OPMERKINGEN BIJ SOFTWAREVERSIE HLA Fusion™ versie 3.0 FUSPGR Voor in vitro diagnostisch gebruik.
AANGEWEZEN GEBRUIKERS ™
®
™
Alle gebruikers van HLA Fusion -software. Deze software is van toepassing op LABScreen , LAT , LCT™, ® ® ™ FlowPRA , LABType en Micro SSP .
INHOUD VAN VERSIE ™
Het HLA Fusion 3.0-pakket bestaat uit de volgende items: ™
1. Cd met HLA Fusion 3.0 ™
2. Gebruikershandleiding van HLA Fusion 3.0 ™
3. Installatiehandleiding voor HLA Fusion 3.0 ™
4. Opmerkingen over HLA Fusion 3.0 ™
5. Gebruikershandleiding HLA Fusion 3.0-databasehulpprogramma
MINIMALE VEREISTE SOFTWARE •
Een van de volgende besturingssystemen: − −
Microsoft® Windows® 7 Microsoft® Windows® XP (minimaal Service Pack 2 of 3) (alleen 32-bits)
•
Voor Windows XP-systemen, Microsoft® Windows® Installer 3.1
•
Microsoft® .NET Framework-versie 3.5 (Service Pack 1)*
•
Visual JSharp (versie moet overeenkomen met de .NET Framework-versie die u gebruikt)*
•
Microsoft® SQL Server 2005 Express*, Microsoft® SQL Server 2005 Enterprise, Microsoft® SQL Server 2008 Express, Microsoft® SQL Server 2008 Enterprise-versie
Opmerking:
Voordat u een upgrade uitvoert naar een nieuw Service Pack van andere fabrikanten, bijv. Microsoft, dient u contact op te nemen met de vertegenwoordiger van One Lambda om te verifiëren dat deze upgrade door HLA Fusion wordt ondersteund. Indien er op uw systeem vermelde Microsoft-vereisten ontbreken, ga dan naar de website Microsoft.com.
MINIMALE VEREISTE HARDWARE •
Pentium-processor van 1 GHz
•
32-bits (x86) of 64-bits (x64) microprocessor
•
Ruimte op vaste schijf van 1 GB (voor grote databases kan meer nodig zijn)
Opmerking:
Ongeacht waar u HLA Fusion installeert, kan er 400 MB vrije ruimte op de vaste schijf vereist zijn voor tijdelijke installatiebestanden en programma's die u nodig kunt hebben.
•
512 MB RAM
•
8-bits grafische adapter en scherm (voor gelijktijdige weergave van 256 kleuren)
•
VGA-display met een minimale resolutie van 1280 x 768
•
Muis of andere Windows® compatibele aanwijzer; bij bepaalde producten is een wielmuis vereist
•
Een Windows® compatibele printerdriver, (PDF Distiller of Microsoft Document Image Writer zijn gratis verkrijgbaar) * Inbegrepen bij installatie van HLA Fusion.
www.onelambda.com
One Lambda, Inc. 21001 Kittridge Street, Canoga Park, CA 91303 VS Tel: 818.702.0042 Fax: 818. 702.6904
OPMERKING M.B.T. HLAF v3.x.x-NL-00, Rev 0 Pagina 1 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
WAT IS ER GEWIJZIGD? De volgende wijzigingen zijn na versie 2.0 en de bijbehorende Service Packs bij de HLA Fusion™-software doorgevoerd:
Uitbreidingen •
Het systeem biedt nu ondersteuning aan een overlap-algoritme voor de beadscheiding voor alle LABType HD-producten waarbij de bestaande RSSOH1C-logica wordt gebruikt.
•
Het systeem ondersteunt nu FJ-correctie naar enkelvoudig antigeen klasse II, vergelijkbaar met W632 voor klasse I.
•
Gebruikers kunnen nu een standaard Startpagina selecteren die wordt geopend nadat zij zich hebben aangemeld bij HLA Fusion.
•
Het systeem staat gebruikers nu toe om het pad voor de LABType HD-conversie-uitvoer in te stellen of te bekijken. Dit pad wordt gebruikt voor het opslaan van geconverteerde CSV-bestanden voor LABType HD-kits.
•
Op het patiëntenformulier zijn er nu keuzemogelijkheden voor bloedtype A1, B2, A1B en A2B.
•
Het systeem beschikt over aanvullende trainings- en 'laten zien' functies in de online help.
•
Er is nu een veld voor het pad van het LABType HD-uitvoerbestand. Het bestandspad wordt gebruikt voor het opslaan van geconverteerde CSV-bestanden voor LABType HD-kits.
•
De Bw4/Bw6-kleuring in LABScreen is verbeterd om de specificiteit te kunnen onderscheiden.
•
De probes in de reactietabel in de LABType-analyse worden nu in een op het exon-gebied gebaseerde kleur weergegeven om de probes beter te kunnen onderscheiden.
•
Het systeem maakt nu gebruik van een nieuwe benamingsconventie (analyt). In de samenvattingsschermen voor import en batch en in de aangepaste rapporten zijn er nu velden voor het Luminex-apparaat en de softwareversie. Deze velden worden alleen voor LABType- en LABScreen-producten weergegeven.
•
Gebruikers kunnen nu elke HLA Fusion-database opnieuw configureren om de maximale databasegrootte te verhogen.
•
Gebruikers kunnen nu HLA Fusion-controlelogboekdatabases samenvoegen.
•
Gebruikers van het systeem kunnen nu via e-mail softwarefeedback en rapporten sturen vanuit de HLA Fusion-toepassing.
•
De HLA Fusion-database is geoptimaliseerd voor ruimte en indexering.
•
Gebruikers kunnen nu naar alle toegewezen monsters met een bepaalde specificiteit zoeken en deze sorteren.
•
Er zijn nu typeringsresultaten beschikbaar in de knopinfo wanneer de gebruiker de muis boven een monster houdt in het eerste kwadrant van de LABType-analyse in het QC-histogram.
•
Een door de gebruiker ontworpen cut-off-functie is nu beschikbaar voor LABScreen PRA-producten.
•
Bead ID (Bead-ID), Raw Data (Onbewerkte gegevens) en Specificities (Specificiteiten) zijn nu beschikbaar bij de installatie van de gegevensexport.
•
Gebruikers kunnen nu meer laboratoriuminformatie opnemen in aangepaste rapporten.
•
In de module Patient Ab Tracking (Antilichamen patiënt opsporen) kunnen gebruikers er nu voor kiezen om alleen antilichamen op te sporen die voldoen aan een door de gebruiker gedefinieerde cut-off.
•
Exportgegevens en afdrukken van de kolomgrafiek (Spec) bevatten nu een legenda van de monster-ID’s die overeenkomen met elke monsterindex. Met deze functie kunnen gebruikers bepalen welk staafdiagram bij welke monster-ID hoort.
•
Op het tabblad Haplo in LABType wordt nu een indeling aangehouden volgens het werkelijke haplotype.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
®
Pagina 2 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
LABScreen-analyse geeft nu de match/mismatch-informatie weer voor DSA's (Donor Specific Antibodies, donorspecifieke antilichamen).
•
Het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) laat nu de match/mismatch-informatie voor DSA's zien. De informatie wordt weergegeven in een tabel met daarin de donor-ID's, DSA's, onbewerkte gegevens voor de test en markeringen die match/mismatch aangeven of verdelingen volgens match/mismatch.
•
Met dit systeem kan de gebruiker nu een enkel allel definitief toewijzen Tevens kan de gebruiker bij een door familieonderzoek bevestigd homozygoot resultaat de aantekening Homozygous Assignment Confirmed (Toewijzing homozygoot bevestigd) activeren voor rapportagedoeleinden als aanvulling op de bijbehorende records die worden bijgevoegd.
•
Het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) bevat nu een grafiek waarin de (minimale serologische) specificiteit en de bead-ID zijn uitgezet als functie van de genormaliseerde MFI-waarden (Mean Fluorescent Intensity-waarden, gemiddelde fluorescentie-intensiteitswaarden).
•
In de module Antibody Tracking (Antilichamen opsporen) worden nu controlewaarden (NC en PC) weergegeven in de gegevenstabel voor elk monster.
•
Er is nu een rapport/exportbestand beschikbaar dat lijkt op een Microsoft® Excel-werkblad. Hierin bevat de eerste kolom alle namen van de monsters, hoort elke rij bij een ander monster en geeft de rest van de kolommen van links naar rechts de bead-ID's weer met de onbewerkte gegevens voor elk monster.
•
Het veld %SA maakt nu deel uit van de Veldkiezer, zodat gebruikers dit uit hun samenvattingsrapporten kunnen verwijderen.
•
In de resultaten van de epitoop-analyse in de LABScreen-analyse en de bijbehorende rapporten is het (onbewerkte) gemiddelde van de positieve waarden vervangen door het (normale) gemiddelde van de positieve waarden.
•
De MFI- en genormaliseerde waarden worden nu als gehele getallen weergegeven.
•
In het serologiegedeelte van de HLA-toewijzingen van de module Manage Patient (Patiëntenbeheer) kunnen gebruikers nu Bw4/6 toewijzen en daarna Bw4/6 opsporen in de module Ab Tracking (Antilichamen opsporen).
•
Gebruikers kunnen nu LABType-productinformatie exporteren die lijkt op de tijdelijke bestanden die werden gebruikt voor het importeren van productinformatie in HLA Visual.
•
De antigeenzoekfunctie in gemengde LABScreen-analyse werkt nu op vergelijkbare wijze als zijn tegenhanger in LABScreen PRA/SA-analyse, waarbij naar brede antigenen kan worden gezocht en de ervan afgesplitste antigenen worden omcirkeld. Als bijvoorbeeld naar het brede antigeen A9 wordt gezocht, worden de afgesplitste antigenen A23 en A24 omcirkeld.
•
Het systeem beschikt nu over een donor-PRA-functie die vergelijkbaar is met de functie die wordt gebruikt in LABScreen-analyse om antilichamen van de patiënt op te sporen, waarbij het percentage wordt berekend voor zowel Klasse I als II van een gekozen serum.
•
De specificiteiten in het gedeelte met testgegevens van het aangepaste rapport over de antilichamen zijn nu alfabetisch gerangschikt, waarbij de locus wordt behandeld als een letter van het alfabet en het cijfergedeelte als een numeriek teken.
•
De DQA- en DPA-allelen worden meegenomen in de staart- en epitoopanalyse voor Klasse II enkel antigeen.
•
Cut-offwaarden voor elk van de afzonderlijke tests zijn nu opgenomen in de lijst onder het trayraster in het LAT-rapport met gemengde onbewerkte gegevens. Er is tevens een kolom toegevoegd voor elke cut-offlocatie.
•
De LABType-analysepagina is nu uitgebreid met gegevens over alle resultaten voor elke locus. Bij het opslaan van de resultaten voor elke locus wordt in het gedeelte all loci (alle loci) voor elke locus het serologieresultaat of de code van het allel ingevuld.
•
Titels van aangepaste rapporten (Molecular [Moleculair]) zijn nu beperkt tot 50 tekens.
•
Het zoeken naar sessie-ID's en monster-ID's in modules zoals Manage Data (Gegevens beheren) en Reporter (Rapporteur) ondersteunen nu Chinese karakters.
•
Het systeem herkent nu de ELISA-lezer in andere COM-poorten dan COM 1.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 3 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Micro SSP-analyse negeert nu de eerste well (1H) bij het bepalen of wells zonder amplificatie met een positieve en negatieve score moeten worden geanalyseerd.
•
De specificiteiten in het gedeelte met reactiescores van het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) worden nu gerangschikt op de wijze waarop UNOS dit doet, op locus (A, B, BW, DR en DQAB) en binnen elke locus op nummer. Bovendien wordt elke specificiteit slechts eenmaal vermeld binnen elke reactiegroep. Dit in tegenstelling tot de vermelding hiervan voor elke bead.
•
Het rapport Combined Sample (Gecombineerd monster) in de module Reporter (Rapporteur) biedt nu een optie om de toegewezen allelenparen in het veld Corrected Typing (Gecorrigeerde typering) weer te geven in plaats van in het veld Assigned Allele Codes (Toegewezen allelcodes).
•
Het systeem biedt nu duidelijkheid dat de configuratie-instellingen voor LAT-analyse niet van toepassing zijn voor LATM-analyse.
•
Gebruikers kunnen nu bestaande NMDP-codes bijwerken. Het systeem overschrijft bestaande NMDP-codes bij elke update.
•
De module Manage Data (Gegevens beheren) bevat nu een patiëntenfilter.
•
Zoekopdrachten met wildcards zijn nu beschikbaar voor het monster-ID-filter in de module Manage Data (Gegevens beheren).
•
Het veld Test Date (Testdatum) in het aangepaste SSP-rapport heeft nu betrekking op de datum van de monsteranalyse en niet op de sessiedatum.
•
In het gedeelte met testgegevens van het aangepaste SSP-rapport worden specificiteiten van allelen niet meer afgekort.
•
De door de gebruiker gedefinieerde cut-off-functie kan nu ook worden gebruikt met de LABScreen PRAproducten.
•
Gebruikers kunnen nu reacties in SSP-analyse invoeren met de cijfertoetsen op het toetsenbord.
•
Het tekstvak voor LABType-toewijzingen is groter geworden zodat alle toewijzingen zichtbaar zijn zonder gebruik van de schuifbalk.
•
Gebruikers kunnen nu een enkel allel definitief toewijzen. Tevens kunnen de gebruikers nu bij een door familieonderzoek bevestigd homozygoot resultaat de aantekening Homozygous Assignment Confirmed (Toewijzing homozygoot bevestigd) activeren voor rapportagedoeleinden.
•
De specificiteiten in de lijst Final Assignment (Definitieve toewijzing) zijn nu kleurgecodeerd om specificiteiten die zijn toegewezen in de staart- en epitoopanalyseresultaten en de handmatig uitgevoerde toewijzingen van elkaar te kunnen onderscheiden.
•
Donor-PRA is toegevoegd aan het batchoverzicht.
•
Het systeem biedt nu de mogelijkheid om sessies in de navigator te groeperen op testdatum in plaats van op sessiedatum.
•
Gebruikers kunnen nu donors toewijzen aan groepen en vervolgens donor-PRA berekenen op basis van de donors in de geselecteerde groep in plaats van alle donors in de database.
•
Er is nu een configuratie-instelling waarmee de gebruiker kan instellen dat het waarschuwingsbericht over de vereiste van een bepaalde schermresolutie niet wordt weergegeven en hij/zij niet wordt gedwongen de schermresolutie te wijzigen.
•
Het systeem biedt nu de mogelijkheid om de CREG-balk in de analyse te verbergen vanuit de configuratieinstellingen voor de antilichaamanalyse. Deze functie zorgt ervoor dat de volledige grafiek wordt weergegeven en dat specificiteiten op computers met een kleinere monitor kunnen worden bekeken.
•
In de berekening van donor-PRA is nu DQA1* opgenomen. Dit betekent dat de software rekening houdt met de moleculaire toewijzingen op de patiëntenkaart voor het berekenen van het donor-PRA.
•
Het systeem geeft nu aan of de actieve NMDP-code v2 of v3 is.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 4 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Na selectie van More Tests (Meer testen) kunnen gebruikers nu opgeven welke tests zij willen uitvoeren. Monsters waarvoor tests worden geselecteerd worden toegevoegd aan een cumulatieve lijst van monsters/tests die is gebaseerd op de gespecificeerde tests.
•
De verschillende niveaus van DSA-sterkte worden nu gemarkeerd in Pt Ab Tracking (Antilichamen patiënt opsporen), waarbij antilichaamspecificiteiten op basis van hun sterkte een bepaalde kleur krijgen in de tabel met antigenen.
•
Er kan nu van gebruiker worden gewisseld zonder dat de toepassing hoeft te worden afgesloten en opnieuw moet worden gestart met een andere aanmelding.
•
Op de introductiepagina's van de moleculaire producten worden nu updates van serologie en NMDP weergegeven.
•
Gebruikers kunnen nu Auto Accept All (Alles automatisch accepteren) selecteren om alle voorgestelde resultaten voor alle monsters van een gemengde LAT-sessie op te slaan.
•
Het systeem biedt nu de mogelijkheid om G- en P-groepen te analyseren tijdens LABType-analyse.
•
De specificiteiten in het gedeelte Rxn-score van het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) komen nu overeen met de specificiteiten in het gedeelte met testgegevens.
•
Gebruikers kunnen nu opmerkingen op sessieniveau bewerken voor de tabbladen LABType Session Summary (Samenvatting LABType-sessie), Control Value (Controlewaarde) en Bead Analysis (Beadanalyse).
•
Het systeem heeft nu een functie die het overschrijven van bestaande patiëntgegevens in de module Manage Patients (Patiëntenbeheer) voorkomt.
•
De monsterdatum wordt nu weergegeven tijdens de analyse.
•
Sessie-ID, patiënt-ID, well-ID en testdatum worden nu opgenomen in de rapporten met onbewerkte gegevens in de analysevensters.
•
Gebruikers kunnen nu configuratieopties zoals Default Threshold (Standaarddrempel, bijv. 2X) instellen.
•
Voor het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) wordt elke specificiteit nu gescheiden in aparte cellen in het gedeelte Rxn-score.
•
Onder statistische rapporten is een nieuw rapport beschikbaar dat een lijst van alle LABTypecontrolewaarden bevat en ook statistische informatie zoals gemiddeld aantal monsters en minimum- en maximumwaarden.
•
De grootte van het SSP-gelbeeld in het aangepaste SSP-rapport is nu groter dan 700 pixels.
•
Gebruikers kunnen nu de bij de analyse bijgevoegde gelbeelden draaien en in-/uitzoomen.
•
Gebruikers kunnen nu een grafiek opnemen in het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) waarin MFIwaarden op de y-as zijn uitgezet en antigenen op de x-as, gerangschikt naar aflopende MFI-waarde.
•
De rangschikking van de definitieve toewijzingen in de antilichamenanalyse is nu alfanumeriek.
•
Het LABType (BMT)-rapport bevat nu een kolom voor opmerkingen en een kolom voor andere toewijzingen.
•
Het systeem voegt nu aan het einde van het BMT - LABScreen-rapport het donor-PRA toe en daarachter de specificiteiten van de allelen (MFI) van de definitieve toewijzingen. De specificiteiten van de allelen worden alfanumeriek gerangschikt.
•
Gebruikers hoeven nu na opslaan of bevestigen van een monster niet naar het volgende monster te gaan.
•
De Assigned Allele Code (Toegewezen allelcode) in het BML-rapport is vervangen door Assigned Allele Pairs (Toegewezen allelenparen).
•
Bij het importeren is er nu een extra invoerveld voor het secundaire kenmerk dat werd gebruikt. Dit maakt ook het opsporen van secundaire antilichamen mogelijk.
•
Tijdens het opsporen van secundaire antilichamen kunnen gebruikers nu de monsters filteren volgens de secundaire kenmerken.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 5 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Er zijn nu aparte velden voor opmerkingen; een veld voor systeemstatusberichten en een veld voor door de gebruiker ingevoerde opmerkingen.
•
Bij een algemene aanpassing van de cut-off wordt deze nu opgenomen in de opmerkingen voor uitsluitend die monsters waarop deze van invloed is. Als bijvoorbeeld een algemene cut-offaanpassing wordt uitgevoerd en deze op slechts 5 van de 96 monsters van invloed is, dan wordt de opmerking over de algemene cutoffstatus alleen voor die vijf monsters opgenomen.
•
De kolommen in het rapport van het UMC Utrecht met de aanduiding A1_1 Result en A1_2 Result bevatten nu viercijferige resultaten, exclusief de locusletter (bijv., 03:01).
•
De eerste datum in Ab Tracking (Antilichamen opsporen) wordt nu standaard ingesteld op de datum van het bij de patiënt-ID behorende monster.
•
Gebruikers kunnen nu een meervoudige batch van patiëntenlijsten maken door de afzonderlijke patiëntenlijsten uit een Luminex® patiëntenlijst toe te passen via de Plate Designer.
•
Gebruikers kunnen nu een batch van Micro SSP-sessies importeren, en hebben daarbij de mogelijkheid om naar bestanden te bladeren.
•
Gebruikers kunnen nu opmerkingen toevoegen aan grafieken in Ab Tracking (Antilichamen opsporen) en de grafieken met de opmerkingen afdrukken.
•
Gebruikers kunnen nu vanuit de analyse navigeren naar het venster Ab Tracking (Antilichamen opsporen) en teruggaan naar de analyse nadat het venster Ab Tracking (Antilichamen opsporen) is gesloten.
•
De tijdlijnen van de grafieken in Ab Tracking (Antilichamen opsporen) kunnen nu zo worden geconfigureerd dat ze bijvoorbeeld het totale aantal dagen dat een monsterset bestrijkt, de werkelijke monsterdatums, enz. aangeven.
•
In grafieken in Ab Tracking (Antilichamen opsporen) wordt nu de naam van de patiënt (voor- en achternaam) opgenomen.
•
Gebruikers kunnen nu naar een patiënt zoeken aan de hand van monster-ID, lokale ID en andere patiëntgegevens.
•
In Ab Tracking (Antilichamen opsporen) kunnen gebruikers nu de naam van de patiënt gebruiken in plaats van de patiënt-ID.
•
Gebruikers kunnen nu een donor en donorgegevens toevoegen en deze koppelen aan de actuele patiënt in Ab Tracking (Antilichamen opsporen).
•
HLA-specificiteiten worden niet meer uitgesplitst over rijen. Dit geldt met name voor het veld Antibody Assignment (Antilichaamtoewijzing) in het testresultatengedeelte van het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) en het rapport Antibody Screening/ID (Antilichaamscreening/-ID).
•
Het systeem geeft nu de naam van de patiënt weer die in de module Ab Tracking (Antilichamen opsporen) moet worden weergegeven.
•
Gebruikers kunnen nu zoeken naar een patiënt-ID door een deel van de ID in te voeren en de ID te selecteren in de lijst die wordt weergegeven in Ab Tracking (Antilichamen opsporen).
•
Gebruikers kunnen nu kreatininewaarden invoeren voor verschillende datums die naast de antigenen worden uitgezet in Ab Tracking (Antilichamen opsporen).
•
De grafieken in Ab Tracking (Antilichamen opsporen) bevatten nu een knop waarmee ze kunnen worden uitgetrokken en in elkaar worden geduwd.
•
Gebruikers kunnen nu zoeken naar records op basis van patiënt-ID en vervolgens de records van die patiënt verplaatsen, archiveren of verwijderen.
•
Gebruikers kunnen het rapport Catalog Information (Catalogusgegevens) genereren in de oude indeling.
•
Gebruikers kunnen nu een minimumschaal instellen voor de grafieken in Ab Tracking (Antilichamen opsporen).
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 6 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Er is een vierde grafiek toegevoegd aan Patient Ab Tracking (Antilichamen patiënt opsporen), de monsterverdunningsgrafiek, waarin de verdunningsfactor op de x-as is uitgezet en de onbewerkte gegevens op de y-as.
•
Gebruikers kunnen nu LABScreen Single Antigen (Enkel antigeen) zo configureren dat dit standaard wordt ingesteld op W632 normalization (W632-normalisatie).
•
Gebruikers kunnen nu W6-32-normalisatie toepassen op geïmporteerde sessies.
•
Gebruikers kunnen nu W632-genormaliseerde gegevens vergelijken met gegevens die niet zijn genormaliseerd volgens W632 in de tabel met onbewerkte gegevens.
•
Het systeem berekent nu automatisch het donor-PRA nadat de analyse van een monster is opgeslagen/bevestigd.
•
Hetzelfde diagram waarmee verschillende antigenen binnen verschillende LABScreen-kits kunnen worden vergeleken is nu ook beschikbaar voor monsters die reeds zijn getest.
•
De twee kolommen van allelen worden nu gescheiden in Forced Rxn, zodat deze afzonderlijk kunnen worden gesorteerd.
•
Het systeem ondersteunt nu een rapport over beaduitsluiting dat een overzicht geeft van het aantal maken dat elke bead werd uitgesloten voor een geselecteerde catalogus.
•
Het eerste kwadrant van het venster LABType analysis (LABType-analyse) bevat nu een tabblad dat een histogram toont van de cumulatieve gegevens van de gebruiker. Dit histogram geeft de genormaliseerde waarden weer voor alle monsters die deze gebruiker ooit heeft getest voor het product (hetzelfde lot) en fungeert als een door de gebruiker gemaakte kwaliteitscontrolegrafiek. De grafiek wordt bijgewerkt bij elk gebruik van het product door de gebruiker.
•
Bij zoekacties naar monsters kunnen gebruikers nu allelen en een catalogus-ID invoeren. Alle geanalyseerde monsters met de ingevoerde catalogus-ID en ingevoerde allelen worden dan weergegeven in het venster Allele Pair (Allelenparen) of het venster Assigned Allele (Toegewezen allel).
•
Gebruikers kunnen nu serologische resultaten en andere toewijzingen opnemen in het rapport Combined Sample (Gecombineerd monster).
•
Er is nu een veld voor het type transplantaat dat de patiënt ontvangt of heeft ontvangen dat is voorzien van een vervolgkeuzelijst [bijv., SPK (simultane pancreas- en niertransplantatie), KTA (alleen niertransplantatie), LDKT (niertransplantatie met levende donor), SPLK (pancreas, nier van levende-donor) en Other (Anders)]. Er is een ander veld met een vervolgkeuzelijst voor patiëntstatus (bijv., C0 = onder beoordeling, C1 = opgenomen in actieve lijst, C2 = in behandeling, C3 = getransplanteerd en C9 = overleden).
•
Het samenvattingsscherm van de sessie (batch) ondersteunt nu de weergave van DONOR PRA-percentages en maakt rapportage van deze percentages van hieruit mogelijk.
•
In het derde kwadrant van het venster LABType analysis (LABType-analyse) kunnen gebruikers nu als standaardconfiguratie instellen dat de Delta-weergave altijd het eerst wordt weergegeven.
•
Gebruikers kunnen nu LAT-testgegevens (monster-ID's, tray-info, enz.) invoeren en opslaan en op een later moment de tray aflezen met behulp van de software.
•
Gebruikers kunnen nu geëxporteerde grafieken van Ab Tracking (Antilichamen opsporen) een naam geven en de exportbestemming selecteren.
•
Bij het selecteren van het tabblad Bead Analysis (Beadanalyse) voor sessies wordt nu dezelfde beadinformatie weergegeven als bij het selecteren van het tabblad Bead Info (Beadinfo) tijdens monsteranalyse.
•
Gebruikers hoeven nu de tabel met onbewerkte gegevens niet te sluiten en kunnen toewijzingen uitvoeren vanuit de tabel.
•
Als er foutieve reacties optreden bij de LABType HD-producten, geeft het systeem nu de probes aan en de allelen die deze vertegenwoordigen die relevant zijn voor de foutieve reacties.
•
Bij de rapporten Thai Export en Thai Export V3 is de export van resultaten van LABType en LABScreen uitgebreid.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 7 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Het systeem ondersteunt nu de bulkverzameling van codes voor allelen met code XX in een Excel-bestand met de juiste indeling voor bestudering en verzending naar NMDP.
•
Gebruikers kunnen nu met behulp van de module Data (Gegevens) definitieve allel-toewijzingen omzetten van de V2- naar de V3-nomenclatuur.
•
Gebruikers kunnen nu de datum van het monster invoeren tijdens LAT-analyse.
•
In de module Catalog Management (Catalogusbeheer) is er nu een kolom Catalog Import Date (Importdatum catalogus).
•
In alle koppelingen naar beschikbare updates voor productcatalogi worden nu de datum van de nomenclatuur en de opmerkingen bij deze revisie weergegeven.
•
Boven aan het rapport LSM Detail (LSM-detail) worden nu de patiënt-ID, de naam van de patiënt en de lokale ID weergegeven.
•
Er is een nieuw rapport toegevoegd dat de prestatiegeschiedenis van een LABScreen-product toont in de vorm van MFI-waarden voor elke bead van alle geteste monsters.
•
Het aangepaste rapport Molecular (Moleculair) bevat nu match-reacties.
•
Gebruikers kunnen nu paklijsten importeren waarbij de nieuwe indeling van NMDP wordt gehanteerd.
•
Als de gebruiker het keuzevakje Update Previously Downloaded Documents (Eerder gedownloade documenten bijwerken) naast Get Docs (Documenten ophalen) selecteert (op de pagina voor automatisch bijwerken in Update References [Referenties bijwerken]), wordt de nieuwste versie van de documenten geïmporteerd, zelfs als er eerder oudere versies werden geïmporteerd.
•
Er is een nieuw rapport toegevoegd dat vergelijkbaar is met het samenvattingsrapport Cutoff Adjustment (Aanpassing cut-offwaarde). Het nieuwe rapport toont voor een bepaalde catalogus het aantal monsters waarvoor gebruik werd gemaakt van die catalogus, welk percentage van die monsters een laag-positieve controlewaarde had en welk percentage een lage beadtelling had.
•
Er is een nieuw statistisch rapport toegevoegd voor LABScreen-catalogi waarin onder andere de volgende statistische gegevens staan:
•
Het totale aantal monsters waarvoor gebruik wordt gemaakt van de catalogus
•
Het aantal monsters met een lage beadtelling
•
Het aantal monsters met hoog-negatieve controlewaarden
•
Het aantal monsters met laag-positieve controlewaarden
•
Het BmT LABType-rapport is nu uitgebreid met SSP-tests. Het heeft dezelfde indeling als het huidige BmT LABType-rapport, maar exporteert SSP-resultaten naar die indeling.
•
Het systeem detecteert nu automatisch software-updates/patches en brengt gebruikers hiervan op de hoogte. De 'opwaarderingsfunctie' van de software-update is alleen beschikbaar voor HLA Fusion-gebruikers op supervisorniveau met beheerdersrechten voor MS Windows.
•
Het BmT LABScreen-rapport is nu voorzien van een donor-PRA-veld.
•
Handmatige invoer voor LCT-analyse lijkt nu op de invoer voor Micro SSP, waarbij meerdere sessies met verschillende catalogi en/of monsters kunnen worden ingevoerd.
•
De allelspecificiteit van het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) wordt nu weergegeven in individuele kolommen voor elke locus, waarbij elk allel wordt weergegeven in de kolom van de bijbehorende locus.
•
In het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) is nu een grafiek opgenomen waarin de antigenen en bead-ID worden weergegeven als functie van de genormaliseerde MFI-waarden in aflopende volgorde. Deze grafiek lijkt op de grafiek van de LABScreen-analyse.
•
De LABScreen PRA/Single Antigen-samenvatting is nu een rapport dat kan worden geopend via het tabblad Report (Rapport) in het sessieoverzicht. In het rapport is de patiënt-ID opgenomen.
•
Gebruikers kunnen nu DQA- en DPA-specificiteiten sorteren in het histogram tijdens LABScreen SA-analyse.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 8 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
In het veld Antibody Assignment (Antilichaamtoewijzing) van het gedeelte met testresultaten van het aangepaste rapport Antibody (Antilichamen) en het rapport Antibody Screening/ID (Antilichaamscreening/-ID) hebben gebruikers nu de mogelijkheid om specificiteiten die buiten de rij uitsteken niet te splitsen.
•
Gebruikers kunnen nu in het veld Patient ID (Patiënt-ID) in de Manage Sample Info (Monsterinfo beheren) een bestaande patiënt-ID wijzigen of een patiënt toevoegen.
•
Het systeem beschikt nu over een door de computer toegewezen serologiefunctie in Micro SSP-analyse die vergelijkbaar is met de functie die beschikbaar was voor LABType-analyse.
•
Bij het starten van een nieuwe Micro SSP-sessie kunnen gebruikers nu een locusfilter toevoegen om het aantal SSP-catalogi dat in de vervolgkeuzelijst verschijnt te verkleinen, en nog belangrijker, om alleen die catalogi weer te geven die worden gebruikt voor het testen van de de geselecteerde locus.
•
LABType-analyse verloopt nu sneller wanneer u van het ene monster naar het andere gaat doordat in plaats van de volledige lijst met voorgestelde allelenparen nu telkens een verkorte lijst wordt weergegeven.
•
De monster-ID-informatie wordt nu weergegeven voor elk resultaat in het aangepaste rapport Molecular (Moleculair), zelfs wanneer het om dezelfde monster-ID in dezelfde sessie gaat.
•
Er is een rapport toegevoegd dat alle toegewezen allelcodes groepeert volgens een eenvoudige indeling en dat serologische toewijzingen, 'bijna-reacties' van beads en opmerkingen bevat.
•
Aan het aangepaste rapport Molecular (Moleculair) is bij het gedeelte met sessie-informatie een gedeelte toegevoegd dat uitsluitend is gewijd aan PC- en NC-resultaten.
•
Er is een virtuele kruisproeffunctie toegevoegd waarmee gebruikers kunnen zoeken naar klasse I- en IIantilichamen van de patiënt tegen de donortypering en deze kunnen registreren.
•
Via de module Manage Patient (Patiënt beheren) geeft het systeem nu aan of een patiënt of donor afkomstig is van een ander centrum en zo ja, welk centrum het betreft (naam). Die informatie wordt weergegeven in rapporten.
•
Het systeem biedt nu ondersteuning aan de transplantatiegeschiedenis van de patiënt.
•
Het systeem ondersteunt nu CDC-, CDC/AHG- en VX-kruisproeven bij patiënten in het patiëntmanagementsysteem.
•
Gebruikers kunnen nu automatisch en handmatig werken en P- en G-groepen automatisch importeren vanaf de IMGT-site.
•
Het systeem biedt nu ondersteuning aan automatische serologische toewijzing in de SSP-module.
•
Het systeem registreert nu databaseonderhoudsprocessen per gebruiker.
•
Gebruikers kunnen nu de database vanuit HLA Fusion wijzigen zonder de software af te sluiten.
•
Gebruikers kunnen nu EPITOOP-tabellen aanpassen. Gebruikers kunnen ook een eigen EPITOOP-tabel gebruiken die ze in het HLA Fusion-systeem hebben gemaakt. Voor de namen van antigenen zijn alleen hoofdletters toegestaan en verder kunnen bestaande tabellen als template worden gebruikt voor nieuwe EPITOOP-tabellen.
•
Gebruikers kunnen nu antigenen omcirkelen op het analysescherm op basis van de geselecteerde EPITOOPgroep/tabel.
•
Het LAB-profiel dient te zijn bijgewerkt met de namen en e-mailadressen van leveranciers. De e-mailadressen moeten worden gescheiden door een puntkomma (;) of een komma (,).
•
De module Reporting (Rapportage) ondersteunt nu het verzenden van geselecteerde rapporten via e-mail. De e-mailknop wordt alleen geactiveerd als e-mail is geconfigureerd in het gebruikersprofiel. Een internetverbinding is vereist.
•
Het gebruikersprofiel ondersteunt nu e-mailconfiguratie om het gebruik van e-mailverkeer van Microsoft® Outlook, Hotmail, Yahoo, AOL en Google mogelijk te maken.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 9 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
•
Houd er rekening mee dat HLA Fusion de gebruikte e-mail-ID en e-mailprovider aanlevert. HLA Fusion biedt geen garantie voor de nauwkeurigheid van de e-mailadressen, noch voor de verzending van de e-mail. De gebruiker dient de nauwkeurigheid van de e-mailadressen te verifiëren en te bevestigen, en bij de ontvanger na te gaan of deze de e-mail heeft ontvangen.
•
HLA Fusion maakt gebruik van de configuratie en het gepubliceerde protocol van de e-mailprovider dat van kracht is sinds december 2011 en van tijd tot tijd kan worden gewijzigd. HLA Fusion zal de configuratie in de volgende versie verbeteren als er veranderingen optreden in de configuratie en het protocol van de emailprovider.
•
Het systeem ondersteunt nu gegevensexport van het NKR (National Kidney Registry) en gebruikt het patiënten- en gegevensbereik voor LABScreen SA-producten.
•
Voor RSSOH2B1 (LABType HD DRB1 SSO DNA-typeringstest) lot 7B en later onderscheidt en scheidt het systeem de signalen van gewone en overlappende magnetische beads. De noodzaak voor deze wijziging geldt alleen voor DRB1 HD-kit lot 07B en later.
•
Het systeem maakt nu gebruik van de originele Luminex-bead voor waarschuwingsberichten over een lage beadtelling bij HD-kits.
•
Gebruikers kunnen nu kiezen of ze de berekende HD-beadtelling al dan niet willen weergegeven in de tabel met onbewerkte gegevens als onderdeel van de configuratie van de moleculaire analyse.
•
Het systeem kan nu het type en de oorzaak aangeven van dubbelzinnigheid met betrekking tot de hogedefinitieanalyse.
•
Gebruikers kunnen nu in één sessie meerdere monsters analyseren met behulp van verschillende SSPproducten.
•
Gebruikers kunnen nu ervoor kiezen om geen database-back-upsets te maken voor de functie Schedule Backup (Back-up plannen).
•
Gebruikers kunnen nu het rapport LAT-Mixed (LAT gemengd) sorteren op well-positie.
•
Gebruikers kunnen nu mogelijke allelenparen opnemen in de gegevensexportfunctie.
•
Er is nu een rapport beschikbaar dat bijhoudt hoeveel monsters worden uitgesloten per bead volgens catalogus-ID.
•
Gebruikers kunnen nu aangepaste rapporten maken voor LAT-, LCT-, en flow-tests.
•
Gebruikers kunnen nu een monster markeren voor 'meer testen' en vervolgens opgeven welke aanvullende tests moeten worden uitgevoerd.
•
Gebruikers kunnen nu instellen dat de wells in de gelafbeelding in de SSP-analyse worden genummerd.
•
Gebruikers kunnen nu tijdens de analyse de monsterdatum zien in het monsterselectievenster voor analyse van monsters naast elkaar.
•
In rapporten wordt nu de informatie over de volledige softwareversie (inclusief de SP-versie) weergegeven.
•
In HLA Fusion voor LABType is nu een rapport voor Australië beschikbaar (LABType - Australia).
•
Het systeem ondersteunt nu een exportbestand dat vergelijkbaar is met het rapport in de oudere LATsoftware.
•
De velden Class I Antibody Specificity (Specificiteit Klasse I-antilichaam), Class II Antibody Specificity (Specificiteit Klasse II-antilichaam), MIC Antibody Specificity (Specificiteit MIC-antilichaam), Unacceptable Antigens (Onaanvaardbare antigenen) en Acceptable Antigens (Aanvaardbare antigenen) op het tabblad Antibody (Antilichamen) van het patiëntenmonsteroverzicht zijn nu groter zodat de gebruikers alle informatie kunnen zien zonder door elk veld te hoeven schuiven.
•
In de aangepaste rapporten (Molecular [Moleculair], Antibody [Antilichamen], Patient [Patiënt], SSP, enz.), kunnen gebruikers nu alle patiëntgegevens selecteren en opnemen die beschikbaar zijn in de patiënt/donorinfo, inclusief geboortedatum, etniciteit, diagnose, bloedtype, enz.
•
Er zijn verbeteringen aangebracht in de gecombineerde Exon 4+-analyse.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 10 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
Opgeloste problemen •
Het kunnen uitsluiten van exon 3 van de analyse van SSP- en RSSO-monsters met betrekking tot DQ- en DP-producten.
•
Bij het maken van een cut-off in een DRB345-kit, worden verschillende resultaten zoals DR52 en DR53 verkeerd toegewezen.
•
In de tabel met reactiepatronen worden de reactiepatronen nu in alfanumerieke volgorde weergegeven. Op het 'force-tabblad' worden de allelen nu consequent in de juiste volgorde weergegeven; de kleinste allelen staan links.
•
Bw4 Bw6-toewijzing is gecorrigeerd zodat deze op allelniveau in plaats van op het niveau van de serologische groep plaatsvindt. De controle van de herkenningssite is bijgewerkt zodat deze negatieve waarden herkent op de herkenningssitelocatie.
•
Monsters blijven nu op de plate bij het toewijzen van twee testlijsten met dezelfde monster-ID waarbij dezelfde test is toegewezen aan een plate.
•
Updates voor de zoekfuncties.
•
Installatieprobleem bij x64-bits platform. Het gedeelte over het ondersteunde platform is bijgewerkt en alleen Win XP 32- en Win 7- (32- en 64-bits) platforms worden ondersteund.
•
Alleen gebruikers met de systeembeheerdersrol wordt toegestaan om de database op te waarderen; alle andere gebruikers kunnen geen databasegerelateerde taken uitvoeren.
•
Uitzonderingsfouten veroorzaakt door het combineren van LABType HD-monster met Exon 4-7-monsters vanwege een laag-positieve controle zijn gecorrigeerd.
•
De NC- en PC-kolom zijn nu opgenomen in de gegevensexport.
•
De resultaten van de LAT-analyse zijn verbeterd in gevallen waarin alle beads negatief zijn; de DR51/52/53 wordt niet voorgesteld als resultaat.
•
De problemen met de databasenaam waardoor voor de geplande automatische back-up een uitzondering werd geactiveerd zijn verholpen.
•
De optie Show matches with all testing (Matches tonen bij alle tests) waarin testresultaten voor de C-locus werden betrokken is aangepast.
•
In bepaalde unieke situaties kon de gebruiker de naam van een template verbinden met meerdere catalogi. Dit is gewijzigd, zodat gebruikers dat niet meer kunnen doen.
•
Het sorteren van serologische en/of allel-specificiteiten onder het veld voor definitieve toewijzing is aangepast.
•
De sorteervolgorde wordt nu standaard teruggezet op de sorteervolgorde van het systeem; de eerder gebruikte sorteervolgorde van monsters voor de antilichamenanalyse blijft niet behouden.
•
Bij de set-up van het aangepaste SSP-rapport worden nu de bijgewerkte nomenclatuurdatum en NMDP-/Lokale code in het rapport weergegeven.
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 11 van 12
One Lambda, Inc. | Opmerkingen bij softwareversie: HLA Fusion™ versie 3.0
INSTRUCTIES Databases van eerdere versies van HLA Fusion™ bijwerken Een eerdere versie van een HLA Fusion-database opwaarderen na een nieuwe installatie. Voor gebruikers van een eerdere versie van HLA Fusion: 1. Nadat u aan de hand van de installatiehandleiding van HLA Fusion versie 3.0 van HLA Fusion hebt geïnstalleerd, opent u het Fusion-databasehulpprogramma door te dubbelklikken op de snelkoppeling op het bureaublad van uw computer. 2. Selecteer de functie Upgrade prior versions of HLA Fusion database to 3.0 (Eerdere versies van HLA Fusion-database opwaarderen naar 3.0) in het Fusion-databasehulpprogramma. 3. Selecteer de database die u wilt bijwerken en geeft de locatie op voor het opslaan van een back-up. 4. Klik op de knop Upgrade (Opwaarderen). 5. Selecteer de functie Select Database (Database selecteren) in het Fusion-databasehulpprogramma. 6. Selecteer de database die u hebt opgewaardeerd in stap 3 en klik op de knop Set (Instellen).
OPMERKINGEN BIJ HLA v3.x.x-NL-00, Rev 0
Pagina 12 van 12