Praktijkinstructie Werknemersverzekeringen 4 (CJU05.4/CREBO:50105)
pi.cju05.4.v3
© ECABO, 1 september 2003
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij elektronisch, kopieertechnisch, druktechnisch of fotografisch, zonder voorafgaande toestemming van ECABO. Correspondentie met betrekking tot overneming of reproductie: ECABO Postbus 1230 3800 BE AMERSFOORT
Praktijk
Inhoud Inleiding
3
Taak 1
Het aannemen en afhandelen van standaardaanvragen (eindterm 1, 3, en 4)
5
Taak 2
Het uitvoeren van herbeoordelingen (eindterm 2)
9
Werknemersverzekeringen 4
Praktijk
Werknemersverzekeringen 4
Praktijk
Inleiding Onderwerp In deze praktijkinstructie komen de taken van beoordelaars1 aan bod die werken aan de uitvoering van de Werkloosheidswet (WW), de Toeslagenwet, arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (zoals de WAO, Waz en Wajong), de Ziektewet en de Ziekenfondswet. Deze wetten (behalve de Waz en de Wajong) noemen we de werknemersverzekeringen. Werknemersverzekeringen beschermen het inkomen: bij (gedeeltelijke) werkloosheid bij (gedeeltelijke) arbeidsongeschiktheid bij derving van inkomsten wegens ziekte tegen ziektekosten. De werknemersverzekeringen (behalve de Waz en de Wajong) worden gefinancierd door premies die werknemers en werkgevers betalen. De werknemersverzekeringen zijn niet altijd alleen bedoeld voor werknemers. In het ziekenfonds zitten bijvoorbeeld ook gepensioneerden, uitkeringsgerechtigden en zelfstandigen. Wie doet wat? Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen verzorgt de: Werkloosheidswet, de Toeslagenwet en de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. De ziekenfondsen en toegelaten particuliere zorgverzekeraars voeren de Ziektewet en de Ziekenfondswet uit. Verzekerden die een (aanvullende) uitkering willen of een beroep doen op het ziekenfonds dienen hiervoor schriftelijke aanvragen in bij deze instellingen. Alle genoemde instellingen hebben beoordelaars in dienst die deze aanvragen behandelen. Dat gebeurt meestal schriftelijk, maar een gesprek is ook mogelijk. De beoordelaars vragen alle relevante informatie bij de cliënt op en onderzoe ken of de cliënt recht heeft op een uitkering/vergoeding of inschrijving. Na het onderzoek maken zij een voorstel dat door een beslisser wordt beoordeeld. Wat doe je als beoordelaar? Als beoordelaar krijg je meestal mensen op bezoek met problemen. Dat kunnen financiële problemen zijn, maar ook sociale problemen. Dat komt vooral voor bij de cliënten van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen. De ene cliënt zit in z'n maag met het feit dat hij wegens reorganisatie ontslagen is, de ander met het probleem dat hij door een ongeval arbeidsongeschikt is geworden. Bij het ziekenfonds kan het voorkomen dat cliënten hoge eigen bijdragen moeten betalen terwijl ze zich toch al gedupeerd voelen door hun ziekte. Jouw taak is deze cliënten -binnen de ruimte van de wet- en regelgeving- te helpen door: hen op een efficiënte manier de uitkering of vergoeding te verstrekken waar zij recht op hebben en hen eventueel gericht door te verwijzen naar andere instanties. In deze praktijkinstructie leer je de vragen en aanvragen van cliënten van de genoemde instellingen te behandelen. Dat zijn nieuwe aanvragen (taak 1) en herbeoordelingen (taak 2). 1
Dit is een functiebenaming die vaak voorkomt. In de organisatie waar je werkt kunnen ze ook anders genoemd worden.
Werknemersverzekeringen 4
3
Praktijk
Werknemersverzekeringen 4
4
Praktijk
Taak 1
Het aannemen en afhandelen van standaardaanvragen In deze taak leer je aanvragen aan te nemen en te behandelen die te maken hebben met de: Werkloosheidswet Toeslagenwet arbeidsongeschiktheidsverzeke ringen Ziektewet en de Ziekenfondswet. Wat moet je allemaal weten en kunnen? Kennis van de wet- en regelgeving is heel belangrijk. Niet alleen voordat je begint met het aannemen van aanvragen, maar ook bij het raadplegen van naslagwerken om bijzonderheden op te zoeken. Daarnaast gaat het om de omgang met cliënten. In het gesprek met de cliënten: vraag je op een efficiënte en adequate manier alle benodigde informatie op geef je informatie houd je rekening met hun sociale en culturele achtergrond en emotionele gesteld heid ‘vertaal’ je de wet- en regelgeving voor de cliënt. Je vertelt in begrijpelijke taal waar hij recht op heeft en aan welke verplichtin gen hij moet voldoen voor inschrijving of om een uitkering/vergoeding te (blijven) ontvangen. Die verplichtingen zullen soms tot weerstand leiden. Het is jouw taak om goed uit te leggen waarom de informatie nodig is. Vervolgens onderzoek je de juistheid en de volledigheid van de verstrekte gegevens van de cliënt. Ook de rechten die de cliënt heeft op een (aanvullende) uitkering/vergoeding of op inschrijving worden onderzocht. Na het onderzoek stel je een voorstel op voor afhandeling van de aanvraag. Dit voorstel gaat naar een beslisser, die de hoogte van de uitkering/vergoeding bepaalt of bepaalt of iemand ingeschreven kan worden. De beslisser regelt ook de betaling. Het schriftelijk meedelen van de beslissing aan de cliënt doet vaak de beoordelaar. Binnen dit werk zijn twee dingen belangrijk: termijnbewaking en taakafbakening. Het werk moet afgerond zijn binnen de wettelijk vastgestelde beslistermijnen. Deze termijnen moet je daarom altijd in de gaten houden. Eventueel neem je maatregelen om de voortgang van je werk te versnellen. Ook moet je erop letten dat je alleen jouw eigen taak uitvoert: voor sommige problemen verwijs je de cliënten daarom door naar andere afdelingen of instanties. Bij de uitvoering van je werk maak je gebruik van de aanwezige geautomatiseerde systemen voor het invoeren en raadplegen van gegevens. Het is belangrijk dat je die systemen efficiënt en volgens de richtlijnen bedient. De gegevens moet je zorgvuldig invoeren.
Doel
Aan het eind van deze taak kun je: Ø standaardaanvragen over de afzonderlijke werknemersverzekeringen afhandelen (eindterm 1) Ø de bezwaar- en beroepsprocedure over de afzonderlijke werknemersverzekeringen omschrijven (eindterm 3) Ø een geautomatiseerd systeem toepassen voor de uitvoering van werknemersverzekeringen (eindterm 4)
Taak 1
Werknemersverzekeringen 4
5
Praktijk
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. In het werkplan is globaal uitgewerkt welke bewerkingsfasen een aanvraag doorloopt. Het CWI voert stap 1 t/m 6 uit voor de aanvraag van een WW-uitkering. Stap 1 Wordt een aanvraag terecht bij jouw organisatie ingediend? JA --> ga naar stap 3 NEE --> ga naar stap 2. Stap 2 Verwijs de cliënt -met de reden waarom- door naar een andere instantie. Geef eventueel een verwijsbrief mee. Stap 3 Maak een afspraak met de cliënt voor een intakegesprek. Stap 4 Stuur de cliënt informatie en formulieren ter voorbereiding op het gesprek (intake). Leg uit wat de cliënt moet doen om zich voor te bereiden en geef aan wat er gebeurt als hij dat niet doet. Stap 5 Maak het dossier van de cliënt aan. Stap 6 Houd het gesprek/de intake loop met de cliënt het aanvraagformulier door, controleer alle gegevens en verzamel alle bewijsstukken stel zo nodig het beroep en de arbeidsmarktpositie van de cliënt vast en bespreek de arbeidsmarktmogelijkheden met de cliënt geef alle relevante informatie bepaal of een voorschot of nooduitkering noodzakelijk is. Stap 7 Onderzoek of de uitkering/vergoeding verstrekt kan worden. Stap 8 Maak een voorstel tot afhandeling en zo nodig een proefberekening en stuur deze door naar de toetsingsafdeling. Stap 9 Informeer de cliënt over de beslissing en over de bezwaar- of beroepsprocedure. Stap 10 Handel de aanvraag administratief af.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met je praktijkopleider. 1.
2. 3.
4. 5. 6.
Taak 1
Wat zijn de doelgroepen en doelstellingen van onderstaande wetten en verzekeringen? de Werkloosheidswet de Toeslagenwet arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (de WAO, Waz en Wajong) en de Ziektewet en Ziekenfondswet. Wat is de relatie tussen de Ziektewet en de Wet Uitbreiding Loondoorbetalingsplicht bij Ziekte (WULBZ)? Welke verplichtingen hebben werkgevers door de WULBZ? Hoe zijn werknemers uit de publieke sector (ambtenaren) beschermd tegen inkomensverlies door risico's van ziekte, werkloosheid, medische kosten en arbeidsongeschiktheid? Beschrijf dit kort. Geef ook eventuele opvallende verschillen met de particuliere sector aan. Welke van de genoemde verzekeringen voert de organisatie waar je werkt uit? Is er sprake van een taakverdeling of specialisatie? Biedt de organisatie ook aanvullende verzekeringen voor cliënten? Zo ja, beschrijf deze kort. Geef ook aan waar de cliënt meer informatie over deze verzekeringen kan krijgen. Om een uitkering te kunnen ontvangen via een (werknemers)verzekering moet er premie betaald worden. Beantwoord hierover de volgende vragen: Wie moet de premie voor de genoemde verzekeringen betalen? Hoe wordt het premiebedrag berekend?
Werknemersverzekeringen 4
6
Praktijk
7. 8. 9. 10.
11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Opdrachten
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren moet je nagaan of het werk in het bedrijf/de organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1.
Taak 1
Hoe en aan wie vindt de premieafdracht plaats? Wat betekent de Wet Pemba voor de premiebedragen? Wat is het doel van deze wet? Welke documenten gelden als legitimatiebewijs? Beschrijf ze voor aanvragers met de Nederlandse nationaliteit en voor aanvragers die deze niet hebben. Leg uit wat met ‘partner’ wordt bedoeld in de genoemde verzekeringen. Wanneer is een stuk een geldig bewijsstuk? Wat gebeurt er met een aanvraag van een cliënt als hij in gebreke blijft met het verstrekken van gegevens? Zoek op wat hierover in de Algemene Wet Bestuursrecht en de Wet BMTI (Wet Boeten en Maatregelen, terug- en Invordering sociale zekerheid) staat . Wat houdt een reïntegratie plan in bij de werknemersverzekeringen? Bij welke wetten komt dit voor en aan welke eisen dient het te voldoen? Wat doet de beoordelaar als hij gegevens verifieert en valideert? Bij welke andere instellingen worden de gegevens van cliënten gecheckt? Hoe gebeurt dat? Onder welke voorwaarden is dat toegestaan? Specificeer dit waar nodig. Wat zijn de wettelijke beslistermijnen voor aanvragen? Leg dit zo nodig uit per wet. Wanneer kan een voorschot of nooduitkering toegekend worden aan een cliënt? Mag je dit zelfstandig doen of moet dit in overleg met je leidinggevende? Naar welke externe organisaties/instellingen verwijs je cliënten door? Noem de belangrijkste en geef aan waarom. Hoe, bij wie en binnen welke termijn kan een bezwaar- of beroepschrift tegen een beslissing ingediend worden? Naar welke organisatie(s) kun je een cliënt doorverwijzen die hulp wil hebben bij het opstellen van een bezwaarschrift of beroepschrift? Wat zijn in de organisatie waar je werkt de richtlijnen voor het omgaan met (agressie van) cliënten? Beschrijf ze kort. Hoe garandeert de organisatie de privacy van cliënten? Welke maatregelen neem je hiervoor zelf? Heeft de organisatie een klachtenprocedure voor cliënten? Zo ja, hoe ziet deze er -op hoofdlijnen- uit? Op welke punten zijn de door de organisatie uitgevoerde verzekeringen fraudegevoelig? Besteedt de organisatie systematisch aandacht aan het bestrijden van fraude door cliënten? Zo ja, hoe?
Werk het globale werkplan van deze taak concreter uit voor een aanvraag voor de: WW Toeslagenwet WAO Waz Wajong ziektewet inschrijving in het ziekenfonds
Werknemersverzekeringen 4
7
Praktijk
vergoeding vanuit het ziekenfonds. Gebruik stroomschema’s of processchema's. Geef bij elke stap aan welke functionaris of afdeling hiervoor verantwoordelijk is. Let op: Vraag voor de wetten die de organisatie niet uitvoert informatie op bij de uitvoerende instanties, bij je school of bij klasgenoten werkzaam bij die instellingen.
Taak 1
2.
Geef in het kort de verschillen aan tussen de stroomschema’s of processchema's. Bespreek het resultaat van opdracht 1 en 2 met je praktijkopleider.
3.
Bespreek met collega's of met je praktijkopleider hoe je de stappen uit de schema's zo nauwkeurig en efficiënt mogelijk kunt uitvoeren. Welke informatie moeten de cliënten krijgen? Verdere vragen over de uitvoering van het werk kun je hen ook stellen.
4.
Beschrijf kort de voorwaarden om voor een uitkering/vergoeding voor de afzonderlijke verzekeringen in aanmerking te komen. Beschrijf ook hoe het bedrag van de uitkering/vergoeding berekend wordt. Geef aan wat er met de uitkering/vergoeding gebeurt als cliënten neveninkomsten, vermogen of een partner (al dan niet met een inkomen/uitkering) hebben.
5.
Woon een aantal gesprekken bij die collega's hebben met cliënten die aanvragen indienen. Overleg hierover met je praktijkopleider om zoveel mogelijk verschillende aanvragen te zien. Schrijf op wat je opvalt en bespreek je vragen en opmerkingen na afloop met je collega's. Hoe communiceren zij met de cliënten (verbaal èn non-verbaal)? Hoe gaan ze om met eventuele emoties van de cliënten?
6.
Onderzoek met één of meer collega's of je praktijkopleider een groot aantal gevarieerde aanvragen. Stel samen met hen per aanvraag een rapportage, proefberekening en advies op. Bespreek met hen ook wat aanwijzingen voor fraude kunnen zijn en hoe je moet handelen bij aanwijzin gen voor fraude.
7.
Neem zelf een behoorlijk aantal aanvragen voor de genoemde verzekeringen aan. Bekijk of de aanvragers voor een uitkering/vergoeding in aanmerking komen. Bespreek dit zonodig met je praktijkopleider en collega's. Denk daarbij aan vragen over de wet- en regelgeving emoties van cliënten eventuele wrijvingen in de communicatie en mogelijke aanwijzingen voor fraude.
8.
Stel voor de aanvragen uit opdracht 7 adviezen en zo nodig proefberekeningen op en bespreek deze met je praktijkopleider. Stel hierna de adviezen en proefberekeningen zo nodig bij en leg ze aan de toetsingsafdeling voor.
9.
Stel nadat je een reactie op de adviezen uit opdracht 8 hebt gehad, de cliënten op de hoogte van de beslissing op hun aanvraag. Geef de cliënten informatie over de manier waarop zij eventueel bezwaar of beroep kunnen aantekenen.
10.
Handel de aanvragen uit opdracht 7 administratief af.
Werknemersverzekeringen 4
8
Praktijk
Taak 2
Het uitvoeren van herbeoordelingen Het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen dient volgens de wet regelmatig te onderzoeken of de cliënten nog steeds recht hebben op de uitkering die zij ontvangen. Ziekenfondsen/ziektekostenverzekeraars moeten controleren of de ingeschrevenen nog recht hebben op inschrijving. Zij houden van tijd tot tijd heronderzoeken om de rechtmatigheid van de uitkeringen of vergoedin gen uit de sociale fondsen te waarborgen en zo de premies zo laag mogelijk te houden. De heronderzoeken van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen zijn er ook om de arbeidsdeelname van cliënten of hun partners te stimuleren. Bijvoorbeeld via gesubsidieerde banen, specifieke scholing en aanpassing van de werkplek. Cliënten die hiervoor in aanmerking komen, kunnen door heronderzoeken geselecteerd worden. Sommige cliënten zijn vrijgesteld van de sollicitatie plicht, door hun leeftijd of fysieke conditie. Ook bij deze cliënten moet gecontroleerd te worden of zij (neven)inkomsten hebben en of hun financiële omstandigheden en fysieke conditie niet zodanig gewijzigd zijn dat zij zelf (deels) in hun onderhoud kunnen voorzien. In deze taak leer je hoe je een heronderzoek uitvoert.
Doel
Aan het eind van deze taak kun je: Ø herbeoordelingen voor de afzonderlijke werknemersverzekeringen uitvoeren (eindterm 2)
Werkplan
Lees het werkplan door om een beeld van de taak te krijgen. Stap 1 Maak een afspraak met de cliënt, meld welke gegevens de cliënt mee moet nemen voor het gesprek en verstrek het heronderzoeksformulier. Stap 2 Voer het gesprek en verifieer alle relevante gegevens van de cliënt verifieer of de cliënt eerder gemaakte afspraken is nagekomen stel de financiële en arbeidsmarktpositie van de cliënt vast en bespreek de consequenties van eventuele veranderingen organiseer als dat nodig is een herkeuring. Stap 3 Stel een rapportage op met een voorstel voor afhandeling en zonodig een proefberekening. Stuur alle stukken door naar de toetsingsafdeling. Stap 4 Informeer de cliënt over de beslissing en zo nodig over de bezwaarprocedure. Stap 5 Handel de herbeoordeling administratief af. Stap 6 Organiseer zo nodig de uitvoering of aanpassing van een trajectplan en informeer de cliënt hierover.
Vragen
Beantwoord de vragen en bespreek de antwoorden met je praktijkopleider. 1. 2.
Taak 2
Voert de organisatie waar je werkt heronderzoeken uit? Zo ja, ga naar vraag 2. Zo nee, informeer dan waarom dit niet gebeurt. Wat is het doel van een heronderzoek? Hoe, hoe vaak en binnen welke termijnen moet een heronderzoek verricht worden? Geef dit laatste zo nodig per categorie uitkeringsgerechtigden/inge schrevenen aan.
Werknemersverzekeringen 4
9
Praktijk
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Opdrachten
Taak 2
Naar welke gegevens kijkt men vooral bij een heronderzoek? Maak zo nodig een onderscheid per categorie uitkeringsgerechtigden/ingeschrevenen. Welke externe bronnen/gegevensbestanden raadpleegt men voor heronderzoeken? Is een cliënt verplicht aan een heronderzoek mee te werken? Zo ja, wat gebeurt er als hij dat weigert? Voor welke uitkeringsgerechtigden geldt volgens de genoemde verzekeringen een sollicitatie plicht? En hoe bepaal je of ontvangers van uitkeringen zich voldoende inspannen voor scholing of het verkrijgen van werk? In welke gevallen kun je besluiten tot herkeuring? Stimuleert de organisatie de scholings- en arbeids deelname van cliënten met sollicitatieplicht? Zo ja, hoe? Geef dit zo nodig/mogelijk per doelgroep aan. Werkt je organisatie met andere organisaties samen om de scholingsgraad en arbeidsdeelname van cliënten met een sollicitatieplicht te bevorderen? Zo ja, met welke organisaties en in welke vorm? Zorgt de organisatie voor trajectbegeleiding of stelt zij trajectplannen op? Zo ja, volgens welke procedure? Wie bepaalt uiteindelijk welk traject geschikt is voor een cliënt? Past de organisatie een sanctie - of boetesysteem toe indien cliënten: scholing en/of arbeid weigeren of een wijziging in hun persoonlijke situatie niet melden? Zo ja, hoe ziet dit systeem eruit en op welke wet(ten) is het gebaseerd?
De opdrachten zijn een uitwerking van het werkplan. Voordat je de opdrachten gaat uitvoeren moet je nagaan of het werk in het bedrijf/de organisatie op de hiervoor beschreven wijze gebeurt of dat het werkplan moet worden aangepast. Pas het werkplan, in overleg met je praktijkopleider, als dat nodig is aan. Voer de opdrachten daarna uit. 1.
Vergelijk de eisen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en/of de Ziekenfonds raad over heronderzoeken met de richtlijnen van je eigen organisatie. Noteer eventuele verschillen en bespreek met je praktijkopleider de achtergrond van deze verschillen.
2.
Bespreek met collega's of je praktijkopleider hoe je een heronderzoek zo nauwkeurig en efficiënt mogelijk uitvoert. Specificeer als dat nodig is per verzekeringssoort. Denk ook aan het omgaan met signalen die op fraude kunnen wijzen of op onwil om betaald werk te doen. Bespreek je eigen vragen over de heronderzoeken met je collega’s of praktijkopleider.
3.
Woon een aantal gesprekken bij die collega's hebben met cliënten die voor een heronderzoek komen. Wat valt je op? Bespreek je vragen en opmerkingen na afloop met je collega's. Let ook op de manier waarop de gesprekken verlopen.
4.
Stel samen met je collega's rapportages en adviezen en evt. herberekeningen op m.b.t. de in opdracht 3 bijgewoonde gesprekken.
Werknemersverzekeringen 4
10
Praktijk
Taak 2
5.
Voer zelf een behoorlijk aantal herbeoordelinggesprekken met cliënten. Raadpleeg je praktijkopleider of collega's indien je dit nodig acht. Denk daarbij aan vragen over: wet- en regelgeving, het al dan niet toepassen van stimuleringsmaatregelen en de omgang met cliënten.
6.
Stel, naar aanleiding van de gesprekken uit opdracht 5, rapportages, adviezen en evt. herberekeningen op. Bespreek deze met je praktijkopleider. Stel ze zo nodig bij en leg ze voor aan de toetsingsafdeling.
7.
Nadat je een reactie op je adviezen uit opdracht 6 hebt gehad licht je de cliënten in over de beslissing op het heronderzoek. Geef de cliënten informatie over de manier waarop zij eventueel bezwaar of beroep kunnen aantekenen.
8.
Handel de heronderzoeken conform de besluiten uit opdracht 7 administratief af.
9.
Organiseer als dat nodig is de aanpassing van een reïntegratieplan voor de cliënten uit opdracht 5. Doe dat in overleg met het reïntegratiebedrijf. Let daarbij op de privacy van de cliënt.
10.
Informeer, indien van toepassing, de cliënten over het wijzigen van het reïntegratieplan. Verwijs de cliënten zo nodig door naar de juiste organisatie.
Werknemersverzekeringen 4
11