CREBO:50195)

Bedrijfsoriëntatie 3

BEDRIJFSORIËNTATIE 3 (CAL01.3/CREBO:50195)

1 juli 1997


sd.cal01.3.v1 © ECABO, 1 juli 1997 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT

1 juli 1997


INHOUD

Normeringsmodel met taxonomiecodes

1

Toetstermen

3

1 juli 1997


Normeringsmodel met taxonomiecodes Deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3 (CAL 01.3/CREBO:50195)) Nr. Eindterm

Taxonomiecode

Waarde per eindterm

1.

De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profit-organisatie en not-for-profit organisatie omschrijven.

F

5

2.

De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten van enkele organisaties.

F

4

3.

De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven.

B

3

4.

De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven.

F

6

5.

De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven.

F

4

6.

De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven.

B

2

7.

De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven.

F

4

8.

De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch).

F

3

9.

De kandidaat kan organisatieschema's hanteren.

B

4

10. De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren.

B

4

11. De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven.

B

4

12. De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven.

F

3

13. De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk).

F

3

14. De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving.

B

3

15. De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk.

B

5

16. De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst.

F

4

17. De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie.

F

4

1

1 juli 1997


Deelkwalificatie Bedrijfsoriëntatie 3 (CAL 01.3/CREBO:50195)) Nr. Eindterm

Taxonomiecode

Waarde per eindterm

F

6

Rc/r

5

20. De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven.

F

4

21. De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-zorg in een organisatie omschrijven.

F

4

22. De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie omschrijven.

B

4

23. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen.

Rc/i

6

24. De kandidaat kan arbo-knelpunten in een gegeven situatie oplossen.

Pc

6

18. De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie. 19. De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen.

100

2

1 juli 1997


Toetstermen

3

1 juli 1997


Toetstermen Deelkwalificatie:

Bedrijfsoriëntatie 3 (CAL01.3/CREBO:50195)

EINDTERM: 1.

De kandidaat kan de begrippen organisatie, arbeidsorganisatie, bedrijf, onderneming, profit-organisatie en not-for-profit organisatie omschrijven.

Taxonomie-code: F Waarde: 5 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

1.1

Omschrijven

het begrip: - organisatie - arbeidsorganisatie - bedrijf - onderneming - profit-organisatie - not-for-profit organisatie

- met vermelding van de belangrijkste kenmerken voor elk van de genoemde begrippen: . formeel doel . het verrichten van arbeid . samenwerking van personen

4

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 2.

De kandidaat kan een omschrijving geven van de doelstellingen, producten en/of diensten van enkele organisaties.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

2.1

Omschrijven

- de doelstellingen - de verschillende producten - de verschillende diensten van een representatieve profit-organisatie èn van een representatieve not-for-profit organisatie

- inclusief: . onderscheid tussen en samenhang van hoofddoelstellingen en subdoelstellingen . het maatschappelijk belang van de producten en/of diensten van de genoemde organisatievormen

5

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 3.

De kandidaat kan de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie schematisch weergeven.

Taxonomie-code: B Waarde: 3 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

3.1

Weergeven

- de goederen-, diensten-, informatie- en/of geldstroomketen in een organisatie - de inhoud en/of omvang van de relevante stroomketens

- schematische weergave van: . de relatie tussen de relevante stroomketens . de samenhang in het volume van de verschillende stroomketens

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - met behulp van beschikbare informatie

6

1 juli 1997




EINDTERM: 4.

De kandidaat kan de belangrijkste kenmerken van de in de wet geregelde organisatievormen omschrijven.

Taxonomiecode: F Waarde: 6 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

4.1

Omschrijven

de belangrijkste kenmerken van: - de eenmanszaak - de maatschap - de vennootschap onder firma - de commanditaire vennootschap - de besloten vennootschap - de naamloze vennootschap - de vereniging - de stichting

- van elke organisatievorm worden de aspecten rechtspersoonlijkheid, oprichtingseisen, eigendom, risico, aansprakelijkheid en publicatieplicht van financiële gegevens aangegeven

7

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 5.

De kandidaat kan de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

5.1

Omschrijven

de kenmerkende verschillen tussen particuliere en overheidsorganisaties

- v.w.b. de aspecten: . oprichting . doelstelling . financiering . bestuur

8

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 6.

De kandidaat kan het doel van een functie-omschrijving aangeven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

6.1

Beschrijven

het doel van een functie-omschrijving - voor de medewerker zelf - voor de organisatie

- inclusief: de onderdelen van een functie-omschrijving met per onderdeel een voorbeeld

9

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 7.

De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

7.1

Omschrijven

de kenmerken van een: - lijnorganisatie - lijn/staforganisatie - projectorganisatie - matrixorganisatie

- lijnorganisatie voordelen: . duidelijk, overzichtelijk . eenheid in leiding . snelle besluitvorming . duidelijke gezagsverhouding nadelen: . matige bottom-up communicatie . leiding niet op alle terreinen deskundig . inschakelen experts moeilijk

Toetsvoorwaarden

- lijn/staforganisatie voordelen: . duidelijk, overzichtelijk . eenheid in leiding . snelle besluitvorming . duidelijke gezagsverhouding . mogelijkheid experts in te schakelen nadelen: . matige bottom-up communicatie . rol/positie stafmedewerker kan onduidelijk zijn . staffunctionarissen kostbaar

10

1 juli 1997




EINDTERM: 7.

(vervolg) De kandidaat kan de kenmerken van de belangrijkste organisatiestructuren omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

- projectorganisatie voordelen: . organisatiebreed mobiliseren van deskundigheid nadelen: . gezagsverhoudingen minder duidelijk - matrixorganisatie voordelen: . probleemgerichte aanpak . goede communicatie . betrokkenen met verschillende kennis + positie werken samen nadelen: . vaak tijdelijk . integratie tussen projectgroepen moeilijk . verschil in functie betrokkenen kan problemen geven

11

1 juli 1997




EINDTERM: 8.

De kandidaat kan de belangrijkste ordeningsprincipes m.b.t. organisatiestructuren beschrijven (functioneel, product, markt, geografisch).


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

8.1

Beschrijven

de belangrijkste ordeningsprincipes die gehanteerd worden bij het samenstellen van afdelings- en/of hiërarchische niveaus binnen een organisatie, nl.: - de functionele indeling - de product-indeling - de markt-indeling - de geografische indeling

- inclusief voor- en nadelen van elke variant

12

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 9.

De kandidaat kan organisatieschema's hanteren.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

9.1

Hanteren

organisatieschema's

- vaststellen van de organisatievorm - onderscheid weergeven tussen functies/afdelingen binnen een organisatie - tekenen van organogrammen

- a.d.h.v. een organogram - a.d.h.v. een beschrijving van de verdeling van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden binnen een organisatie

13

1 juli 1997




EINDTERM: 10.

De kandidaat kan het belang van procedures binnen organisaties verklaren.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

10.1

Verklaren

het belang van procedures binnen organisaties

- voor verantwoordelijke personen/afdelingen en te verrichten activiteiten

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - beschikbare informatie

14

1 juli 1997




EINDTERM: 11.

De kandidaat kan een organisatie als systeem omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

11.1

Omschrijven

een organisatie als systeem

- beschrijving van een typische profit-organisatie èn een typische not-for-profit organisatie aan de hand van het systeemmodel

15

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 12.

De kandidaat kan de functie van werkgevers- en werknemersorganisaties omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

12.1

Omschrijven

- de functie van werkgeversorganisaties - de functie van werknemersorganisaties

- voor beide soorten: . organisatie per sector . vertegenwoordiging in diverse (koepel)organisaties . de diverse vormen van belangenbehartiging . de diverse geïnstitutionaliseerde overlegvormen

16

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 13.

De kandidaat kan aangeven op welke wijzen samenwerking tussen ondernemingen georganiseerd kan zijn (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk).


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

13.1

Beschrijven

wijzen van samenwerking tussen ondernemingen: - privaatrechtelijk - publiekrechtelijk

- bij privaatrechtelijke samenwerking minimaal de volgende begrippen: . bedrijfskolom . bedrijfstak . kartelvorming . functionele samenwerking . overname . fusie - bij publiekrechtelijke samenwerking minimaal de volgende begrippen: . bedrijfschap . productschap . Sociaal Economische Raad

17

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 14.

De kandidaat kan de vigerende waarden, normen en opvattingen weergeven over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

14.1

Beschrijven

de heersende opvatting over de betekenis van (betaalde en onbetaalde) arbeid voor individu en samenleving

- functies van arbeid voor het individu - opvattingen over de betekenis van arbeid voor de samenleving - de argumenten voor de heersende opvatting - aangegeven wordt dat de heersende opvatting ter discussie gesteld kan worden

18

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 15.

De kandidaat kan stappen ondernemen die kunnen leiden tot het vinden van betaald werk.

Taxonomiecode: B Waarde: 5 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

15.1

Beschrijven

- manieren om in contact te treden met werkgevers bijv. via: . advertenties . arbeidsbemiddelaars

- onderscheid tussen commerciële en niet commerciële arbeidsbemiddelaars wordt gemaakt

- een sollicitatieprocedure

- doel en belangrijke aspecten worden vermeld

Toetsvoorwaarden

- de eigen positie op de arbeidsmarkt - met vermelding van sterke en zwakke punten (persoonskenmerken, scholing, wensenpakket) en op basis van de economische situatie in het betreffende beroepsgebied 15.2

Selecteren

personeelsadvertenties

15.3

Schrijven

een sollicitatiebrief

- passend bij beroepswens en opleidingsniveau - duidelijk refererend aan de advertentie - in correct Nederlands

19

1 juli 1997




EINDTERM: 16.

De kandidaat kan de rechten, plichten en verantwoordelijkheden omschrijven die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst.


Eindgedrag

Inhoud

16.1

Omschrijven

- verplichtingen van de werknemer die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

- verplichtingen van de werkgever die voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst - verantwoordelijkheden van de werkgever

- aspecten van "goed werkgeverschap"

- verantwoordelijkheden van de werknemer

- aspecten van deze verantwoordelijkheid

- verplichtingen van de werkgever in geval van beëindiging van een arbeidsovereenkomst

- onderscheid tussen eenzijdige beëindiging en beëindiging met wederzijds goedvinden - onderscheid bij beëindiging dienstverband voor bepaalde en voor onbepaalde tijd

- door de werknemer te ondernemen actie in - procedurele aspecten en bevoegde instanties geval van beëindiging van een dienstverband

20

1 juli 1997




EINDTERM: 17.

De kandidaat kan weergeven welke mogelijkheden werknemers in een gegeven situatie hebben om invloed uit te oefenen binnen een werkorganisatie.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

17.1

Beschrijven

- de mogelijkheid om invloed uit te oefenen binnen een arbeidsorganisatie

- onderscheid formele en informele overlegvormen - de overlegvormen: . personeelsvergadering . bedrijfscommissie . ondernemingsraad . achterbanbijeenkomsten - onderscheid directe en indirecte invloed

- uitgaande van de eigen werkplek of situatie - minimaal twee overlegvormen worden genoemd

- de functie van een ondernemingsraad

-

hoofddoelstelling wettelijke basis positie binnen de organisatie de belangrijkste rechten

21

1 juli 1997




EINDTERM: 18.

De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

18.1

Beschrijven

- de rechten, plichten en verantwoordelijkheden voor een werknemer in geval van: . werkloosheid . ziekte . arbeidsongeschiktheid

- de rechten in geval van werkloosheid op basis van een werknemersverzekering . recht op uitkering WW of wachtgeld . hoogte en duur van de uitkering . begrippen verlengde en vervolguitkering - het begrip 'verwijtbare werkloosheid' - de geldende voorschriften in geval van werkloosheid op basis van een werknemersverzekering . aanvragen van uitkering . invullen van een werkbriefje . zoeken naar passende arbeid

Toetsvoorwaarden

- de rechten in geval van ziekte . recht op uitkering ziektegeld . hoogte en duur van de uitkering - de geldende voorschriften in geval van ziekte . ziekmelding . voldoen aan controle-verlichtingen herstelmelding

22

1 juli 1997




EINDTERM: 18.

(vervolg) De kandidaat kan weergeven welke rechten, plichten en verantwoordelijkheden gelden voor een werknemer in geval van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid in een gegeven situatie.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

- de rechten in geval van arbeidsongeschiktheid . recht op uitkering AAW of WAO . mate van arbeidsongeschiktheid bepaalt hoogte en duur van de uitkering - de verplichtingen in geval van arbeidsongeschiktheid . medewerking verlenen aan keuringen - de tendens tot aanscherping en beperking van het stelsel van sociale zekerheid

- concrete gevolgen voor twee sociale verzekeringssoorten

23

1 juli 1997




EINDTERM: 19.

De kandidaat kan de regels met betrekking tot beveiliging van gegevens toepassen.

Taxonomie-code: Rc/r Waarde: 5 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

19.1

Toepassen

de geldende voorschriften m.b.t. de beveiliging van: - persoonlijke gegevens - bedrijfsgegevens

- onderscheid tussen gewone, vertrouwelijke en geheime gegevens

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - de geldende voorschriften

24

1 juli 1997




EINDTERM: 20.

De kandidaat kan doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbeidsomstandighedenwet omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

20.1

Omschrijven

doel, inhoud en werkingsgebied van de Arbowet

- algemene verplichtingen van de werkgever op het terrein van: . lichamelijk en geestelijk welzijn . welzijnsbeleid . ontplooiing - algemene verplichtingen van de werknemer - actuele stand van zaken m.b.t. toepasselijkheid van de Arbowet - handhaving en sanctiemogelijkheden

25

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 21.

De kandidaat kan de belangrijkste elementen van arbo-zorg in een organisatie omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

21.1

Omschrijven

de belangrijkste elementen van arbo-zorg

- tenminste de volgende elementen/begrippen: . verzuimbeleid . taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van leidinggevenden en ondergeschikten . samenwerking en overleg . deskundigheidsinzet . voorlichting en onderricht . arbo-jaarplan . bedrijfshulpverlening

26

Toetsvoorwaarden

1 juli 1997




EINDTERM: 22.

De kandidaat kan de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie omschrijven.


Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

22.1

Omschrijven

de veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten in een gegeven situatie

- factoren die een rol spelen bij het ontstaan van VGW-risico's, waarbij factoren m.b.t. organisatie, omgeving, materiaal, middelen en mensen worden onderscheiden - mogelijkheden om VGW-risico's te voorkomen of te beperken - doel en inhoud van een Risico-Inventarisatie en -Evaluatie

- een gegeven situatie - tenminste drie veiligheidsaspecten, drie gezondheidsaspecten en drie welzijnsaspecten

27

1 juli 1997




EINDTERM: 23. De kandidaat kan de procedures, richtlijnen en voorschriften m.b.t. arbo-zorg in een organisatie toepassen. Taxonomie-code: Rc/i Waarde: 6 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

23.1

Toepassen

- procedures en richtlijnen

- gericht op het bewerkstelligen van arbeidsomstandigheden conform de wettelijke normen (Arbowetgeving)

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - procedures, richtlijnen en voorschriften

- voorschriften

- m.b.t. . verzuim . ongevalsmelding . bedrijfshulpverlening . preventie van ongevallen en ziekte

28

1 juli 1997




EINDTERM: 24.

De kandidaat kan arbo-knelpunten in een gegeven situatie oplossen.

Taxonomie-code: Pc Waarde: 6 punten Nr.

Eindgedrag

Inhoud

Beheersingsniveau

Toetsvoorwaarden

24.1

Oplossen

knelpunten op het gebied van - veiligheid - gezondheid - welzijn

- in overeenstemming met de geldende richtlijnen en voorschriften - in overleg met de verantwoordelijke functionaris - in samenwerking met collega's

Hulpmiddelen voor de kandidaat: - procedures, richtlijnen en voorschriften

29

1 juli 1997

CREBO:50195)

Recommend Documents