Correctievoorschrift VMBO-KB
2006 tijdvak 1
VERZORGING CSE KB
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
1
REGELS VOOR DE BEOORDELING
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2
ALGEMENE REGELS
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVO-regeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat.
600021-1-717c
2
3
4
5 6 7
8 9
Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld; 3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer.
N.B. Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de vraag is toegestaan, maar niet verplicht.
600021-1-717c
2
3
VAKSPECIFIEKE REGELS
Voor dit centraal schriftelijk examen verzorging KB kunnen maximaal 81 scorepunten worden behaald.
4 Vraag
BEOORDELINGSMODEL
Antwoord
Scores
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend.
|
MEDISCH KINDERDAGVERBLIJF
z
1
A
{
2
maximumscore 2 • 1 "is vandaag nogal koppig" kun je niet waarnemen / het is een mening over het gedrag • 5 "geen zin hebben" kun je niet waarnemen / het is een mening over het gedrag
1 1
Opmerking Als achter het juiste nummer de uitleg onjuist is of ontbreekt, geen punt toekennen. {
3
maximumscore 1 een sociogram / een relatieschema
{
4
maximumscore 1 met Coriene
z
5
C
|
THUISZORG {
6
maximumscore 2 vier eisen, bijvoorbeeld: Æ Het bed moet zo staan dat er ruimte is aan beide kanten. Æ Het bed moet op een juiste hoogte staan. / De hoogte van het bed moet kunnen veranderen. Æ Bij het bed moet een nachtkastje / tafeltje staan (zodat de patiënt spullen binnen handbereik heeft). Æ De kamer moet sober ingericht / niet te vol zijn (zodat het onderhoud gemakkelijk is). Æ Er moet een (gemakkelijke) stoel (voor de patiënt / voor bezoek) zijn. Æ Er mag niet veel ongewenst geluid in de kamer zijn. Æ De kamer moet donker gemaakt kunnen worden (zodat de patiënt overdag kan slapen). Æ De kamer moet goed geventileerd kunnen worden. vier juiste eisen drie of twee juiste eisen minder dan twee juiste eisen
z
7
2 1 0
D
600021-1-717c
3
Vraag
Antwoord
Scores
z
8
D
z
9
B
z 10
D
{
maximumscore 2 drie veiligheidsvoorzieningen, bijvoorbeeld: Æ stopcontactbeveiligers Æ traphekje Æ veiligheidssluiting deuren/ramen Æ schoonmaakmiddelen/onderhoudsmiddelen/wasmiddelen achter gesloten deur / hoog opbergen
11
drie juiste veiligheidsvoorzieningen twee juiste veiligheidsvoorzieningen minder dan twee juiste veiligheidsvoorzieningen
z 12
A
z 13
D
|
VOEDINGSCENTRUM
z 14
A
z 15
C
z 16
C
z 17
A
z 18
B
z 19
B
|
MEVROUW PETERS {
20
maximumscore 1 De kleurencombinatie van de gerechten in dit menu is niet goed. / De gerechten van de maaltijd zijn bijna allemaal oranje/rood.
z 21
A
z 22
A
z 23
B
600021-1-717c
2 1 0
4
Vraag
Antwoord
Scores
STAGE IN GROEP 2 VAN DE BASISSCHOOL {
24
maximumscore 1 omdat het kind dan zelfvertrouwen krijgt / een gevoel van eigenwaarde ontwikkelt / zich geliefd weet
{
25
maximumscore 2 drie manieren, bijvoorbeeld: Æ een schouderklopje geven Æ de duim opsteken Æ een knipoog geven Æ zeggen dat hij hard werkt Æ vragen wat hij aan het bouwen is / wat het moet worden Æ zeggen dat hij een mooie garage heeft gebouwd Æ zeggen dat het een goed idee is om de auto erin te laten rijden drie juiste manieren twee juiste manieren minder dan twee juiste manieren
{
26
|
2 1 0
maximumscore 3 drie van de onderstaande opvoedingsaspecten en toepassingen: Æ structuur bieden, omdat de kinderen in de rij moeten staan (net als gisteren) Æ belonen van goed gedrag, omdat een kind mag helpen, als zij/hij dat vraagt Æ straffen van verkeerd gedrag, omdat het kind dat uit de rij gaat geen speelgoed krijgt Æ consequent zijn omdat juffrouw José de straf volhoudt, ook als het kind boos wordt / gaat zeuren per juist aspect en juiste wijze van toepassen
600021-1-717c
5
1
Vraag
Antwoord
Scores
|
KARIN
gezicht wassen handen wassen tanden poetsen tandpasta op de tandenborstel doen lange broek aan blouse aan grote knopen dichtmaken kleine knoopjes dichtmaken schoenen aandoen schoenen dichtmaken halskettinkje omdoen en vastmaken
gedeeltelijk hulp nodig
maximumscore 2
zelfstandig
27
volledig hulp nodig
{
X X X X X X X X X X X
elf kruisjes op de juiste plaats tien, negen of acht kruisjes op de juiste plaats minder dan acht kruisjes op de juiste plaats
z 28
A
z 29
A
z 30
B
z 31
A
|
MENEER KUIPERS
z 32
D
{
maximumscore 2 twee redenen, bijvoorbeeld: Æ Een bad is niet geschikt voor mensen die moeilijk lopen. Æ Er ligt geen anti-slipmat voor (en in) het bad / meneer Kuipers kan gemakkelijk uitglijden. Æ Er zijn geen beugels (waaraan meneer Kuipers zich kan vasthouden). Æ Er is geen thermostaatkraan (dit is onveilig).
33
per juiste reden
600021-1-717c
2 1 0
1
6
Vraag
{
34
Antwoord
Scores
maximumscore 2 dagrantsoen B is het meest geschikt twee redenen, bijvoorbeeld: Æ Bij dagrantsoen B wordt vaker per dag iets voedzaams aangeboden. / Dagrantsoen A bevat te weinig tussendoortjes. Æ Dagrantsoen B bevat meer vezels (volkorenbrood, fruit). / Dagrantsoen A bevat minder vezels dan dagrantsoen B. per juiste reden
1
Opmerking Als de kandidaat alleen dagrantsoen B noemt en geen juiste reden geeft, geen punt toekennen.
|
MENEER WOLTERS {
35
maximumscore 2 drie van de volgende punten: ÆHij eet vaak kant-en-klaar-maaltijden. / Hij eet geen verse groenten/fruit. Æ Hij gebruikt veel alcohol. Æ Hij heeft geen goed evenwicht tussen werken en ontspanning. / Hij werkt door de week veel. Æ Hij heeft weinig lichaamsbeweging. Æ Hij eet in het weekend veel vet (door de snack's, pinda's en stukjes kaas). drie juiste punten twee juiste punten minder dan twee juiste punten
z 36
A
{
maximumscore 2 drie symptomen, bijvoorbeeld: Æ rode plekken op het lichaam Æ benauwdheid Æ tranende ogen/rode ogen Æ een loopneus Æ hoesten/niezen Æ eczeem Æ een opgezet gezicht
37
2 1 0
drie juiste symptomen twee juiste symptomen minder dan twee juiste symptomen
z 38
A
{
39
maximumscore 1 acupunctuur
{
40
maximumscore 1 de (praktijk voor klassieke) homeopathie
600021-1-717c
2 1 0
7
Vraag
Antwoord
Scores
|
NANDA {
41
maximumscore 2 twee andere vormen, bijvoorbeeld: Æ psychische mishandeling Æ incest/seksuele mishandeling Æ verwaarlozing Æ pesten per juiste vorm
{
42
1
maximumscore 2 twee redenen, bijvoorbeeld: Æ Het is goed voor de (geestelijke/lichamelijke/sociale) gezondheid als zij zich kan uiten. / Het is niet goed voor de (geestelijke/lichamelijke/sociale) gezondheid om problemen op te kroppen. Æ Dat kan haar het gevoel geven dat zij er niet alleen voor staat. Æ Door erover te praten kan ze hulp krijgen voor haar probleem. per juiste reden
{
43
1
maximumscore 2 drie gevolgen, bijvoorbeeld: Æ angstig zijn Æ moeilijk kunnen concentreren Æ achterstand oplopen in de ontwikkeling / vertraagde ontwikkeling Æ agressief zijn Æ pesten Æ teruggetrokken zijn Æ moeilijk contact maken Æ extra aandacht vragen Æ niet samen willen spelen Æ alle voorbeelden van gevolgen die horen bij emotionele, geestelijke, lichamelijke en sociale achterstand drie juiste gevolgen twee juiste gevolgen minder dan twee juiste gevolgen
2 1 0
|
KINDERBINGO {
44
maximumscore 2 drie manieren, bijvoorbeeld: Æ uitnodigingen versturen Æ folders/flyers verspreiden Æ affiches ophangen Æ een persbericht op de regiokabelkrant plaatsen / aan de regioradio sturen Æ een aankondiging op de website van 't Klokhuis plaatsen drie juiste manieren twee juiste manieren minder dan twee juiste manieren
600021-1-717c
2 1 0
8
Vraag
{
45
Antwoord
Scores
maximumscore 2 vijf punten, bijvoorbeeld: Æ de omschrijving van de kinderbingo / het doel van de kinderbingo Æ tijd(sduur) van de kinderbingo Æ doelgroep van de kinderbingo Æ wie de leiding heeft van de kinderbingo Æ verdeling van taken voor organisatie van de kinderbingo / wie de ruimte voor de kinderbingo in orde maakt Æ benodigdheden voor de kinderbingo Æ planning van de kinderbingo Æ kosten van de kinderbingo vijf juiste punten vier of drie juiste punten minder dan drie juiste punten
z 46
B
z 47
A
z 48
D
2 1 0
|
MEVROUW VAN DEN HEUVEL
z 49
C
{
50
maximumscore 1 één eis, bijvoorbeeld: Æ De producten moeten geteeld zijn zonder kunstmest. Æ De producten moeten geteeld zijn zonder chemische bestrijdingsmiddelen.
{
51
maximumscore 2 twee voordelen, bijvoorbeeld: Æ Voedingsvezel prikkelt de darmwand. Æ Voedingsvezel maakt de hoeveelheid ontlasting groter en zachter. / voorkomt verstopping. / zorgt voor een goede stoelgang. Æ Voedingsvezel heeft een hoge verzadigingswaarde. / Je hebt niet zo snel weer honger. Æ Voedingsvezel versterkt het gebit (door kauwen). per juist voordeel
1
|
MENEER DEKKERS
z 52
D
z 53
A
{
maximumscore 1 voor slechtziende/blinde mensen / voor mensen met een visuele handicap
54
600021-1-717c
9
Vraag
{
55
Antwoord
Scores
maximumscore 2 twee gevolgen, bijvoorbeeld: Æ Meneer Dekkers is minder afhankelijk van hulp. / Meneer Dekkers kan meer zelfstandig doen. Æ Meneer Dekkers kan langer in de eigen woning blijven wonen. Æ Het is goed voor de eigenwaarde van meneer Dekkers als hij veel zelf kan doen. Æ Het verhoogt de veiligheid in huis. per juist gevolg
1
{
56
maximumscore 1 Meneer Dekkers kan niet (goed) lopen, daarom is het voor hem handig als hij de Luxaflex open en dicht kan doen met een afstandsbediening.
{
57
maximumscore 2 drie problemen, bijvoorbeeld: Æ een financieel probleem Æ een probleem met het accepteren dat hij geen baan heeft / hij kan het gevoel hebben dat hij niet meer meetelt in de maatschappij / hij kan zich nutteloos voelen Æ een probleem om tijd door te brengen op een prettige manier / probleem met tijdsbesteding Æ een probleem dat hij misschien moet omscholen naar een ander beroep Æ een probleem dat hij collega´s / contacten via het werk mist / sociaal isolement drie juiste problemen twee juiste problemen minder dan twee juiste problemen
2 1 0
|
BEWEGEN VOOR OUDEREN {
58
maximumscore 3 drie objectieve en drie subjectieve waarnemingen, bijvoorbeeld: drie objectieve waarnemingen over de activiteit Er zitten mensen op een stoel. De mensen houden (twee aan twee) een handdoek vast. Op de handdoek ligt een balletje.
drie subjectieve waarnemingen over de activiteit Een mevrouw kijkt ernstig/neutraal. De mensen houden een mooie/lelijke handdoek vast. Het is een simpele activiteit.
zes juiste waarnemingen op de juiste plaats ingevuld vijf of vier juiste waarnemingen op de juiste plaats ingevuld drie of twee juiste waarnemingen op de juiste plaats ingevuld minder dan twee juiste waarnemingen op de juiste plaats ingevuld
600021-1-717c
10
3 2 1 0
Vraag
{
59
Antwoord
Scores
maximumscore 2 twee redenen, bijvoorbeeld: Æ Het is goed om het reactievermogen te trainen / op peil te houden. Æ Het is goed voor de armen/schouders/gewrichten. Æ Het is goed voor de sociale contacten. per juiste reden
1
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste 10 kandidaten per school in het programma WOLF. Zend de gegevens uiterlijk op 26 mei naar Cito.
600021-1-717c*
11