COMBINED ENDEAVOR 2007-2008 Kapitein Henk Lourens, C2SC
“ Combined Endeavor 2007-2008: hoe Combined Endeavor, onder invloed van Nederland, het tijdperk van de operationele user-services binnengaat “
Af en toe is het goed te weten wat collega’s en verwante onderdelen doen. In het kader hiervan heb ik in Intercom 3 van 2006 een verslag gepubliceerd van de oefening Combined Endeavor 2006. Met de publicatie van dit artikel wil ik u allen graag op de hoogte brengen van de ontwikkelingen die daarna volgden. Ik heb, daar waar mogelijk, verwezen naar meer diepgaande artikelen over onderwerpen die ik in dit artikel noem. Dit zijn artikelen die soms terug gaan naar publicaties van Intercom jaargang 2004. Ik raad u dan ook van harte aan om, mocht u niet meer in het bezit zijn van een exemplaar van de Intercom waarnaar verwezen wordt, eens te kijken op www.vovklict.nl en daar door te klikken naar “Intercom”. Hier houdt de Vereniging Officieren Verbindingsdienst een uitgebreid online archief bij van alle verschenen Intercoms vanaf 2001. Dit artikel zal, voor de regelmatige lezer van de Intercom, dan ook een feest van herkenning zijn Terug naar Combined Endeavor. Ook in 2007 heeft de Nederlandse Defensie organisatie deelgenomen aan deze oefening, maar is het hieromtrent in de Intercom min of meer stil gebleven. Dit had alles te maken met veel kopij van, op dat moment meer belangrijke gebeurtenissen, onder andere in Afghanistan. Er was dus eenvoudig niet voldoende ruimte beschikbaar in een Intercom van 2007 om aan Combined Endeavor (CE) aandacht te besteden.
(CE08) een artikel over de paarse (joint) Nederlandse bijdrage aan CE te publiceren. Daarnaast zal in dit artikel ook de verschuiving van het testen van techniek naar het uitwisselen van services en de bijbehorende interoperabiliteit uitgebreid aan de orde komen.
EEN STUKJE HISTORIE Combined Endeavor is een - door United States European Command (USEUCOM) gesponsorde - oefening van NAVO-landen in combinatie met Partnership for Peace (PfP)- landen. De oefening wordt gepland en uitgevoerd om interoperabiliteit tussen de nationale militaire communicatiesystemen van de deelnemende landen te testen en te documenteren. Het meest tastbare resultaat van deze oefening is de na iedere CE uitgegeven zogenaamde “Interoperability Guide”. Dit is een document waarin alle uitgevoerde testen, bijbehorende configuraties en testresultaten beschikbaar worden gesteld aan alle deelnemende landen. In 1995 is CE begonnen met deelname van 11 landen. Combined Endeavor wordt sindsdien jaarlijks gehouden. De laatste jaren heeft de oefening plaats gevonden in Baumholder, Duitsland. De apparatuur die getest werd bestond in het begin vooral uit radio’s. In de jaren die volgden werden hier telefooncentrales, line of sight verbindingen en andere technieken aan toegevoegd. In la-
tere jaren zijn hiermee complexe netwerken ontworpen, gebouwd en getest. Het programma en de doelstellingen van CE wijzigen in de loop van de tijd. In het begin, in 1995, werden er vooral radiotechnieken en circuitgeschakelde systemen getest. Later worden steeds meer geïntegreerde systemen, netwerken en tenslotte services getest. Figuur 1 geeft van de evolutie van CE een goed overzicht. In de loop der jaren zijn er steeds meer landen gaan deelnemen aan de oefening. Deelnemers variëren van NAVO- tot PfP-landen, internationale organisaties, de NAVO zelf en zelfs zogenoemde non-aligned PfP-landen zoals Zwitserland. Tegenwoordig nemen meer dan 40 verschillende naties en organisaties deel aan de oefening Combined Endeavor. Al snel na het ontstaan van CE is besloten de oefening simultaan te laten plaatsvinden
Dit neemt niet weg dat in 2007 weer een behoorlijke prestatie is neergezet door de Nederlandse delegatie, bestaand uit ongeveer 25 personen afkomstig van diverse onderdelen en organisaties. Deelnemers aan CE07 waren onder andere collega’s van de Defensie Telematica Organisatie (DTO), de School Verbindingsdienst, 101 CISbat, 13e Gemechaniseerde Brigade, de Koninklijke Militaire Academie en het C2 Support Centre (C2SC). Omdat we in 2008 weer een andere weg inslaan dan voorgaande jaren, vind ik het passen nu eens niet achteraf, maar juist vóór de aanvang van Combined Endeavor 2008
INTERCOM 2008-2
Figuur 1: Evolutie van Combined Endeavor
25
op twee verschillende locaties. Door het vormen van een Main Operating Site (MOS) en een Forward Operating Site (FOS) werd het mogelijk om ook lange afstandsverbindingen zoals HF- en satelliettransmissiepaden te testen. Deze manier van optreden is vergelijkbaar met die, die ook bij daadwerkelijke militaire inzet gebruikt wordt. Ten gevolge van het deelnemen aan CE hebben veel landen hun CIS-apparatuur en/of systemen gemoderniseerd of aangepast. Het resultaat hiervan is dat technieken geperfectioneerd zijn en interoperabiliteit verbeterd is. Naast deze technische vooruitgang is echter ook het onderlinge begrip en respect tussen de deelnemende landen gegroeid.
Figuur 2: lagen van Interoperabiliteit.
oplossing voor veel problemen ligt bij ‘human interoperability’, elkaar (leren) kennen en begrijpen.
DOELSTELLINGEN COMBINED ENDEAVOR 2008
NEDERLANDSE INBRENG IN VOORGAANDE JAREN
Onderstaand vindt u een deels samengevatte vertaling van de ‘CE Executive Summary’ aangevuld met afbeeldingen uit vrijgegeven CE-presentaties.
Nederland neemt sinds 1997 deel aan CE. Met uitzondering van een enkel jaar heeft Nederland dus vanaf het begin deel uitgemaakt van de CE-gemeenschap. In de eerste jaren hebben we ZODIAC - ons toenmalig circuitgeschakelde communicatiesysteem - als testsysteem ingebracht. Ook heeft de luchtmacht in deze beginperiode deelgenomen op gebied van HF-testen.
Eén van de doelstellingen van CE is het voor deelnemende landen mogelijk te maken hun communicatie- en informatiesystemen in coalitie verband in te zetten, te integreren en te testen. Op deze manier kunnen de deelnemers in de toekomst met hun communicatie- apparatuur snel en efficiënt deelnemen aan een Coalition Task Force. Deze doelstelling wordt bereikt door twee, elkaar ondersteunende, activiteiten. De eerste is de focus op interoperabiliteitstesten van tactische communicatie- en informatiesystemen die voldoen aan NATOen commerciële standaarden. De tweede activiteit is een bijdrage leveren aan het ontwikkelen van een effectieve netwerkarchitectuur ter ondersteuning van het Command en Control proces van coalitie communicatienetwerken. Eén van de belangrijkste neveneffecten van Combined Endeavor is de opbouw van zogenoemde ‘human interoperability’. CE wordt georganiseerd in het kader van het PfP-programma. Een van de doelstellingen van het PfP-programma is meer stabiliteit te creëren in het oosten van Europa en Rusland. Dit is een extra reden waarom de ‘menselijke interoperabiliteit’ zo belangrijk is en dit vormt een extra motief om de planningconferenties, die gehouden worden ter voorbereiding van CE, goeddeels in PfP-landen te organiseren. Door in coalitieverband samen te werken ontstaat kennis van en begrip voor andere manieren van denken en andere culturen. Er ontstaan netwerken van kennissen die het oplossen van interoperabiliteitproblemen in de praktijk enorm vereenvoudigen. Het mag duidelijk zijn dat de basis van een
26
beschikbaar bij slechts een handjevol specialisten en die zijn druk met het inrichten van operationele koppelingen waar de foutmarges minimaal zijn. Daarnaast is er nationaal gezien geen platform wat de mogelijkheid biedt om het koppelen met andere systemen te beoefenen zonder operationeel risico. Juist de omgeving die beschikbaar is tijdens CE levert die condities wel. Hier kan getest worden, mogen fouten gemaakt worden, maar vooral; tijdens CE kan geleerd worden. Naast het maken van fysieke koppelingen en het creëren van connectiviteit verschuiven de Nederlandse testdoelstellingen daarnaast steeds meer naar het testen van zogenoemde ‘user services’. Ten slotte moeten al onze ‘ingewikkelde’ systemen diensten leveren ten gunste van de eindgebruiker. Hij of zij wil kunnen bellen, mailen, operationele informatie delen etc. Deze diensten noemen we de ‘user services’. Nadat binnen CE de netwerkkoppelingen gelegd zijn en connectiviteit is gerealiseerd, focussen we ons dan ook meer op het testen van deze (soms schijnbaar eenvoudige) diensten, die geïntegreerd op dezelfde infrastructuur worden aangeboden.
DE IGB, EEN ENABLER Later zijn de respectievelijk beschikbare versies van TITAAN (het grondgebonden communicatie- en informatiesysteem van de Koninklijke Land- en Luchtmacht) tijdens CE getest. In de loop van de tijd hebben we als Nederland Voice over IP (VoIP) geïntroduceerd in Combined Endeavor. Ook hebben we de kwaliteiten van TITAAN als puur transit netwerk gedemonstreerd en de mogelijkheden van een op IP gebaseerde infrastructuur getest. Door de Nederlandse inbreng van het testen van user-services is in 2006 en 2007 binnen de CE-omgeving het testen van services ontstaan. In 2008 heeft deze aanpak navolging gekregen. CE08 staat dan ook volledig in het teken van ‘service based testing’.
DOELSTELLINGEN VAN NEDERLAND TITAAN beschikt over veel geavanceerde bouwstenen en mogelijkheden. Voorbeelden van deze mogelijkheden zijn onder andere tunnel verbindingen, vercijferde verbindingen door gebruikmaking van Line Encryption Boxes of Line Encryption Units (LEB/LEU) en het koppelen van andere voice-systemen dan VoIP met behulp van de Secure Voice Gateway (SVG). Het inzetten en beheren van al deze min of meer bijzondere functionaliteiten worden het bedienend personeel tijdens hun opleiding wel aangeleerd, maar kunnen of mogen bijna nooit in de praktijk beoefend worden. Deze specifieke kennis is daarom vaak
In 2007 hebben we een nieuwe TITAANbouwsteen gedemonstreerd en getest, de Interface Gateway Box (IGB). In Intercom 1 van jaargang 2007 heeft ing Sam Lam uitgebreid aandacht besteed aan de IGB. Mocht u meer willen weten raad ik u dan ook van harte aan dit stuk (nogmaals) te lezen. De IGB stelt ons in staat informatie op een veilige en gestandaardiseerde manier te delen met internationale partners. In de IGB worden hiertoe zowel commerciële als militaire standaarden toegepast. Daar waar TITAAN -met uitzondering van de SVGtot nu nog niet beschikte over specifiek hiervoor bedoelde koppelvlakken, levert de IGB deze mogelijkheid nu wel. De IGB ondersteunt momenteel user services op gebied van voice, messaging (e-mail) en uitwisselen van C2-informatie. Door inhoud te geven aan de 3 pijlers van de IGB, die ik in dit artikel zal beschrijven, gebeurt dit ook nog eens op een beheersbare, gecontroleerde en beschermde wijze. Door het toevoegen van nieuwe standaarden en/of applicatie gateways is het servicepakket van de IGB uit te breiden. In de toekomst kunnen dus aan de IGB nog andere services toegevoegd worden. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld chat, webservices of video teleconferencing. De IGB is in zijn opbouw te vergelijken met een sandwich. Ik ontkom in deze vergelij-
INTERCOM 2008-2
king niet aan het gebruik van termen als Multilateral Interoperability Programme (MIP) en TACOMS POST 2000 (TP2K, of kortweg TACOMS). Deze termen worden meteen na deze vergelijking nader toegelicht. De vergelijking met een sandwich begint met de onderste boterham. Deze boterham wordt gevormd door een standaard TITAAN-component, een TITAAN-router, die met behulp van glasvezelkabel aan de overige delen van het TITAAN-systeem gekoppeld kan worden. De services vormen het beleg van de boterham. De gateways die deze services mogelijk maken, maken onder andere gebruik van de standaarden die door de MIP-community internationaal gedefinieerd zijn. Ook de gateways zal ik later in dit artikel nader toelichten. Figuur 4: de werking van het C2IEDM model met betrekking tot C2-informatie
Voor de routering van informatie naar het communicatiesysteem van een ander land is in de IGB de ‘TACOMS router’ opgenomen. Deze router is tenslotte de bovenste boterham van de sandwich. In deze router zijn de internationale TACOMS afspraken op gebied van IP-adressering en netwerkinstellingen verwerkt. Ook schrijft TACOMS het gebruik van het H.323 protocol voor, ten behoeve van Voice over IP-koppelingen. Hiermee bepaalt TACOMS op zich niet de inhoud van het beleg, maar wel de standaard op basis waarvan een deel van het beleg (de services) geboden wordt. Op gebied van beveiliging is de IGB uitgerust met diverse middelen. Hierbij valt te denken aan firewalls en beveiliging tegen ongeoorloofde toegang tot de IGB en het daarachter liggende nationale netwerk. De IGB wordt in 2008 in een, ten opzichte van 2007, verder ontwikkelde versie, opnieuw meegenomen naar CE.
STANDAARDEN, DE EERSTE PIJLER VAN DE IGB De ontwikkeling van de IGB rust op 3 pijlers. Deze pijlers noem ik de drie S’en, te weten Standaarden, Services en Security. De eerste pijler waar de IGB op rust is die van ‘Standaarden’. Van deze standaarden springen die van MIP en TACOMS het meest in het oog. Zoals beloofd zal ik van de termen MIP en TACOMS een korte omschrijving geven. Voor diegenen die hier graag meer van willen weten heb ik verwezen naar de betreffende artikelen in vorige Intercomuitgaven. Zo heeft maj Hans Baltzer in Intercom 1 jaargang 2006 een artikel geschreven over MIP. MIP is een internationaal project waarbinnen interoperabiliteit op het gebied van Command & Control-applicaties wordt nagestreefd. De MIP-community heeft het zogenoemde ‘Command & Control Informa-
tion Exchange Data Model’ (C2IEDM) ontworpen op basis waarvan landen hun C2informatie kunnen delen. De MIP / DEM gateway, die als applicatiegateway terug te vinden is in de IGB, is een uitvloeisel van de Nederlandse deelname aan het MIP-project. Het principe van dit model is schematisch weergegeven in figuur 4. Lkol André Poot heeft in een artikel in Intercom 4 jaargang 2004 al eens aandacht besteed aan TACOMS. TACOMS is een internationaal project waarbinnen interoperabiliteit en standaardisering op het gebied van connectiviteit, interfaces en routering van netwerken wordt nagestreefd. De TACOMS-community werkt hard aan de oplevering van een 11-tal NAVO Standardisation Agreement (STANAG). In deze STANAG’s wordt door de TACOMS-organisatie beschreven hoe routeringsprotocollen, IP-adressen, DNS-naamgeving en telefoonnummers internationaal toegepast kunnen worden in militaire systemen. Door historische ontwikkelingen is ook de standaardisering van VoIP en de hiervoor te gebruiken protocollen opgenomen in de zogenoemde “TACOMS standaarden”.
SERVICES, DE TWEEDE PIJLER VAN DE IGB Uiteindelijk is het doel van de IGB natuurlijk het uitwisselen van diensten en informatie. Dit is de tweede pijler waar de IGB op rust: ‘Services’.
Figuur 3: een schematische samenstelling van de IGB
INTERCOM 2008-2
De informatie die vanuit TITAAN gedeeld moet worden met een systeem van een ander land, wordt in de IGB doorgeleid naar één van de gateways. De feitelijke vertaling van onze in TITAAN gebruikte protocollen en data naar een standaard protocol van een willekeurige service wordt dus gedaan door of de voicegateway of één van de applicatiegateways. Deze applicatiegateways bestaan op dit moment uit twee MIP-gateways en de ‘TMS SMTP gateway’.
27
Met behulp van een MIP-gateway kan C2informatie en/of mail worden uitgewisseld. De ‘MIP / DEM gateway’ wisselt C2-informatie rechtstreeks uit op basis van database replicatie. De gateway verzorgt met behulp van softwarematige contracten de doorvoer van die C2-informatie die we op dat moment willen delen.
Tot slot huist er in de IGB een Intrusion Detection System (IDS). Dit systeem controleert alle data die door de IGB gaat en legt deze ook vast. Ook is met behulp van de IDS te controleren of er pogingen worden ondernomen om ongeoorloofd toegang tot de IGB en het hieraan gekoppelde TITAANnetwerk te verkrijgen.
De ‘TMS MIP gateway’, op basis van de MIP / MEM standaard, wisselt deze informatie ook uit, maar gebruikt hiervoor e-mailberichten waaraan als bijlage deze C2-informatie is gekoppeld. Het uitwisselen van alleen mail, zonder bijgevoegde C2-objecten is ook mogelijk met gebruikmaking van deze MIP-gateway.
INTEGRATIE VAN SYSTEMEN, NETWERKEN EN APPLICATIES
De ‘TMS SMTP gateway’ maakt van onze THEMIS-berichten (de e-mailapplicatie die voorheen TMS genoemd werd) een bericht wat voldoet aan de in de SMTP-standaard beschreven voorwaarden. De SMTP-gateway past dus onze THEMIS-berichten aan conform de SMTP-standaard en leidt deze vervolgens door naar het andere land. De SVG ten slotte is een gateway die onze VoIP geschikt maakt voor telefonieverkeer met netwerken van andere landen of organisaties. Dit kan evengoed een IP-netwerk als een op ISDN gebaseerd netwerk zijn. Services zijn het beleg van de boterham en dit beleg is dus min of meer te kiezen. Zoals gezegd is het in de toekomst mogelijk ander ‘beleg’ aan de IGB toe te voegen in de vorm van meer of andere gateways. Op dit moment biedt de IGB de mogelijkheid de services voice, mail en de uitwisseling van C2-informatie tot stand te brengen met informatie systemen van militaire partners uit andere landen of van andere organisaties.
Het overzicht van de evolutie van CE (figuur 1) en de getoonde interoperabiliteit piramide (figuur 2) zijn in aanleg goed te vergelijken met een model van James McCabe (NASA) dat is weergegeven in figuur 5. Dit model geeft tevens een goed beeld van een aantal essentiële processen die het C2SC met het beschikbaar stellen van Suite 2007 wil ondersteunen. Suite 2007 is een, door het C2SC, voor het eerst in samenhang gebouwde en opgeleverde suite. Met het uitbrengen van deze suite van applicaties wil het C2SC bijdragen aan het sluiten van de militaire informatie keten met een diversiteit van samenwerkende applicaties en configuraties. In Suite 2007 zijn onder andere TITAAN versie 4.1, ISIS, een nieuw C2 Framework en OSIRIS, de mobiele zusterapplicatie van ISIS, opgenomen. Saillant detail hierbij is dat het C2SC voor de in dit model weergegeven lagen voor laag 1, 2 en 4 een NCW award heeft mogen ontvangen. Daarnaast is geïntegreerd laag 3 vormgegeven.
SECURITY, DE DERDE PIJLER VAN DE IGB Bij het bij het uitwisselen van - militaire - informatie is het van het grootste belang dat de juiste partij de juiste informatie ontvangt is en niemand anders. Daarnaast is het van belang dat deze informatie-uitwisseling gecontroleerd gebeurt. Om die reden is de IGB uitgerust met een aantal veiligheidsmechanismen. Zo is het koppelvlak met andere landen gescheiden van de overige netwerkcomponenten door een hardware firewall. De SVG heeft daarnaast nog eigen firewall ten behoeve van het beschermen van voice-verkeer dat niet via IP gedeeld wordt. Daarnaast is er een zogenoemde “content scanner” opgenomen in de IGB. Deze scanner filtert e-mailberichten op basis van bijvoegsels, grootte of inhoud. Deze filtering gebeurt al naar gelang de keuzes die gemaakt worden bij het instellen van de content scanner.
28
Figuur 5: interoperability model van James McCabe
Laag 1 stelt, sterk vereenvoudigd weliswaar, TITAAN (1e prijs NCW award 2004) voor. Laag 2 vergelijk ik vervolgens met de MIPstandaard en de IGB (respectievelijk 1e & 2e prijs NCW award 2008). Laag 3 is ingevuld met applicaties als TITAAN Converged Telephony System (TCTS) en THEMIS. Laag 4 stelt, wederom vereenvoudigd, ISIS (1e prijs NCW award 2005) voor.
DE NEDERLANDSE INBRENG IN 2008: PAARS Voor 2008 heeft de Nederlandse delegatie (Delegatie chef maj Frans van Sonsbeek, Sr adviseur lkol Codi Fielmich en ondergete-
kende in de rol van planner en test engineer) de opdracht gekregen van de NEC-regie groep om de Nederlandse deelname aan CE te verpaarsen. Ook de luchtmacht, marine en marechaussee dienen zoveel mogelijk betrokken te worden in de planning en uitvoering van CE in de toekomst. We hebben onze collega’s van Marine en Luchtmacht daarom gevraagd personeel en materieel beschikbaar te stellen voor CE08. Daarop heeft het Korps Mariniers delen van haar nieuwe communicatie-apparatuur (BOWMAN, zie intercom 2007-1) en opgeleid personeel beschikbaar gesteld. Vanuit Nederland zal met BOWMAN een HFradioverbinding gemaakt worden met een operationeel HF-radionetwerk. Het Netwerk Controle Station (NCS) wordt geleverd door Duitsland en/of België. Met behulp van dit NCS kan een mailgateway aangesloten worden op het “backbone”netwerk van CE. Tevens zullen diverse federaties van netwerken een mailgateway binnen hun federatie van netwerken aangesloten krijgen. Op deze manier kan vanaf de gebouwde federaties van netwerken data tussen HF- en IP-netwerken uitgewisseld worden. Deze techniek berust wederom op vastgelegde standaarden, in dit geval vooral de STANAG 5066. In deze STANAG is vastgelegd hoe IP-verkeer over HF kan worden getransporteerd. Dit kan in de vorm van data of bijvoorbeeld mail gebeuren. We gaan dan ook zeker proberen een mogelijke koppeling tussen TITAAN en BOWMAN tot stand te brengen. De Koninklijke Luchtmacht levert al jaren een specialist op gebied van frequentiemanagement. Deze specialist neemt deel aan de naast CE te houden oefening Phoenix Endeavor (PE). Deze oefening stelt zich tot doel de uitwisseling van informatie tussen verschillende frequentiemanagementsystemen van verschillende organisatie mogelijk te maken. Graag hadden we de Luchtmacht dit jaar met hun TITAAN-middelen deel zien nemen, maar dit bleek in de tijd gezien een te ambitieuze stap. Ook DTO neemt deel in het kader van het nationale project “Intensivering Civiel Militaire Samenwerking” (ICMS). Hierdoor raken de openbare orde en veiligheidsdiensten (OOV-organisaties) betrokken bij CE. In Ede zullen in dit kader demonstraties gegeven worden. De demonstraties gebeuren op basis van een vergelijkbaar scenario dat CE zal gebruiken om het uitwisselen van C2-informatie te testen. DTO toont hierbij als partner in het ICMS- project welke technische mogelijkheden op dit moment beschikbaar zijn om informatie uit te wisselen tussen militaire in-
INTERCOM 2008-2
formatiesystemen en informatiesystemen van politie, brandweer en ambulancediensten. In feite gaat het hierbij om ad hoc collaboratie applicaties zoals bijvoorbeeld Microsoft Groove: middelen waarmee vooraf onbekende actoren elkaar onderling snel en veilig kunnen vinden om probleem oplossend vermogen te creëren. Op dit moment worden door DTO diverse services ondersteund, waaronder voice en het delen van C2-informatie. Ik kan me verder geen beter voorbeeld van human interoperability voorstellen dan de deelname van het Duits/Nederlandse CISbataljon aan CE. Dit bataljon verzorgt voor het GNC (Duits/Nederlands hoofdkwartier) diensten op gebied van verbindingen en het leveren van informatiesystemen en bijbehorende netwerken. De combinatie van Nederlands en Duits materieel én personeel in dit bataljon is uniek. Het CIS-bataljon levert voor CE08 een groot deel van het benodigde TITAAN-materieel en een deel van het bedienend personeel. Het TITAAN-netwerk wat ontplooid wordt in Duitsland, wordt tenslotte met behulp van een Interface Gateway Box (IGB) gekoppeld aan het internationale netwerk wat binnen CE door de verschillende landen wordt gebouwd.
DE REAR-LINK We gaan namens Nederland in 2008 de mat op met twee TITAAN (TTN) eilanden, onderling verbonden door een getunnelde verbinding over landlijnen. Het ene deel wordt opgebouwd in Baumholder, het andere deel in Ede. DTO levert steun bij het realiseren van de hiertoe op te bouwen IP-tunnel. Met behulp van deze IP-tunnel wordt de verbinding tussen Baumholder en Ede gerealiseerd. Ze leveren de bijbehorende diensten, het personeel en materieel om deze koppeling tot stand te brengen. DTO maakt hierbij gebruik van het Netherlands Armed Forces Intergrated Network (NAFIN) en de vergelijkbare strategische Duitse vaste netwerkinfrastructuur. Dit optreden met een rear-link is een nieuwe insteek in 2008. Deze link opgezet tussen Baumholder (waar CE zal plaatsvinden) en Ede. Aan beide zijden zullen TITAANcomponenten worden opgebouwd. Hierbij zal, zoals al eerder beschreven, gebruik gemaakt worden van organiek ingericht materieel op basis van nieuwste versie van TITAAN, versie 4.1. Beide delen van TITAAN zullen middels een vercijferde verbinding met elkaar gekoppeld worden. Zodoende kan men in Nederland interactief deelnemen en meekijken met de testen die worden uitgevoerd in Duitsland.
INTERCOM 2008-2
Dit concept lijkt in de komende jaren navolging te krijgen van andere landen. Mogelijk dat CE op meerdere plaatsen in Europa of zelfs mondiaal zal worden uitgevoerd, waarbij de diverse locaties aan elkaar gekoppeld worden met behulp van transmissiepaden over lange afstand zoals landlijnen, satelliet of HF-verbindingen. Op deze manier kan ieder land vanuit zijn eigen land of een land wat geografisch dichtbij ligt deelnemen aan CE. Deze stap maakt het voor landen overbodig grote afstanden te moeten reizen met materieel en personeel. Daarnaast zijn er minder grote locaties nodig om deelnemers onder te brengen. Deze voordelen maken deelnemen aan CE weliswaar technisch complexer, maar logistiek eenvoudiger, goedkoper en efficiënter.
CE EN INTEROPERABILITEIT IN DE TOEKOMST 2008 is het laatste jaar dat de Landmacht de leidende rol vervult met betrekking tot CE. Voor komend jaar is besloten dat de Luchtmacht de functie van delegation chief invult. Met deze verantwoordelijkheid verschuift ook het aanvragen van personele en materiële capaciteit van de Landmacht naar de Luchtmacht, een ontwikkeling die nieuwe mogelijkheden biedt en voor Nederland weer andere, paarse perspectieven opent in de toekomst. Naast Combined Endeavor (www.combine dendeavor.net) bestaan er nog andere internationale platformen waarbinnen interoperabiliteit ontwikkeld, gedemonstreerd of getest wordt. De maj Kieftenbelt heeft in zijn stuk ‘No MIP no Glory’ in Intercom 4 jaargang 2007 hier aandacht aan besteed. Naast dit soort oefeningen, waarbij eenheden worden opgewerkt tot een bepaald niveau, kennen we ook oefeningen die specifiek interoperabiliteit nastreven. In dit kader kennen we de TACOMS exercises (www.tacomspost2000.org), een initiatief waarbij twee keer per jaar de opgestelde standaarden van TACOMS technisch en in de praktijk beproefd worden. Daarnaast heeft ook de MIP-community (www.mip-site.org) haar eigen bijeenkomsten, met hetzelfde doel, het testen van de applicatiegateways op basis van de vastgelegde MIP-standaarden. Dan zijn er nog Steadfast Cathode (voorheen bekend als Cathode Emission), een vergelijkbaar initiatief met CE, met dien verstande dat niet USEUCOM maar de NAVO hierin het voortouw neemt. De NAVO gebruikt Steadfast Cathode dan ook om communicatie systemen te certificeren voor inzet tijdens NATO Response Force (NRF) operaties (www.nato.int).
www.cwid.org.uk). Ook hier wordt gestreefd naar verbeterde interoperabiliteit, met dien verstande dat men hier vooral experimenten uitvoert daar waar CE (bijna) operationele militaire systemen onderling test en de civiele industrie deelneemt. Overigens is participatie van de industrie binnen CE - in tegenstelling tot CWID - in zeer beperkte mate toegestaan en wordt deze bij voorkeur zelfs geweerd.
SLOTWOORD Combined Endeavor draagt bij aan de verbetering van verschillende vormen van interoperabiliteit tussen verschillende landen en organisaties, waaronder Nederland. Nederland heeft de afgelopen jaren op haar beurt bijgedragen aan de evolutie van CE tot wat het nu is, een platform om (bijna) operationele communicatie en informatie systemen van verschillende landen te onderling te koppelen en daarbij de beschikbare services van die infrastructuren te testen. Ik heb in dit artikel al een aantal veranderingen binnen Combined Endeavor beschreven. Daarnaast heb ik ook aangegeven hoe we nu in Nederland met dit soort veranderingen omgaan. We mogen concluderen dat Nederland vaak een voortrekkersrol inneemt en als voorbeeld gezien wordt door veel andere landen en organisaties. We leveren met ons personeel en materieel een flexibele en robuuste infrastructuur met daaraan gekoppelde user-services. Met de introductie van Interface Gateway Box beschikken we nu ook over een gestandaardiseerd en beschermd koppelvlak om diverse user-services uit te wisselen met vergelijkbare services op andere infrastructuren van andere landen of organisaties. Deze services bestaan op dit moment uit spraak, e-mail en het uitwisselen van C2-informatie met de informatie systemen van militaire partners. Langzamerhand heeft er mede door Nederlandse inbreng binnen CE een verschuiving plaatsgevonden van het koppelen van circuitgeschakelde systemen, naar het bouwen van netwerken en de laatste 2 jaar zelfs naar het testen van beschikbare user-services over deze netwerken. Deze evolutie heeft er toe geleid dat CE anno 2008 geheel in het teken van services en service oriented architectures staat.
Tot slot kennen we Coalition Warrior Interoperability Demonstration (CWID,
29