GEBRUIKERSHANDLEIDING
CombiDirt Vortexpomp
Oorspronkelijke gebruiksaanwijzing CD/NL (1303) 4.0
Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door en neem kennis van de inhoud voordat men de pomp in gebruik stelt of er onderhoud aan pleegt.
EG-Verklaring van overeenstemming (Richtlijn 2006/42/EG, bijlage II-A) Producent SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A.F. Philipsweg 51 9403 AD Assen Nederland
verklaart hierbij dat alle pompen, van de pompfamilies CombiBloc, CombiBlocHorti, CombiChem, CombiDirt, CombiFlex(U)(B), CombiPrime H, CombiLine, CombiLineBloc, CombiMag, CombiMagBloc, CombiNorm, CombiPro(M)(V), CombiPrime V, CombiSump, CombiWell, FRE, FRES, FREF, FREM, KGE(L), KGEF, HCR, MCH(W)(S), MCHZ(W)(S), MCV(S), PHA, MDR, zowel geleverd zonder aandrijving (laatste positie serienummer = B), geleverd met aandrijving (laatste positie serienummer = A), in overeenstemming zijn met de bepalingen van richtlijn 2006/42/EG (zoals laatstelijk gewijzigd) en de volgende richtlijnen & normen: • EG richtlijn 2006/95/EG, "Laagspanningsrichtlijn" • normen EN-ISO 12100 deel 1 & 2, EN 809 De pompen waarop deze verklaring betrekking heeft mogen pas in gebruik worden gesteld nadat deze op de door de fabrikant voorgeschreven wijze zijn geïnstalleerd en, in voorkomend geval, nadat het totale systeem waarvan deze pompen deel uitmaken, geheel in overeenstemming met de bepalingen van Richtlijn 2006/42/EG (zoals laatstelijk gewijzigd) is gebracht.
Inbouwverklaring (Richtlijn 2006/42/EG, bijlage II-B) Producent SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A.F. Philipsweg 51 9403 AD Assen Nederland
verklaart hierbij dat de gedeeltelijke voltooide pomp (Back-Pull-Out unit), van de pompfamilies CombiBloc, CombiBlocHorti, CombiChem, CombiDirt, CombiFlex(U)(B), CombiPrime H, CombiLine, CombiLineBloc, CombiMag, CombiMagBloc, CombiNorm, CombiPro(M)(V), CombiPrime V, FRE, FRES, FREF, FREM, KGE(L), KGEF, HCR, PHA, MDR, in
overeenstemming is met de volgende normen: • EN-ISO 12100 deel 1 & 2, EN 809 en dat deze bestemd is om af te bouwen van het gespecificeerde type tot een volledige pomp en op grond van Richtlijn 2006/42/EG (zoals laatstelijk gewijzigd) pas in gebruik mag worden genomen nadat de gehele machine, in overeenstemming met de richtlijn is gebracht en verklaard. Assen, 1 januari 2011
G.A. Schaafsma, General manager
EC/NL (1107) 5.3
1
2
EC/NL (1107) 5.3
Gebruikershandleiding
Alle in deze handleiding opgenomen technische- en technologische informatie alsmede eventueel door ons ter beschikking gestelde tekeningen blijven ons eigendom en mogen zonder onze voorafgaande schriftelijke toestemming niet gebruikt worden (anders dan ten behoeve van de bediening van deze pomp), gecopieerd, vermenigvuldigd, doorgegeven aan- of ter kennis gesteld worden van derden. SPX is een toonaangevende multi-industriële Fortune 500 producent. SPX verdeelt haar activiteiten in vier segmenten en een daarvan is de SPX Flow Technology segment. SPX Flow Technology Assen B.V. maakt deel uit van SPX Flow Technology segment. SPX Flow Technology Assen B.V. Postbus 9 9400 AA Assen Nederland Tel. +31 (0)592 376767 Fax. +31 (0)592 376760
Copyright © 2008 SPX Corporation
INT/NL (1107) 1.1
3
4
INT/NL (1107) 1.1
CombiDirt
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.6 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.6.1 2.6.2 2.6.3 2.6.4 2.6.5 2.6.6 2.7 2.8 2.9 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.5
CD/NL (1303) 4.0
Introductie Inleiding Veiligheid Garantie Controle geleverde goederen Instructies voor transport en opslag Gewicht Gebruik van pallets Hijsen Opslag Bestellen van onderdelen Algemeen Pompbeschrijving Toepassing Typeaanduiding Serienummer Werkingsprincipe Constructie Pomphuis/waaier Lagering Lantaarnconstructie (alleen voor verticale uitvoering) Zuigbocht (alleen voor verticale uitvoering) Voetsteun Asafdichting Inzetgebied Hergebruik Verschroten Installatie Veiligheid Conservering Omgeving Opstellen Plaatsen van een pompunit Samenbouwen aggregaat, verticale uitvoering Samenbouwen van een pompunit Uitlijnen van de koppeling Uitlijntoleranties Leidingwerk
9 9 9 10 10 10 10 10 11 13 13 15 15 15 16 17 17 17 17 18 18 18 18 18 18 19 19 21 21 21 21 22 22 22 22 23 23 24
5
3.6 3.7 4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.9.1 4.9.2 4.10 4.11 5 5.1 5.2 5.2.1 5.2.2 5.2.3 5.2.4 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.5 5.6 5.7
Inbedrijfstellen Inspectie van de pomp Controle elektromotor Pompen met oliebadgesmeerde lagering L4 Vullen van de quenchvloeistoftank MQ2 - CQ3 Vullen van de oliereservoir M2V Controle draairichting Opstarten Vloeistofniveau verticale pomp Afstellen van de asafdichting Stopbuspakking Mechanische asafdichting Pomp in bedrijf Geluid Onderhoud Regelmatig onderhoud Asafdichting Stopbuspakking Mechanische asafdichting Gespoelde asafdichtingen MQ2 - CQ3 Dubbele mechanische asafdichting CD3 Smering van de lagers Vetgesmeerde lagers L2 Oliebadgesmeerde lagers L4 Omgevingsinvloeden Geluid Motor Storing
24 24 25 25 25 25 25 25 26 26 26 27 27 27 27 28 29 29 29 29 29 29 29 30 30 30 30 30 30 30
6
Storingen oplossen
31
7
Demontage en montage
33
7.1 7.2 7.3 7.3.1 7.3.2 7.4 7.4.1 7.4.2 7.4.3 7.4.4 7.5 7.5.1 7.5.2 7.6 7.6.1 7.6.2 7.6.3 7.6.4 7.7 7.7.1
6
Monteren toebehoren centrifugaalpomp Aansluiten elektromotor
Veiligheidsmaatregelen Speciaal gereedschap Aftappen Vloeistof aftappen Olie aftappen Demontage en montage Back-Pull-Out unit Demontage van de beschermkap Demontage van de Back-Pull-Out unit Montage van de Back-Pull-Out unit Montage van de beschermkap Demontage en montage Top Pull Out unit Demontage Top Pull Out unit Montage Top Pull Out unit Vervanging van waaier Demontage van de waaier Montage van de waaier Demontage van de slijtplaat Montage van de slijtplaat Stopbuspakking S2, S3 Instructies voor demontage en montage van stopbuspakking
33 33 33 33 34 34 34 34 35 35 37 37 37 38 38 38 39 39 40 40
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.7.2 7.7.3 7.7.4 7.7.5 7.8 7.8.1 7.8.2 7.8.3 7.8.4 7.8.5 7.8.6 7.8.7 7.9 7.9.1 7.9.2 7.9.3 7.10 7.10.1 7.11 7.11.1 7.11.2 7.11.3 7.11.4 8 8.1 8.2 8.3 8.3.1 8.4 8.5 8.6 8.7 9 9.1 9.1.1 9.1.2 9.2 9.2.1 9.2.2 9.3 9.3.1 9.3.2 9.4 9.4.1 9.4.2 9.5 9.5.1 9.5.2 9.6 9.6.1 9.6.2 9.7 9.7.1
CD/NL (1303) 4.0
Vervangen van stopbuspakking S2, S3 Monteren nieuwe stopbuspakking S2, S3 Demontage asbus Montage asbus Mechanische asafdichtingen M2, M2V, MQ2 Instructies voor montage van een mechanische asafdichting Demontage van een mechanische asafdichting M2 Montage van een mechanische asafdichting M2 Demontage van een mechanische asafdichting M2V Montage van een mechanische asafdichting M2V Demontage van een mechanische asafdichting MQ2 Montage van een mechanische asafdichting MQ2 Cartridge seals C2, C3, CQ3, CD3 Instructies voor de montage van een cartridge seal Demontage van een cartridge seal Montage van een cartridge seal Lagering Instructies voor lagermontage en -demontage Lagerconfiguraties L2, L4 Demontage van de lagering L2 (vetgesmeerd) Montage van de lagering L2 Demontage lagering L4 (oliegesmeerd) Montage van de lagering L4 Afmetingen Aansluitingen Afmetingen horizontale pomp Afmetingen horizontale pomp met motor - met spacerkoppeling Afmetingen en gewichten fundatieplaat Afmetingen asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, horizontale pomp Afmetingen verticale pomp Afmetingen verticale pomp - met zuigbocht - met spacerkoppeling Afmetingen asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, verticale pomp Onderdelen Bestellen van onderdelen Bestelformulier Aanbevolen reservedelen Horizontale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Horizontal pump with conical seal chamber Doorsnedetekening Stuklijst Vetgesmeerde lagering L2, horizontale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Oliebad gesmeerde lagering L4, horizontale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Verticale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Vertical pump with conical seal chamber Doorsnedetekening
41 41 41 41 42 42 42 43 43 44 45 45 46 46 46 47 48 48 49 49 50 51 52 53 53 54 55 55 56 57 59 61 63 63 63 63 64 64 65 66 66 67 68 68 69 70 70 71 72 72 73 74 74
7
9.7.2 9.8 9.8.1 9.8.2 9.9 9.9.1 9.9.2 9.10 9.10.1 9.10.2 9.11 9.11.1 9.11.2 9.11.3 9.12 9.12.1 9.12.2 9.13 9.13.1 9.13.2 9.13.3 9.14 9.14.1 9.14.2 9.14.3 9.15 9.15.1 9.15.2 9.16 9.16.1 9.16.2 9.17 9.17.1 9.17.2 9.18 9.18.1 9.18.2 10 10.1 10.1.1 10.1.2 10.1.3 10.2 10.3 10.3.1 10.3.2 10.4 10.4.1 10.4.2 10.5 10.5.1 10.5.2 10.5.3 10.5.4
8
Stuklijst Vetgesmeerde lagering L2, verticale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Stopbuspakking S2 Stopbuspakking S2 Stuklijst stopbuspakking S2 Stopbuspakking S3 Stopbuspakking S3 Stuklijst stopbuspakking S3 Asafdichtingsgroep M2 Mechanische asafdichting M7N Mechanische asafdichting MG12-G60 Stuklijst asafdichtingsgroep M2 Asafdichtingsgroep M2V, verticale pomp Doorsnedetekening Stuklijst Asafdichtingsgroep MQ2, horizontale pomp Mechanische asafdichting MQ2 - M7N Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60 Stuklijst asafdichtingsgroep MQ2 - M7N / MG12-G60 Asafdichtingsgroep MQ2, verticale pomp Mechanische asafdichting MQ2 - M7N Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60 Stuklijst asafdichtingsgroep MQ2 - M7N / MG12-G60 Asafdichtingsgroep C3 Cartridge seal C3 - CARTEX SN Stuklijst asafdichtingsgroep C3 - CARTEX SN Asafdichtingsgroep CQ3, horizontale pomp Cartridge seal CQ3 - CARTEX QN Stuklijst asafdichtingsgroep CQ3 - CARTEX QN Asafdichtingsgroep CQ3, verticale pomp Cartridge seal CQ3 - CARTEX QN Stuklijst asafdichtingsgroep CQ3 - CARTEX QN Asafdichtingsgroep CD3 Cartridge seal CD3 - CARTEX DN Stuklijst asafdichtingsgroep CD3 - CARTEX DN Technische gegevens Smeermiddelen Olie Oliehoeveelheid Vet Olie M2V Montagemiddelen Aanbevolen montagevet Aanbevolen vloeibare borgingsmiddelen Aanhaalmomenten Aanhaalmomenten voor bouten en moeren Aanhaalmomenten voor dopmoer Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen Horizontale pomp Verticale pomp Hydraulisch inzetgebied Overzichtsgrafieken
75 76 76 77 78 78 79 80 80 81 82 82 82 83 84 84 85 86 86 86 87 88 88 89 90 91 91 91 92 92 93 94 94 95 96 96 96 97 97 97 97 97 98 98 98 98 98 98 98 99 99 100 101 101
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
10.6 10.6.1 10.6.2
CD/NL (1303) 4.0
Geluidgegevens Geluid als funktie van het pompvermogen Geluidsniveau van de totale pompunit
103 103 104
Index
105
Bestelformulier voor reservedelen
107
9
10
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
1 Introductie 1.1
Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor het technisch- en onderhoudspersoneel en voor degenen die belast zijn met de bestelling van reserveonderdelen. Deze handleiding bevat belangrijke en nuttige informatie voor het goed functioneren en onderhouden van deze pomp. Tevens bevat het belangrijke aanwijzingen om mogelijke ongevallen en ernstige beschadigingen te voorkomen en een veilig en storingvrij functioneren van deze pomp mogelijk te maken.
!
Lees voor het in werking stellen van de pomp de handleiding goed door, maak u vertrouwd met het gebruik van de pomp en volg de gegeven aanwijzingen stipt op! De hier gepubliceerde gegevens beantwoorden aan de meest recente informatie op het ogenblik van ter perse gaan. Zij worden verstrekt onder voorbehoud van latere wijzigingen. SPX behoudt zich het recht voor te allen tijde constructie en uitvoering van zijn producten te wijzigen, zonder verplichting vroegere leveringen dienovereenkomstig te veranderen.
1.2
Veiligheid In de handleiding staan aanwijzingen voor het veilig omgaan met de pomp. Men is verplicht om bedienings- en onderhoudspersoneel vertrouwd te maken met deze aanwijzingen. Installatie, bediening en onderhoud moet worden uitgevoerd door bevoegde en goed opgeleid personeel. Hieronder volgt een overzicht van de bij die genoemde aanwijzingen gebruikte symbolen en hun betekenis:
! ➢
Persoonlijk gevaar voor de gebruiker. Volg de bijbehorende aanwijzing direct en stipt op! Risico van beschadiging of slecht functioneren van de pomp. Volg de bijbehorende aanwijzing op om dit risico te vermijden. Nuttige aanwijzing of tip voor de gebruiker. Onderwerpen die extra aandacht behoeven worden vet gedrukt weergegeven.
CD/NL (1303) 4.0
Introductie
9
SPX heeft bij het vervaardigen van deze handleiding de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht. Desondanks kan SPX niet instaan voor de volledigheid van deze informatie en aanvaardt daarom geen aansprakelijkheid voor mogelijke onvolkomenheden in deze handleiding. De koper/gebruiker is te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het toetsen van de informatie en voor het treffen van eventueel aanvullende en/of afwijkende veiligheidsmaatregelen. SPX houdt zich het recht voor veiligheidsinformatie te wijzigen. 1.3
Garantie SPX is tot geen enkele andere garantie gehouden dan die welke door SPX is geaccepteerd. Met name zal SPX geen enkele aansprakelijkheid accepteren voor expliciete en/of impliciete garanties, zoals, maar niet beperkt tot, de verkoopbaarheid en/ of geschiktheid van het geleverde. De garantie vervalt onmiddellijk en van rechtswege indien: • Service en/of onderhoud niet strikt volgens de voorschriften zijn uitgevoerd. • De pomp niet volgens de voorschriften is geïnstalleerd en in bedrijf is gesteld. • Noodzakelijke reparaties niet door ons personeel zijn uitgevoerd of zijn uitgevoerd zonder onze daaraan voorafgaande schriftelijke toestemming. • Wijzigingen aan het geleverde zijn aangebracht zonder onze daaraan voorafgaande schriftelijke toestemming. • Andere dan de originele SPX onderdelen worden gebruikt. • Andere dan de voorgeschreven additieven of smeermiddelen worden gebruikt. • Het geleverde niet in overeenstemming met zijn aard en/of bestemming wordt gebruikt. • Onoordeelkundig, onzorgvuldig, onjuist en/of nalatig wordt omgesprongen met het geleverde. • Het geleverde defect raakt door een omstandigheid die van buitenaf komt en die buiten onze macht valt. Alle slijtdelen zijn van garantie uitgesloten. Tevens zijn van toepassing onze "Algemene leverings- en betalingsvoorwaarden (laatste uitgave)", die u gratis aan kunt vragen.
1.4
Controle geleverde goederen Controleer bij aankomst de zending direct op beschadiging en of het geheel conform het verzendadvies is. Laat bij beschadiging en/of vermissing direct proces-verbaal opmaken door de vervoerder.
1.5
Instructies voor transport en opslag
1.5.1
Gewicht In het algemeen is een pomp of een pompunit te zwaar om met de hand te verplaatsen. Gebruik daarom de juiste transport- en hijsmiddelen. Het gewicht van de pomp of de pompunit vindt u op het etiket op de cover van deze handleiding
1.5.2
Gebruik van pallets Meestal wordt de pomp of de pompunit geleverd op een pallet. Laat deze in dat geval zo lang mogelijk op de pallet. Dit voorkomt beschadigingen en vergemakkelijkt het transport.
!
10
Bij gebruik van een heftruck: stel de lepels van de heftruck altijd zo ver mogelijk uit elkaar en pak de pallet met beide lepels op! Voorkom stotende belasting op de pomp tijdens het verplaatsen!
Introductie
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
1.5.3
Hijsen Bij het hijsen van een pomp of een complete pompunit moeten de stroppen worden bevestigd zoals is aangegeven in figuur 1, figuur 2 en figuur 3.
!
Gebruik bij het hijsen van een complete pumpunit altijd een geschikte en deugdelijke hijsinrichting, afgestemd op het totale gewicht van de last! Begeef u nooit onder een opgehesen last! Indien de elektromotor voorzien is van een hijsoog, dan is dit hijsoog alleen bedoeld als hulpmiddel bij het uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden aan de elektromotor! Het hijsoog is berekend om alleen het gewicht van de elektromotor te kunnen dragen! Het is NIET TOEGESTAAN om een complete pomp aan het hijsoog van de elektromotor op te hijsen!
Figuur 1:
CD/NL (1303) 4.0
Hijsinstructies voor verticale pomp.
Introductie
11
12
Figuur 2:
Hijsinstructies voor horizontale pomp.
Figuur 3:
Hijsinstructies voor een losse horizontale pomp.
Introductie
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
1.5.4
Opslag Indien de pomp niet direct in gebruik wordt genomen, moet de pompas tweemaal per week met de hand worden verdraaid
1.6
Bestellen van onderdelen In deze handleiding staan de door SPX geadviseerde reserve- en vervangingsonderdelen vermeld en de bestelinstructies hiervoor. Een bestel-faxformulier behoort tot deze handleiding. Bij bestellen van onderdelen en bij overige correspondentie met betrekking tot de pomp dient u altijd alle gegevens van het typeplaatje te vermelden.
➢
Deze gegevens staan ook vermeld op het etiket op de cover van deze handleiding Indien u vragen heeft of verdere uitleg wenst met betrekking tot specifieke onderwerpen, aarzel dan niet om contact op te nemen met SPX.
CD/NL (1303) 4.0
Introductie
13
14
Introductie
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
2 Algemeen 2.1
Pompbeschrijving CombiDirt is een serie pompen met een zogenaamde vortexwaaier. De pomp is zowel in horizontale als in verticale uitvoering verkrijgbaar. De horizontale uitvoering wordt aangedreven door een standaard IEC horizontale voetmotor en wordt hiermee samengebouwd op een fundatieplaat. Bij de verticale uitvoering kunnen de pers- en zuigaansluiting in diverse standen ten opzichte van elkaar gemonteerd worden. De verticale pomp wordt aangedreven door een standaard IEC verticale flensmotor, die wordt gemonteerd op een lantaarnstuk. Het vermogen wordt in beide uitvoeringen via een elastische koppeling overgebracht.
2.2
Toepassing • In het algemeen zijn de pompen geschikt voor het verpompen van dunne vloeistoffen met vaste abrasieve bestanddelen, of vloeistoffen met een beperkte hoeveelheid ingesloten lucht, damp of gas en licht schuimvormde vloeistoffen. • Nadere gegevens over de toepassingsmogelijkheden van uw specifieke pomp vindt u in de orderbevestiging en/of in de meegeleverde datasheet. • Het wordt ontraden de pomp zonder overleg met uw leverancier voor een andere toepassing te gebruiken dan waarvoor deze oorspronkelijk is geleverd.
CD/NL (1303) 4.0
Wanneer een pomp wordt toegepast in een systeem of onder systeemomstandigheden (vloeistof, systeemdruk, temperatuur, etc.) waarvoor hij niet is ontworpen, kan gevaar voor de gebruiker ontstaan!
Algemeen
15
2.3
Typeaanduiding Pompen zijn leverbaar in diverse uitvoeringen. De belangrijkste kenmerken van de pomp staan vermeld in de typeaanduiding. Voorbeeld: CD-H 65-315/27 G6 M2V L4 A6 Pompfamilie CD
CombiDirt Uitvoering
H
horizontaal
V
verticaal
65
Pompgrootte diameter persaansluiting [mm]
315/27 kleine schoephoogte hoogte, grote vrije doorgang door de pomp 315/42 hoge schoephoogte hoogte, kleinere vrije doorgang door de pomp Pomphuis, waaier en slijtplaat materiaal G1
pomphuis gietijzer
slijtplaat
gietijzer
gietijzer
G6
gietijzer
G6X
gietijzer
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
NG1
nodulair gietijzer
gietijzer
gietijzer
NG6
nodulair gietijzer
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
roestvaststaal roestvaststaal, slijtvast
NG6X nodulair gietijzer roestvaststaal R6 R6X roestvaststaal, slijtvast S2 S3 M2 M2V MQ2 C3 CQ3 CD3
16
waaier
Asafdichting stopbuspakking, met asbus stopbuspakking, met asbus en lantaarnring mechanische asafdichting, ongebalanceerd, asbus mechanische asafdichting, ongebalanceerd, asbus, oliekamer, geïntegreerd venturi systeem mechanische asafdichting, ongebalanceerd, asbus, drukloze vloeistofspoeling cartridge seal, gebalanceerd cartridge seal, gebalanceerd, drukloze vloeistofspoeling cartridge seal, gebalanceerde dubbele asafdichting met drukbuffersysteem
L2 L4
Lagering dubbelrijig hoekcontactkogellager + cilinderlager, vetgesmeerd dubbelrijig hoekcontactkogellager + cilinderlager, oliebadgesmeerd
A
Samenbouw pomp met kaal aseinde (alleen in horizontale uitvoering mogelijk)
A5
pompunit zonder motor (alleen in verticale uitvoering mogelijk)
A6
pompunit samengebouwd met motor
Algemeen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
2.4
Serienummer Het serienummer van de pomp of de pompunit vindt u op de naamplaat van de pomp en op de etiket op de cover van deze handleiding. Voorbeeld: 01-1000675A 01 100067 5 A B
2.5
jaar van fabricage unieke nummer aantal pompen pomp met motor pomp met vrije aseinde
Werkingsprincipe De belangrijkste eigenschap van deze pomp is de positionering van de open waaier ten opzichte van het pomphuis. De waaier is zodanig op de as geplaatst dat er een vrije doorgang bestaat tussen de waaierschoepen en het pomphuis. Hierdoor kunnen slijtende vaste bestanddelen in de vloeistof vrij door het pomphuis stromen en neemt de kans op verstopping af. Het hydraulische basisprincipe van dit type pomp is gebaseerd op energieoverdracht van een kleine secundaire stroming op de hoofdstroming. Alleen deze secundaire stroming, die gescheiden is van de hoofdstroming, komt met de waaier in contact. Als gevolg hiervan wordt aan deze secundaire stroming energie toegevoerd door de waaier. Deze energie wordt op de hoofdstroom overgedragen als gevolg van het vermengen van de beide stromingen door de opgewekte wervelingen (vortexen). Om deze reden wordt dit type pomp gewoonlijk vortexpomp genoemd.
2.6
Constructie De belangrijkste componenten zijn hieronder beschreven:
2.6.1
Pomphuis/waaier Dit betreft de delen die met de verpompen vloeistof in aanraking komen. Per pomptype is er slechts één uitvoering van het pomphuis en de waaier. De teruggetrokken waaier is aan de voorzijde open. In het pomphuis is een slijtplaat gemonteerd met een speciaal vormgegeven inlaatopening. Tussen de waaier en de slijtplaat bevindt zich een ruime opening.
Figuur 4:
CD/NL (1303) 4.0
Waaier.
Algemeen
17
2.6.2
Lagering De lagering bestaat uit dubbelrijig hoekcontactkogellager in combinatie met een cilinderlager. De lagering van de CD-H is met vetsmering en met oliesmering leverbaar, de CD-V is alleen met vetsmering verkrijgbaar. Voor nasmeerdoeleinden zijn het dubbelrijig hoekcontactkogellager en het cilinderlager voorzien van smeernippels op het lagerdeksel.
2.6.3
Lantaarnconstructie (alleen voor verticale uitvoering) De motorondersteuning (het lantaarnstuk) bestaat uit geprofileerde stalen lantaarnelementen. De openingen van deze elementen worden afgedicht met dichte beschermkappen van plaatstaal. Pomp en motor worden gekoppeld door middel van een elastische koppeling met afstandsbus (‘spacer’). Na het verwijderen van beschermkap en spacer kan het draaiend gedeelte van de pomp op eenvoudige wijze in één keer worden gedemonteerd, zonder dat de elektromotor of de leidingen verwijderd moeten worden. Deze constructie wordt het Top Pull Out principe genoemd.
2.6.4
Zuigbocht (alleen voor verticale uitvoering) De haakse zuigbocht is zó ontworpen, dat de weerstand zeer laag is en dat desondanks een lage positie van de pomp ten opzichte van de vloer mogelijk is.
2.6.5
Voetsteun De pomp is uitgevoerd met voetsteunen. Bij de verticale uitvoering zijn er 3 geprofileerde steunen aan zuigzijde van het pomphuis gemonteerd en rust het pomphuis hierop in horizontale positie. Bij de horizontale uitvoering zijn voetsteunen aan het pomphuis bevestigd. De horizontaal geplaatste lagerstoel wordt met een ondersteuning vastgezet op de fundatieplaat.
2.6.6
Asafdichting De asafdichting is verkrijgbaar in diverse varianten. Er zijn configuraties met stopbuspakking, met mechanische asafdichting en met cartridge seal. De asafdichtingen kunnen worden voorzien van venturi-ontluchtingseenheid en vloeistofspoeling, voor de cartridge seals is een bufferdruksysteem beschikbaar. In configuraties uitgerust met een asbus, is de as niet in contact met de verpompte vloeistof (droge as uitvoering).
2.7
Inzetgebied Globaal is het inzetgebied als volgt:, Tabel 1: Inzetgebied. Maximumwaarde Capaciteit Opvoerhoogte Systeemdruk Temperatuur
18
450 m3/h 62 m 10 bar 80 °C
Algemeen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
2.8
Hergebruik De pomp mag alleen voor andere toepassingen worden gebruikt na overleg met SPX of met uw leverancier. Omdat niet altijd bekend is wat het laatstverpompte medium is geweest, is het volgende van belang: 1 Spoel de pomp goed door! 2 Voer de spoelvloeistof veilig af (milieu!)
2.9
Zorg hierbij voor adequate veiligheidsmaatregelen (opvangbak) en gebruik de juiste persoonlijke beschermingsmiddelen (rubber handschoenen, bril)! Verschroten IAls besloten is een pomp te verschroten, moeten eerst dezelfde stappen als bij paragraaf 2.8 "Hergebruik" worden doorlopen.
CD/NL (1303) 4.0
Algemeen
19
20
Algemeen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
3 Installatie 3.1
Veiligheid • Lees voor het opstellen en in gebruik nemen eerst aandachtig deze handleiding. Niet nakomen van deze voorschriften kan ernstige schade aan de pomp tot gevolg hebben, die niet door onze garantievoorwaarden worden gedekt. Volg de gegeven aanwijzingen puntsgewijs op. • Zorg ervoor dat de motor niet gestart kan worden, als er aan de pomp-motor combinatie gewerkt moet worden en de draaiende delen onvoldoende zijn afgeschermd. • Afhankelijk van de uitvoering zijn de pompen geschikt voor vloeistoffen met een temperatuur tot 80°C. Vanaf 65°C moeten bij het installeren door de gebruiker afdoende beschermmiddelen en waarschuwingen aangebracht worden om aanraken van hete pompdelen te voorkomen. • Indien er gevaar ontstaat bij statische elektriciteit moet het hele pompaggregaat goed worden geaard. • Indien de verpompte vloeistof gevaar kan opleveren voor mens en/of milieu moet de gebruiker maatregelen nemen om de pomp veilig te kunnen aftappen. Ook eventuele lekvloeistof van de asafdichting moet veilig afgevoerd worden.
3.2
Conservering Om corrosie te voorkomen, is de pomp voor het verlaten van de fabriek geconserveerd. Alvorens de pomp in gebruik te stellen, eventueel aanwezige conserveringsmiddelen verwijderen door de pomp door te spoelen met heet water.
3.3
Omgeving • De fundatie moet hard, vlak en waterpas zijn. • De ruimte waarin het pompaggregaat geplaatst wordt, moet voldoende geventileerd worden. Een te hoge omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid, alsmede een stoffige omgeving kan de werking van de motor nadelig beïnvloeden. • De ruimte rondom het pompaggregaat moet voldoende zijn om de pomp te kunnen bedienen en eventueel te repareren. • Boven (bij verticale uitvoering) dan wel achter (bij horizontale uitvoering) de koelluchtinlaat van de motor moet zich een vrije ruimte bevinden, gelijk aan minimaal ¼ van de elektromotordiameter, om een onbelemmerde luchttoevoer te waarborgen. • Bij asafdichting M2V: er moet een persluchtvoorziening aanwezig zijn (capaciteit 4-6 bar)
CD/NL (1303) 4.0
Installatie
21
3.4
Opstellen
3.4.1
Plaatsen van een pompunit Bij levering als pompunit zijn pomp- en motoras zuiver in elkaars verlengde afgesteld in de fabriek. 1 Stel bij vaste opstelling de voetsteunen of de fundatieplaat waterpas af op het fundament met behulp van vulplaatjes. 2 Haal vervolgens de moeren van de fundatiebouten voorzichtig aan. 3 Controleer daarna de uitlijning van pomp- en motoras en lijn deze indien nodig opnieuw uit, zie paragraaf 3.4.4 "Uitlijnen van de koppeling".
3.4.2
Samenbouwen aggregaat, verticale uitvoering Als de pomp nog met de elektromotor samengebouwd moet worden, ga dan als volgt te werk: 1 Verwijder de beschermkappen (0270). Controleer of in beide aseinden een spie aanwezig is. 2 Maak de motor- en pompas goed schoon. Smeer de beide aseinden met montagevet in. 3 Monteer de gladde helft van de koppeling op de pompas (2200). Houdt het deelvlak van de koppeling hierbij gelijk met het einde van de pompas en zet de koppeling vast met de borgschroef. 4 Monteer het andere deel van de koppeling op de motoras. 5 Plaats de elektromotor op de flens (0260). Zet de elektromotor met bouten (0850) en moeren (0855) vast. Schuif de koppelingshelft op de motoras omhoog.
➢
Maak waar mogelijk gebruik van een hijsvoorziening en van hijsogen aan de elektromotor. 6 Bevestig de afstandbus op de onderste koppelingshelft. 7 Schuif de bovenste koppelingshelft omlaag. Voor de juiste afstand tussen de koppelingshelften zie figuur 5 en de bijbehorende Tabel 2. Borg vervolgens de koppelingshelft op de motoras. 8 Controleer of de koppeling met de hand verdraaid kan worden. Controleer de uitlijning van de koppeling, zie paragraaf 3.4.4 "Uitlijnen van de koppeling". 9 Bevestig de beschermkappen.
3.4.3
Samenbouwen van een pompunit Als de pomp nog met de elektromotor samengebouwd moet worden, ga dan als volgt te werk: 1 Monteer de beide helften van de koppeling op respectievelijk de pompas en de motoras. 2 Indien maat db van de pomp, zie figuur 27, niet gelijk is aan de IEC maat van de motor, plaats dan vulplaatjes van de juiste dikte onder de pomp of onder de motorvoeten om het verschil te nivelleren. 3 Plaats de pomp op de fundatieplaat. Zet de pomp vast op de fundatieplaat. 4 Plaats de elektromotor op de fundatieplaat. Verschuif de motor om een opening van 3 mm tussen de beide koppelingshelften te verkrijgen. 5 Leg koperen vulplaatjes onder de voeten van de elektromotor. Zet de elektromotor vast op de fundatieplaat.
22
Installatie
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
3.4.4
Uitlijnen van de koppeling 1 Bij de horizontale uitvoering: Positioneer de elektromotor door middel van de bouten (0890), zodanig dat de koppelingshelften in elkaars verlengde liggen. Bij de verticale uitvoering: 2 Plaats een liniaal (A) tegen de koppeling. De liniaal moet beide koppelinghelften over de hele breedte raken, zie figuur 5
A
B
Figuur 5:
Uitlijnen van de koppeling met behulp van een liniaal en een krompasser.
3 Voer deze controle een aantal malen uit rondom de hele koppeling.Voer deze controle een aantal malen uit rondom de hele koppeling. Verplaats de elektromotor zodanig, dat de liniaal over de gehele lengte tegen. 4 Controleer de uitlijning nogmaals met behulp van een diktepasser (B) op 2 diametraal tegenover elkaar liggende punten op de zijkanten van de koppelingshelften, zie figuur 5. 5 Monteer de beschermkap. Zie paragraaf 7.4.4 "Montage van de beschermkap". 3.4.5
Uitlijntoleranties De maximaal toelaatbare toleranties bij het afstellen van de koppelinghelften staan aangegeven in Tabel 2. Zie ook figuur 6. Tabel 2: Uitlijntoleranties. Buitendiameter koppeling [mm] 81-95 96-110 111-130 131-140 141-160 161-180 181-200 201-225 225-250 251-280
CD/NL (1303) 4.0
V min [mm] max [mm] 5 6 5 6 5 6 5 6 6 7 6 7 6 7 6 7 7 9 7 9
Installatie
Vamax - Vamin [mm]
Vrmax [mm]
0,15 0,18 0,21 0,24 0,27 0,30 0,34 0,38 0,42 0,47
0,15 0,18 0,21 0,24 0,27 0,30 0,34 0,38 0,42 0,47
23
Va min
Vr
Va max
Figuur 6: 3.5
Uitlijntoleranties spacer koppeling.
Leidingwerk • De leidingen moeten zuiver passend aansluiten en ook tijdens het bedrijf spanningsvrij blijven. Voor de maximaal toelaatbare krachten en momenten op de pompflenzen zie paragraaf 10.5 "Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen". • De doorlaat van de zuigleiding moet gelijk zijn aan de doorlaat van de zuigflens van de pomp. De doorlaat van de persleiding moet gelijk zijn aan de doorlaat van de persflens van de pomp. Hiermee wordt de vloeistofsnelheid op een zodanig niveau gehouden dat de vaste bestanddelen worden meegevoerd in de vloeistof. Dit voorkomt verstopping. • Door plotselinge veranderingen van de stroomsnelheid kunnen hoge drukstoten in pomp en leidingen optreden (waterslag). Gebruik daarom geen snel sluitende afsluiters, kleppen en dergelijke.
3.6
Monteren toebehoren centrifugaalpomp • Monteer eventueel los meegeleverde onderdelen. • Alleen voor asafdichting S3: Sluit, indien van toepassing , de externe spoelleiding aan op het pakkingbusdeksel. • Alleen voor asafdichting M2V: Sluit de perslucht aan op de venturi aansluiting en sluit de venturi afvoer aan op de zuigleiding naar de pomp of op een geschikt gesloten afvoersysteem. • Indien de asafdichting is voorzien van een bufferdruksysteem (asafdichtingsconfiguratie CD3), sluit dit systeem aan op de buffervloeistof toevoer. • Indien de pomp is voorzien van een isolatie, speciale aandacht moet worden besteed aan de temperatuurgrenzen van asafdichting en lagering.
3.7
Aansluiten elektromotor De elektromotor moet door een erkend elektro-installateur worden aangesloten op het net, volgens de ter plaatse geldende voorschriften. • Raadpleeg de bij de elektromotor meegeleverde voorschriften. • Monteer, indien mogelijk, een werkschakelaar zo dicht mogelijk bij de pomp.
24
Installatie
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
4 Inbedrijfstellen 4.1
Inspectie van de pomp • Bij uitvoering met stopbuspakking: Verwijder de asafdichingsbeschermkappen (0276). Controleer of de moeren (1810) niet te vast zijn aangedraaid. Draai indien nodig deze moeren los zet deze met de hand weer vast. Monteer de asafdichtingsbeschermkappen (0276). • Controleer of de as vrij rond kan draaien. Doe dit door het aseinde bij de koppeling enige malen rond te draaien.
4.2
Controle elektromotor Controleer of de zekeringen zijn aangebracht.
4.3
!
Pompen met oliebadgesmeerde lagering L4 De pompen voorzien van een oliebadgesmeerde lagering (L4) worden zonder olie afgeleverd en moeten voor gebruik met olie worden gevuld! Voor de juiste specificaties van de te gebruiken olie zie paragraaf 10.1 "Smeermiddelen". 1 Verwijder de olievuldop (2130). 2 Vul de lagerstoel via de vulopening met olie totdat de olie verschijnt in de olieniveauregelaar. 3 Monteer de olievuldop. 4 Vul de olieniveauregelaar geheel.
4.4
Vullen van de quenchvloeistoftank MQ2 - CQ3 Indien de pomp is uitgerust met asafdichtingsconfiguraties MQ2, CQ3: 1 Draai de vuldop los (1680) los en vul de vloeistoftank met een voldoende hoeveelheid geschikte spoelvloeistof. 2 Controleer het vloeistofpeil op de vloeistofniveauindicator (1620). 3 Monteer de vuldop weer (1680).
4.5
Vullen van de oliereservoir M2V Voor de juiste specificaties van de te gebruiken olie zie paragraaf 10.2 "Olie M2V". 1 Demonteer één van de olievuldoppen (1450). 2 Vul de olieruimte tot de olie tot aan het midden van het oliepijlglas (1460) staat. 3 Monteer de olievuldop.
CD/NL (1303) 4.0
Inbedrijfstellen
25
4.6
Controle draairichting Let bij het controleren van de draairichting op voor eventueel niet afgeschermde draaiende delen! 1 De draairichting van de pomp is aangegeven door een pijl. Controleer of de draairichting van de motor overeenkomt met die van de pomp. 2 Schakel de motor slechts gedurende korte tijd in en controleer de draairichting. 3 Als de draairichting van de elektromotor niet overeenkomt met die van de pomp keer dan draairichting van de elektromotor om. Zie de met de elektromotor meegeleverde aansluitvoorschriften. 4 Monteer de beschermkap.
4.7
Opstarten Als de pomp in bedrijf is, let dan op het volgende: 1 Open de eventueel in de persleiding aanwezige afsluiter geheel. 2 Open de eventueel in de zuigleiding aanwezige afsluiter geheel. 3 Open de eventueel aanwezige afsluiter van de externe spoelleiding naar de asafdichting (alleen bij asafdichting S3). 4 Open de persluchttoevoer naar de venturi (alleen bij asafdichting M2V). 5 Cartridge seal configuratie CD3 moet aangesloten zijn op een buffervloeistoftoevoer met overdruk. Stel de buffervloeistofdruk 1,5 -2 bar hoger dan de druk ter plaatse van de waaiernaaf. 6 Overtuig u er van dat de pomp minimaal tot aan het ‘opstartniveau’ met vloeistof is gevuld, zie paragraaf 4.8 "Vloeistofniveau verticale pomp". Dit geldt alleen voor een verticale pomp. 7 Vul de pomp en de zuigleiding met de te verpompen vloeistof. Dit geldt alleen voor de horizontale pomp. 8 Start de pomp.
4.8
Zorg ervoor dat gedurende het bedrijf van een pomp de draaiende delen altijd zijn afgeschermd door de beschermkap! Vloeistofniveau verticale pomp Een voldoende hoog vloeistofniveau is nodig voor een goede werking van de pomp. Bij het starten van een verticale pomp moet het vloeistofniveau ten minste het ‘opstartniveau’ hebben. Wanneer het vloeistofniveau beneden het ‘minimum opstartniveau’ komt zal de pompdruk wegvallen en de vloeistof niet meer stromen. Wanneer het vloeistofniveau weer stijgt zal op een zeker moment de pomp weer op druk komen.
26
Inbedrijfstellen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
189 (65-315) 226 (100-315) 290 (150-315)
B
Figuur 7:
245 (65-315) 311 (100-315) 420 (150-315)
A
Vereist vloeistofniveau bij verticale pomp. A = opstartniveau, B = minimum bedrijfsniveau.
4.9
Afstellen van de asafdichting
4.9.1
Stopbuspakking Na het opstarten van de pomp zal de pakkingbus een zekere lekkage vertonen. Door het opzwellen van de pakkingvezels zal deze lekkage geleidelijk afnemen. Let erop dat de pakking niet droog komt te lopen. Draai daarom in dit geval de moeren (1810) losser, zodanig dat de pakking druppelsgewijze blijft lekken. Als de pomp op bedrijfstemperatuur is gekomen (en de lekkage dus nog te groot is), kan de gland definitief worden afgesteld: 1 Draai stapsgewijs de beide moeren (1810) beurtelings een kwart slag aan. 2 Wacht na elke afstelling 15 minuten alvorens de volgende afstelling uit te voeren. 3 Ga op deze wijze door, totdat een acceptabele druppelsgewijze lekkage is bereikt (10/20 cm3/h). 4 Monteer de asafdichtingsbeschermkappen (0276).
4.9.2
Afstellen van de stopbuspakking altijd met draaiende pomp. Let goed op raak geen draaiende delen aan! Mechanische asafdichting • Een mechanische asafdichting mag geen zichtbare lekkage vertonen. • Indien pomp is voorzien van asafdichting M2V: De pomp mag nooit draaien zonder olie in de oliekamer.
4.10
Pomp in bedrijf Als de pomp in bedrijf is, let dan op het volgende: • De opbrengst van de pomp mag nooit geregeld worden met de zuigafsluiter. Deze moet altijd geheel geopend zijn. • Controleer of de absolute inlaatdruk voldoende is, zodat in de pomp geen dampvorming kan ontstaan. • Controleer of de verschildruk tussen zuig- en persaansluiting overeenkomt met de specificaties van het werkpunt van de pomp.
CD/NL (1303) 4.0
Inbedrijfstellen
27
4.11
Geluid De geluidsproductie van een pomp is in belangrijke mate afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden. De waarden vermeld in paragraaf 10.6 "Geluidgegevens" zijn gebaseerd op een normaal gebruik van de pomp, aangedreven door een elektromotor. Indien de pomp is aangedreven door een verbrandingsmotor, bij gebruik buiten het normale inzetgebied en bij cavitatie kan het geluidsniveau hoger worden dan 85 dB(A). Er moeten dan voorzorgsmaatregelen getroffen worden, zoals bijvoorbeeld het aanbrengen van geluidswerende bekleding om de pomp unit of het dragen van gehoorbescherming.
28
Inbedrijfstellen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
5 Onderhoud 5.1
Regelmatig onderhoud Controleer het niveau van het oliereservoir. De olie moet altijd tot aan het kijkglas staan. Zo nodig bijvullen.
!
Indien de pompruimte wordt schoon gespoten mag er geen water in het aansluitkastje van de elektromotor komen! Spuit nooit water tegen hete pompdelen! Door de plotselinge afkoeling kunnen deze delen barsten en de hete vloeistof kan dan naar buiten spuiten! Gebrekkig onderhoud leidt tot een kortere levensduur, mogelijk uitval en in ieder geval verlies van de garantie.
5.2
Asafdichting
5.2.1
Stopbuspakking De moeren (1810) mogen niet meer aangehaald worden na de inloopperiode en de afstelling. Indien na verloop van tijd de stopbuspakking overmatig begint te lekken, dienen nieuwe pakkingringen te worden aangebracht in plaats van deze moeren verder aan te draaien!
5.2.2
Mechanische asafdichting • Indien er geen klachten zijn is demontage af te raden. Door het op elkaar inlopen van de dichtingsvlakken betekent demontage vrijwel altijd vervanging van de asafdichting. • Indien pomp is voorzien van asafdichting M2V: Olie verversen is iedere 4000 bedrijfsuren of éénmaal per jaar noodzakelijk. Zie paragraaf 10.2 "Olie M2V" voor de aanbevolen oliesoort en de hoeveelheid.
! 5.2.3
Zorg ervoor dat de afgewerkte olie op een veilige manier wordt afgevoerd en er geen olie in het milieu terecht komt! Gespoelde asafdichtingen MQ2 - CQ3 Controleer regelmatig het vloeistofniveau van de spoelvloeistoftank.
5.2.4
Dubbele mechanische asafdichting CD3 Controleer regelmatig de druk van de spervloeistof. Deze druk moet 1,5 - 2 bar hoger zijn dan de druk ter plaatse van de waaiernaaf.
CD/NL (1303) 4.0
Onderhoud
29
5.3
Smering van de lagers
5.3.1
Vetgesmeerde lagers L2 • De vetgesmeerde uitvoering met een tweerijig hoekcontactkogellager en een cilinderlager (L2) dient na 1000 bedrijfsuren nagesmeerd te worden. De lagers zijn bij aflevering van vet voorzien. Bij revisie van de pomp dienen de lagers en de lagerruimte gereinigd te worden en van nieuw vet te worden voorzien. Zie paragraaf 10.1 "Smeermiddelen" voor de aanbevolen vetsoorten.
5.3.2
Oliebadgesmeerde lagers L4 • De olieniveauregelaar mag tijdens bedrijf nooit leeg zijn. Er dient dus tijdig nagevuld te worden. • Olie verversen is eenmaal per jaar noodzakelijk. Indien de olietemperatuur hoger is dan 80°C, dan is vaker verversen noodzakelijk. Zie paragraaf 10.1 "Smeermiddelen" voor de aanbevolen oliesoorten en de juiste hoeveelheid.
! 5.4
Zorg ervoor dat de afgewerkte olie op een veilige manier wordt afgevoerd en er geen olie in het milieu terecht komt! Omgevingsinvloeden • Indien gevaar bestaat dat het te verpompen medium bij stolling c.q. bevriezing uitzet, dient de pomp na buitenbedrijfstelling te worden afgetapt en zo nodig doorgespoeld. • Wanneer de pomp gedurende lange tijd buiten bedrijf wordt gesteld, dient deze te worden geconserveerd en op een trillingvrije ondergrond te worden bewaard. • Controleer de motor op ophoping van stof of vuil, wat misschien de motortemperatuur kan beïnvloeden.
5.5
Geluid Wanneer de pompinstallatie na verloop van tijd lawaai gaat maken kan dit duiden op bepaalde problemen met de pompunit. Een knetterend geluid kan wijzen op cavitatie of bovenmatig motorgeluid kan een indicatie zijn voor een afnemende lagerkwaliteit.
5.6
Motor Controleer de motor specificaties voor start-stop frequentie.
5.7
Storing De pomp, waarbij u de aard van de storing wilt vaststellen, kan heet zijn of onder druk staan. Neem daarom de juiste veiligheidsmaatregelen en voorzie u van persoonlijke beschermingsmiddelen (handschoenen, bril, beschermende kleding)! Om de aard van een storing in een pompinstallatie vast te stellen, ga als volgt te werk: 1 Schakel de stroomvoorziening van de pomp uit. Sluit de werkschakelaar met een slot af, of verwijder de zekering. 2 Sluit de afsluiters. 3 Neem de aard van de storing op. 4 Probeer de oorzaak van de storing te achterhalen met behulp van hoofdstuk 6 "Storingen oplossen" en neem de gepaste maatregelen of neem contact op met uw installateur.
30
Onderhoud
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
6 Storingen oplossen Storingen in een pompinstallatie kunnen verschillende oorzaken hebben. De storing hoeft niet in de pomp te zitten, maar kan ook door het leidingsysteem of de bedrijfsomstandigheden veroorzaakt worden. Controleer altijd eerst of de installatie conform de voorschriften in deze handleiding is uitgevoerd en of de bedrijfsomstandigheden nog overeenkomen met de specificaties waarvoor de pomp is aangeschaft. In het algemeen zijn storingen bij een pompinstallatie terug te brengen tot de volgende oorzaken: • Storingen aan de pomp. • Storingen of fouten in het leidingsysteem. • Storingen door onjuiste installatie of inbedrijfstelling. • Storingen door onjuiste pompkeuze. Hieronder staan een aantal van de meest voorkomende storingen en de mogelijke oorzaken ervan. Tabel 3: Meest voorkomende storingen. Meest voorkomende storingen Pomp levert geen vloeistof Pomp heeft onvoldoende volumestroom Pomp heeft onvoldoende opvoerhoogte Pomp slaat af na inbedrijfstelling Pomp heeft hoger opgenomen vermogen dan normaal Pomp heeft lager opgenomen vermogen dan normaal
Mogelijke oorzaken, zie Tabel 4. 1 2 5 6 9 11 13 14 17 19 20 21 29 43 1 2 5 6 9 11 13 14 15 17 19 20 21 29 43 2 5 13 14 17 19 29 1 2 5 6 9 11
Stopbuspakking lekt overmatig Pakkingringen of mechanische asafdichting moeten te vaak vernieuwd worden
6 7 23 25 26 30 31 32 33
Pomp trilt of maakt lawaai Lagers slijten te veel of worden warm Pomp loopt zwaar of warm of loopt vast
CD/NL (1303) 4.0
12 15 16 17 18 22 23 24 25 26 27 32 34 38 39 13 14 15 16 17 18 20 21 29
6 7 23 25 26 30 32 33 34 36 41 1 9 11 15 18 19 20 22 23 24 25 26 27 29 37 38 39 40 23 24 25 26 27 37 38 39 40 42 23 24 25 26 27 34 37 38 39 40 42
Storingen oplossen
31
Tabel 4: Meest voorkomende storingen. Mogelijke oorzaken 1 2 5 6 7 9 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 29 30 31 32 33 34 36 37 38 39 40 41 42 43
32
Vloeistoniveau in de toevoerleiding is te laag Er komt lucht of gas uit de vloeistof De pomp zuigt lucht aan via de stopbuspakking De sper- of spoelwateraansluiting op de pakkingbus is niet aangesloten of verstopt De lantaarnring in de pakkingbus is fout gemonteerd Zuigleiding is verstopt NPSH beschikbaar is te laag Toerental is te hoog Toerental is te laag Draairichting is verkeerd Pomp werkt niet bij het juiste bedrijfspunt Soortelijke massa vloeistof is anders dan berekend Viscositeit vloeistof is anders dan berekend Pomp werkt bij te kleine vloeistofstroom Foutieve pompkeuze Verstopping in pomphuis Verstopping in het leidingsysteem Pompeenheid foutief opgesteld Pomp en motor niet goed uitgelijnd Aanlopen van een draaiend onderdeel Onbalans in draaiende delen (bv. waaier of koppeling) Pompas slingert Lagers defect of versleten Waaier is beschadigd Pompas ter plaatse van de stopbuspakking of loopvlakken van de mechanische asafdichting zijn versleten of beschadigd Versleten of verdroogde stopbuspakking Niet goed verpakte pakkingbus of mechanische asafdichting niet goed gemonteerd Pakkingsoort of mechanische asafdichting niet geschikt voor gebruikte vloeistof of bedrijfsomstandigheden Gland of deksel mechanische asafdichting te vast of scheef aangehaald Sper- of spoelvloeistof op pakkingbus of mechanische asafdichting is verontreinigd Axiale opsluiting van waaier of pompas defect Foute montage van de lagers Te veel of te weinig lagersmering Smeermiddel is verkeerd of verontreinigd Verontreinigingen uit de vloeistof komen in de pakkingbus Te hoge axiaalkracht Bij asafdichting M2V Venturi levert geen vacüum, want perslucht is niet ingeschakeld
Storingen oplossen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7 Demontage en montage 7.1
Veiligheidsmaatregelen Neem afdoende maatregelen om te voorkomen dat de motor gestart kan worden terwijl u met de pomp aan het werk bent. Dit is vooral van belang bij elektromotoren die op afstand gestart worden: • Zet de werkschakelaar bij de pomp, indien aanwezig, op "UIT". • Zet de pompschakelaar op de schakelkast uit. • Bij asafdichting M2V: Zorg ervoor dat de persluchttoevoer naar de venturi is uitgeschakeld. • Verwijder eventueel de zekeringen. • Hang een waarschuwingsbord bij de schakelkast.
7.2
Speciaal gereedschap Voor de montage- en demontagewerkzaamheden is geen speciaal gereedschap noodzakelijk. Wel kan dergelijk gereedschap bepaalde werkzaamheden vergemakkelijken, bijvoorbeeld het vervangen van de asafdichting. Waar dit het geval is zal dit worden vermeld.
7.3
! 7.3.1
Aftappen Zorg dat er geen vloeistof in het milieu terecht komt. Vloeistof aftappen Voordat met de demontage wordt begonnen moet de pomp worden afgetapt. 1 Sluit, indien nodig, de afsluiters in de zuig- en persleiding en in de spoel- of koelleidingen naar de asafdichting. 2 Verwijder de aftapstop (0310). Bij verticale uitvoering: laat zo mogelijk ook de zuigbocht (0400) via de aftapstop (0350) gedeeltelijk leeglopen. 3 Draag beschermende handschoenen, veiligheidsbril, e.d. indien de pomp schadelijke vloeistoffen verpompt en spoel de pomp goed door. 4 Monteer de aftapstop.
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
33
7.3.2
Olie aftappen Indien de pomp is voorzien van oliebadgesmeerde lagers: 1 Verwijder de olieaftapplug (2150). 2 Tap de olie af. 3 Monteer de olieaftapplug weer. Indien de pomp is voorzien van asafdichting M2V: 1 Verwijder de olieaftapplug (1330). 2 Tap de olie af. 3 Monteer de olieaftapplug weer.
7.4
Draag zo mogelijk beschermende handschoenen. Regelmatig contact met olieproducten kan leiden tot allergische reacties. Demontage en montage Back-Pull-Out unit De horizontale pompen zijn uitgevoerd met een Back-Pull-Out systeem. Indien de pomp unit is voorzien van een spacerkoppeling, hoeft alleen de spacer verwijderd te worden. Hierna kan de lagerstoel met het hele roterende gedeelte verwijderd worden. Dit betekent dat vrijwel de gehele pomp gedemonteerd kan worden zonder dat de zuig- en persleiding losgenomen hoeft te worden. De motor blijft hierbij op zijn plaats.
7.4.1
Demontage van de beschermkap 1 Draai bouten (0960) los. Zie figuur 11. 2 Verwijder de beide beschermkappen (0270). Zie figuur 9.
7.4.2
Demontage van de Back-Pull-Out unit
0800
Figuur 8:
2100 0140 SPACER
Back-Pull-Out principe.
1 Verwijder de spacer. 2 Verwijder de asafdichingsbeschermkappen (0276). 3 Maak eventuele koel en/of spoelleidingen los. 4 Maak de stoelsteun (0140) los van de fundatieplaat, zie figuur 8. 5 Verwijder de cilinderkopschroeven (0800). 6 Trek de complete lagerstoel (2100) uit het pomphuis. De complete lagerstoel van grote pompen is erg zwaar. Ondersteun deze met bijvoorbeeld een balk, of hang deze met een strop in een takel.
34
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7 Verwijder de koppelinghelft van de pompas met een koppelingtrekker en verwijder de koppelingspie (2210). 8 Draai de bouten (0940) los en verwijder de montageplaat (0275) van het lagerdeksel (2115). Zie figuur 12. 7.4.3
Montage van de Back-Pull-Out unit 1 Plaats een nieuwe pakking (0300) in de rand van het pomphuis en monteer de gehele lagerstoel weer in het pomphuis. Draai de cilinderkopschroeven (0800) kruiselings aan. 2 Monteer de stoelsteun (0140) op de fundatieplaat. 3 Sluit de eventueel losgenomen koel en/of spoelleidingen weer aan. 4 Monteer de asafdichtingsbeschermkappen (0276). 5 Monteer de montageplaat (0275) aan het lagerdeksel (2115) met bouten (0940). Zie figuur 12. 6 Monteer de koppelingspie (2210) en monteer de koppelingshelft op de pompas. 7 Monteer het tussenstuk van de spacerkoppeling. 8 Controleer de uitlijning van pomp en motoras, zie paragraaf 3.4.3 "Uitlijnen van de koppeling". Indien nodig opnieuw uitlijnen.
7.4.4
Montage van de beschermkap
4700
1 Monteer de beschermkap (0270) aan motorzijde. De ringvormige groef moet zich aan motorzijde bevinden.
0270
Figuur 9:
Montage beschermkap aan motorzijde.
0280
Figuur 10:
CD/NL (1303) 4.0
0270 0280
4701
2 Doe de montageplaat (0280) over de motoras en plaats deze in de ringvormige groef van de beschermkap.
Plaatsen montageplaat aan motorzijde.
Demontage en montage
35
3 Sluit de beschermkap en monteer een bout (0960). Zie figuur 11.
0960 0970 0980 0990 Figuur 11:
Montage beschermkap.
4 Monteer de beschermkap (0270) aan pompzijde. Plaats deze over de aanwezige beschermkap aan motorzijde. De ringvormige groef moet zich aan pompzijde bevinden.
0270 0270
0275
0940
Figuur 12:
Montage beschermkap aan pompzijde.
5 Sluit de beschermkap en monteer de bout (0960). Zie figuur 11.
4703
6 Schuif de beschermkap aan motorzijde zo ver als mogelijk in de richting van de motor. Zet de beide beschermkappen vast door bout (0960).
Figuur 13:
36
Afstellen beschermkap aan motorzijde.
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.5
Demontage en montage Top Pull Out unit Deze unit is te zwaar om met de hand te tillen. Gebruik daarom geschikte hijsapparatuur. De pompen zijn uitgevoerd met een Top Pull Out systeem. Hierbij is gebruik gemaakt van een "spacer"-koppeling en kan het tussenstuk van deze koppeling verwijderd worden. Daarna kan het pompdeksel met het hele roterende gedeelte verwijderd worden. Daardoor kan de pomp grotendeels gedemonteerd worden zonder dat de zuig- en persleiding losgenomen worden. De motor kan daarbij op zijn plaats blijven staan.
7.5.1
Demontage Top Pull Out unit 1 Verwijder de beschermkappen (0270). 2 Maak eventuele koel en/of spoelleidingen los. 3 Bij asafdichting M2V: Demonteer de persluchttoevoer en afvoer van de venturi. 4 Verwijder de afstandbus (0210) van de spacerkoppeling. 5 Geef met merktekens de stand van het pompdeksel (0110) aan ten opzichte van het pomphuis (0100). 6 Verwijder de cilinderkopschroeven (0800) en til de Top Pull Out unit uit de pomp via de uitneemopening in de lantaarnstuk (0250).
7.5.2
Montage Top Pull Out unit 1 Plaats een nieuwe pakking voor pomphuis (0300) en til de Top Pull Out unit in de juiste stand in het pomphuis. Let op dat de pakking (0300) niet beschadigd wordt. 2 Draai de cilinderkopschroeven (0800) kruiselings vast. 3 Sluit de eventueel losgenomen koel en/of spoelleidingen weer aan. 4 Bij asafdichting M2V: Monteer de persluchttoevoer en afvoer van de venturi. 5 Monteer het afstandsbus van de spacerkoppeling (0210). 6 Controleer de afstelling van pomp- en motoras, zie paragraaf 3.4.4 "Uitlijnen van de koppeling". Zonodig opnieuw uitlijnen. 7 Monteer de beschermkappen (0270).
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
37
7.6
Vervanging van waaier
7.6.1
Demontage van de waaier
0110 0120 1320 1860 1340 1820
Figuur 14:
!
Demontage van de waaier.
Tap de olie af indien de pomp is voorzien van asafdichting M2V, zie paragraaf 7.3.2 "Olie aftappen". De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 14. 1 Bij horizontale pomp: Demonteer de Back-Pull-Out unit, zie paragraaf 7.4 "Demontage en montage Back-Pull-Out unit". 2 Bij verticale pomp: Demonteer de Top Pull Out unit, zie paragraaf 7.5 "Demontage en montage Top Pull Out unit". 3 Verwijder de dopmoer (1820) en de pakking (1340). Soms is het nodig om de moer vooraf op te warmen om de Loctite- verbinding te verbreken. 4 Verwijder de waaier (0120) met een koppelingtrekker u kunt de waaier ook loswrikken met bijvoorbeeld 2 grote schroevendraaiers tussen waaier en pakkingbusdeksel (0110). 5 Verwijder de pakking (1320). 6 Verwijder de waaierspie (1860).
7.6.2
Montage van de waaier 1 Leg de waaierspie (1860) in de spiebaan van de pompas. 2 Monteer de pakking (1320). 3 Druk de waaier op de pompas. 4 Maak de schroefdraad op de pompas en de draad in de dopmoer vetvrij. 5 Plaats de pakking (1340). 6 Doe een druppel Loctite 243 op de schroefdraad en monteer de dopmoer. Voor het aanhaalmoment van de dopmoer zie paragraaf 10.4.2 "Aanhaalmomenten voor dopmoer".
38
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.6.3
Demontage van de slijtplaat
0100 0125 0127 0126 0128 Figuur 15:
Verwijderen van de slijtplaat.
1 Bij horizontale pomp: Demonteer de Back-Pull-Out unit, zie paragraaf 7.4.1 "Demontage van de beschermkap". 2 Bij verticale pomp: Demonteer de Top Pull Out unit, zie paragraaf 7.5.1 "Demontage Top Pull Out unit". 3 Demonteer de moeren (0128). 4 Verwijder de slijtplaat (0125). 5 Verwijder de afdichtringen (0126). 6 Demonteer de tapeinden (0127). 7.6.4
Montage van de slijtplaat 1 Reinig de slijtplaat (0125) en de pasrand in het pomphuis (0100). 2 Monteer de tapeinden (0127) in de slijtplaat. 3 Breng nieuwe afdichtringen (0126) aan om de tapeinden (0127). 4 Plaats de slijtplaat in de pasrand van het pomphuis. 5 Monteer de moeren (0128). 6 Monteer de Back Pull Out unit, zie paragraaf 7.4.2 "Demontage van de Back-Pull-Out unit", of de Top Pull Out unit, zie paragraaf 7.5.2 "Montage Top Pull Out unit".
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
39
7.7
Stopbuspakking S2, S3
7.7.1
Instructies voor demontage en montage van stopbuspakking
➢
Lees eerst de volgende instructies betreffende stopbuspakking. Houdt u hieraan bij het verwijderen en monteren van stopbuspakking.
4044
• Voor het verwijderen van oude pakkingringen kan uw pakkingleverancier een speciale pakkingtrekker leveren. Zie figuur 16.
Figure 16:
Verwijderen van stopbuspakking met een pakkingtrekker.
• Monteer alleen pakkingringen met de juiste afmetingen. • Vet de pakkingruimte, de asbus en de pakkingringen in met grafietvet of siliconenvet. Zie paragraaf 10.3.1 "Aanbevolen montagevet" voor de toegestane vetsoorten. • Buig de nieuwe pakkingringen axiaal open. Zie figuur 17.
Figure 17:
Axiaal openbuigen van stopbuspakkingringen.
• Gebruik voor het aandrukken van de pakkingringen een gehalveerd stukje buis van de juiste afmetingen.
40
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.7.2
Vervangen van stopbuspakking S2, S3 Voor het vervangen van de stopbuspakking is het niet nodig om de pomp te demonteren, wel moet de pomp worden afgetapt, zie paragraaf 7.3 "Aftappen".
1110
1120
1800 1810 1100 1130 1140 1400 1410
Figure 18:
stopbuspakking S2 en S3.
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 18. 1 Maak de moeren (1810) los en schuif de gland (1140) zo ver mogelijk naar achteren. 2 Verwijder de oude pakkingringen (1120) en (bij S3) de lantaarnring (1130). 3 Maak de pakkingkamer goed schoon. 4 Controleer of de asbus (1100) niet is ingelopen. Is dit wel het geval dan moet u de pomp demonteren. Ga dan verder met paragraaf 7.7.4 "Demontage asbus". 7.7.3
Monteren nieuwe stopbuspakking S2, S3 1 Buig de eerste pakkingring open en breng deze aan om de asbus (1100). Druk de ring stevig tegen de grondring (1110), onderin de pakkingbus. 2 Monteer bij S3 de lantaarnring (1130). 3 Breng de volgende pakkingringen aan. Druk ze stuk voor stuk goed aan. Zorg er voor dat de sneden van de ringen 90° verdraaid ten opzichte van elkaar komen. 4 Druk de gland tegen de laatste pakkinging en draai de moeren (1810) beurtelings met de hand aan. 5 Voor het afstellen van de gland zie paragraaf 4.9.1 "Stopbuspakking".
7.7.4
Demontage asbus 1 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.6.1 "Demontage van de waaier". 2 Trek de asbus (1100) van de pompas.
7.7.5
Montage asbus 1 Schuif de asbus over de pompas. Let op de juiste stand van de asbus in verband met de spiebanen in de pompas en de asbus. 2 Monteer de waaier en de overige delen, zie paragraaf 7.6.2 "Montage van de waaier" en paragraaf 7.7.3 "Monteren nieuwe stopbuspakking S2, S3".
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
41
7.8
Mechanische asafdichtingen M2, M2V, MQ2
7.8.1
Instructies voor montage van een mechanische asafdichting
➢
Lees eerst de volgende instructies voor montage van een mechanische asafdichting. Houdt u bij montage van een mechanische asafdichting aan deze instructies. • De montage van een mechanische asafdichting met PTFE (Teflon) ommantelde O-ringen moet u aan een specialist overlaten! Deze ringen worden bij montage zeer snel beschadigd! • Een mechanische asafdichting is een kwetsbaar precisieinstrument. Laat de asafdichting in de oorspronkelijke verpakking totdat u met de werkelijke montage begint! • Maak de onderdelen waarin de asafdichting gemonteerd moet worden goed schoon. Zorg voor een schone werkomgeving en schone handen! • Raak de glijvlakken nooit met de vingers aan! • Zorg er voor de asafdichting bij montage niet te beschadigen. Leg de ringen niet neer met de glijvlakken naar beneden!
7.8.2
Demontage van een mechanische asafdichting M2
1420 1210 1450 1320 1440 1860 1340
1300 1800 1810 1230 1270
1820 1200 1400 1410
1310 1220
1380 Figuur 19:
Mechanische asafdichting M2.
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 19. 1 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.6.1 "Demontage van de waaier". 2 Verwijder de moeren (1810) en schuif het deksel van de mechanische asafdichting (1230) naar achteren. 3 Geef met merktekens de stand van pakkingbusdeksel (0110) ten opzichte van de lagerstoel (2100) aan. Klop het pakkingbusdeksel los en verwijder het. 4 Trek de asbus (1200) van de pompas en verwijder het roterend gedeelte van de mechanische asafdichting van de asbus. 5 Trek het deksel van de mechanische asafdichting (1230) van de pompas. Druk via de doorlaatopening van de as de tegenring van de mechanische asafdichting naar binnen toe uit het deksel.
42
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.8.3
Montage van een mechanische asafdichting M2 1 Controleer of de asbus (1200), de smoorbus (1210) en de spatring (2220) onbeschadigd zijn. De spatring moet ook goed om de pompas klemmen. Vervang deze delen indien nodig. Borg hierbij de smoorbus (1210) met Loctite 641. 2 Leg het deksel van de mechanische asafdichting plat neer en druk de tegenring van de asafdichting er recht in. De uitsparing in de tegenring moet corresponderen met de borgpen (1270), anders wordt de tegenring kapotgedrukt! Gebruik zo nodig een kunststof drukstuk. Nooit inkloppen! De maximale axiale slag van de tegenring is 0,1 mm. 3 Plaats de lagerstoel met de pompas verticaal en plaats een nieuwe pakking (1300). 4 Plaats het deksel van de mechanische asafdichting over de pompas. 5 Schuif het roterende gedeelte van de asafdichting op de asbus. Doe wat glycerine of siliconenspray op de O-ring om te voorkomen dat deze over de asbus gaat rollen! 6 Schuif de asbus (1200) op de pompas. 7 Monteer het pakkingbusdeksel in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel. Controleer of het pakkingbusdeksel zuiver haaks op de pompas staat. 8 Monteer het deksel van de mechanische asafdichting (1230) tegen het pakkingbusdeksel. Let op de juiste stand in verband met de plaats van de aansluitingen. Draai de moeren (1810) kruiselings aan. Het deksel mag niet scheef zitten. 9 Monteer de waaier en de overige delen, zie paragraaf 7.6.2 "Montage van de waaier".
7.8.4
Demontage van een mechanische asafdichting M2V
1300
1400
1240 1370 1280 1260
1810 0110
1210 Figuur 20:
1200 1220
Mechanische asafdichting M2V.
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 20. 1 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.6.1 "Demontage van de waaier". 2 Demonteer de beide olievulpijpen (1400). 3 Verwijder de moeren (1810) en schuif het deksel (1240) van de mechanische asafdichting naar achteren.
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
43
4 Geef met merktekens de stand van pakkingbusdeksel (0110) ten opzichte van de lagerstoel (2100) aan. Klop het pakkingbusdeksel los en verwijder het. 5 Trek de asbus (1200) van de pompas (2200) en verwijder het roterend gedeelte van de mechanische asafdichting (1220) van de asbus. 6 Schuif het deksel (1240) van de mechanische asafdichting van de pompas en druk de tegenring eruit. 7.8.5
Montage van een mechanische asafdichting M2V 1 Controleer de asbus (1200) en de smoorbus (1210) op beschadigingen. Vervang deze delen zo nodig. Borg hierbij de smoorbus met Loctite 641. 2 Leg het deksel (1240) van de mechanische asafdichting plat neer en druk de tegenring van de mechanische afdichting (1220) er recht in. De uitsparing in de tegenring moet corresponderen met de borgpen (1270), anders wordt de tegenring kapotgedrukt! Gebruik zonodig een kunststof drukstuk. Nooit inkloppen! 3 Plaats de lagerstoel (2100) met de pompas (2200) verticaal en plaats een nieuwe pakking (1300). 4 Controleer of de oliekeerring (1370) onbeschadigd zijn. Vervang deze indien nodig. 5 Schuif het deksel (1240) van de mechanische asafdichting over de pompas. 6 Schuif het roterende gedeelte van de asafdichting (1220) op de asbus (1200). De Oring mag niet over de asbus gaan rollen! Doe er vooraf wat glycerine of siliconenspray op.
X
7 Zet het roterende gedeelte van de asafdichting op de asbus vast, volgens figuur 21. Zie Tabel 5.
Figuur 21:
Afstellen mechanische asafdichting M2V.
Tabel 5: Afstelmaat mechanische asafdichting. Pompuitvoering G1, G6, G6X, NG1, NG6, NG6X R6, R6X
Afstand X [mm] 15 0
8 Schuif de asbus (1200) op de pompas. 9 Monteer het pakkingbusdeksel (0110) in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel. Controleer of het pakkingbusdeksel zuiver haaks op de pompas staat! 10 Plaats O-ring (1280) en monteer het deksel (1240) van de mechanische asafdichting tegen het pakkingbusdeksel. Let op de juiste stand in verband met de plaats van de aansluiting op pijp (1260). Draai de moeren (1810) beurtelings aan. Het deksel mag niet scheef zitten. 11 Monteer de beide olievulpijpen (1400). 12 Monteer de waaier, zie paragraaf 7.6.2 "Montage van de waaier".
44
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.8.6
Demontage van een mechanische asafdichting MQ2
0110 1210
1300 1800 1810 1270 1250 1230
1200 1220 Figuur 22:
Mechanische asafdichting MQ2.
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 22. 1 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.6.1 "Demontage van de waaier". 2 Verwijder de moeren (1810) en schuif het deksel van de mechanische asafdichting (1230) naar achteren. 3 Geef met merktekens de stand van pakkingbusdeksel (0110) ten opzichte van de lagerstoel (2100) aan. Klop het pakkingbusdeksel los en verwijder het. 4 Trek de asbus (1200) van de pompas. Draai de stelschroef los (n.v.t. voor mechanische asafdichting met balg) en verwijder het roterend gedeelte van de mechanische asafdichting van de asbus. 5 Trek het deksel van de mechanische asafdichting (1230) van de pompas. Druk via de doorlaatopening van de as de tegenring van de mechanische asafdichting naar binnen toe uit het deksel. Druk de lipafdichtring (1250) naar buiten toe uit het deksel. 7.8.7
Montage van een mechanische asafdichting MQ2 1 Controleer de asbus (1200) en de smoorbus (1210) op beschadigingen. Vervang deze delen zo nodig. Borg hierbij de smoorbus met Loctite 641. 2 Leg het deksel van de mechanische asafdichting plat neer en druk de tegenring van de asafdichting er recht in. De uitsparing in de tegenring moet corresponderen met de borgpen (1270), anders wordt de tegenring kapotgedrukt! Gebruik zo nodig een kunststof drukstuk. Nooit inkloppen! De maximale axiale slag van de tegenring is 0,1 mm. 3 Draai het deksel van de mechanische asafdichting cover om en druk de lipafdichtring (1250) in de zitting. Doe wat glycerine of silicoen spray op de lipafdichtring om de montage te vergemakkelijken. Gebruik zo nodig een kunststof drukstuk. 4 Plaats de lagerstoel met de pompas verticaal en plaats een nieuwe pakking (1300). 5 Plaats het deksel van de mechanische asafdichting over de pompas.
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
45
6 Schuif het roterende gedeelte van de asafdichting op de asbus. Doe wat glycerine of siliconenspray op de O-ring of de balg om de montage te vergemakkelijken. Zet de mechanische asafdichting vast met de stelschroef (n.v.t. voor mechanische asafdichting met balg). 7 Schuif de asbus (1200) op de pompas. 8 Monteer het pakkingbusdeksel in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel. Controleer of het pakkingbusdeksel zuiver haaks op de pompas staat. 9 Monteer het deksel van de mechanische asafdichting (1230) tegen het pakkingbusdeksel. Let op de juiste stand in verband met de plaats van de aansluitingen. Draai de moeren (1810) kruiselings aan. Het deksel mag niet scheef zitten. 10 Monteer de waaier en de overige delen, zie paragraaf 7.6.2 "Montage van de waaier". 7.9
Cartridge seals C2, C3, CQ3, CD3
7.9.1
Instructies voor de montage van een cartridge seal
➢
Lees eerst de volgende instructies voor de montage van een cartridge seal. Houdt u bij montage van een cartridge seal aan deze instructies. • Deze mechanische asafdichting is uitgevoerd als 'full cartridge seal'. Dit betekent dat deze mechanische asafdichting als één enkel onderdeel gemonteerd moet worden en NOOIT in delen uiteen genomen mag worden! • Een cartridge seal is een kwetsbaar precisie-instrument. Laat het cartridge seal in de oorspronkelijke verpakking totdat u met de werkelijke montage begint! • Maak de onderdelen waarin het cartridge seal gemonteerd moet worden goed schoon. Zorg voor een schone werkomgeving en schone handen!
7.9.2
Demontage van een cartridge seal
1210 1300 1280 1815 1800 1810
1200 Figuur 23:
1220
Cartridge seals C....
1 Bevestig de centreer-lippen op het deksel van de seal cartridge weer in de groef van de hals om de seal cartridge vast te zetten. 2 Demonteer de waaier, zie paragraaf 7.6.1 "Demontage van de waaier".
46
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
3 Verwijder de moeren (1810) en sluitringen (1815) en schuif de seal cartridge (1220) naar achteren. 4 Geef met merktekens de stand van pakkingbusdeksel (0110) ten opzichte van de lagerstoel (2100) aan. Klop het pakkingbusdeksel los en verwijder het. 5 Trek de verloopring (1280) en gehele seal cartridge van de pompas. 7.9.3
Montage van een cartridge seal 1 Controleer de asbus (1200) en de smoorbus (1210) op beschadigingen. Vervang deze delen zo nodig. Borg hierbij de smoorbus met Loctite 641. 2 Plaats de lagerstoel met de as verticaal (waaierzijde omhoog). 3 Schuif de seal-cartridge and verloopring over de pompas. 4 Plaats een nieuwe pakking (1300). 5 Monteer het pompdeksel (0110) in de juiste stand in de pasrand van de lagerstoel (2100). Controleer of het pompdeksel zuiver haaks op de pompas staat. Zet het pompdeksel vast met behulp van cilinderkopschroeven (0850) 6 Monteer de verloopring (1280) en seal cartridge tegen het pompdeksel (0110). Let op de juiste stand in verband met de plaats van de aansluitingen. 7 Monteer de waaier en de overige delen, zie paragraaf 7.6.2 "Montage van de waaier". 8 Maak de centreerlippen van de seal cartridge los, draai deze een halve slag en zet deze weer vast tegen het deksel. De as moet nu vrij rond kunnen draaien.
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
47
7.10
Lagering
7.10.1
Instructies voor lagermontage en -demontage
➢
Lees eerst de volgende instructies voor montage en demontage. Houdt u hieraan bij demontage en montage van de lagers. Demontage: • Haal de lagers altijd met een geschikte kogellagertrekker van de pompas! • Indien geen geschikte trekker aanwezig is, tik dan voorzichtig tegen de binnenring van het lager. Gebruik hiervoor een normale hamer en een zachtmetalen drevel. Sla nooit met een hamer direct op het lager! Montage: • Zorg voor een schone werkomgeving. • Laat de lagers zo lang mogelijk in de verpakking. • Zorg ervoor dat de as en de lagerzitting onbeschadigd zijn en vrij van bramen. • Vet voor montage de as en de andere relevante delen licht in met olie. • Verwarm de lagers tot 110°C voordat deze op de pompas worden gemonteerd. • Indien verwarmen niet mogelijk is tik het lager dan op de as. Sla nooit direct op het lager! Gebruik een montagebus die aanligt tegen de binnenring van het lager en een normale hamer (van een zachte hamer kunnen stukjes afspringen die het lager beschadigen). • Monteer altijd een nieuwe borgring (2570) bij het monteren van lagers!
48
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.11
Lagerconfiguraties L2, L4
7.11.1
Demontage van de lagering L2 (vetgesmeerd)
2100 2250 2310
2320 2260 2370 2115 2570 2560 2200 2210
2185 2340 2815 2300
2180 2810 2110 Figuur 24:
2172
Lagering L2 (vetgesmeerd).
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 24. 1 Demonteer de waaier en de asafdichting. 2 Verwijder de koppeling met een koppelingtrekker en verwijder de koppelingspie (2210). 3 Verwijder de pijp (2172) uit het lagerdeksel (2110). 4 Draai de schroeven (2810 en 2815) los en verwijder de lagerdeksels (2110 en 2115) en de afstandsbus (2370). 5 Controleer of de oliekeerringen (2180 en 2185) onbeschadigd zijn. Vervang deze indien nodig. 6 Sla aan waaierzijde op de pompas (2200), zodat de lagers uit de lagerstoel komen. Gebruik hierbij een kunststof hamer om de schroefdraad niet te beschadigen. 7 Verwijder de binnenborgring (2300) zodra het eerste lager (2260) uit de lagerstoel is. Haal daarna de pompas met de lagers uit de lagerstoel. 8 Tik de lip van de borgring (2570) uit de borgmoer (2560) en draai de borgmoer los. 9 Verwijder de lagers van de pompas. 10 Verwijder de afstelring (2340), de Nilos ringen (2320 en 2310) en de binnenborgring (2300).
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
49
7.11.2
Montage van de lagering L2 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Monteer de afstelring (2340) en de Nilos ring (2310) op de pompas. 3 Doe de binnenborgring (2300) en de Nilos ring (2320) om de pompas.
!
Let op de juiste plaats en positie van de Nilos ringen! 4 Verwarm het tweerijig hoekcontactkogellager en de binnenring van het cilinderlager (2250) voor en monteer deze op de pompas. Let op de montagevolgorde: het tweerijig hoekcontactkogellager komt aan aandrijfzijde! 5 Zorg dat de lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de borst op de pompas en tegen de afstelring (2340) aan. De Nilos ring (2310) zit nu ingeklemd tussen de pompas en de binnenring van het cilinderlager. Laat de lagers afkoelen! 6 Monteer de borgring (2570) en draai de borgmoer (2560) op de pompas. Draai de borgmoer vast en borg deze door een lip van de borgring in de opening van de borgmoer te tikken. 7 Monteer de pompas met lagers vanaf motorzijde in de lagerstoel. 8 Zorg dat de Nilos ring (2320) zich voor de binnenborgring bevindt. 9 Tik de pompas voorzichtig in de lagerstoel tot de buitenring van het lager (2260) tegen de binnenborgring (2300) stuit. Draai hierbij de pompas telkens een slag om beschadiging aan het lager te voorkomen. De Nilos ring (2320) zit nu opgesloten tussen het lager en de binnenborgring. 10 Monteer de buitenring van het cilinderlager. Deze moet recht in de lagerstoel gaan. 11 Monteer de afstandsbus (2370). 12 Monteer de lagerdeksels (2110 en 2115) en zet deze vast met cilinderkopschroeven (2810 en 2815). 13 Monteer de pijp (2172) in het lagerdeksel (2110). 14 Monteer de asafdichting en de waaier.
50
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
7.11.3
Demontage lagering L4 (oliegesmeerd)
2100 2160 2250 2340 2330 2300 2260 2370 2160 2570 2560 2200 2210
2125 2115 2815
2120 2810 2110 Figure 25:
Lagering L4 (oliegesmeerd).
De gebruikte positienummers hebben betrekking op figuur 25. 1 Demonteer de waaier en de asafdichting. 2 Demonteer de koppeling met een koppelingtrekker en verwijder de koppelingspie (2210). 3 Draai de schroeven (2810 en 2815) los en verwijder de lagerdeksels (2110 en 2115), de pakkingen (2160) en de afstandsbus (2370). 4 Controleer of de oliekeerringen (2120 en 2125) niet beschadigd zijn. Vervang deze indien nodig. 5 Sla aan waaierzijde op de pompas (2200), zodat de lagers uit de lagerstoel komen. Gebruik hierbij een kunststof hamer om de schroefdraad niet te beschadigen. 6 Verwijder de binnenborgring (2300) zodra het eerste lager (2260) uit de lagerstoel is. Haal daarna de pompas met de lagers uit de lagerstoel. 7 Tik de lip van de borgring (2570) uit de borgmoer (2560) en draai de borgmoer los. Verwijder de lagers van de pompas. 8 Verwijder de afstelring (2340), de afstelring (2330) en de binnenborgring (2300).
CD/NL (1303) 4.0
Demontage en montage
51
7.11.4
Montage van de lagering L4 1 Maak de lagerstoel inwendig goed schoon. 2 Monteer de afstelring (2340) op de pompas. 3 Doe de binnenborgring (2300) en de afstelring (2330) om de pompas. 4 Verwarm het tweerijig hoekcontactkogellager en de binnenring van het cilinderlager voor en monteer deze op de pompas. Let op de montagevolgorde: het tweerijig hoekcontactkogellager komt aan aandrijfzijde. 5 Zorg dat de lagers recht op de pompas zitten en druk deze stevig tegen de borst op de pompas en tegen de afstelring (2340) aan. De Nilos ring (2310) is nu ingeklemd tussen de pompas en de binnenring van het cilinderlager. Laat de lagers afkoelen! 6 Plaats de borgring (2570) en draai de borgmoer (2560) op de pompas. Draai de borgmoer vast en borg deze door een lip van de borgring in de opening van de borgmoer te tikken. 7 Monteer de pompas met lagers vanaf motorzijde in de lagerstoel. Monteer de binnenborgring (2300). 8 Tik de pompas voorzichtig in de lagerstoel tot de buitenring van het lager (2260) tegen de binnenborgring (2300) stuit. Draai hierbij de pompas telkens een slag om beschadiging aan het lager te voorkomen. De afstelring (2330) zit nu opgesloten tussen het lager en de binnenborgring. 9 Monteer de buitenring van het cilinderlager. Deze moet recht in de lagerstoel gaan. 10 Monteer de afstandbus (2370). 11 Monteer de lagerdeksels (2110 en 2115) met pakkingen (2160) en zet deze vast met cilinderkopschroeven (2810 en 2815). 12 Monteer de asafdichting en de waaier.
52
Demontage en montage
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
8 Afmetingen 8.1
Aansluitingen
M2
S3
M2V
MQ2 CL
CL CR
CT
CQ
CM
BV
SP
S
BV
BM
BM CM
C3
CD3
CQ3
CL
CW
Figuur 26:
CQ
CV
CM
CL
CR
CM
CM
Aansluitingen.
Tabel 6: Aansluitingen naar de pomp. BM BP BV BW
CD-H G½
Olieaftap Aftap pomphuis Olievuldop Olieniveauregelaar
CD-V G¼ G½
G½
G½ Rp ¼
Tabel 7: Aansluitingen naar de asafdichting. S3 1) CL CT CM CR CQ CV CW S P 1)
CD/NL (1303) 4.0
Stoelgroep Inlaat spoelvloeistof Inlaat lantaarnring Aftap spoelvloeistof Uitlaat quenchruimte Inlaat quenchruimte Inlaat buffervloeistof Uitlaat buffervloeistof Inlaat Venturi Uitlaat Venturi
3 Rp ¼-∅8 -
M2 MQ2 3 Rp ¼ Rp ¼ Rp ¼ Rp ¼ -
M2V 3 G½ G¾
C3-CD3-CQ3 CARTEX 3 3/8 NPT Rp ¼ 3/8 NPT 3/8 NPT 3/8 NPT 3/8 NPT -
niet beschikbaar in R6 en R6X.
Afmetingen
53
8.2
Afmetingen horizontale pomp
af ad
ab ah
aj x al
tb zc
zb
an
BZ am
ea mg
BV
DIN748 eb h9 ec
zd
ag ac
Rp1/2
BP va ve1
db
BM
BW 5
ai x ak
ed j6
vf
aa ae
vg ve2
120 150 vb
ø vd
ø12 vi
vh
vj
vc da
Figuur 27:
Afmetingen horizontale pomp.
EN 1092-2 PN 10 aa 80 125 200
ab 65 100 150
CD-H 65-315 100-315 150-315
CD-H
ac 132 184 266
ad 122 158 212
af 145 180 240
ag 200 250 340
ah 185 220 285
ebh9 80 65 692 280 110 12 125 100 725 280 110 12 200 150 773 315 110 12 aa
vc
ab
vd
65-315 480 22 100-315 480 22 150-315 480 22
54
ae 160 210 295
da
ve1 116,5 137 156,5
db
ve2 148,5 161 189,5
Afmetingen
ea
vf 10 10 10
vi
ai x ak 8 x 18 8 x 18 12 x 22
aj x al 4 x 18 8 x 18 8 x 22
am 20 22 24
an 22 26 28
ec edj6 mg tb va vb 45 42 140 742 75 310 45 42 140 790 75 310 45 42 140 856 75 310
vg
vh
vj
zb
zc
zd
387 23,5 312 173 190 552 595 400 23,5 345 173 225 565 680 428 23,5 393 173 256 600 755
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
8.3
Afmetingen horizontale pomp met motor - met spacerkoppeling zb
zc
sv
sd
ab
zh
BZ
aa
BV
BM fb
ø fa
sb
BW Rp½ fh
BP 10 sp fe
ff L
Figuur 28:
B fc fd
fe
Afmetingen horizontale pomp met motor - met spacerkoppeling .
IEC Motor IP55 71 80 90 90 100 112 132 132 160 160 180 180 200 225 225 250 280 280 CD-H EN1092-2
S
L
L
M
S
M
M
PN10 65-315
L
M
L
L
S
M
M
S
M
sv(*)
aa
ab
80
65 140 150 190 552 315 sb
sd sp zb zc zh
254 296 336 348 402 432 486 520 652 672 712 742 790 904 904 1014 1124 1176 370 380
X
4
100-315 125 100 140 170 225 565 400 sb
380 380 380
5
5
5
380 380
X
5
5 380 380
5
150-315 200 150 140 190 256 600 440 sb
5
5
415 415 415
X
5
5
5
x = nummer fundatieplaat (*) motorlengte gebaseerd op DIN 42673, kan afwijken per motorfabrikaat. 8.3.1
Afmetingen en gewichten fundatieplaat Nummer fundatieplaat 1 2 3 4 5 6
CD/NL (1303) 4.0
L 800 1000 1250 1250 1600 1650
B 305 335 375 500 480 600
fa 19 19 24 24 24 24
Afmetingen
fb 6 8 10 10 10 10
[mm] fc 385 425 485 610 590 720
fd 433 473 545 678 658 788
fe 120 145 175 175 240 240
ff 560 710 900 900 1120 1170
fh 45 63 80 90 100 130
Gewicht [kg] 20 38 69 79 107 129
55
8.4
Afmetingen asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, horizontale pomp
d b a
c
e f
Figuur 29:
CD-H 65-315 100-315 150-315
56
Asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, horizontale pomp.
a 159 172 200
b 131 143 172
Afmetingen
c
d
e
f
130
345
285
253
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
8.5
Afmetingen verticale pomp
vh
2 IEC V1
sv
1
4
ah ad
A
A
G1/2 ab
SECTION A-A
G1/2
aj x al
hs hv
EN 1092-2 (DIN2532)
sk
20
3
an M16 (8x) az x bz
av aw
af
dz dv zh Figuur 30:
CD/NL (1303) 4.0
Afmetingen verticale pomp.
Afmetingen
57
ab 65 100 150
ad 122 158 212
af 145 180 240
ah 185 220 285
aj x al 4 x 18 8 x 18 8 x 22
an 22 26 28
av 80 125 200
aw 138 188 268
az x bz 8 x M16 8 x M16 8 x M20
dz 160 210 295
sk 90S/L
CD-V ab av dv hs hv zh 65 -315 65 80 450 75 96,5 315 100 -315 100 125 450 95 119 400 150 -315 150 200 450 115 150 440
132S/M
160M/L
225S/M
100L
180M/L
250M
112M
200L 815 815 843
280S/M
772
845 873
vh F165
F215
F265
F300
F350
F400
F500
sv(*) 308 332 366 392 450 488 548 592 626 662 754 768 792 1000 1160 1160 CD-V ...-315
90 90 100 112 132 132 160 160 180 180 200 225 225 250 280 S
L
L
M
S
M M L M L L S M 550 550 550 550 550 550 575 575
M
S
280 M
(*) motorlengte gebaseerd op DIN 42677, kan afwijken per motorfabrikaat.
58
Afmetingen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
8.6
Afmetingen verticale pomp - met zuigbocht - met spacerkoppeling
vh
2
sv
1
4
IEC V1
20
3
SECTION A-A
sk
EN 1092-2 (DIN2532)
A
ah ad
A
G1/2
EN 1092-2 (DIN2532) ag
aj x al
zb
ac ai x ak
zd
ve 12
ab af
G1/2 G1/2
an
G1/2am
vd zh
aa ae
zg
C
vb 18 (6x)
D
vb
B
E ve
vb
A
va vc Figuur 31:
CD/NL (1303) 4.0
H
F G
Afmetingen verticale pomp - met zuigbocht - met spacerkoppeling.
Afmetingen
59
ab 65 100 150
ad 122 158 212
af 145 180 240
ah 185 220 285
aj x al 4 x 18 8 x 18 8 x 22
an 22 26 28
aa 100 150 200
ac 158 212 268
ae 180 240 295
ag 220 285 340
ai x ak 8 x 18 8 x 22 8 x 22
am 24 26 27
CD-V va vb vc vd ve ...-315 175 255 220 80 18
sk 90S/L
CD-V
65 -315 100 -315 150 -315
aa ab zb zd zg zh 100 65 218 475 250 315 150 100 271 495 350 400 200 150 352 515 350 440
132S/M
160M/L
225S/M
100L
180M/L
250M
112M
200L 815 815 843
280S/M
772
845 873
vh F165 sv* CD-V ...-315
F215
F265
F300
F350
F400
F500
286 308 332 366 392 450 488 548 592 626 662 754 768 792 1000 1160 1160 80 90 90 100 112 132 132 160 160 180 180 200 225 225 250 280 280 S
L
L
M
S
M M L M L L S M 550 550 550 550 550 550 575 575
M
S
M
(*) motorlengte gebaseerd op DIN 42677, kan afwijken per motorfabrikaat.
60
Afmetingen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
8.7
Afmetingen asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, verticale pomp
f
d c
a
b
e
Figuur 32:
CD-V 65-150 100-315 150-315
CD/NL (1303) 4.0
Asafdichtingsconfiguratie MQ2-CQ3, verticale pomp.
a 299 312 340
b 356 369 397
Afmetingen
c
d
e
f
130
308
346
389
61
62
Afmetingen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9 Onderdelen 9.1
Bestellen van onderdelen
9.1.1
Bestelformulier Om onderdelen te bestellen, kunt u gebruik maken van het bestelformulier, dat bij deze handleiding is gevoegd. U moet op de bestelling altijd de volgende zaken vermelden: 1 Uw adresgegevens. 2 De aantal, het positienummer en de omschrijving van het onderdeel. 3 Het pompnummer. Het pompnummer is vermeld op het etiket op de voorzijde van deze handleiding en op de naamplaat van de pomp. 4 In het geval van afwijkende elektromotorspanning dient u de juiste spanning te vermelden.
9.1.2
Aanbevolen reservedelen De met een * gemerkte delen zijn aanbevolen reservedelen.
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
63
64
Figuur 33:
Onderdelen
0410 0415
0310/0315 0820
2820 2830 0140
Doorsnedetekening
0125 0860 0870 0360
9.2.1
0130
0300 0800 0110
Horizontale pomp
CD-H 150-315
CD-H 65-315 CD-H 100-315
0360 0100 0120 0126 0127 0128
9.2
Doorsnedetekening
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.2.2
Stuklijst Pos.nr. Aantal Omschrijving
Materiaal
G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X pomphuis gietijzer nod. gietijzer pakkingbusdeksel gietijzer nod. gietijzer waaier gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. slijtplaat gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. pakking -tapeind staal moer staal zuigdeksel staal stoelsteun staal pakking -stop staal afdichtingsring koper
0100 0110 0120* 0125* 0126 0127 0128 0130 0140 0300* 0310 0315
1 1 1 1 4 4 4 1 1 1 1 1
0360
11)
O-ring
NBR
0360
12) 2 2 8 8
pakking
--
0410 0415 0800 0820
linker voetsteun rechter voetsteun cilinderkopschroef cilinderkopschroef
R6 R6X r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal r.v.s. sl.st.st. r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal PTFE
staal staal staal staal
roestvaststaal roestvaststaal
0860
8/12 (*) tapeind
staal
roestvaststaal
0870
8/12 (*) moer 1 cilinderkopschroef 1 sluitring
staal
roestvaststaal
2820 2830
roestvaststaal roestvaststaal
gij. = gietijzer r.v.s. = roestvaststaal sl.st.st. = slijtvast roestvaststaal (*) Aantal afhankelijk van pomptype 1) alleen pomptype: 65-315 / 100-315 2) alleen pomptype: 150-315.
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
65
Horizontal pump with conical seal chamber
9.3.1
Doorsnedetekening
Figuur 34:
66
0410 0415
0310/0315
H 150-315
0125 0860 0870 0360
0130
H 65-315 H 100-315
0360 0100 0120 0126 0127 0128
0820
0300 0800 0110
2820 2830 0140
9.3
Doorsnedetekening
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.3.2
Stuklijst Pos.nr. Aantal
Omschrijving
G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X gietijzer nod. gietijzer gietijzer nod. gietijzer gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. -staal staal staal staal -staal koper
0100 0110 0120* 0125* 0126 0127 0128 0130 0140 0300* 0310 0315
1 1 1 1 4 4 4 1 1 1 1 1
0360
11)
O-ring
NBR
0360
12) 2 2 8 8
pakking
--
0410 0415 0800 0820
pomphuis pompdeksel waaier slijtplaat pakking tapeind moer zuigdeksel stoelsteun pakking stop afdichtingsring
Materiaal
linker voetsteun rechter voetsteun cilinderkopschroef cilinderkopschroef
R6 R6X r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal r.v.s. sl.st.st. r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal PTFE
staal staal staal staal
roestvaststaal roestvaststaal
0860
8/12 (*) tapeind
staal
roestvaststaal
0870
8/12 (*) moer 1 cilinderkopschroef 1 sluitring
staal
roestvaststaal
2820 2830
roestvaststaal roestvaststaal
gij. = gietijzer r.v.s. = roestvaststaal sl.st.st. = slijtvast roestvaststaal (*) Aantal afhankelijk van pomptype 1) alleen pomptype: 65-315 / 100-315 2) alleen pomptype: 150-315.
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
67
68
2175 2176 2177
2171 2172
Figuur 35:
2180 2810 2110
2145 2140
Vetgesmeerde lagering L2, horizontale pomp
9.4.1 Doorsnedetekening
Onderdelen
2185 2340 2300
2570 2560 2200 2210
2150 0235/0240 0276 2100 2815 2405 2410 2250 2310 2130 2320 2400 2415 2260 2370 2115
2170
9.4
Doorsnedetekening.
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.4.2
Stuklijst
Pos.nr. Aantal Omschrijving
CD/NL (1303) 4.0
0235 0240
4 4
0276
2
2100 2110 2115 2130 2140 2145 2150 2170 2171 2172 2175 2176 2177 2180 2185 2200* 2210* 2250*
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1
2260*
1
2300* 2310* 2320* 2340 2370 2400 2405 2410 2415 2560 2570 2810 2815
1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 4 4
cilinderkopschroef sluitring beschermkap asafdichting lagerstoel lagerdeksel lagerdeksel stop stop stop stop smeernippel sok pijp smeernippel sok pijp oliekeerring oliekeerring pompas spie cilinderlager tweerijig hoekcontactlager binnenborgring nilosring nilosring afstelring afstandsbus naamplaat klinknagel pijlplaat klinknagel borgmoer borgring cilinderkopschroef cilinderkopschroef
Onderdelen
Materiaal G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X R6 roestvaststaal roestvaststaal
R6X
roestvaststaal gietijzer gietijzer gietijzer staal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal rubber rubber staallegering staal --
roestvaststaal
-verenstaal staal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal aluminium roestvaststaal staal staal roestvaststaal roestvaststaal
69
70
Figuur 36:
Onderdelen
Oliebad gesmeerde lagering L4, horizontale pomp
9.5.1 Doorsnedetekening
2120 2190 2810 2110 2145 2140
2125 2115
2100 2815 2190 2330 2400 2415 2260 2155 2150 0276 2160 2250 2340 2130 2300 2405 2410 2370 0235/0240 2160 2570 2560 2200 2210
9.5
Doorsnedetekening.
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.5.2
Stuklijst
Pos.nr. Aantal Omschrijving 0235 0240 0276 2100 2110 2115 2120* 2125* 2130 2140 2145 2150 2155 2160* 2190 2200* 2210* 2250* 2260* 2300* 2330 2340 2370 2400 2405 2410 2415 2560 2570 2810 2815
CD/NL (1303) 4.0
4 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 4 4
cilinderkopschroef sluitring beschermkap asafdichting lagerstoel lagerdeksel lagerdeksel olievanger olievanger olievuldop olieniveauregelaar oliepijlglas magnetische aftap stop pakking pakking stelschroef pompas spie cilinderlager tweerijig hoekcontactlager binnenborgring afstelring afstelring afstandsbus naamplaat klinknagel pijlplaat klinknagel borgmoer borgring cilinderkopschroef cilinderkopschroef
Onderdelen
Materiaal G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X R6 R6X roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal gietijzer gietijzer gietijzer brons brons staal --staal gylon -roestvaststaal staallegering roestvaststaal staal --verenstaal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal aluminium roestvaststaal staal staal roestvaststaal roestvaststaal
71
9.6
Verticale pomp
9.6.1
Doorsnedetekening
0895 0890 0290 0260 0900 0810 2410 2415 2405 2400
2430 0850 0851
0220 0210 0200
0270 0920 0930 0910 0800 0820 0250 0300 0110 0120 0100 0310/0315 0126 0127 0128 0400
0125
0880 0360 0870 0860
0350
0410
Figuur 37:
72
Doorsnedetekening.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.6.2
Stuklijst Materiaal G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X 1 pomphuis gietijzer nod. gietijzer 1 pakkingbusdeksel gietijzer nod. gietijzer 1 waaier gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. 1 slijtplaat gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. 4 pakking -4 tapeind staal 4 moer staal 1 koppelingshelft, pompzijde -1 afstandsbus -1 koppelingshelft, motorzijde -3 lantaarnelement staal 1 flens staal 5 beschermkap roestvaststaal 4 stelnok staal 1 pakking -1 stop staal 1 afdichtingsring koper 2 stop staal 1 O-ring NBR 1 zuigbocht staal 3 voetsteun staal 8 cilinderkopschroef staal 6 cilinderkopschroef staal 6 cilinderkopschroef staal 4 bout staal 4 moer staal (*) tapeind staal 8/12 (*) moer staal 8/12 6 cilinderkopschroef staal 1) stelschroef staal 4
Pos.nr. Aantal Omschrijving 0100 0110 0120* 0125* 0126 0127 0128 0200 0210 0220 0250 0260 0270 0290 0300* 0310 0315 0350 0360 0400 0410 0800 0810 0820 0850 0851 0860 0870 0880 0890 0890 0895 0900 0910 0920 0930 2405 2400 2410 2415 2430
42) 8 6 14 14 14 4 1 1 4 2
cilinderkopschroef bout moer plaatmoer plaatschroef sluitring klinknagel naamplaat pijlplaat klinknagel oogbout
R6 R6X r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal r.v.s. sl.st.st. r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal PTFE roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal roestvaststaal
staal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal aluminium roestvaststaal staal
gij. = gietijzer r.v.s. = roestvaststaal sl.st.st. = slijtvast roestvaststaal (*) Aantal afhankelijk van pomptype 1) tot motor IEC 200 2) vanaf motor IEC 200
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
73
9.7
Vertical pump with conical seal chamber
9.7.1
Doorsnedetekening
0895 0890 0290 0260 0900 0810 2410 2415 2405 2400
2430 0850 0851
0220 0210 0200
0270 0920 0930 0910 0800 0820 0250 0300 0110 0120 0100 0310/0315 0126 0127 0128 0400
0125
0880 0360 0870 0860
0350
0410
Figuur 38:
74
Doorsnedetekening.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.7.2
Stuklijst Materiaal G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X 1 pomphuis gietijzer nod. gietijzer 1 pakkingbusdeksel gietijzer nod. gietijzer 1 waaier gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. 1 slijtplaat gij r.v.s. sl.st.st. gij r.v.s. sl.st.st. 4 pakking -4 tapeind staal 4 moer staal 1 koppelingshelft, pompzijde -1 afstandsbus -1 koppelingshelft, motorzijde -3 lantaarnelement staal 1 flens staal 5 beschermkap roestvaststaal 4 stelnok staal 1 pakking -1 stop staal 1 afdichtingsring koper 2 stop staal 1 O-ring NBR 1 zuigbocht staal 3 voetsteun staal 8 cilinderkopschroef staal 6 cilinderkopschroef staal 6 cilinderkopschroef staal 4 bout staal 4 moer staal (*) tapeind staal 8/12 (*) moer staal 8/12 6 cilinderkopschroef staal 1) stelschroef staal 4
Pos.nr. Aantal Omschrijving 0100 0110 0120* 0125* 0126 0127 0128 0200 0210 0220 0250 0260 0270 0290 0300* 0310 0315 0350 0360 0400 0410 0800 0810 0820 0850 0851 0860 0870 0880 0890 0890 0895 0900 0910 0920 0930 2405 2400 2410 2415 2430
42) 8 6 14 14 14 4 1 1 4 2
cilinderkopschroef bout moer plaatmoer plaatschroef sluitring klinknagel naamplaat pijlplaat klinknagel oogbout
R6 R6X r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal r.v.s. sl.st.st. r.v.s. sl.st.st. roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal PTFE roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
roestvaststaal roestvaststaal
staal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal aluminium roestvaststaal staal
gij. = gietijzer r.v.s. = roestvaststaal sl.st.st. = slijtvast roestvaststaal (*) Aantal afhankelijk van pomptype 1) tot motor IEC 200 2) vanaf motor IEC 200
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
75
9.8
Vetgesmeerde lagering L2, verticale pomp
9.8.1
Doorsnedetekening
2210 2200 2815 2115 2370 2260 2415 2410 2405 2400 2130
2185 2560 2570
2175 2176 2177
2300 2320 2340 2140 2150 2145
2310 2250 2100
0276 0235/0240 2810 2110 2180 2172 2171 2170
Figuur 39:
76
Doorsnedetekening.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.8.2
Stuklijst
Pos.nr. Aantal Omschrijving 0235 0240 0276 2100 2110 2115 2130 2140 2145 2150 2170 2171 2172 2175 2176 2177 2180 2185 2200* 2210* 2250* 2260* 2300* 2310* 2320* 2340 2370 2400 2405 2410 2415 2560 2570 2810 2815
CD/NL (1303) 4.0
4 4 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 1 2 1 1 4 4
cilinderkopschroef sluitring beschermkap asafdichting lagerstoel lagerdeksel lagerdeksel stop stop stop stop smeernippel sok pijp smeernippel sok pijp oliekeerring oliekeerring pompas spie cilinderlager hoekcontactkogellager binnenborgring nilosring nilosring afstelring afstandsbus naamplaat klinknagel pijlplaat klinknagel borgmoer borgring cilinderkopschroef cilinderkopschroef
Onderdelen
Materiaals G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X R6 R6X roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal gietijzer gietijzer gietijzer staal staal staal staal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal rubber rubber staallegering roestvaststaal staal -verenstaal staal staal staal verenstaal roestvaststaal roestvaststaal aluminium roestvaststaal staal staal staal staal
77
9.9
Stopbuspakking S2
9.9.1
Stopbuspakking S2
0320 0325 1110
1120 1800
1320 1860 1340 1820
1810 1100 1140 1310
Figuur 40:
78
Stopbuspakking S2.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.9.2
Stuklijst stopbuspakking S2 Pos.nr. Aantal Omschrijving 0320 0325 1100* 1110* 1120* 1140 1310 1320* 1340* 1800 1810 1820* 1860*
CD/NL (1303) 4.0
1 1 1 1 5 1 1 1 1 2 2 1 1
stop afdichtingsring asbus grondring pakkingring gland stop pakking pakking tapeind moer dopmoer spie
Onderdelen
Materiaal gietijzer roestvaststaal staal roestvaststaal koper PTFE roestvaststaal brons roestvaststaal -gietijzer roestvaststaal staal roestvaststaal --roestvaststaal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
79
9.10
Stopbuspakking S3
9.10.1
Stopbuspakking S3
0320 0325 1110
1120 1800
1320 1860 1340 1820
1810 1100
1130
1140 1400 1410
Figuur 41:
80
Stopbuspakking S3.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.10.2
Stuklijst stopbuspakking S3 Pos.nr. Aantal Omschrijving 0320 0325 1100* 1110* 1120* 1130* 1140 1320* 1340* 1400 1410 1800 1810 1820* 1860*
CD/NL (1303) 4.0
1 1 1 1 4 1 1 1 1 1 1 2 2 1 1
stop afdichtingsring asbus grondring pakkingring lantaarnring gland pakking pakking pijpnippel pijpkoppeling tapeind moer dopmoer spie
Onderdelen
Materiaal gietijzer roestvaststaal staal roestvaststaal koper PTFE roestvaststaal brons roestvaststaal -brons roestvaststaal gietijzer roestvaststaal --staal roestvaststaal messing roestvaststaal roestvaststaal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
81
9.11
Asafdichtingsgroep M2
9.11.1
Mechanische asafdichting M7N
1420 1210 1450 1320 1440 1860 1340
1300 1800 1810 1230 1270
1820 1200 1400 1410
1310 1220
1380 Figuur 42: 9.11.2
Mechanische asafdichting M7N.
Mechanische asafdichting MG12-G60
1420 1210 1450 1320 1440 1860 1340
1300 1800 1810 1230 1270
1820 1200 1400 1410
1310 1220
1380 Figuur 43:
82
Mechanische asafdichting MG12-G60.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.11.3
Stuklijst asafdichtingsgroep M2 Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 mechanische asafdichting 1230 1 deksel mechanische asafdichting 1270 1 borgpen 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1380 2 stop 1400 1 pakking 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
Materiaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal --roestvaststaal PTFE roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
83
9.12
Asafdichtingsgroep M2V, verticale pomp
9.12.1
Doorsnedetekening
1450 1440 1400
1460 1330 1250 1800 1810 1460 1330
1370
1270 1300 1220
1240 1280 1310 0320 0325 0110 1260 1860
1200 1210
1340 1820 1320 Figuur 44:
84
Doorsnedetekening.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.12.2
Stuklijst Materiaal
Pos.nr. Aantal Omschrijving 0320 0325 0110 1200* 1210* 1220* 1240 1250 1260 1270 1280 1300* 1310 1320* 1330 1340* 1370* 1400 1440 1450 1460 1800 1810 1820* 1860*
CD/NL (1303) 4.0
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 2 1 1 2 2 2 2 3 3 1 1
stop afdichtingsring pakkingbusdeksel asbus smoorbus mechanische asafdichting deksel mechanische asafdichting venturi nippel pijp borgpen O-ring pakking stop pakking stop pakking oliekeerring pijp bocht olievuldop oliepijlglas tapeind moer dopmoer spie
Onderdelen
G1 G6 G6X NG1 NG6 NG6X R6 R6X staal roestvaststaal koper PTFE gietijzer roestvaststaal brons roestvaststaal brons roestvaststaal --gietijzer roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal NBR -staal -staal -NBR roestvaststaal roestvaststaal staal aluminium staal roestvaststaal staal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
85
9.13
Asafdichtingsgroep MQ2, horizontale pomp
9.13.1
Mechanische asafdichting MQ2 - M7N
1420 1450 1440
1860 1320 1210
1300 1800 1810
1680 1670 1690
1270 1400 1410 1672 1671 1672 1671
1760 1405 1630
1250 1230 1820 1340 1200 1310 1220
16201670 2010 1609 Figuur 45: 9.13.2
Mechanische asafdichting MQ2 - M7N.
Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60
1420 1450 1440
1860 1320 1210
1300 1800 1810
1680 1670 1690
1270 1400 1410 1672 1671 1672 1671
1760 1405 1630
1250 1230 1820 1340 1200 1310 1220
16201670 2010 1609 Figuur 46:
86
Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.13.3
Stuklijst asafdichtingsgroep MQ2 - M7N / MG12-G60 Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 mechanische asafdichting 1230 1 deksel mechanische asafdichting 1250* 1 PS-seal 1270 1 borgpen 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1400 1 pakking 1405 1 pijpnippel 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1609 1 tanksteun 1620 1 vloeistofniveau indicator 1630 1 T-stuk 1670 2 inschroefkoppeling 1671 1 pijp 1672 2 inschroefkoppeling 1680 1 olievuldop 1690 1 stop 1760 1 tank 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie 2010 2 moer
Materiaal roestvaststaal + QPQ roestvaststaal -roestvaststaal PTFE roestvaststaal -roestvaststaal --PTFE roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal staal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
QPQ = Quench-Polish-Quench
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
87
9.14
Asafdichtingsgroep MQ2, verticale pomp
9.14.1
Mechanische asafdichting MQ2 - M7N
1230 1810 1800 1300 1200 1210 1860 1820
1270
1250 1611 2010 1220 1610 1609 1760 1690 1320 1340 1670 1406 1410 1400 1672
1671 1671 1310
1420 1450 1440 Figuur 47:
88
1680 1620 1630 1670
1672
Mechanische asafdichting MQ2 - M7N.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.14.2
1230 1810 1800 1300 1680 1670 1200 1690 1210 1860 1820
Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60
1270
1250 1420 1450 1440
1860 1320 1210
1611 2010 1220 1610 1609 1760 1690 13201400 13401410 16701672 14061671 1410 1400 16721672 1671
1760 1405 1630
1820 1340 1200 1310 1220
1420 1450 1440 Figuur 48:
1810 1270
16201670 2010 1609
CD/NL (1303) 4.0
1300 1800
1680 1250 1620 1230 1630 1670 1671 1671 1310
1672
Mechanische asafdichting MQ2 - MG12-G60.
Onderdelen
89
9.14.3
Stuklijst asafdichtingsgroep MQ2 - M7N / MG12-G60 Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 mechanische asafdichting 1230 1 deksel mechanische asafdichting 1250* 1 PS-seal 1270 1 borgpen 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1400 1 pakking 1406 1 bocht 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1609 1 tanksteun 1610 2 bout 1611 2 moer 1620 1 vloeistofniveau indicator 1630 1 T-stuk 1670 2 inschroefkoppeling 1671 1 pijp 1672 2 inschroefkoppeling 1680 1 olievuldop 1690 1 stop 1760 1 tank 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie 2010 2 moer
Materiaal roestvaststaal + QPQ roestvaststaal -roestvaststaal PTFE roestvaststaal -roestvaststaal --PTFE roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal staal roestvaststaal roestvaststaal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
QPQ = Quench-Polish-Quench
90
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.15
Asafdichtingsgroep C3
9.15.1
Cartridge seal C3 - CARTEX SN
1815
1210 1320 1860 1420 1340 1210 1450 1320 1420 1440 1860 1820 1450 1200 1440 1340
1800
1300 1280 1815 1810 1800 1810
1820 A 1200 1410 1410
1210 1320 1860 1340
1310 1220 1300 1280 1815
1310 1220
1800 1810
1820 1200 B Figuur 49: 9.15.2
Mechanische asafdichting C3 - CARTEX SN.
Stuklijst asafdichtingsgroep C3 - CARTEX SN Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 cartridge seal 1280 1 verloopring 1300 1 pakking 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1815 4 sluitring 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie
CD/NL (1303) 4.0
1310 1220
Onderdelen
Materiaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal --roestvaststaal --roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
91
9.16
Asafdichtingsgroep CQ3, horizontale pomp
9.16.1
Cartridge seal CQ3 - CARTEX QN
1420 1210 1450 1320 1440 1860 1340 1680 1670 1690
1280 1815 1810 1800
1820 1200 1671 1672 1410
1310 1220 1300
1672 1671
1760 1405 1630 1620 1670 2010 1609 Figuur 50:
92
Mechanische asafdichting CQ3 - CARTEX QN.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.16.2
Stuklijst asafdichtingsgroep CQ3 - CARTEX QN Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 cartridge seal 1280 1 verloopring 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1405 1 pijpnippel 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1609 1 tanksteun 1620 1 vloeistofniveau indicator 1630 1 T-stuk 1670 2 inschroefkoppeling 1671 1 pijp 1672 2 inschroefkoppeling 1680 1 olievuldop 1690 1 stop 1760 1 tank 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1815 4 sluitring 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie 2010 2 moer
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
Materiaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal -roestvaststaal --roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal staal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
93
9.17
Asafdichtingsgroep CQ3, verticale pomp
9.17.1
Cartridge seal CQ3 - CARTEX QN
1420 1210 1450 1320 1440 1860 1340 1680 1670 1690
1280 1815 1810 1800
1820 1200 1671 1672 1410
1310 1220 1300
1672 1671
1760 1405 1630 1620 1670 2010 1609 Figuur 51:
94
Mechanische asafdichting CQ3 - CARTEX QN.
Onderdelen
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
9.17.2
Stuklijst asafdichtingsgroep CQ3 - CARTEX QN Pos.nr. Aantal Omschrijving 1200* 1 asbus 1210* 1 smoorbus 1220* 1 cartridge seal 1280 1 verloopring 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1406 1 bocht 1410 1 inschroefkoppeling 1420 1 pijp 1440 1 verloopnippel 1450 1 opschroefkoppeling 1609 1 tanksteun 1610 2 bout 1611 2 moer 1620 1 vloeistofniveau indicator 1630 1 T-stuk 1670 2 inschroefkoppeling 1671 1 pijp 1672 2 inschroefkoppeling 1680 1 olievuldop 1690 1 stop 1760 1 tank 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1815 4 sluitring 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie 2010 2 moer
CD/NL (1303) 4.0
Onderdelen
Materiaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal -roestvaststaal --roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal staal roestvaststaal roestvaststaal messing roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal -roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
95
9.18
Asafdichtingsgroep CD3
9.18.1
Cartridge seal CD3 - CARTEX DN
0320 0325
1860
1280 1815 1800 1810
1820 1340 1320 Figuur 52: 9.18.2
1200 1310 1300 1220
Mechanische asafdichting CD3 - CARTEX DN.
Stuklijst asafdichtingsgroep CD3 - CARTEX DN Pos.nr. Aantal Omschrijving 0320 1 stop 0325 1 afdichtingsring 1200* 1 asbus 1220* 1 cartridge seal 1280 1 verloopring 1300* 1 pakking 1310 1 stop 1320* 1 pakking 1340* 1 pakking 1800 4 tapeind 1810 4 moer 1815 4 sluitring 1820* 1 dopmoer 1860* 1 spie
96
Onderdelen
Materiaal roestvaststaal PTFE roestvaststaal -roestvaststaal -roestvaststaal --roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal roestvaststaal
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
10 Technische gegevens 10.1
Smeermiddelen
10.1.1
Olie Tabel 8: Aanbevolen oliesoorten voor omgevingstemperaturen boven 15 °C volgens classificatie ISO VG 68. BP CHEVRON CHEVRON EXXONMOBIL EXXONMOBIL SHELL TOTAL
10.1.2
Energol HLP-HM 68 Rando HDZ 68 Regal Premium EP 68 Mobil D.T.E. Oil Heavy Medium Teresstic T 68 Tellus 68 Azolla ZS 68
Oliehoeveelheid Tabel 9: Oliehoeveelheid. Stoelgroep 3
10.1.3
Vet Tabel 10: Aanbevolen vetsoorten volgens de classificatie NLGI-2 (CD-H). BP CHEVRON CHEVRON EXXONMOBIL EXXONMOBIL SHELL SKF TOTAL
CD/NL (1303) 4.0
Oliehoeveelheid [liter] 0,60
Energrease LS-EP 2 Black Pearl Grease EP 2 MultifaK EP-2 Beacon EP 2 (Moly) Mobilux EP 2 (Moly) Alvania RL2 LGMT 2 Total Lical EP 2
Technische gegevens
97
Tabel 11: Aanbevolen vetsoorten volgens de classificatie NLGI-3 (CD-V). BP CHEVRON
Energrease LS-EP 3 MultifaK Premium 3 Beacon EP 3 Mobilux EP 3 Alvania RL3 LGMT 3 Total Lical EP 2
EXXONMOBIL SHELL SKF TOTAL 10.2
Olie M2V Het oliereservoir van de mechanische asafdichting M2V moet worden gevuld met olie type SAE 20, oliehoeveelheid ± 0,7 liter.
10.3
Montagemiddelen
10.3.1
Aanbevolen montagevet Aanbevolen montagevet voor invetten stopbuspakkingringen: • Foliac cup grease (grafietvet) • Molycote BR2 (grafietvet) • siliconenvet
10.3.2
Aanbevolen vloeibare borgingsmiddelen Tabel 12: Aanbevolen vloeibare borgingsmiddelen. Beschrijving dopmoer (1820) smoorbus (1210) slijtring (0130)
Borgingsmiddel Loctite 243 Loctite 641
10.4
Aanhaalmomenten
10.4.1
Aanhaalmomenten voor bouten en moeren Tabel 13: Aanhaalmomenten voor bouten en moeren. Materiaal
8.8
Schroefdraad M6 M8 M10 M12 M16 10.4.2
Aanhaalmoment [Nm] 9 6 20 14 40 25 69 43 168 105
Aanhaalmomenten voor dopmoer Tabel 14: Aanhaalmomenten voor dopmoer (1820). Maat M24 (stoelgroep 3)
98
A2, A4
Aanhaalmoment [Nm] 220
Technische gegevens
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
10.5
Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen De krachten en momenten die op de pompflenzen worden uitgeoefend tengevolge van de belasting door de leidingen kunnen leiden tot uitlijnfouten van pomp- en motoras, vervorming en overspanning van het pomphuis, of overspanning op de bevestigingsbouten tussen de pomp en de fundatieplaat. De maximum toelaatbare krachten en momenten op de flenzen moeten worden gebaseerd op de volgende maximumwaarden voor de zijdelingse verplaatsing van het aseinde, ten opzichte van een vast punt in de ruimte: • pompen van stoelgroep 3: 0,25 mm, De waarden kunnen tegelijkertijd worden toegepast in alle richtingen met positief of negatief teken, of separaat op iedere flens (zuig en pers).
10.5.1
Horizontale pomp
Z Y X Z Y X Figuur 53:
Coördinatensysteem.
Tabel 15: Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen, gebaseerd op EN-ISO 5199
CD-H 65-315/27 65-315/42 100-315/27 100-315/42 150-315/27 150-315/42
Fy 2100 2100 2485 2485 4200 4200
Pompunit met niet-aangegoten fundatieplaat Horizontale pomp, zuigflens, x-as Horizontale pomp, persflens, z-as Kracht [N] Moment [N.m] Kracht [N] Moment [N.m] Fz Fx ΣF My Mz Mx ΣM Fy Fz Fx ΣF My Mz Mx ΣM 1890 2345 3675 875 1015 1225 1820 1190 1470 1295 2310 770 840 1050 1540 1890 2345 3675 875 1015 1225 1820 1190 1470 1295 2310 770 840 1050 1540 2240 2765 4340 1050 1330 1470 2135 1890 2345 2100 3675 875 1015 1225 1820 2240 2765 4340 1050 1330 1470 2135 1890 2345 2100 3675 875 1015 1225 1820 3780 4690 7315 1610 1855 2275 3360 2835 3500 3150 5495 1225 1435 1750 2555 3780 4690 7315 1610 1855 2275 3360 2835 3500 3150 5495 1225 1435 1750 2555
* Niet verkrijgbaar in G, B en NG De basiswaarden genoemd in bovenstaande tabel moeten worden vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënten met betrekking tot de toegepaste pomphuismaterialen: Gietijzer of brons (DN ≤ 200) Gietijzer of brons (200 < DN ≤ 500) Nodulair gietijzer Roestvaststaal
CD/NL (1303) 4.0
Technische gegevens
0,5 0,57 0,8 1
99
10.5.2
Verticale pomp
Z Z
Y X
Y X
Figuur 54:
Coördinatensysteem.
Tabel 16: Toelaatbare krachten en momenten op de flenzen, gebaseerd op EN-ISO 5199
CD-V 65-315/27 65-315/42 100-315/27 100-315/42 150-315/27 150-315/42
Fy 2765 2765 4690 4690 4690 4690
Verticale Pompunit Verticale pomp, zuigflens, y-as Verticale pomp, persflens, y-as Kracht [N] Moment [N.m] Kracht [N] Moment [N.m] Fz Fx ΣF My Mz Mx ΣM Fy Fz Fx ΣF My Mz Mx ΣM 2240 2485 4340 1470 1330 1050 2135 2345 1890 2100 3675 1225 1015 875 1820 2240 2485 4340 1470 1330 1050 2135 2345 1890 2100 3675 1225 1015 875 1820 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360 2765 2240 2485 4340 1470 1330 1050 2135 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360 2765 2240 2485 4340 1470 1330 1050 2135 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360 4690 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360 4690 3780 4200 7315 2275 1855 1610 3360
De basiswaarden genoemd in bovenstaande tabel moeten worden vermenigvuldigd met de volgende coëfficiënten met betrekking tot de toegepaste pomphuismaterialen: Gietijzer (DN ≤ 200) Gietijzer (200 < DN ≤ 500) Nodulair gietijzer Roestvaststaal
100
Technische gegevens
0,5 0,57 0,8 1
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
CD/NL (1303) 4.0
10.5.3
Hydraulisch inzetgebied
10.5.4
Overzichtsgrafieken
Figuur 55:
Overzichtsgrafiek 1500 min-1.
Figuur 56:
Overzichtsgrafiek 1000 min-1.
Technische gegevens
101
102
Figuur 57:
Overzichtsgrafiek 1800 min-1.
Figuur 58:
Overzichtsgrafiek 1200 min-1.
Technische gegevens
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
10.6
Geluidgegevens
10.6.1
Geluid als funktie van het pompvermogen 4103_A
[dB(A)] 98 96 94 92 90 88 86 84 82 80 78 76 74 72 70 68 66 64 62 60 58 56 54
A
B
0,1
Figuur 59:
10
P [kW]
200
100
Geluid als functie van het pompvermogen bij 1450 min-1 A = geluidsvermogen, B = geluidsdruk.
[dB(A)] 4104_A
100
1
95
A
90 85
B
80 75 70 65 60
0,1
Figuur 60:
CD/NL (1303) 4.0
1
10
P [kW]
100
300
Geluid als functie van het pompvermogen bij 2900 min-1 A = geluidsvermogen, B = geluidsdruk.
Technische gegevens
103
10.6.2
Geluidsniveau van de totale pompunit L [dB] 4102
3,2 3,0 2,8 2,6 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 0
1
Figuur 61:
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 |L1 - L2| [dB]
Geluidsniveau van de totale pompunit.
Om het geluidsniveau van de totale pompunit te bepalen, moet het geluidsniveau van de motor bij dat van de pomp opgeteld worden. Dit kan op eenvoudige wijze met behulp van bovenstaande grafiek. 1 Bepaal het geluidsniveau (L1) van de pomp, zie figuur 59 of figuur 60. 2 Bepaal het geluidsniveau (L2) van de motor, zie de documentatie van de motor. 3 Bepaal het verschil tussen beide niveaus |L1 - L2|. 4 Zoek de verschilwaarde op de |L1 - L2|-as en ga omhoog tot aan de grafiek. 5 Ga van de grafiek naar links naar de L[dB]-as en lees hier de waarde af. 6 Tel de gevonden waarde op bij het hoogste van beide geluidsniveaus (L1 of L2). Voorbeeld: 1 Pomp 75 dB; motor 78 dB. 2 |75-78| = 3 dB. 3 3 dB op de X-as = 1,75 dB op de Y-as. 4 Hoogste geluidsniveau + 1,75 dB = 78 + 1,75 = 79,75 dB.
104
Technische gegevens
CD/NL (1303) 4.0
CombiDirt
Index A Aanbevolen borgingsmiddelen . . . . . . . . .98 Aanbevolen montagevet voor stopbuspakkingringen . . . . . . . .98 Aanbevolen oliesoorten . . . . . . . . . . . . . . .97 Aanbevolen vetsoorten . . . . . . . . . . . . . . . .97 Aanhaalmomenten voor bouten en moeren . . . . . . . . . . . .98 voor dopmoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 Aftappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 olie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 vloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .33 Asafdichtingsbeschermkap . . . . . . . . . . . .27 Asbus demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .41
D Dagelijks onderhoud dubbele mechanische asafdichting . . 29 gespoelde mechanische asafdichting 29 stopbuspakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 Draairichting controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
E Elektromotor aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
F Fundatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21
G B Back-Pull-Out unit . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Beschermkap demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .34 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .35 Bestel-faxformulier . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Bestelinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .13 Bestellen van onderdelen . . . . . . . . . . . . .13
C Cartridge seal demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .47 montageinstructies . . . . . . . . . . . . . . .46 Constructie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 asafdichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 pomphuis/waaier . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Controle motor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .25
CD/NL (1303) 4.0
Geluid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .28, 30 Geluidgegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103 Gewicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
H Hergebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Hijsoog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11 Hydraulisch inzetgebied . . . . . . . . . . . . . 101
I Inspectie pomp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 Inzetgebied . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
K Koppeling uitlijntoleranties . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
L Lagering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .18, 48 instructies voor demontage . . . . . . . . 48 instructies voor montage . . . . . . . . . . 48 Lagering L2 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
105
Lagering L4 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Lantaarnconstructie . . . . . . . . . . . . . . . . . .18 Leidingwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24
M Mechanische asafdichting . . . . . . . . . . . . .27 montageinstructies . . . . . . . . . . . . . . .42 Mechanische asafdichting M2-M3 demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 Mechanische asafdichting M2V demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .43 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .44 Mechanische asafdichting MQ2 demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45
Stopbuspakking afstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 montage- en demontageinstructies . . 40 monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 verwijderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41 Storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
T Technisch personeel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Toelaatbare krachten op de flenzen . . . . . 99 Toelaatbare momenten op de flenzen . . . 99 Toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Top Pull Out unit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Typeaanduiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
U O Oliebadgesmeerde lagers onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .30 Oliehoeveelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .97 Omgeving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .21 Onderhoud mechanische asafdichting . . .29 Onderhoud vetgesmeerde lagers . . . . . . .30 Onderhoudspersoneel . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Opslag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10, 13 Opstarten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 Opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 samenbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 Overzichtsgrafieken G, NG, B . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .101
Uitlijnen koppeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
V Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Veiligheidsmaatregelen . . . . . . . . . . . . . . . 33 Verschroten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Vet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97 Voetsteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18
W Werkschakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
P Pompbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .15 Pompunit plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22 samenbouwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .22
R Regelmatig onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . .29
S Serienummer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .17 Slijtplaat demontage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 montage . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .39 Smeermiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .98 Smering van de lagers . . . . . . . . . . . . . . . .30 Speciaal gereedschap . . . . . . . . . . . . . . . .33
106
CD/NL (1303) 4.0
Bestelformulier voor reservedelen FAX ADRES
U wordt verzocht om het bestelformulier volledig in te vullen en te ondertekenen. Besteldatum: Uw ordernummer: Pomptype: Uitvoering: Aantal
Pos.Nr
Onderdeel
Afleveradres:
Besteld door:
ORDFORM (1107) 3.2 NL
Pompnummer
Factuuradres:
Handtekening:
Telefoon:
107
108
ORDFORM (1107) 3.2 NL
CombiPrime H Horizontal self-priming centrifugal pump
CombiDirt Vortexpomp
SPX Flow Technology Assen B.V. Dr. A. F. Philipsweg 51, 9403 AD Assen, NEDERLAND Phone: + 31 (0) 592 37 67 67 Fax: + 31 (0) 592 37 67 60 E-Mail:
[email protected] www.johnson-pump.com www.spx.com Bezoekt u voor meer informatie over onze wereldwijde vestigingen, approvals, certificeringen en lokale vertegenwoordigers www.johnson-pump.com. SPX Corporation behoudt zich het recht voor onze meest recente ontwerp- en materiaalwijzigingen zonder aankondiging of verplichting te integreren. Ontwerpkenmerken, constructiematerialen en afmetingsgegevens zoals beschreven in dit bulletin dienen slechts om u te informeren en hieraan kunnen, tenzij schriftelijk bevestigd, geen rechten ontleend worden. ISSUED 11/2011 DV-1530 Copyright © 2011 SPX Corporation