BONDSBLAD MEI/JUNI 2014 nummer 674
De band die ons bindt twee-MAANDELIJKS ORGAAN VAN DE
ROTTERDAMSE OUDERENBOND
Opgericht 28 maart 1952 Koninklijk goedgekeurd 30 augustus 1954 No 149
Redactie: Postbus 10099 - 3004 AB Rotterdam
Van de (nieuwe) secretaris. Hierbij wil ik mij voorstellen als jullie nieuwe secretaris. Ruim veertig jaar ben ik actief geweest in het bedrijfsleven, de laatste jaren als logistiek manager met verschillende hobby’s o.a. de politiek. In het wijkgebeuren in deelgemeente Noord droeg ik ook mijn steentje bij. Een van de activiteiten waar ik nu mee bezig ben is het vertegenwoordigen van de ouderen in de PROV, dat is het Platform Reizigersbelangen Openbaar Vervoer. Hierin breng ik de klachten naar voren van de ouderen over het Openbaar Vervoer. Verder ben ik actief in het Ouderen- En Mantelzorgforum van Genero, (Geriatrisch Netwerk Rotterdam en Omgeving) waarbij we de kwetsbare ouderen o.a. in Rotterdam ondersteunen. Aan de leden van de ROB heb ik een dringend verzoek. Willen jullie wanneer je klachten hebt over het Openbaar Vervoer dat aan mij melden. Ook zou ik graag jullie mening willen weten over de zorg in het Rotterdamse, wat jullie klachten zijn en wat er aan zou moeten gebeuren om het te verbeteren. Regelmatig spreek ik mensen die Rotterdam besturen onder andere op de
Coolsingel en kan dan jullie wensen en klachten overbrengen. Natuurlijk weet ik best dat we als ROB niet alles kunnen veranderen, maar niet geschoten is altijd mis. Op deze manier kunnen we toch een klein steentje bijdragen aan het verbeteren van het welzijn van de ouderen in Rotterdam. Ik zeg altijd maar, je hebt pas recht om te kankeren als je je klachten duidelijk naar buiten brengt en aan de verantwoordelijken overhandigd. Kunnen jullie je mening op een briefje naar mij toesturen of eventueel via de e-mail. Briefjes naar Postbus 10099, 3004 AB Rotterdam. Mijn e-mail adres is:
[email protected]
2
bondsnieuws ROTTERDAMSE OUDERENBOND Postadres: Postbus 10099, 3004 AB, Rotterdam IBAN rekening NL76 INGB 0000 0277 52 t.n.v. Rotterdam se Ouderenbond Email:
[email protected]
Kopij voor het volgende maandblad graag uiterlijk 7 JUNI 2014 zenden aan de redactie:
BESTUUR
OVERLIJDENSBERICHTEN
Hr. J. van Gulik, voorzitter Tel. 010 – 420 22 93 (na 19.00 uur) Hr. A. Smits, secretaris Tel. 010 - 466 76 26 Hr. J.G.M. Brandenburg, penningmeester Tel. 010 – 466 77 33 Mw. M.Th. van den Wollenberg, hoofd Lief en Leed Tel. 010 - 413 40 39 (na 19.00 uur) Mw. P.M. Smits-Kruijs, algemeen bestuurslid Tel. 010 - 466 76 26
Vriendelijk verzoek: Wilt u de overlijdensberichten zenden naar de ledenadministratie. (Zie hieronder).
INVALIDENPARKEERPLAATSEN
OPGAAF VAN JUBILEA EN VETERANEN
Aanvragen van een invulformulier kan als volgt: - via telefoon 14010 (algemene nummer gemeente) - bij de deelgemeenten (in de stadswinkel daar) - via internet: www.rotterdam.nl/parkeren Toekenning gebeurt pas na een medisch advies van de GGD.
Wilt u in het maandblad vermeld worden? Vul dan a.u.b. de verder in dit blad geplaatste strook zelf in en stuur deze voor 7 JUNI 2014 aan de redactie.
Postbus 10099 3004 AB Rotterdam
U maakt kans op een invalidenparkeerplaats als u voldoet aan het volgende: U bestuurt zelf een auto en kunt langdurig niet meer dan 100 meter zonder pauze lopen.
NUTTIGE TELEFOONNUMMERS. De “normale” nummers voor de hulpdiensten (politie, bandweer of ambulance) zijn: bij spoed 112, in alle andere gevallen 0900 – 8844. Maar bent u doof of slechthorend? Dan zijn er voor u speciale nummers om te bellen: bij spoed: 0800 – 8112 anders: 0900 – 1844. Achter deze nummers zitten speciaal opgeleide mensen die goed met u kunnen communiceren.
ledenadministratie
Graag ontvangen wij van u op ons postadres: Postbus 10099, 3004 AB, Rotterdam - Aanmeldingen van nieuwe leden of begunstigers. In dit blad vindt u een aanmeldingsformulier.
- adreswijzigingen (graag het oude EN het nieuwe adres)
-
- beëindigen lidmaatschap
De jaarlijkse contributie bedraagt voor alleenstaanden E 6,50 voorgehuwden/samenwonenden etc. E 8,00.
- overlijdensberichten.
3
VERSLAG VAN DE ALGEMENE LEDENVERGADERING, GEHOUDEN OP 19 MAART 2014 IN HET WIJKGEBOUW “ROMEYNSHOF”, Stresemannplaats 8 TE ROTTERDAM. AANWEZIG: 34 leden, waaronder het voltallige bestuur. AFWEZIG met kennisgeving: 4 leden. 1. Opening Om 14.00 uur opende de voorzitter, de heer Jan van Gulik, de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Vervolgens vraagt hij een minuut stilte ter nagedachtenis aan die leden die dit jaar ons ontvallen zijn. De voorzitter gaf een korte terugblik over het afgelopen jaar met de succesvolle boottocht en busreis. Ook onze toetreding van onze bond tot de OSO-Rotterdam (Organisatie Samenwerkende Ouderenbonden) om hierdoor beter de belangen van onze leden in Rotterdam te kunnen vertegenwoordigen werd aangehaald. 2. Mededelingen Er waren geen mededelingen. 3. Notulen van de ledenvergadering van 17 januari 2013 De notulen werden zonder op- en aanmerkingen goedgekeurd 4. Jaarverslag 2013 Het jaarverslag 2013 werd door de penningmeester, in zijn functie als tijdelijke secretaris, geschreven. Het verslag werd door de vergadering zonder op- en aanmerkingen goedgekeurd. De voorzitter dankte de schrijver van het jaarverslag voor zijn inzet in deze. 5. Bestuursverkiezingen In 2013 is tussentijds afgetreden mevrouw M. den Daas-Wragge. Nu aftredend is mevrouw C.J. van Berghem-Schrammeijer. De voorzitter bedankte haar voor haar inzet.
Het bestuur stelt voor om de heer Alex Smits te benoemen als secretaris en lid externe zaken. De kandidaat vertelt in het kort iets over zichzelf en vraagt de leden klachten over Openbaar Vervoer en over de Zorg in Rotterdam aan hem te melden. Verder stelt het bestuur voor om mevrouw Elly Smits-Kruijs te benoemen als algemeen bestuurslid. Als voorzitter van een stembureau is zij helaas verhinderd aanwezig te zijn. De voorzitter ligt haar kandidaatstelling toe. Beide kandidaten worden door de vergadering bij acclamatie gekozen. 6. Financieel verslag penningmeester Ter vergadering werd het verslag met de resultaten over 2013 en ook de begroting 2014 uitgereikt. Het tekort was in 2013 begroot op € 29.000,-. Dit hebben we weten terug te brengen tot € 22.000,-. Het tekort komt ten laste van het kapitaal. Het bestuur blijft de mening toegedaan, dat wij geen spaarbank zijn en de gelden ten goede van de leden moeten komen door bijdragen aan boottochten, busreizen en dergelijke. De contributie wordt niet verhoogd. Er zijn geen vragen van leden. De vergadering gaat akkoord met het financiële verslag en verleent het bestuur décharge over het jaar 2013. Verder werd de begroting 2014 behandeld. In 2014 zal het tekort € 30.000,- bedragen, de grootste kostenpost zijn de reizen. Verder stijgen de kosten zoals portokosten, huur opslag archief (alle bladen vanaf nummer 1). Hierover zijn geen vragen. 7. Verslag kascommissie De kascommissie bestond uit de volgende leden, de heren J. van Berghem en Th den Daas. Op 13 januari 2014 hebben zij de financiële stukken van de boekhouding over 2013 gecontroleerd. Het verslag van de kascommissie is ter vergadering voorgelezen. Haar advies om in te stemmen met het jaarverslag 2013 en het bestuur over 2013 décharge te verlenen, werd door de vergadering unaniem aangenomen.
4
De penningmeester en de kascommissie werden bedankt voor hun inzet in deze. 8. Benoeming leden kascommissie De huidige leden van de kascommissie, de heren J. van Berghem en Th den Daas, worden opnieuw benoemd voor de kascommissie 2014. Als reserveleden van de kascommissie werden benoemd de heren W.H.J. Melchert en H.B. Mentink. 9. Rondvraag Hierbij werd nog inlichting gevraagd over de boottocht van 23 april 2014. Diverse leden melden zich nog aan en betaalden direct. 10. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om 14.30 uur. Vervolgens is er nog een gezellige middag met een hapje en een drankje en natuurlijk weer dansen onder leiding van onze welbekende heer J. Swaab.
Sint Joris en de draak Lang, lang geleden gebeurde er elk jaar iets vreselijks in een stad, gewoon hier in Nederland. In die stad, die we nu kennen als Ridderkerk, leefde toen een hele enge draak. Een draak met wel vier koppen en een vreselijke adem. Deze draak wilde elk jaar een mooi jong meisje om haar lekker op te peuzelen. De koning van die stad was wel rechtvaardig, want elk jaar deed hij alle namen van de meisjes in de stad in een grote ton en werd er eentje getrokken. Dat meisje was dan degene die naar de draak werd gestuurd. Elk jaar waren de bewoners bang; welk meisje zou het lot dit keer aanwijzen? Ook nu kwam de draak weer te voorschijn en eiste een mooi, jong meisje. Op een vol plein bij het kasteel trok de koning het lot.
Hij schrok zich een hoedje, want op het lot stond de naam van zijn dochter, de prinses. Wat nu? Hij kon niet snel een nieuw lot pakken, want iedereen was aan het kijken. Hij moest zijn dochter wel cadeau doen aan de draak. Wat vreselijk! Hoe moest hij dat aan de koningin vertellen? Zijn vrouw wou er niets van weten en vroeg de koning om een oplossing te bedenken. Al ijsberend door het kasteel bedacht hij iets. “Ik zal alle ridders de uitdaging geven de draak te doden en als beloning mag de ridder die de draak doodt met onze dochter trouwen.” Zo gezegd, zo gedaan. Een boodschapper ging de stad door op zoek naar dappere ridders, die de draak wel wilden doden. Maar niemand durfde. Er was één man in de stad die de draak wel durfde doden, maar hij was maar een gewone schildknaap en geen ridder. Die man heette Joris. Joris meldde zich toch maar bij de heraut. “Ik wil die draak wel doden!” zei Joris. De heraut ging terug naar de koning en vertelde hem wat Joris had gezegd. De koning vond het goed en al snel ging het in de hele stad rond, dat Joris zijn leven ging wagen voor de dochter van de koning en al die mooie jonge meisjes, die de draak de jaren erna nog zou opeisen. Joris had echter een probleem: omdat hij geen ridder was, had hij helemaal geen ridderuitrusting. Hij had geen zwaard, geen schild, zelfs geen paard. De koning leende hem zijn spullen uit en gaf hem raad. Onder applaus van de mensen uit de stad ging hij op zoek naar de draak. Joris dwaalde op het paard van de koning rond op zoek naar de draak. Opeens stopte het paard met lopen en Joris zat ineens stokstijf stil. In de verte hoorde Joris de draak brullen en grommen: “Waaaaauuuuw!” Joris was een stoere held, maar werd nu toch wel bang, toch dacht hij er niet over om nu terug te keren naar de koning en te melden dat hij niet durfde. Nee, dat zou te gemakkelijk
5
zijn. Joris gaf zijn paard de sporen en het galoppeerde in de richting waar het geluid vandaan kwam. Plotseling stopte het paard. Joris keek tegen het grote, lompe lichaam van de draak aan. De draak spuwde vuur en probeerde Joris van zijn paard te stootten. Joris pakte zijn zwaard stevig in de hand en zwaaide er driftig mee rond. Een hevige strijd begon. Zowel Joris als de draak leverden een zware strijd. Joris liep verwondingen op, maar vocht dapper door, daardoor raakte de draak op een gegeven moment ook gewond. Joris vocht voor zijn leven en voor het paard van de koning. Na een paar uur strijd bracht Joris de draak de genadeklap toe en de draak viel kreunend en steunend dood neer. Joris had gewonnen. De koning had als eis gesteld dat Joris één van de hoofden van de draak zou meenemen als bewijs dat de draak echt dood was. Joris’ zwaard hakte het hoofd van de draak in een slag af en hij nam het mee naar de koning. Toen de mensen in de stad Joris aan zagen komen, ging een luid gejuich op. “Lang leve Joris!” riepen de mensen. De koning kwam zijn paleis uitrennen, gevolgd door de koningin en de prinses. Joris gaf het hoofd van de draak aan de koning. “Gefeliciteerd,” zei de koning, “jij bent een echte held! Nu mag je met mijn dochter trouwen en ben je voortaan een echte ridder.” De koning sloeg Joris tot ridder en vanaf toen heette Joris Sint Joris. Hij trouwde niet met de dochter van de koning, want hij was teveel gehecht aan zijn vrijheid. Maar hij leefde nog wel heel lang en gelukkig!
Van ons nieuwe bestuurslid Graag wil ik mij even aan U voorstellen. Daar ik op 19 maart als voorzitter op een kiesbureau zat kon ik niet aanwezig zijn bij de jaarverga-
dering. Mijn naam is Elly Smits-Kruijs, 66 jaar oud. Ben getrouwd, drie kinderen en 7 kleinkinderen. Tot mijn pensioen gewerkt bij Thuiszorg Rotterdam in diverse functies. Vijftien jaar actief geweest in de politiek. Nu nog actief als voorzitter RNO-G {Regionaal Netwerk Ouderen en Gehandicapten} Verder zou ik het leuk vinden om binnen de ROB diverse hand en span diensten te gaan vervullen. Als een van U allen mij nodig heeft kunt U mij bereiken via de mail
[email protected] Verder hoop ik U te ontmoeten op de boot binnenkort. Met vriendelijke groeten, Elly Smits-Kruijs
Het fitte Brein Op zaterdag 18 januari was het symposium “Het fitte brein” in de Erasmus universiteit. Er waren in totaal 920 personen aanwezig en er werden drie lezingen gehouden. De eerste lezing door Ard Schenk, oud werelden Olympisch kampioen en schrijver van het boek “Je tweede jeugd begint nu”. Onderwerp van zijn lezing “Een gezonde levensbalans”. Ard Schenk vertelde dat hij na zijn topsportverleden wel dacht dat hij wel zou blijven bewegen, maar dat ging niet zo eenvoudig zoals hij dacht. Hij raakte net als zoveel anderen verstrikt in een druk bestaan, deed van alles en nog meer, had daardoor geen tijd om op zijn lichaam te letten en had te weinig beweging en ontspanning. Het gevolg was dat hij overgewicht kreeg, op een zeker moment woog hij 115 kg en vervolgens kreeg hij toen een herseninfarct. Hij vertelde dat wanneer je geen goede levensstijl hebt dit problemen voor je lichaam oplevert. Hij zei dat natuurlijk niemand weet hoe oud je wordt, maar hoe we oud worden, daar kun-
6
nen we zelf wat aan doen. Gebruik je lichaam waarvoor het is gemaakt. De structuur in je leven moet een combinatie zijn van bewegen - voeding - werk - rust - sociaal leven/ontspanning. Dit brengt ook weer de balans in je dagelijkse leven. Ons lichaam geeft signalen af, maar vaak luisteren we er niet naar. We moeten proberen een balans te vinden tussen inspanning en ontspanning. Waarom bewegen de meeste mensen veel te weinig, meestal hebben ze geen zin, ze zeggen geen tijd te hebben of zijn te moe dat wil zeggen dat ze geen energie hebben. Een van de voordelen van regelmatig bewegen is dat je meer energie hebt om allerlei dingen te doen. Vergeet niet dat je je lichaam tot je dood kunt trainen. Je moet blijven trainen en bewegen voor je conditie en spierkracht. De belangrijke punten voor je welbevinden is je gewicht, je lenigheid, en goed bewegen. Onthoud dat stress het aller-vervelendste voor je lichaam is. Denk er om dat sterke spieren de gewrichten ontlasten, Elke dag gedurende een uur stevig doorwandelen. Verder bij je oefeningen kniebuigingen doen, want dat is goed voor het evenwicht en om in balans te blijven. Vroeger werd er ’s middags warm gegeten en dat is voor het lichaam het beste, want dat is in de midden in de periode dat je lichaam de meeste energie nodig heeft. Voor een gezonde levensstijl is 40% bewegen en 60% voeding belangrijk, zo is glucose belangrijk voor je lichaam, het liefst geen suikers eten en pas op voor koolhydraten. Altijd rustig eten en er niet bij drinken. Door bewegen hebt je minder overgewicht en als je er nog verstandig bij eet is het goed voor je lichaam. Belangstelling in het leven is erg belangrijk, plezier in je voeding, plezier in het bewegen. De tweede lezing door Prof. Dr. Dick Swaab van het Nederlands Herseninstituut en de schrijver van het boek “Wij zijn ons brein” Onderwerp van zijn lezing “Gebruik je hersenen”.
Dick Swaab vertelde dat als we onze hersenen stimuleren, dit helpt om ze fit te maken en te houden, want “ Rust roest”. Als we onze hersenen niet blijven stimuleren dan verliezen ze aan kwaliteit. Dus houdt ze actief met steeds maar nieuwe informatie en met nieuwe en/of ingewikkelde opdrachten voor het brein. Denksporten als schaken en bridgen zijn goed, maar ook dagelijkse activiteiten zitten er uitdagingen voor het brein. Het stimuleren van de hersenen helpt ook om de kans op de ziekte van Alzheimer te verkleinen. Deze ziekte is een soort vervroegde, versnelde veroudering van de hersenen daardoor mindere werking van de hersencellen. Wetenschappelijke onderzoeken wijzen er op dat hoe vroeger we beginnen de hersenen te stimuleren, hoe beter we beschermd lijken te worden tegen deze vervroegde veroudering. Door onderzoek is bewezen dat bij tweetalig opgroeien en goed onderwijs in de jeugdjaren helpen bij het ontwikkelen van een sterk brein en je daardoor gemiddeld vier jaar later Alzheimer krijgt. Maar ook op latere leeftijd moet je je brein wel blijven stimuleren, dus je eisen blijven stellen aan je brein. Een actief bestaan op latere leeftijd helpt om ons brein te blijven prikkelen. Door een goede en gezonde leefwijze ontstaat er extra reserve in het brein. Er wordt volop onderzoek gedaan of we als de ziekte van Alzheimer heeft toegeslagen nog iets kunnen doen om dit proces te beïnvloeden. Veel mensen met Alzheimer zijn onrustig. Ook het onderbreken van dag en nachtritme is erg slecht voor ze. Deze mensen in een lichtere omgeving te laten leven helpt zoals in een onderzoek is vastgesteld. Door veel licht wordt er meer melatonine aangemaakt en daardoor functioneren onze hersenen beter. Licht stimuleert de biologische klok, verbetert daarmee een gezond slaap- en waakritme, de stemming en vermindert de onrust. Ook verbetert licht het geheugen en de andere verstandelijke vermogens. Onze hersenen zijn erg complex en elk gedeelte dat is aangedaan
7
vraagt om een andere aanpak. Daarnaast is het blijven bewegen van belang voor de activiteiten van de hersenen. De derde lezing door Prof. Dr. Erik Scherder van de Vrije Universiteit Amsterdam. Zijn onderwerp was: “Bewegen voor lichaam en geest”. De heer Scherder vertelde dat hij als neuropsycholoog ook geïnteresseerd is in het niet bewegen van mensen. Wereldwijd bewegen de mensen gedurende hun leven steeds minder, dit geldt zowel voor jong als oud. Maar 30% van de mensen beweegt voldoende. Ruim 60% is inactief, het is bijna als een ziekte. De lichamelijke activiteit loopt langzamerhand terug. Dit komt onder andere door de auto, waardoor men minder loopt en fiets. Ook door de sociale media, want men gaat er steeds minder op uit om anderen te bezoeken. Een van de gevaren van het sociale media is, dat ze de jeugd verpesten omdat deze hun lichaam niet ontwikkelt. Verder komt het steeds meer voor dat met overgewicht heeft, hierdoor beweegt men ook minder. Deze steeds groeiende inactiviteit is wel alarmerend want lichamelijke activiteit is belangrijk voor lichaam en geest. Een zittend leven duurt niet lang. Inactiviteit is wanneer men geen enkele dag in de zomer en winter ten minste 20 minuten matig tot intensief beweegt. Door te bewegen verklein je de kans dat je hoge bloeddruk en hart- en vaatziekte krijgt, maar ook suikerziekte type 2. Als je als overheid wilt dat de ouderen langer thuis blijven wonen, (ook omdat dit kosten bespaart) dan moet je iets doen om hun te laten bewegen. Dit zorgt er voor dat men minder kans heeft op het krijgen van dementie. Een groot gedeelte van de mensen in een verpleeg- of verzorgingstehuis krijgen te weinig beweging. Bij jong of oud blijkt dat wanneer ze bewegen de hersenen actiever worden. Dat gedeelte van de hersenen die dingen regelt, initiatief ont-
plooit en datgene stuurt wat we nodig hebben om zelfstandig te kunnen functioneren, werkt dan beter. Als je Iets geheel nieuws gaat doen, blijkt het dat de hersenen daarna beter werken. Ook bij kauwen op harde stukken, geen kauwgom, is er een betere doorbloeding van de hersenen en de activiteiten van het brein nemen daardoor toe. Bij het ouder worden verandert het brein en het verbetert het bij een actief rol in het leven. Positief ouder worden is ook het stabiliseren van de emoties want het brein van een oudere persoon stemt zich meestal af op positieve herinneringen. Het is nog niet bekend of bewegen de functie van mensen met dementie verbetert, maar we weten wel dat door niet bewegen dit voor mensen met dementie slecht is. Dus beweeg, ga naar iemand toe, pak de fiets in plaats van de auto, zorg dat je niet te dik wordt, dan voel je je fijner. Zorgt U voor iemand die dat niet meer allemaal alleen kan, help hem dan bij het actief blijven. Alex Smits.
Onzehulpverleners.nl Op de website Onzehulpverleners.nl staan bijdragen van diverse hulpverleners. Zij hopen hiermee een tipje van de sluier op te lichten van hun vaak heel leuke werk maar even zo vaak van hun heel zware en moeilijke werk. Hulpverlener is geen baan voor poen maar een roeping! Zij zijn mensen net als u. Dat wordt nog wel eens vergeten. Ik hoop regelmatig één van deze bijdragen met u te kunnen delen. Nu een bijdrage van Jos Strijbosch. Hij werkt inmiddels al 38 jaar bij de Nationale Politie; eerst bij de gemeentepolitie Ridderkerk, daarna bij de Regio Rotterdam-Rijnmond en nu in de Eenheid Limburg.
8
De Marinier “Het regent. Het regent. De daken worden nat!” Terwijl ik op de dienstmotor in de regen rijd komt het kinderliedje in mijn hoofd op en blijft irritant hangen als een steeds herhalend deuntje. Op sommige landweggetjes is het uitkijken geblazen. De bieten campagne is volop aan de gang en de modder ligt in riante hoeveelheden op de weg. Dus glibberen en glijden kan je deel worden. Uitkijken Jos! Gelukkig is dat binnen de bebouwde kom niet zo. Daar rijdende, zie ik een bestelbusje pontificaal met vier wielen op het trottoir stilstaan. Voetgangers en dan met name de gehandicapten en de blinden lopen daardoor gevaar of hinder. Ik besluit de bestuurder aan te spreken. Ik zet mijn motor op de bok en pak mijn bonnenboekje en ga op zoek naar de bestuurder. Niemand in de buurt te zien. Dan maar een bon plakken. Terwijl ik begin te schrijven komt een man luid schreeuwen aan lopen in de stromende regen. Ik hoor een vaak gebezigde term van ongenoegen, als een proces-verbaal wordt uitgeschreven. “HEY! Klootzak! Zie je niet dat ik aan het werken ben?!” Ik voel me niet echt aangesproken maar ik kijk toch maar even om mij heen of hij het tegen iemand anders heeft. Maar nee. Niemand in de buurt en verder zie ik ook geen werkspullen buiten de bestelauto liggen en op de auto staat ook geen enkele tekst waaruit af te leiden is dat met deze auto werkzaamheden zouden kunnen worden verricht. Dus….Ik blijf doorschrijven in de regen. De man, nog steeds oerkreten schreeuwend, komt tegen over mij staan en blijft met het nodige volume tegen mij te keer gaan. Ik vraag hem zijn rijbewijs en kentekenbewijs dat hij vervolgens morrend overhandigd. Als ik hem vertel dat hij een bekeuring krijgt voor het parkeren op het trottoir. Ontploft hij bijna letterlijk. Ik was een teringlijer en een kankerlijer. Ik kon verder nog allerlei venerische ziektes krijgen van hem, naast de typhus en de pokken
die ook nog even toe werden geschreeuwd. Ik begin toch een beetje uit mijn hum te raken door de opstelling van deze man. Sterker nog boosheid begon bij mij boven te borrelen. Tellen Jos! Tellen! Ik tel dan ook inwendig tot tien…..En nog maar een keer, terwijl ik aan het schrijven ben op het inmiddels natte papier van de bon. Nadat ik hem het doorweekte geeltje in de handen heb gedrukt. Rukt hij zijn rijbewijs en kentekenbewijs uit mijn handen en loopt weg. Nog even roep ik hem na dat hij de auto weg moet zetten anders laat ik hem wegtakelen. “Val kapot Klootzak!” hoor ik hem mij nog naroepen.
Ik besluit vervolgens nog maar even te wachten met het takelen en een uurtje later maar eens terug te komen, als hij afgekoeld was door de regen. Al had ik daar weinig hoop op. Terwijl ik wegrijd op mijn motor en de man passeer krijg ik nog de welbekende middelvinger van hem. Ongeveer een twintigtal minuten later is het opgehouden met zachtjes regenen en valt het hemelwater letterlijk met bakken uit de lucht. Ik hoor mijn roepnummer via de mobilofoon in mijn helm. Ik geef antwoord. Of ik wil gaan naar straat X alwaar een ongeval zou zijn gebeurd. Wat er was gebeurd is niet duidelijk maar het zou ernstig zijn. Ik bevestig de melding en druk mijn status op 2 en schakel mijn optische en geluidsignalen in. Met krijsende sirene en flitsende lichten geef ik gas om ter plaatse te gaan.
9
Ik bedenk mij nog even dat ik een klein half uurtje eerder al in straat X geweest was om die bestelauto op te schrijven van die “vriendelijke man”. Ter plaatse gekomen zie ik de bestelauto nog steeds op de zelfde plaats geparkeerd staan. In gedachten maak ik een aantekening om die weg te laten slepen. Ongeveer 200 meter voorbij die bestelauto zie ik een groepje mensen om een man heen staan. Ze staan notabene onder paraplu’s! Ik zet de motor neer, druk mijn status op 3 en loop naar het slachtoffer. Terwijl ik aan kom lopen zie ik dat de straat roodgekleurd is door bloed. Door de stromende regen is het bloed over het wegdek verspreid als een olievlek. Dan zie ik ik dat het die “vriendelijke man” is die met zijn rug tegen een muur op de grond ligt. Naast hem ligt een nog steeds krijsende slijptol en ik zie dat in zijn dijbeen een grote gapende wond zit waaruit het bloed pulserend naar buiten wordt gestuwd. Ik trek de stekker uit het stekkerblok waarbij gelijk de vonken om je oren schieten. Kortsluiting! Ok! Dat is dat! Dan hebben we ook geen kans meer op een ongewilde stroomstoot! Ik kniel naast het slachtoffer en ruk zijn zware logge bovenlichaam omhoog zodat hij in een half zittende houding tegen mij aan ligt. Met de Rauteck greep verplaats ik hem een beetje en leg hem plat op de grond. Ik trek het gewonde been omhoog en sla vervolgens mijn gebalde vuist in het kruis van de man. Ik vraag vrijwilligers onder de omstanders om mij te helpen. Niemand geeft een kik. Maar allemaal staan ze onder hun paraplu, suf te gapen naar mij en hoe ik mijn vuist in de man zijn lies gedrukt houd. Ik kijk een omstander, gehuld in een glimmend jasje met bijbehorend bontkraagje, schoudertasje om en blauwe jeans en witte sportschoenen aan. Recht in het gezicht vraag ik hem of hij het been van het slachtoffer wil vastpakken en in de houding wil houden zoals ik hem neergezet had. De man kijkt mij met grote ogen aan en zegt ook nog. “Ja kijk wel uit mijn kleren onder het bloed!” De man blijft met een brutale blik, met de handen in de zak-
ken van zijn glimmende jasje, geboeid en naar het slachtoffer staan kijken. Ik heb het moeilijk met het zware been omhoog houden en tegelijkertijd de slagader dicht gedrukt houden met mijn vuist. Ik begin langzaam het gevoel te krijgen dat ik straks een dode in mijn handen vast houd. Maar dat zal niet gebeuren vandaag! Denk ik boos.! Ik vraag aan een andere toeschouwer of die mij wil helpen. De man komt schoorvoetend naar mij toe. Knielt en houdt het been voor mij vast. Ik zie echter dat hij het maar vreemd vind. De man die eerder weigerde te helpen meent nog even een paar opmerkingen te moeten maken over mijn vuist in het kruis van het slachtoffer. Ik raak geirriteerd maar reageer toch maar niet en concentreer me op mijn taak. De slagader dicht houden en proberen de man zijn leven te redden. Ik kan echter mijn portofoon niet meer bedienen en vraag of er mensen zijn die wel eens met een portofoon of walky talky op het werk hebben gewerkt. Weer reageert er niemand. De brutale man begint te lachen kennelijk vind hij het lollig dat ik nu niet de meldkamer kan bereiken. Ik ben hem meer dan zat aan het worden. In andere situaties had ik hem waarschijnlijk al “geholpen” maar nu weiger ik te reageren op zijn hoongelach en minachtende commentaar. Er staat tenslotte een mensenleven op het spel! Ik vraag nog eens met luidde stem of er iemand is die weet om te gaan met een portofoon. Ik zie aan de overkant van de straat een man aan komen rennen. Hij zegt dat hij militair is en weet hoe zo’n ding te bedienen. Ik wijs hem mijn portofoon op de heup en vraag hem de meldkamer op te roepen met mijn roepnummer en direct aan te geven waar we zijn en dat het slachtoffer een slagaderlijke bloeding heeft. De militair pakt mijn portofoon en geeft door wat ik hem had gevraagd. Ik moet zeggen hij deed het bijzonder goed. Even is het stil aan de meldkamer kant. Maar dan hoor ik “Begrepen bedankt. We geven dit door aan de ambulancedienst.” Het slachtoffer is inmiddels behoorlijk bleek en
10
begint ook nog te bibberen en te trillen. Verdikkeme dat is niet goed! Ik vraag of iemand een deken wil halen of iets anders dat hem warm houd. Niemand van de omstanders reageert. De man die mijn portofoon bedient rent weg en komt even later terug met een plastic zeil. “Uit die op de stoep staande bestelauto, die een eind verderop staat, gepakt!” Zegt hij hijgend. Het zeil wordt gedeeltelijk over mij en over de gewonde man zijn bovenlichaam gelegd, maar het bibberen van het slachtoffer blijft maar doorgaan. Terwijl we daar mee bezig zijn komt er weer commentaar van de man met glimmende jasje. “Dat is diefstal! Daar moet je wat aan doen agent! Die man heeft gestolen! Doe daar eens wat aan! Zie je wel! Als je de politie nodig hebt doen ze niks! Roept hij nog eens. De militair legt mijn portofoon naast mij en zegt. “Momentje. Ik ben zo terug….” Hij draait zich om loopt naar de commentaar gevende man en grijpt hem in zijn nekvel en trekt hem mee uit mijn blikveld. Ik kan vervolgens niet zien wat er gebeurd maar ik hoorde wel een paar kreten van pijn. Even later komt de militair weer terug pakt mijn portofoon en zegt doodkalm. “Zo dat is geregeld. Die gaat naar huis! Hij had dringende zaken te regelen.” Ik heb niet gevraagd hoe hij de irritante commentaar gevende man zover had gekregen maar ik vermoed dat er goede argumenten waren aangevoerd door de militair. Ik kijk die kordate militair aan en vraag: “Q.P.O? Hij kijkt mij verbaasd aan en knikt. “Ja! Q.P.O.! Toepad, Rotterdam. Hoe weet u dat? Vraagt hij nog. Ik glimlach en zeg: “Je kapsel en je snor verraden je!” Hij begint te bulderen van het lachen maar schrikt van zichzelf beseffende waar we op dat moment mee bezig waren. “Ook marinier?” Vraagt hij weer. Want voor mariniers is één ding duidelijk. Al ben ik dan nu politieagent, als ik in dienst marinier was geweest, dan was ik dat nu nog. Één maal marinier. Altijd marinier! “Nee! Maar een aantal familieleden van mij wel! Inmiddels allemaal gepensioneerd.” Ant-
woord ik. Ja kan niet alles krijgen in het leven hé?” zegt hij. Doelend op mij en het feit dat ik geen marinier was. Ik moet lachen. Met alle macht blijf ik mijn gebalde vuist in de lies drukken van het slachtoffer en zeg nog eens tegen de helpende burger, dat hij het been goed moet blijven duwen in mijn richting. De man knikt bleekjes met afgewend hoofd. Om hem een hart onder de riem te steken zeg ik tegen die man: “Ik zie dat u het moeilijk vind maar ik vind het heel dapper van u dat u toch helpt!” De man ziet echter behoorlijk bleek en ik ben bang dat hij straks ernaast gaat liggen. De marinier zegt dan tegen de man: “Zal ik het overnemen? Volgens mij ben je moe.” Dankbaar voor het geboden excuus staat de man op en vertrekt zonder een woord. Ik probeer hem nog te bedanken maar hij hoort mij al niet meer. De marinier neemt het been vast en drukt dat naar mij toe. Zo blijven we met zijn tweeën zitten wachten op de ambulance. Na een kleine 10 minuten hoor ik de drietonige hoorn van de ambulanceauto en zie ik ze even later om de hoek aankomen rijden. De ambulancebroeders stappen uit en zien gelijk wat er gebeuren moet. Met de armen vol materiaal komen ze aan en beginnen de man te stabiliseren. Ik vraag ook gelijk of ik een spoedtransport moet aanvragen voor ze. De verpleegkundige van de ambulance kijkt nog eens naar de wond bevestigd mijn vermoedden. Maar dan is er een kink in de kabel. Ik moet het been dichtgedrukt houden en mee in de ambulanceauto. De chauffeur moet immers rijden en de verpleegkundige moet het slachtoffer stabiel houden. De marinier gaat naast mij zitten en duwt me opzij. “Ga jij je transport verzorgen. Ik houd die slagader wel dicht!” Zegt hij. Hij neemt mijn positie over en drukt zijn vuist op de slagader in de lies. De wond pulseert geen bloed, dus hij had het juiste drukpunt te pakken. Geweldige kerel! Zo zouden er meer moeten zijn, denk ik. Nadat de man op de brancard is gelegd wordt hij met marinier en al in de ambulanceauto ge-
11
reden. Inmiddels heb ik weer zelf de beschikking over mijn portofoon en roep mijn meldkamer op met het door het ambulancepersoneel gedane verzoek tot spoedtransport. Omdat het echt hondenweer is blijkt het stervensdruk te zijn op de wegen. Ook zijn er nogal wat aanrijdingen waardoor personeel niet zo een twee drie ingezet kan worden. Dus…..Jos kerel je kunt zelf aan de bak! Nou dan moet dat dan maar! Ik vraag de ambulancechauffeur naar welk ziekenhuis en welke route hij wil gaan rijden. Terwijl ze de patiënt nog wat stabieler leggen bespreken de chauffeur en ik de route en dan gaan we op weg! Toeters en bellen aan en gaan met de banaan! Omdat het nog steeds regent gaan we langzamer dan anders maar dat is logisch. Veiligheid voor alles. Het is inderdaad op de route druk. Maar de meeste automobilisten gaan netjes aan de kant. Alleen moet ik kort voor de ambulance blijven rijden. Veel mensen zien alleen die motorfiets met zwaailicht en sirene rijden en verwachten niet dat er nog een ambulanceauto achter aan knalt. De rit gaat redelijk probleemloos op een enkele boze blik van een zonderlinge automobilist. Bij het ziekenhuis aangekomen worden we opgewacht en neemt een verpleger de taak van de marinier over. Ik geef hem een klap op de schouder en zeg: “Kom! We gaan even naar binnen een kop koffie drinken en bijkomen.” Samen gaan we naar binnen. Binnen zie ik dat de kleding van de marinier onder het bloed zit. Hij wijst mij lachend ook op de nodige bloedvlekken op mijn motorkleding. Op aanwijzen van een verpleegster gaan we naar een ruimte waar we ons een beetje kunnen wassen. Ik zeg de marinier dat hij zijn kleding op kosten van de politie mag laten reinigen als hij mij maar de bonnetjes toestuurt. Hij lacht en wijst dit van de hand. Hierop wandelen we naar de wachtruimte van het verplegend personeel en drin-
ken we een kop koffie. We praten nog even over het incident en wat persoonlijke zaken. Maar dan geeft hij aan dat hij weg moet. Ik wil voor hem een taxi bestellen, op kosten van de politie. Ook dat wijst hij af. Hij zegt: “Ik weet hoe het werkt bij de overheid, agent. Als het om declareren gaat. Doe de moeite niet ik kom wel thuis. Waarom een taxi!? Lopen is gezond en het is mooi weer!” Ik moet hartelijk lachen want het regent nog steeds pijpenstelen. Ik bedank hem nogmaals voor zijn hulp. Hij geeft mij een hand en draait zich om en loopt fluitend de donkere lucht en de neerstortende regen tegemoet. Kaarsrecht. Zoals alleen mariniers dat kunnen. Een week later ga ik weer naar het ziekenhuis. Nu om het slachtoffer te bezoeken. Op de zaal aangekomen waar hij ligt. Zie ik dat de hele familie, moeder, dochter en zoon, om zijn bed heen zitten. Bij mijn entree kijkt iedereen naar mij alsof er een marsmannetje binnenkomt. Ja hoor de stereotype opmerkingen komen ook meteen. Ze moeten jou hebben! Met “Ze” op de politie doelend in, dit geval ik, en met “jou” doelend op het slachtoffer. Ik stel mij voor en vraag aan het slachtoffer hoe het met hem gaat. “Naar omstandigheden goed.” hoor ik hem zeggen. Maar hij kijkt mij aan alsof hij zich iets zou moeten herinneren. Ik vraag hem hoe het ongeval gebeurd was. Hij verteld in het kort zijn verhaal. Hij had een bekeuring gekregen van een motoragent en hij was daar heel boos over geworden. Hij schetst nog eens op zijn manier, met grote verontwaardiging, het incident. Toen hij weer naar zijn werk ging wilde hij een slijptol gebruiken maar vanwege de regen kreeg hij een stroomstoot waardoor hij de slijptol in zijn dijbeen ramde met het inmiddels bekende resultaat. Hoe hij de slijptol heeft los kunnen laten weet hij niet maar gelukkig is dat wel gebeurd. De man zit mij nog steeds aan te kijken alsof hij zich iets zou moeten herinneren. Ik praat tegen de rest van de familieleden en hoor dat
12
ze net zo gebekt zijn als de man. Zowel zoonlief als dochterlief en zijn echtgenote zijn niet vies van taalgebruik dat je de oren doet klapperen. Ook naar elkaar toe. Kennelijk is deze vorm van communicatie een normale zaak binnen dit gezin. Ineens zegt de man met grote ogen en een harde stem.: “Jij bent die klootzak die mij heeft opgeschreven!” Die opmerking was voor mij “het” signaal. Het ziekenbezoek was over. Ik stond op. Pakte zijn hand vast en schudde deze nog even en terwijl ik zijn hand schudt zeg ik tegen hem. “Dat klop helemaal meneer!
Maar laten we even een ding duidelijk stellen! Het is ook nog eens diezelfde klootzak die u het leven gered heeft!” Ik kijk hem doordringend aan en geef een arrogant klopje op zijn hand, draai me om en denk aan die andere man die mij toen geholpen had. Die marinier. Ik loop fluitend weg uit de ziekenzaal. Kaarsrecht…. Zoals eigenlijk alleen mariniers dat kunnen.
Van: Onzehulpverleners.nl door: Jos Strijbosch
Voorjaarsvakantie: 16 - 23 mei / 30 mei - 6 juni / 6 - 13 juni / 27 juni - 4 juli Zomervakantie: 4 - 11 juli / 11 - 18 juli / 18 - 25 juli / 1 - 8 aug. / 15 - 22 aug. Najaarsvakantie: 29 aug. - 5 sept. / 5 - 12 sept.
13
Kruiswoordpuzzel
Gemaakt door: Tini de Geus
BLOKPUZZEL
TINI DE GEUS
M
I P T
K
A Y
K S
N
T I Y
H
S T
P Y L
O P
E S
R
A
C L O R
E N E
A R
S
P
R
E
T
N
O P
L L O T
R A
O N O
M
Z E R O A
H A M
O C E
L I A E
I E
Z
V E E
N N E
O E S
N D
A U
W C
E E T
E R
V L I
R
O N
R
S
I
T
T O S
E R
M A
De kleine diagrammen zo in het grote plaatsen dat er een kruiswoordpuzzel ontstaat. Een aantal letters zijn reeds ingevuld en een aantal hokjes is reeds zwart gemaakt. Oplossing: Het woord, gevorm door de letters op rij in hokje 2 12 15 3 10 14 6 4 4 7 1 1 8 11 11 10 (rijen zijn horizontaal)
E N
Z O
E L B
R
T
E
S
W A A
G
G E
G
E R
B A A
I
O R G
A
D
E
B O
P
L A
E P
U N I Y G E
K
P
L E E
I M K
E R
L
E I
O N
T
E
E R U
I
M I
R
L S
S E
D
T
14
Oplossing puzzel Deze keer is de oplossing: MUZIKAAL Tini de Geus.
begrafenis- en crematieverzorging NotariskaNtoor mw. mr. F.m. koNijNeNberg matheNesserlaaN 239 3021 hb rotterdam tel.010.4768833
g.a. de kramer ( sinds 1935 )
Voor het regelen van begrafenissen, crematies en transporten
dag- en nacht misschien heeft u vragen waar wij u een antwoord op kunnen geven.
Voor al uw vragen over testamenten, schenkingen, nalatenschappen en estate planning. Omdat we geloven in persoonlijke zorg en service
010 - 483 60 22
www.krameruitvaarten.nl begrafenis- en crematieverzorging
g.a. de kramer,
verzorgt sinds 1953 de begrafenissen / crematies van de leden van de
Rotterdamse Ouderenbond.
15
VETERANEN EN JUBILEA
Wij worden niet oud, wij nemen toe in waarde. Echtpaar Th. den Daas en M. den Daas - Wragge, Kreileroord 99, 3079 NB Rotterdam 25 juni 2014 – 50 jaar gehuwd Mw. J.M.A. van Wassenaar – Van Vliet, Zuiderterras 60, 02 mei 77 jaar Mw. C. Nobel – van Herk, Mansdalestraat 68, 19 mei 75 jaar Mw. G. van der Vorm, Hoekse Brink 247a, Hoek van Holland, 23 mei 85 jaar Hr. P.H. Bennik, Aristotelesstraat 260, 24 mei 90 jaar Hr. H.W. v.d. Linde, Huismanstraat 5 F, 24 mei 75 jaar Mw. G.H.M. Hoogweg, Bongert 10a, 28 mei 87 jaar Hr. G. Woudt, Homerusplein 414, 03 juni 89 jaar Mw. A. Mannee – Kievit, Kobelaan 106, 07 juni 77 jaar
PROFICIAT
Heeft u al een NIEUW LID opgegeven voor uw BOND?
WORD LID VAN DE ROTTERDAMSE OUDERENBOND!
1. Naam man:
............................................................................................................................
7. Adres: ..............................................................................................................................................................................
2. Voorletters: ..........................................................................................................................
8. Postcode:
3. Geboortedatum: ...........................................................................................................
9. Woonplaats:
............................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................
4. Naam vrouw: . .......................................................................................................................
10. Evt. huwelijksdatum:
5. Voorletters: .........................................................................................................................
11. Telefoonnummer:
6. Geboortedatum: .........................................................................................................
12. Bankrekening IBAN nr.
..............................................................................................................................
....................................................................................................................................... ..........................................................................................................................
CONTRIBUTIE: voor gehuwden E 8,00 per jaar, voor alleenstaanden E 6,50 per jaar, inclusief het maandblad. Gaarne opsturen naar Postbus 10099, 3004 AB, Rotterdam
Vriendelijk verzoek Indien u in het maandblad vermeld wilt worden, als u 75 jaar wordt of ouder, of u viert uw 50-55-60 jarig etc. huwelijksfeest, wilt u dan onderstaande strook zo correct mogelijk invullen? Graag met voorletters en eventueel meisjesnaam.
Heer en/of mevrouw: ______________________________________________________________________ Geb./huw. datum: __________________________________ - __________________________________ jaar Adres: ______________________________________________________ Postcode _____________________ Telefoon: _________________________________________ wilt u uw telefoonnummer invullen s.v.p. ROTTERDAM - HOOGVLIET - SPIJKENISSE Uiterlijk drie maanden van te voren opgeven a.u.b. Dit verzoek dient u voor de verjaardagen ieder jaar op te geven. Gaarne opsturen naar de redactie, Postbus 10099, 3004 AB Rotterdam.
16
begrafenis- en crematieverzorging
g.a. de kramer ( sinds 1935 )
Regeling i.v.m. het transporteren van de overledene naar een woonhuis of rouwcentrum Het opbaren van de overledene in het woonhuis of rouwcentrum Regeling van de begrafenis- of crematieplechtigheid Het verzorgen van het rouwbericht (rouwkaarten) of advertenties Het uitschrijven van de overledene uit het persoonsregister Aangifte van het overlijden op het stadskantoor in de plaats waar het overlijden heeft plaatsgevonden Dag en Nacht te ontbieden Wij werken voor vrijwel alle verzekeringsmaatschappijen Hulp voor het regelen van de nalatenschap Het aanschrijven van Sociale Verzekerings Bank, Pensioenen, Ziekenfondsen etc. Speciale condities voor de leden van de Rotterdamse Ouderenbond
Voor-, tijdens en na het overlijden van een dierbare wordt u door ons persoonlijk bijgestaan Daar er veel Rotterdamse mensen naar de Randgemeentes zijn verhuisd verzorgen we ook plechtigheden buiten Rotterdam Het telefoonnummer zowel op de dag als in de nacht
010 - 483 60 22 www.krameruitvaarten.nl begrafenis- en crematieverzorging
g.a. de Kramer,
verzorgt sinds 1953 de begrafenissen / crematies van de leden van de
Rotterdamse Ouderenbond