Constanze Kleis
BALGEVOEL
INHOUD
Over rond en vierkant
9
1 Waarom een volslagen weldenkend mens toch voor voetbal kan vallen
15
2 Zo de bal, zo de man Hoe mannen liefhebben Elke supporter is anders – mannen langs de lijn De toeschouwer De landen
25 26 35 38 46
3 Vrouwen en de bal Waarom vrouwen in het voetbal niets te zoeken hebben We doen allang mee – ook vrouwen scoren treffers
65 74
4 (Voetbal)kleren maken de man Matjes en andere hoofdzaken
89 90
64
De badslipper Mannen in hun hemd Een kwestie van smaak
98 101 105
5 Van balbezit tot shirtjes wisselen: voetbal is erotisch Lekkere lijven Tedere spelers Doelpunten: het summum van erotiek De kleedkamermythe: elf naakte mannen over elkaar
110 111 117 121 122
6 Het lijden van de man
127
7 Voetbalfilosofie voor de relatie Van het begin af aan onder druk zetten Onderschat de tegenstander niet Oude spelers bestaan niet, alleen goede en slechte Defensief spelen, toch scoren We gaan naar het voetbal omdat we niet weten hoe het afloopt En nu scoren, anders kleeft er straks bloed aan de paal!
139 143 151 171 180 186 196
8 ABC voor voetbalweduwen
211
9 Hoe goed ken je jouw voetbalfan?
231
1 WAAROM EEN VOLSLAGEN WELDENKEND MENS TOCH VOOR VOETBAL KAN VALLEN
‘Mij niet gezien!’ roepen veel vrouwen wanneer ze ook maar in de buurt van een supporterssjaal komen. Ze lopen met een grote boog om zowel kolossale tv-schermen als groepjes mannen in clubtenue heen en wanen zich veilig voor de gekte die elke relatie kan treffen: voetbal. Deze sport, die onder andere wordt geroemd omdat je hoofd er zo lekker leeg van wordt, belooft nu niet bepaald het soort genot waar vrouwen van dromen. Je hoeft na afloop van een willekeurige wedstrijd in een willekeurig stadion maar in de buurt van een willekeurige horde supporters te komen om te begrijpen dat voetbal de dood in de pot voor elke relatie kan zijn. Dit is het schrikbeeld voor de fijngevoelige vrouwelijke ziel die verlangt naar bloeiende rozen, fladderende vlinders en Keanu Reeves die liefdesgedichten voordraagt. Voor brullende kerels die meteen na een wedstrijd als in een prehistorisch ritueel collectief hun ritsen opentrekken om in een erehaag tegen bomen en muren te pissen, is in haar wereld geen plaats. Dat denken we althans, totdat we ons – soms niet geheel vrijwillig – verder in deze materie verdiepen en daarbij op verbazingwekkende zaken stuiten, zoals dat voetbal meer kan bijdragen aan de vrede in huis dan menige relatietherapie en dat supporters in wezen herkauwers zijn. 15
Les 1: Waar voetbal is, zijn jongens Mijn familie valt niets te verwijten. Bij ons thuis vonden we voetbal ongeveer even boeiend als hurling of genetisch onderzoek. Hooguit kon je iemand tijdens belangrijke voetbalevenementen ingehouden ‘Olé, olé, olé’ in de huiskamer horen neuriën, en bij dergelijke gelegenheden werd weliswaar bier gedronken, maar netjes uit een glas. Geen enkel mannelijk gezinslid heeft me ooit gevraagd of ik een opzichtig shirt wilde aantrekken of met een vlag wilde zwaaien, en ik leed als kind evenmin aan de dwangmatige neiging om tegen elk willekeurig rond voorwerp te trappen waarover je zo vaak in voetbalbiografieën kunt lezen (David Beckham: ‘Vanaf het moment dat ik kon lopen, kreeg ik de bal al in de handen gedrukt. Misschien kroop ik er zelf al wel eerder naartoe.’ – Mijn verhaal, Bruna 2003). Ik werd voor het eerst meegenomen naar het voetbal door een goede vriendin. Ik was veertien, had de strengste ouders van de stad, en mijn zondagmiddagen waren de saaiste van het hele universum, en daardoor leek alles wat er op het veld gebeurde bijna even spannend als een pittig damesromannetje. Tweeëntwintig jonge jongens, van wie de helft ook nog eens bij ons in de buurt woonde, en, op de paar moeders van spelers na, geen enkele vrouwelijke concurrentie. Elke tweede zondag, wanneer ze thuis speelden, konden we negentig minuten lang zonder verdere verplichtingen onze ogen uitkijken, op een tijdstip waartegen zelfs mijn vader, die me het liefst na zevenen niet meer de straat op zag gaan, weinig kon inbrengen. Ideaal!
16
Les 2: Mannen praten niet. Behalve over voetbal Zo werd ik liefhebber. Niet van voetbal, maar van de mogelijkheden die voetbal bood, ook al betekende dat dat ik naar sportprogramma’s op radio en tv moest luisteren en kijken en naast Latijnse naamvallen ook wedstrijdschema’s uit mijn hoofd moest leren. Dat laatste leverde me trouwens meer op – Frank, om precies te zijn, en hoewel we elkaar verder weinig te vertellen hadden, leefde onze zwijgzame verhouding in het weekend enigszins op. Dan leverden uitslagen van wedstrijden en nabeschouwingen tenminste gespreksstof, en ook nog eens genoeg om degenen aan het praten te krijgen van wie je tot dan toe had vermoed dat ze stom waren geboren. Het was trouwens wel opvallend dat jongens wel met me over voetbal wilden praten, maar nooit over dingen die mij interesseerden. We hadden gelukkig kunnen worden, voetbal, Frank en ik, als het Frank na drie maanden niet was opgevallen dat ik zo zwijgzaam was. Dat zei hij althans, in niet mis te verstane bewoordingen. Zijn nieuwe vriendinnetje had de ballen verstand van voetbal. Dat leek hem niets te kunnen schelen.
Les 3: Waar voetbal is, is vernedering Het levert qua concurrentievoordeel niet echt veel op als je probeert met de jongens aan te pappen, hoe je het ook probeert: door hun onderbroeken te strijken en lekker te koken, of door te pronken met kennis als weten tegenover wie het nationale elftal sinds 1954 in de voorronde heeft moeten spelen en die landen ook nog eens achterstevoren kunnen opnoemen. Het waren nog steeds de woelige jaren zeventig, toen er elk uur wel ergens een beha werd verbrand en je als meisje maar door twee grote vragen werd geplaagd: hoe kom 17
ik aan de pil zonder dat mijn ouders erachter komen, en waarom mogen alleen jongens voetballen? Het had even geduurd, maar uiteindelijk mocht ik samen met een ander meisje meedoen in het schoolvoetbalteam, al keken de jongens erbij alsof ze me zojuist hun nier hadden afgestaan. Het kiezen van de teams verliep als volgt: eerst werden de beste jongens gekozen, vervolgens de krukken, de dikkerdjes en degenen zonder conditie. De hekkensluiters waren wij, de twee meisjes en ene Michael. De winkeldochters van het voetbalveld. En het was des te vernederender omdat Michael speelde als een dweil. Hij had net zo goed in een rolstoel kunnen zitten of negentig minuten op zijn kop kunnen staan; het resultaat zou hetzelfde zijn gebleven. Toch bleef de wisselkoers twee meisjes tegen één Michael, of zoals een van de jongens het uitdrukte: ‘Nemen jullie de meiden, dan nemen wij die mislukkeling.’ En waarschijnlijk drukte hij zich nog diplomatiek uit. Het was niet de bedoeling dat we overmoedig werden en zouden gaan denken dat we ook maar half zo goed zouden kunnen worden als de jongens, en later misschien zelfs ook ministerpresident. Goed, dat hadden we dus snel genoeg door: waarom zouden we ons nog moe maken?
Les 4: Alles draait om voetbal De enige andere plek waar mannen zo weinig behoefte hebben aan een vrouw als op een voetbalveld is hoogstens een homobar. Je gaat je afvragen of er nog mannen zijn die van vrouwen houden en heel goed zonder voetbal kunnen leven. Mannen die op zaterdagmiddag niet aan de radio gekluisterd zitten, maar liever het weekend met ons doorbrengen. Zouden ze bestaan? Wanneer je al die mannen die zelf voetballen 18
of zich voor voetbal interesseren van je lijstje met potentiële levenspartners schrapt, kun je net zo goed gaan zitten wachten totdat Brad Pitt bij je aanbelt. Het resultaat is hetzelfde: je zult eenzaam aan je einde komen. Als vrouw moet je de realiteit onder ogen zien: alles draait om voetbal. Uiteindelijk werd ik beloond voor mijn begrip. Manfred was een lekker ding en liet me geloven dat een vreedzame coexistentie tussen mij en de bal mogelijk was. Ik was toch immers meelevend, ik kon zo goed begrip tonen. Het waren de jaren tachtig, ik studeerde pedagogie, en tolerantie was min of meer een eis in elke vacature. Ik hoopte dat ik zijn passie voor voetbal net zo gemakkelijk kon accepteren als ideeën over toekomstplanning: ‘Ik kan nu om tien uur toch niet al weten wat ik vanavond ga doen?’ Al snel werd me duidelijk dat ‘een beetje voetbal’ net zomin bestaat als ‘een beetje zwanger’ of ‘een beetje vrede’. Bij ‘een beetje dood’ had ik mijn twijfels; ik had dat graag eens op Manfred uitgeprobeerd. Vooral wanneer hij weer eens zei: ‘Of ik morgen tijd heb? Waarom wil je dat nu al weten?’
Les 5: Voetballers zijn herkauwers Sommige mensen kunnen geen banketbakker passeren zonder even naar binnen te gaan. De ware liefhebber heeft dat met kroegen waar toevallig net een wedstrijd op groot scherm wordt vertoond. Stel je voor, je gaat ’s avonds nog even een straatje om en hebt je geliefde net dat aangrijpende verhaal over de eileiderontsteking van je collegaatje verteld, en ontdekt dan dat hij opeens is verdwenen. Als door een magneet door een kroeg aangetrokken en daar aan de bar blijven hangen. Een oplossing hiervoor is een sint-bernardshond, maar heb je die niet bij de hand, dan kun je je 19
man ook uitrusten met een lawinesonde, zo’n zendertje waarmee je iemand zelfs nog onder een dikke laag sneeuw kunt lokaliseren. Voordat manlief het huis verlaat, zet je de sonde aan, en je bent hem nooit meer kwijt. En dit is slechts een van de talloze voorzorgsmaatregelen die je moet treffen om het leven met een liefhebber draaglijk te maken. Een ander punt is het plannen van activiteiten. Speelt hij zelf, dan moet hij trainen, minstens één keer per week, en in het weekend heeft hij een wedstrijd. Doorgaans op zondag, maar tijdens toernooien vaak op beide dagen. Op zaterdag maakt het eigenlijk niet uit of hij zelf wel of niet speelt. Types als Manfred zitten dan toch in het stadion of bij de radio, om na afloop hun beste vriend te bellen en de wedstrijd tot op het bot te ontleden, alsof het een episch avontuur betreft. Daarna begint de tv-uitzending, dus bord op schoot. En net als je denkt dat hij al die grote en kleine hoogtepunten van de wedstrijd zo goed uit zijn hoofd heeft geleerd dat hij ze over dertig jaar nog uit zijn geheugen kan opdiepen, komt hij in de kroeg een paar maten tegen en begint het hele circus opnieuw: elke trap, elke scheidsrechterlijke beslissing en elke misser moeten uitgebreid worden geanalyseerd. Vergeet nooit dat voetballiefhebbers runderen zijn. Ze moeten acht uur per dag herkauwen. Voordat het eten door alle vier de magen is gegaan, zijn we vier dagen verder, en minstens zo lang heeft ook de supporter nodig om de uiterst complexe gebeurtenissen van een eredivisieweekend, inclusief de berichtgeving in de maandagkrant, in de povere versie in zijn brein op te slaan. Het gaat dan wel om feiten die hij op elk gewenst moment weer kan opvragen, in tegenstelling tot data als de Eerste Ontmoeting, jouw verjaardag, Kerstmis en ten slotte ook de dag waarop zijn relatie op de klippen liep. Ook Manfred en ik hadden op een bepaald moment onze uiterste houdbaarheidsdatum wel bereikt. Na vijf jaar wist hij 20
nog steeds niet hoe je een gemeenschappelijke toekomst verder dan het weekend plant.
Les 6: Het kan altijd erger! Het veld leek nog het meest op zo’n executieterrein waar men gespecialiseerd is in stenigingen. Het was een graad of veertig, hoogzomer in Spanje, en het enige vlekje schaduw was tussen het stof onder de houten bankjes te vinden. Al na een half uur voelden we ons net een stuk vlees op de barbecue en zagen we er ook zo uit. Natuurlijk was er afgezien van de entreekaartjes voor de wedstrijd tussen twee Spaanse buurtclubs niets te koop. Niets te drinken, niets te eten, niets wat enige troost kon bieden. Het was een idee van Ulli geweest. In plaats van koele kerken of winkelcentra met airco te bezoeken, of – beter nog – lekker aan boord van een motorjacht te gaan liggen zonnen, was ik gedwongen getuige te zijn van twee ploegen die hun uiterste best deden om voor zover de hitte het toeliet elkaar kreupel te trappen. En het resultaat mocht er zijn: al in de eerste helft stuurde de scheidsrechter de helft van de spelers het veld af, vervolgens de beide trainers en ten slotte iemand die de baas van de club leek te zijn. Het moet aan het mediterrane temperament hebben gelegen, dat blijkbaar nog eerder het kookpunt had bereikt dan wij. ‘Dat was toch prachtig?’ vroeg Ulli. ‘Ja, schat, prachtig.’ Was ik soms niet goed geworden? Nee, ik was alleen maar dankbaar. Intussen wist ik dat er veel ergere dingen zijn dan voetbal: pest, cholera, het koolsoepdieet en natuurlijk surfers. Die willen alleen aan de winderigste stranden van Europa hun vakantie doorbrengen, en je moet ook nog eens eten als een bootwerker om te voorkomen dat je bij windkracht 9 van die plank wordt geblazen. Ook wielrenners moet je te allen tijde 21
zien te vermijden, al was het maar vanwege de afzichtelijke outfits. De meeste takken van sport hebben hebben één grote, onvermijdelijke tekortkoming: ook jij kunt ze beoefenen. Vroeg of laat komt de vraag: ‘Schat, heb je geen zin het ook eens te proberen?’ En dan moet je je boek wegleggen, je komkommermasker afspoelen, het telefoontje met je vriendin overhaast beëindigen of je nog veel te hete latte macchiato in één teug opdrinken teneinde op zo’n wiebelende plank of eng zadel plaats te nemen en medebeoefenaar te worden. Voetballers kunnen zich daarentegen prima zonder vrouwelijke deelname redden.
Les 7: Voetbal verbreedt je horizon. Enigszins Een voetbalsupporter kan doorgaans je leven verrijken, bijvoorbeeld met verrassende inzichten in de cultuur van onze buurlanden. Zo kun je ontdekken wat een doelman van Arsenal Londen onder zijn sportbroek draagt. Anderen bekijken de Big Ben of Buckingham Palace, maar wij reden de hele stad door om elk plekje te bezoeken dat Nick Hornby in zijn voetbalbijbel Fever Pitch als monument voor de lezende voetballiefhebber had aangewezen. Vanaf de plek waar wij stonden, direct achter het doel, konden we alles zien. ‘Wat een geweldig uitzicht! Gen sintelbaan’, oordeelde Ulli, en hij was gelukkig. En ook ik vond het zijn geld meer dan waard. Toen werd het 1996. Het ek in Engeland. Wij zitten in Chicago. Op weg naar het hotel vraag Ulli aan wel vijftig passanten of ze weten waar je hier naar voetbal kunt kijken, en een van hen heeft het verlossende antwoord. In de tien dagen erna rijden we voor dag en dauw (vanwege het tijdverschil met Engeland) door de halve stad naar een duister hol en werken daar een pakweg 3500 calorieën tellend ontbijt van 22
vette worstjes, gebakken piepers en spiegeleieren weg. Ulli kijkt naar de wedstrijden van de vorige dag en ik verbeter tijdens lange gesprekken met een medevoetbalbruid uit Zweden mijn Engels. ‘Zullen we gaan winkelen?’ vraagt Ulli later. En: ‘Zeg maar wat je wilt, het is jouw dag.’
Les 8: Voetbal is gemaakt voor vrouwen Eerlijk is eerlijk: zonder Ulli en zonder voetbal was dit boek er nooit geweest. Omdat VfL Germania 1894 hem al die zaterdagen en zondagen wist te vermaken, kon hij me niet afleiden met liefdevol bereide maaltijden, romantische wandelingen of andere pogingen tot gezelligheid. Dankzij zijn hartstocht heb ik genoeg tijd voor al die dingen waar veel andere vrouwen niet aan toe komen omdat zij worden omringd door een man die voortdurend moet worden gevoerd of hun per se de voordelen van de naafschakeling wil uitleggen. Toen relatietherapeuten nog niet hadden bedacht dat het misschien goed voor je relatie kon zijn om af en toe je eigen ding te doen, wist men op en rond het veld allang dat het nooit de bedoeling kan zijn dan mannen en vrouwen voortdurend op elkaars lip zitten. Daarom verdeelt voetbal de wereld lekker overzichtelijk in een damesprogramma en een mannenkosmos. Een ideale oplossing, ware het niet dat veel vrouwen deze sport beschouwen als de natuurlijke vijand van hun opvatting van romantiek, alleen maar omdat Leonardo DiCaprio aan boord van de Titanic geen balletje trapt en omdat vrouwen in de voetbalwereld een even kleine rol spelen als in Bonanza. Maar dat is eigenlijk gekrenkte ijdelheid. Veel vrouwen denken ten onrechte dat alles in het leven van de man om hen draait, terwijl het mooie van voetbal nu juist is dat het niets met vrouwen te maken heeft, dus ook niet met an23
dere vrouwen. Dat is dus nog een reden om voetbal dankbaar te zijn, naast het feit dat die vrije weekenden een zegen voor je relatie zijn en dat de leukste mannen zonder voetbal lang niet zo leuk zouden zijn. Als Ulli ooit van het voetbal thuiskomt, zal ik dat tegen hem zeggen. Uitspraken van supporters die je met een korreltje zout moet nemen • Wil je nog iets zeggen voordat het WK begint? • Als je op de dag van de wedstrijd moet bevallen, kan ik er helaas niet bij zijn. • Dat begrijp je toch niet. • Wou jij niet weer eens naar je ouders toe? • Je zou eens een boek kunnen lezen. Oorlog en vrede of zo. • Kun je niet wat stiller opruimen? • Wie bent u en wat doet u hier? • Ga toch weer eens naar de kapper.
24