Correctievoorschrift VMBO-GL en TL
2004 tijdvak 1
DRAMA CSE GL EN TL
inzenden scores Verwerk de scores van de alfabetisch eerste tien kandidaten per school in het programma Wolf of vul de scores in op de optisch leesbare formulieren. Zend de gegevens uiterlijk op 2 juni naar de Citogroep.
GT-kdr-c
Het correctievoorschrift bestaat uit: 1 Regels voor de beoordeling 2 Algemene regels 3 Vakspecifieke regels 4 Beoordelingsmodel
1
REGELS VOOR DE BEOORDELING
Het werk van de kandidaten wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 41 en 42 van het Eindexamenbesluit v.w.o.-h.a.v.o.-m.a.v.o.-v.b.o. Voorts heeft de CEVO op grond van artikel 39 van dit Besluit de Regeling beoordeling centraal examen vastgesteld (CEVO-02-806 van 17 juni 2002 en bekendgemaakt in Uitleg Gele katern nr 18 van 31 juli 2002). Voor de beoordeling zijn de volgende passages van de artikelen 41, 41a en 42 van het Eindexamenbesluit van belang: 1 De directeur doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen en het proces verbaal van het examen toekomen aan de examinator. Deze kijkt het werk na en zendt het met zijn beoordeling aan de directeur. De examinator past de beoordelingsnormen en de regels voor het toekennen van scorepunten toe die zijn gegeven door de CEVO. 2 De directeur doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de beoordelingsnormen, het proces verbaal en de regels voor het bepalen van de score onverwijld aan de gecommitteerde toekomen. 3 De gecommitteerde beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past de beoordelingsnormen en de regels voor het bepalen van de score toe die zijn gegeven door de CEVO. 4 De examinator en de gecommitteerde stellen in onderling overleg het aantal scorepunten voor het centraal examen vast. 5 Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt het aantal scorepunten bepaald op het rekenkundig gemiddelde van het door ieder van hen voorgestelde aantal scorepunten, zo nodig naar boven afgerond.
2
ALGEMENE REGELS
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen uit de CEVO-regeling van toepassing: 1 De examinator vermeldt op een lijst de namen en/of nummers van de kandidaten, het aan iedere kandidaat voor iedere vraag toegekende aantal scorepunten en het totaal aantal scorepunten van iedere kandidaat. 2 Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator en door de gecommitteerde scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel. Scorepunten zijn de getallen 0, 1, 2, .., n, waarbij n het maximaal te behalen aantal scorepunten voor een vraag is. Andere scorepunten die geen gehele getallen zijn, of een score minder dan 0 zijn niet geoorloofd. 3 Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 3.1 indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 3.2 indien een vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend, in overeenstemming met het beoordelingsmodel; 3.3 indien een antwoord op een open vraag niet in het beoordelingsmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het beoordelingsmodel; 3.4 indien slechts één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerstgegeven antwoord beoordeeld;
GT-kdr-c
2
4
5
6 7
8 9
3
3.5 indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerstgegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 3.6 indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg of afleiding of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend tenzij in het beoordelingsmodel anders is aangegeven; 3.7 indien in het beoordelingsmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen, gescheiden door het teken /, gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord of onderdeel van dat antwoord; 3.8 indien in het beoordelingsmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen. Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid. Voor een juist antwoord op een meerkeuzevraag wordt het in het beoordelingsmodel vermelde aantal punten toegekend. Voor elk ander antwoord worden geen scorepunten toegekend. Indien meer dan één antwoord gegeven is, worden eveneens geen scorepunten toegekend. Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar een keer worden aangerekend, tenzij daardoor de vraag aanzienlijk vereenvoudigd wordt en/of tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in de beantwoording van verschillende vragen moet steeds opnieuw worden aangerekend, tenzij in het beoordelingsmodel anders is vermeld. Indien de examinator of de gecommitteerde meent dat in een toets of in het beoordelingsmodel bij die toets een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof toets en beoordelingsmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan de CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven. Het cijfer voor het centraal examen wordt als volgt verkregen. Eerste en tweede corrector stellen de score voor iedere kandidaat vast. Deze score wordt meegedeeld aan de directeur. De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de regels voor omzetting van score naar cijfer. Voor de beroepsgerichte programma’s in de basisberoepsgerichte leerweg geldt: De directeur stelt het cijfer voor het centraal examen vast op basis van de door het bevoegd gezag gegeven regels.
VAKSPECIFIEKE REGELS
Voor dit centraal schriftelijk examen Drama GL en TL kunnen maximaal 59 scorepunten worden behaald.
GT-kdr-c
3
Vraag
Antwoord
4
Scores
BEOORDELINGSMODEL
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend.
|
OFF SIDE {
1
maximumscore 1 twee van de volgende: Æ kleding Æ muziek / rap Æ videoclip Æ straatvoetbal Opmerking Alleen als twee antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
z
2
C
{
3
maximumscore 1 Omdat het Nederlandse volkslied wordt gespeeld / gezongen / gebeatboxt.
{
4
maximumscore 1 Omdat het publiek niet direct doet wat hij vraagt een antwoord als ‘omdat hij het niet serieus meent’
{
{
5
6
maximumscore 3 • rol van publiek: toeschouwers (publiek) bij een voetbal- of sportwedstrijd Indien alleen publiek genoemd is • rol jongen met petje: voetballer / sporter • te zien aan (één van de volgende): Æ het wijdbeens, stram staan met de handen op de rug Æ het losmaken van zijn benen maximumscore 1 Æ Personage is de rol die je hebt of speelt. Æ Persoonlijkheid is wie je echt bent. Opmerking Alleen als beide antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
7
GT-kdr-c
maximumscore 1 (voet)bal
4
1 0
1 0 1 1
Vraag
{
8
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • bom in tas (één van de volgende): Æ Malik zet de tas heel voorzichtig neer / doet de tas heel voorzichtig open. Æ Je hoort het tikken van een bom. • sporttas: Æ Hij heeft een sporttas, omdat dat bij zijn sportkleding past en dan valt die tas niet op.
{
9
maximumscore 1 één van de volgende: Æ Het beeld op het scherm verandert. Æ schrikeffect
{
10
maximumscore 1 in de bus fout: metro, tram, trein
{
11
maximumscore 1 twee antwoorden, bijvoorbeeld: Æ Ze wachten op de bus. Æ Ze staan in de rij bij het postkantoor. Æ Ze wachten tot ze aan de beurt zijn voor dopingcontrole. Opmerking Alleen als twee antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
12
maximumscore 1 te zien: basketbal te horen: voetbal Opmerking Alleen als beide antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
13
maximumscore 1 (bankje) 5 • Het past in de metro omdat (één van de volgende): Æ het strak vormgegeven is. Æ het makkelijk te onderhouden is. Æ de materialen metaal en skai gebruikt zijn. en • Het past in de huiskamer omdat (één van de volgende): Æ het comfortabel is. Æ het in een modern interieur past. of Æ Het is het meest neutrale bankje van allemaal dat door spel invulling kan krijgen wat betreft de plaats waar het staat (functie).
GT-kdr-c
5
1
1
Vraag
{
14
Antwoord
Scores
maximumscore 1 twee van de volgende: • aan zijn houding: Æ Hij staat smal. Æ Hij staat slap. Æ Hij staat een beetje gebogen. • aan zijn gezichtsuitdrukking: Æ Hij kijkt teleurgesteld. Æ Hij kijkt verdrietig. Æ Hij kijkt naar beneden. Opmerking Alleen als twee antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
15
maximumscore 1 één van de volgende: Æ dat hij vrolijk wordt Æ dat hij gaat dansen Æ dat hij zijn teleurstelling vergeet Æ dat hij getroost wordt
{
16
maximumscore 1 één van de volgende: Æ zodat hij niet naar zijn broer hoeft te luisteren Æ om niet te hoeven praten
z 17
C
{
18
maximumscore 1 één van de volgende: Æ De buurman wordt heel belangrijk. Æ De buurman is heel erg aanwezig. Æ De buurman trekt alle aandacht. Æ De emotie van de buurman komt beter over. Æ Het lijkt zo dat hij voor de deur staat.
{
19
maximumscore 2 • Hij neemt het pistool wel aan (één denktekst, bijvoorbeeld): Æ Dan kan jij de buurman niet doodschieten. Æ Als ik het pistool heb, is het gevaar weg. • Hij neemt het pistool niet aan (één denktekst, bijvoorbeeld): Æ Ik doe niet mee met jouw gekte. Æ Je zoekt het maar uit. Æ Ik ga mijn vingerafdrukken daar niet op achterlaten.
GT-kdr-c
6
1
1
Vraag
{
20
Antwoord
Scores
maximumscore 2 één beschrijving van de slotscène, bijvoorbeeld: Æ De buurman staat met zijn armen omhoog tegen de garagedeur en wordt doodgeschoten. Als hij langs de deur naar beneden zakt, staat op de garagedeur in bloedletters met een grote spot erop geschreven: STOP. Æ Op de garagedeur spuiten de drie acteurs graffiti. De deur gaat dan open, er komt veel licht en rook naar buiten en ze lopen naar binnen. Æ Er wordt niet geschoten, maar op de garagedeur worden steeds meer kogelgaten zichtbaar, waar licht door naar buiten komt. De acteurs kijken daarnaar. hoofdrol garagedeur Indien gebruik gemaakt is van één of meer theatrale middelen
|
RECLAMES {
21
maximumscore 1 één denktekst bij handelingen, bijvoorbeeld: Æ Eens kijken of er nog iets lekkers te eten / drinken is. één denktekst bij koelkastdeur, bijvoorbeeld: Æ Zie ik het goed? De sleutels! Ziet iemand mij? Opmerking Alleen als twee denkteksten juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
22
maximumscore 1 twee antwoorden, bijvoorbeeld: Æ Hij doet zijn arm over de deur, maar dan toch weer niet. Æ Hij slingert over de weg. Æ Hij let niet goed op de weg. Æ Hij zit ongemakkelijk. Æ Hij houdt met beide handen het stuur stevig vast. Æ Hij kijkt te lang niet op de weg. Opmerking Alleen als twee antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
23
maximumscore 1 Hij is bang dat er iets aan de auto(‘s) mankeert.
{
24
maximumscore 1 Hij moet zich zorgen maken over (één van de volgende): Æ letselschade Æ een whiplash Æ verwonding van de man
{
25
maximumscore 1 één antwoord, bijvoorbeeld: Æ Kijk nou eens wat je hebt gedaan! Wat ga je eraan doen? Ik wacht. Æ Jongen, je zit in de problemen.
{
26
maximumscore 1 één antwoord (omgeving en betekenis), bijvoorbeeld: Æ De man staat voor een schilderij te kijken. Het betekent: heel interessant.
GT-kdr-c
1 1
7
Vraag
Antwoord
Scores
{
27
maximumscore 1 Ze hoeven voorlopig niet in de fabriek te werken, want ze gaan op vakantie.
{
28
maximumscore 1 één van de volgende: Æ Ze zijn even buiten bewustzijn. Æ De camera in de winkel gaat op zwart door de klap van de auto.
{
29
maximumscore 2 De dialoog moet passen bij de dialoog zonder woorden (de situatie). De sprekers moeten in de dialoog op elkaar reageren. De dialoog moet uit zes zinnen bestaan waarbij elke zin een rolaanduiding heeft. Indien drie criteria juist Indien twee criteria juist Indien één criterium juist
2 1 0
voorbeeld van een juiste dialoog: man 1: Shit! man 2: Je hebt de auto in een juwelierszaak geparkeerd, ei! man 1: Ik hoor sirenes. man 2: Ik ook. man 1: Daar gaat onze vakantie! man 2: Hier redden we ons nooit uit. {
30
maximumscore 2 • twee gezichtsuitdrukkingen, bijvoorbeeld: Æ blij Æ verbaasd Æ spijt Æ verveling Æ wraakzucht Æ teleurstelling •
spelmotief: een antwoord is juist als de kandidaat de verandering van emotie aannemelijk maakt doordat deze passend is bij de geschetste situatie
voorbeelden van een juist antwoord: Æ Ik ben verbaasd omdat ik net heb gehoord dat ik geslaagd ben voor mijn examen en dat had ik niet verwacht. Daarna dringt het goed tot me door en word ik blij. Æ Ik loop blij naar de brievenbus omdat ik voor mijn verjaardag kaarten verwacht, maar ik zie dat er alleen maar rekeningen liggen en ben teleurgesteld. voorbeelden van een niet juist antwoord: Æ Ik loop blij rond en zie iets en ben verbaasd. Æ Ik ben teleurgesteld in iemand en neem wraak. {
31
GT-kdr-c
maximumscore 1 één van de volgende: Æ Het ontwerp is een verbaasde gezichtsuitdrukking: omdat de eerste reactie van de vrouw verbazing is. Æ Het ontwerp is een geschrokken gezichtsuitdrukking: omdat de eerste reactie van de vrouw een schrikreactie is.
8
1
1
Vraag
z 32 {
33
Antwoord
Scores
A maximumscore 1 Reclame fragment 14, de muziek (popmuziek) past omdat (één van de volgende): Æ de jongen stoer is. Æ de jongen jong is. Reclame fragment 15, de muziek (Rio) past omdat (één van de volgende): Æ de mannen met vakantie gaan en het vrolijke muziek is. Æ de mannen naar Rio de Janeiro met vakantie gaan. Opmerking Alleen als het antwoord bij beide reclames juist is 1 scorepunt toekennen.
{
34
maximumscore 1 meer crimineel (één antwoord, bijvoorbeeld): Æ Ze rijden dan een dure sportauto terwijl ze bij een fabriek werken, dat kan niet. of minder crimineel (één antwoord, bijvoorbeeld): Æ Een dure sportauto gebruik je niet voor een winkeldiefstal (in verband met herkenning).
{
35
maximumscore 1 • elk geluid is goed • uitleg (één antwoord, bijvoorbeeld): Æ applaus: knap hoor om zo iets stoms te doen Æ ezel: de hoofdpersonen zijn als ezels zo dom Æ feesttoeter: ironisch gebruikt Æ lach: het is hun verdiende loon / leedvermaak Æ eend: wat ben jij een sukkel
0 1
Opmerking De uitleg moet verklarend zijn. Een antwoord als ‘geinig’ is niet goed.
|
MARE TRANQUILITATIS {
36
maximumscore 1 drie zinnen, bijvoorbeeld: Æ Een persoon ligt nog lekker te slapen. Dan wordt hij door een ander uit bed gejaagd. Met zijn drieën gaan ze aan tafel. Æ Een persoon wordt door een ander uit bed gejaagd. Hij moet de wekker uitdoen. Dan gaan ze aan tafel.
{
37
maximumscore 1 één reactie, bijvoorbeeld: Æ schrikken en wegduiken Æ voorzichtig naar het geluid toe sluipen Æ zachtjes ‘vragend’ terugblaffen Æ de hond doodschieten
GT-kdr-c
9
Vraag
Antwoord
Scores
{
38
maximumscore 1 één van de volgende: Æ Hij raakt de jaknikker heel zachtjes aan. Æ Hij zet de jaknikker zachtjes in beweging. Æ Hij kijkt de jaknikker aan. Æ Hij is er heel voorzichtig mee. Æ Er is sprake van actie – reactie. Æ De jaknikker beweegt zelf (terug). Æ De jaknikker valt aan. Æ De jaknikker verplettert het personage.
{
39
maximumscore 2 drie van de volgende: Æ Ze zitten aan tafel. Æ Er staat een ‘pan’ op tafel. Æ Ze bidden. Æ Ze zeggen: “Hap hap hap”. Indien drie antwoorden juist Indien twee antwoorden juist Indien één antwoord juist
z 40 {
41
2 1 0
B maximumscore 1 twee handelingen, bijvoorbeeld: Æ Een steentje er in gooien en pas heel laat een plons laten horen. Æ Er in kruipen en helemaal verdwijnen. Æ Een touw of stok er steeds verder in laten zakken. Opmerking Alleen als twee handelingen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
42
maximumscore 1 twee handelingen, bijvoorbeeld: Æ vechtbewegingen maken Æ de slang doodmaken Æ er heel hard tegen schreeuwen om weg te jagen Æ er op stampen Æ wegrennen Æ gillen Opmerking Alleen als twee handelingen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
43
maximumscore 1 wc / toilet / een plaats om te plassen
{
44
maximumscore 1 één van de volgende: Æ Het personage moet nog dringender naar de wc. Æ Er spuit onverwacht water omhoog. Æ de reactie van het personage op het opspuitende water
GT-kdr-c
10
Vraag
{
{
45
46
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • Het is door het patroon en de kleur van de schmink een ander personage dat ook in de omgeving past. • juiste uitleg bij het andere personage in de betreffende omgeving voorbeeld van een juist antwoord: Æ schmink: voorhoofd grijs, patroon 4; ogen bruin, patroon 3; wangen zwart, patroon 2; kin grijs, patroon 1. uitleg: Door de verschillende, ‘grillige’ patronen en ‘donkere’ kleuren is het een ander personage geworden dat toch nog in de ‘grijze’, kleurloze omgeving past. voorbeeld van een niet juist antwoord: Æ schmink: voorhoofd blauw, patroon 1; ogen rood, patroon 1; wangen groen, patroon 1; kin geel, patroon 1. uitleg: Door de verschillende, vooral primaire kleuren en het ronde patroon wordt het weliswaar een ander personage, maar een personage dat vanwege de ‘clowneske’ schmink niet meer in de omgeving past. maximumscore 1 twee van de volgende: Æ Ze nemen de stokken onder de armen. Æ Hun knieën zijn gebogen. Æ Ze maken zig-zag-sprongetjes. Æ Ze ‘glijden’ naar beneden. Opmerking Alleen als twee handelingen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
47
maximumscore 1 • blindenstokken (voelstokken) • twee voorwerpen en beschrijving handelingen, bijvoorbeeld: Æ geweer: stok over schouder leggen, één oog dichtknijpen en trekker overhalen fout: doen alsof het een geweer is Æ grijpstok: zoeken naar papiertjes op de grond met stok in één hand, in handvat knijpen en de papiertjes met de stok in afvalbak doen Opmerking Alleen als functie, voorwerp en handelingen juist zijn 1 scorepunt toekennen.
{
48
maximumscore 1 twee van de volgende: Æ geluid van een filmprojector Æ slapstick (film-) muziek Æ knipperend licht Opmerking Alleen als twee antwoorden juist zijn 1 scorepunt toekennen.
GT-kdr-c
11
1 1
Vraag
{
49
Antwoord
Scores
maximumscore 2 • spel (één antwoord, bijvoorbeeld): Æ verstilling Æ vertragen van de bewegingen Æ alle spelers laten ‘bevriezen’ en dan juist plotseling laten bewegen Æ contrast in tempo vergroten tussen spelers Æ kijkrichting veranderen Æ motoriek uitvergroten Æ spierspanning Æ gezichtsuitdrukking: angstig / gespannen • belichting (één antwoord, bijvoorbeeld): Æ gebruik van blauw licht Æ kleur licht veranderen Æ licht terugnemen tot ‘donker’ Æ weinig licht Æ afzonderlijke plekken afwisselend uitlichten Æ tempo van in- en uitschuiven vergroten Æ licht met veel schaduw
GT-kdr-c* GT-kdr-c
1
|
BRONNEN • • •
1
Off Side: © Made in da Shade Reclames: Joyriding, Rio, Cementmixer; © Centraal Beheer Achmea / Result DDB Mare Tranquilitatis: © The Lunatics, www.lunatics.nl
12