. Voor bijkomende inlichtingen kan je terecht bij de FOD Financiën op het nummer 02 210 24 53 of 02 210 23 40, of bij de lokale belastingdienst. Het feit dat je tijdens de schoolvakantie een studentenjob doet,
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 9
doet niets af aan je recht op kinderbijslag. Een jobstudent jonger dan 25 is gedekt door het ziekenfonds van zijn/haar ouders op het vlak van geneeskundige verzorging. Opgelet! Tijdens het schooljaar mag je maximaal 79 uur per maand werken, anders verliezen de ouders het recht op kinderbijslag.
Het studentencontract? Een arbeidscontract voor een studentenjob vermeldt de volgende zaken:
Ziekte en ongevallen Als je ziek wordt tijdens de duur van je contract, moet je onmiddellijk je werkgever op de hoogte brengen van het feit dat je niet kan komen werken. Je moet een medisch attest kunnen voorleggen als je werkgever dat vraagt of als het zo bepaald is in het arbeidscontract of door de collectieve overeenkomst.
• naam, adres en geboortedatum van
Jobstudenten worden al te vaak het slachtoffer van arbeidsongevallen, meestal door gebrek aan ervaring of doordat ze niet vertrouwd zijn met het reilen en zeilen in het professionele milieu. In dat geval, moet je onmiddellijk je werkgever en je ziekenfonds verwittigen. Je bent gedekt door de verzekering die de werkgever in jouw naam heeft afgesloten. Als je arbeidsongeschikt wordt door een arbeidsongeval of als gevolg van een beroepsziekte, is je werkgever verplicht om je het gewaarborgde loon te betalen.
• een korte omschrijving van je taken;
Ervaring
student en werkgever; • begin- en einddatum van het contract; • de plaats waar je zal werken;
• eventueel een clausule i.v.m. een proef-
periode*; • het aantal te presteren uren per dag
en per week**; • de toepasbaarheid van de wet
betreffende de bescherming van het loon***; • het loon en de wijze waarop het loon
Heb je je goed geïnformeerd en zie je het helemaal zitten om tijdens de vakantie een paar weken aan de slag te gaan, dan zal je wellicht veel voldoening halen uit je studentenjob. Dankzij dat eerste contact met 'het actieve leven' ontdek je wat het precies inhoudt om te werken in een professionele omgeving met een hiërarchische structuur. Je leert ontzettend veel bij over relaties tussen collega's en over contacten met klanten. En bovendien krijg je de kans om vertrouwd te raken met bepaalde technieken of materiaal. Kortom, je doet ervaring op en dat kan je zelfvertrouwen alleen maar ten goede komen. Later in je professionele carrière zal je wellicht nog vaak terugdenken aan die allereerste job. Alain De Bast
Meer info Alles wat je wil weten over studentenjobs vind je terug in de gratis brochure “Wegwijs in de studentenarbeid”, een publicatie van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg. Je kan de brochure bestellen: • per telefoon op het nummer 02 233 42 14; • via de website http://www.meta.fgov.be; • via e-mail (
[email protected]); • door te schrijven naar de Cel Publicaties van de
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, Belliardstraat 51, 1040 Brussel.
betaald wordt***; • de gegevens van het bevoegde paritair
comité; • eventueel de plaats waar je zal logeren.
(*) Een studentencontract kan een proefperiode omvatten van minimaal 7 en maximaal 14 dagen. Bij gebrek aan een uitdrukkelijke clausule is er automatisch een proeftijd van 7 dagen. (**) In principe hebben gewone werknemers en jobstudenten een gelijk aantal werkuren, maar uitzonderingen zijn mogelijk. (***) Je loon wordt bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst (CAO) die geldt in de sector waarin je werkt. Als er geen CAO is, heb je recht op een percentage van het gewaarborgde minimumloon op voorwaarde dat je bent aangeworven voor minstens 1 maand. Overuren moeten beter betaald worden dan gewone werkuren. Het arbeidscontract wordt opgesteld in 3 exemplaren: een voor de werkgever, een voor de jobstudent en een voor de controle op de sociale wetgeving. Op de eerste werkdag moet de werkgever je een exemplaar van het arbeidsreglement bezorgen, waarin je de arbeidsvoorwaarden terugvindt.
9
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 10
Uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid
Wanneer wordt u arbeidsongeschikt erkend? Om door het ziekenfonds erkend te worden als arbeidsongeschikt, moet u aan drie voorwaarden voldoen: • u hebt al uw professionele activiteiten minstens 1 dag stopge-
Z
iekte, een ongeval, een heelkundige ingreep... het kan iedereen overko-
men. Een vervangingsinkomen helpt u die moeilijke periode te overbruggen. Wie aan de voorwaarden voldoet, krijgt van het ziekenfonds een zogeheten uitkering voor arbeidsongeschiktheid. Maar over welk bedrag gaat het en wat moet u daar precies voor doen? Er zijn heel wat formaliteiten te vervullen, zodat het erop aan komt tijdig het nodige te doen en niets te vergeten.
zet. Voor werklozen geldt de regel dat ze zich niet meer kunnen aanbieden op de arbeidsmarkt; • u kampt met een beginnende of verergerende medische aandoening; • uw aandoening belet u om minstens 1/3 te verdienen van het loon dat iemand met dezelfde opleiding, dezelfde carrière en hetzelfde beroep als u zou verdienen.
Wie kan een uitkering krijgen? Om een uitkering te kunnen krijgen, moet u aangesloten zijn bij een zieke n fonds of bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering van de overheid. Bovendien moet u een beroepsinkomen hebben of beschikken over een werkloosheidsuitkering. Daarnaast zijn ook de volgende voorwaarden van toepassing: • in het stelsel van de verplichte verzekering van het ziekenfonds geldt een wachttijd van 6 maanden. Om een uitkering te krijgen, moet u die wachttijd vervuld hebben of ervan vrijgesteld zijn; • u moet in de 6 maanden vóór u uitkeringsgerechtigd werd minstens 120 dagen gewerkt hebben. Gelijkgestelde dagen (bv. betaalde vakantie- of ziektedagen) mag u meetellen. Tijdens diezelfde periode moet u bovendien een minimum aan sociale zekerheidsbijdragen hebben betaald; • er mag zich geen onderbreking van meer dan 30 dagen voordoen tussen de dag waarop de arbeidsongeschiktheid begon en de laatste werkdag of gelijkgestelde dag.
Wat moet u doen? Zodra u arbeidsongeschikt wordt, zijn er een aantal formaliteiten te vervullen. Uw statuut bepaalt wat u moet doen.
10
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 11
• Werkzoekenden moeten de adviserend geneesheer van het zie-
kenfonds op de hoogte brengen en hun controlekaart correct invullen. • Zelfstandigen moeten enkel de adviserend geneesheer van het ziekenfonds op de hoogte brengen. • Loontrekkenden moeten de adviserend geneesheer van het ziekenfonds verwittigen. Bovendien moeten ze hun werkgever zo spoedig mogelijk op de hoogte brengen en hem de eventuele getuigschriften voor verlenging bezorgen. Arbeidsongeschikte loontrekkenden ontvangen bij het begin van de ongeschiktheid gedurende een bepaalde periode het zogeheten gewaarborgd loon, dat betaald wordt door de werkgever. De periode van gewaarborgd loon is niet dezelfde voor arbeiders en bedienden en varieert ook naargelang de anciënniteit. Statuut
In proefperiode
0 dagen
In proefperiode
14 dagen
Minder dan 1 maand
0 dagen
Meer dan 1 maand, maar nog in proefperiode
14 dagen
Minder dan 1 maand
30 dagen
Arbeider
Bediende
Periode gewaarborgd loon
Anciënniteit
Tijdens de periode van gewaarborgd loon betaalt de werkgever uw loon dus voort uit. Pas als de arbeidsongeschiktheid langer aansleept, komt het ziekenfonds tussen.
Verwittig het ziekenfonds Bezorg de adviserend geneesheer van het ziekenfonds een medisch attest (vertrouwelijk) dat is ingevuld door uw behandelende arts. Het moet gaan om een origineel exemplaar. Een fotokopie van het attest heeft geen enkele waarde! Op het attest moet uw naam vermeld staan, alsook de begindatum van uw arbeidsongeschiktheid of de datum van het ongeval, de diagnose of de precieze medische reden, de handtekening en een stempel van de arts en de datum waarop de aangifte werd ingevuld. Verstuur het formulier met de post of geef het in ruil voor een ontvangstbewijs af aan de dienst van de adviserend geneesheer van het ziekenfonds. De poststempel of de datum van het ontvangstbewijs gelden als bewijs mocht er discussie zijn over de aangiftedatum. Opgelet! Stop het formulier niet in de brievenbus van het ziekenfonds en geef het ook niet af aan het loket!
Opsturen van de arbeidsongeschiktheidsaangifte 3 dagen
14 dagen 28 dagen 29 dagen
Bedienden Zelfstandigen Arbeiders Werklozen Anderen
X X X X X
het medisch attest dan binnen 48 uur na het begin van de arbeidsongeschiktheid. Bij herval moet u het medisch attest binnen 48 uur bezorgen! Herval is een arbeidsongeschiktheid die begint: • binnen de 14 kalenderdagen na een werkhervatting als de voorafgaande periode van arbeidsongeschiktheid minder dan 1 jaar duurde; • binnen 3 maanden als de voorafgaande periode van arbeidsongeschiktheid langer dan 1 jaar duurde.
Laattijdige aangifte Wie zijn arbeidsongeschiktheid laattijdig meldt aan het ziekenfonds, kan een deel van zijn uitkering verliezen. De volledige uitkering wordt pas betaald vanaf de dag na ontvangst van de aangifte.
En daarna? Na ontvangst van de aangifte zal de adviserend geneesheer uw dossier bekijken en uw arbeidsongeschiktheid al dan niet erkennen. Het is mogelijk dat u wordt opgeroepen voor een bijkomend medisch onderzoek. Zo'n bijkomend onderzoek is verplicht en u moet het ziekenfonds dan ook zo snel mogelijk verwittigen als u zich niet kunt verplaatsen. Wie een oproep voor een bijkomend onderzoek zonder geldige reden aan zijn laars lapt, kan zijn uitkering tijdelijk of definitief kwijtraken. De beslissing van de adviserend geneesheer wordt u in elk geval meegedeeld. Daarna zal het ziekenfonds u een reeks documenten en een inlichtingenblad bezorgen. Op basis van de gegevens die daarin worden verstrekt, zal het ziekenfonds uw uitkering berekenen. Een deel van het inlichtingenblad moet u zelf invullen, de rest laat u invullen door uw werkgever of door de instelling die uw werkloosheidsuitkering betaalt (vakbond of Hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen). Onderteken het ingevulde formulier en stuur het terug naar het ziekenfonds. Als u aan de voorwaarden voldoet, zal het ziekenfonds u na ontvangst van het inlichtingenblad een uitkering betalen.
Het bedrag van de uitkering De uitkering van het ziekenfonds stemt overeen met uw persoonlijke situatie. Ze kan van maand tot maand verschillen, naargelang het aantal werkdagen. Bovendien wordt er een onderscheid gemaakt tussen de arbeidsongeschiktheidsuitkering (het 1e jaar) en de invaliditeitsuitkering (na 1 jaar ongeschiktheid). Er zijn verschillende stadia. Het ziekenfonds zal u pas een uitkering betalen als u nog steeds arbeidsongeschikt bent na afloop van de periode van gewaarborgd loon. Als u geen recht hebt op gewaarborgd loon of als u een werkloosheidsuitkering hebt, zal de uitkering van het ziekenfonds betaald worden vanaf de 1e (of soms de 2e) dag van uw arbeidsongeschiktheid. U ontvangt dan een uitkering voor primaire arbeidsongeschiktheid. De periode van primaire arbeidsongeschiktheid duurt maximaal 1 jaar en stopt zodra u het werk hervat. Als uw arbeidsongeschiktheid langer dan 1 jaar aansleept, is er sprake van invaliditeit.
A. Loontrekkenden en werklozen De dagen in de tabel vormen de maximumtermijn waarover u beschikt om het ziekenfonds op de hoogte te brengen van uw arbeidsongeschiktheid. Het gaat om kalenderdagen, te rekenen vanaf de dag waarop de arbeidsongeschiktheid begon. Als de laatste dag van de maximumtermijn een zaterdag, zondag of feestdag is, wordt de termijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. Mocht u twijfels hebben over de juiste aangiftetermijn, verstuur
Bij loontre k kenden wo rdt de arbeidsongeschiktheidsuitke r i n g berekend op basis van het laatste loon. Wie een werkloosheidsuitkering heeft, ontvangt een uitkering die berekend wordt op basis van de gegevens die het ziekenfonds ontvangt van de instelling die de werkloosheidsuitkering betaalt (vakbond of HVW). Tijdens de eerste 6 maanden arbeidsongeschiktheid mag de uitkering van het ziekenfonds niet lager liggen dan uw werkloosheidsuitkering.
11
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 12
Bedrag van de uitkering voor loontrekkenden en werklozen (bedragen geldig op 01/01/2005) • In het eerste jaar arbeidsongeschiktheid • Tijdens de eerste 30 dagen: 60% van het gederfde loon • Vanaf de 31e dag: • 60% van het laatste loon voor gezinshoofden, alleenstaanden en “samenwonenden die beschouwd worden als alleenstaande“; • 55% van het laatste loon voor samenwonenden. • Tijdens de invaliditeit (na 1 jaar arbeidsongeschiktheid): • 65% van het laatste loon voor gezinshoofden; • 50% van het laatste loon voor alleenstaanden en “samenwonenden die beschouwd worden als alleenstaande”; • 40% van het laatste loon voor samenwonenden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand arbeidsongeschiktheid, kunt u aanspraak maken op een minimumuitkering van: Minimumuitkering (in euro, per dag)
Gezinshoofden
Alleenstaanden
Samenwonenden
38,73 31,67
31,67 23,75
27,73 23,75
- regelmatige werknemers - niet-regelmatige werknemers
Die uitkeringen mogen echter niet hoger liggen dan de volgende bedragen: Minimumuitkering (in euro, per dag)
Gezinshoofden
Alleenstaanden
Samenwonenden
61,94 63,18 42,39 61,94 67,11 68,44
56,78 57,91 28,37 41,30 51,62 52,65
56,78 57,91 28,37 41,30 41,30 42,12
- primaire ongeschiktheid vóór 01/01/2005 - primaire ongeschiktheid vanaf 01/01/2005 - invaliditeit vóór 01/10/1974 - invaliditeit tussen 01/10/1974 en 01/04/2004 - invaliditeit na 01/04/2004 - invaliditeit vanaf 01/01/2005
B. Zelfstandigen De arbeidsongeschiktheidsuitkeringen voor zelfstandigen worden niet berekend op basis van de werkelijke inkomsten. Zij krijgen een forfait. Tijdens de eerste maand arbeidsongeschiktheid is er geen tegemoetkoming van het ziekenfonds. Bedrag van de uitkering voor zelfstandigen (bedragen geldig op 01/01/2005) • In het 1e jaar arbeidsongeschiktheid (per dag, in euro) • met gezinslast : 31,14 euro
• zonder gezinslast : 23,36 euro
• Tijdens de invaliditeit (na het 1 jaar arbeidsongeschiktheid) (per dag, in euro) e
• Zonder stopzetting van het bedrijf: met gezinslast: 31,35 euro - zonder gezinslast: 23,51 euro • Met stopzetting van het bedrijf: met gezinslast : 34,38 euro - zonder gezinslast : 25,78 euro
Werkhervatting Zodra u terug aan de slag gaat of gaat stempelen, moet u het ziekenfonds zo snel mogelijk op de hoogte brengen door middel van een attest van werkhervatting/stempelen. Tijdens een periode van arbeidsongeschiktheid moet elke deeltijdse werkhervatting vooraf goedgekeurd worden door de adviserend geneesheer.
Belastingen De uitkeringen voor primaire arbeidsongeschiktheid zijn onderworpen aan een bedrijfsvoorheffing van 11,11% (10,09% voor werklozen tijdens de eerste 6 maanden ongeschiktheid). Op invaliditeitsuitkeringen wordt geen bedrijfsvoorheffing ingehouden.
Het einde van de arbeidsongeschiktheid Aan uw arbeidsongeschiktheid en de bijbehorende uitkering komt automatisch een einde in het geval van: • een spontane werkhervatting; • een door de adviserend geneesheer verplichte werkhervatting; • pensionering; • overlijden.
Indien u meer informatie winst, kan u altijd contact openemen met uw ziekenfonds 12
Marie Clayes
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 13
GLOBAL PICTURES
waarlijvigheid maakt wereldwijd brokken: 1 volwassene op 3 en ongeveer 1 kind op 5 krijgt af te rekenen met overtollige kilo's. Die zijn sowieso al zwaar om dragen, maar vanuit medisch oogpunt is het een echte ramp! Diabetes, slaapstoornissen, een slechte houding, hypoventilatie, geen enkel uithoudingsvermogen, sociaal isolement... De gevolgen en de kosten die voortvloeien uit overgewicht zijn niet altijd even zichtbaar en worden vaak schromelijk onderschat. Evenwichtig eten is nochtans niet moeilijk. En zoals het spreekwoord zegt: jong geleerd, is oud gedaan!
Z
ZWAARLIJVIGHEID BIJ KINDEREN 2 kilo te veel kan nog net, maar 10... ho maar! Profiel had een gesprek met Dr Vande Weyer, kinderarts in het Erasmusziekenhuis en verantwoordelijke voor het medischpediatrisch centrum “Clairs Vallons”.
De levenswijze van westerse jongeren De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) heeft bij 162.000 jongeren in 35 Europese landen en in Noord-Amerika navraag gedaan over hoe ze omgaan met hun gezondheid (Health Behaviour in School-Aged Children, juni 2004). De resultaten van het onderzoek zijn op z'n zachtst gezegd onrustbarend: • bijna 1 jongere op 4 kijkt elke dag minstens 4 uur televisie en 1 jongere op 7 zit dagelijks meer dan 3 uur achter de computer; • 33% van de meisjes en 20% van de jongens vinden zichzelf te dik. Meer nog! In België, zowel in Vlaanderen als in Wallonië, vindt zowat de helft van de 15-jarige meisjes zichzelf te dik. In diezelfde leeftijdsgroep volgt 23% van de meisjes en 7% van de jongens een dieet of proberen te vermageren. Wat staat er dan wel op het menu? De meesten eten te weinig fruit en groenten en die tendens zet zich door bij het ouder worden. Eén jongere op 3 (in alle leeftijdsgroepen) drinkt elke dag frisdrank. Enige nuancering is evenwel op zijn plaats, aangezien de Amerikaanse jongeren deel uitmaken van het onderzoek.
Van jongs af aan Volgens Dr Vande Weyer krijgen kersverse ouders vaak af te rekenen met voedingsproblemen bij hun baby. Velen zijn dan geneigd om wat grenadine in de papfles te doen of een beetje honing aan de fopspeen. De bedoeling is goed, maar het resultaat zal zijn dat hun peuters en kleuters weigeren om zuiver water te drinken, aangezien ze zoetere smaken gewoon zijn. Al die suiker gaat na verloop van tijd uiteraard niet in de koude kleren zitten. Het risico op zwaarlijvigheid is dan niet veraf, zeker als er bovendien sprake is van gebrek aan beweging, onevenwichtige maaltijden, onregelmatige slaap, enz. Kinderen met een zwaarlijvige papa en/of mama lopen overigens meer risico om zelf ook met het probleem geconfronteerd te worden.
Ook op school Op het vlak van voedingsgewoonten is voor de scholen een aanvullende rol weggelegd ten opzichte van de gezinnen. Scholen zijn niet de enige 'schuldigen' als het gaat om overgewicht. Volgens Dr Vande Weyer is het immers niet de taak van de leerkracht om te controleren wat er in het lunchpakket van de leerlingen zit. De leerkracht weet niet hoe het er bij de leerling thuis aan toe gaat en wordt ook niet verondersteld om een expert te zijn op het vlak van voeding. Dieetleer maakt vooralsnog geen deel uit van het opleidingspakket voor leerkrachten en hun lessenprogramma is al goed gevuld.
13
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 14
De WGO, de Raad van Europa en de Europese Commissie hebben een gezamenlijk initiatief gelanceerd om leerlingen ertoe aan te zetten gezond te leven. Het project moet ook benadrukken dat voeding op school een belangrijke rol speelt in de gezondheidsopvoeding. Vandaar de aanbevelingen om drinkfonteintjes met water te plaatsen in plaats van frisdrankautomaten, om snoepautomaten te weren uit de lagere school, om koeken af te wisselen met fruit en groenten (wortels en komkommers) als tussendoortje, om frieten van het menu te schrappen in de refter (dat voorstel is in 110 scholen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest doorgevoerd vanaf januari 2005), om voedingsspecials te organiseren over fruit en zuivelproducten, om gezonde lunchpakketten te verkopen, enz. Die diensten voor gezondheidspromotie op school vormen een belangrijke schakel in de opsporing van overgewicht, want zij organiseren de verplichte medische onderzoeken op school. Maar hoe gaan de ouders daarop reageren? Momenteel is zo'n 16% van de patiënten in de Belgische pediatrie zwaarlijvig. Bij de jongeren is dat 20% en 5 à 10% stappen wellicht niet naar een arts.
Gespecialiseerde raadplegingen voor zwaarlijvige kinderen Een eenzijdige aanpak is niet de beste oplossing om zwaarlijvigheid te behandelen. Een multidisciplinaire benadering heeft wellicht meer kans op slagen omdat die verschillende aspecten van de patiënt onder handen neemt. Hoe verloopt dat in de praktijk? • Het kind gaat met mama en/of papa naar de kinderarts. Die controleert het gewicht, de tailleomtrek en de bloeddruk van het kind, vraagt hoe het kind zich voelt en evalueert de ziektegeschiedenis van de familie en de risico's op zwaarlijvigheid. • Zwaarlijvige kinderen hebben vaak last van psychosociale
problemen. Daarom zal een psycholoog nagaan hoe het kind omgaat met zijn overgewicht en hoe de ouders (vooral de moeder) er tegenover staan. • Als voorbereiding op het bezoekje aan de diëtist, noteert het
kind in een schriftje alles wat het de voorbije 8 dagen gegeten, gedronken en geknabbeld heeft. Op basis daarvan kan de voedingsdeskundige nagaan welke eetgewoonten het kind heeft, wat het graag eet, hoe vaak het eet, etc.
Een verregaande behandeling Een multidisciplinaire aanpak betekent zoveel als een individueel aangepaste behandeling. De behandeling van zwaarlijvigheid vraagt uiteraard tijd en hangt af van de mate van overgewicht. Een kind zal bijvoorbeeld niet noodzakelijk moeten vermageren. Het kan volstaan om het gewicht 1 à 2 jaar stabiel te houden, zodat het na die tijd terug 'op schema' zit. Soms zal de nadruk op dieetleer liggen, bijvoorbeeld als de moeder compleet radeloos is op het vlak van voeding. Bij anderen haalt dieetleer dan weer niks uit. Zwaarlijvigheid is vaak een manier om aan te geven dat er iets fout loopt (bv. problemen thuis, een generatieconflict, verwaarlozing). In dat geval is het belangrijk dat kinderen zich leren uitdrukken met woorden, dat ze leren praten over wat hen bezighoudt. Als ze weinig uithoudingsvermogen hebben of weinig bewegen, kunnen kinesitherapiesessies nuttig zijn. Het is niet zozeer een kwestie van diëten. Goede eetgewoontes aanleren is veel belangrijker, net als evenwichtig eten, opnieuw in familiekring leren leven, leren praten en beseffen dat het leven niet draait om eten. Raadplegingen bij een psycholoog of een kinderpsychiater kunnen zowel de ouders als het kind helpen. Kinderen denken dat ze op dieet staan, maar dat is niet waar. Ze moeten alleen leren dat het niet goed is elke dag frietjes met mayonaise te eten en dat, integendeel, een steak met boontjes en gekookte aardappelen perfect kan. Sommige kinderen verdikken zienderogen en op een bepaald moment is het absoluut noodzakelijk om in te grijpen. Kinderen met aanzienlijk overgewicht of jongeren van 17-18 jaar met een BMI* hoger dan 35 kunnen terecht in medisch-pediatrische centra die gespecialiseerd zijn in de globale aanpak van zwaarlijvige kinderen. * BMI = het lichaamsgewicht in kilo, gedeeld door de lengte in cm in het kwadraat
Op de juiste manier eten = goed leven Voeding is onlosmakelijk verbonden met ons leven, denk maar aan mama's die borstvoeding geven. Daarom is het moeilijk om op een dag te zeggen: 'En nu stop ik ermee'. Overschakelen op evenwichtige voeding vergt een goede kennis over alles wat met voeding te maken heeft. Praat erover, blijf niet stilzitten, neem de tijd om samen te eten en te leven. Zorg voor de levenskwaliteit van de volwassenen van morgen.
• Kinderen met overgewicht leiden vaak een zittend bestaan en
zelfs als ze zeggen te sporten, kan het zijn dat ze niet altijd actief zijn (bv. ze doen mee met de trainingen, maar nemen niet deel aan de wedstrijden). Een kinesitherapeut kan een aangepast bewegingsprogramma opstellen en helpen om problemen als gevolg van een verkeerde houding bij te sturen. Niet alle ziekenhuizen bieden een multidisciplinaire aanpak aan voor zwaarlijvige kinderen. Ouders stappen zelden of nooit naar een arts met kinderen die jonger zijn dan 6 jaar, zelfs als er sprake is van enige overtollige kilo's. Artsen krijgen vooral het bezoek van iets oudere kinderen (1011 jaar) en jongeren (12-16 jaar), want die zijn zich op dat moment zelf al bewust van hun probleem.
14
Sandrine Vandermaesbrugge
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 15
Een paar preventietips Hoe kunt u slechte eetgewoonten bij kinderen vermijden? • Geef baby's jonger dan 6 maanden zuiver water te
drinken (zonder zoetstoffen). • Geef kinderen vanaf 1 jaar af en toe (niet elke dag!)
wat platte kaas, gesuikerd en vet. • Neem het ontbijt samen in plaats van uw kind een koek te geven 'voor onderweg'. Een chocoladekoek is veel vetter dan een boterham met een stukje chocolade. • Wat stopt u in de brooddoos? Een paar boterhammen met mager beleg (ham, kip- of kalkoenfilet, eens per week salami), water i.p.v. fruitsap, een extra boterham als tussendoortje (geen vette koeken of koeken met chocolade) en één of maximaal twee tussendoortjes als uw kind niet ontbeten heeft. • Geef een stuk fruit of fruitpap mee als vieruurtje.
Beter is nog om een vieruurtje klaar te maken als uw kind thuiskomt van school: een stuk fruit, een zuive l p roduct, een kommetje soep, enz. Op die manier vermijdt u ongezond geknabbel vóór het avondeten. • Zorg ervoor dat kinderen bij elke maaltijd een zet-
meelhoudend product binnenkrijgen: brood, pasta, aardappelen, rijst, graan, enz. • Fixeer uw aandacht niet op het aantal calorieën.
Een goed evenwicht tussen calorieën, vetstoffen, suikers en eiwitten is veel belangrijker. • Wees spaarzaam met producten met een hoge energetische waarde, zoals frieten, worsten, fricadellen, enz. Ze zijn meestal niet duur, maar erg rijk aan calorieën. • Laat u niet meeslepen door bedrieglijke slogans voor 'light' producten, producten voor kinderen 'vanaf 6 maanden', fraaie afbeeldingen op de verpakking, enz. • Boodschappen doen en eten maken is een taak voor het gezin, niet voor kinderen. • Maak uw kind gewoon aan een regelmatig slaapritme. Kinderen die weinig slapen zijn over het algemeen zwaarder, net als kinderen die uren voor de televisie of achter de computer zitten. • Het kan geen kwaad als uw kind af en toe wat chocolade of chips eet. Evenwichtige voeding is per slot van rekening gespreid over een hele dag. • Ga minstens een keer per jaar langs bij de huisarts
of kinderarts om uw kind te laten meten en wegen. • Als uw kind last heeft van overgewicht, weet dan dat u er niet alleen voor staat. Hulp is mogelijk, zowel voor de ouders als voor de kinderen. Wees niet beschaamd om professionele hulp in te roepen.
BROCHURE
'Zwaarlijvigheid bij kinderen' Wat is het verschil tussen overgewicht en zwaarlijvigheid? Wat zijn de oorzaken en gevolgen van zwaarlijvigheid? Wat wordt bedoeld met 'de groeicurve'? De dienst Gezondheidspromotie van de Onafhankelijke Ziekenfondsen zet het allemaal mooi op een rijtje in de nieuwe brochure over zwaarlijvigheid bij kinderen. Elk gezin zou er eentje moeten hebben! U kunt de brochure gratis aanvragen bij de dienst gezondheidspromotie van uw ziekenfonds of bij de dienst gezondheidspromotie van de
GLOBAL PICTURES
Onafhankelijke Ziekenfondsen Sint-Huibrechtsstraat 19 - 1150 Brussel Tel. 02 778 92 11 - Fax 02 778 94 04 e-mail:
[email protected], www.mloz.be
Wij bedanken Dr Vande Weyer voor de tijd die zij voor ons wou vrijmaken. 15
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 16
IMAGE BANK
Leer je fiets fiksen!
B
anden oppompen, ketting smeren, zadelhoogte rege-
len... Onderwerp uw fiets aan een kleine technische controle alvorens vrolijk door de velden of in de stad te gaan peddelen
Het zonnetje is van de partij, de wind houdt zich stil en plots begint het te kriebelen. De lente duwt u zachtjes maar beslist de deur uit, de wijde wereld in, uw neus achterna. En zeg nu zelf: wat is er beter dan een fietstochtje voor een flinke dosis frisse lucht en wat beweging? Op twee wielen legt u makkelijk heel wat kilometers af en komt u op plaatsen waar geen auto ooit geweest is. Hou er wel rekening mee dat fietsen best een controle kunnen gebruiken als u ze na de winter terug van stal haalt.
Aan de slag! Een fiets die in de herfst nog perfect bolde, zal dat de volgende lente zeker ook nog doen. Toch kan het geen kwaad om even te controleren of de uitrusting nog naar behoren functioneert, zeker als u geen kei bent op het vlak van regelmatig technisch onderhoud. Profiel overloopt voor u de belangrijkste zaken op de checklist. • De banden: tijdens hun winterslaap hebben de banden vast
wat lucht lo s g e l a ten, zodat ze een beetje ve rslapt zijn. Oppompen is de boodschap! De ideale druk staat vermeld op de zijkant van de band. Maak van de gelegenheid gebruik om de algemene toestand van de banden even te controleren. Hoe beter de banden zijn opgepompt, hoe kleiner het risico op een lek en hoe minder inspanning het vraagt om te trappen. Banden die barstjes vertonen en banden waarvan het profiel (de tekening) versleten is, zijn aan vervanging toe. Hetzelfde geldt voor de binnenband, als die al even lang meegaat als de band zelf. Als u merkt dat de band na een paar dagen lucht verliest, zit er waarschijnlijk een gaatje in de binnenband. • De remmen: controleer of de rem niet los staat of, integendeel, te hard aangespannen is. De remblokjes (harde stukjes
16
rubber) moeten aan weerszijden van de velg zitten en mogen niet tegen de band zelf wrijven. Zorg ervoor dat de velg proper is. Je kan de remblokjes opschuren met een vijl of met grofkorrelig schuurpapier, zodat het oppervlak terug vlak en regelmatig wordt. Als het profiel versleten is, zijn de blokjes aan vervanging toe. • De ketting: vet een fietsketting regelmatig in met fijne olie (geen vet of afgedraaide olie). Let erop dat de ketting nooit tezelfdertijd op het grote blad (vooraan) en op het grote tandwiel (achteraan) ligt, want dan ligt hij veel te schuin. Om gemakkelijk te trappen, moet de ketting namelijk zo vlak mogelijk liggen. Een gewone fietsketting moet in principe na elke 6.000 km worden vervangen; voor mountainbikes is dat na elke 3.000 km. • De pedalen: de pedalen moeten vlot ronddraaien. Als dat niet het geval is, kan het probleem te wijten zijn aan een kettingblad of aan een loszittende pedaal die u dan gewoon moet vastschroeven. Het is ook mogelijk dat de as van het kettingblad of de pedaal een afwijking vertoont. Als het probleem te wijten is aan de as, kunt u de pedalen vervangen ofwel het volledige trapsysteem.
Spring eens in het oog Elke fiets moet uitgerust zijn met een bel en twee goed werkende remmen. Vooraan hoort een witte reflector, achteraan een rode en op de pedalen en in de wielen telkens twee stuks in het oranje. De reflectoren in de wielen mogen eventueel worden vervangen door reflecterende stroken op de zijkant van de band. Mountainbikes, trekkingfietsen en racefietsen zonder spatbord en zonder bagagedrager hoeven geen reflectoren. Reflectoren zijn ook niet nodig als u enkel overdag fietst en het zicht meer dan 200m bedraagt. Alle andere fietsen moeten zijn uitgerust
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 17
fiksen!
met een witte lamp vooraan en een rode lamp achteraan, die zichtbaar zijn van op 100m. Knipperlichten zijn voortaan ook toegestaan. De fietsbel moet hoorbaar zijn van op 20m. Zowel overdag als 's nachts is het uiterst belangrijk om als fietser goed zichtbaar te zijn in het verkeer. Draag bij voorkeur lichtgekleurde kleding, een fluorescerend hesje, reflecterende stroken aan armen, enkels, enz.
Een fietshelm, voor uw veiligheid Een fietshelm dragen is niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen. Wie een helm draagt, loopt veel minder risico op hoofdwonden en hersenletsels. Dus: zet 'm op! En dat geldt niet enkel voor kinderen, maar ook voor oudere personen en alle fietsers die zich in de stad wagen of een fietssport beoefenen (wielrennen, mountainbike, veldrijden, trial). Een helm dragen kan uw leven redden. Neem rustig de tijd om een gepaste helm uit te zoeken. Een goede helm moet beantwoorden aan de CE-veiligheidsnormen. Om te zien of hij past, kunt u de volgende tips gebruiken: • de helm moet het voorhoofd, de boven- en achterkant van het hoofd en de slapen bedekken zonder het zicht te belemmeren; • geef de voorkeur aan een licht en comfortabel model met verluchtingsgaten en in felle kleuren, zodat u goed zichtbaar bent voor de andere weggebruikers; • u moet de helm makkelijk kunnen vast- en openmaken. De riempjes moeten verstelbaar zijn, maar niet elastisch zodat de helm stevig op zijn plaats blijft zitten, zelfs als u valt; • een helm waarmee u gevallen bent, is niet meer 100% veilig en moet worden vervangen. Deze tips en de checklist betekenen niet dat een bezoekje aan de fietsenmaker overbodig wordt! Ze geven u alleen de mogelijkheid om snel een kleine technische controle te doen alvorens u op het zadel stapt. Veel fietsplezier!
De onderdelen van een fiets:
HERSTELATELIER In Antwerpen kan je de fietsdokter bellen als je met een lekke band of erger langs de kant staat. Kleine herstellingen worden ter plaatse uitgevoerd, voor het zwaardere werk wordt de fiets opgehaald en krijg je een vervangfiets. Je kunt er ook terecht voor weekend- en dagcursussen waarbij je zelf je fiets leert herstellen. Info: 03 237 82 54 http://www.fietsvlaanderen.be
TOCHTJES EN ROUTES “Fietsen door Brussel” 12 fietslussen door heden en verleden van brussel en de groene rond. “Fietsnetwerk Vlaams Ardennen en Denderstreek”, Lannoo, ISBN: 90-209-3966-1. Ideaal voor wie graag een langere tocht onderneemt of voor wie graag zelf bepaalt hoe lang, hoe zwaar en hoe mooi de tocht is. “Groot fietsboek Vlaanderen”, Lannoo, ISBN: 90-2094704-4. 50 bewegwijzerde of uitgestippelde fietsroutes in lusvorm, verspreid over de vijf Vlaams provincies. De lengte van deze lusvormige trajecten varieert tussen 20 en 50 km, ideaal voor een sportieve daguitstap met het hele gezin. Het boek “Fietsen met kinderen in Vlaanderen” van uitgeverij Lannoo verschijnt in april 2005.
De Onafhankelijke Ziekenfondsen en de uitgevrerij Lannoo geven vijf exe m p l a ren weg van het “Groot fietsboek Vlaanderen” Geïnteresseerd ? Kleef dan snel een vignetje van uw ziekenfonds op de onderstaande antwoordstrook en stuur die naar : 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
cassette (met handwielen) spaken band remblokjes zadel stuur bovenbuis
7. 8. 9. 10. 11. 12.
bovenbuis voorvork velg pedaal kettingbladen versnellingsapparaat vooraan 13. ketting 14. versnellingsapparaat achteraan
Profiel Sint-Huibrechtsstraat, 19 - 1150 Brussel
KLEEF HIER EEN VIGNETJE
17
PR 86 CAHIER NL OK 1/06/05 14:47 Page 18
WEBSITES Misschien is het wel Bechterew?
Ps y c h o t e s t
Ben je een tiener of twintiger, maar duurt het 's ochtends úúúúúúúren voor de stramheid enigszins weg is uit je spieren? Heb je vaak last van lage rugpijn? Weegt de pijn zwaar op je professionele en sociale leven? Misschien is het wel Bechterew, een chronische ontsteking van bepaalde gewrichten... De Vlaamse Vereniging voor Bechterewpatiënten wil de ziekte in de spotlights zetten, niet enkel om vroegtijdige diagnoses (en dus betere behandelingen) te stimuleren, maar ook om het grote publiek vertrouwd te maken met de levensomstandigheden van een patiënt: waarom kan Sara niet de hele avond dansen, zoals Karen en Eva en Wim? Waarom is Pieter volledig uitgeteld na een paar uurtjes werken? Waarom kunnen Bert en Greetje niet mee gaan kamperen? Maar vooral: hoe kan je helpen?
Met het oog op de ontwikkeling van een vernieuwende psychologische test voor sollicitanten, heeft een team van ingenieurs de koppen bij elkaar gestoken en een pilootversie op het net gezet. Aan de hand van een reeks vragen peilt de test naar iemands temperament en na afloop krijgt u de resultaten toegestuurd per mail. Uw persoonlijke gegevens en uw mailadres worden daarna onmiddellijk uit het bestand gewist, zodat u geen ongewenste berichten (spam) binnenkrijgt. Wie tien minuutjes de tijd neemt en de vragen beantwoordt, zal zien dat het resultaat soms beangstigend accuraat is. Andere zaken, zoals de 'wilde gok met betrekking tot de fysieke omschrijving' kunnen voor heel wat hilariteit zorgen. Aangezien de test nog in de onderzoeksfase zit, pretenderen de initiatiefnemers niet om een perfect plaatje te schetsen, maar het globale beeld zou wel moeten kloppen. Een leuk tussendoortje!
Vlaamse Vereniging voor Bechterew-patiënten (VVB) tel. 050 51 28 30 of 02 306 05 99, http://www.vvb.rheumanet.org
http://www.psycho-test.net LEESHOEKJE
EVENEMENT Wereldgezondheidsdag, 7 april 2005 Bounlid uit Lao is 27 en zwanger van haar vijfde kindje. Samen met haar gezin woont ze in een dorp waar ze manden vlecht en verkoopt om in hun levensonderhoud te voorzien. Net als bij de vorige zwangerschappen, is er ook dit keer geen medische opvolging. Bounlid bevalt thuis, met de hulp van een vroedvrouw uit het dorp. Bevallen in het ziekenhuis is voor de meeste gezinnen te duur. In Lao overlijdt 1 op 25 vrouwen tijdens de zwangerschap of de bevalling. Dit jaar staat de Wereldgezondheidsdag dan ook in het teken van de gezondheid van moeder en kind. In de aanloop naar 7 april lanceert de Wereldgezondheidsorganisatie de reportage Great Expectations, waarin zes toekomstige mama's uit diverse delen van de wereld vertellen over hun zwangerschap en bevalling. De Wereldgezondheidsdag wil de overheden, de internationale gemeenschap en de burgers wijzen op de hoge ste r f tecijfers bij to e komstige mama's en kinderen en iedereen ertoe aanzetten om te ijveren voor een beter welzijn en een betere gezondheid van moeders en kinderen.
Meer info op www.who.int Hebben meegewerkt aan dit nummer : Alain De Bast, Pascale Janssens, Nathalie Renna, Marie Clayes, Sandrine Vandermaesbrugge, Ariane Mollu, Tim Denorme,Brenda Schuddinck. Kernredactie : Katrien De Meersman, Pascale Janssens, Nathalie Renna, Veerle Verspille. Zetwerk : Marinella Cecaloni, Pascale Janssens, Francis Pauwels. Cover : Global Pictures/Masterfile Belgium E-mail :
[email protected] Fotogravure en drukwerk : PrePress XTensions - Moderna. Verantwoordelijke uitgever : Pascal Mertens - Sint-Huibrechtsstraat, 19 • 1150 Brussel • 02 778 92 11 Geen enkel in dit magazine gepubliceerd artikel mag (gedeeltelijk of volledig) overgenomen worden zonder voorafgaande toestemming van de redactie. “Profiel is ondertekenaar van de Milieubeleidsovereenkomst Papier in Vlaanderen”
Gezond eten voor lichaam en geest Wil u fit blijven? Beter slapen? Energieker voor de dag komen? In dit boek leest u alles over eenvoudige voeding en het effect daarvan op lichaam en geest. Uw bloedsuikerspiegel op peil houden, uw humeur verbeteren, stress verminderen... het kan allemaal als u de juiste voedingsmiddelen op het menu zet. Het boek bevat bovendien een top 100 van gezonde voedingsmiddelen en ruim 40 recepten om uit te proberen. Achteraan vindt u ook een overzicht van nuttige adressen en websites. Een handig naslagwerk voor wie benieuwd is naar de verborgen eigenschappen van eenvoudige voedingsmiddelen.
The food doctor, gezond eten voor lichaam en geest (Vicki Edgson & Ian Marber), uitgegeven door Veltman Uitgevers en verdeeld door Agora Uitgeverscentrum Aalst/Erembodegem, ISBN 90 5920 233 3
Kruidenlexicon Heet citroensap bij een opkomende verkoudheid, vlierbess e n st roop tegen koorts, kruidnagel tegen kiespijn... Oma's wondermiddeltjes zijn mooi gebundeld in Dumonts kleine kruidenlexicon. Het is een boek vol weetjes over planten, kruiden, groenten en andere voedingsstoffen, met telkens de Latijnse naam, info over de actieve stoffen, de heilzame werking en praktische tips voor het gebruik.
Dumonts kleine geneeskruidenlexicon (Anne Iburg), uitgegeven door Rebo Productions en verdeeld door Agora Uitgeverscentrum Aalst/Erembodegem, ISBN 90 366 1639 5
Aangesloten bij de uitgevers van de periodieke pers.
Brenda Schuddinck
18