Jaarverslag 2013
Voorwoord
De NZO en de zuivelsector
De Nederlandse zuivelindustrie profiteert van de groeiende wereldvraag naar zuivel. De export naar opkomende landen stijgt elk jaar weer. De import is daarentegen kleiner, waardoor de Nederlandse zuivelsector een handelsoverschot realiseerde van €3,6 miljard, maar liefst 9% van het Nederlandse totaal. Door die sterke exportgerichtheid en de stijgende vraag naar kwaliteitszuivel, lijkt de economische crisis aan onze sector voorbij te gaan. De zuivelsector is op dit moment zelfs groter dan voor de economische crisis en levert hiermee een aanzienlijke bijdrage aan de verdiencapaciteit van Nederland.
De Nederlandse Zuivel Organisatie is de branchevereniging van de Nederlandse zuivelindustrie. Wij behartigen de belangen van dertien zuivelondernemingen die gezamenlijk goed zijn voor het verwerken van 98% van alle melk in Nederland.
Dit neemt niet weg dat we voor een continue uitdaging staan om binnen de Europees gestelde milieuvoorwaarden te kunnen groeien, het respect voor dier en omgeving telkens in acht nemend. Door op bedrijfsniveau kringlopen te sluiten leveren melkveehouders en industrie een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming. Het grondgebonden karakter van de sector, dat onder meer tot uiting komt in weidegang, staat bij ons centraal. Een andere uitdaging is om het goede kwaliteitsimago van Nederlandse zuivel verder uit te bouwen. Dat gebeurt onder meer door de borging in de gehele keten te versterken, mogelijke risico’s goed in kaart te brengen en daarop te handelen. Het bestuur van de NZO kijkt terug op een jaar waarin belangrijke stappen naar verdere verduurzaming gemaakt zijn. Ook in 2014 zullen wij ons gezamenlijk moeten inzetten om hier een vervolg aan te geven. Een duurzame groei is immers niet alleen voor het heden, maar zeker voor de volgende generaties van belang. Wij zien de toekomst met optimisme tegemoet en blijven het belang van zuivel benadrukken.
Cees ’t Hart, voorzitter
De omzet van de Nederlandse zuivelsector bedraagt circa 12 miljard euro. De nationale zuivelproductie wordt voor 65 % geëxporteerd: 45% in de Europese Unie en 20% wordt afgezet in meer dan 100 landen buiten de EU. De exportwaarde bedraagt 5,9 miljard euro en de zuivelindustrie draagt daarmee voor 9% bij aan het positieve saldo van de Nederlandse handelsbalans. Wij willen die positie van onze leden bij de productie en de afzet van zuivelproducten versterken. Om dat te bereiken manifesteren wij ons in Den Haag en Brussel en mengen wij ons in het maatschappelijk debat. Onze activiteiten zijn erop gericht het imago van zuivel te ondersteunen. Niet alleen als onderdeel van een duurzaam en gezond voedingspatroon maar ook als onderdeel van een duurzaam Nederlands landschap en de witte motor van een groeiende economie. Om dat te bereiken zetten wij ons op beleidsniveau in, nationaal en internationaal en coördineren wij samen met LTO Nederland het proces van verduurzaming van de gehele keten. Daarmee groeit het inzicht bij overheden, politiek en maatschappelijke organisaties dat de zuivelketen een belangrijke en duurzame bijdrage aan de Nederlandse maatschappij levert.
Nederland Zuivelland De goede uitgangspositie, de economische kansen, de sterke koppeling aan Nederland en de traditie van ondernemerschap, samenwerking en innovatie maken de Nederlandse zuivelsector tot sector met duurzame betekenis voor de Nederlandse smaak, cultuur, landschap én economie.
MARKT: Nederlandse zuivelsector is de witte motor van de Nederlandse economie
MARKT: Nederlandse zuivelsector zorgt voor grote en groeiende export
• Melkveehouderij en zuivelindustrie zijn samen goed voor tienduizenden banen en miljarden omzet. Ook de komende twee jaar wordt ruim 700 miljoen euro in de Nederlandse economie geïnvesteerd door de bouw van nieuwe zuivelfabrieken in Heerenveen, Middenbeemster, Gorinchem en Borculo. In Hoogeveen, Dalfsen, Leeuwarden en Veghel worden de bestaande zuivelfabrieken uitgebreid
• De melkveehouderij en de zuivelindustrie hadden in 2012 een productiewaarde van respectievelijk 4,3 miljard en 6,4 miljard euro • De waarde van de uitvoer van zuivelproducten groeit jaarlijks gemiddeld met 7%. Het afgelopen jaar voerde de sector voor 5,9 miljard euro aan producten uit zoals kaas, boter, consumptiemelk en melkpoeder • Van het totale Nederlandse handelsoverschot is 9% toe te schrijven aan de zuivelsector. • De Nederlandse zuivelindustrie profiteert van de groeiende vraag naar zuivel in de wereld. De export naar opkomende landen als China, Rusland en Nigeria is tussen 2000 en 2012 gestegen met gemiddeld 11-17% per jaar • De Nederlandse zuivelsector exporteert niet alleen zuivelproducten maar ook kennis en technologie. Daarnaast werken ervaren Nederlandse melkveehouders in Azië en Afrika om de lokale melkveehouderij verder te helpen ontwikkelen
DUURZAAMHEID: Nederlandse zuivelsector transparant en afrekenbaar op verduurzaming
VOEDING: Nederlandse zuivel past in gezond voedingspatroon KWALITEIT EN TECHNOLOGIE: Nederlandse zuivelsector levert kwaliteitsproducten
• De Zuivelsector zet zich actief in om het beslag op dier, natuur en milieu te beperken • Duurzame productie in Nederland en daarbuiten is een voorwaarde voor maatschappelijk draagvlak, voedselzekerheid en leefbaarheid voor volgende generaties • In duurzame zuivel komen economie en maatschappij samen
• De rijkdom aan nutriënten, de relatief lage calorische waarde en de toegankelijke prijs maken zuivel een belangrijk basisvoedingsmiddel dat past in een gezond voedingspatroon
• De Nederlandse zuivelsector heeft een intensief kwaliteitsborgingsysteem door gehele keten, van koe tot consument • De nauwe samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen en de toepassing van kennis en technologie door zuivelbedrijven maakt de Nederlandse zuivelindustrie wereldvermaard
Markt De NZO richt zich op de ontwikkeling van het EU zuivelbeleid om de internationale concurrentiepositie van haar leden te verstevigen. De zuivelindustrie is sterk gericht op de export. Ongeveer tweederde van alle Nederlandse zuivel gaat de grens over. De NZO werkt voor de aangesloten zuivelondernemingen aan ruimere toegang tot internationale markten.
GLB (Gemeenschappelijk Landbouw Beleid) Het GLB voor de komende jaren (2014-2020) is in december 2013 door de Raad en het Europees Parlement vastgesteld. De NZO heeft zich in 2013 in Brussel flink ingezet om in dit GLB een goede regeling te krijgen voor Interbranche Organisaties (IBO) en de mogelijkheid van Algemeen Verbindend Verklaring voor bepaalde besluiten van deze IBO’s, die ook van toepassing zijn in de zuivelsector. Het leek er aanvankelijk op dat de zuivelsector hiervan uitgesloten zou worden. Mede door de actieve lobby van de NZO is dat voorkomen.
Voorbereidingen oprichting Ketenorganisatie ZuivelNL De NZO en LTO Nederland zijn na het wegvallen van het Productschap Zuivel een gezamenlijk initiatief gestart voor de oprichting van een ketenorganisatie. Deze organisatie heeft als opdracht de zuivelketen verder te versterken. De ketenorganisatie is bedoeld om de schakels in de keten een platform te bieden, te faciliteren en in staat te stellen gezamenlijk toegevoegde waarde te creëren op gebied van voedselveiligheid, diergezondheid en innovatie. Ook heeft de nieuwe ketenorganisatie tot doel een neutraal aanspreekpunt te zijn voor overleg met partijen die aan de zuivelketen gelieerd zijn, zoals de veevoerindustrie, dierenartsen, handel en retail.
De plannen voor de ketenorganisatie zijn nader uitgewerkt, mede gelet op de mogelijkheden van het nieuwe GLB. Op basis van deze Europese regeling kan de ketenorganisatie erkenning aanvragen als Interbranche Organisatie (IBO) en kan zij later gebruik maken van de mogelijkheid van Algemeen Verbindend Verklaring voor bepaalde besluiten die van groot publiek belang zijn. Per 1 januari 2014 zal de ketenorganisatie onder de naam ZuivelNL opereren. Naast NZO en LTO Nederland kunnen andere aan de zuivelsector gelieerde organisaties als partner in ZuivelNL participeren.
Nederland gastland Analytical Week Het Nederlands Nationaal Comité van de International Dairy Federation (IDF ) heeft van 3 tot 7 juni de Analytical Week in Rotterdam georganiseerd. Tijdens dit evenement, dat samen met het nationale normalisatie-instituut NEN wordt gehouden, zijn bijna tweehonderd vertegenwoordigers van zuivelorganisaties vanuit de hele wereld bijeen gekomen om standaarden voor monstername en laboratoriumtechnieken te ontwikkelen. Hoogtepunt was het symposium ‘Standards and Trade’. Een belangrijke conclusie die daar getrokken is, is dat standaarden voor analysemethoden in de zuivel steeds belangrijker worden voor de wereldhandel nu opkomende economieën zoals China hun eigen eisen gaan formuleren.
Dijksma neemt ‘Lang Houdbaar’ in ontvangst In juli heeft NZO-voorzitter Cees ’t Hart het rapport ‘Lang Houdbaar’ aangeboden aan de staatssecretaris van Economische Zaken Sharon Dijksma. De staatssecretaris was onder de indruk van de economische bijdrage die de zuivelsector aan BV Nederland levert. De NZO heeft in samenwerking met Roland Berger Strategy Consultants onderzoek gedaan naar de economische kracht van de Nederlandse zuivelsector. Uit het rapport blijkt dat de zuivelsector goed is voor 44.000 banen, en de melkveehouderij en de zuivelindustrie in 2012 een productiewaarde van respectievelijk 4,3 miljard en 6,4 miljard euro hadden. Ook is de zuivelsector op dit moment groter dan voor de economische crisis, vooral te danken aan de export. De waarde van de uitvoer van zuivelproducten groeit jaarlijks met gemiddeld 7 procent. Het afgelopen jaar voerde de sector voor 5,9 miljard euro aan producten uit zoals kaas, boter, consumptiemelk en melkpoeder. Van het totale Nederlandse handelsoverschot is 9% toe te schrijven aan de zuivelsector. De Nederlandse zuivelindustrie profiteert van de groeiende
vraag naar zuivel in de wereld. Belangrijkste troeven voor de Nederlandse zuivelsector zijn de strategische ligging, de aanwezige kennis en technologie en het ondernemerschap. Het gehele rapport, dat veel publiciteit opleverde, is hier te downloaden.
Licentieactiviteiten In 2012 hebben Gouda Holland en Edam Holland van de Europese Commissie een Beschermde Geografische Aanduiding (BGA) verkregen. Na een intensief voorbereidingstraject onder leiding van een stuurgroep met vertegenwoordigers van de kaasindustrie, is de Stichting Gouda Holland Edam Holland opgericht. De reclamecampagne voor Gouda Holland kaas is in het najaar van start gegaan. Door middel van tv-commercials, advertenties in tijdschriften, online reclame en een informatieboekje op de kaasverpakking zijn de consumenten op de hoogte gebracht hoe je een echte Nederlandse Goudse kaas kunt herkennen: namelijk aan het Gouda Holland kwaliteitszegel. Onder licentie van de NZO is de verkoop van Mai Gouda ondersteund, een zes weken gerijpte Goudse kaas alleen op vaste datum en gedurende korte tijd te koop. Met een online promotie actie zijn de Duitse consumenten geïnformeerd over deze ‘limited edition’. Via de Frau Antje Facebook pagina zijn ook de overige merkproducten van Frau Antje, Pikantje en Beste Butter onder de aandacht gebracht. Tevens is een Frau Antje Youtube kanaal opgezet waar alle Frau Antje commercials vanaf de jaren ’60 te zien zijn. Frau Antje heeft dit jaar een aantal beroemde wereldleiders haar Nederlandse Goudse kaas laten proeven. Op de Grüne Woche, een van de grootste agri-food consumentenbeurzen ter wereld, heeft zij als ambassadeur van de Nederlandse zuivel Bondskanselier Merkel een blokje kaas aangeboden. Ons nieuwe Nederlandse Koningspaar is op hun eerste handelsmissie naar Duitsland tevens door Frau Antje en haar blokjes kaas verwelkomd. Ook is Frau Antje actief geweest bij de opening van de Alkmaarse en Goudse kaasmarkt, de eenmalige Haagse kaasmarkt op het Binnenhof in Den Haag, bij het Nederlands Nationaal Kaaskeur Concours (NNKC) en op een aantal kaas gerelateerde evenementen. De rol van Frau Antje wordt vanaf medio 2013 vertolkt door Floor Schothorst.
Duurzaamheid De leden van de Nederlandse Zuivel Organisatie staan voor een duurzame groei van de zuivelproductie. Daarvoor hebben zij samen met LTO Nederland de Duurzame Zuivelketen opgericht. Nadat in 2011 concrete doelen zijn geformuleerd op het gebied van klimaat & energie, diergezondheid & dierenwelzijn, weidegang en biodiversiteit & milieu zijn ook in 2013 stappen ondernomen en inspanningen geleverd om die ambities te realiseren.
ACTIES Duurzame Zuivelketen publiceert duurzame vooruitgang De Nederlandse zuivelsector wil de resultaten van de genomen stappen op het gebied van duurzaamheid meten en hierover publiek en transparant rapporteren. Om deze reden wordt door LEI Wageningen UR een sectorrapportage opgesteld. Begin 2013 is de sectorrapportage over 2011 gepresenteerd. Dit wordt als de nulmeting beschouwd. Eind 2013 zijn de resultaten over 2012 gerapporteerd. Op basis van deze rapporten concludeert de Duurzame Zuivelketen dat op vrijwel alle thema’s sprake is van een verbetering of stabilisatie ten opzichte van het voorgaande jaar. Toch blijft er extra inzet nodig om de doelen te behalen. Enkele opvallende resultaten: Het antibioticagebruik is in 2012 met circa 25% gedaald ten opzichte van 2011. Ook is het gebruik van derde keus middelen in 2012 geminimaliseerd. Het primair brandstofverbruik (elektriciteit, diesel, gas) in de melkveehouderij is na een periode van stijging, in 2012 met 2.8% gedaald. De fosfaatexcretie door de Nederlandse melkveestapel is met 3% gedaald (naar 76,1 miljoen kg) en de berekende ammoniakemissie met 4% (naar 45 miljoen kg). Het percentage soja dat verantwoord werd ingekocht is gestegen van 19% in 2011 naar 34% in 2012. De sectorrapportage Duurzame Zuivelketen wordt jaarlijks opgesteld door LEI Wageningen UR. De sectorrapportage is gefinancierd door het Productschap Zuivel en het Ministerie van Economische Zaken in het kader van het innovatiecontract Agri&Food.
Convenant Weidegang Op 80% van de melkveebedrijven in Nederland is het afgelopen jaar een vorm van weidegang toegepast. Weidegang houdt in dat de melkgevende koeien tenminste 120 dagen per kalenderjaar en ten minste 6 uur per dag buiten lopen. Dit is het aandeel weidegang op melkveebedrijven voor 2013, zoals vastgesteld door het Productschap Zuivel in opdracht van de Duurzame Zuivelketen in het kader van het Convenant Weidegang. De zuivelondernemingen die aan het convenant deelnemen hebben het aandeel weidegang op hun toeleverende melkveebedrijven geïnventariseerd. Het productschap heeft vervolgens de gegevens van de individuele zuivelondernemingen verwerkt tot een sectoraal gemiddelde. Dit percentage laat een lichte daling van 1% zien en dit betekent dat de trend van sterke daling stopgezet is door de gestelde maatregelen van de convenantpartners. Toch zijn de convenantpartners gewaarschuwd om extra stappen te blijven ondernemen om het niveau en behoud van weidegang van 2012 (81%) te realiseren. Daartoe zijn, bovenop de bestaande initiatieven extra maatregelen genomen om de koe in de wei te houden. De convenantspartners leveren een rapportage aan met activiteiten die zij in 2013 uitgevoerd hebben om het Convenant Weidegang te realiseren. Ook wordt gevraagd weer te geven welke activiteiten zij in 2014 van plan zijn. Deze inventarisatie is samengevoegd in de Voortgangsrapportage van het Convenant Weidegang. In 2013 hebben vijf nieuwe partners zich aangesloten bij het Convenant Weidegang; Kaasmakerij Henri Willig B.V., Boehringer Ingelheim, VANDIJKE SEMO, Engberts adviseurs en het Nederlands Agrarische Jongeren Kontakt (NAJK). Hiermee komt het aantal deelnemende partijen aan het Convenant Weidegang op 63. Voortgangsrapportage december 2013
Zuivelsymposium Tijdens het Zuivelsymposium in Den Haag gehouden op 23 april hebben partners in de Duurzame Zuivelketen, NZO en LTO Nederland, wederom het belang onderstreept om de ingezette koers voort te zetten. Op het symposium waren Kamerleden en maatschappelijke organisaties aanwezig die onder de indruk zijn van de ambities en prestaties van de Duurzame Zuivelketen. Staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken toonde zich positief over alle initiatieven maar vroeg ook een concrete visie om op het gebied van duurzaamheid een wereldspeler te kunnen zijn. Terugblik Zuivelsymposium
Verantwoorde ontwikkeling Nederlandse melkveehouderij Op 12 december maakte de Nederlandse zuivelsector haar visie op een verantwoorde ontwikkeling van de melkveehouderij met respect voor dier, omgeving en milieu bekend. Dit in het kader van het verdwijnen van de melkquotering in 2015. De zuivelsector kiest voor grondgebonden melkveehouderij en behoud van weidegang voor koeien. Voor bedrijven zonder grond of voor bedrijven met dichte stallen is in de visie geen plaats. Na afschaffing van de melkquotering kan de zuivelsector een bijdrage blijven leveren aan de groeiende vraag naar zuivel in de wereld als belangrijke bron van natuurlijke voedingsstoffen. Dit zal ook in de toekomst worden gerealiseerd binnen de milieurandvoorwaarden van de Rijksoverheid Maatschappelijke organisaties en de politiek reageerden overwegend positief op de visie van de zuivelsector. Ook Staatssecretaris Sharon Dijksma heeft haar vertrouwen laten blijken. Zij liet de Tweede en Eerste Kamer weten geen systeem van dierrechten in te voeren voor de melkveehouderij. LTO en NZO willen de toekomstvisie realiseren door samen met partners in de keten te innoveren en zo verder te verduurzamen. De sector neemt zelf haar verantwoordelijkheid om de gestelde duurzaamheidsdoelen te behalen. Verder zorgt zij ervoor dat de ontwikkeling van de melkveehouderij plaats zal vinden binnen de gestelde milieurandvoorwaarden.
Zuivelplan NZO & LTO
Salmonella
De zuivelondernemingen aangesloten bij de NZO en de vakgroep Melkveehouderij van LTO Nederland hebben een plan van aanpak aangeboden aan staatssecretaris Dijksma van Economische Zaken. Het plan maakt onderdeel uit van het Plan Bedrijfsleven Agroketen Veehouderij en Milieu, dat het agrarisch bedrijfsleven heeft gepresenteerd.
De beheersing van de dierziekte Salmonella verloopt succesvol. Volgens de gestelde doelen mocht in 2013 niet meer dan 4 procent een ongunstige tankmelkuitslag op salmonella hebben. Ook het aantal bedrijven dat voortdurend besmet is moet onder de 4 procent liggen. Beide doelen zijn behaald.
De plannen zijn dat de zuivelsector zich bij verschillende groeiscenario’s blijft ontwikkelen met betrekking tot fosfaat, ammoniak en broeikasgassen. Centraal in de aanpak staat de KringloopWijzer; een instrument waarmee melkveehouders de mineralen op hun bedrijf efficiënter kunnen benutten. Gebruik van de KringloopWijzer stimuleert melkveehouders tot het nemen van een aantal voer- en managementmaatregelen op hun bedrijf. Die hebben tot gevolg dat de mineralen in het rantsoen beter worden benut, gewassen meer mineralen kunnen opnemen en de levensduur van de koe wordt verlengd. Op die manier kan de fosfaatproductie worden verlaagd en kan de uitstoot van zowel ammoniak als van broeikasgassen worden beperkt. De plannen zijn doorgerekend en onderbouwd door het Centrum voor Landbouw en Milieu (CLM) en Wageningen UR LEI.
Er zijn in 2013 onderzoeken/projecten gestart om de beheersing van Salmonella te verbeteren. Zo is uit onderzoek van de GD, LTO, Faunafonds en NZO duidelijk geworden dat ganzen geen relevante bron vormen voor salmonellabesmetting op melkveebedrijven.
De zuivelketen stimuleert het gebruik van de KringloopWijzer door melkveehouders dan ook actief. Zuivelondernemingen nemen het instrument op in hun kwaliteit- en of duurzaamheidsystemen. Voor melkveehouders die meer fosfaat produceren dan zij op hun eigen bedrijf kwijt kunnen, wordt het gebruik van de Kringloopwijzer in 2015 verplicht. Mede aan de hand van de data van de Kringloopgebruikers rapporteert de zuivelsector via de Sectorrapportage Duurzame Zuivelketen jaarlijks de reductie van de uitstoot van fosfaat, ammoniak en broeikasgassen. Bij onvoldoende afname van de emissies zal de zuivelketen niet-vrijblijvende maatregelen nemen. Samen met de aankoop en/of winning van groen gas en groene energie en de reeds beschikbare verwerkingscapaciteit van mest verwacht de zuivelsector te kunnen voldoen aan de milieudoelen. -Dat geldt niet alleen bij het meest waarschijnlijke groeiscenario van de sector: een toename van het melkvolume met 10 procent in 2020 ten opzichte van 2011. Ook bij een mogelijk scenario van 20 procent meer melk blijft de zuivelsector met dit pakket aan maatregelen binnen de milieurandvoorwaarden. De diervoedersector, verenigd in de Nevedi, en de Vereniging van Accountants- en Belastingadviesbureaus hebben de intentie uitgesproken om het gebruik van de KringloopWijzer als managementinstrument actief te zullen stimuleren bij melkveehouders.
Daarnaast is door Centraal Veterinair Laboratorium onderzoek gedaan naar de testen bij de verschillende laboratoria (het opsporen van actieve dragers) en in hoeverre dit aansluit bij het NZO beheersingsprogramma. Niet alle beschikbare laboratoria bleken aan te sluiten. Voor veehouders en dierenartsen is een “witte lijst” gemaakt waarop alleen de laboratoria vermeld staan die aan de gestelde voorwaarden voldoen en die dus aansluiten bij het NZO-programma.
Voeding De NZO behartigt de belangen van zuivel bij beleidsmakers, maatschappelijke organisaties en politici. Wij borgen het imago van zuivel en dragen zorg voor juiste en eerlijke informatie. Melk en zuivelproducten zitten vol goede voedingsstoffen. De NZO draagt dit uit naar de relevante doelgroepen. Dit doen wij door één-op-één contacten, evenementen, workshops en symposia.
Zoutreductie in Goudse 48+ kaas De zuivelsector heeft de afgelopen jaren het zoutgehalte in Goudse 48+ kaas, de meest gegeten kaas in Nederland, verlaagd. Het resultaat is dat het natriumgehalte in Goudse 48+ kaas in 2010 14% lager was dan de Nederlandse Voedingsmiddelentabel (NEVO) 2006. Sindsdien gaan de inspanningen door en is het natriumgehalte nog verder gedaald. Gezien de belangrijke functies van zout in kaas wat betreft houdbaarheid, textuur en smaakbeleving, is dat een goede prestatie. In februari 2013 liet Minister Schippers van het Ministerie van VWS aan de Tweede Kamer weten geen wetgeving in te willen voeren voor het verlagen van zout in levensmiddelen. Zij vertrouwt op zelfregulering door het bedrijfsleven. De zuivelsector laat zien dat zelfregulering inderdaad werkt. Het streven van de zuivelsector is om in de periode 2010–2015 het zoutgehalte van Goudse 48+ kaas verder te verlagen met 10% ten opzichte van het natriumgehalte uit de NEVO 2010.
Resultaten wetenschappelijk onderzoek in 2013 Dr. Diewertje Sluik en prof. dr. Edith Feskens van de Divisie Humane Voeding van Wageningen Universiteit presenteerden in augustus het Rapport ‘Zuivelconsumptie in Nederland’ op basis van cijfers van de Voedselconsumptiepeiling (VCP) 2007-2010. Het rapport laat zien dat binnen alle leeftijds- en geslachtscategorieën de gemiddelde consumptie van melk en melkproducten lager is dan de door het Voedingscentrum aanbevolen hoeveelheden. De gemiddelde consumptie van kaas ligt net boven of net onder de aanbevolen hoeveelheden. Opvallend resultaat is dat mensen die weinig zuivel consumeren, ook een lagere inname hebben van andere voedingsmiddelen en van nutriënten. Samen met een aantal partijen uit de Dairy Research Consortium heeft de NZO de Cheese Study van prof. Arne Astrup, Universiteit van Kopenhagen gefinancierd. In 2013 is de eerste humane studie afgerond. De data van de eerste studie zullen in 2014 worden geanalyseerd en gepubliceerd. Het protocol voor de tweede studie is inmiddels goedgekeurd. Een nieuwe aio is benoemd om de studie uit te voeren.
De Fracture Study in Australië is eveneens gefinancierd vanuit de Dairy Research Consortium. Dr. Sandra Iuliano van de Universiteit van Melbourne geeft leiding aan het project, waarbij dankzij de NZO ook de WUR (prof. De Groot, dr. Dhonutskhe-Rutten, dr. Tieland) en de Universiteit van Maastricht (prof. Van Loon) zijn betrokken. Onderzocht wordt of een toename van de zuivelconsumptie (in vergelijking met de huidige lage consumptie) leidt tot een toename van de gezondheid wat betreft de preventie van botbreuken, het verminderen van sarcopenie, het verbeteren van de nutriëntenstatus en het voorkomen van ondergewicht. Het protocol voor deze studie is goedgekeurd en de eerste ouderen zijn in 2013 bij de studie betrokken.
Internationaal voedingssymposium ‘Milk, Nutritious by Nature’ Op 5 juni heeft in Den Haag een voedingssymposium plaatsgevonden als onderdeel van de European Milk Forum (EMF) voorlichtingscampagne ‘Milk, a force of Nature’ die de NZO samen met zeven andere EU-zuivellanden organiseert. Deze voorlichtingscampagne is opgezet om de positie van melk te versterken. Het symposium werd niet alleen in Den Haag maar ook in Brussel en Kopenhagen gehouden. Diverse internationale wetenschappers spraken over de nutriëntenrijkdom van zuivel. Ook werd stilgestaan bij de communicatie rondom gezonde voeding. In een debat met vertegenwoordigers van de overheid en diverse maatschappelijke organisaties als het Voedingscentrum is gesproken over de simpele boodschap van gezond eten en hoe we de consument kunnen verleiden tot gezonder eetgedrag.
Symposium ‘Wetenschap en beleid rondom een gezond voedingspatroon’ Op 21 november is het symposium ‘Wetenschap en beleid rondom een gezond voedingspatroon’ in Utrecht georganiseerd. Dit symposium stond geheel in het teken van voeding en gezondheid. Bekende zuivelwetenschappers als dr. Sabitha Soedamah, dr. Diewertje Sluik en dr. Laura Bouwman hebben toelichting op hun eigen onderzoeken gegeven. Vanuit de overheid gaven dr. Matthijs van den Berg van het RIVM en dr. Henk Reinen van het Ministerie van VWS hun visie op respectievelijk kosteneffectiviteit van interventies en het Nationaal Programma Preventie. Het symposium is door 120 deelnemers bezocht.
VoedingsMagazine nieuwe stijl en VoedingsUpdate VoedingsMagazine is het kwartaalmagazine van de NZO met wetenschappelijke informatie over zuivel, voeding en gezondheid. In 2013 is de bladformule van VoedingsMagazine aangepast. Gekozen is voor een meer wetenschappelijke en thematische benadering. Met VoedingsMagazine ‘nieuwe stijl’ wil de NZO wetenschappelijke kennis over zuivel vergroten bij wetenschappers, medewerkers van beleidsondersteunende en niet-gouvernementele organisaties en gezondheidsprofessionals. Elke editie besteedt aandacht aan een specifiek thema. Zo was de eerste editie gewijd aan het thema ‘eiwit’ naar aanleiding van het FAO-advies om het evaluatiesysteem DIAAS te gebruiken voor het bepalen van eiwitkwaliteit. De editie met het thema ‘nutriëntenrijkdom’ was onderdeel van de voorlichtingscampagne ‘Milk, a Force of Nature’ van het European Milk Forum (EMF). Bij deze editie werd ook de nieuwe brochure ‘Gezond en lekker eten’ meegestuurd. Met een aanvraagkaart konden extra brochures - voor cliënten van gezondheidsprofessionals – worden nabesteld. De nieuwsbrief VoedingsUpdate is opgestart om actuele informatie over zuivel en andere basisvoedingsmiddelen onder de aandacht te brengen van onze stakeholders en de relevantie van deze informatie ook beleidsmatig te duiden. VoedingsUpdate zal in 2014 tweemaandelijks verschijnen.
Platform Van Moeder Natuur Het Platform Van Moeder Natuur nam op 1 november deel aan het Nationaal Voedingsdebat, een evenement georganiseerd door de groente-en fruitsector. Het platform is een initiatief van partijen afkomstig uit de groente en fruit-, zuivel- en aardappelsectoren. De voorzitter van het platform, Jack Stroeken, participeerde in dit voedingsdebat. Het Platform Van Moeder Natuur bepleit een voedingspatroon waarin het aandeel basisvoedingsmiddelen zoals groente en fruit, vis, eieren en zuivel vergroot wordt. Het platform wil het aandeel basisvoedingsmiddelen laten stijgen van 50% naar 75%. Meer informatie over het Platform Van Moeder Natuur
Onderwijs en voorlichting In 2013 hebben ruim 25.000 leerlingen uit het basisonderwijs een excursie naar een melkveehouderij gehad. Tijdens de excursie wordt uitgelegd hoe de koe melk produceert en hoe die melk verwerkt wordt tot natuurlijke en lekkere zuivelproducten. Ook de bijdrage die zuivel levert voor kinderen in de groei komt tijdens de excursie aan bod. Ter voorbereiding op de excursies ontvangen de scholen lespakketten met materiaal over de gehele zuivelketen; van koe tot koelkast. De NZO werkt voor de excursies samen met Klasseboeren in Brabant, Boerderijeducatie in Amsterdam, Boerderij in de Kijker in Utrecht, De Boer op Noord in Groningen en Milieueducatie in Den Haag en Midden-Delfland. Een enquête naar de tevredenheid over de excursies laat een gemiddelde van 8,6 voor de excursies zelf en een 7,8 voor het lesmateriaal zien. De NZO nam het afgelopen jaar ook deel aan de Nationale Onderwijs Tentoonstelling in Utrecht. Dat heeft geleid tot aanvraag van 1.200 lespakketten. Het afgelopen jaar zijn er ook duizenden lespakketten verspreid onder basisscholen in het kader van het Nationaal Schoolontbijt. Daarnaast zijn er artikelen gepubliceerd in Het Kleine Loo, het digitale tijdschrift voor het onderwijs over land- en tuinbouw.
Wereldschoolmelkdag Wereldschoolmelkdag, een initiatief van de Wereldvoedsel organisatie (FAO) dat in ruim 40 landen gevierd wordt, is op 25 september geopend door Olympisch zwemkampioen Maarten van der Weijden. Op deze dag is stilgestaan hoe gezonde voeding zoals melk kan bijdragen aan een gezonde groei van het lichaam. Van der Weijden nam de kinderen mee op reis door het menselijk lichaam in Corpus te Oegstgeest om te laten zien welke route eten aflegt en wat melk doet voor je lijf.
Kwaliteit en technologie De Nederlandse zuivelsector heeft haar leidende positie in de internationale zuivelwereld voor een belangrijk deel te danken aan de hoogwaardige kwaliteit van haar producten. Om die koppositie te behouden streeft de NZO er naar de kwaliteit van de Nederlandse zuivelproducten voortdurend te verbeteren.
Borging van kwaliteit In verband met ontwikkelingen op het gebied van kwaliteitsborging is in toenemende mate behoefte aan andere technieken dan de bestaande steekproefsytemen. Een van die nieuwe technieken heet QMRA (Quantitative Microbiological Risk Analysis). De techniek is in opdracht van de Nederlandse Zuivel Organisatie specifiek voor de zuivelsector ontwikkeld door NIZO food research. In 2013 is de methode via een aantal workshops bij de leden van de NZO geïntroduceerd. Bij QMRA worden de microbiële risico’s op basis van computermodellen geanalyseerd. Micro-organismen worden in alle stappen van de voortbrengingsketen gemodelleerd. Diverse proces- en producteigenschappen, zoals verblijftijden, temperaturen en zuurtegraad spelen daarbij een rol. Het computermodel neemt ook de spreiding van kenmerken mee en rekent deze door. Met behulp van statistische technieken kunnen vervolgens de resultaten geanalyseerd worden. Het buitenland toont regelmatig interesse voor de wijze waarop de Nederlandse zuivelketen de kwaliteit van haar producten borgt. Het afgelopen jaar toonden onder andere Chinese, Oekraïense en Cubaanse organisaties hiervoor belangstelling.
Boerderijmelk
Issuemanagement
In toenemende mate wordt de zuivelindustrie geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen in de melkveehouderij. Melkveehouders zijn voortdurend op zoek naar mogelijkheden om efficiënter te produceren. Innovaties die zich op het boerenerf aandienen, moeten zich echter ook verderop in de keten bewijzen. Om die reden houdt de NZO zich intensief bezig met de kwaliteit van boerderijmelk. Het Gemeenschappelijk Researchprogramma Zuivel (GRZVoedselveiligheid) dat de NZO coördineert, is daarop gericht. In het GRZ-programma is ook in 2013 veel aandacht geschonken aan de effecten van nieuwe diervoeders en stalconcepten op de kwaliteit van boerderijmelk. Zo is op initiatief van de NZO gekeken naar de microbiële kwaliteit van strooisels als compost, gescheiden mest, paardenmest en de impact op de kwaliteit van zuivelproducten.
Een belangrijk onderdeel in de activiteiten van de NZO is het voorkomen van incidenten die de productie in keten kunnen verstoren. Dat doet ze door continu te bouwen aan overlegstructuren met ketenpartners. Potentiële risico’s worden voortdurend bestudeerd en in kaart gebracht. De Nederlandse zuivelindustrie controleert voortdurend of de melk die zij van haar veehouders ontvangt aan de vereiste kwaliteitsnormen voldoet. Indien melkvreemde stoffen worden aangetroffen wordt de melk geweigerd zodat deze melk niet in de keten terecht komt
Levensmiddelenwetgeving De NZO heeft in 2012 veel aandacht besteed aan de overgang van de Landbouwkwaliteitswetgeving Kaas (LKW) uit 2006 naar nieuwe wetgeving. Inmiddels is de Wet Dieren van kracht met daarin een aangepaste LKW Kaas. Deze regelgeving is in 2013 in de EU genotificeerd en wordt naar verwachting in 2014 gepubliceerd. Hiermee is de voortzetting van de huidige werkwijze van Nederlandse kaasbereiding gewaarborgd. Ook op Europees niveau heeft de NZO aan diverse onderwerpen en standpunten bijgedragen, onder andere via de Europese Zuivelorganisatie (EDA) en de FNLI. Zo is in 2013 een bijdrage geleverd aan de implementatie van de verordeningen Voedselinformatie en Voedings- en Gezondheidsclaims. Voor het onderdeel herkomstetikettering is de impact op de productie hiervan in kaart gebracht, en gedeeld met andere belanghebbenden. Bovendien wordt het Europese Hygiëne Pakket geëvalueerd en wordt de controleverordening herzien. Hieruit volgend zal de discussie zijn wie het toezicht gaat betalen; het bedrijfsleven of financiering vanuit de algemene middelen. In 2013 is ook het onderwerp voedselverspilling opgepakt waarvoor in 2014 plannen worden uitgewerkt.
Het afgelopen jaar bleek de aansluiting tussen de zuivelsector en de diervoederketen niet optimaal. De NZO heeft vervolgens de controles op boerderijmelk geïntensiveerd. Er zijn bovendien maatregelen getroffen om te voorkomen dat er melk van getroffen melkveehouders werd verwerkt. Naar aanleiding van dit incident is de NZO in gesprek gegaan met vertegenwoordigers van de Nederlandse veevoerindustrie. Samenwerking is gezocht over de risico’s in de diervoederketen. NZO blijft pleiten voor een betere kwaliteitsborging in de veevoersector zodat incidenten in de toekomst kunnen worden verkomen. De veevoersector heeft uitgesproken hun kwaliteitsborging te versterken.
Workshop analyse antibiotica in melk Op het gebied van antibiotica hebben verschillende ontwikkelingen plaatsgevonden. Voor de NZO-Commissie Kwaliteit en Beleid en de Werkgroep Contaminanten een geschikte aanleiding om een workshop te organiseren. Onder het motto “Analyseren van antibiotica in melk” is stilgestaan bij de vraag in hoeverre de huidige analysemethoden voldoende aansluiting hebben bij het gebruik van antibiotica op het melkveebedrijf. De conclusie is dat de huidige aanpak en analyses voldoende aansluiten bij de praktijk.
MKZ oefening Het afgelopen jaar organiseerde de NZO een beleidsoefening omtrent de dierziekte mond- en klauwzeer. Daar namen zowel de leden van de NZO aan deel als vertegenwoordigers van de NVWA, het ministerie van Economische zaken en het COKZ. Tijdens de evaluatie is besproken welke acties en maatregelen nodig zijn om het MKZ-beleid verder te verbeteren. Deze maatregelen moeten deels genomen worden door individuele bedrijven. De collectieve acties worden verder uitgewerkt en opgevolgd in de betrokken Commissies van de NZO.
Taskforce Voedselvertrouwen De overheid richtte het afgelopen jaar de Taskforce Voedselvertrouwen op. De NZO leverde een actieve bijdrage in de kerngroep en onderliggende werkgroepen. Ook zij heeft haar keten bestudeerd en daar waar nodig aangepast.
Leden Nederlandse Zuivel Organisatie
NZO-Commissies en –werkgroepen
per 1 januari 2014
per 1 januari 2014
A-ware Food Group B.V., Lopik Arla Foods, Nijkerk Ausnutria Hyproca B.V., Heerenveen Bel Leerdammer BV, Schoonrewoerd Coöperatieve Zuivelfabriek ‘Rouveen’ UA, Rouveen Coöperatieve Zuivelonderneming CONO BA, Westbeemster Drents-Overijsselse Coöperatie Kaas BA (DOC Kaas), Hoogeveen De Graafstroom BV, Bleskensgraaf Hochwald Nederland BV, Bolsward Kaasmakerij Henri Willig BV, Heerenveen Koninklijke FrieslandCampina NV, Amersfoort Vreugdenhil Groep BV, Voorthuizen Yakult Europe BV, Almere
Besturen
per 1 januari 2014
Bestuur NZO • C.C. ‘t Hart, voorzitter • T.J.C.M. Albers* • W.S.J.M. Buck* • J.H. van der Hoogte* • H.P. Hulst • J.L. Oosterveld* (vac. per 1 maart 2014) * Tevens lid van het Management Comité
Bestuur Zuivelstichting • • • • • •
C.C. ‘t Hart, voorzitter T.J.C.M. Albers W.S.J.M. Buck J.H. van der Hoogte H.P. Hulst J.L. Oosterveld* (vac. per 1 maart 2014)
Directie NZO • T.C. de Groot
Commissie Zuivelbeleid en Handelspolitiek W.S.J.M. Buck, voorzitter P. Besten J.A. Blaauw B. Blokzijl H. van Bochove A. de Groot H.P. Hulst J. Jansen, adviseur W. Kloosterboer R.R.M. Krimpenfort M. Ligthart (per 1 maart 2014) J.L. Oosterveld (tot 1 maart 2014) R. Rovers L.J. van Sijll M. Stolp B.H. Wevers J.W. Willig J.M. Vrij, secretaris
FrieslandCampina Vreugdenhil Yakult DOC Kaas De Graafstroom Vreugdenhil CONO Kaasmakers Productschap Zuivel FrieslandCampina FrieslandCampina DOC Kaas DOC Kaas Kaasmakerij Henri Willig Hochwald Bel Leerdammer Rouveen Kaasspecialiteiten Kaasmakerij Henri Willig NZO
Commissie Duurzame Melkproductie P. Boer, voorzitter T.J.C.M. Albers I. Bisseling, adviseur T. Bos J. Brandsma, adviseur E.J. Diederix G. Hartlief E. Koersen A. Schimmel L.J. van Sijll K. Sluis T.P. Sterk A. de Valk H. Voogd, adviseur B. Wolters M. van Spijk, secretaris
FrieslandCampina FrieslandCampina LTO Noord Bel Leerdammer LTO Noord Kaasmakerij Henri Willig DOC Kaas Rouveen Kaasspecialiteiten DOC Kaas Hochwald CONO Kaasmakers De Graafstroom Kaasmakerij Henri Willig PartiCo Vreugdenhil NZO
Commissie Kwaliteit en Beleid
Werkgroep Boerderij Aangelegenheden
A. Hoekstra, voorzitter S. Horst A.J. Lobeek A. de Valk F. Vingerhoeds J. Visser H. Voogt G.H.W. Willems M. Hovenkamp, secretaris
G. Hartlief, voorzitter J. Bakker, adviseur T. Bos E.J. Diederix R.J.M. Habraken R.E.C. Huetink, adviseur P. Kock R. Kooyman M. Paauw B.A.J. Scholman A. de Valk H. Voogd Y. van der Vorst B. Wolters M. van Spijk, secretaris
DOC Kaas FrieslandCampina CONO Kaasmakers Kaasmakerij Henri Willig Bel Leerdammer CONO Kaasmakers Arla Foods FrieslandCampina NZO
Commissie Kennis en Communicatie P. Dekker, voorzitter FrieslandCampina J. Blankespoor Rouveen Kaasspecialiteiten T.C. de Groot NZO H. van der Hel De Graafstroom A. Hoekstra DOC Kaas S. Kuiper - Van Amstel Yakult F. Riekhoff FrieslandCampina R. Rovers Kaasmakerij Henri Willig M. Sonneveldt Bel Leerdammer J. Steijns FrieslandCampina A. de Valk Kaasmakerij Henri Willig O.B.M. Meuffels, secretaris NZO
Technische Commissie Melkwinning J. Uiterwaal, voorzitter A. van den Corput B. de Jong K. Veldman D. Westerbroek H. Voogd, secretaris
Commissie Sociale Aangelegenheden
Werkgroep Melktransport
J. Elfers, voorzitter FrieslandCampina E.Z. de Boer DOC Kaas M. Ennahachi Bel Leerdammer J. de Haas Arla Foods J.W. Menkveld FrieslandCampina S. Roording, secretaris AWVN, Sociaal Secretariaat
J.H. Wieleman, voorzitter J. Hooikammer D. Kremer J. van der Meer M. Paauw P. van Rosendal G. Schutte J. Slaghuis D. Westerbroek B. Wolters H. Voogd, secretaris
DOC Kaas LTO Noord Bel Leerdammer Kaasmakerij Henri Willig FrieslandCampina KNMvD GD De Graafstroom CONO Kaasmakers FrieslandCampina Kaasmakerij Henri Willig PartiCo FrieslandCampina Nemelco NZO
FrieslandCampina FrieslandCampina Bel Leerdammer DOC Kaas Hochwald Partico
FrieslandCampina Rouveen Kaasspecialiteiten DOC Kaas FrieslandCampina CONO Kaasmakers FrieslandCampina De Graafstroom Bel Leerdammer Hochwald Nemelco PartiCo
Werkgroep Contaminanten R.J.M. Habraken, voorzitter H. van den Bijgaart, adviseur J. Blankespoor E.J. Diederix F. Driehuis, adviseur J. Eijkelkamp C.M.J. Hemelaar- de Theije, adviseur W. Koops, adviseur G.C. Krijgsman I. Leemeijer A. Manten M. Paauw S. Roukema N. Taks A. de Valk H. Voogd M. Wells-Bennik, adviseur M. Hovenkamp, secretaris
Werkgroep Deskundigen Levensmiddelenwetgeving FrieslandCampina Qlip Rouveen Kaasspecialiteiten Kaasmakerij Henri Willig NIZO Food Research FrieslandCampina Qlip Productschap Zuivel De Graafstroom DOC Kaas FrieslandCampina CONO Kaasmakers Vreugdenhil Bel Leerdammer Kaasmakerij Henri Willig PartiCo NIZO Food Research NZO
Werkgroep Milieu en Energie J.J. Petraeus, voorzitter J.W. Beens J. Blankespoor D. Bles L.W. Faber A.M. Hess, adviseur B. Hooiveld J.V. Kleijnen G.C. Krijgsman R.C. Luning B. Pellikaan T.A. Repkes A. de Valk J.M. Vrij, secretaris
FrieslandCampina Yakult Europe Rouveen Kaasspecialiteiten Bel Leerdammer DOC Kaas GemZu FrieslandCampina VIKA De Graafstroom Yakult Promelca Hochwald Kaasmakerij Henri Willig NZO
M. Lugt, waarnemend, voorzitter R. Berends S. Biesterveld B.S. Breeuwsma M. Hahné A.M. Hess, adviseur A. Hoekstra S. Horst M. Hovenkamp A. Janssen G.C. Krijgsman S.J. Kroijenga A. Mentink, adviseur R.H. Oost, adviseur E. Spies A. de Valk M. Wolters W. Wunderink J.M. de Stoppelaar, secretaris
FrieslandCampina Vreugdenhil FrieslandCampina DOC Kaas Bel Leerdammer GemZu DOC Kaas FrieslandCampina NZO FrieslandCampina De Graafstroom Vreugdenhil COKZ Productschap Zuivel FrieslandCampina Kaasmakerij Henri Willig Yakult Europe FrieslandCampina NZO
Werkgroep Zoutreductie in halfharde kaas R. Feenstra, voorzitter J. Blankespoor H. van den Borne A. Hoekstra N. de Jonge Th. Knöps C. Paradies B.H. Wevers M. van Zuilen J.M. de Stoppelaar, secretaris
FrieslandCampina Rouveen Kaasspecialiteiten FrieslandCampina DOC Kaas DOC Kaas De Graafstroom CONO Kaasmakers Rouveen Kaasspecialiteiten Bel Leerdammer NZO
Werkgroep Voedingsonderzoek J. Steijns, voorzitter N. de Jonge O. Larsen O.B.M. Meuffels S.J.W.H. Oude Elferink G. Wassink G.H.W. Willems G.J. Hiddink, secretaris
FrieslandCampina DOC Kaas Yakult NZO FrieslandCampina Arla Foods FrieslandCampina NZO
Werkgroep Voedselverspilling W. Kloosterboer, voorzitter FrieslandCampina B.W. Breeuwsma A-ware Food Group D. Iseger Arla Foods B.V. Th. Knöps De Graafstroom S. Kuiper-van Amstel Yakult Europe BV M. ter Maat Arla Foods B.V. J.J. Petraeus FrieslandCampina M. Sonneveldt Bel Leerdammer BV J.M. de Stoppelaar, secretaris NZO F. Vingerhoeds Bel Leerdammer BV A. de Valk Kaasmakerij Henri Willig B.V.
FrieslandCampina De Graafstroom NZO CONO Kaasmakers DOC Kaas DOC Kaas Rouveen Kaasspecialiteiten NZO
Werkgroep Boter E.J. van Asbeck, voorzitter C. Hellingwerf J. Schildkamp, secretaris
FrieslandCampina VIV Buisman NZO
Werkgroep Frau Antje Pikantje N. Döhring M. van der Ende J.A. van Mill jr. J. Schildkamp
FrieslandCampina NZO Visser Kaas NZO
Stichting Gouda Holland Edam Holland Bestuur P. Weltevreden, voorzitter B. Blokzijl G. Moons M. Ligthart (per 1 maart 2014) J.L. Oosterveld (tot 1 maart 2014) W.J. Rote, adviseur J. Schildkamp T.C. de Groot, secretaris
FrieslandCampina DOC Kaas FrieslandCampina DOC Kaas DOC Kaas Uniekaas NZO NZO
Technische werkgroep arbeidsvoorwaarden K. Kroon A. Juurlink C. de Ruijter A. Vissers M. Zweers S. Roording, secretaris
per 1 april 2013
Vereniging VNO-NCW Dagelijks bestuur C.C. ‘t Hart Algemeen bestuur C.C. ‘t Hart
Algemene Werkgeversvereniging AWVN
Werkgroep Kaas P. Weltevreden, voorzitter H. van Bochove T.C. de Groot H.P. Hulst M. Ligthart (per 1 maart 2014) J.L. Oosterveld (tot 1 maart 2014) B.H. Wevers J. Schildkamp, secretaris
Vertegenwoordiging namens NZO
Bel Leerdammer AWVN FrieslandCampina FrieslandCampina FrieslandCampina AWVN
Raad van Toezicht J.Elfers
Stuurgroep Duurzame Zuivelketen W.S.J.M. Buck, voorzitter FrieslandCampina T.J.C.M. Albers FrieslandCamina I. Bisseling LTO Noord T.C. de Groot Nederlandse Zuivel Organiatie G. Hartlief DOC Kaas A.J.M. van Hoof ZLTO M. de Kreij ZLTO C. Romijn LTO Noord L.J. van Sijll Hochwald Foods Nederland P. Tielemans, secretaris Nederlandse Zuivel Organisatie
European Dairy Association Bestuur W.S.J.M. Buck Special Committee J.M. Vrij
LTO Nederland Vakgroep Rundveehouderij P. Boer
plv. M. van Spijk
Stichting Beheer Qlip J.L. Oosterveld, voorzitter T.J.C.M. Albers W.S.J.M. Buck
Nederlands Nationaal Comité van de Internationale Zuivelbond (NNC/IDF) Bestuur A. Hoekstra J.M. Vrij G.H.W. Willems
General Assembly IDF J.M. Vrij
Stichting NIZO Bestuur W.A.M. de Bruijn, voorzitter J.L. Oosterveld
Productschap Zuivel Dagelijks bestuur C.H. Wantenaar Bestuur C.C. ‘t Hart plv. W.J.S.M. Buck J.L. Oosterveld plv. H.P. Hulst C.H. Wantenaar Commissie melkveehouderij P. Boer plv. M. van Spijk Commissie Boerderijmelk G. Hartlief M. van Spijk H. van Wichen B. Wolters Commissie Sociaal Economische Aangelegenheden J.Elfers plv. T.C. de Groot PZ/PVE Commissie Diergezondheid en Kwaliteit Runderen (DKR) P. Boer plv. M. van Spijk
Stichting Beheer Gezondheidsdienst voor Dieren Bestuur T.J.C.M. Albers J.H. van der Hoogte
Stichting Innovatie Rundveehouderij (Courage) Bestuur W.J.S.M. Buck J.M. Vrij
Stichting Nationaal Kaaskeurconcours (NNKC) Bestuur H.P. Hulst, voorzitter B. Blokzijl Y.M.K. van Coillie