Correctievoorschrift examen VMBO
2002 donderdag 16 mei 09.00-10.30 uur
MAATSCHAPPIJLEER 2 BB VMBO BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG MAATSCHAPPIJLEER EXAMEN BUREAU
VBO B-EXAMEN
inzenden scores Vul de scores van de kandidaten van uw school in op de optisch leesbare formulieren. Zend die formulieren uiterlijk maandag 27 mei naar de Citogroep.
200002-111c
Het 1. 2. 3. 4.
1
correctievoorschrift bestaat uit: algemene regels voor de beoordeling berekening cijfer vakspecifieke regels antwoordmodel
ALGEMENE REGELS VOOR DE BEOORDELING
Voor de beoordeling van het examenwerk zijn de volgende bepalingen van toepassing: 1. Voor het antwoord op een vraag worden door de examinator scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Scorepunten zijn alleen de gehele getallen 0, 1, 2, .., n. 2.
Scorepunten worden toegekend met inachtneming van de volgende regels: 2.1. indien een vraag volledig juist is beantwoord, wordt het maximaal te behalen aantal scorepunten toegekend; 2.2. indien een open vraag gedeeltelijk juist is beantwoord, wordt een deel van de te behalen scorepunten toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel; 2.3. indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op grond van aantoonbare, vakinhoudelijke argumenten als juist of gedeeltelijk juist aangemerkt kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel; 2.4. indien één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, wordt uitsluitend het eerst gegeven antwoord beoordeeld; 2.5. indien meer dan één voorbeeld, reden, uitwerking, citaat of andersoortig antwoord gevraagd wordt, worden uitsluitend de eerst gegeven antwoorden beoordeeld, tot maximaal het gevraagde aantal; 2.6. indien in een antwoord een gevraagde verklaring of uitleg ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 scorepunten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven; 2.7. indien in het antwoordmodel verschillende mogelijkheden zijn opgenomen gelden deze mogelijkheden als verschillende formuleringen van hetzelfde antwoord; 2.8. indien in het antwoordmodel een gedeelte van het antwoord tussen haakjes staat, behoeft dit gedeelte niet in het antwoord van de kandidaat voor te komen.
3.
Een fout mag in de uitwerking van een vraag maar één keer worden aangerekend tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld.
4.
Het juiste antwoord op een meerkeuzevraag is de hoofdletter die behoort bij de juiste keuzemogelijkheid.
5.
Indien de examinator meent dat in een examen of in een antwoordmodel een fout of onvolkomenheid zit, beoordeelt hij het werk van de kandidaten alsof het examen en antwoordmodel juist zijn. Hij kan de fout of onvolkomenheid mededelen aan het Examenbureau VBO/CEVO. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden.
6.
Scorepunten worden toegekend op grond van het door de kandidaat gegeven antwoord op iedere vraag. Er worden geen scorepunten vooraf gegeven.
2
BEREKENING CIJFER
Na de normeringsvergadering wordt de vastgestelde omzettingstabel bekend gemaakt.
111c
2
3
VAKSPECIFIEKE REGELS
Voor het vak maatschappijleer zijn geen vakspecifieke regels vastgesteld.
4
ANTWOORDMODEL
Het antwoordmodel start op de volgende pagina.
111c
3
Vraag
Antwoord
Scores
Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 punt toegekend.
|
CRIMINALITEIT
z 1
B
z 2
C
z 3
C
z 4
B
z 5
C
z 6
B
z 7
C
{
maximumscore 2 1. schuldig, 2. rechtbank, 3. geëist, 4. beroep
8
• •
Bij 1 of 2 goede antwoorden Bij 3 of 4 goede antwoorden
1 2
z 9
A
z 10
C
z 11
B
{ 12
maximumscore 1 Voorbeelden van juiste redenen zijn: (één van de volgende) Æ het geweld op films en TV Æ het groepsgedrag van jongeren Æ het buiten de boot vallen van groepen allochtone jongeren Æ de groeiende verschillen tussen arme en rijke mensen Æ het zich niet meer thuis voelen in deze maatschappij er zijn vele redenen te bedenken, dit ter beoordeling van de docent
z 13
A
z 14
A
z 15
A
z 16
A
111c
4
{ 17
maximumscore 1 Voorbeelden van juiste argumenten van voorstanders zijn: (één van de volgende) Æ cannabis is niet verslavend Æ het overheidsbeleid is onlogisch Æ het kost een hoop belangrijke tijd van politie en justitie Æ cannabis is een pijnbestrijder bij kanker Æ alcohol is veel gevaarlijker Voorbeelden van juiste argumenten van tegenstanders zijn: (één van de volgende) Æ cannabis is wel degelijk verslavend Æ je kunt drugs toch niet vrijgeven, het zou helemaal verboden moeten worden Æ in andere landen om ons heen is het verboden, Nederland zit in de Europese Unie Æ iedereen in Europa komt dan in Nederland zijn weed halen, zitten wij met het probleem Æ Nederland maakt zich met zo'n wetgeving volstrekt belachelijk in de wereld
z 18
D
z 19
C
z 20
B
|
POLITIEK
z 21
B
z 22
B
z 23
C
z 24
D
z 25
B
z 26
A
z 27
A
{ 28
maximumscore 1 Uit het antwoord moet naar voren komen dat tijdens de verkiezingstijd door de partijen die gekozen willen worden van alles wordt beloofd, maar niet altijd wordt waargemaakt.
z 29
C
z 30
B
z 31
A
z 32
C
z 33
A
z 34
B
111c
5
z 35
A
z 36
B
z 37
B
z 38
B
z 39
A
z 40
A
111c*
6