1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn Doel
1.3.03 Couveusenazorg Het ondersteunen bij de integratie van de baby bij thuiskomst in het gezinsleven met als uitgangspunt de behoefte van het gezin.
Toepassing
Couveusenazorg of uitgestelde kraamzorg wordt vergoed vanuit de aanvullende verzekeringspakketten. Meestal kan hier na de 10e dag een beroep op worden gedaan, in de meeste gevallen tot 3 maanden na de geboorte. De vergoedingen variëren gebruikelijk tussen de 12 en 16 uur, verdeeld over drie à vier dagen. Is een cliënt niet verzekerd voor couveusenazorg, dan kan deze overwegen voor eigen rekening toch een aantal uren kraamzorg af te nemen. De spreiding van deze uren over een aantal dagen, wordt dan in overleg bepaald en is minimaal 3 uur per dag.
Beknopte inhoud
Onderdelen
Bijzonderheden
Blz.
Informatie bekend bij cliënt
Over de uren van de couveusenazorg
1
Algemeen
De aantal vergoede uren
Handelwijze
Overdracht,evaluatie en registratie
Taken
Roteren, voorlichting op maat o.a. over voeding,controles van baby en zo nodig aan kraamvrouw
2
Huishouden op maat Aandachtspunten
Filmmateriaal
3
Apneu
Informatie aan de cliënt
De cliënt wordt middels het Informatie Magazine Naviva kraamzorg geïnformeerd over de mogelijkheden van couveusenazorg.
Bij cliënten bij wie een verhoogd risico op een couveusekindje bekend is, informeert de consulent de cliënt over de mogelijkheid tot couveusenazorg en checkt met haar de verzekeringspolis. Bij de overige cliënten wordt het onderwerp vanwege tijdstechnische redenen niet besproken.
Aan de ziekenhuizen en verloskundigen wordt een aantal exemplaren van de folder over couveusenazorg beschikbaar gesteld.
De consulent, de kraamzorgcentrale, de zorgplanning en de MZC (incl. MSK) zijn geïnformeerd over de mogelijkheden van de couveusenazorg bij Naviva kraamzorg. Werkwijze
Algemeen
De kraamverzorgende is bij het uitsturen door de planning geïnformeerd over het aantal uren welke de cliënt vergoed krijgt of gekocht heeft. Deze worden dan geleverd. De behoefte van de cliënt dient als uitgangspunt voor het geven van couveusenazorg. Het uitgangspunt is dat alle uren die gegeven mogen worden ook gegeven worden.
Blz. 1 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg
Handelwijze
Neem de overdracht van het ziekenhuis door. Het advies voor o.a. de kamertemperatuur , de voeding, vitamines, slaaphouding kan per ziekenhuis verschillen. Houd je aan de gegeven adviezen . Bel bij onduidelijkheden. Overleg zo nodig met de verloskundige. Stem met de cliënt je werkzaamheden af. Observaties en registraties noteren op controlelijst Baby. Het kraamzorgdossier is meestal nog leeg of nagenoeg leeg. Je rapportages kun je op de gebruikelijke wijze doen op de nog lege bladzijden. Informatieverstrekking zoals beschreven in de handleiding kraamzorgdossier is voor het gedeelte van de baby van belang. Evalueer de zorg na de eerste dag zodat tijdig bijstelling kan plaatsvinden. Neem telefonisch contact op met de wijkverpleegkundige JGZ voor overdracht van de zorg, tenzij er al een afspraak of contact is met de JGZ. Het kraambed eindigt officieel de tiende dag, na deze dag is de huisarts het aanspreekpunt. Bij de kraamvrouw vervallen de controles tenzij anders geïndiceerd.
Taken bij couveusezorg
Zorg voor (moeder en) kind in de thuissituatie. Leg het draaiend verzorgen Babymassage kan aangeboden worden. Controle en observatie kind (en indien nodig, de moeder). Voorlichting en instructie, waar nodig. Advisering en begeleiding t.a.v. voeding. Toelichten en invullen kraamzorgdossier, en/of andere relevante documenten. Wijzen op evaluatieformulier. Voor huishoudelijke ondersteuning: biedt zorg op maat. Het is dus niet altijd noodzakelijk om het bed te verschonen en het sanitair te reinigen. Dit hangt uiteraard af van de lichamelijke conditie van de kraamvrouw. De ondersteuning kan ook bestaan uit het ontlasten van het gezin, bijvoorbeeld door maaltijden te bereiden, andere kinderen op te vangen etc.
Aandachtspunten
De zuigeling heeft enige tijd in het ziekenhuis doorgebracht, hier werd hij omringd door vele vormen van zorg. In alle ziekenhuizen in ons werkgebied wordt er nu vooral gewerkt aan een bescherming van de baby tegen de overvloed van prikkels en het vaak verstoren van de slaap. Er wordt veelal gewacht tot de baby wakker is alvorens te gaan handelen en er wordt zachtjes gesproken. Stress wordt verminderd. De couveuse wordt veelal afgedekt. NIDCAP ( Neonatal Individualized Developmental Care and Assessment) de ontwikkelingsgerichte couveuse zorg wordt overal toegepast. Enerzijds zijn de interventieprogramma's gericht op het kind en anderzijds worden de ouders vroeg in het proces Blz. 2 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg betrokken om zo de ouder - kind relatie te optimaliseren. Ze zijn 24 uur per dag welkom op de afdeling. De programma's stoppen ook niet meer bij het ontslag, maar er wordt een ondersteuning van de ouders geboden na ontslag. Op de neonatale diensten wordt het kind beschermd tegen overdadige stimuli zoals geluid, licht, overdadige handelingen. Op www.couveuse.startpagina.nl zijn er filmfragmenten over te zien. Het Deventer ziekenhuis en de Isala klinieken zijn ook aan te klikken. Op de site van de Isala is goed te zien hoe ze werken bij het Fotoboek. Op de site www.couveuseouders.nl is informatie te vinden voor ouders .
De zuigeling kan, samen met zijn ouders, één of meerdere kritieke situaties hebben doorgemaakt. De ouders hebben het daardoor vaak moeilijk om zich te hechten aan de baby. Veel ziekenhuis werken met een fotoboek om te laten zien hoe het werkt op de afdeling. Dit voorkomt schrik bij familieleden en oudere kinderen.
De dagelijkse zorg voor de zuigeling hebben de ouders, onder begeleiding, in het ziekenhuis uitgevoerd. Ook is het voor de ouders steeds vaker mogelijk om voor het ontslag 24 uur voor de baby te zorgen in het ziekenhuis.
Er is meer aandacht voor de ligging van de baby. Dat is niet alleen meer rugligging, maar de baby ligt in een nestje/snuggle en wordt gevoed in zijligging gezien alle bekende voordelen. De baby kan bij zijn eigen handjes. Er wordt meer en meer roterend verzorgd en kleding mag een baby niet belemmeren in zijn bewegingen. De buidel /kangoeroe methode wordt overal inmiddels toegepast. In Hardenberg wordt de baby deels ingebakerd in bad gedaan. In Almelo en in Zwolle kunnen ouders 24 uur per dag de baby volgen via de web cam, ook al is de couveuse soms afgedekt.
Observaties
Door de belastende of ingrijpende zorgsituaties kunnen ouders extra bezorgd zijn.
Extra te observeren bij couveusebaby;s: Groei
Temperatuur
Apneu
Iedere dag op een vast tijdstip bloot wegen.
Gewenste groei is 100-150 gram per week.
Tweemaal daags temperaturen.
Constante temperatuur van de zuigeling, tussen 36,5°C 37,5°C.
Voldoende warmte toevoeren d.m.v. kruiken of extra deken.
Afkoeling voorkomen bij wegen en baden.
Alertheid bij tocht in de thuissituatie .
Informatie naar ouders Vertaling en bewerking van het artikel: L.A. Stokowski. (2005). A parents' guide to understanding apnoe. Advances in Neonatal Care, 5 (3), 175-176. Blz. 3 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg Bij een apnoe houdt de ademhaling bij een kind soms tijdelijk op, het duurt soms langer dan 15 of 20 seconden waarbij het hartritme vertraagt en/of waarbij de huidskleur verandert en de zuurstofsaturatie vermindert. Apnoe's komen meer voor bij prematuren dan bij a terme kinderen. Hoe jonger een prematuur geboren wordt, hoe groter het risico. Bij een apnoe vertraagt het hartritme meestal tot 80 - 100 slagen per minuut. Een bradycardie, vertraging hartritme, kan ook zonder een apnoe gebeuren. Vooral bij prematuren is een apnoe een normaal verschijnsel. Apnoe's verdwijnen naarmate een kind de a terme leeftijd bereikt. Apnoe's komen dan ook niet meer terug. Zo zullen apnoe's bij een prematuur met een gestationele leeftijd van 30 weken na 6 tot 10 weken niet meer voorkomen. Bij zeer jonge prematuren vraagt dit wel meer tijd. Stem met de verloskundige af hoe je daar mee om gaat in dit kraamgezin. De meest eenvoudige en effectieve behandeling van een apnoe bestaat erin om het kind zacht en rustig aan te raken (de zogenaamde "gently touch") en/of het kind aan te moedigen om goed door te ademen (het zogenaamde "stimuleren"). Het wrijven over de rug of het zachtjes wrijven over de voetzool zorgen ervoor dat de ademhaling gestimuleerd wordt. Er bestaan ook andere manieren om apnoe's te behandelen. Sommige kinderen hebben medicatie nodig. Caffeïne en theophylline worden hiervoor dikwijls gebruikt. Deze medicijnen stimuleren de hersenen die het kind helpen herinneren om goed te ademen. Andere kinderen hebben soms respiratoire ondersteuning zoals CPAP (= continuous positive airway pressure) nodig. CPAP brengt lucht of zuurstof via een tussenstuk in de neus van het kind naar de keelholte en longen. Wanneer de zuurstofsaturatie bij het kind te laag is, kan extra zuurstof gegeven worden. De enige manier om apnoe's te genezen is tijd: naarmate het kind ouder wordt en zich verder ontwikkeld zullen apnoe's niet alleen in frequentie afnemen maar ook stoppen. Andere hulpmiddelen om apnoe's te voorkomen zijn: respecteer de slaapmomenten van het kind. Maak hen niet onnodig wakker. aandacht voor de houding van een prematuur is zeer belangrijk. De verloskundige/ neonatologieverpleegkundige leert de ouders aan hoe het hoofdje van hun kind best kan ondersteund worden. aandacht voor goede positionering van het kind. Hoofd en nek liggen in een rechte Lijn. Op deze wijze knikt de luchtpijp niet af. Het optimaal vrijmaken van de luchtwegen is een belangrijk aandachtspunt tijdens het knuffelen, voeden en/of het in slaap wiegen. aandacht voor een stabiele lichaamstemperatuur. Vermijd afkoeling tussen het veranderen van kleedjes en het baden. Wanneer het kind een te lage lichaamstemperatuur heeft, zal de couveuse vlugger opwarmen. Sterke temperatuursschommelingen kunnen apnoe's veroorzaken. Blz. 4 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg Aandacht tijdens de voeding. Prematuren kunnen tijdens het voeden hard en snel zuigen. Soms kan de ademhaling kortstondig ophouden tijdens het zuigen en slikken. Verloskundige/neonatolgie verpleegkundige observeren de huidskleur en het ademhalingspatroon van het kind. Dit leren we ook de ouders aan. Apnoe's en wiegedood zijn twee verschillende problemen. Apnoe's tijdens de hospitalisatie leiden niet tot wiegedood. Apnoemonitors voor thuis voorkomen wiegedood niet. Nochtans ontwikkelen prematuren een hoger risico voor wiegedood.
Praktische tips voor ouders
1.
Leg de baby op de rug om te slapen.
2.
Neem een goed harde matras voor het bedje. Leg de baby niet te slapen op de bank of in het ouderlijke bed.
3.
Gebruik de autostoel alleen in de auto en niet voor het nachtelijk of tussentijds slapen.
4.
Maak het slaapbedje vrij van speelgoed, kussens en spreien.
5.
Gebruik geen hemeltje over het slaapbed of autostoelen. De baby is nu meer volgroeid en moet nu het dagnachtritme leren kennen.
6.
Dek het kind niet te warm toe.
7.
Rook niet in huis of in de auto maar rook buiten.
8.
Ouders duidelijk uitleggen het kind niet te gaan schudden bij een apneu (shaken baby syndroom).
Het badje kost de baby energie. Als de groei niet optimaal is, het badje beperken tot 2 á 3 maal per week.
Extra aandacht voor de dunne huid van de zuigeling.
Een couveuse baby krijgt tijdens de opname een prematuren -speen om de zuigreflex te blijven
De verzorging Baden
Voeding
opwekken. Dus keur een speen niet af.
Het voedingsadvies van de kinderarts is leidend.
Standaard krijgt de zuigeling 150-180 ml/kg/per dag, dit geldt voor alle voedingen, ook voor premature voeding.
Voedings- en
Uitzonderingen zijn zuigelingen met vochtbeperkingen, dit wordt aangegeven op de overdracht.
Aan afgekolfde borstvoeding kunnen extra calorieën d.m.v. sondevoeding toegevoegd worden.
Adviezen uit het ziekenhuis kunnen afwijken van gangbare adviezen. Zij dienen altijd opgevolgd te
bijvoedingsmethoden
worden. Bij vragen raadpleeg je de verloskundige.
Bijvoeden bij borstvoeding wordt beschreven in de borstvoedingsrichtlijn.
Bij flesvoeding extra aandacht voor verslikken, eventueel een 1-2-3 speen of andere speen gaan gebruiken of therapeutisch gaan flesvoeden. Mogelijk is er zijligging geadviseerd. Blz. 5 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg
Een pauze tijdens het voeden geeft de zuigeling gelegenheid uit te rusten.
De kinderarts zal in eerste instantie aangeven hoeveel tijd er maximaal tussen twee voedingen mag zitten.
Vitamines
Infectiepreventie
Vitamine K en D wordt gegeven volgens de richtlijn of advies van de kinderarts.
Zijn er geen adviezen gegeven? Overleg dan met de verloskundige.
Een pre-dysmature zuigeling is extra kwetsbaar voor bacteriën. Een goede hygiëne bij het verzorgen van de zuigeling en bij het bereiden van voeding of gebruik van voedingsondersteuning blijft belangrijk.
Een goede hygiëne in de thuissituatie, met name van het sanitair blijft belangrijk.
Het mijden van verkouden mensen, en mensen met een koortslip (afplakken,niet zoenen) is van belang.
Rust en regelmaat
Door de ziekenhuisopname is de zuigeling mogelijke gestrest en kan overprikkelt reageren. Ook door het nog niet volledig gerijpt zijn van lichaamsprocessen kan de zuigeling veel of jengelig huilen. Geduld en troost bieden door de baby in een rustige omgeving te houden.
Houding / dragen
Leg de baby te slapen volgens de richtlijn veilig slapen, tenzij anders is voorgeschreven door de arts.
Rust voor ouders en baby is van belang.
Regelmaat en voorspelbare handelingen zijn extra belangrijk:
-
houdt rekening met de gecorrigeerde leeftijd van de zuigeling;
-
afspraken maken over bezoek.
Een zuigeling die enige tijd in de couveuse heeft gelegen, vertoont de neiging te overstrekken. Ronddragen en roterend hanteren is hier extra van belang.
Positief effect babymassage
Biedt het masseren van de pasgeborene aan. Nodig de ouders uit de baby te masseren dit versterkt het gevoelscontact tussen de verzorger en de baby en laat ze van elkaar genieten. Tijdens het masseren komt het hormoon Oxytocine vrij ook wel het bindings- of knuffelhormoon genoemd.
Blz. 6 van 7
1.3.03
1.3 ZORG - KRAAMZORG BIJZONDERE SITUATIES Richtlijn
1.3.03 Couveusenazorg
Autorisatie Resultaatverantwoordelijke:
Managers kraamzorg
Proceseigenaar:
Beleidsmedewerker deskundigheidsbevordering
Naam:
Hanneke Briër
Auteur:
Hanneke Briër
Ingangsdatum 1e versie:
April 2009
Ingangsdatum nieuwe versie:
Oktober 2013
Evaluatiedatum:
Oktober 2016
Paraaf:
Specifieke informatie Kwaliteitsdomein ZiZo
Cliëntgerichtheid Lichamelijke gezondheid, psychisch welbevinden en veiligheid Integratie van het kind in het gezin Zelfredzaamheid ouders in verzorging kind
ZiZo indicator
5.
Beschikbaarheid actuele zorginhoudelijke protocollen
14. Ervaren hygiëne 15. Ervaren effect van de kraamzorg 19. Ketenzorgafspraken 20. Signaleren gezondheidsproblemen
Verwijzing naar documentatie: Wijzigingen t.o.v. vorige versie:
www.couveuseouders.nl Vertaling en bewerking van het artikel: L.A. Stokowski. (2005). A parents' guide to understanding apnoe. Advances in Neonatal Care, 5 (3), 175-176. datum Juli 2013
Toevoeging Tekstuele aanpassingen Vitamine advies aangepast blz.6 Informatie over apneu toegevoegd blz.3-5
Blz. 7 van 7
1.3.03