CONCEPT WATERWERKBLAD
WB 1.4 I HYGIËNISCH WERKEN
DATUM: JUNI 2016 Auteursrechten voorbehouden
Dit werkblad heeft betrekking op het hygiënisch werken bij de aanleg, beheer, onderhoud en gebruik van leidingwaterinstallaties. Hygiëne is een verzamelnaam voor alle handelingen en handelingswijzen die ervoor zorgen dat mensen en dieren gezond blijven door ziekteverwekkers uit de buurt te houden. Drinkwater kan tijdens het verblijf in de drinkwaterinstallatie alsnog met ziekteverwekkers besmet raken, bijvoorbeeld als gevolg van werkzaamheden aan leidingen. Hygiënisch werken bij ingrepen aan en werken met de installatie is dan ook essentieel om de microbiologische veiligheid van het drinkwater te garanderen. Met betrekking tot hygiëne is in NEN1006: 2015 hieromtrent het volgende gesteld: 1.4.2 Een leidingwaterinstallatie moet zo zijn uitgevoerd dat: b. het water bij de tappunten - met het oog op de volksgezondheid - betrouwbaar is voor het gebruiksdoel. Het water aan de tappunten aan de normen voor fysische, chemische en microbiologische kwaliteit voldoet; 3.1.10
Bij werkzaamheden aan de installatie moet hygiënisch worden gewerkt.
3.1.11
Leidingen, hulpstukken en andere onderdelen moeten zorgvuldig worden beschermd, behandeld, opgeslagen en verwerkt om schade aan en om verontreiniging door vuil, bouwmaterialen, ongedierte en andere onzuiverheden te voorkomen. Technische voorschriften van fabrikanten / leveranciers moeten worden nageleefd.
2.4
Kort voordat een installatie (weer) in gebruik wordt genomen, moet om hygiënische redenen de installatie in ieder geval worden doorgespoeld. Doorspoelen, ofwel spuien, is het verwijderen van loszittende vervuiling. OPMERKING Deeltjes in het drinkwater kunnen schade (corrosie, disfunctioneren) aan de installatie veroorzaken. In de periode voorafgaand aan de ingebruikstelling van een met water gevulde installatie, moet deze wekelijks worden doorgespoeld. Voor het in gebruik nemen van een drinkwaterinstallatie en/of warmtapwaterinstallatie moet deze worden doorgespoeld met drinkwater en zo nodig worden gereinigd (verwijderen van vastzittende vervuiling) en/of gedesinfecteerd (doden van bacteriën en andere micro-organismen).
1.
Titel van de vermelde normen, wetgeving en overige publicaties NEN 1006 Algemene voorschriften voor leidingwaterinstallaties (2015) BTO 2001.175 Hygiënecode Drinkwater opslag, transport en distributie (2011) Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening (2011)
2. 2.1
Regelgeving In het Drinkwaterbesluit wordt verwezen naar Hygiënecode Drinkwater; opslag, transport en distributie als document voor het voorkomen van verontreinigingen bij aanleg en herstel van waterleidinginstallaties.
2.2
In de Regeling Materialen en Chemicaliën drink- en warmtapwatervoorziening zijn eisen opgenomen aan alle producten die gebruikt worden bij de drink- en warmtapwatervoorziening ter bescherming van de gezondheid van de consument. Deze eisen betreffen alle materialen en chemicaliën en de stoffen waaruit deze
Uitgave Samenwerkende Drinkwaterbedrijven
Voor bestellingen zie Werkblad 0
Pagina 2 van 5
WATERWERKBLAD
WB 1.4 I
zijn samengesteld of die worden gebruikt in het productie proces. Algemeen geldt dat alle materialen en chemicaliën die in contact kunnen komen met drink- en warm tapwater moeten zijn voorzien van een door de minister van I&M erkende kwaliteitsverklaring. (KIWA-Watermark certificaat) 3. 3.1:
Algemeen Persoonlijke hygiëne Om hygiënisch te kunnen werken zijn schone handen belangrijk, daarom moeten er voorzieningen aanwezig zijn om handen te kunnen wassen.
3.2
Het gebruiken van intern vervuilde leidingen en appendages en maken van koppelingen en/of verbindingen vormt het grootste risico op verontreinigingen.
4 4.1
Inkoop en opslag van materialen Bij het hygiënische werken met toegelaten materialen en componenten voor contact met drink- en warm tapwater behoort ook de aandacht voor het hygiënisch gebruik van toe te passen gereedschap en hulpmiddelen.
4.2.
Stel aan leverancier eisen ten aanzien van het hygiënisch leveren van materialen. Hierbij te denken aan het verpakken van onderdelen en het afdoppen van leidingen.
4.3
Geleverde materialen moeten hygiënisch worden opgeslagen. Dit geldt zowel voor de magazijnen als tijdens het transport als op de werklocatie. De materialen moeten schoon en (inwendig) droog vervoerd en opgeslagen kunnen worden.
4.4
Aandachtspunt is het gescheiden opslaan van materialen die in contact komen met drinkwater en materialen die in contact komen met afvoersystemen.
4.5
Materialen met een houdbaarheidsdatum, bijvoorbeeld desinfectie middelen, mogen deze niet overschrijden.
4.6
Uitgenomen materialen moeten worden gereinigd en zonodig gedesinfecteerd voordat deze opnieuw mogen worden gebruikt. Indien deze materialen worden opgeslagen moeten deze verpakt en/of afgedopt worden.
5 5.1
Gereedschap en hulpmiddelen Gereedschappen en hulpmiddelen die direct in contact kunnen komen met drinkwater moeten schoon zijn. Bij gebruik voor installatiedelen waarbij meteen het drinkwater gebruikt wordt voor consumptieve en/of hygiënische doeleinden moet het gereedschap vooraf worden gereinigd en gedesinfecteerd met een daartoe toegelaten middel. (Bijv: chloortablet / 5 liter voor het reinigen van leidingdelen, afsluiters/brandkranen, hulpstukken en gereedschappen)
5.2
Gereedschap dat gebruikt wordt voor werkzaamheden aan rioleringssystemen mag niet gebruikt worden voor werkzaamheden aan leidingwaterinstallaties die direct weer gebruikt worden voor consumptie of hygiënische doeleinden
5.3
Bij toepassing van hulpmiddelen, bijvoorbeeld glijmiddel, geldt ook voor dit gebruik en opslag hygiëne eisen. Bij voorkeur gebruik maken van kleinere voorraadbussen en afdichting na elk gebruik.
Pagina 3 van 5
WATERWERKBLAD
WB 1.4 I
6 6.1
Werklocatie Aandachtspunt is het zorgen voor schone werklocatie waarbij het risico op verontreiniging minimaal is.
6.2
Eventueel vuil dat in leiding en/of appendage is gekomen moet voor montage worden verwijderd.
6.3
Werkzaamheden bij leidingen in grond buitenshuis Verontreiniging van leidingen door grond; grondwater en oppervlaktewater moet worden voorkomen. Zorg voor een droge sleuf met beheersing van het (grond) waterniveau. Dop elke eindstuk van leiding af en verwijder deze dop pas kort voor het maken van de verbinding.
6.4
Werkzaamheden bij leidingen in gebouwen. Aan het einde van de werkdag moeten alle leidingdelen zijn afgedopt. Bij risico voor verontreiniging, bijvoorbeeld regenwater, moet steeds de leidingen aan het eind zijn afgedopt.
7
Ingebruikstelling Voordat een installatie wordt vrijgegeven voor consumptieve en/of hygiënische doeleinden moet deze worden gespoeld of worden gedesinfecteerd zie waterwerkblad 2.4.
8
Checklisten De in dit artikel opgenomen checklisten zijn ter informatie en dienen als hulpmiddel om het hygiënisch werken te ondersteunen. Algemene basisregels voor hygiëne tijdens het werk
8.1
Actie/controlepunt Besef dat je mede verantwoordelijk bent voor veilig en gezond drinkwater. Wees alert op mogelijke bodemverontreiniging, denk aan verkleuring van de grond of afwijkende geur. Besef dat u bij werkzaamheden inbreuk doet op de twee dingen die ons drinkwater veilig en gezond houden: een gesloten leiding en de drinkwaterdruk. Denk tijdens werkzaamheden aan uw eigen en andermans veiligheid. Verwijder uitwerpselen en kadavers uit de omgeving van een werklocatie . Controleer of er mestkelders, lekkende riolen, kadaverbakken en/of oppervlaktewater in de buurt zijn en pas de voorzorgmaatregelen hierop aan. Meld aan uw leidinggevende / dienstdoende A man als u last heeft van braken en/of diarree. Was altijd uw handen met zeep na toiletbezoek. Draag zo schoon mogelijke kleding en werkhandschoenen. Zorg zo nodig voor een stevig verband op wondjes aan handen, armen en het gezicht. Houd altijd vuile spullen en schone spullen strikt gescheiden. Desinfecteer voor gebruik altijd al het gereedschap dat in aanraking komt met drinkwater. Desinfectie helpt maar doodt niet alle microbiologische verontreiniging, voorkom dus zoveel mogelijk vervuiling van gereedschappen en materialen. Werken aan drinkwaterleidingen staat op zich. Accepteer nooit dat in de sleuf gelijktijdig gewerkt wordt aan drinkwaterleidingen en bestaand riool. Bespreek uw fouten openlijk en onmiddellijk. Spreek elkaar aan op onhygiënisch en onveilig gedrag. Kies bij twijfel tijdens uitvoering altijd voor overleg .
Uitgevoerd
Pagina 4 van 5 8.2
WATERWERKBLAD
Checklist inventaris bus/auto Bestemd voor medewerkers die een voertuig bestemd voor uitvoeren van leidingwerkzaamheden besturen en/of verantwoordelijk zijn voor een voertuig
Actie/controlepunt Voor het werk Verbandtrommel die volledig is bijgevuld. Voldoende water, vloeibare zeep en wegwerphanddoekjes. Persoonlijke beschermingsmiddelen (adembescherming, handschoenen en veiligheidsbril). De gereedschappen die in aanraking kunnen komen met drinkwater moeten schoon zijn (geen zichtbare vervuiling). Desinfectiemiddel (1 chloortablet op 5 liter) voor het reinigen van leidingdelen, afsluiters/brandkranen, hulpstukken en gereedschappen. Controleer alle aangeleverde materialen van logistiek en derden op kwaliteit en houdbaarheidsdatum. Na het werk Zo snel mogelijk gebruikte goederen aanvullen. Bewaar gereedschappen zoveel mogelijk in aparte containers of kisten zodat ze schoon blijven. Het aangemaakte desinfectiemiddel weggooien. De werkzame bestanddelen werken maximaal 1 dag Maak zo nodig de bus schoon na afronding van het werk
8.3
Uitgevoerd
Checklist desinfectie van leidingmaterialen en gereedschappen Actie/controlepunt Voorafgaand aan het werk Controleer alle aangeleverde buizen en hulpstukken of deze visueel schoon zijn, stofkappen en/of afdekfolie aanwezig is. Zo niet, buis/ hulpstukken schoonmaken of laten vervangen door een nieuwe buis/ hulpstuk. Neem de noodzakelijke persoonlijke beschermingsmaatregelen bij het desinfecteren. Bereid minimaal dagelijks een oplossing van 1 chloortablet per 5 liter water volgens de aanwijzing op de verpakking. Gebruik daarvoor een schone witte emmer met borstel of een chloorspuit. Als de chlooroplossing visueel vies is in de emmer, bereid dan een nieuwe oplossing. Desinfecteer voor gebruik altijd al het gereedschap dat in aanraking komt met drinkwater. Om te voorkomen dat gereedschap na desinfectie weer vies wordt tijdens het werk, gebruik een schone witte emmer of afdekzeil om het gereedschap op of in te leggen. Desinfecteer in en uitwendig, voordat ze worden gemonteerd, appendages en hulpstukken en bij buizen de eerste 0,5 meter.
8.4
WB 1.4 I
Uitgevoerd
Checklist opslag en transport van leidingmaterialen bij aanleg, vervanging en/of inbouw en reparatie van drinkwaterleidingen op alle drinkwaterleiding werkzaamheden Actie/controlepunt Voorafgaand aan het werk Voorkom beschadiging van stofkappen en afdekfolies op buizen, appendages en hulpstukken bij het in- en uitladen en tijdens transport. Transporteer leidingmaterialen in schone transportmiddelen of leidingkokers. Sla leidingmaterialen op de werklocatie bij voorkeur op in afsluitbare containers. De voorkeur gaat uit naar aparte opslag voor buizen/appendages/hulpstukken en gereedschappen/hulpmiddelen. Onderdelen voorzien van
Uitgevoerd
Pagina 5 van 5
WATERWERKBLAD Actie/controlepunt stofkappen of afdekfolie kunnen buiten worden opgeslagen Zorg ervoor dat buizen vrij liggend en ruim van de ondergrond worden opgeslagen. Sla bij voorkeur nooit meer leidingmaterialen op dan nodig is voor het project. Tijdens en na het werk Houd nieuwe buizen, appendages en hulpstukken zo lang mogelijk afgedopt of verpakt, bij voorkeur tot het moment van installatie. Sluit niet alleen na maar ook tijdens het werk de opslagvoorzieningen zorgvuldig af zodat onbevoegden en dieren daar niet bij kunnen.
8.5
WB 1.4 I Uitgevoerd
Checklist werkzaamheden aan drinkwaterleidingen bij aanleg, vervanging en/of inbouw en reparatie van drinkwaterleidingen op alle drinkwaterleiding werkzaamheden Actie/controlepunt Voorafgaand aan het werk Controleer leidingmaterialen en gereedschappen op beschadigingen en vervuilingen en desinfecteer zo nodig. Tijdens en na het werk Bij gepland werk aan een bestaande leiding (vervanging en/of inbouw): Spoel volgens (juiste werkwijze na de werkzaamheden. Sectioneer een zo klein mogelijk deel van het leidingnet rond het geplande werk. Maak het geïsoleerde deel drukloos. Zorg voor een gecontroleerde verbreking van boven af. Bij alle werkzaamheden: Houd nieuwe leidingmaterialen zo lang mogelijk afgedopt of verpakt. Verwijder zichtbaar vuil als bij montage toch vervuiling optreedt aan de binnenkant van nieuwe en/of bestaande leidingdelen. Desinfecteer alle leidingcomponenten met een chlooroplossing (1 chloortablet op 5 liter) in de witte emmer met borstel. Desinfecteer 0,5 meter van de binnenzijde en daarna de buitenzijde van beide leiding uiteinden. Spoel de leiding over het ingebouwde deel schoon gedurende een voldoende lange periode (corresponderend met 2 tot 3 keer de leidinginhoud).
Uitgevoerd