Correctievoorschrift VMBO-GL

Correctievoorschrift VMBO-GL

2015

pilot - CSPE Z&W GL profiel Zorg en Welzijn

Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel 4.1 Beoordelingsschema 4.2 Toelichting bij het beoordelingsschema 5 Berekening cijfer 6 Inzenden scores

1 Regels voor de beoordeling Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft het College voor Toetsen en Examens op grond van artikel 2 lid 2d van de Wet College voor toetsen en examens de Regeling beoordelingsnormen en bijbehorende scores centraal examen vastgesteld. Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet een exemplaar van de opdrachten en de beoordelingsnormen van het examen toekomen aan de examinator. 2 Deze beoordeelt de prestaties, voor zover van toepassing tijdens het maken van de praktijkopdrachten, volgens de door het College voor Toetsen en Examens gegeven richtlijn en legt zijn bevindingen schriftelijk vast in het beoordelingsschema (4.1). 3 De door de directeur aangewezen tweede examinator beoordeelt het resultaat van de praktijkopdrachten, alsmede de verrichtingen van de kandidaat zoals blijkend uit de in het vorige lid bedoelde schriftelijke vastlegging daarvan. De directeur overhandigt de tweede examinator daartoe een exemplaar van de opdrachten en de beoordelingsnormen.

PG-1600-f-15-1-c

1

lees verder ►►►

4 5

De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score vast. De examinator zendt de score en voor zover mogelijk het beoordeelde werk aan de directeur.

2 Algemene regels Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de regeling van het College voor Toetsen en Examens van toepassing: 1 De examinator vermeldt op het beoordelingsschema de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere opdracht toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 De examinator kent voor een prestatie scorepunten toe in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Wijzigen, weglaten of toevoegen van onderdelen van het beoordelingsmodel is niet toegestaan. Scorepunten zijn alleen de gehele getallen 0, 1, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een opdracht is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 voor een volledig juiste prestatie wordt bij de desbetreffende opdracht het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een prestatie gedeeltelijk juist is, wordt indien het beoordelingsmodel dit toelaat, een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een andere prestatie is geleverd dan aangegeven in het beoordelingsmodel en deze is aantoonbaar vakinhoudelijk juist of gedeeltelijk juist worden scorepunten toegekend naar analogie van het beoordelingsmodel; 3.4 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van eenzelfde prestatie. 4 Mocht tijdens het examen een hulpmiddel niet werken en dit is niet te wijten aan het verkeerd gebruik door de kandidaat dan mag dat geen invloed hebben op de beoordeling van de kandidaat. De kandidaat mag daar in tijd en scorepunten niet door benadeeld worden. 5 Indien de examinator voor het begin van het examen meent dat in het examen of in het beoordelingsmodel een fout of onvolkomenheid zit, deelt hij dit onverwijld mee aan het College voor Toetsen en Examens. Indien een vermeende fout of onvolkomenheid pas tijdens de afname blijkt, beoordeelt de examinator het werk van de kandidaten alsof het examen en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid dan alsnog mededelen aan het College voor Toetsen en Examens. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve vaststelling van de normering van het examen rekening gehouden (zie ook 5 Berekening cijfer).

PG-1600-f-15-1-c

2


6

7

Als een onvolkomen prestatie in een onderdeel van het examen doorwerkt in een daaropvolgend gedeelte, mag alleen die onvolkomen prestatie en niet de verdere uitwerking daarvan worden aangerekend, tenzij daardoor het volgende gedeelte aanzienlijk wordt vereenvoudigd of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Scorepunten worden toegekend op grond van de door de kandidaat geleverde prestaties voor iedere opdracht. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.

NB1 Het College voor Toetsen en Examens heeft de correctievoorschriften bij regeling vastgesteld. Het correctievoorschrift is een zogeheten algemeen verbindend voorschrift en valt onder wet- en regelgeving die van overheidswege wordt verstrekt. De corrector mag dus niet afwijken van het correctievoorschrift. NB2 Het aangeven van de onvolkomenheden op het werk en/of het noteren van de behaalde scores bij de opdracht is toegestaan, maar niet verplicht. Evenmin is er een standaardformulier voorgeschreven voor de vermelding van de scores van de kandidaten.

3 Vakspecifieke regels Voor dit examen zijn geen vakspecifieke regels vastgesteld.

PG-1600-f-15-1-c

3


4 Beoordelingsmodel Het beoordelingsmodel bestaat uit twee delen: het beoordelingsschema (paragraaf 4.1) en de toelichting bij het beoordelingsschema (paragraaf 4.2). 

In de toelichting bij het beoordelingsschema staan de uitwerkingen van schriftelijke en ICT-opdrachten. Bij alle beoordelingsaspecten moet de kandidaat aan alle criteria van dat aspect voldoen. De beoordelingsaspecten met meerdere criteria worden niet meer aangeduid met een asterisk *. De nummers van de opdrachten die direct tijdens de afname van het examen beoordeeld worden, zijn onderstreept. De overige opdrachten kunnen na de afname beoordeeld worden. In het beoordelingsschema zijn vakjes opgenomen, waarin aangegeven kan worden of de kandidaat wel (vinkje ) of niet (streepje -) aan het criterium / de criteria heeft voldaan. Als in het beoordelingsschema bij een opdracht klokjes ( of ) zijn weergegeven, wordt bij die opdracht het werktempo beoordeeld. Achter de klokjes noteert u de begin- en eindtijd van iedere kandidaat. U vermeldt de score van de kandidaat bij een minitoets achter het bijbehorende opdrachtnummer in het beoordelingsschema samen met de letter van de variant. Hieronder is een voorbeeld opgenomen van een ingevuld beoordelingsschema voor een minitoets.











kandidaatnummer

Hiske

Reinier

Havah

José

omschrijving beoordelingsaspect

045 022 034 017 naam van de kandidaat

Evert

max. score

opdrachtnr.

018

ONDERDEEL A

x

minitoets

10

8

a

6

b

7

c

5

a

7

b

Toelichting: kandidaat nr. 017 (Hiske) heeft variant b gemaakt en daarvoor 7 scorepunten behaald.

PG-1600-f-15-1-c

4


PG-1600-f-15-1-c

2a

1

opdrachtnr.

5

transport

sieraden afdoen De kandidaat doet de armband of het horloge van het slachtoffer af of vraagt aan het slachtoffer om deze zelf af te doen.

opmerking: Een score van 5 punten kan niet worden gegeven.

stappenplan ‘Eerste hulp’ (zie 4.2) 12 nummers juist 11 of 10 nummers juist 9 nummers juist 8 nummers juist 7 nummers juist 6 of minder nummers juist

ONDERDEEL A


4.1 Beoordelingsschema

6 4 3 2 1 0

1

6

max. score


naam van de kandidaat

kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

6

snelverband aanleggen

2d

transport

alle aspecten juist per onjuist, onvolledig of ontbrekend aspect

De randen van het snelverband worden aan beide kanten goed afgesloten.

Het verband is goed verdeeld en zit niet te los.

De kandidaat legt het verband meteen op de juiste plaats op de wond, verschuift het verband niet.

juiste materiaal De kandidaat kiest het juiste materiaal (namelijk: snelverband) en heeft géén hulp nodig bij het kiezen van het juiste materiaal.


wast na het aanleggen van het verband de handen of doet de handschoenen uit.

komt niet met de handen aan het steriele gaas.

maakt de steriele verpakking aan één kant open.

wast de handen of doet handschoenen aan.

hygiënisch werken De kandidaat werkt hygiënisch:

2c

2b

transport


-1

-1

2

1

2

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

2e

7

transport

opmerking: Een score van 1 of 3 punt(en) kan niet worden gegeven.

8 handelingen juist 7 of 6 handelingen juist 5 handelingen juist 4 of minder handelingen juist

zorgt dat de onderarm horizontaal of schuin naar boven ligt (niet naar beneden).

zorgt dat de vingertoppen buiten de mitella steken.

vouwt de punt van de doek naar voren en zet deze vast met een veiligheidsspeld of kleefpleister.

knoopt de slippen aan elkaar tot een platte knoop (onder het oor aan de gezonde zijde).

laat het slachtoffer langzaam zijn ondersteunende arm uit de doek glijden en trekt daarna meteen de slippen strak.

brengt de bovenste slip tussen romp en arm op de schouder aan de gezonde zijde.

laat het slachtoffer iets vooroverbuigen waardoor er ruimte komt tussen zijn gewonde arm en zijn romp.

pakt de driekante doek vast bij de punt en een slip.

mitella aanleggen De kandidaat:

transport


5 4 2 0

5

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

8

hulpmiddelen (zie 4.2) 14 juiste hulpmiddelen en juiste vergoeding aangegeven 13 of 12 juiste hulpmiddelen en juiste vergoeding aangegeven 11 juiste hulpmiddelen en juiste vergoeding aangegeven 10 of 9 juiste hulpmiddelen en juiste vergoeding aangegeven 8 of minder juiste hulpmiddelen en juiste vergoeding aangegeven

4a



Noteer hier de begintijd (van opdracht 4) van iedere kandidaat.



transport

Noteer hier de eindtijd (van opdracht 4) van iedere kandidaat.


minitoets


vertelt welke handelingen hij/zij gaat doen/doet.

vraagt het slachtoffer of het verband en de mitella goed zitten.

stelt het slachtoffer gerust.

communicatie De kandidaat:

3

2f

transport


eindtijd:

5 4 3 1 0

begintijd:

-1

5

10

2

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

9 0

De kandidaat heeft minder dan twee suggesties genoemd waardoor de zorgverlener meer rekening had kunnen houden met de wensen van de zorgvrager.

transport

opmerking: Een score van 1 punt kan niet worden gegeven.

2

fragment zorg op maat (zie 4.2) De kandidaat heeft minimaal twee suggesties genoemd waardoor de zorgverlener meer rekening had kunnen houden met de wensen van de zorgvrager.

5c

-1

2 0

fragment zorg op maat (zie 4.2) De kandidaat heeft minimaal drie voorbeelden uit het filmfragment gegeven met betrekking tot het professionele uiterlijk van de verzorgende.


fragment zorg op maat (zie 4.2) Er is vijf keer het juiste hokje aangevinkt én een passende uitleg gegeven.

opmerking: Een score van 1 punt kan niet worden gegeven. Alleen als de kandidaat voor aspect 4a ten minste 3 punten heeft behaald, kan de kandidaat 2 punten scoren voor het werktempo. In alle andere gevallen krijgt de kandidaat 0 punten voor het werktempo.

werktempo: uitvoering binnen 11 minuten uitvoering langer dan 11 minuten

5b

5a

4b

transport


2

1

4

2

max.


kandidaatnummer

PG-1600-f-15-1-c

6b

6a

opd.

10

transport


In de voettekst staan de voor- en achternaam van de kandidaat.

De titel is in WordArt gemaakt.

Het lettertype en de lettergrootte zijn goed leesbaar voor een oudere en groter dan in het bestand neusspray.pdf, Arial 10. (controleren in digitaal bestand)

De samenvatting is overzichtelijk door het gebruik van witregels, vet, cursief, onderstreping en opsommingstekens.

De samenvatting heeft het formaat van maximaal één A4.

eisen overzicht (zie 4.2) De bijsluiter voldoet aan de volgende eisen:


advies bij overdosering

bewaaradvies

veelvoorkomende bijwerkingen

gebruiksaanwijzing

toepassing

samenvatting (zie 4.2) De kandidaat heeft de volgende punten inhoudelijk juist verwerkt:

ONDERDEEL B

transport


-1

-1

2

2

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

7b

7a

11

transport


geeft de samenvatting van de bijsluiter mee aan mevrouw.

neemt initiatief bij het nemen van afscheid.

vraagt op het eind of de uitleg duidelijk was/of mevrouw nog vragen heeft.

informeert naar de vragen van mevrouw.

zegt goedemorgen of -middag en stelt zichzelf voor door een hand te geven en zijn naam te noemen.

gesprek openen en afscheid nemen De kandidaat:

alle aspecten juist

heeft geen kauwgum in de mond.

draagt indien nodig de haren vast of in een staart.

hygiëne/veiligheid De kandidaat:

transport


-1

3

1

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

7d

7c

12

transport

alle aspecten juist

mevrouw Davids gemotiveerd om zelf met de neusspray te oefenen.

op eigen initiatief de neusspray gedemonstreerd.

goed uitgelegd hoe je de neusspray moet bewaren.

de wijze van gebruik goed uitgelegd.

de dosering goed uitgelegd.

uitleg bijsluiter De kandidaat heeft:


geeft op vriendelijke wijze uitleg en antwoord op vragen.

zegt ‘u’ tegen mevrouw Davids.

kijkt mevrouw aan als hij/zij tegen haar praat.

begeleidt mevrouw Davids naar de gespreksruimte.

beleefd en professioneel De kandidaat:

transport


-1

1

2

max.


kandidaatnummer

PG-1600-f-15-1-c

9b

kostenberekening (zie 4.2)

9a

13

transport

opmerking: Doorrekenfouten van aspect 9a niet opnieuw aanrekenen; met de fout meerekenen.


kostenberekening (zie 4.2)  berekening juist  het juiste vakje gekozen (€ 5,00 per kind is onvoldoende)  het juiste tekort berekend (€ 13,42)

opmerking: Doorrekenfouten niet opnieuw aanrekenen; met de fout meerekenen.


Het bedrag totale kosten circusdag is juist.

Het totaalbedrag overige kosten is juist.

Het totaalbedrag boodschappen inclusief btw is juist.

Alle boodschappen zijn juist; juiste aantallen en kosten.

rooster kinderdagopvang (zie 4.2) Alle personen zijn bij de juiste groepen, dagen en tijden ingedeeld. per ontbrekend of onjuist kruisje

8

opd.

ONDERDEEL C

transport


-1

-1

-1

2

3

3

max.


kandidaatnummer

PG-1600-f-15-1-c

11b

persoonlijke hygiëne en veiligheid De kandidaat:

11a

14

transport


snijdt plakken van ongeveer 4 centimeter breed.

verdeelt het mengsel over drie pannenkoeken.

prakt het fruit met een vork.

snijdt het fruit volgens het recept.

neemt van alle ingrediënten de juiste hoeveelheden.

de bereiding De kandidaat:

alle aspecten juist

heeft geen kauwgom in de mond.

draagt indien nodig haren vast of in een staart.

draagt geen sieraden aan handen.

draagt schone (werk)kleding.

wast handen voorafgaand aan de opdracht.

minitoets

opd.

10

transport


-1

3

1

10

max.


kandidaatnummer

opd.

PG-1600-f-15-1-c

15

presentatie

11f

transport


De traktatie is niet verkleurd. / De kandidaat heeft het citroensap gebruikt.

Er liggen vier satéprikkers op een bord.

De kandidaat heeft de satéprikker volgens de bereidingswijze geregen.

schoonmaken De kandidaat heeft de werkplek zeer schoon en zeer netjes achter gelaten.

alle aspecten juist

heeft alle ingrediënten zoveel mogelijk in één keer opgehaald.

heeft de juiste werkvolgorde gehanteerd.

efficiënt werken De kandidaat:


gebruikt heet/warm afwaswater.

gebruikt de vaatdoek, handdoek en theedoek op de juiste manier.

houdt de werkplek schoon gedurende de gehele opdracht.

gebruikt een snijplank voor het snijden van het fruit.

hygiëne De kandidaat:

11e

11d

11c

transport


-1

-1

2

1

1

2

max.


kandidaatnummer

PG-1600-f-15-1-c

totaal


speelgoed/ontwikkeling (zie 4.2)  9 kruisjes in de juiste kolommen  8 of 7 kruisjes in de juiste kolommen  6 of minder kruisjes in de juiste kolommen

speelgoed/motoriek (zie 4.2) 9 kruisjes in de juiste kolommen

12b

12c

speelgoed/leeftijd (zie 4.2) 9 kruisjes in de juiste kolommen

opd.

12a

transport


3 1 0

87

3

1

1

max.

16


kandidaatnummer

PG-1600-f-15-1-c

17


15 Slachtoffer zelf arm laten vasthouden. Been over de gehele lengte steunen.

13 Spoel de wond met schoon water. Dek de wond alleen af als dit nodig is, bijvoorbeeld in verband met kleding.

9

Er is een wond met weinig bloed.

Er is een schaafwond.

Lichaamsdeel doet pijn door ontwrichting en kan niet bewogen worden.

Koel 10 tot 15 minuten. Geef steun en leg de enkel hoog.

Gebruik wondpleister, steriel gaasje en kleefpleister of een 22

Stop het bloeden.

11

Een enkel doet pijn maar kan nog wel bewogen worden. (kneuzing / verstuiking)

20

Koel de brandwonden.

Er zijn brandwonden.

3

19

6

Sla 5 x tussen de schouderbladen.

Hoe/tips:

2

Handel als volgt:

18

Vermeld bij alarmeren (na uw naam):

Alarmeren (112)

Doen

7

Belangrijke regels bij Eerste Hulp:

Probleem

Stappenplan Eerste Hulp

opdracht 1 juiste uitwerking

4.2 Toelichting bij het beoordelingsschema


hulpmiddelen en materialen

Zet een kruisje bij de hulpmiddelen die mevrouw Rhenen nodig heeft.

Indien mevrouw dit hulpmiddel gebruikt: Vergoedt de zorgverzekeraar dit?

aangepast bestek



 ja

 nee

aankleedstok



 ja

 nee

anti-slipmat voor de douche



 ja

 nee

badopstap



 ja

 nee

bedtafel



 ja

 nee

bladzijde omslaghulp



 ja

 nee

blikopener



 ja

 nee

douchekophouder



 ja

 nee

elastische veters



 ja

 nee

flesopener



 ja

 nee

haarwasbak



 ja

 nee

helping hand



 ja

 nee

hoog-laagbed



 ja

 nee

hoortoestel



 ja

 nee

hulpmiddel aantrekken panty



 ja

 nee

knoophaak



 ja

 nee

kookmandje



 ja

 nee

kam met verlengd handvat



 ja

 nee

leesliniaal



 ja

 nee

opsta-paal



 ja

 nee

papegaai



 ja

 nee

penverdikker



 ja

 nee

speelkaartenhouder



 ja

 nee

trippelstoel



 ja

 nee

verhoogde toiletbril



 ja

 nee

PG-1600-f-15-1-c

18


opdracht 5 juiste uitwerking De verzorgende

goed / niet goed

Leg met een voorbeeld uit waarom je dat vindt.

begroet de zorgvrager op een professionele manier.

 goed  niet goed

bijvoorbeeld: De zorgverlener geeft een hand, kijkt mevrouw aan, zegt goedemorgen en haar naam.

werkt hygiënisch.

 goed  niet goed

Uit het antwoord moet blijken dat de zorgverlener haar handen had moet wassen na het niezen.

houdt rekening met de beperking van de zorgvrager.


Uit één van de voorbeelden moet blijken dat de zorgverlener met de juiste/verlamde arm begon bij het aantrekken van het vest.

bijvoorbeeld: De zorgverlener geeft mevrouw een hand met links. communiceert tijdens het helpen met aankleden.


bijvoorbeeld: De zorgverlener vertelt goed welke handelingen ze uitvoert.

evalueert met de zorgvrager.


bijvoorbeeld: De zorgverlener vraagt mevrouw of alles naar wens is.

Drie voorbeelden, bijvoorbeeld:  haren los  te grote sieraden  schoenen met hakken Minimaal twee suggesties, bijvoorbeeld:  Ze had mevrouw kunnen laten kiezen welk vest ze aan wilde.  Ze had mevrouw kunnen laten kiezen of ze het vest open of dicht wilde dragen.  Ze had mevrouw niet hoeven helpen met haar gezonde arm omdat mevrouw heeft aangegeven graag zoveel mogelijk zelf te willen doen.

PG-1600-f-15-1-c

19


opdracht 6 voorbeelduitwerking

Wanneer gebruikt u de neusspray? De neusspray wordt gebruikt wanneer een volwassene of een kind last heeft van een verstopte neus. De neusspray vermindert de zwelling van het neusslijmvlies waardoor je vrijer kan ademhalen. De werking van de neusspray begint binnen een paar minuten en houdt enkele uren aan. Dosering en wijze van gebruik Dosering Volwassenen en kinderen vanaf 6 jaar: Naar behoefte één of meerdere malen, maar ten hoogste 4-6 maal per dag 1 spray neusspray 1,0 mg/ml in elk neusgat. Wijze van gebruik: 1 Snuit de neus. 2 Beschermdop verwijderen 3 Bij eerste gebruik: een paar keer op de bovenkant van het neusstukje drukken om het pompsysteem met oplossing te vullen. 4 De verstuiver goed rechtop houden en het hoofd iets voorover buigen 5 Eén spray in elk neusgat toedienen, terwijl u pompt moet u door de neus inademen. 6 Na gebruik schoonmaken en het dopje terugplaatsen Welke bijwerkingen komen vaak voor?  hoofdpijn  misselijkheid  droog neusslijmvlies  brandend gevoel in neus of keel Hoe moet u de neusspray bewaren?  Beneden de 30 graden in de oorspronkelijke verpakking.  Houd het geneesmiddel buiten het bereik en zicht van kinderen.  Gebruik de neusspray niet meer na de datum vermeld op de verpakking  achter “Niet te gebruiken na”.  Een aangebroken verpakking is maximaal 1 maand na opening houdbaar. Wat moet u doen als u meer van de neusspray heeft gebruikt dan u zou mogen? Wanneer u te veel van de neusspray heeft gebruikt, neem dan onmiddellijk contact op met uw arts of apotheker. Opmerking: voor- en achternaam kandidaat staan in de voettekst

PG-1600-f-15-1-c

20


PG-1600-f-15-1-c

21


baby

baby

peuter

peuter

baby

baby

peuter

peuter

baby

baby

peuter

peuter

baby

baby

peuter

peuter

baby

baby

peuter

peuter

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

07.00-13.00

12.30-18.00

maandag

vrijdag

donderdag

woensdag

dinsdag

groep:

tijden:

dagen:


x

x

x

x

Celeste

x

x

x

x

x

Cato

x

x

x

x

Lisanne

x

x

x

x

x

Chantal

x

x

x

x

x

Evelien

X

X

X

X

Leila

x

x

x

x

Josien

x

x

x

x

x

Eva

x

x

x

x

Rita

x

x

x

x

Berna

opdracht 9 juiste uitwerking aantal

boodschappen

kosten in euro’s

4

aanmaaklimonade

€ 6,76

4

sinaasappelsap

€ 5,00

4

appelsap

€ 2,85

5

zak bruine bolletjes

€ 7,00

5

zak witte bolletjes

€ 6,00

2

halvarine

€ 4,00

5

kipfilet per 100 gram

€ 5,00

3

gesneden kaas per 175 gram

€ 6,54

1

ijsbergsla

€ 1,45

1

doosje tomaten

€ 1,00

5

doos waterijsjes

€ 4,80 totaalbedrag boodschappen btw 6%

totaalbedrag boodschappen inclusief btw

€ 50,40 € 3,02 € 53,42

overige kosten huur materialen en podium

€ 167,50

bezorgkosten

€ 12,50

berekening: 44 x € 5,00 = € 233,42 - € 220,00 =

totaalbedrag overige kosten

€ 180,00

totale kosten circusdag

€ 233,42

€ 220,00 € 13,42

 € 5,00 per kind is ruim voldoende: er is in totaal € ……………….. over.  € 5,00 per kind is precies genoeg.  € 5,00 per kind is onvoldoende: er is in totaal € 13,42 te kort.

PG-1600-f-15-1-c

22


PG-1600-f-15-1-c

23


tafeltennistafel

tel- en stapelspel

badmintonset


x

speelgoed voor 0 tot 3 jaar

x

x


leeftijd

x

het speelgoed bevordert vooral de fijne motoriek

x

x

het speelgoed bevordert vooral de grove motoriek

motoriek

x

het speelgoed bevordert vooral de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling

x

x

het speelgoed bevordert vooral de lichamelijke en sociale ontwikkeling

ontwikkeling

PG-1600-f-15-1-c

24


vormenstoof

bowlingset

croquetspel

x


x

x


x


x

x


x


x

x


PG-1600-f-15-1-c

25


volleybal spelen

houten legpuzzel

kleurstiften

x


x

x

x

x



x


x

x


x


5 Berekening cijfer Het cijfer voor het cspe wordt als volgt verkregen. De examinator en de tweede examinator stellen in onderling overleg de score vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het cspe vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Daartoe past de directeur de door het College voor Toetsen en Examens vastgestelde normeringsterm (N-term) toe. De N-term wordt bekendgemaakt via Examenblad.nl op het tijdstip dat in de Septembermededeling is vermeld. Het cijfer voor het cspe kan niet eerder aan kandidaten worden meegedeeld. Op www.cito.nl  voortgezet onderwijs  centrale examens  normering staat een Excel-applicatie, waarin u de schaallengte (= de maximumscore van het cspe) en een door uzelf bedachte N-term kunt invullen. U kunt dan zien welke cijfers uw kandidaten bij deze door uzelf ingevulde N-term zouden behalen. Hieraan kan geen enkel recht worden ontleend.

6 Inzenden scores Let op: sommige praktische opdrachten moeten op meer aspecten beoordeeld worden. Verwerk de scores van alle kandidaten per examinator in het programma WOLF. Gebruik hierbij alleen de scores van vóór een eventuele herkansing. Zend de gegevens uiterlijk op 18 mei naar Cito.

PG-1600-f-15-1-c

26

lees verdereinde ►►► 

Correctievoorschrift VMBO-GL

Recommend Documents