De Bezuinigingsgeneraal en 24 andere verhalen over de krijgsmacht
Eerste druk, april 2011 © 2011 Frans Matser Eindredactie: Astrid Kool Ontwerp en foto voorpagina: Frans Matser Foto bij Rijbewijs: Wikimedia common files JePe Foto bij Brief uit Afrika: Rob Vranken Foto bij Informatie over de auteur: Malinda Miener Auteursfoto achterzijde: DPD Overige foto’s: Archief Frans Matser isbn: nur:
978-90-484-1818-3 303
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Frans Matser
Alle verhalen zijn (bewerkte) columns die tussen 2004 en 2010 verschenen in de Militaire Spectator onder het kopje ‘Tegenwicht’. De Militaire Spectator is een uitgave van de Koninklijke Vereniging ter Beoefening van de Krijgswetenschappen (kvbk), en verschijnt maandelijks in een oplage van 13.000 exemplaren. De meeste namen van personen in dit boek zijn fictief. Sommige verhalen zijn geïnspireerd door ware gebeurtenissen, maar ze zijn vrijwel altijd met literaire vrijheid bewerkt. Overeenkomsten met bestaande personen of gebeurtenissen kunnen dus heel goed op toeval berust.
Opgedragen aan alle Nederlandse militairen, waar ook ter wereld
Een woord van dank In de eerste plaats wil ik Marianne bedanken voor haar geduld als ik weer eens zo nodig een stukje moest schrijven. Daarnaast bedank ik Alex, Ravennah en Tamara voor hun inspiratie voor ‘Newspeak’. Astrid Kool ben ik dank verschuldigd voor de jarenlange redactie van mijn columns en ook van dit boek. Rob Vranken wil ik graag bedanken voor zijn ‘Brief uit Afrika’ en Skip Springer voor zijn aandeel aan ‘Het geheim van goed stafwerk deel 2’. Tjipke de Vries dank voor zijn suggesties ter aanvulling op ‘Het geheim van goed stafwerk deel 1’, waar ik dankbaar gebruik van heb gemaakt. Verder bedank ik alle beleidsambtenaren werkzaam op het ministerie van Defensie (burger en militair) voor hun bloemrijke taal, die ik soms imiteer maar nooit evenaar. Ook ben ik de talrijke lezers dankbaar die mij in de afgelopen jaren schreven, belden of mailden met hun commentaar, aanmoedigingen of kritiek. Ten slotte zou dit boek niet tot stand zijn gekomen, zonder de ruimte en de goede adviezen die ik de afgelopen zeven jaren kreeg van de redactie van de Militaire Spectator. Zonder de andere redacteuren tekort te doen, wil ik in het bijzonder Hans Bosch, Piet Kamphuis, Richard Tieskens, Peter van den Aker en Paul Ducheine noemen. Ze wezen mij soms op mooie onderwerpen, maar ook op fouten die ik maakte. Alle genoemde mensen hebben mij geholpen er iets moois van te maken; voor de fouten in dit boek ben ik natuurlijk zelf verantwoordelijk. Cascais, Portugal, januari 2011
9
Alle inkomsten uit de verkoop van dit boek komen ten goede aan de stichting Kenya Fonds. Het project heeft tot doel om jonge meisjes in Kenia die ongewenst zwanger zijn geraakt, perspectief te bieden. Dit doen ze door de meisjes tijdelijk op te nemen en een opleiding te laten volgen. Met een afgeronde opleiding zijn de meisjes daarna in staat om zelf in hun onderhoud en dat van hun baby te voorzien. Het project startte in 1991 toen Corrie en At de Roos drie jaar in Kenia woonden. Zij kwamen in contact met het Jamaa Home in Nairobi en met de meisjes die daar worden opgevangen. Om zeer verschillende redenen zijn deze vaak zeer jonge meisjes ongewenst zwanger geraakt: misleiding, verkrachting, incest. Diepe armoede, maar soms ook jeugdige zorgeloosheid in de grote stad spelen daarbij een rol. Vaak heeft een zwangerschap tot gevolg dat de familie uit schaamte het meisje verstoot. Soms zijn er onverbiddelijke stamwetten die de familie voorschrijven dat ze hun dochter of zuster moeten verbannen. Naast de ongewenste zwangerschap is dit verbreken van de relatie met familie, vrienden en bekenden een dubbel persoonlijk verlies. Het betekent immers dat de meisjes in een sociaal isolement terecht komen en daardoor feitelijk vogelvrij zijn omdat ze iedere bron van eerlijke inkomsten of ondersteuning moeten missen. De gevolgen zijn vaak ernstig: abortus, prostitutie of zelfmoord. De Keniaanse overheid doet helaas geen enkele inspanning om deze problemen op te lossen. Het opvangtehuis Jamaa Home bestaat al zo’n vijfentwintig jaar en staat onder leiding van de zusters van de orde Our Lady of Charity. Zij vangen zwangere meisjes op, ongeacht hun religieuze of etnische achtergrond. Bij binnenkomst wordt aan het meisje nooit naar de oorzaak of een verklaring gevraagd, aangezien de meeste meisjes toch al ten onrechte met een ernstig schuldgevoel kampen. De nadruk wordt gelegd op het vinden van een structurele oplossing voor de toekomst. De eerste prioriteit wordt daarom gegeven aan het redden van de aanstaande moeder en het kindje. Daarnaast wordt alles in het werk gesteld om te proberen een verzoening met de familie tot stand 10
te brengen. De derde beleidslijn bestaat uit het zelfstandig maken van de slachtoffertjes door het geven van onderwijs en beroepstraining. De meisjes worden in eerste instantie opgevangen in het Jamaa Home tot na de geboorte van de baby. Daarna heeft het Jamaa Home zelf geen mogelijkheden om iets aan hun toekomst te doen. Maar hoe moet een meisje zonder opleiding aan een baantje komen? Hoe moet een meisje zonder baantje aan geld komen voor zichzelf en de baby? Het Kenya Fonds vult deze behoefte in en biedt een aantal meisjes de mogelijkheid een vakopleiding te volgen. Het aantal meisjes dat gesponsord kan worden, hangt af van de binnengekomen donaties. Zonder een vakopleiding is er voor de meisjes geen mogelijkheden om met hun baby te overleven. Voor weesmeisjes die geen thuis meer hebben en die niet meer terug kunnen naar familie wordt daarom, tot drie maanden na de opleiding, gezorgd voor huisvesting, voeding en een babyoppas. Door de opleiding krijgen de meisjes de gelegenheid om zelf in hun eerste levensbehoeften zoals eten, woonruimte en kleding te voorzien. Zo krijgen ze de gelegenheid om voor zichzelf en hun baby een bestaan op te bouwen. Via het Jamaa Home en het Kenya Fonds krijgen deze meisje zo een kans op een menswaardig bestaan. Dit is een kleinschalig project zonder overhead, waar elke euro bij de doelgroep komt en waar een klein bedrag van tien of vijftien euro nog een groot verschil maakt. Met de aanschaf van dit boek heeft u ook een bijdrage geleverd. Bedankt! Contact informatie: Stichting Kenya Fonds, Sparrenlaan 11, 7313 AT, Apeldoorn. Website: www.kenyafonds.nl Telefoon: + 31 (0) 55 323 1633 E-mail:
[email protected] Stichting Kenya Fonds, KvK Oost Nederland nr. 41042508, Bankrekening: 366175769 t.n.v. Kenya Fonds
11