Praktijkinstructie Consumptieve kredieten 4 (CBV05.4/CREBO:50164)
pi.cbv05.4.v1 © ECABO, 1 augustus 1997 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
Praktijk
Inhoud
Inleiding
3
Taak 1
Informatie en advies (eindterm 1, 2, 3, 4, 10 en 16)
5
Taak 2
Beoordeling van de kredietwaardigheid (eindterm 5, 6, 7 en 8)
7
Taak 3
Berichtgeving (eindterm 9 en 11)
9
Taak 4
Gegevensverwerking (eindterm 12)
10
Taak 5
Kredietbeheer (eindterm 13, 14 en 15)
12
Taak 6
Organisatie van promotionele acties
14
Consumptieve kredieten 4
Praktijk
Consumptieve kredieten 4
Praktijk
Inleiding Wanneer iemand wat wil kopen waarvoor hij het geld nog niet heeft, kan hij gaan sparen tot hij het geld wel heeft. Hij kan het geld ook lenen, zodat hij meteen kan kopen wat hij wil hebben. Dit lenen kost geld, want de kredietgevers lenen niet voor niets. Ze berekenen kredietvergoeding. Kredieten zijn voor de banken een belangrijke bron van inkomsten. Consumptieve kredietverlening, de kredietverlening aan particulieren, is pas de laatste tientallen jaren als dienstverlening goed van de grond gekomen. In de zestiger jaren was de kredietverlening aan particulieren door middel van een persoonlijke lening of huurkoop al een bekend verschijnsel. Pas in de jaren daarna zijn ook andere vormen van kredietverlening aan particulieren ontstaan zoals het doorlopend krediet, het rekening-courant krediet en het card-krediet. Welke vorm van krediet de cliënt kiest hangt af van het doel. Wanneer cliënten bij u komen voor informatie over consumptieve kredietproducten is het belangrijk dat u hen hierbij kunt helpen. In taak 1 leert u hoe u informatie over de verschillende consumptieve kredietproducten en producten en/of diensten die in het verlengde hiervan liggen kunt verstrekken. U leert ook tijdig in te schatten of de cliënt te "zwaar" voor u is. In dat geval moet u hem doorverwijzen naar een meer gespecialiseerde collega. Om een offerte aan te kunnen bieden dient u na te gaan of de verstrekte gegevens in orde zijn en of de cliënt kredietwaardig is. Dit leert u in taak 2. Als de uitslag hiervan positief uitvalt en de cliënt zijn consumptief krediet bij uw bank af wil sluiten is een correcte administratieve afhandeling van de overeenkomst van belang. Hoe u dit doet is uitgewerkt in taak 3. Er kunnen zich situaties voordoen waarin er veranderingen optreden in de gegevens van de cliënt. Ook is het mogelijk dat de cliënt zijn consumptief krediet wil opheffen. Bedoelde gegevens moeten dan worden gemuteerd. Hoe u dit aanpakt wordt behandeld in taak 4. De bestanden van cliënten die een consumptief krediet hebben afgesloten moeten regelmatig worden gecontroleerd op naleving van de gemaakte afspraken. Is de cliënt bijvoorbeeld achterstallig dan moet daar actie op worden ondernomen. Hoe u in een dergelijke situatie moet handelen wordt in taak 5 beschreven. Het organiseren van marktbewerkingsacties wordt in taak 6 behandeld als onderdeel van eindterm 1. Of u met deze activiteit op de praktijkwerkplek daadwerkelijk aan de slag gaat is sterk afhankelijk van de bank waar u uw praktijkopleiding doorloopt. In de instructie wordt steeds gesproken van "de bank". Het is natuurlijk mogelijk dat u uw praktijkopleiding bij een andere organisatie doorloopt.
Consumptieve kredieten 4
3
Praktijk
Consumptieve kredieten 4
4
Praktijk
Taak 1
Informatie en advies Men kan om verschillende redenen een krediet willen afsluiten, bijvoorbeeld voor het aanschaffen van een auto waarvoor men op dat moment het geld niet beschikbaar heeft of omdat men een tijdelijk tekort aan liquide middelen wil opheffen. Het is belangrijk dat u erachter komt om welke reden men een krediet wil afsluiten, zodat u de cliënt kunt adviseren over de vorm van consumptief krediet die het best aansluit bij deze reden. In deze taak wordt aangegeven hoe u kunt handelen, afhankelijk van de keuze van de cliënt.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ de cliënt informatie verschaffen over de verschillende consumptieve kredietproducten (eindterm 1) ➤ de cliënt uitleggen wat de financiële, fiscale en juridische consequenties zijn m.b.t. het afsluiten van een consumptief krediet (eindterm 2) ➤ de cliënt adviseren bij de keuze van een passende kredietvorm (eindterm 3) ➤ de administratieve afwikkeling van een adviesgesprek verzorgen (eindterm 4) ➤ de cliënt wijzen op en informeren over overige producten en diensten die verband houden met of een aanvulling vormen op de transactie die de bank met de cliënt is aangegaan (eindterm 10) ➤ de cliënt doorverwijzen naar interne adviseurs wanneer de cliënt advies/informatie wenst over zaken die niet behoren tot de standaarddienstverlening op het terrein van consumptieve kredietverlening (eindterm 16)
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Vraag aan de cliënt welke wensen hij heeft m.b.t. het consumptieve krediet en noteer deze. Stap 2 Geef de cliënt een toelichting, evt. met gebruikmaking van een brochure, op de kenmerken en voorwaarden bij de verschillende vormen van consumptief krediet. Stap 3 Licht de cliënt in over de voorwaarden waaraan hij moet voldoen om een consumptief krediet te kunnen afsluiten. Stap 4 Leg de juridische consequenties en de tenaamstellingsmogelijkheden uit. Stap 5 Maak aansluitend op de wensen van de cliënt berekeningen met betrekking tot financiële verplichtingen en fiscale consequenties. Stap 6 Geef de cliënt informatie over de overige producten en/of diensten van de bank die in het verlengde liggen van een consumptief krediet. Stap 7 Indien blijkt dat de cliënt meer informatie wenst dan u hem kunt verschaffen dient u de cliënt door te verwijzen naar een ter zake kundige collega. Er kunnen nu 2 verschillende situaties ontstaan.
Taak 1
Cliënt wil verder praten
Cliënt wil nadenken
Stap 8 De verdere behandeling van deze cliënt wordt in taak 2 uiteen gezet.
Stap 8 Geef de cliënt brochures en rekenvoorbeelden mee.
Consumptieve kredieten 4
5
Praktijk Stap 9 Leg een dossier aan en agendeer gemaakte afspraken
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5.
Opdrachten
Taak 1
Wat zijn binnen uw bank de meest verkochte vormen van consumptief krediet? Wat zijn daarvan de kenmerken? Als blijkt dat u een cliënt moet doorverwijzen naar een interne adviseur, welke gegevens van de cliënt dient u dan reeds te hebben genoteerd? Welke follow-up geeft u als een cliënt na het adviesgesprek nog niet tot een besluit is gekomen? Welke mogelijkheden bestaan er op het gebied van cross-selling bij uw bank bij het afsluiten van consumptieve kredieten? Welke financieringsvormen worden door uw bank verstrekt en welke worden bij een dochter- of zusteronderneming ondergebracht?
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Vraag aan uw praktijkopleider een ingevuld aanvraagformulier van een bestaand consumptief krediet, neem de betreffende procedure erbij en ga na of dit formulier volledig en correct is ingevuld. Bespreek onduidelijkheden met uw praktijkopleider.
2.
Woon, in overleg met uw praktijkopleider, een aanvraaggesprek voor een consumptief krediet bij. Vul tijdens dit gesprek -naast het formulier dat uw praktijkopleider invult- een schaduwformulier in. Vergelijk na afloop van het gesprek uw formulier met dat van uw praktijkopleider. Geef aan op welk moment u de cliënt eventueel overgedragen zou hebben aan een meer deskundige collega. Bespreek dit met uw praktijkopleider.
3.
Voer een aantal informatie- en adviesgesprekken m.b.t. een consumptief krediet met potentiële cliënten. Bespreek het verloop van de gesprekken met uw praktijkopleider.
Consumptieve kredieten 4
6
Praktijk
Taak 2
Beoordeling van de kredietwaardigheid U heeft de cliënt geïnformeerd over de mogelijkheden en u heeft berekend wat de financiële verplichtingen voor de cliënt zijn. De cliënt geeft te kennen dat hij het consumptief krediet bij uw bank af wil sluiten. Aan u nu de taak om te beoordelen of de cliënt over voldoende kredietwaardigheid beschikt.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ cliëntgegevens verzamelen en registreren ten behoeve van de beoordeling van de kredietwaardigheid (eindterm 5) ➤ volgens de geldende procedures beoordelen of de kredietaanvraag voldoet aan de criteria (eindterm 6) ➤ de identiteit van de cliënt en de juistheid en volledigheid van (aanvullende) zekerheden controleren (eindterm 8) ➤ de cliënt uitleggen waarom een aanvraag voor een krediet afgewezen wordt (eindterm 7)
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Verzamel en registreer relevante gegevens van de cliënt. Denk aan BKR-toetsing, evt. creditscore. Stap 2 Controleer of de door de cliënt verstrekte gegevens juist zijn. Denk aan WIF, VIS en EVA. Stap 3 Beoordeel of de verstrekte gegevens voldoen aan de criteria die aan de kredietaanvraag gesteld worden. Stap 4 Laat uw beoordeling met betrekking tot de kredietwaardigheid van de cliënt fiatteren door uw leidinggevende. Stap 5 Indien de cliënt niet voldoet aan de gestelde norm deel dan de motivatie van afwijzing duidelijk aan de cliënt mee.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3.
Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Taak 2
Welke normen hanteert uw bank m.b.t. het inkomen van een cliënt bij verstrekking van een consumptief krediet? Zijn er door uw bank grenzen gesteld aan uw bevoegdheid m.b.t. het verstrekken van een consumptief krediet? Zo ja, welke? Welke procedures bestaan er binnen uw bank m.b.t. het verstrekken van een consumptief krediet?
Vraag aan uw praktijkopleider de bescheiden behorende bij een bestaand consumptief krediet. Voer BKR-toetsing en evt. creditscore uit. Bereken a.d.h.v. de inkomensgegevens en de gevraagde kredietsom of u deze cliënt een consumptief krediet zou hebben verstrekt. Bespreek eventuele afwijkingen met uw praktijkopleider.
Consumptieve kredieten 4
7
Praktijk 2.
Taak 2
Bereken en controleer naar aanleiding van adviesgesprekken met potentiële cliënten de kredietwaardigheid. Leg uw bevindingen voor aan uw praktijkopleider.
Consumptieve kredieten 4
8
Praktijk
Taak 3
Berichtgeving U heeft alle benodigde gegevens van de cliënt en de gekozen vorm van consumptief krediet verzameld en gecontroleerd. Aan de verstrekkingscriteria wordt voldaan. De bank gaat akkoord met het gevraagde krediet. De overeenkomst kan verzonden (of ter plaatse overhandigd) worden.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ de berichtgeving aan de cliënt met betrekking tot de krediettransactie verzorgen (eindterm 9) ➤ de (administratieve) afwikkeling van overeengekomen krediettransacties verzorgen (eindterm 11)
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Stel de overeenkomst volgens de gemaakte afspraken op en verstuur deze met een begeleidend schrijven aan de cliënt (of overhandig hem en laat de cliënt tekenen voor akkoord). Let op : meld de cliënt wanneer en hoe hij over het geld kan beschikken. Stap 2 Agendeer de gemaakte afspraken, zoals het terugsturen van het contract, nog te overhandigen bescheiden, enz.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2.
Opdrachten
Taak 3
Welke procedures bestaan er binnen uw bank m.b.t. de afgifte van consumptief kredietovereenkomsten? Welke functionaris(sen) of afdeling(en) dient u te informeren over de door u afgegeven overeenkomsten?
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Neem een overeenkomst m.b.t. een bestaand consumptief krediet en verzamel de hierbij horende begeleidende stukken. Bestudeer de overeenkomst en bespreek onduidelijkheden met uw praktijkopleider.
2.
Stel overeenkomsten op naar aanleiding van adviesgesprekken met potentiële cliënten. Bespreek deze met uw praktijkopleider en pas ze zo nodig aan.
Consumptieve kredieten 4
9
Praktijk
Taak 4
Gegevensverwerking Het is van groot belang dat wijzigingen in persoonlijke gegevens van de cliënt of wijzigingen m.b.t. eerder gemaakte afspraken correct worden vastgelegd. In werkplan 1 wordt dit beschreven. Ook wanneer de cliënt het consumptief krediet wil opheffen dient dit in de betreffende bestanden te worden verwerkt. Hieraan wordt aandacht besteed in werkplan 2.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ mutaties verrichten in cliëntenbestanden en kredietdossiers met behulp van een geautomatiseerd systeem (eindterm 12)
Werkplan 1
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Verzamel de te muteren gegevens. Stap 2 Voer de mutaties in in de betreffende bestanden. Stap 3 Berg de mutatie-opdrachten op in een centraal archief.
Werkplan 2
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Vraag aan de cliënt wat de reden is van het willen opheffen van het consumptief krediet. Maak hiervan een aantekening en geef dit door aan uw leidinggevende, indien dit noodzakelijk is. Stap 2 Roep gegevens van de cliënt op in het geautomatiseerde gegevensbestand om te zien of er een boeteclausule/opzegtermijn in het contract is opgenomen en bespreek dit met de cliënt. Stap 3 Verwerk de gegevens m.b.t. de opheffing van het consumptief krediet in het geautomatiseerde gegevensbestand. Stap 4 Verzorg de afrekening volgens de procedures en op de door de cliënt gewenste wijze. Stap 5 Berg de bescheiden op in een centraal archief.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3. 4. 5.
Taak 4
Welke beveiligingsvoorschriften voor het bewerken van cliëntdossiers in het geautomatiseerde systeem gelden er binnen uw bank met betrekking tot consumptief kredietovereenkomsten? Zijn er door de bank grenzen gesteld aan uw bevoegdheid m.b.t. het opheffen van consumptieve kredieten? Zo ja, welke? Dient u andere functionarissen/afdelingen op de hoogte te brengen als een cliënt een consumptief krediet opheft? Zo ja, welke gegevens dient u dan te verstrekken? Zijn er bij uw bank redenen te noemen op grond waarvan geen boete hoeft te worden betaald bij het opheffen van een consumptief krediet? Wat zijn bij uw bank de meest voorkomende redenen voor het vervroegd aflossen van vormen van consumptief krediet?
Consumptieve kredieten 4
10
Praktijk Opdrachten
Taak 4
De opdrachten zijn een uitwerking van de werkplannen. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk in uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat de werkplannen moeten worden aangepast. Pas de werkplannen, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Vraag aan uw praktijkopleider te muteren gegevens op; neem de betreffende procedure erbij en voer de wijzigingen uit. Bespreek onduidelijkheden met uw praktijkopleider.
2.
Woon, in overleg met uw praktijkopleider, een gesprek bij waarin een cliënt meldt zijn consumptief krediet te willen opheffen. Bespreek na afloop het verloop van dit gesprek met uw praktijkopleider.
3.
Voer een aantal gesprekken met cliënten die hun consumptief krediet op willen heffen. Bespreek het verloop en uw eventuele vragen met uw praktijkopleider.
4.
Voer gegevens m.b.t. opheffingen van consumptief krediet in in het geautomatiseerde gegevensbestand en verzorg de verdere afhandeling van de opheffingen.
Consumptieve kredieten 4
11
Praktijk
Taak 5
Kredietbeheer In het kader van kredietbeheer moet regelmatig nagegaan worden of de cliënt zich daadwerkelijk aan de gemaakte afspraken houdt. In geval van achterstalligheid zult u actie moeten ondernemen.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ het verloop bijhouden van consumptieve kredieten met behulp van een geautomatiseerd systeem (eindterm 13) ➤ betalingsachterstanden signaleren met behulp van een geautomatiseerd systeem (eindterm 14) ➤ standaardoplossingsmethoden voor betalingsachterstanden voorstellen aan de cliënt (eindterm 15)
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Selecteer de bestanden en controleer of de betreffende cliënten aan hun verplichtingen hebben voldaan. Stap 2 Benader bij achterstalligheid de cliënt en achterhaal de reden van het uitblijven van de afgesproken termijnbetaling. Stap 3 Nodig de cliënt, indien noodzakelijk, uit voor een gesprek en biedt mogelijke alternatieven aan. Maak afspraken met de cliënt en leg deze vast. Als blijkt dat de cliënt structureel niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen en de geboden alternatieven geen uitkomst bieden, informeert u de afdeling Bijzonder Beheer.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1. 2. 3. 4.
Opdrachten
Taak 5
Welke procedure dient u bij uw bank te volgen bij achterstalligheid van een cliënt? Welke alternatieven kunt u een cliënt bieden bij achterstalligheid? Zijn er door uw bank beperkingen gesteld aan uw bevoegdheden bij het aanbieden van alternatieven? Wat kan de afdeling Bijzonder Beheer de cliënt als alternatief aanbieden?
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk bij uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Vraag aan uw praktijkopleider de te controleren bestanden op, neem de betreffende procedure erbij en ga na of er sprake is van achterstalligheid. Bespreek onduidelijkheden met uw praktijkopleider.
2.
Benader een aantal cliënten die achterstallig zijn, afhankelijk van de bij uw bank geldende procedure schriftelijk of mondeling, en achterhaal de reden van de achterstalligheid. Bied de cliënten mogelijke alternatieven aan en verwijs
Consumptieve kredieten 4
12
Praktijk hen zo nodig door naar de afdeling Bijzonder Beheer. Leg de afspraken die u met de cliënten maakt vast.
Taak 5
Consumptieve kredieten 4
13
Praktijk
Taak 6
Organisatie van promotionele acties De leiding van de bank is voortdurend bezig nieuwe activiteiten te ontplooien die een bijdrage kunnen leveren tot een beter resultaat. Deze activiteiten worden jaarlijks vastgelegd in een commercieel jaarplan. Dit jaarplan is een middel om te komen tot een systematische bewerking van het marktgebied. De activiteiten in het jaarplan zijn afgestemd op het bereiken van de gestelde doelen en zijn gericht op het verbeteren van de marktpositie en de winstgevendheid. De leiding van de bank laat voor het opstellen van een jaarplan onderzoek doen naar de mogelijkheden in de eigen plaats of omgeving. Een onderzoek naar de 'markt' waaruit moet blijken waar de bank mogelijk nog nieuwe cliënten kan aantrekken of reeds afgezette diensten kan uitbreiden. In deze taak leert u hoe u een promotionele actie kunt voorbereiden en (mede)organiseren. Niet bij alle banken zult u daadwerkelijk aan deze taak toekomen, omdat hier specifieke deskundigen voor aangesteld zijn.
Doel
Aan het eind van deze taak kunt u: ➤ promotionele acties voorbereiden en organiseren in het kader van consumptieve kredietverlening
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Stel vast op welk(e) product/dienst en/of doelgroep een actie gericht moet worden. Stap 2 Verzamel zoveel mogelijk informatie over het product/de dienst en/of de doelgroep. Stap 3 Stel de doelstelling van de te voeren actie vast. Stap 4 Stel de vorm van de actie vast om de doelstelling te bereiken. Stap 5 Stel een actieplan op. Stap 6 Stel vast op welke wijze de follow-up zal plaatsvinden. Stap 7 Stel vast hoe de actie geëvalueerd zal worden. Stap 8 Informeer de medewerkers over de actie. Stap 9 Zorg dat de actie uitgevoerd wordt.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met uw praktijkopleider. 1a. b. 2. 3. 4.
Taak 6
Ligt het commercieel jaarplan van uw bank ter inzage voor alle mensen binnen de bank? Zo nee, wat is de reden hiervoor? Ligt het commercieel jaarplan ter inzage voor mensen van buiten de bank? Zo nee, wat is de reden hiervoor? Hoe komt de bank aan gegevens van mogelijke cliënten? Welke promotionele acties werden er in het kader van consumptieve kredietverlening door uw bank het afgelopen jaar georganiseerd? Welke vorm hadden deze acties en wat was het resultaat? Wat is de gang van zaken wanneer een actie gevoerd wordt in het kader van consumptieve kredietverlening waarbij de cliënten rechtstreeks benaderd worden d.m.v. een mailing?
Consumptieve kredieten 4
14
Praktijk
Opdrachten
Taak 6
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat u de opdrachten gaat uitvoeren dient u na te gaan of het werk bij uw bank op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met uw praktijkopleider, zo nodig aan. Voer daarna de opdrachten uit. 1.
Vraag het commercieel jaarplan van het afgelopen jaar aan uw praktijkopleider. Lees dit ter oriëntatie. Maak notities over de volgende punten : de manier van marktbenadering cliëntgroepen productgroepen marktontwikkelingen beleidsuitgangspunten
2.
Overleg met uw praktijkopleider op welk(e) product/dienst en/of doelgroep een nieuwe actie i.h.k.v. consumptieve kredietverlening gericht zou kunnen worden.
3.
Verzamel gegevens over het product/de dienst en/of doelgroep.
4.
Stel de doelstelling van de actie vast.
5.
Stel in overleg met uw praktijkopleider de vorm van de actie vast om de doelstelling te bereiken. Bespreek met hem ook de budget-ruimte.
6.
Stel een actieplan op, leg dit voor aan uw praktijkopleider en verwerk zijn eventuele op- of aanmerkingen.
7.
Vul het actieplan verder in. Denk aan : locatie, planning, inschakeling medewerkers in- en extern, benodigde hulpmiddelen, enz.
8.
Stel vast op welke wijze de follow-up plaats gaat vinden.
9.
Stel vast hoe de evaluatie uitgevoerd zal worden.
10.
Leg het actieplan, en uw voorstel van follow-up en evaluatie voor aan uw praktijkopleider.
11.
Verwerk mogelijke op- of aanmerkingen van uw praktijkopleider.
12.
Informeer de medewerkers van uw bank schriftelijk over de actie en geef direct bij de actie betrokkenen een mondelinge toelichting.
13.
Zorg in overleg met uw praktijkopleider dat het plan uitgevoerd wordt.
Consumptieve kredieten 4
15