CONTRACT VOOR DE VERPLICHTE BURGERRECHTELIJKE AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING INZAKE MOTORRIJTUIGEN ALGEMENE VOORWAARDEN 21.26.101 Enkel de waarborgen die vermeld zijn in de bijzondere voorwaarden zijn van toepassing.
8. Het verzekeringsvoorstel: het formulier dat uitgaat van de Maatschappij en in te vullen door de Verzekeringsnemer met het doel de Maatschappij in te lichten over de aard van de verrichting en over de feiten en de omstandigheden die voor haar gegevens zijn voor de beoordeling van het risico.
De waarborgen die het voorwerp zijn van Titel I, II ,III en V worden beschouwd als afzonderlijke waarborgen. De opzegging, de schorsing of de annulatie door een van de partijen van de waarborg voorzien in Titel I, heeft van rechtswege hetzelfde gevolg voor de waarborgen van Titel II, III en V.
Hoofdstuk I Voorwerp en omvang van de verzekering
TITEL I VERPLICHTE VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 1.
BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN
Met deze overeenkomst dekt de Maatschappij overeenkomstig de wet van 21 november 1989 en onder de hiernavolgende voorwaarden, de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden als gevolg van een door het omschreven rijtuig in België veroorzaakt schadegeval.
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt verstaan onder: 1. de Maatschappij: de verzekeringsonderneming waarmee de overeenkomst gesloten wordt, "DE FEDERALE VERZEKERINGEN", Stoofstraat 12, 1000 BRUSSEL, België, toegelaten onder codenummer CBFA 0087 om de takken "Verzekering voor Motorrijtuigen" te beoefenen (K.B. van 4 en 13.7.1979 - B.S. van 14.7.1979) Nr RPR 0403.257.506 Brussel - Fin. rek. 310-0072331-55.
De dekking wordt ook verleend voor een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in enig land van de Europese Unie (met inbegrip van Finland, Oostenrijk en Zweden), in de vorstendommen Andorra en Monaco, in Vaticaanstad, in Bulgarije, in Hongarije, in IJsland, in Liechtenstein, op Malta, in Noorwegen, in Polen, in Roemenië, in San-Marino, in Tsjechië, in Slovakije, in Zwitserland, in Marokko, in Tunesië, in Turkije, alsook in elk land dat door de Koning bepaald wordt krachtens artikel 3, § 1, van de wet van 21 november 1989.
2. de Verzekeringsnemer: de persoon die de overeenkomst met de Maatschappij sluit;
Wanneer het schadegeval zich heeft voorgedaan buiten het Belgische grondgebied, is de door de Maatschappij verleende dekking die waarin is voorzien door de wetgeving op de verplichte motorrijtuigenverzekering van de Staat op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan. De toepassing van die buitenlandse wet mag de verzekerde evenwel niet de ruimere dekking ontnemen die de Belgische wet hem verleent.
3. de verzekerde: iedere persoon van wie de aansprakelijkheid door de overeenkomst gedekt is; 4. de benadeelden: de personen die schade hebben geleden welke aanleiding geeft tot toepassing van de overeenkomst alsook hun rechtverkrijgenden; 5. het omschreven rijtuig: — het motorrijtuig dat in de bijzondere voorwaarden omschreven is; al wat eraan gekoppeld is wordt beschouwd als een deel ervan; — de niet-gekoppelde aanhangwagen die in de bijzondere voorwaarden omschreven is;
In het geval het schadegeval zich heeft voorgedaan op het grondgebied van een land dat niet tot de Europese Gemeenschap behoort, en voor het gedeelte van de dekking dat de door de wet op de verplichte verzekering van het land waar het schadegeval zich heeft voorgedaan, opgelegde waarborg overschrijdt, zijn de excepties, de nietigheden en het verval die aan de verzekerden kunnen tegengeworpen worden ook tegenwerpbaar aan de benadeelde personen die geen onderdaan zijn van een Lid-Staat van de Europese Gemeenschap indien die excepties, nietigheden en verval hun oorzaak vinden in een feit dat het schadegeval voorafgaat. Dezelfde excepties, dezelfde nietigheden en hetzelfde verval kunnen, onder dezelfde voorwaarden, tegengeworpen worden voor de gehele dekking wanneer de wet van het land op het grondgebied waarvan het schadegeval zich heeft voorgedaan, niet in de niet-tegenwerpbaarheid voorziet.
6. het schadegeval: ieder feit dat schade veroorzaakt heeft en dat aanleiding kan geven tot de toepassing van de overeenkomst; 7. Het verzekeringsbewijs: het document zoals bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit van 13 februari 1991 houdende inwerkingtreding en uitvoering van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
21.26.101 10/08
1
lijke aansprakelijkheid van de Verzekeringsnemer alsmede van diens echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder:
De dekking wordt verleend voor de schadegevallen die zich hebben voorgedaan op de openbare weg of op de openbare- of privé-terreinen.
Artikel 2.
a) van een motorrijtuig, dat aan een derde toebehoort en tot hetzelfde gebruik bestemd is als het omschreven rijtuig, indien het motorrijtuig gedurende een periode van maximum 30 dagen het omschreven rijtuig, dat om welke reden ook tijdelijk onbruikbaar zou zijn, vervangt. De voornoemde periode gaat in de dag waarop het omschreven rijtuig onbruikbaar wordt.
Eist een buitenlandse overheid, naar aanleiding van een schadegeval dat zich heeft voorgedaan in één van de landen vermeld in artikel 1, met uitzondering van België, dat ter beveiliging van de rechten van de benadeelden, een bedrag wordt gedeponeerd voor de opheffing van een op het omschreven rijtuig gelegd beslag of voor de invrijheidstelling onder borg van de verzekerde, dan schiet de Maatschappij de geëiste borgsom voor of stelt zij haar persoonlijke borg tot ten hoogste 61.973,38 EUR voor het omschreven rijtuig en voor alle verzekerden samen, verhoogd met de kosten van de samenstelling en terugvordering van de borgsom, die ten laste zijn van de Maatschappij.
Wanneer de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de gemachtigde bestuurder van het omschreven rijtuig alsook voor zijn echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een rijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of in hun hoedanigheid van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder;
Werd de borgsom door de verzekerde betaald, dan stelt de Maatschappij haar persoonlijke borg in de plaats of betaalt zij, indien de borg niet aanvaard wordt, het bedrag van de borgsom aan de verzekerde terug.
b) van een aan derden toebehorend motorrijtuig, dat zij toevallig zouden besturen, zelfs terwijl het omschreven rijtuig in gebruik is. Wanneer de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, is de dekking verworven voor de bestuurder van het omschreven rijtuig waarvan de identiteit in de bijzondere voorwaarden vermeld is, alsook voor zijn echtgenoot en kinderen, indien deze bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd om een motorrijtuig te besturen bereikt hebben, in hun hoedanigheid van bestuurder of in hun hoedanigheid van burgerrechtelijk aansprakelijke voor de bestuurder.
Zodra de bevoegde overheid aanvaardt de betaalde borgsom vrij te geven of de borgstelling door de Maatschappij op te heffen, moet de verzekerde op vraag van de Maatschappij alle formaliteiten vervullen die van hem gevergd kunnen worden voor de vrijgave of de opheffing. Wanneer de bevoegde overheid de borgsom gestort door de Maatschappij geheel of gedeeltelijk verbeurd verklaart of aanwendt tot betaling van een geldboete, van een strafrechtelijke dading of van gerechtskosten in strafzaken, dan is de verzekerde gehouden de Maatschappij, op haar eenvoudig verzoek, terug te betalen.
Onder "derden" in de zin van dit artikel wordt verstaan, elke andere persoon dan: — de Verzekeringsnemer van deze overeenkomst en, indien de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, de bestuurder bedoeld in a) of b); — zijn echtgenoot; — zijn bij hem inwonende kinderen; — de eigenaar of de houder van het omschreven rijtuig zelf.
Artikel 3. 1. Gedekt wordt de burgerrechtelijke aansprakelijkheid: — van de Verzekeringsnemer; — van de eigenaar, van iedere houder, van iedere bestuurder van het omschreven rijtuig en van iedere persoon erdoor vervoerd; — van de werkgever van de voornoemde personen wanneer zij van alle aansprakelijkheid zijn ontheven krachtens artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
2. Deze uitbreiding van de dekking wordt als volgt beperkt: a) wanneer het omschreven rijtuig een tweewieler of driewieler is, kan de uitbreiding van de dekking in geen geval slaan op een rijtuig op vier of meer wielen; b) de onder 1. b) van dit artikel bepaalde uitbreiding van de dekking is niet van toepassing wanneer het omschreven rijtuig bestemd is voor het vervoer van personen tegen betaling of wanneer het hoofdzakelijk voor het vervoer van goederen is uitgerust of wanneer de Verzekeringsnemer of de eigenaar van het omschreven rijtuig een bedrijf is dat tot doel heeft de constructie, de handel, de verhuring, de herstelling of de stalling van motorrijtuigen. Wanneer het omschreven rijtuig het voorwerp uitmaakt van een huur-, leasing- of een gelijkaardige overeenkomst, blijft de in 1. b) bepaalde uitbreiding van de dekking verworven voor de Verzekeringsnemer, wanneer laatstgenoemde niet zelf de in 2. b) eerste lid opgesomde activiteiten uitoefent.
De aansprakelijkheid van hen die zich door diefstal, geweldpleging of heling de macht over het omschreven rijtuig hebben verschaft is echter niet gedekt. 2. Wanneer het omschreven rijtuig toevallig om het even welk motorrijtuig met pech sleept, wordt de dekking uitgebreid tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van diegene die in dat geval de ketting, de tros, het touw, de stang of enige andere benodigdheid voor het slepen heeft geleverd. In afwijking van artikel 8, 1. wordt de dekking eveneens uitgebreid tot de schade aan het gesleepte rijtuig.
3. In zoverre de benadeelden vergoeding hebben verkregen voor hun schade:
Artikel 4.
— ofwel krachtens een verzekeringsovereenkomst die de burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt waartoe het gebruikte rijtuig aanleiding geeft;
1. De dekking van deze overeenkomst strekt zich uit, zonder dat hiervoor een mededeling vereist is, tot de burgerrechte-
2
tot beloop van het deel van zijn schade toe te schrijven aan een verzekerde;
— ofwel krachtens een ander door de bestuurder gesloten verzekeringsovereenkomst die zijn burgerrechtelijke aansprakelijkheid dekt,
b) voor hun stoffelijke schade, wanneer zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen: — de bestuurder van het verzekerde rijtuig; — de Verzekeringsnemer; — de eigenaar en de houder van het verzekerde rijtuig; — de echtgenoot van de bestuurder, van de Verzekeringsnemer, van de eigenaar of van de houder van dat rijtuig; — de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van een van de voornoemde personen, voor zover zij bij hem inwonen en door hem onderhouden worden.
is de uitbreiding van dekking van toepassing: — wanneer de verzekeraar die een van de voornoemde overeenkomsten gesloten heeft, verhaal neemt op de verzekerde in de gevallen bepaald in artikel 25, 3., c) en 25, 4., van deze overeenkomst of in de hierin niet bepaalde gevallen, behoudens indien de verzekerde vooraf van de mogelijkheid van verhaal in kennis werd gesteld; — wanneer de Verzekeringsnemer van een van de voornoemde overeenkomsten aan de verzekerde een verzoek tot terugbetaling richt voor het bedrag van het verhaal uitgeoefend in een van de hierboven opgesomde gevallen.
Deze personen kunnen evenwel aanspraak maken op de vergoeding van hun stoffelijke schade, zelfs indien zij geen lichamelijke letsels hebben opgelopen, wanneer de aansprakelijkheidsvordering gesteund is op een gebrek van het verzekerd rijtuig.
4. De dekking van deze overeenkomst strekt zich eveneens uit tot de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de Verzekeringsnemer alsook van zijn echtgenoot en zijn kinderen die bij hem inwonen, voor de schade veroorzaakt door het gestolen of verduisterde rijtuig dat vervangen werd door het omschreven rijtuig, wanneer:
Artikel 8. Zijn van de verzekering uitgesloten:
a) de diefstal of de verduistering bij de Maatschappij aangegeven werd binnen de 72 uur te rekenen vanaf de dag dat de Verzekeringsnemer kennis kreeg van de diefstal of de verduistering;
1. de schade aan het verzekerd rijtuig, behoudens wat bij artikel 3, 2., tweede lid, bepaald is; 2. de schade aan de door het verzekerd rijtuig vervoerde goederen, behoudens wat bij artikel 5, a), bepaald is;
b) het gestolen of verduisterde rijtuig bij de Maatschappij verzekerd was.
3. de schade die niet veroorzaakt wordt door het gebruik van het rijtuig maar die enkel te wijten is aan de vervoerde goederen of aan de handelingen die vereist zijn voor dit vervoer;
Artikel 5.
4. de schade die voortvloeit uit het deelnemen van het verzekerd rijtuig aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden waartoe van overheidswege verlof is verleend;
Het bedrag van de dekking is onbeperkt. Het wordt evenwel beperkt tot: a) 2.500 EUR per vervoerde persoon voor zijn persoonlijke kleding en bagage;
5. de schade die vergoed wordt overeenkomstig de wetgeving betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake de kernenergie.
b) 100.000.000 EUR per schadegeval voor stoffelijke schade.
Artikel 6.
Hoofdstuk II Beschrijving en wijziging van het risico Mededelingen van de Verzekeringsnemer
In afwijking van artikel 8, 1., vergoedt de Maatschappij de kosten die de verzekerde werkelijk gemaakt heeft voor de reiniging en de herstelling van de binnenbekleding van het omschreven rijtuig wanneer die kosten voortvloeien uit het kosteloos vervoer van door een verkeersongeval gewonde personen.
Artikel 7.
Artikel 9.
Zijn van het recht op schadevergoeding uitgesloten:
1. De Verzekeringsnemer is verplicht bij het sluiten van de overeenkomst alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de Maatschappij.
a) — de voor de schade aansprakelijke persoon, behalve indien het de aansprakelijkheid voor andermans daad betreft; — de persoon die van alle aansprakelijkheid ontheven is op grond van artikel 18 van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Indien op sommige schriftelijke vragen van de Maatschappij niet wordt geantwoord, bij voorbeeld op de vragen in het verzekeringsvoorstel, en de Maatschappij toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van
Het recht op schadevergoeding blijft evenwel verworven ten voordele van de gedeeltelijk aansprakelijke persoon
21.26.101 10/08
3
bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen. Dit is eveneens het geval indien de Maatschappij de overeenkomst zonder een behoorlijk ingevuld verzekeringsvoorstel heeft gesloten.
een overeenkomstige vermindering van de premie toe vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen een maand na de aanvraag tot vermindering door de Verzekeringsnemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.
2. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico de Maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de overeenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de Maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, komen haar toe.
Hoofdstuk III Betaling van de premies Verzekeringsbewijs
3. Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de Maatschappij, binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.
Artikel 11. Zodra de dekking van de overeenkomst aan de Verzekeringsnemer verleend wordt, geeft de Maatschappij hem een verzekeringsbewijs waaruit het bestaan van de overeenkomst blijkt.
Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, na het verstrijken van de termijn van een maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de Maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen vijftien dagen.
In alle gevallen waarin de dekking ophoudt te bestaan, moet de Verzekeringsnemer onmiddellijk het verzekeringsbewijs aan de Maatschappij terugsturen.
Artikel 12.
Niettemin kan de Maatschappij, indien zij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, de overeenkomst opzeggen binnen de termijn van een maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen.
De premie, verhoogd met de taksen en bijdragen, moet op de vervaldagen vooruit betaald worden op verzoek van de Maatschappij of van elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
Artikel 13.
Artikel 10.
De Maatschappij kan bij niet-betaling van de premie op de vervaldag de dekking van de overeenkomst schorsen of de overeenkomst opzeggen indien de Verzekeringsnemer in gebreke is gesteld bij deurwaardersexploot of bij een ter post aangetekende brief.
In de loop van de overeenkomst heeft de Verzekeringsnemer de verplichting, om onder de voorwaarden van artikel 9, 1., de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven die van die aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, te bewerkstelligen.
De schorsing van de dekking of de opzegging gaan in na het verstrijken van een termijn van 15 dagen, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief. Als de dekking geschorst is, maakt de betaling door de Verzekeringsnemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, zoals bepaald in de laatste aanmaning of gerechtelijke uitspraak, een einde aan die schorsing.
1. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de Maatschappij, indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van een maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring. Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst door de Verzekeringsnemer wordt geweigerd of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de Maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.
Wanneer de Maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij de overeenkomst nog opzeggen indien zij zich dit recht voorbehouden heeft in de ingebrekestelling, bedoeld in het eerste lid; in dat geval wordt de opzegging ten vroegste, 15 dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing, van kracht. Indien de Maatschappij zich die mogelijkheid niet heeft voorbehouden, geschiedt de opzegging mits een nieuwe aanmaning overeenkomstig het lid 1 en 2.
Indien de Maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van een maand te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van de verzwaring.
De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de Maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de Verzekeringsnemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig het eerste lid. Het recht van de Maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.
2. Wanneer, in de loop van de overeenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de Maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, onder andere voorwaarden zou hebben verzekerd, staat zij
4
Hoofdstuk IV Mededelingen en kennisgevingen
Voor zover mogelijk wordt de schadeaangifte gedaan op het formulier dat de Maatschappij ter beschikking stelt van de Verzekeringsnemer.
Artikel 14.
Artikel 17.
De voor de Maatschappij bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten gedaan worden aan één van haar zetels in België of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon.
Alle dagvaardingen en in het algemeen alle gerechtelijke en buitengerechtelijke documenten moeten door de verzekerde aan de Maatschappij of elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon bezorgd worden binnen 48 uur nadat zij aan de verzekerde werden afgegeven of betekend.
De voor de Verzekeringsnemer bestemde mededelingen en kennisgevingen moeten worden gedaan aan het laatste door de Maatschappij gekende adres.
Artikel 18. Vanaf het ogenblik dat de Maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerde te stellen binnen de grenzen van de dekking.
Hoofdstuk V Wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief
Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en in zoverre de belangen van de Maatschappij en van de verzekerde samenvallen, heeft de Maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerde, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De Maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat.
Artikel 15. Indien de Maatschappij de verzekeringsvoorwaarden en haar tarief of enkel haar tarief wijzigt, past zij deze overeenkomst aan op de volgende jaarlijkse vervaldag. Zij stelt de Verzekeringsnemer van deze aanpassing in kennis minstens 90 dagen vóór die vervaldag. De Verzekeringsnemer mag evenwel de overeenkomst opzeggen binnen 30 dagen na de kennisgeving van de aanpassing. Door deze opzegging eindigt de overeenkomst op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Die tussenkomsten van de Maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid vanwege de verzekerde en zij mogen hem geen nadeel berokkenen. De definitieve schadevergoeding of de weigering om te vergoeden worden zo spoedig mogelijk aan de Verzekeringsnemer meegedeeld.
De in het vorige lid bepaalde opzegmogelijkheid bestaat niet wanneer de wijziging van het tarief of van de verzekeringsvoorwaarden voortvloeit uit een algemene aanpassing die door de bevoegde overheid wordt opgelegd en die, in de toepassing ervan, gelijk is voor alle Maatschappijen.
De Maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt in de rechten en de vorderingen die de verzekerde kunnen toebehoren.
Artikel 19.
De bepalingen van dit artikel doen geen afbreuk aan de bepaling van artikel 26.
Elke erkenning van aansprakelijkheid, elke dading, elke vaststelling van schade, elke belofte van schadevergoeding of elke door de verzekerde gedane betaling, zonder schriftelijke toestemming van de Maatschappij, is haar niet tegenwerpbaar.
Hoofdstuk VI Schadegevallen en rechtsvorderingen
Het erkennen van feiten of het verstrekken van eerste geldelijke of medische hulp door de verzekerde kunnen voor de Maatschappij geen grond opleveren om haar dekking te weigeren.
Artikel 16. Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 dagen nadat het is voorgevallen, schriftelijk worden aangegeven aan de Maatschappij of aan elke met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon. Deze verplichting rust op alle verzekerden, waarvan de aansprakelijkheid betrokken kan zijn.
Artikel 20. De Maatschappij betaalt de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding ten belope van de dekking. De Maatschappij betaalt, zelfs boven de dekkingsgrenzen, de intrest op de in hoofdsom verschuldigde schadevergoeding, de kosten betreffende burgerrechtelijke rechtsvorderingen, alsook de erelonen en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen in zover die kosten door haar of met haar toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt.
De schadeaangifte moet in de mate van het mogelijke de oorzaken, de omstandigheden en de vermoedelijke gevolgen van het schadegeval, de naam, de voornaam en de woonplaats van de getuigen en de benadeelden vermelden. De Verzekeringsnemer en de overige verzekerden verschaffen de Maatschappij of elk met dat doel in de bijzondere voorwaarden aangewezen persoon zonder verwijl alle door haar gevraagde nuttige inlichtingen en documenten.
21.26.101 10/08
5
Artikel 21.
Artikel 25.
Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerde, zelfs indien over de burgerrechtelijke belangen nog geen regeling getroffen is, kan de verzekerde vrij, op eigen kosten, zijn verdedigingsmiddelen kiezen.
1. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer:
De Maatschappij moet zich beperken tot het bepalen van de verdedigingsmiddelen met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde en de hoogte van de door de benadeelde partij geëiste bedragen, onverminderd artikel 18 wat de burgerrechtelijke belangen betreft.
b) in geval van opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als tijdens de loop van de overeenkomst. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
a) in geval de dekking van de overeenkomst geschorst is wegens niet-betaling van de premie;
c) in geval van onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens betreffende het risico zowel bij het sluiten als in de loop van de overeenkomst, die aan de Verzekeringsnemer kunnen verweten worden; het bedrag van het verhaal is dan beperkt tot 247,89 EUR (niet geïndexeerd):
De verzekerde is verplicht persoonlijk te verschijnen wanneer de procedure dit vergt.
Artikel 22.
Er kan geen verhaal uitgeoefend worden ingeval de overeenkomst gewijzigd werd overeenkomstig de artikelen 9 en 10.
Wanneer de verzekerde strafrechtelijk wordt veroordeeld, mag de Maatschappij er zich noch tegen verzetten dat hij op eigen kosten gebruik maakt van elk mogelijk rechtsmiddel, noch mag zij tussenkomen in de keuze van de rechtsmiddelen in strafzaken.
2. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde, dader van het schadegeval:
Zij heeft het recht om de schadevergoedingen te betalen wanneer zij dit aangewezen acht.
a) die het schadegeval opzettelijk heeft veroorzaakt. Dit verhaal wordt integraal uitgeoefend en is niet onderworpen aan de beperking bepaald in artikel 24;
Wanneer de Maatschappij vrijwillig is tussengekomen, moet zij de verzekerde te gepasten tijde op de hoogte brengen van elk rechtsmiddel dat zij tegen de gerechtelijke beslissing met betrekking tot de omvang van de aansprakelijkheid van de verzekerde instelt; de verzekerde beslist op eigen risico of hij al dan niet het door de Maatschappij ingestelde rechtsmiddel volgt.
b) die het schadegeval veroorzaakt heeft door een van de volgende gevallen van grove schuld: rijden in staat van dronkenschap of in een gelijksoortige toestand die het gevolg is van het gebruik van produkten andere dan alcoholische dranken; c) indien het rijtuig gebruikt werd ingevolge een misbruik van vertrouwen, een oplichting of een verduistering; dit verhaal wordt slechts uitgeoefend tegen de dader van het misdrijf of zijn medeplichtige.
Artikel 23. De sommen die onmiddellijk geïnd worden bij de vaststelling van overtredingen van het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, de minnelijke schikkingen met het Openbaar Ministerie, de boeten en opdeciemen en de gerechtskosten in strafzaken zijn niet ten laste van de Maatschappij.
3. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de Verzekeringsnemer en, indien daartoe grond bestaat, op de verzekerde die niet de Verzekeringsnemer is: a) wanneer het schadegeval zich voordoet tijdens de deelname aan een snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsrit of -wedstrijd, waartoe van overheidswege geen verlof is verleend;
Hoofdstuk VII Verhaal van de Maatschappij
b) wanneer, op het ogenblik van het schadegeval, het rijtuig bestuurd wordt door een persoon die niet voldoet aan de voorwaarden die de Belgische wet en reglementen voorschrijven om dat rijtuig te besturen, bijvoorbeeld door een persoon die de vereiste minimumleeftijd niet bereikt heeft, door een persoon die geen rijbewijs heeft of door een persoon die van het recht tot sturen vervallen verklaard is. Het recht van verhaal wordt evenwel niet toegepast wanneer de persoon die het rijtuig bestuurt in het buitenland aan de voorwaarden voldoet voorgeschreven door de plaatselijke wet en reglementen om het rijtuig te besturen en niet onderhevig is aan een in België lopend rijverbod, in welk geval het recht van verhaal behouden blijft;
Artikel 24. Wanneer de Maatschappij gehouden is ten aanzien van de benadeelden, heeft zij, behoudens iedere andere mogelijke vordering waarover zij beschikt, een recht van verhaal in de gevallen en op de personen vermeld in artikel 25. Het verhaal heeft betrekking op de schadevergoedingen in hoofdsom, alsook op de gerechtskosten en intresten die de Maatschappij dient te betalen. Het bedrag van het verhaal is integraal indien de voornoemde bedragen niet hoger zijn dan 10.411,53 EUR. Het verhaal wordt echter maar uitgeoefend tot beloop van de helft van de voornoemde bedragen wanneer die hoger zijn dan 10.411,53 EUR met een minimum van 10.411,53 EUR en een maximum van 30.986,69 EUR.
c) wanneer het omschreven rijtuig dat onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, op het ogenblik van het schadegeval niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale tra-
6
ject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding «verboden tot het verkeer» zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft en na herstelling naar het keuringsstation rijdt.
Hoofdstuk VIII Duur - Vernieuwing - Schorsing Einde van de overeenkomst
Het recht van verhaal wordt echter niet uitgeoefend indien de verzekerde aantoont dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de staat van het rijtuig en het schadegeval;
Artikel 26. De duur van de overeenkomst is één jaar. Op het einde van de verzekeringsperiode wordt de overeenkomst stilzwijgend van jaar tot jaar vernieuwd, tenzij zij door één van de partijen ten minste drie maanden voor het verstrijken van de lopende periode werd opgezegd.
d) wanneer het schadegeval zich voordoet, terwijl het reglementair of contractueel toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is of wanneer het vervoer van personen in strijd is met reglementaire of contractuele bepalingen.
Artikel 27.
Indien het reglementair of contractueel maximum toegelaten aantal vervoerde personen overschreden is, is het bedrag van het verhaal evenredig aan de verhouding van het overtallig aantal vervoerde personen tot het aantal werkelijk vervoerde personen, onverminderd de toepassing van artikel 24.
De Maatschappij kan de overeenkomst opzeggen: 1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode overeenkomstig artikel 26; 2. in geval van opzetttelijke verzwijging of opzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende het risico in de loop van de overeenkomst;
Voor het berekenen van het aantal vervoerde personen komen kinderen beneden de vier jaar niet in aanmerking; kinderen van vier tot volle vijftien jaar worden geacht twee derde plaats in te nemen. De uitkomst van de berekening wordt afgerond naar de hogere eenheid.
3. in geval van onopzettelijke verzwijging of onopzettelijke onjuiste mededeling van gegevens betreffende de omschrijving van het risico, bij het sluiten van de overeenkomst zoals bepaald in artikel 9 en in geval van verzwaring van het risico zoals bepaald in artikel 10;
In geval van personenvervoer buiten de reglementaire of contractuele voorwaarden, wordt het verhaal voor het totaal van de aan deze vervoerde personen betaalde schadevergoedingen uitgeoefend, onverminderd de toepassing van artikel 24.
4. in geval van niet-betaling van de premie overeenkomstig artikel 13; 5. wanneer het aan de technische controle onderworpen rijtuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs of wanneer het rijtuig niet beantwoordt aan de «Algemene Reglementen op de technische eisen van de motorrijtuigen»;
Niettemin kan de Maatschappij geen verhaal nemen op een verzekerde indien deze aantoont dat de tekortkomingen of de feiten waarop het verhaal gesteund is, te wijten zijn aan een andere verzekerde en dat ze zich hebben voorgedaan in strijd met zijn onderrichtingen of buiten zijn medeweten.
6. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de uitbetaling of weigering tot uitbetaling van de schadevergoeding; 7. in geval van publikatie van nieuwe wettelijke bepalingen die een invloed hebben op de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden of op de verzekering van deze aansprakelijkheid, maar ten laatste 6 maanden na de inwerkingtreding van deze bepalingen;
4. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de dader van het schadegeval of de burgerrechtelijke aansprakelijke in de gevallen bedoeld in artikel 33 wanneer de dekking enkel geldt ten gunste van de benadeelde personen. 5. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die de in artikel 19 vermelde verplichtingen niet heeft nageleefd. In ieder geval is er maar verhaal indien en in de mate waarin de Maatschappij schade geleden heeft, onverminderd de toepassing van artikel 24.
8. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30; 9. in geval van faillissement, kennelijk onvermogen of overlijden van de Verzekeringsnemer, overeenkomstig de artikelen 31 en 32.
6. De Maatschappij heeft een recht van verhaal op de verzekerde die een bepaalde handeling niet verricht heeft binnen een door de overeenkomst vastgestelde termijn. Dit verhaalrecht kan niet uitgeoefend worden indien de verzekerde bewijst dat hij die handeling zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk, verricht heeft. In ieder geval kan slechts verhaal worden uitgeoefend indien en in de mate waarin de Maatschappij door het verzuim schade heeft geleden, onverminderd de toepassing van artikel 24.
Artikel 28. De Verzekeringsnemer kan de overeenkomst opzeggen: 1. tegen het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 26; 2. na iedere aangifte van een schadegeval, maar uiterlijk één maand na de kennisgeving door de Maatschappij van de uitbetaling of de weigering tot uitbetaling van de vergoeding; 3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief of alleen van het tarief, overeenkomstig artikel 15;
21.26.101 10/08
7
drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis kreeg van het overlijden, op één van de wijzen bepaalt in artikel 29, eerste lid.
4. in geval van faillissement, gerechtelijk akkoord of intrekking van de toelating van de Maatschappij; 5. in geval van vermindering van het risico, zoals bepaald in artikel 10;
De erfgenamen kunnen de overeenkomst opzeggen, op één van de wijzen bepaald in artikel 29, eerste lid, binnen drie maand en veertig dagen na het overlijden.
6. wanneer tussen de datum van het sluiten en de aanvangsdatum een termijn van meer dan een jaar verloopt. Deze opzegging dient betekend, uiterlijk drie maand vóór de aanvangsdatum van de overeenkomst;
Indien het omschreven rijtuig de volle eigendom wordt van één van de erfgenamen of van een legataris van de Verzekeringsnemer, blijft de overeenkomst voortbestaan in zijn voordeel. Deze erfgenaam of legataris kan de overeenkomst evenwel opzeggen binnen de maand te rekenen vanaf de dag dat het rijtuig hem werd toebedeeld.
7. in geval van schorsing van de overeenkomst, zoals bepaald in artikel 30.
Artikel 29.
Artikel 33.
De opzegging geschiedt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs.
In geval van overdracht van eigendom van het omschreven rijtuig zijn volgende bepalingen van toepassing:
Behoudens in de gevallen bedoeld in de artikelen 13,15 en 26, gaat de opzegging in na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in het geval van een aangetekende brief, te rekenen van de dag die volgt op de afgifte ter post.
1. Betreffende het nieuwe rijtuig. De dekking blijft aan de verzekerde verworven: — gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom van het omschreven rijtuig en dit zonder enige formaliteit, indien het nieuwe rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat van het overgedragen rijtuig;
De opzegging van de overeenkomst door de Maatschappij na aangifte van een schadegeval wordt van kracht bij de betekening ervan, wanneer de Verzekeringsnemer, of de verzekerde een van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de verzekeraar te misleiden.
— na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen voor zover echter de Maatschappij binnen deze termijn in kennis gesteld werd van de vervanging. In dit geval blijft de overeenkomst bestaan volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing bij de Maatschappij op de laatste premievervaldag onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie-indexatie. Indien na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen het overgedragen rijtuig niet werd vervangen of indien deze vervanging niet ter kennis werd gebracht van de Maatschappij is de overeenkomst geschorst en wordt artikel 34 toegepast. Deze schorsing van de overeenkomst is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon. De vervallen premie blijft aan de Maatschappij prorata temporis verworven tot op het ogenblik dat de overdracht van eigendom haar ter kennis wordt gebracht.
Het premiegedeelte dat betrekking heeft op de periode na de datum van het van kracht worden van de opzegging, wordt door de Maatschappij terugbetaald.
Artikel 30. Wanneer het omschreven rijtuig in eigendom of in huur wordt opgevorderd, wordt de overeenkomst geschorst door het enkel feit dat de opvorderende overheid het rijtuig in bezit neemt.
Artikel 31.
2. Betreffende het overgedragen rijtuig bromfiets.
In geval van faillissement van de Verzekeringsnemer blijft de overeenkomst bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers die de Maatschappij het bedrag verschuldigd is van de premies vervallen vanaf de faillietverklaring.
ander
dan een
Gedurende 16 dagen vanaf de overdracht van de eigendom, voor zover geen enkele andere verzekering hetzelfde risico dekt:
De Maatschappij en de curator van het faillissement hebben evenwel het recht om de overeenkomst op te zeggen. De Maatschappij kan de overeenkomst echter maar opzeggen ten vroegste drie maanden die volgen op de faillietverklaring; de curator kan de overeenkomst slechts opzeggen binnen de drie maand die volgen op de faillietverklaring.
— blijft de dekking verworven aan de Verzekeringsnemer, zijn echtgenoot en kinderen die bij hem inwonen en de wettelijke leeftijd tot sturen hebben bereikt, indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg; — heeft de dekking uitwerking, doch enkel ten opzichte van de benadeelde persoon wanneer de schade berokkend wordt door een andere verzekerde dan degenen die hiervoren vermeld zijn, en dit indien het overgedragen rijtuig zelfs op ongeoorloofde wijze aan het verkeer deelneemt onder de kentekenplaat die het vóór de overdracht droeg.
Artikel 32. In geval van overlijden van de Verzekeringsnemer blijft de overeenkomst voortbestaan ten voordele van de erfgenamen die verplicht zijn de premies te betalen, onverminderd het recht van de Maatschappij om de overeenkomst op te zeggen, binnen de
8
Na het verstrijken van voornoemde termijn van 16 dagen vervalt deze dekking tenzij de overeenkomst, mits schriftelijke instemming van de Maatschappij, overgedragen werd ten gunste van de nieuwe eigenaar. De beëindiging van deze dekking is tegenwerpbaar aan de benadeelde persoon.
Maatschappij hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen; doet hij dit niet, dan blijft de vervallen premie "prorata temporis" aan de Maatschappij verworven of verschuldigd tot op het ogenblik dat die mededeling werkelijk wordt gedaan.
Hoofdstuk IX Indexatie
3. Betreffende de bromfietsen. Aanvullend bij 1., blijft de dekking verworven, doch enkel ten voordele van de benadeelde persoon en op voorwaarde dat geen enkel andere verzekering hetzelfde risico dekt, voor de schade veroorzaakt door elke bromfiets voorzien, met toelating van de titularis, van de provinciale plaat afgeleverd op grond van het door de Maatschappij afgegeven attest, voor zover het schadeberokkend feit zich heeft voorgedaan vóór het einde van het op de plaat vermelde jaar.
Artikel 36. De bedragen vermeld in de artikelen 2, 5 en 24 worden van rechtswege gewijzigd telkens de Koning gebruik maakt van het recht van jaarlijkse aanpassing volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen van het Rijk met als basis het indexcijfer van 1 januari 1983 (artikel 3, § 4. van de wet van 21 november 1989).
Behoudens schriftelijk akkoord van de Maatschappij wordt de overeenkomst niet overgedragen ten voordele van de nieuwe eigenaar van de overgedragen bromfiets.
Artikel 37.
4. In geval van een huurovereenkomst betreffende het omschreven rijtuig.
De handelspremie schommelt op de jaarlijkse vervaldag volgens de verhouding die bestaat tussen:
De onder 1., 2. en 3. omschreven bepalingen zijn even-eens van toepassing in geval van beëindiging van de rechten van de Verzekeringsnemer op het omschreven rijtuig dat hij verkregen heeft ter uitvoering van een huurovereenkomst of een gelijkaardige overeenkomst, onder meer een leasingovereenkomst.
a) het indexcijfer van de consumptieprijzen vastgesteld door de Minister van Economische Zaken (of elke andere index die laatst genoemde ervoor in de plaats mocht stellen) dat op dat ogenblik van toepassing is en b) het indexcijfer dat in de bijzondere voorwaarden van de overeenkomst, op het laatste bijvoegsel of op de laatste jaarlijkse premiekwitantie is toegepast en opgegeven.
Artikel 34.
Voor de gevallen bepaald in de artikelen 10, 33 en 34 zal de premie evenwel schommelen al naargelang het geval, op de datum van de aanpassing van de overeenkomst of op de datum van de vervanging van het rijtuig of op de dag van wederinwerkingstelling van de overeenkomst, rekening houdende met de modaliteiten inzake het indexcijfer van de consumptieprijzen zoals hierboven bepaald.
In geval van schorsing van de overeenkomst moet de Verzekeringsnemer die het omschreven of enig ander rijtuig in het verkeer brengt, daarvan mededeling doen aan de Maatschappij. De overeenkomst wordt opnieuw in werking gesteld volgens de verzekeringsvoorwaarden en het tarief van toepassing op de laatste jaarlijkse premievervaldag, onder voorbehoud van de bepalingen van artikel 37 betreffende de premie-indexatie.
Onder indexcijfer van de consumptieprijzen van toepassing op de jaarlijkse vervaldag, de datum van aanpassing, van vervanging of van wederinwerkingstelling verstaat men die van de eerste maand van het voorgaande trimester.
Indien de overeenkomst niet opnieuw in werking wordt gesteld, neemt zij een einde op de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag. Indien de schorsing echter gebeurt binnen de drie maand voor de eerstvolgende jaarlijkse premievervaldag neemt de overeenkomst een einde op de volgende jaarlijkse vervaldag.
Hoofdstuk X A posteriori personalisatiestelsel
Het niet-verbruikte premiegedeelte wordt op het einde van de overeenkomst terugbetaald. Neemt de overeenkomst een einde alvorens de waarborg een volledig jaar heeft gelopen dan wordt de terugbetaling verminderd met het verschil tussen de jaarpremie en de premie berekend aan het tarief voor overeenkomsten van minder dan één jaar.
Artikel 38. 1. Toepassingsgebied. De volgende bepalingen zijn van toepassing op de premies voor motorrijtuigen voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik en motorrijtuigen bestemd voor vervoer van zaken waarvan de M.T.M. 3,5 T. niet overschrijdt, met uitzondering van de motorrijtuigen die krachtens het Koninklijk Besluit van 3 februari 1992 tot vaststelling van de tariefnormen die van toepassing zijn op de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen niet onderworpen zijn aan het a posteriori personalisatiestelsel.
De Verzekeringsnemer kan altijd schriftelijk vragen om geen einde aan de overeenkomst te stellen.
Artikel 35. Indien het risico verdwijnt wegens enige andere reden dan die welke hierboven zijn opgesomd, moet de Verzekeringsnemer de
21.26.101 10/08
9
2. Gradenschaal en de ermee overeenstemmende premies. Graden 22 21 20 19 18 17 16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
de Maatschappij die het risico dekte op het tijdstip van het schadegeval, aan de benadeelde een schadevergoeding betaald heeft of zal moeten betalen.
Premieniveau ten opzichte van het basisniveau 100
De geobserveerde verzekeringsperiode wordt elk jaar afgesloten uiterlijk op de 15de van de maand die aan de maand van de jaarlijkse premievervaldag voorafgaat. Indien zij, om welke reden ook, korter is dan 9 maand en half, zal zij bij de volgende observatieperiode gevoegd worden.
200 160 140 130 123 117 111 105 100 95 90 85 81 77 73 69 66 63 60 57 54 54 54
5. Werkingswijze van het mechanisme. De verplaatsingen geschieden volgens het volgend mechanisme: a) per geobserveerde verzekeringsperiode: onvoorwaardelijke daling met één graad; b) per geobserveerde verzekeringsperiode met één of meer schadegevallen: stijging met vijf graden per schadegeval. 6. Beperkingen aan het mechanisme. — ongeacht het aantal jaren zonder schadegeval of het aantal schadegevallen zullen de graden 0 of 22 nooit overschreden worden; — de verzekerde die tijdens vier opeenvolgende geobserveerde verzekeringsperiodes geen schadegeval gehad heeft en niettemin nog steeds op een hogere graad dan 14 staat, wordt automatisch op de basisgraad 14 teruggebracht.
3. Toetredingsmechanisme tot het stelsel. De toetreding tot het stelsel gebeurt in graad 14 van de schaal, behalve bij beperkt gebruik van een rijtuig voor toerisme en zaken of voor gemengd gebruik, waar de toetreding gebeurt in graad 11. Deze afwijking is evenwel slechts van toepassing wanneer het rijtuig wordt gebruikt:
7. Verbetering van de graad. Indien blijkt dat de personalisatiegraad van een Verzekeringsnemer verkeerdelijk bepaald of gewijzigd werd, wordt de graad verbeterd en worden de premieverschillen die er uit voortvloeien, respectievelijk aan de Verzekeringsnemer terugbetaald of door de Maatschappij opgeëist.
a) voor privé-doeleinden en op de weg van en naar het werk (verplaatsingen tussen twee arbeidsplaatsen worden als beroepsgebruik beschouwd), met uitsluiting van elk ander beroepsgebruik dan de hierna bedoelde;
Het door de Maatschappij terugbetaalde bedrag wordt verhoogd met de wettelijke interest indien de verbetering meer dan één jaar na de toekenning van de verkeerde graad gebeurd is. Deze interest loopt vanaf het ogenblik dat de verkeerde graad werd toegepast.
b) voor beroepsdoeleinden maar uitsluitend: 1. door personen die voltijds een loon- of weddetrekkend beroep uitoefenen en die geen deel uitmaken van de buitendiensten van de onderneming of van de instelling die hen tewerkstelt (worden aangezien als deel uitmakend van de buitendiensten, de personen waarvan de beroepsactiviteit systematisch opdrachten in buitendienst inhoudt);
8. Verandering van rijtuig. De verandering van rijtuig heeft geen enkele invloed op de personalisatiegraad. 9. Opnieuw van kracht worden.
2. door zelfstandigen die voltijds een sedentair beroep uitoefenen;
Indien een geschorste overeenkomst opnieuw van kracht wordt, blijft de op het ogenblik van de schorsing bereikte personalisatiegraad van toepassing.
3. door de bedienaars van een door de wet erkende eredienst;
10. Verandering van Maatschappij.
4. door landbouwers en groentekwekers die regelmatig deelnemen aan de handenarbeid van de onderneming.
Indien de Verzekeringsnemer, vóór het sluiten van de overeenkomst door een andere Maatschappij verzekerd werd met toepassing van het a posteriori personalisatiestesel, is hij verplicht aan de Maatschappij de schadegevallen aan te geven die voorgekomen zijn sinds de datum van het door de andere Maatschappij afgeleverde attest tot op de aanvangsdatum van de overeenkomst.
4. Verplaatsingsmechanisme op de gradenschaal. De premie wijzigt op elke jaarlijkse premievervaldag volgens de hierboven vermelde gradenschaal in functie van het aantal schadegevallen en overeenkomstig de hierna omschreven regels.
11. Attest in geval van opzegging van de overeenkomst. Binnen de 15 dagen na de opzegging van de over-eenkomst deelt de Maatschappij aan de Verzekeringsnemer de inlich-
Om de personalisatiegraad te doen veranderen, worden alleen de schadegevallen in aanmerking genomen waarvoor
10
tingen mee die nodig zijn voor de juiste vaststelling van de graad.
de Maatschappij een recht van verhaal voor de gevallen die in artikel 25, 1, a), 25, 3, b) en, wat de aan de vervoerde personen uitgekeerde vergoedingen betreft , in 25, 3, d) bedoeld zijn. Zij beschikt eveneens over een recht van verhaal in alle andere in artikel 25 bedoelde gevallen, maar alleen wanneer zij op basis van de burgerrechtelijke aansprakelijkheidsregels de aansprakelijkheid van een verzekerde aantoont, en dit in de mate dat de verzekerde aansprakelijk is.
12. Voordien in een ander land van de Europese Gemeenschap onderschreven overeenkomst. Indien de overeenkomst onderschreven wordt door een persoon die in de loop van de laatste vijf jaar reeds een overeenkomst onderschreven had overeenkomstig de wetgeving van een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap, dan wordt de gepersonaliseerde premie bepaald op een graad waarbij rekening gehouden wordt, voor de laatste vijf verzekeringsjaren voorafgaand aan de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst, met het aantal schadegevallen per verzekeringsjaar waarvoor de buitenlandse verzekeraar schadevergoedingen ten voordele van de benadeelden heeft betaald of zal moeten betalen.
Voor de toepassing van de bepalingen van hoofdstuk X (a posteriori personalisatiestelsel) wordt de betaling die in uitvoering van 1. is gedaan, niet beschouwd als een schadegeval dat aanleiding geeft tot een stijging op de gradenschaal indien, op grond van de regels van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid, geen enkele verzekerde aansprakelijk is. De Maatschappij moet de aansprakelijkheid van de verzekerde bewijzen. 5. Voor de toepassing van dit hoofdstuk en in afwijking van artikel 16, alinea 1, berust de verplichting tot schadeaangifte bij de Verzekeringsnemer, ook al zou hij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld, voor zover hij van het voorgevallen schadegeval kennis had.
De Verzekeringsnemer dient de nodige bewijsstukken voor te leggen.
Hoofdstuk XI Vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen
Artikel 40. Segmentatievariabelen
Artikel 39.
De wijziging van één van de segmentatievariabelen, waarvan de Verzekeringsnemer kennis heeft, kan geen aanleiding geven tot de beëindiging van het contract.
1. Bij een verkeersongeval waarbij het verzekerde motorrijtuig betrokken is, wordt, met uitzondering van de stoffelijke schade, alle schade veroorzaakt aan elk verkeersslachtoffer of aan zijn rechthebbenden en voortvloeiend uit lichamelijke letsels of het overlijden, vergoed door de Maatschappij overeenkomstig artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen.
Wanneer een segmentatievariable gewijzigd wordt tussen twee vervaldagen, dan zal de premie aangepast worden op de volgende vervaldag zonder terugwerkende kracht.
Hoofdstuk XII Vergoedingsvoorwaarden door terrorisme
Schade aan functionele prothesen wordt beschouwd als lichamelijke schade. Slachtoffers die een onverschoonbare fout hebben begaan die de enige oorzaak was van het ongeval, kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van het eerste lid.
bij
schade
Artikel 41. De tussenkomst van de Maatschappij bij schadegevallen die een daad van terrorisme uitmaken is onderworpen aan de volgende bijkomende voorwaarden. Deze voorwaarden zijn conform de wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme, hierna “de Wet” genoemd.
Enkel de opzettelijke fout van uitzonderlijke ernst, waardoor diegene die ze begaan heeft zonder geldige reden wordt blootgesteld aan een gevaar waarvan hij zich bewust had moeten zijn, is onverschoonbaar. Het bewijs van onverschoonbare fout is niet toegelaten ten aanzien van slachtoffers, jonger dan 14 jaar.
Definitie: Onder terrorisme wordt verstaan: een clandestien georganiseerde actie of dreiging van actie met ideologische, politieke, etnische of religieuze bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld wordt gepleegd op personen of de economische waarde van een materieel of immaterieel goed geheel of gedeeltelijk wordt vernield, ofwel om indruk te maken op het publiek, een klimaat van onveiligheid te scheppen of de overheid onder druk te zetten, ofwel om het verkeer of de normale werking van een dienst of een onderneming te belemmeren.
Deze vergoedingsplicht wordt uitgevoerd overeenkomstig de wettelijke bepalingen betreffende de aansprakelijkheidsverzekering in het algemeen en de aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen in het bijzonder, voor zover daarvan in dit hoofdstuk niet wordt afgeweken. 2. De bestuurder van een motorrijtuig en zijn rechthebbenden kunnen zich niet beroepen op de bepalingen van dit hoofdstuk. 3. Voor de toepassing van dit hoofdstuk moet onder motorrijtuig worden verstaan ieder motorrijtuig met uitzondering van rolstoelen met een eigen aandrijving die door gehandicapten in het verkeer kunnen worden gebracht.
Uitsluiting van nucleaire wapens: Schade veroorzaakt door wapens of tuigen die bestemd zijn om te ontploffen door de structuurwijziging van de atoomkern, wordt niet gedekt door deze overeenkomst.
4. Alle hoofdstukken van de overeenkomst zijn van toepassing behalve de artikelen 1 tot 3 en 5 tot 8 van hoofdstuk I (Voorwerp en omvang van de verzekering).
De VZW TRIP: De Maatschappij is lid van de VZW TRIP (Terrorism Reinsurance and Insurance Pool). De uitvoering van alle ver-
Wat hoofdstuk VII (Verhaal van de Maatschappij) betreft, heeft
21.26.101 10/08
11
bintenissen van alle verzekeringsondernemingen die lid zijn van de VZW wordt beperkt tot 1 miljard euro per kalenderjaar voor de schade veroorzaakt door alle gebeurtenissen, voorgevallen tijdens dat kalenderjaar, die erkend zijn als terrorisme.
Artikel 45. Verzekerd voertuig Het onderhavige contract dekt het aangeduide voertuig. Opties en toebehoren zijn eveneens gedekt voor zover zij zijn opgenomen in het verzekerde bedrag en alleen als zij zijn vastgemaakt aan het verzekerde voertuig.
Dit bedrag wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de ontwikkeling van het indexcijfer der consumptieprijzen, met als basis het indexcijfer van december 2005. In geval van wettelijke of reglementaire wijziging van dit basisbedrag, zal het gewijzigde bedrag automatisch van toepassing zijn vanaf de eerstvolgende vervaldag na de wijziging, behalve als de wetgever expliciet een andere overgangsregeling heeft voorzien.
De eventuele aanhangwagen dient afzonderlijk verzekerd te worden. Vervangwagen. Wanneer het aangeduide voertuig tijdelijk onbruikbaar is geworden, wordt de dekking gedurende ten hoogste dertig dagen vanaf de datum van de onbruikbaarheid, uitgebreid tot een vervangingsvoertuig van dezelfde categorie, dat toebehoort aan een derde en gebruikt wordt voor hetzelfde doel als het aangeduide voertuig. Deze dekkingsuitbreiding is niet van toepassing op vervangingsvoertuigen die toebehoren aan personen die samenwonen met de Verzekeringsnemer, de eigenaar, de houder of de gewone bestuurder van het aangeduide voertuig.
Indien het totaal van de berekende of geraamde schadevergoedingen het bedrag, vermeld in de vorige alinea, overschrijdt, wordt een evenredigheidsregel toegepast: de uit te keren schadevergoedingen worden beperkt ten belope van de verhouding van het bedrag zoals in de voorgaande alinea geciteerd of de nog beschikbare middelen voor dat kalenderjaar en de uit te keren schadevergoedingen toegerekend aan dat kalenderjaar.
Het vervangingsvoertuig wordt vergoed in werkelijke waarde tot maximum de verzekerde waarde van het omschreven voertuig en zonder toepassing van de evenredigheidsregel. De toepasselijke vrijstelling is deze vermeld in het contract.
Uitbetalingsregeling: De toepassing van de Wet, de omvang van de verbintenissen van de verzekeringsmaatschappijen alsook de termijnen en de percentages van de schadevergoedingen zijn onderworpen aan de beslissingen van het Comité opgericht overeenkomstig de artikelen 5 en volgende van de Wet. Voor de waarborg BA kan een ander percentage worden vastgelegd bij koninklijk besluit. De Maatschappij zal dan overeenkomstig dat percentage uitbetalen.
Voor wat betreft de dekking diefstal van het vervangingsvoertuig dient de verzekerde vanaf een cataloguswaarde van 20.000 EUR (zonder taksen) contact op te nemen met de Maatschappij. De dekking zal dan slechts verworven zijn indien voldaan is aan de antidiefstalmaatregelen opgelegd door de Maatschappij.
Artikel 46. Aan te geven waarde
TITEL II OMNIUM – KLEINE OMNIUM
De aan te geven waarde moet overeenstemmen met de cataloguswaarde van kracht in België zoals opgegeven door de fabrikant of officiële invoerder van het aangeduide voertuig op het moment van de eerste inverkeerstelling, vermeerderd met de waarde van de opties en het toebehoren, zelfs als die later verworven worden, hetzij gratis, hetzij tegen betaling. Voor de aangifte van deze waarden wordt er rekening gehouden noch met belastingen, noch met kortingen.
VERZEKERING VAN DE RISICO'S: MATERIELE SCHADE, BRAND, DIEFSTAL, BREKEN VAN RUITEN, NATUURKRACHTEN, BOTSING MET DIEREN
Antidiefstalsysteem Het antidiefstalsysteem dat beantwoordt aan de normen van de Maatschappij, met inbegrip van de kosten van de plaatsing, wordt gratis verzekerd. De waarde van het antidiefstalsysteem moet bijgevolg niet in aanmerking genomen worden voor de bepaling van de cataloguswaarde, noch voor de verzekerde waarde.
GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN Voor zover ze niet strijdig zijn met de hierna volgende bepalingen zijn de algemene voorwaarden van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (Titel I) van toepassing voor het administratief beheer van deze titel.
Evenredigheidsregel Wanneer bij een schadegeval blijkt dat de werkelijk aangegeven waarde voor het verzekerde voertuig lager is dan de aan te geven waarde, dan wordt slechts vergoed in verhouding van de eerste waarde ten opzichte van de tweede.
Territoriale reikwijdte De territoriale dekking komt overeen met deze van de titel “Burgerlijke Aansprakelijkheid” (groene kaart).
Ingeval van toepassing van een evenredigheidsregel, zal die worden toegepast alvorens de vrijstelling af te trekken.
Verzekerde personen De Verzekeringsnemer, de eigenaar, de gemachtigde houder, de gemachtigde bestuurder van het verzekerde rijtuig en de vervoerde personen.
De evenredigheidsregel is eveneens van toepassing op de waarde van het wrak. Er zal geen enkele evenredigheidsregel toegepast worden voor een onderverzekering die kleiner is dan 5 % en die toe te schrijven is aan toebehoren die niet op de aankoopfactuur van het voertuig in nieuwe staat vermeld zijn, plaatsing inbegrepen. Dit houdt geen verhoging in van het verzekerde kapitaal.
Begunstigde De Verzekeringsnemer of de in het contract aangeduide persoon.
12
Indien de herstelkosten gelijk of groter zijn dan 2/3de van de verzekerde waarde kan de Verzekeringsnemer eveneens opteren voor totaal verlies. Deze berekeningen worden gemaakt zonder rekening te houden met de taksen. — in geval van diefstal, het verzekerde voertuig niet binnen 30 dagen na de ontvangst van de schriftelijke aangifte van het schadegeval door de Maatschappij, wordt teruggevonden.
Artikel 47. Verplichtingen van de Verzekeringsnemer bij schadegeval - Dringende herstellingen Alvorens het beschadigde voertuig te laten herstellen moet de Verzekeringsnemer een kostenraming voorleggen aan de Maatschappij. Wanneer er echter een dringende reden bestaat tot herstelling of vervanging van stukken mag de Verzekeringsnemer daartoe overgaan zonder vooraf te overleggen met de Maatschappij, mits het bedrag van de schade niet hoger is dan 500 EUR (zonder B.T.W.) en de kosten door een gedetailleerde factuur bewezen worden.
2.2. Vergoedingen bij een volledig verlies In geval van totaal verlies wordt de vergoeding berekend op basis van de werkelijke waarde, dit wil zeggen de waarde van het voertuig onmiddellijk voor het schadegeval, en vastgesteld door een expertise.
Voor wat betreft het breken van ruiten blijft art. 59 van kracht.
Deze waarde kan de verzekerde waarde van het aangeduide voertuig niet overschrijden.
Indien de Maatschappij niet reageert binnen een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de kostenraming middels aangetekend schrijven, dan mag de Verzekeringsnemer voor rekening van de Maatschappij laten overgaan tot de nodige vervanging of herstelling.
Zelfs indien het voertuig niet wordt vervangen, zal de aldus bekomen waarde verhoogd worden: a) met het bedrag van de ten tijde van de aankoop niet-recupereerbare B.T.W., dat voor het verzekerd voertuig werd betaald, in de verhouding die bestaat tussen de werkelijke waarde voor schadegeval en de nettofactuurprijs zonder dat dit bedrag evenwel de werkelijk betaalde niet-recupereerbare B.T.W. mag overtreffen. Er wordt geen B.T.W. betaald voor gehuurde of geleasde voertuigen.
Artikel 48. Uitkeringen krachtens de verzekering 1. Gedeeltelijke schade In geval van gedeeltelijke schade betaalt de Maatschappij op voorlegging van de betaalde herstellingsfactuur, of, op voorlegging van de aankoopfactuur van een vervangingsvoertuig, aan de Verzekeringsnemer de kosten terug, vermeerderd met de daarop betrekking hebbende, niet-recupeerbare B.T.W.
b)
Op het zo bekomen bedrag wordt de evenredigheidsregel toegepast. Vervolgens worden de bedragen uit de aanvullende dekking toegevoegd (art. 49) en wordt de in het contract bepaalde vrijstelling afgetrokken.
met het bedrag van de belasting op inverkeerstelling dat voor het verzekerd voertuig werd betaald bij de aankoop, in de verhouding die bestaat tussen de werkelijke waarde voor schadegeval en de nettofactuurprijs, zonder dat dit de werkelijk betaalde belasting op inverkeerstelling mag overtreffen. Er wordt geen BIV betaald voor gehuurde of geleasde voertuigen.
Vervolgens wordt de waarde van het wrak afgetrokken. Op het zo bekomen bedrag wordt de evenredigheidsregel toegepast.
In geval van vervanging van voertuig mag de uitkering krachtens de verzekering echter niet hoger zijn dan het hierboven bekomen bedrag op basis van de herstelling.
Tenslotte worden de bedragen uit de aanvullende dekking toegevoegd (art. 49) en wordt de in het contract bepaalde vrijstelling afgetrokken.
Schema : bedrag van de herstellingen + niet recupereerbare BTW subtotaal (x evenredigheidsregel) + aanvullende dekkingen (art. 49) -vrijstelling = verschuldigde vergoeding
In geval van totaal verlies door een verzekerde schade anders dan diefstal, geeft de Verzekeringsnemer of aangeduide begunstigde mandaat aan de door de Maatschappij aangeduide expert om in zijn naam het wrak te verkopen en de opbrengst ervan (zonder BTW) te storten aan de Maatschappij.
2. Volledig verlies
In geval van totaal verlies door diefstal, geeft de Verzekeringsnemer of de aangeduide begunstigde mandaat aan de Maatschappij om in zijn naam het gestolen voertuig, mocht het teruggevonden worden nadat de vergoeding is uitgekeerd, te verkopen en de opbrengst ervan (zonder BTW ) te houden.
2.1. Voorwaarden om van een volledig verlies te kunnen spreken Er is volledig verlies wanneer: — het technisch onmogelijk is het voertuig te herstellen; — de door de Maatschappij voor de herstelling van het verzekerde voertuig uit te geven som, gelijk of groter is dan de werkelijke waarde van het voertuig onmiddellijk vóór het schadegeval, onder aftrek van de waarde van het wrak;
Ingeval de Verzekeringsnemer of de aangeduide begunstigde onderworpen is aan de BTW, verbindt deze zich ertoe om in zijn naam de verkoopfactuur op te stellen en de BTW-verplichtingen na te leven.”
21.26.101 10/08
13
De stem van de derde deskundige is daarbij doorslaggevend. Indien één van de partijen nalaat zijn deskundige te benoemen of wanneer de beide deskundigen het niet eens worden over de keuze van de derde deskundige, geschiedt de benoeming daarvan door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, op verzoek van de meest gerede partij.
Schema waarde vóór schadegeval + niet-recupereerbare BTW + BIV - wrak subtotaal x evenredigheidsregel + aanvullende dekkingen (art. 49) - vrijstelling = verschuldigde vergoeding
De deskundigen en de derde deskundige zijn van elke formaliteit vrijgesteld. Hun beslissing is soeverein en onherroepelijk. De kosten en erelonen van het deskundigenonderzoek (alle taksen inbegrepen) zijn in hoofde van de verzekeringsnemer gedekt tot 150 EUR, wanneer er tussen hem en de Maatschappij betwisting bestaat omtrent de schatting van de schade. Deze dekking heeft geen betrekking op de kosten van de derde expert, die aangewezen wordt in geval van onenigheid en waarvan de kosten voor de helft door de Maatschappij en voor de helft door de Verzekeringsnemer gedragen worden.
3. Andere bepalingen In geen geval zal de Maatschappij een vergoeding wegensonbruikbaarheid of waardevermindering betalen. Bovendien zal de schade worden vastgesteld zonder dat rekening wordt gehouden met een eventueel tekort aan stukken waaruit een vertraging in of zelfs de onmogelijkheid tot herstelling voortvloeit, noch de huur van een vervangingsvoertuig (behoudens de bepalingen onder titel IV Federale Bijstand auto).
Artikel 51. Uitsluitingen
Artikel 49. Dekkingsuitbreiding
Zijn uitgesloten, schadegevallen voorgevallen: a) wanneer het verzekerde voertuig verhuurd wordt, behalve in geval van leasing of renting, of door enige overheid opgeëist wordt;
Wanneer de Maatschappij een schadegeval voor haar rekening neemt, vergoedt zij bovendien, zonder toepassing van de evenredigheidsregel, op vertoon van een gekweten factuur en eventueel in aanvulling op de waarborg die van kracht is onder de Titel IV: “Federale Bijstand auto”:
b) wanneer de verzekerde zich met het verzekerde voertuig voorbereidt voor, oefent voor of deelneemt aan autoraces, snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden; de toeristische rally’s blijven nochtans gedekt;
— De reddingskosten voor een bedrag dat maximum gelijk is aan het verzekerde bedrag. — Tot beloop van 1.000 EUR, zonder B.T.W., de kosten: -
van voorlopige stalling totdat de expertise is afgesloten,
-
van een noodherstelling of van het slepen van het beschadigde voertuig tot bij de hersteller,
-
van een kostenraming en van de noodzakelijke demontering met het oog op de raming van de kosten,
-
-
c) door het feit - van uitdagingen, weddenschappen, kennelijk roekeloze daden, - van het besturen van een motorrijtuig waarvan een of meerdere banden glad zijn; d) door het feit van een opzettelijk ongeval. Wordt onder andere beschouwd als zijnde opzettelijk het feit van zelfmoord of poging tot zelfmoord van een verzekerde;
van terugkeer naar België op voorwaarde dat deze vooraf is toegestaan door de Maatschappij, van het verzekerde voertuig dat in het buitenland beschadigd is en dat niet meer in staat is op eigen kracht naar België te worden teruggereden,
e) wanneer de bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden voorgeschreven door de wet en de Belgische of vreemde reglementen om een voertuig te mogen besturen, of, wanneer, op het moment van het schadegeval, hij van het recht tot sturen vervallen verklaard is in België;
van inschrijving en technische controle. De inschrijvingskosten zijn echter enkel gedekt, voor zover er sprake is van een volledig verlies, zoals bepaald in artikel 48.2.1;
f) wanneer het omschreven rijtuig onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, terwijl het voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer" zich van het keuringsstation naar zijnwoonplaats en/of naar de hersteller begeeft evenals na herstelling naar het keuringsstation rijdt;
— de invoerrechten indien het onmogelijk of te duur is het verzekerde voertuig binnen de wettelijk gestelde termijnen ingevolge een volledig verlies opnieuw in te voeren.
Artikel 50. Onenigheid betreffende de schatting van de schade Bij onenigheid over het bedrag van de schade wordt dit op tegenspraak door twee deskundigen bepaald, waarbij de ene door de Verzekeringsnemer en de andere door de Maatschappij gemachtigd wordt.
g) door het feit van een oorlogsconflict, vijandelijkheden, een invasie, militaire bezetting, burgerlijke of politieke onrusten, terrorisme of collectief geweld, oproer, stakingen, of gelijkaardige gebeurtenissen. Schadegevallen die te wijten zijn aan een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd in de Wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade
Wanneer geen overeenkomst bereikt wordt, kiezen de deskundigen een derde deskundige met wie zij gezamenlijk beraadslagen.
14
veroorzaakt door terrorisme, blijven echter verzekerd volgens de voorwaarden en binnen de limieten voorzien door artikel 41;
AFDELING A MATERIELE SCHADE Artikel 59. Voorwerp van de dekking
h) door het feit van een nucleair ongeval in de zin van art. 1, a), i) van de conventie van Parijs van 29 juli 1960; i)
wanneer de bestuurder zich in een toestand van dronkenschap, van alcoholintoxicatie van meer dan 1,5 g/l bloed of 0.65 mg/L uitgeademde alveolaire lucht of in een vergelijkbare toestand bevindt, die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken.
Gedekt is schade aan het verzekerde voertuig, die voortvloeit uit een ongeval of boos opzet van een derde. Onder ongeval verstaat men een voor de verzekerde plotselinge, onvrijwillige en onvoorzienbare gebeurtenis.
De uitsluitingen f) en i) die hierboven voorzien zijn, zijn niet van toepassing indien de verzekerde de afwezigheid van een oorzakelijk verband aantoont tussen het feit dat de uitsluiting tot gevolg heeft en het schadegeval.
Vrijstelling Materiële Schade Van elk schadegeval neemt de Verzekeringsnemer, behoudens andere bepaling in de gemeenschappelijke of bijzondere voorwaarden, de vrijstelling ten laste waarvan het percentage in het contract vermeld is. Dit percentage is van toepassing op de totale verzekerde waarde. Derhalve geeft schade die deze vrijstelling niet overschrijdt geen aanleiding tot vergoeding; in de andere gevallen zal de Maatschappij het bedrag van de vrijstelling aftrekken van het schadebedrag.
De waarborg blijft verworven aan de Verzekeringsnemer die bewijst dat het feit dat de uitsluiting tot gevolg heeft toe te schrijven is aan een ander verzekerde dan — hijzelf; — de personen die bij hem inwonen; — de leden van zijn huispersoneel; — zijn ascendenten en descendenten, evenals de personen die bij deze laatste inwonen; — zijn werknemers; en dat daarenboven de feiten zich hebben voorgedaan tegen zijn instructies in en buiten zijn weten. In dit geval behoudt de Maatschappij zich echter een recht van verhaal voor ten opzichte van de aansprakelijke.
Is eveneens gedekt, zonder dat de in het contract eventueel bepaalde vrijstelling van toepassing is: Krachten van de natuur — de schade veroorzaakt door de krachten van de natuur, die bestaan uit: het neerstorten van rotsblokken, het vallen van stenen, grondverschuiving, lawine, de druk van een sneeuwmassa, orkaan, storm, hagel, overstroming, aardbeving, vulkanische uitbarsting, vloedgolf.
Artikel 52. Duur
Onder storm en orkaan verstaat men windstoten die op het station van het Koninklijk Meteorologisch Instituut dat het dichtst gelegen is bij de plaats waar het voertuig zich op het ogenblik van het schadegeval bevond, een topsnelheid van minstens 80 km per uur bereiken of die andere motorvoertuigen beschadigen in een straal van 10 km rond de plaats van het schadegeval;
De verzekering wordt gesloten voor de duur van één jaar. Op het einde van elke verzekeringsperiode wordt het contract stilzwijgend verlengd voor een periode die gelijk is aan de eerste, tenzij het door één van beide partijen tenminste drie maanden voor de afloop van de lopende periode is opgezegd.
Artikel 53. Indeplaatsstelling - Verhaal
Botsing met dieren — schade die rechtstreeks en exclusief veroorzaakt wordt door aanrijding met dieren, op voorwaarde dat daarvan binnen drie dagen aangifte gedaan wordt bij de politie, welke het dichtst bij de plaats van het ongeval gevestigd is;
De Maatschappij die schadevergoeding betaald heeft, treedt ten belope van het bedrag van die vergoeding in de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde of de begunstigde tegen de aansprakelijke derden, hun verzekeraars, het Gemeenschappelijk Motor Waarborg Fonds en gelijkaardige buitenlandse instanties, waaronder begrepen de rechten en rechtsvorderingen van de verzekerde tegen de aansprakelijke persoon waaraan het verzekerd voertuig werd toevertrouwd om ten professionele titel het voorwerp uit te maken van een expertise, een onderhoudsbeurt of een reparatie.
Breken van ruiten — het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook van het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de herstelling of vervanging door gelijkaardige ruiten. Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Maatschappij. Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een vrijstelling mee die gelijk is aan 10 % van het factuurbedrag.
Indien door toedoen van de verzekerde of de begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg kan hebben ten voordele van de Maatschappij, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
Voorwaarden eigen aan voertuigen voor Toerisme en Zaken en Gemengd Gebruik. De in het contract vermelde vrijstelling wordt verhoogd met 2,5 % van de totale verzekerde waarde , indien de aansprakelijkheid voor een schadegeval, al is het maar gedeeltelijk, berust bij een verzekerde bestuurder die minder dan 23 jaar is of die niet sedert ten minste één jaar houder is van een rijbewijs.
De indeplaatsstelling mag de verzekerde of de begunstigde, die slechts gedeeltelijk vergoed is, niet benadelen. In dat geval kan hij zijn rechten uitoefenen voor hetgeen hem nog verschuldigd is, bij voorrang boven de Maatschappij.
21.26.101 10/08
15
Artikel 60. Uitsluitingen
Artikel 75. Uitsluitingen
Is van de verzekering uitgesloten, schade die berokkend wordt: 1. aan banden, wanneer deze schade zich niet gelijktijdig voordoet met andere, door de verzekering gedekte, accidentele schade; 2. ingevolge slijtage, constructiefouten of gebreken in de grondstof, het kennelijk slechte onderhoud van het voertuig, evenals ingevolge bevriezing van een gedeelte van het voertuig;
Zijn van de verzekering uitgesloten, schadegevallen met als voornaamste daders of medeplichtigen: de Verzekeringsnemer, de gemachtigde bestuurder, de bewaarnemer van het verzekerde voertuig, en ook de leden van het gezin en de aangestelden van de voormelde personen. De diefstallen die gepleegd worden, terwijl het voertuig in een publiek toegankelijke plaats achtergelaten wordt en de sleutels of gelijkaardige zich in of op het voertuig bevinden, zijn niet gedekt.
3. door het feit van de vervoerde goederen ingevolge het laden of lossen ervan of ingevolge overbelasting van het voertuig; Schade door dieren die zich in het voertuig bevinden is eveneens uitgesloten.
Het vervangingsvoertuig is enkel verzekerd tegen diefstal, voor zover het uitgerust is met het door de Maatschappij opgelegde antidiefstalsysteem (zie art. 45)
Artikel 76. Aangifte van schadegeval Vergoeding
4. ingevolge diefstal of poging tot diefstal; 5. door het enkel feit van brand en daarmede gelijkgestelde gevaren, zoals bepaald in artikel 67.
Bij schadegeval is de verzekerde of Verzekeringsnemer gehouden dit onmiddellijk schriftelijk bij de Maatschappij aan te geven en klacht in te dienen bij de bevoegde gerechtelijke- of politieoverheid.
AFDELING B BRAND Artikel 67. Voorwerp van de dekking
Indien het schadegeval zich voordoet in het buitenland, dan moet er bovendien klacht worden ingediend bij de bevoegde Belgische autoriteiten, vanaf het moment dat dit mogelijk is. Deze formaliteiten moeten vervuld worden binnen de drie dagen.
Is gedekt, zonder vrijstelling, schade aan het verzekerde voertuig, als gevolg van brand, ongeacht de oorzaak ervan. Met brandschade wordt gelijkgesteld schade berokkend door vuur, ontploffing, vlammen, bliksem, kortsluiting in de elektrische installatie en schroeischade. Bovendien betaalt de Maatschappij de blussingskosten die bedachtzaam worden uitgegeven bij een schadegeval dat onder deze dekking valt.
Indien het verzekerde voertuig gestolen is en niet teruggevonden wordt, vergoedt de Maatschappij de Verzekeringsnemer na een termijn van 30 dagen te rekenen vanaf de ontvangst van de schadeaangifte. Indien het voertuig wordt teruggevonden na een periode van 30 dagen te tellen vanaf de ontvangst van de aangifte van het schadegeval, dan kan de Verzekeringsnemer, hetzij het teruggevonden voertuig terugnemen tegen terugbetaling van de ontvangen schadevergoeding, terwijl de kosten van herstelling ten laste vallen van de Maatschappij, hetzij opteren voor de verkoop van het teruggevonden voertuig, overeenkomstig hetgeen bepaald is in artikel 48.2.2, met behoud van schadevergoeding. Indien het voertuig wordt teruggevonden binnen een periode van 30 dagen te tellen vanaf de ontvangst van de aangifte van het schadegeval, dan is de verzekerde verplicht het voertuig terug te nemen. De eventuele schade wordt dan vergoed overeenkomstig de bepalingen van artikel 48.
Artikel 68. Uitsluitingen Van de verzekering is uitgesloten, schade veroorzaakt door brandbare, voor ontploffing of corrosie vatbare, in het verzekerde voertuig vervoerde, stoffen of voorwerpen. Deze uitsluiting beoogt niet het vervoer voor privé-doeleinden van reservejerrycans, gasflessen voor huishoudelijk gebruik noch soortgelijke toestanden.
AFDELING C DIEFSTAL
Gedekt is, het verlies of de schade aan het verzekerde voertuig, ingevolge diefstal of poging tot diefstal.
AFDELING D “KLEINE OMNIUM” BRAND - DIEFSTAL – BREKEN VAN RUITENKRACHTEN VAN DE NATUUR – BOTSING MET DIEREN.
De kosten voor het vervangen van sleutels, afstandbediening, antidiefstalsystemen, codekaarten of sloten bij poging tot diefstal of diefstal ervan of van het voertuig is eveneens gedekt.
Artikel 82. Voorwerp van de dekking
Een vrijstelling van 2,5 % (max. 1.250 EUR) van de verzekerde waarde wordt toegepast. Deze vrijstelling wordt niet toegepast in geval van diefstal van het volledige voertuig.
De Maatschappij dekt: 1. aan de voorwaarden in Titel II bepaald, het verzekerde voertuig enkel tegen:
Artikel 74. Voorwerp van de dekking
16
— de strafverdediging van een verzekerde, wegens onopzettelijke doding of verwonding of overtreding van wetten en reglementen op de politie van het wegverkeer, in verband met het gebruik van het verzekerde voertuig;
— brand, — diefstal, — het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de vervanging of herstelling door gelijkaardige ruiten. Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Maatschappij. Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een vrijstelling mee die gelijk is aan 10 % van het factuurbedrag.
— de uitoefening, via minnelijke of gerechtelijke weg, van verhaal van een verzekerde tegen de aansprakelijke van het schadegeval, zijn verzekeraar of het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, teneinde schadevergoeding te bekomen in geval van een schadegeval waarbij het verzekerde voertuig betrokken is. 2. De Maatschappij neemt binnen dezelfde grenzen als die in artikel 85, 1. de kosten van allerlei stappen, onderzoeken en honoraria ten laste voortvloeiend uit een contractuele eis:
— materiële schade veroorzaakt door: a) de krachten van de natuur; b) botsing met dieren.
— tegen de garagehouder die in België gevestigd is, wegens de gebrekkige herstelling van het verzekerde voertuig ingevolge een verkeersongeval;
AFDELING E OMNIUM
— tegen de garagehouder die in België gevestigd is, wegens een materiële schade aan het verzekerde voertuig die niet rechtstreeks verbonden is met het uitgevoerde werk en die ontstaan is tijdens het stallen van het voertuig voor een onderhoud of een herstelling;
Artikel 83. Voorwerp van de dekking De Maatschappij dekt aan de titel II bepaalde voorwaarden het verzekerde voertuig tegen materiële schade, brand en diefstal (afdelingen A, B en C).
— tegen de in België gevestigde onderneming gespecialiseerd in de reiniging van wagens, wegens een materiële schade aan het verzekerde voertuig die ontstaan is tijdens de reiniging;
AFDELING F BRAND – BREKEN VAN RUITEN – KRACHTEN VAN DE NATUUR - BOTSING MET DIEREN
— tegen de verantwoordelijke van een tankstation dat in België gevestigd is, voor zover het verzekerde voertuig beschadigd is als gevolg van de gebrekkige kwaliteit van de geleverde brandstof. 3. Bij ontoereikendheid van het verzekerde bedrag, hebben de Verzekeringsnemer, zijn samenwonende persoon en hun kinderen voorrang ten aanzien van de overige verzekerden. Indien de Verzekeringsnemer een rechtspersoon is, heeft hij voorrang ten aanzien van de andere verzekerden.
Artikel 84. Voorwerp van de dekking De Maatschappij dekt: 1. aan de voorwaarden in Titel II bepaald, het verzekerde voertuig enkel tegen: a) brand; b) het breken van voor-, zij- en achterruiten, alsook het glazen gedeelte van het dak van het voertuig, ten bedrage van de kostprijs van de vervanging of herstelling door gelijkaardige ruiten. Deze herstelling of deze vervanging moet uitgevoerd worden door een firma aangeduid door de Maatschappij. Het niet in acht nemen van deze verplichting brengt de toepassing van een vrijstelling mee die gelijk is aan 10 % van het factuurbedrag;
Artikel 86. Verzekerd voertuig Het voertuig en de aanhangwagen, die omschreven zijn in de bijzondere voorwaarden. Het vervangingsvoertuig, zoals gedefinieerd in het kader van Titel I betreffende de verplichte verzekering inzake motorrijtuigen, is ook verzekerd. Het verzekerde voertuig mag geen technische aanpassing ondergaan hebben, waardoor het van categorie veranderd is volgens de opgestelde rangschikking door het Koninklijk Besluit van 15 maart 1968 houdende algemeen reglement op de technische eisen waaraan de auto's, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen.
c) materiële schade veroorzaakt door: — de krachten van de natuur; — botsing met dieren.
Artikel 87. Verzekerde personen
TITEL III RECHTSBIJSTAND
De dekking is verworven ten gunste van de Verzekeringsnemer, de eigenaar, iedere gemachtigde houder of bestuurder van het verzekerde voertuig, alsook van de gratis vervoerde personen.
Artikel 85. Voorwerp
De dekking van het verhaal, uitgeoefend op grond van artikel 29bis van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen, is enkel verworven ten gunste van de volgende personen:
1. De Maatschappij neemt tot het beloop van 15.000 EUR per schadegeval, de kosten van allerlei stappen, onderzoeken en honoraria ten laste voortvloeiend uit:
21.26.101 10/08
17
— de Verzekeringsnemer; — de eigenaar en de houder van het verzekerde voertuig; — de persoon die samenwoont met de bestuurder, de Verzekeringsnemer, de eigenaar of de houder van het verzekerde voertuig; — de bloed- of aanverwanten in rechte lijn van één van de voornoemde personen.
4. Objectiviteitsclausule Wanneer er een meningsverschil is met Legibel betreffende de te volgen gedragslijn voor de regeling van het schadegeval, kan de verzekerde een advocaat van zijn keuze raadplegen, na betekening door Legibel van haar standpunt of van haar weigering om de stelling van de verzekerde te volgen, en zonder afbreuk te doen aan de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te beginnen. Indien de advocaat het standpunt van Legibel bevestigt, wordt aan de verzekerde de helft van de kosten en de erelonen van die raadplegingen terugbetaald.
Wij treden niet op voor de geschillen tussen verzekerden. In dit geval blijft de dekking echter verworven ten gunste van de in de vorige alinea opgesomde personen, voor zover de Verzekeringsnemer zich hiertegen niet verzet. Indien één van de begunstigden overlijdt aan de gevolgen van een gedekt verkeersongeval in het kader van Titel I, dan zal de dekking van de Maatschappij verworven zijn ten gunste van de persoon die samenwoont met de verzekerde, zijn ascendenten en descendenten.
Indien de verzekerde, tegen het advies van die advocaat, op zijn kosten een procedure begint en een beter resultaat bereikt dan hetgeen hij bereikt zou hebben wanneer hij het standpunt van Legibel aanvaard had, dan is de Maatschappij verplicht haar dekking te verlenen en de kosten en erelonen van de raadpleging die ten laste van de verzekerde gebleven zouden zijn, terug te betalen.
Artikel 88. Toepassing van de waarborg
Indien de geraadpleegde advocaat de stelling van de verzekerde bevestigt, is de Maatschappij, ongeacht de afloop van de procedure, verplicht haar dekking te verlenen, met inbegrip van de kosten en erelonen van de raadpleging.
1. Aangifte van schadegevallen Rechtsbijstand Ieder schadegeval moet onmiddellijk en ten laatste binnen 8 werkdagen na het voorval aan de Maatschappij gemeld worden.
5. Verplaatsingskosten naar het buitenland Op vertoon van de bewijsstukken betaalt de Maatschappij de verplaatsingskosten terug per trein in 1ste klasse of met het vliegtuig in toeristenklasse, alsook de verblijfkosten indien de verzekerde verplicht moet verschijnen als beklaagde voor een buitenlandse rechtbank of indien een verzekerde, die het slachtoffer is van een verkeersongeval, naar het buitenland moet gaan om de nodige vaststellingen te doen voor de begroting van de schade.
2. Beheer van schadegevallen Rechtsbijstand Legibel is belast met het beheer van de schadegevallen Rechtsbijstand, en neemt de leiding op zich van alle onderhandelingen en minnelijke schikkingen. LEGIBEL: Economisch Samenwerkingsverband belast met het beheer en de regeling van schadegevallen Rechtsbijstand. Koningsstraat 55 - 1000 Brussel
De verblijfkosten zijn beperkt tot 50 EUR per dag en per verzekerde.
Geen enkel voorstel of schikking mag aanvaard worden zonder de voorafgaande toestemming van de verzekerden.
Artikel 89. Overmaken van de documenten
3. Vrije keuze van advocaat De verzekerde heeft het recht de behartiging van zijn belangen toe te vertrouwen aan een advocaat van zijn keuze: a) wanneer moet overgegaan worden tot een gerechtelijke of administratieve procedure b) telkens wanneer zich een belangenconflict voordoet met de Maatschappij, zonder afbreuk te doen aan de procedure bepaald in punt 4. hierna ingeval van onenigheid betreffende de regeling van een schadegeval.
De verzekerde moet de Maatschappij of elke andere aangestelde instelling voor het beheer van het dossier Rechtsbijstand zo snel mogelijk alle nuttige informatie verschaffen voor het goede beheer, alsook alle gerechtelijke en buitengerechtelijke akten in verband met de toepassing van de dekking Rechtsbijstand. Indien de verzekerde deze verplichting niet nakomt en hierdoor schade berokkend wordt aan de Maatschappij, dan zullen de uitkeringen verminderd worden met de geleden schade.
In het kader van deze waarborg wordt ieder ander persoon die de nodige kwalificaties heeft om de belangen van de verzekerde te verdedigen, in de mate waarin de wet betreffende de procedure dit toestaat, gelijkgesteld met een advocaat.
De Maatschappij behoudt zich het recht voor haar dekking te weigeren, indien de verzekerde, met bedrieglijk opzet, die verplichting niet nageleefd heeft.
Artikel 90. Onvermogen van derden
De verzekerde verbindt zich ertoe de Maatschappij in te lichten betreffende de identiteit van zijn advocaat, alvorens contact met deze laatste op te nemen, behalve in geval van gerechtvaardigde hoogdringendheid en te antwoorden op iedere vraag naar informatie betreffende de evolutie van de zaak.
Wanneer een geïdentificeerde en als onvermogend erkende derde een verkeersongeval in België veroorzaakt, waarbij het verzekerde voertuig betrokken is, met uitzondering van het vervangingsvoertuig, vergoedt de Maatschappij de materiële en lichamelijke schade van de verzEkerden tot het beloop van 6.250 EUR per
In geval van belangenconflicten, zal de Maatschappij de verzekerde inlichten over de rechten die het desbetreffend artikel hem toekent.
18
schadegeval in functie van de aansprakelijkheid van de voornoemde derde. Deze dekking wordt van kracht na elke eventuele tussenkomst van een openbare of privé-instelling.
d) indien het feit dat aan de basis ligt van het geschil, zich voordoet tijdens een wedstrijd van motorrijtuigen;
Wanneer het bedrag van de dekking ontoereikend is, is lid 3 van artikel 85 van toepassing.
e) indien de bestuurder niet voldoet aan de Belgische wetten en reglementen om het verzekerde voertuig te besturen. In dat geval geldt de dekking ook niet voor de vervoerde personen;
De tegemoetkoming van de Maatschappij is afhankelijk van het voorleggen van de herstellingsrekening, behalve in geval van volledig verlies van het voertuig.
f) indien het verzekerde voertuig het voorwerp is geweest van misbruik van vertrouwen, van oplichting of van verduistering;
Artikel 91. Subrogatie
g) indien het geschil veroorzaakt wordt door daden van oorlog of gelijkwaardige daden, alsook door elke daad van collectief geweld, zoals burgeroorlog, volksopstand, manifestatie of staking;
De Maatschappij treedt in de rechten van de verzekerde voor de terugvordering van de uitbetaalde kosten, uitgaven en vergoedingen, waaronder tevens de rechtsplegingvergoeding.
h) indien het geschil rechtstreeks voortvloeit uit een "terroristische" daad. Onder "terrorisme" verstaan we elke gewelddadige actie of elke reeks van gewelddadige actie die clandestien georganiseerd wordt uit ideologische, politieke, religieuze, economische of sociale overtuiging, om indruk te maken op het publiek of een overheid;
Artikel 92. Uitsluitingen
i)
indien het geschil veroorzaakt wordt door een gebeurtenis die verband houdt met atoomsplitsing of radioactiviteit, alsook de schade die rechtstreeks voortvloeit uit een bron van ioniserende stralingen.
Van de dekking zijn uitgesloten: Voor de punten a) en e) wordt de burgerlijke verantwoordelijke niet uitgesloten van de verzekering, voor zover hij bewijst dat die overtredingen gebeurd zijn tegen zijn instructies in of zonder zijn medeweten.
1. dadingen met het openbaar ministerie, boetes en opdeciemen, en kosten van strafrechterlijke instanties, alsook alle kosten verbonden met de vaststelling van het zich bevinden "onder invloed van alcohol" of van een vergelijkbare toestand; 2. kosten en honoraria van een burgerlijke vordering, wanneer de schade 150 EUR niet overschrijdt;
TITEL IV FEDERALE BIJSTAND AUTO
3. kosten voor geschillen die moeten worden voorgelegd aan het Hof van Cassatie of aan een buitenlandse rechtsmacht van dezelfde rang, indien het bedrag van de schade 1.500 EUR niet bereikt;
Artikel 94. Bijstand
4. geschillen van louter contractuele aard, verschillend van die gedekt door artikel 85, 2.;
De bijstand wordt aangeboden voor wagens voor Toerisme en Zaken of gemengd gebruik en die in België ingeschreven zijn, met uitzondering van de wagens met "Proefritten-" en "Handelaarsplaten", alsook van de wagens die verhuurd worden of die bestemd zijn om verhuurd te worden. De dekking, met uitzondering van punt 5 hieronder (vervangwagen), wordt eveneens aangeboden aan voertuigen bestemd voor goederenvervoer met een MTM van maximum 3,5 ton (bestelwagens).
5. fiscale geschillen; 6. geschillen betreffende inbreuken op de wetgeving betreffende de technische eisen waaraan de motorvoertuigen, hun aanhangwagens, hun onderdelen en hun veiligheidstoebehoren moeten voldoen; 7. geschillen die betrekking hebben op de wetgeving inzake arbeidsongevallen;
In geval van een ongeval, brand, diefstal of poging tot diefstal, en daden van vandalisme in België, die het aangeduide voertuig onbruikbaar maken op de plaats van de gebeurtenis, kan de verzekerde 24u/24 en 7 dagen/7 bellen naar het volgende nummer:
8. geschillen die zich voordoen in de volgende gevallen: a) telkens als de bestuurder van het verzekerde voertuig vervolgd wordt wegens dronkenschap of een vergelijkbare toestand, zonder dat er een oorzakelijk verband moet bestaan met een ongeval en zelfs zonder dat er sprake is van een ongeval. De Maatschappij verbindt zich ertoe de verdedigingskosten op zich te nemen, indien de dronkenschap uiteindelijk niet weerhouden wordt;
02/773.61.56 De dekking omvat: 1. het slepen van het voornoemde voertuig, ofwel tot een garage waarmee de Maatschappij een overeenkomst heeft, ofwel tot de garage die door de verzekerde gekozen wordt, beiden gelegen in België;
b) indien het geschil of de juridische betwisting steunt op feiten die zich voorgedaan hebben vóór de inwerkingtreding van het contract, behalve indien de verzekerde bewijst dat hij, vóór die datum, onmogelijk kennis kon hebben van de feiten die tot de dekking leiden;
2. het vervoer van de passagiers, ofwel naar de gekozen garage, ofwel naar hun verblijfplaats in België, ofwel naar hun oorspronkelijk voorziene bestemming in België;
c) indien het geschil voortvloeit uit een opzettelijk verkeersongeval van de verzekerde. De burgerlijk verantwoordelijke behoudt in dit geval de dekking;
3. alle raadgevingen in verband met de dringend te nemen bewarende maatregelen;
21.26.101 10/08
19
Deze dienst wordt verzekerd door de Maatschappij en georganiseerd, voor haar rekening, door N.V. S.B.A.I. MONDIAL ASSISTANCE (Bijstandsverlener), verzekeringsmaatschappij die erkend wordt onder het nummer 0947, om de tak 18 "Bijstand" te beoefenen, HRB 438767.
4. de overbrenging van boodschappen die bestemd zijn voor de personen die van de gebeurtenis op de hoogte gebracht moeten worden; 5. het ter beschikking stellen, met een maximum van 5 dagen, van een vervangwagen tijdens het demonteren, de herstelling en het terug monteren van het verzekerde voertuig, vermeerderd met de duur, beperkt tot 24 uren, van de wachttijd voor de vervangstukken, en met de nachten, weekends en feestdagen die voor het einde van de herstelling vallen. Bij totaal verlies of bij diefstal van het verzekerde voertuig wordt de vervangwagen ter beschikking gesteld tot het verzekerde voertuig vervangen is of opnieuw kan worden gebruikt, eveneens met een maximum van 5 dagen. De terbeschikkingstelling van de vervangwagen is afhankelijk van de naleving van volgende voorwaarden: a) deze dekking wordt slechts aangeboden voor wagens voor Toerisme en Zaken of voor gemengd gebruik, met uitzondering van de wagens met ”Proefritten-” en ”Handelaarsplaten”, alsook de wagens die verhuurd worden of die bestemd zijn om verhuurd te worden; b) het aangeduide voertuig moet door de Bijstandsverlener gesleept zijn geweest en de herstelling moet minstens 6 arbeidsuren in beslag genomen hebben (behalve in geval van diefstal); c) de vervangwagen zal hoogstens tot de categorie B behoren, hetzij een voertuig zijn met een cilinderinhoud van 1.300 tot 1.400 cm3. De terbeschikkingstelling ervan gebeurt binnen de grenzen van de plaatselijke beschikbaarheden en in overeenstemming met de reglementen van de plaatselijke verhuurkantoren die door de Bijstandsverlener worden erkend, met name inzake de oplegging van een minimumleeftijd, de storting van een waarborg, het aantal jaren dat men reeds over het rijbewijs beschikt; d) de tussenkomst van de Bijstandsverlener wordt beperkt tot de bedragen voorzien in de huurovereenkomst. Het gebruik na de duur van de dekking, de brandstof, de tolheffingen, de facultatieve verzekeringen, de boetes, de niet-verzekerde schade of de schade die onder het eigen risico valt, blijven ten laste van de begunstigde; e) de formaliteiten met betrekking tot het afhalen en het terugbrengen van het voertuig vallen ten laste van de gemachtigde bestuurder. Desgevallend betaalt de Bijstandsverlener de vervoerskosten die nodig waren om deze formaliteiten te vervullen.
TITEL V DE VERZEKERING VAN DE BESTUURDER Voor zover ze niet strijdig zijn met de hierna volgende bepalingen zijn de algemene voorwaarden van de verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid (Titel I) van toepassing voor het administratief beheer van deze titel.
Artikel 100. Doel en omvang van de waarborg 1. De materiele schade vergoeden, ingevolge het lichamelijk letsel of overlijden van de verzekerde, overeenkomstig het Belgisch gemeen recht, dit wil zeggen zoals de vergoeding door de Belgische rechtbanken zouden worden toegekend zelfs indien het schadegeval zich niet in België heeft voorgedaan. De morele schade is niet gedekt. De vergoeding staat los van iedere aansprakelijkheid en gebeurt binnen het kader van de omschreven waarborgen. 2. Schadegeval: Verkeersongeval waarbij het aangeduide voertuig betrokken is en dat lichamelijke letsels of overlijden van de verzekerde tot gevolg heeft. 3. Duurtijd van de waarborg: De schadegevallen voorgevallen tijdens de geldigheidsduur van de waarborg zijn gedekt. 4. Verzekerde: De persoon die het aangeduide voertuig bestuurt op het ogenblik van het schadegeval met domicilie in België, en die minstens 23 jaar is.
Bij gebrek aan een voorafgaande oproep, kan een verzoek tot tussenkomst enkel in aanmerking genomen worden na onderzoek van de omstandigheden van de aangehaalde gebeurtenis en op vertoon van de betaalde oorspronkelijke facturen. Elke terugbetaling mag niet hoger liggen dan het bedrag dat effectief betaald zou zijn door de Bijstandsverlener, wanneer hij daartoe verplicht zou zijn, en is beperkt tot 187,50 EUR.
5. Begunstigde: — Bij lichamelijk letsel de verzekerde. — Bij overlijden van de verzekerde: de rechthebbenden van de verzekerde die materiële schade hebben geleden. De gesubrogeerde partijen zijn steeds uitgesloten.
De tussenkomst van de Bijstandsverlener houdt geenszins de erkenning in van om het even welk recht op tussenkomst van de Maatschappij.
6. Bedrag van de waarborg: De tussenkomst van de Maatschappij is gedekt tot 500.000 Euro (niet-geïndexeerd) per schadegeval, voorschotten en intresten inbegrepen.
De verplichting tot schadeaangifte voorzien door de bepalingen van artikel 16 van de huidige algemene voorwaarden wordt niet opgeheven door het feit dat men beroep doet op de dekking Bijstand en dat men contact opneemt met de Bijstandsverlener op het bovenvermelde telefoonnummer.
7. Verzekerd voertuig: Het in de bijzondere voorwaarden aangeduide voertuig. Wanneer het aangeduide voertuig tijdelijk onbruikbaar is geworden, wordt de dekking gedurende ten hoogste dertig dagen vanaf de datum van de onbruikbaarheid, uitgebreid tot een
20
kunnen de reeds betaalde voorschotten teruggevorderd worden.
vervangingsvoertuig van dezelfde categorie, dat toebehoort aan een derde en gebruikt wordt voor hetzelfde doel als het aangeduide voertuig.
6. Schaderegelingsprocedure - betalingen Deze dekkingsuitbreiding is niet van toepassing op vervangingsvoertuigen die toebehoren aan personen die samenwonen met de Verzekeringsnemer, de eigenaar, de houder of de gewone bestuurder van het aangeduide voertuig.
a) Medische kosten: De Maatschappij betaalt de verschuldigde vergoeding aan de begunstigde(n), na ontvangst van de medische kostenstaten.
8. Territoriale reikwijdte: De territoriale dekking komt overeen met deze van de titel “Burgerlijke Aansprakelijkheid” (landen vermeld op het internationaal verzekeringsbewijs).
b) Tijdelijke en blijvende ongeschiktheid: De tijdelijke ongeschiktheid wordt volledig ten laste genomen in functie van het toegekende ongeschiktheidspercentage, op voorwaarde dat dit de 20 % overschrijdt.
Artikel 101. Schaderegeling
De Maatschappij stelt haar raadgevend geneesheer aan die de verzekerde onderzoekt en de ongeschiktheidsgraad bepaalt.
1. Aanvullend karakter De Maatschappij betaalt de schadevergoeding, onder aftrek van de tussenkomsten inzake sociale uitkeringen zoals bijvoorbeeld betaald door: — de werkgever (het gewaarborgd loon); — de ziekte- en invaliditeitsverzekering — de arbeidsongevallenverzekeraar; — het OCMW; — fonds voor gehandicapten.
De verzekerde verbindt zich ertoe aan zijn behandelende geneesheer alle medische informatie te vragen die nuttig is voor de uitvoering van het contract en deze te overhandigen aan de raadgevend-geneesheer van de Maatschappij. Een voorschot wordt toegekend op basis van de periode en van het toegekende percentage van ongeschiktheid nadat de raadgevend-geneesheer van de Maatschappij ze bepaald heeft.
2. Subrogatie De Maatschappij is ten belope van de betaalde bedragen en in de mate van de aansprakelijkheid van de derde gesubrogeerd in de rechten en vorderingen van de begunstigde tegen de aansprakelijke derden, hun verzekeraars, het Gemeenschappelijk Motorwaarborgfonds, het Belgisch Bureau van de Autoverzekeraars of tegen een gelijkaardige buitenlandse instelling.
De Maatschappij behoudt zich het recht voor om de voorlegging te vragen van de stukken die de betaling van het voorschot rechtvaardigen.
Indien, door toedoen van de verzekerde of begunstigde, de indeplaatsstelling geen gevolg meer kan hebben ten voordele van de Maatschappij, kan deze van hem de terugbetaling vorderen van de betaalde schadevergoeding in de mate van het geleden nadeel.
Indien achteraf blijkt dat het schadegeval niet gedekt is, verbindt de begunstigde zich ertoe het gestorte voorschot terug te betalen.
Het voorschot wordt beschouwd als een vooruitbetaling die dient afgetrokken te worden van de definitieve, aan de begunstigden uitgekeerde schadevergoeding.
De vergoeding van blijvende ongeschiktheid zal enkel betaald worden onder de vorm van een kapitaal, met uitsluiting van iedere rente.
3. Uitnodiging tot deelneming aan de schaderegeling De begunstigden brengen de Maatschappij op hoogte van ieder schaderegelingsinitiatief van de aansprakelijke, diens verzekeraar, en alle hierboven vermelde derde-betalers.
c) Consolidatie: De consolidatie komt tot stand uiterlijk drie jaar na de datum waarop het schadegeval zich heeft voorgedaan en op basis van de dan vastgestelde blijvende gevolgen.
Zij nodigen tevens de Maatschappij uit deel te nemen aan de minnelijke dan wel gerechtelijke procedures tot regeling van de schade.
d) Overlijden: 4. Verplichting tot samenwerking De Maatschappij betaalt de verschuldigde vergoeding aan de begunstigde(n), na ontvangst van een uittreksel van de overlijdensakte en een medische verklaring waarin de oorzaak van overlijden bevestigd wordt.
De begunstigden hebben de verplichting samen te werken met de aansprakelijke of zijn verzekeraar teneinde de rechten van de Maatschappij te vrijwaren. 5. Erkenning van aansprakelijkheid
De Maatschappij behoudt zich het recht voor een lijkschouwing uit te laten voeren om de juiste doodsoorzaak vast te stellen. Indien achteraf blijkt dat het schadegeval niet gedekt is, verbindt de begunstigde zich ertoe het gestorte voor-
Elke erkenning van aansprakelijkheid door de begunstigde ontslaat de Maatschappij van haar verplichting tot tussenkomst in de mate van het geleden nadeel. Desgevallend
21.26.101 10/08
21
schot terug te betalen. De Maatschappij komt niet meer tussen voor een overlijden dat zich meer dan 3 jaar na het schadegeval voordoet.
f) door het feit van een opzettelijk ongeval. Wordt onder andere beschouwd als zijnde opzettelijk het feit van zelfmoord of poging tot zelfmoord van een verzekerde;
De reeds betaalde invaliditeitsvergoeding wordt afgetrokken van de vergoeding overlijden.
g) wanneer de bestuurder niet voldoet aan de voorwaarden voorgeschreven door de wet en de Belgische of vreemde reglementen om een voertuig te mogen besturen, of, wanneer, op het moment van het schadegeval, hij van het recht tot sturen vervallen verklaard is in België;
7. Strafdossier De aanvraag van de kopie van het eventuele strafdossier door de Maatschappij werkt opschortend ten aanzien van iedere uitbetaling van vergoeding.
h) wanneer het omschreven rijtuig onderworpen is aan de Belgische reglementering op de technische controle, terwijl het voertuig niet of niet meer voorzien is van een geldig keuringsbewijs, behalve als het schadegeval zich voordoet tijdens het normale traject naar de keuring of wanneer men in geval van afgifte van een bewijs met de vermelding "verboden tot het verkeer" zich van het keuringsstation naar zijn woonplaats en/of naar de hersteller begeeft evenals na herstelling naar het keuringsstation rijdt;
8. Onenigheid betreffende de schade Medische expertise In geval van onenigheid over de omvang van de schade en het gevolg hiervan doen de raadgevend geneesheer van de Maatschappij en de geneesheer van de begunstigde een beroep op een derde geneesheer. Wanneer één van de partijen zijn raadgevend geneesheer niet aanwijst, of wanneer beide geneesheren het niet eens worden over de keuze van de derde, geschiedt diens benoeming door de Voorzitter van de Burgerlijke Rechtbank van de woonplaats van de Verzekeringsnemer, op verzoek van de meest gerede partij.
i)
De geneesheren-deskundigen beslissen gemeenschappelijk; bij gebreke van een meerderheid zal het oordeel van de derde doorslaggevend zijn. Elk van de partijen draagt de kosten en honoraria van de door haar aangestelde geneesheer-deskundige; die van de derde geneesheer-deskundige worden door de Maatschappij gedragen.
door het feit van een oorlogsconflict, vijandelijkheden, een invasie, militaire bezetting, burgerlijke of politieke onrusten, terrorisme of collectief geweld, oproer, stakingen, of gelijkaardige gebeurtenissen. Schadegevallen die te wijten zijn aan een daad van terrorisme, zoals gedefinieerd in de Wet van 1 april 2007 betreffende de verzekering tegen schade veroorzaakt door terrorisme , blijven echter verzekerd volgens de voorwaarden en binnen de limieten voorzien door artikel 41;
j) door het feit van een nucleair ongeval in de zin van art. 1, a), i) van de conventie van Parijs van 29 juli 1960; k) wanneer de bestuurder zich in een toestand van dronkenschap, van alcoholintoxicatie van meer dan 1,5 g/l bloed of 0.65 mg/L uitgeademde alveolaire lucht of in een vergelijkbare toestand bevindt, die het gevolg is van het gebruik van andere producten dan alcoholhoudende dranken;
9. Uitsluitingen Zijn uitgesloten, schadegevallen voorgevallen: a) wanneer het aangeduide voertuig gebruikt wordt door personen zonder toestemming van de eigenaar of gebruikelijke houder, zonder echter de echtgenote, samenwonende partner en de personen die gebruikelijk bij hem inwonen uit te kunnen sluiten;
l)
wanneer de verzekerde op het moment van het schadegeval de autogordel niet droeg.
De uitsluitingen h, k en l die hierboven voorzien zijn, zijn niet van toepassing indien de verzekerde de afwezigheid van een oorzakelijk verband aantoont tussen het feit dat de uitsluiting tot gevolg heeft en het schadegeval.
b) wanneer personen het voertuig besturen aan wie, op het ogenblik van het schadegeval, het aangeduide voertuig is toevertrouwd uit hoofde van hun beroepsbezigheid (bijvoorbeeld verkoop, onderhoud, technische controle, het parkeren of het slepen van het aangeduide voertuig); c) wanneer het verzekerde voertuig verhuurd wordt, behalve in geval van leasing of renting, of door enige overheid opgeëist wordt; d) wanneer de verzekerde zich met het verzekerde voertuig voorbereidt op, oefent voor of deelneemt aan autoraces, snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten of -wedstrijden. De toeristische rally’s blijven nochtans gedekt; e) door het feit van uitdagingen, weddenschappen, kennelijk roekeloze daden;
22
21.26.101 10/08
23
SAMENVATTENDE TABEL VAN DE ALGEMENE VOORWAARDEN TITELS Titel I
NUMMERS VAN DE ARTIKELEN :
VERPLICHTE VERZEKERING TEGEN BURGERLIJKE AANSPRAKELIJKHEID . . . . . . . . . . . . .
Titel II
:
voorwerp en omvang van de verzekering beschrijving en wijziging van het risico mededelingen van de Verzekeringsnemer betaling van de premies - verzekeringsbewijs mededelingen en kennisgevingen wijzigingen van de verzekeringsvoorwaarden en van het tarief schadegevallen en rechtsvorderingen verval, verhaal van de Maatschappij duur - vernieuwing - schorsing einde van de overeenkomst indexatie a posteriori personalisatiestelsel vergoeding van bepaalde slachtoffers van verkeersongevallen segmentatievariabelen vergoedingsvoorwaarden bij schade door terrorisme
1 tot 8 9 en 10 11 tot 13 14 15 16 tot 23 24 tot 25 26 tot 35 36 tot 37 38 39 40 41
VERZEKERING VAN DE BIJKOMENDE RISICO’S . . . . . . . . .
verzekerd voertuig aan te geven waarde verplichtingen van de Verzekeringsnemer bij schadegeval uitkeringen krachtens de verzekering dekkingsuitbreiding onenigheid betreffende de schatting van de schade uitsluitingen duur indeplaatsstelling - verhaal
45 46 47 48 49 50 51 52 53 Afdeling A Materiële schade
. . . Titel III
:
voorwerp van de dekking uitsluitingen aangifte van schadegeval - vergoeding
59 60 _
67 68 _
74 75 76
82 _ _
83 _ _
RECHTSBIJSTAND . . . . . . . .
voorwerp verzekerd voertuig verzekerde personen toepassing van de waarborg overmaken van de documenten onvermogen van derden subrogatie uitsluitingen
85 86 87 88 89 90 91 92
Titel IV :
FEDERALE BIJSTAND AUTO
94
Titel V
DE VERZEKERING VAN DE BESTUURDER . doel en omvang van de waarborg . schaderegeling
100 101
:
Afdeling B Afdeling C Afdeling D Afdeling E Brand Diefstal Kleine Omnium Omnium
Opmerking: De nummers van artikelen die niet toegekend zijn, worden voorbehouden voor eventuele verdere aanpassingen van de algemene voorwaarden.
24