Collectieve Arbeidsovereenkomst 1 juli 2013 – 1 januari 2016 The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch en The Royal Bank of Scotland N.V.
RBS NL CAO 1 juli 2013 – 1 januari 2016
Voorwoord Wij zijn verheugd met deze nieuwe Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) voor The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch/The Royal Bank of Scotland N.V. Het uitgangspunt voor deze CAO was de RBS CAO 2011-2012. De wijzigingen die zijn aangebracht reflecteren de financiële positie van de RBS Group en die van de financiële dienstenindustrie in het algemeen en streven er ook naar de Nederlandse organisatie verder in lijn te brengen met de meest recente regelgeving en de ’standaarden van de RBS Group. Daarbij is ook getracht de CAO te vereenvoudigen. Deze CAO vervangt de RBS CAO 2011-2012. De Nederlandse tekst van de CAO is leidend The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch/The Royal Bank of Scotland N.V. FNV Bondgenoten / FNV Finance De Unie CNV Dienstenbond
RBS NL CAO 1 juli 2013 – 1 januari 2016
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Deze CAO loopt tot 1 januari 2016. Er zijn echter regelingen en tarieven die tussentijds kunnen veranderen. Medewerkers worden daarom gevraagd altijd naar de actuele teksten op RBS NL HR Insite te kijken . In de teksten wordt met de woorden ‘medewerker’, ‘hij’ en ‘hem’ ook ‘medewerkster’, ‘zij’ en ‘haar’ bedoeld. De begrippenlijst staat aan het einde van deze CAO.
Page 3/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Arbeidsrelatie Arbeidsovereenkomst Arbeidsverhoudingen Geschillenprocedure Gedragsregels Respect op het werk Gedragsregels bij ziekte Diversiteitsbeleid
5 5 6 8 12 13 14 15
2 Arbeidstijd en verlof 2.1 Arbeidsduur 2.2 Werktijden 2.3 Meerwerk 2.4 Piketdienst 2.5 Vakantie-uren 2.6 Zwangerschaps- en bevallingsverlof 2.7 Ouderschapsverlof 2.8 Adoptieverlof 2.9 Kortdurend Zorgverlof 2.10 Langdurend Zorgverlof 2.11 Sabbatsverlof 2.12 Overgangsregeling tijdsparen 2.13 Buitengewoon en calamiteitenverlof 2.14 Vrijwilligersverlof 2.15 Seniorenverlof
16 16 17 18 19 20 21 22 24 25 26 27 28 29 30 31
3 Salaris en benefits 3.1 Salarisstructuur en inkomen 3.2 Functiewaardering 3.3 Beoordelingssysteem 3.4 Salaris en salarisband 3.5 Salaris bij promotie 3.6 Salaris en terugplaatsing 3.7 Salarisbanden 3.8 Benefit budget 3.9 Vergoeding bedrijfshulpverlening 3.10 Kostenvergoeding woon-werkverkeer 3.11 Overgangsregeling vervroegd uittreden (VUT) 3.12 Pensioen 3.13 Salaris in de eerste twee ziektejaren 3.14 Uitkeringen vanaf het derde ziektejaar 3.15 Jubileumuitkering 3.16 Overlijdensuitkering
32 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47
Begrippenlijst
48
Page 4/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1 Arbeidsrelatie 1.1
Arbeidsovereenkomst
Het vaste dienstverband, voor onbepaalde tijd, is de regel. Het tijdelijke contract, voor bepaalde tijd, is de uitzondering. Voor de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd gelden regels, die soms afwijken van de wettelijke regels. Beschrijving De medewerker heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde of onbepaalde tijd. In afwijking van wettelijke bepalingen kan in beide gevallen een proeftijd van maximaal twee maanden worden afgesproken. Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd kan alleen worden aangegaan in de volgende situaties:
• piekvorming in het werk; • tijdelijke vervanging van een collega; • een project; • een overgangsfase bij een reorganisatie; of • een opleidingsperiode voor een trainee. De duur van de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is maximaal drie jaren. In afwijking van wettelijke bepalingen wordt bij het aangaan of verlengen van zo’n arbeidsovereenkomst geen rekening gehouden met alle uitzend- en detacheringsperiodes bij RBS NL, die liggen in het halfjaar voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst. Als met een medewerker een langere opzegtermijn dan de wettelijke termijn is afgesproken, geldt die langere termijn ook voor RBS NL. Als die termijn korter is dan de wettelijke opzegtermijn voor RBS NL, moet RBS NL die wettelijke termijn hanteren. Medewerkers moeten tijdelijk andere dan hun gebruikelijke werkzaamheden verrichten, als dat in redelijkheid van hen gevraagd mag worden. Het salaris wijzigt daardoor niet.
Page 5/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.2 1.2.1 1.2.1.1
Arbeidsverhoudingen Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) Werkingssfeer
Deze CAO geldt voor iedere medewerker van The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch en The Royal Bank of Scotland N.V. in Nederland (‘RBS NL’) in salarisband A t/m H. Deze CAO is niet van toepassing op een vakantiewerker, stagiair of medewerkers met een arbeidscontract in het buitenland die tijdelijk in Nederland werken. CAO-partijen zullen vooraf overleggen of nieuwe bedrijfsonderdelen of dochterondernemingen van RBS NL onder deze CAO zullen vallen. Bij integratie van die bedrijfsonderdelen of dochterondernemingen binnen RBS NL zullen CAO-partijen vooraf bepalen welke arbeidsvoorwaarden daar dan van toepassing zijn. 1.2.1.2
Looptijd
Deze CAO is geldig van 1 juli 2013 tot 1 januari 2016 en wordt conform de wettelijke bepaling met één jaar verlengd, tenzij ten minste één partij deze CAO uiterlijk drie maanden voor het einde van de looptijd schriftelijk heeft opgezegd. 1.2.1.3
Strijd met wet en regelgeving
Als een deel van deze CAO door de rechter niet-bindend wordt geacht, blijft de CAO voor het overige van kracht en zullen CAOpartijen zich inspannen het niet-bindende deel te vervangen door iets dat hun oorspronkelijke bedoeling zo goed mogelijk benadert. Als tijdens deze CAO nieuwe wet- of regelgeving van kracht wordt die aanpassing van de bepalingen van deze CAO vereist, dan zullen CAO-partijen tussentijds in overleg treden over de aanpassing van betreffende bepalingen. 1.2.1.4
Geschillenprocedure
Bij geschillen over de toepassing van deze CAO kan de medewerker gebruik maken van de Geschillenprocedure.
1.2.2
Vakbonden
CAO-partijen overleggen regelmatig over bijvoorbeeld HR-kwesties, employability-beleid en reorganisaties. Als blijkt dat belangrijke reorganisaties met aanzienlijke gevolgen voor de werkgelegenheid niet door beleid opgelost kunnen worden, zullen zij overleggen of aanvullende instrumenten nodig zijn. In dat geval is het afgesloten sociaal plan van toepassing. Het sociaal plan zal in een WORadviestraject met de ondernemingsraad niet meer veranderen. RBS NL zal zich tot het uiterste inspannen de medewerker voor wie door een reorganisatie geen passende functie beschikbaar is, te herplaatsen in een passende functie binnen of buiten RBS NL, in overeenstemming met een Sociaal Plan zoals dat op dat moment van toepassing is. Het contact van de vakbonden met RBS NL loopt via de CAO-onderhandelaars van de vakbonden of door hen aangewezen personen. Als een vakbond binnen RBS NL een organisatie vormt, zal zij RBS NL de samenstelling van deze organisatie melden, waarna de vakbond het postcircuit van RBS NL kan gebruiken voor communicatie met die organisatie. De vakbonden kunnen via email of RBS NL HR Insite of enig ander systeem dat dit mocht vervangen communiceren met hun leden binnen RBS NL. De vakbonden krijgen ruimte voor vergaderingen van hun organisatie binnen RBS NL en voor bijeenkomsten met leden binnen RBS NL of andere medewerker(s). Die bijeenkomsten zullen in beginsel buiten kantoortijd plaatsvinden en zullen op voorhand met RBS NL worden overeengekomen. Als een medewerker lid is van de vakbondsorganisatie binnen RBS NL, kan hij als het werk dat toelaat maximaal tien dagen per jaar verlof krijgen om vakbondsvergaderingen te bezoeken. Andere vakbondsleden kunnen als het werk dat toelaat voor zulke vergaderingen maximaal vier dagen per jaar verlof krijgen. Voor het bijwonen van cursussen van de vakbonden kan de medewerker als het werk dat toelaat maximaal zes dagen per jaar extra verlof krijgen mits de cursus ook voor RBS NL van belang is. De bijdrage van RBS NL voor de vakbonden is vastgesteld op EUR 12.500 per vakorganisatie per jaar alsook een jaarlijks bedrag van EUR 2.500 voor de vakorganisaties gezamenlijk voor hun deelname aan de Geschillencommissie.
Page 6/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.2.3
Ondernemingsraad
RBS NL heeft regelmatig overleg met de ondernemingsraad en zal de ondernemingsraad bij het jaarlijkse overleg over het sociaal beleid inzicht geven in het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd. RBS NL zal ook jaarlijks met die ondernemingsraad overleggen over het Arbo-uitvoeringsplan voor het komende kalenderjaar en de vakbonden daarover informeren.
Page 7/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.3 1.3.1
Geschillenprocedure Oplossen van problemen op het werk
De RBS Group zet zich in om een werkomgeving te creëren waarin alle medewerkers worden gewaardeerd om de bijdrage die ze leveren en waarin ze hun potentieel volledig kunnen ontwikkelen. Indien een medewerker met een probleem zit of zich zorgen maakt over een bepaald aspect van zijn werk, dan bestaan er procedures waarmee hij deze zaken onder de aandacht kan brengen en kan oplossen. Voorbeelden van onderwerpen die aangekaart kunnen worden (de volgende lijst is niet uitputtend):
• Intimidatie of pesten, in welke vorm dan ook; • Toepassing van het beleid en de procedures van de RBS Group; • Schending van het diversiteitsbeleid van de RBS Group; • Problemen op het gebied van gezondheid, veiligheid en welzijn; • Problemen met betrekking tot de werkomgeving; • Vraagstukken met betrekking tot de toepassing van de CAO. Normaal gesproken wordt een probleem alleen formeel aangekaart nadat de medewerker de zaak op informele wijze heeft geprobeerd op te lossen. Bij het informeel aankaarten van een probleem wordt de volgende aanpak geadviseerd: i) Het probleem op informele wijze oplossen De medewerker bepaalt wat het probleem is. Hij gaat er niet bij voorbaat vanuit dat iemand zich onredelijk gedraagt; wellicht berust het probleem op een simpele vergissing of misverstand en kan het eenvoudig worden rechtgezet. Bijvoorbeeld: als er een meningsverschil is met een collega of een manager, bespreekt de medewerker dit in eerste instante met de betrokken collega of manager. Als een vakantieaanvraag wordt afgewezen, moet de medewerker na gaan of hij deze wel tijdig heeft ingediend en of collega’s anders worden behandeld.
• Als de medewerker tot de conclusie komt dat er daadwerkelijk een probleem is, bespreekt hij dit eerst met zijn leidinggevende; • Hij moet duidelijk zijn over zowel het probleem als de oplossing die hij wenst; • Hij moet bereid zijn om samen aan een oplossing te werken; • Hij moet open staan voor een compromis indien het door hem gewenste resultaat onhaalbaar blijkt; • Als het niet lukt om de zaak informeel op te lossen, kan hij ervoor kiezen een formele klacht in te dienen. Dit proces kent twee stappen: ii) Stap 1 – de formele procedure starten
• De medewerker moet zich schriftelijk wenden tot zijn direct leidinggevende met een uitleg van de aard van zijn klacht en dit onderbouwen met zoveel mogelijk gegevens en voorbeelden;
• Als de klacht betrekking heeft op een beslissing van de direct leidinggevende, dan moet de klacht worden voorgelegd aan de naast-hogere leidinggevende;
• Indien nodig stelt de leidinggevende die de klacht behandelt, Human Resources op de hoogte van de klacht; • Als deze leidinggevende betrokken is geweest bij eerdere pogingen de klacht informeel op te lossen, dan zullen de leidinggevende en Human Resources een geschikte onafhankelijke derde aanwijzen om de klacht te horen;
• Deze persoon zal de medewerker uitnodigen voor een eerste gesprek; • Het gesprek zal vervolgens plaatsvinden; • Indien nodig zal er verdere informatie worden verzameld door middel van een formeel onderzoek (zonodig door de onafhankelijke derde);
• De medewerker wordt op de hoogte gesteld van de uitkomst van het onderzoek alsmede van zijn recht om hiertegen bezwaar aan te tekenen. iii) Stap 2 - Bezwaarprocedure De medewerker wendt zich schriftelijk tot de leidinggevende die zijn klacht heeft behandeld met een uitleg van de reden waarom hij bezwaar aantekent en onderbouwt dit met zoveel mogelijk gegevens en voorbeelden
Page 8/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
• De leidinggevende die zijn klacht heeft behandeld zal een geschikte onafhankelijke derde aanwijzen om het bezwaarschrift in behandeling te nemen, indien nodig met behulp van Human Resources;
• Deze onafhankelijke derde zal de medewerker schriftelijk uitnodigen voor een ontmoeting om het bezwaarschrift te bespreken; • Deze ontmoeting zal vervolgens plaatsvinden; • Indien nodig zal er verdere informatie worden verzameld door middel van een formeel onderzoek; • De medewerker wordt op de hoogte gesteld van de uitkomst van de bezwaarzitting; • Als het bezwaar betrekking had op de toepassing van de CAO, dan heeft de medewerker het recht om zijn klacht in hoger beroep voor te leggen aan de Geschillencommissie zoals beschreven onder 1.3.2; bij alle andere soorten klachten heeft hij geen recht op hoger beroep.
1.3.2
Regels van de Geschillencommissie
a) Werkingssfeer Het is de rol van de Geschillencommissie om wederzijds acceptabele oplossingen te vinden in het kader van geschillen tussen een individuele medewerker en RBS NL met betrekking tot de toepassing van de CAO en, waar dat niet mogelijk is, op te treden als bemiddelaar in dergelijke geschillen. De Geschillencommissie bemiddelt en oordeelt zo nodig ook over gevallen waarin de individuele medewerker van mening is dat RBS NL met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en/of werkomstandigheden van een medewerker onredelijk zou hebben gehandeld door een bepaalde beslissing met enig rechtsgevolg voor de (rechtspositie van de) betrokken medewerker te nemen of na te laten en waardoor die medewerker meent in zijn gerechtvaardigde belangen te zijn geschaad. Voorts kan een medewerker bij de Geschillencommissie bezwaar maken tegen de waardering van zijn functie en de wijze waarop die waardering tot stand is gekomen. Een medewerker kan bij de Geschillencommissie ook bezwaar maken in geval van door die medewerker zelf ondervonden vermeende discriminatie, terwijl eveneens bezwaar gemaakt kan worden tegen het door RBS NL niet onderzoeken van een klacht over door die medewerker zelf ondervonden vermeende (seksuele) intimidatie. Als door de medewerker eerder is geklaagd over zelf ondervonden vermeende (seksuele) intimidatie en op deze klacht door RBS NL is gereageerd/beslist, dan is tegen de beslissing van RBS NL gericht tegen de beklaagde, voor die medewerker geen procedure bij de Geschillencommissie mogelijk. De procedure bij de Geschillencommissie geldt niet voor beslissingen, die inhoudelijk voortvloeien uit een wettelijk voorschrift of die een groep van medewerkers betreft en onderwerp van overleg met de vakbonden of de ondernemingsraad zijn geweest, als het bezwaar zich richt tegen de inhoud daarvan. Een bezwaar is in bovenstaande gevallen wel weer mogelijk als het zich richt tegen de individuele uitvoering van zo’n beslissing. De procedure bij de Geschillencommissie geldt evenmin voor een beslissing, die genomen is door een instelling, vereniging of fonds, ingesteld voor medewerkers van RBS NL, terwijl zo’n procedure ook niet mogelijk is tegen een beslissing van RBS NL over het beëindigen van de arbeidsovereenkomst, die genomen is na overleg met de betrokken medewerker, en een schorsing anders dan als disciplinaire maatregel. b) Samenstelling van de Geschillencommissie De Geschillencommissie bestaat uit een onafhankelijke voorzitter, die in overleg tussen de CAO-partijen wordt benoemd, en twee leden, waarvan één lid wordt benoemd door RBS NL en één door de vakbonden. De voorzitter en de leden hebben ieder één of meer plaatsvervangers, die op dezelfde wijze worden benoemd. De Geschillencommissie beslist bij meerderheid van stemmen. De voorzitter, leden en hun plaatsvervangers worden benoemd voor de periode waarvoor de CAO geldt. De Geschillencommissie blijft ook na afloop van de CAO bevoegd voor geschillen die vóór afloop van de CAO aan de Geschillencommissie zijn voorgelegd. Bij een tussentijdse vacature in de commissie zal binnen een maand na het ontstaan van die vacature daarin worden voorzien op dezelfde wijze als waarop de vertrekkende functionaris is benoemd. De kosten van de Geschillencommissie worden door RBS NL betaald. De voorzitter, leden en hun plaatsvervangers zullen niet optreden in geschillen, waarbij zij persoonlijk betrokken zijn of een persoonlijk belang hebben. c) Secretariaat De Geschillencommissie heeft een secretariaat, waarvan de kosten eveneens worden betaald door RBS NL. De secretaris en diens plaatsvervanger(s) zijn geen lid van de Geschillencommissie en worden door RBS NL benoemd. De Geschillencommissie bepaalt de taak en werkwijze van het secretariaat.
Page 9/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Het secretariaat is gevestigd op de afdeling Human Resources, (PAC: 18.A.20, postbus 12925, 1100 AX Amsterdam), email:
[email protected] d) Procedure De procedure wordt gevoerd in de Nederlandse taal. De medewerker kan zich tijdens de gehele procedure laten bijstaan door een vertrouwenspersoon, zoals een vakbondsbestuurder, collega, advocaat of medewerker van een rechtshulpverzekeraar. De kosten voor die bijstand zijn voor de medewerker. De medewerker moet de procedure voor de Geschillencommissie starten door toezending van een bezwaarschrift aan het secretariaat. Dit bezwaarschrift dient te zijn verstuurd binnen zes weken na de dag waarop de beslissing waar het bezwaar betrekking op heeft, is genomen of geacht wordt achterwege te zijn gebleven. Het bezwaarschrift vermeldt onder meer de naam en het adres van de medewerker, geeft aan om welke beslissing het gaat of welke beslissing achterwege is gebleven, geeft een heldere omschrijving van de feiten die tot het geschil hebben geleid en bevat een duidelijke conclusie. Als het bezwaarschrift niet aan deze vereisten voldoet, zal de Geschillencommissie de medewerker de gelegenheid geven het bezwaarschrift aan te vullen. Het indienen van het bezwaarschrift schorst de werking van de bestreden beslissing niet. Nadat het bezwaarschrift is ingediend en zo nodig is aangevuld, kan de Geschillencommissie, zo nodig meteen, voorlopige voorzieningen treffen. Het secretariaat bevestigt de ontvangst van het bezwaarschrift en zorgt ervoor dat de Geschillencommissie en de leidinggevende en Human Resources een kopie van dat bezwaarschrift ontvangen. Als het bezwaar zich richt tegen de waardering van de functie van de medewerker of de wijze waarop die waardering tot stand is gekomen, kan de Geschillencommissie vragen om een schriftelijk deskundigenadvies van een onafhankelijke expert. Dit advies wordt door het secretariaat aan de medewerker en RBS NL gestuurd. RBS NL kan binnen vier weken na toezending door het secretariaat van het bezwaarschrift (of als het een bezwaar over functiewaardering betreft: het deskundigenadvies) een verweerschrift aan dat secretariaat sturen. Het secretariaat zorgt ervoor dat de Geschillencommissie en de medewerker een kopie van het verweerschrift ontvangen. De voorzitter kan de medewerker daarna in de gelegenheid stellen tot een schriftelijke reactie, waarna ook RBS NL weer schriftelijk mag reageren, steeds met een termijn van maximaal twee weken. Het secretariaat zorgt ervoor dat de Geschillencommissie en de andere partij steeds een kopie van de reactie ontvangen. Binnen vier weken na de schriftelijke voorbereiding stelt de voorzitter plaats, datum en uur vast voor de mondelinge behandeling. De Geschillencommissie kan dan zo nodig ook anderen horen. Ook de medewerker en RBS NL kunnen tijdens de mondelinge behandeling getuigen of deskundigen meebrengen om door de Geschillencommissie te worden gehoord, mits daarvan uiterlijk twee weken voor de mondelinge behandeling kennis is gegeven aan het secretariaat. Het secretariaat zorgt ervoor dat de Geschillencommissie en de andere partij meteen bericht wordt dat getuigen of deskundigen worden meegebracht. De mondelinge behandeling is niet openbaar, tenzij de Geschillencommissie anders bepaalt en de medewerker en RBS NL daartegen geen bezwaar hebben. Tijdens de mondelinge behandeling zal de Geschillencommissie proberen een minnelijke schikking tussen de medewerker en RBS NL te bereiken. De Geschillencommissie kan daartoe de behandeling aanhouden en partijen een termijn voor beraad geven. Indien een wederzijds acceptabele oplossing niet kan worden bereikt, doet de Geschillencommissie binnen drie werkdagen na de afsluiting van de mondelinge behandeling mondeling uitspraak in de vorm van een niet bindend advies aan de medewerker en RBS NL. De medewerker en RBS NL kunnen dan naar die uitspraak informeren bij het secretariaat van de Geschillencommissie en aan het secretariaat om een schriftelijke bevestiging van die uitspraak vragen. De Geschillencommissie geeft zo mogelijk binnen zes weken na de mondelinge uitspraak schriftelijk de motivering van die uitspraak. Oordelen van een minderheid van de Geschillencommissie worden hierin niet vermeld. De uitspraak die in de Nederlandse taal wordt gegeven, kan worden gepubliceerd, in welk geval steeds de naam van de medewerker wordt weggelaten. Het secretariaat zorgt ervoor dat de medewerker en RBS NL meteen een exemplaar van het advies ontvangen. e) Ten slotte De medewerker die een bezwaarschrift aan de Geschillencommissie voorlegt, zal daardoor op geen enkele wijze in zijn positie binnen RBS NL worden benadeeld. Dit geldt ook voor een medewerker die anderszins is betrokken bij de procedure. De Geschillencommissie en de medewerkers werkzaam binnen het secretariaat zijn gehouden tot geheimhouding, tenzij de medewerker zelf ruchtbaarheid geeft aan zaken die onder die geheimhouding vallen.
Page 10/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
De Geschillencommissie kan steeds van de bij dit reglement vastgestelde termijnen afwijken of een betrokken partij afwijking daarvan toestaan. Het secretariaat zorgt ervoor dat partijen zo’n beslissing meteen zullen horen. Als zich omstandigheden voordoen waarin dit reglement niet voorziet, beslist de Geschillencommissie. CAO-partijen kunnen bij overeenkomst bepalen dat de Geschillencommissie ook bij geschillen tussen een medewerker en RBS NL over de toepassing van een andere collectieve overeenkomst, zoals het Sociaal Plan, met uitsluiting van de civiele rechter geldt als arbiter. In dat geval doet de Geschillencommissie een bindende, arbitrale uitspraak waarbij dit reglement zoveel mogelijk wordt gevolgd.
Page 11/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.4
Gedragsregels
Gedragsregels algemeen Elke medewerker moet zich houden aan de gedragsregels en procedures van RBS NL, zoals vastgelegd in de Code of Conduct en het Group Policy Framework. Beschrijving Elke medewerker moet zich onder meer houden aan:
• de RBS Group Code of Conduct; • de RBS Group Policy Framework; • de RBS Staff Dealing Rules Netherlands. De Code of Conduct, de Group Policy Framework en het specifieke beleid en de procedures die voor de Nederlandse RBS organisatie en medewerkers van toepassing zijn, kunnen worden gevonden op de RBS NL HR intranet pagina. Bij ongewenst gedrag of overtreding van gedragsregels of procedures of instructies zijn onder meer deze sancties, al dan niet gecombineerd, mogelijk:
• berisping; • overplaatsing; • schorsing; • ontslag (zo nodig op staande voet). De sanctie van schorsing bedraagt maximaal vijf dagen (exclusief weekends, vakantiedagen en feestdagen), waarbij maximaal de helft van het salaris over de schorsingsdagen kan worden ingehouden. Een medewerker kan over een hem opgelegde sanctie klagen volgens de Geschillenprocedure. Klagen over een tegen hem gerichte ontslagbeslissing die na overleg met hem genomen is, is volgens die procedure niet mogelijk. Als uit onderzoek volgt dat van ongewenst gedrag of overtreding van gedragsregels of procedures van een medewerker niets is gebleken, kan de desbetreffende medewerker vragen om rehabilitatie door middel van een aan hem gerichte brief. Als RBS NL een medewerker verdenkt van ongewenst gedrag of overtreding van gedragsregels en procedures, wat zou kunnen leiden tot een ontslag op staande voet, kan de medewerker geschorst worden voor de duur van het onderzoek. Bij zo’n onderzoek kan RBS NL gericht (verborgen) camera’s inzetten, maar alleen op incidentele basis en voor een bepaalde periode. Als er na onderzoek, waarin een camera is ingezet, tegen een medewerker een sanctie wordt getroffen, mag hij de cameraopnames bekijken. RBS NL zal ongewenst gedrag, zoals (seksuele) intimidatie, racisme en pesten, bestrijden en waar mogelijk proberen te voorkomen. Een medewerker kan dergelijk ongewenst gedrag bespreken met zijn leidinggevende of met de aangestelde Arbo-dienst (thans Beter). Als dergelijk ongewenst gedrag zich voordoet, zal RBS NL steeds een sanctie uitvoeren. Als RBS NL na de klacht van een medewerker over vermeend ongewenst gedrag geen onderzoek instelt of actie onderneemt, kan de medewerker daarover klacht indienen conform de Geschillenprocedure.
Page 12/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.5
Respect op het werk
De RBS Group zet zich in om een werkomgeving te creëren waarin mensen worden gewaardeerd om de bijdrage die ze leveren en waarin ze hun potentieel volledig kunnen ontwikkelen. 1.
Alle medewerkers hebben het recht om op het werk met respect en waardigheid te worden behandeld;
2.
Intimidatie of pesten, in welke vorm dan ook, wordt niet getolereerd;
3.
Medewerkers dienen zich te allen tijde op een professionele manier te gedragen;
4.
Medewerkers die betrokken zijn geweest bij of getuige zijn geweest van een incident waarbij sprake is geweest van het intimideren of pesten van een medewerker, klant of leverancier dienen dit onder de aandacht van een leidinggevende te brengen.
Pesten en intimidatie zijn onaanvaardbaar en kunnen aanzienlijke gevolgen hebben voor de betrokkenheid, het welzijn en de motivatie van de betrokkene. De RBS Group streeft er dan ook naar: 1.
Een omgeving te creëren waarin pesten en intimidatie geen plaats hebben;
2.
Ervoor te zorgen dat alle medewerkers zich veilig voelen om dergelijke problemen onder de aandacht te brengen;
3.
Een vastomlijnde procedure te bieden die bijdraagt aan een effectieve, vlotte en vertrouwelijke afwikkeling van eventuele klachten.
Pesten en intimidatie worden binnen de RBS Group beschouwd als ernstig wangedrag en kunnen aanleiding zijn voor disciplinaire maatregelen of zelfs ontslag. Bij ernstige incidenten kan de RBS Group tevens aangifte doen bij de politie.
Page 13/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.6
Gedragsregels bij ziekte
Als een medewerker ziek is, moet hij zich aan een aantal regels houden. Beschrijving Bij ziekte moet de medewerker:
• zich ziek melden binnen 30 minuten na de gebruikelijke aanvang van zijn werkdag bij zijn leidinggevende, doch in ieder geval voor 9.30 uur;
• alles doen wat zijn herstel kan bevorderen; • zorgen dat hij in elk geval tussen 11.00 uur en 16.30 uur bereikbaar is, behalve bij afwezigheid voor medische behandeling of afwijkende instructies van RBS NL. Als hij niet thuis is, moet hij zijn verpleeg- of verblijfadres doorgeven;
• (ander) passend werk dat RBS NL hem opdraagt verrichten, ook al is het bij een andere werkgever; • zijn leidinggevende toestemming vragen voor vakantie in Nederland. Deze zal dat toestaan als zeker is dat de vakantie het herstel niet in de weg staat. Voor vakantie in het buitenland is ook advies nodig van de aangestelde Arbo-dienst, thans Beter (‘Arbodienst’).;
• bij herstel zijn leidinggevende inlichten, zich via het systeem hersteld laten melden en meteen het werk hervatten; • in geval van ziekte tijdens vakantie naast ziekmelding en doorgeven van zijn verpleeg- of verblijfadres een verklaring van de behandelend arts met aard, duur en behandelingswijze aan de Arbo-dienst geven. Alleen dan krijgt de medewerker de gemiste vakantie-uren terug. Als RBS NL vanwege de arbeidsongeschiktheid van een medewerker een vordering tot schadevergoeding wil instellen bij een derde, moet de medewerker daaraan meewerken. Als de medewerker zich niet houdt aan deze gedragsregels kan dat gevolgen hebben voor de betaling van zijn salaris, van wettelijke of aanvullende uitkeringen en voor de arbeidsovereenkomst met RBS NL. Als ziekte wordt veroorzaakt of verergerd door opzet of grove schuld, krijgt de medewerker geen aanvullende uitkeringen van RBS NL.
Page 14/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
1.7
Diversiteitsbeleid
RBS NL zal tijdens de looptijd van deze CAO maatregelen nemen om – in overeenstemming met het Group Diversity & Inclusion beleid - een meer diverse werkomgeving te stimuleren en zal de vakbonden op de hoogte houden van te maken plannen. In dat kader zijn sociale partijen overeengekomen dat RBS NL zich zal inspannen een stageprogramma op te zetten voor MBO-studenten alsook een beperkt aantal (tijdelijke) arbeidsplaatsen te creëren voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt.
Page 15/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2 Arbeidstijd en verlof 2.1
Arbeidsduur
RBS NL kent een basisarbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week. De arbeidsduur kan echter ook korter of langer zijn. Beschrijving RBS NL kent een basisarbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week en 1872 uur op jaarbasis. De medewerker kan met zijn leidinggevende een andere arbeidsduur afspreken. De maximale arbeidsduur is gemiddeld 40 uur per week en 2080 uur op jaarbasis. Als de medewerker een vermeerdering van de arbeidsduur wil overeenkomen, moet hij bovendien ten minste een eindbeoordeling 3 hebben. De loopbaan van een medewerker binnen RBS NL zal niet belemmerd worden door een kortere arbeidsduur. Aanvragen De medewerker vraagt de aanpassing van de arbeidsduur schriftelijk aan bij zijn leidinggevende, ten minste vier maanden voor de gewenste ingangsdatum. De leidinggevende bevestigt schriftelijk zijn besluit, ten minste drie maanden voor de gewenste ingangsdatum. Als hij het verzoek (gedeeltelijk) afwijst, moet hij aangeven waarom. Als de medewerker het besluit niet tijdig ontvangt, is het verzoek toegewezen. Een medewerker kan maximaal drie keer per jaar om een aanpassing van de arbeidsduur vragen. Áls een verzoek wordt geweigerd en/of er wordt niet tijdig gereageerd en de medewerker wil een klacht indienen dan kan hij de Geschillenprocedure volgen.
Page 16/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.2
Werktijden
De gebruikelijke werkdagen zijn maandag tot en met zaterdag. De leidinggevende spreekt met de medewerker de werktijd af en legt deze vast. Daarbij worden belangen van team, individu en organisatie tegen elkaar afgewogen met inachtneming van de Arbeidstijdenwet. Beschrijving De gebruikelijke werktijden zijn maandag tot en met vrijdag tussen 7.00 uur en 21.00 uur en zaterdag tussen 8.00 uur en 17.00 uur. Bij het vaststellen van de werktijd wordt gestreefd naar een goede balans tussen het belang van het individu, het team en de organisatie. De werktijd ligt vast in een rooster van minimaal een kwartaal en maximaal een jaar. Vrije tijd wordt ten minste in halve dagen ingeroosterd. Als een werkdag op een zaterdag is ingeroosterd, heeft de medewerker altijd recht op een vrije maandag direct volgend op die zaterdag. Als de ingeroosterde verloftijd samenvalt met een feestdag, krijgt de medewerker geen vervangende vrije tijd. Regels bij ziekte Voor ziekte tijdens ingeroosterde vrije tijd krijgt de medewerker geen vervangende verloftijd.
Page 17/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.3
Meerwerk
Een medewerker kan gevraagd of verplicht worden om buiten de gebruikelijke werktijden te werken. Tot en met salarisband E krijgt de medewerker hiervoor een vergoeding. Beschrijving De leidinggevende kan de medewerker of het team waarin de medewerker werkt incidenteel vragen meerwerk te verrichten, buiten de afgesproken werktijden. Soms kan uw leidinggevende u daartoe zelfs verplichten. De leidinggevende zal bij het opleggen van meerwerk rekening houden met het belang van de organisatie en dat van de medewerker. Hij kan de medewerker niet verplichten tot meerwerk op zondag of een feestdag. De medewerker kan niet zelf besluiten meerwerk te verrichten. Uitgangspunt voor het maximaal aantal uur meerwerk dat een medewerker kan verrichten is de Arbeidstijdenwet. Als de medewerker door meerwerk van twee uur of langer ’s avonds niet thuis kan eten, mag hij een maaltijdpauze nemen van een halfuur, die meetelt voor de vergoeding voor meerwerk. De kosten voor de maaltijd kan hij declareren volgens de Travel & Entertainment Expenses Policy. Voor medewerkers die tijdelijk in het buitenland werkzaam zijn, geldt de verplichting dat meerwerk wordt verricht in overleg met en met goedkeuring van de Nederlandse leidinggevende. Vergoeding Als de medewerker een functie uitoefent in de salarisbanden A t/m E, krijgt hij voor meerwerk een vergoeding. Deze vergoeding krijgt hij alleen als hij langer dan een halfuur meerwerk verricht. De hoogte van de vergoeding is een percentage van het uurloon: Vergoeding meerwerk Uren
Percentage van het uurloon Zon/Feest
Ma t/m Vrij
Za
0.00-7.00
200
150
175
7.00-8.00
200
150
175
8.00-17.00
200
150
175
17.00-21.00
200
150
200
21.00-24.00
200
150
200
De vergoeding voor meerwerk is geen basis voor andere beloningscomponenten. Uitbetaling Declaraties voor meerwerk dienen binnen 3 maanden na verrichting van het meerwerk goedgekeurd door de leidinggevende te worden ingediend. De vergoeding wordt dan uitbetaald met de volgende salarisbetaling.
Page 18/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.4
Piketdienst
De medewerker kan worden aangewezen voor piketdienst. Indien de medewerker een functie heeft in de salarisbanden A t/m E, dan krijgt hij daarvoor een pikettoeslag. Beschrijving Piketdienst betekent dat de medewerker volgens een rooster buiten zijn werktijden oproepbaar en beschikbaar is. De medewerker dient steeds bereikbaar te zijn en binnen een redelijke tijd op het werk te kunnen zijn. Piketdiensten worden van tevoren in roosters van minimaal drie maanden vastgelegd. De medewerker hoeft niet meer dan 80 dagen per jaar piketdienst te doen. Als de medewerker wordt opgeroepen, krijgt hij een meerwerkvergoeding over de uren die hij werkt en reist om naar zijn werk te komen. De medewerker spreekt met zijn leidinggevende af hoe hij naar zijn werk komt. Extra reiskosten dienen gedeclareerd te worden volgens de Travel- & Entertainment Expenses Policy. Hoogte van de vergoeding De pikettoeslag wordt vastgesteld aan de hand van onderstaande tabel. Dagen piketdienst
Uren piketdienst
Toeslag in procenten van het uurloon
Maandag t/m vrijdag
08.00 tot 24.00 uur
15%
Maandag t/m vrijdag
00.00 tot 8.00 uur
5%
Zaterdag en zondag
00.00 tot 24.00 uur
30%
Feestdagen
00.00 tot 24.00 uur
33⅓%
Grondslag De pikettoeslag is basis voor VUT en pensioen. Uitbetaling De piketdienst wordt maandelijks uitbetaald. Declaraties voor overwerk dienen binnen 3 maanden na verrichting van de piketdienst goedgekeurd door de leidinggevende te worden ingediend. De vergoeding wordt dan met de volgende salarisbetaling uitbetaald. Regels bij ziekte De pikettoeslag is basis voor uitkeringen tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid.
Page 19/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.5
Vakantie-uren
De medewerker heeft recht op wettelijke vakantie-uren en kan daarnaast extra verlofuren kopen. Beschrijving Bij een basisarbeidsduur bouwt de medewerker 151,2 vakantie-uren per jaar op. Bij een andere arbeidsduur bouwt de medewerker de vakantie-uren naar evenredigheid op. Bij een arbeidsduur van gemiddeld 40 uur worden per jaar 168 vakantie-uren opgebouwd. De wettelijke vakantiedagen zijn voor iedere medewerker 20 dagen per jaar. De onderstaande tabel geeft weer hoeveel uren een vakantiedag heeft afhankelijk van de overeengekomen Arbeidsduur. Per 1 juli 2013 bedraagt het aantal vakantiedagen 21 dagen per jaar en per 1 januari 2014 22 dagen per jaar: Werk uren per week 40 38 36 32 24
Werk Uren per Maand 173,33 164,67 156,00 138,67 104,00
Vak dagen per 01/01/2013 20 20 20 20 20
Vak dagen per 01/07/2013 21 21 21 21 21
Vak dagen per 01/01/2014 22 22 22 22 22
Werk uren per dag 8,00 7,60 7,20 6,40 4,80
Vak Uren per 01/01/2013 160 152 144 128 96
Vak Uren per 01/07/2013 168,00 159,60 151,20 134,40 100,80
Vak Uren per 01/01/2014 176,00 167,20 158,40 140,80 105,60
Als de arbeidsovereenkomst in de loop van een jaar begint of eindigt, krijgt de medewerker vakantie-uren naar evenredigheid van het aantal gewerkte maanden, afgerond op hele maanden. De medewerker kan maximaal het aantal vakantie-uren equivalent aan 5 dagen meenemen naar het volgende kalenderjaar. Opgebouwde maar nog niet gebruikte vakantie-uren per 31 december 2012 worden niet aangetast door deze wijziging en kunnen nog steeds binnen 5 jaar vanaf de opbouwdatum worden gebruikt. Deze dagen vervallen derhalve uiterlijk 31 december 2017. De bovenwettelijke vakantie-uren, het aantal vakantie-uren equivalent aan één vakantiedag in 2013 en vanaf 2014 het aantal uren equivalent aan 2 vakantiedagen, worden apart geregistreerd en vervallen 5 jaar na de opbouwdatum. Elk jaar vervallen de niet opgenomen vakantie-uren die niet kunnen worden meegenomen naar een volgend jaar en niet onder onder de hierboven genoemde 5-jaars vervalperiode vallen. Zij worden ook niet uitbetaald. Toepassing De medewerker mag drie aaneengesloten weken vakantie opnemen. Het is een verplichting om gedurende het vakantiejaar een vakantie van tenminste twee aaneengesloten weken op te nemen. Nadat de vakantieplanning in het team is besproken, stelt de leidinggevende na overleg de vakantie van (een) medewerker(s) vast. De medewerker kan niet verplicht worden om te werken op dagen die volgens zijn geloofsover-tuiging feestdagen zijn. Als hij vrij neemt op deze dagen, moet hij wel verlof opnemen. Regels bij ziekte Als de medewerker tijdens zijn vakantie ziek wordt, worden de daardoor gemiste vakantie-uren niet als vakantie beschouwd als hij zich houdt aan de gedragsregels bij ziekte. Bij ziekte blijft de medewerker conform de wettelijke regelgeving vakantie-uren opbouwen. Daar staat tegenover dat hij ook vakantie-uren moet opnemen indien hij met vakantie gaat tijdens zijn ziekte. De medewerker dient hiervan zijn leidinggevende op de hoogte te stellen.
Page 20/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.6
Zwangerschaps- en bevallingsverlof
In de periode rond de bevalling moet de medewerkster zwangerschaps- en bevallingsverlof opnemen conform de wettelijke regelingen. Beschrijving Zwangerschaps- en bevallingsverlof moet opgenomen worden in de periode rond de bevalling. Ten aanzien van het zwangerschapsverlof heeft de medewerkster de keuze het verlof te laten ingaan op iedere werkdag tussen de eerste dag van de zesde week en de eerste dag van de vierde week vóór de vermoedelijke of voorziene bevallingsdatum. Echter, het zwangerschapsverlof gaat tenminste in op de eerste dag van de vierde week voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Het zwangerschapsverlof eindigt op de dag van de bevalling. Het bevallingsverlof gaat in op de dag na de bevalling. De leidinggevende dient hiervan zo snel mogelijk na de bevalling op de hoogte gesteld te worden. Duur Als het kind wordt geboren vóór of op de vermoedelijke bevallingsdatum, heeft de medewerker recht op in ieder geval zestien weken verlof. De medewerkster kan het verlof verlengen met de periode tussen de vermoedelijke en werkelijke bevallingsdatum. Vergoeding Het salaris wordt gedurende het verlof volledig doorbetaald en ook lopen alle arbeidsvoorwaarden door, met uitzondering van vergoedingen op declaratiebasis en reiskosten woon-werkverkeer. Aanvragen Uiterlijk drie maanden voor de vermoedelijke of voorziene bevallingsdatum dient aan de leidinggevende doorgegeven te worden op welk moment de medewerkster het zwangerschapsverlof wil laten ingaan. Hierbij dient een zwangerschapsverklaring van een arts of verloskundige overhandigd te worden, waarin de vermoedelijke of voorziene bevallingsdatum staat vermeld. Regels bij ziekte De regels voor ziek- en herstelmelding gelden ook tijdens het verlof. Als de medewerkster bij aanvang van het geplande zwangerschapsverlof ziek of gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, tellen de ziektedagen vóór het zwangerschapsverlof mee als zwangerschapsverlof, ongeacht de oorzaak van de ziekte. Het zwangerschapsverlof kan nooit eerder beginnen dan zes weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum. Als de medewerkster tijdens het verlof ziek wordt, tellen deze ziektedagen mee als verlofdagen, ongeacht de oorzaak van de ziekte. Herintreding na ontslag volgend op bevallingsverlof Indien een medewerkster haar arbeidsovereenkomst beëindigt na de geboorte van een kind, dan zal RBS NL zich tot het uiterste inspannen haar een passende functie aan te bieden indien zij binnen vier jaar na die beëindiging weer in dienst wil treden.
Page 21/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.7
Ouderschapsverlof
Een medewerker kan per kind (tot de leeftijd van 8 jaar) een periode van verlof opnemen. Dat kan in voltijd of deeltijd. In tegenstelling tot de wettelijke regeling wordt voor verlof voor kinderen geboren vóór 1 januari 2014 een deel van het salaris doorbetaald. Beschrijving Een medewerker kan ouderschapsverlof opnemen voor een eigen of een adoptiefkind, mits hij tenminste één jaar in dienst is en het eigen kind jonger is dan acht jaar. Indien het adoptiefkind ten minste zeven jaar en tien maanden was ten tijde van de adoptie, mag de medewerker ouderschapsverlof opnemen tot het adoptiefkind twaalf jaar is. Als de medewerker twee of meer eigen of adoptiefkinderen heeft, mag hij meerdere keren (aansluitend) verlof opnemen. Als de medewerker gaat trouwen of samenwonen met iemand die kinderen uit de doelgroep heeft, geldt ouderschapsverlof voor één van deze kinderen. Het verlof kan opgenomen worden in voltijd of deeltijd. In deeltijd kan het verlof maximaal 52 aaneengesloten weken duren tot maximaal 50% van de gemiddelde arbeidsduur per week. Indien de medewerker het verlof op een andere manier wil opnemen, dan moet hij dat met zijn leidinggevende afspreken. De leidinggevende zal de afspraak maken, tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen zich hiertegen verzetten. Na het verlof keert de medewerker terug in zijn eigen functie met dezelfde arbeidsduur als direct voor het verlof, maar bij reorganisaties worden de regels bij reorganisaties toegepast alsof hij geen verlof heeft. Duur Er mag maximaal zesentwintig keer de gemiddelde arbeidsduur per week opgenomen worden als ouderschapsverlof. Indien sabbats-, ouderschaps- of zorgverlof in enige combinatie opgenomen wordt, mogen de gecombineerde verloven niet langer dan zes maanden duren. Indien het ouderschapsverlof wegens zwangerschaps- bevallings- of adoptieverlof wordt onderbroken dan kunnen de niet genoten verlofuren in overleg met de leidinggevende later opgenomen worden. Indien het verlof vrijwillig wordt onderbroken, dan vervallen de niet opgenoten verlofuren. Een verlofperiode dient minimaal één maand te duren en het minimaal aantal verlofuren per week dient 4 te bedragen. Het verlof kan uitsluitend in volledige uren worden opgenomen. Het verlof begint altijd op de eerste dag van de maand, tenzij het ouderschapsverlof aansluit op het bevallingsverlof. Vergoeding Voor verlof voor kinderen geboren vóór 1 januari 2014 krijgt de medewerker 50% van het salaris over de verlofuren gedurende maximaal 13 weken voltijd-verlof. De vergoeding is gebaseerd op het salaris, het benefit budget en vaste toeslagen bij aanvang van het verlof. Ingeval van verhoging van de arbeidsduur in het jaar voorafgaand aan het ouderschapsverlof, wordt de vergoeding gebaseerd op de arbeidsduur die van toepassing was voor de laatste verhoging. Bij voltijd-verlof stoppen de opbouw van uw vakantierechten en uitbetaling van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer na de lopende en de eerstvolgende maand. De opbouw van pensioen (op basis van de arbeidsduur direct vóór het verlof), recht op het vervoersbudget en opleidingsbepalingen blijven nog de lopende maand en de vijf maanden daarop doorgaan. Personeelscondities hypotheken blijven gewoon van toepassing. Bij deeltijdverlof gelden deze bepalingen naar evenredigheid. Als tijdens of binnen drie maanden na afloop van het betaalde verlof de arbeidsovereenkomst eindigt (tenzij als gevolg van boventalligheid), moet de medewerker RBS NL de vergoeding terugbetalen. Uitbetaling De vergoeding wordt maandelijks uitgekeerd. Regels bij ziekte De gedragsregels bij ziekte gelden ook tijdens het verlof. Als de medewerker tijdens het verlof ziek is, verandert de oorspronkelijk afgesproken einddatum van het verlof niet. De medewerker maakt met zijn leidinggevende afspraken over de gemiste verlofuren. Aanvragen Uiterlijk twee maanden van tevoren dient het verlof bij de leidinggevende aangevraagd te worden.
Page 22/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Het verlof begint op de eerste van de maand, tenzij het verlof aansluit op het bevalingsverlof. Binnen een maand na aanvraag krijgt u van uw leidinggevende een bevestiging van de afspraken. Aanvragen voor betaald en onbetaald verlof met terugwerkende kracht zijn niet toegestaan.
Page 23/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.8
Adoptieverlof
Als de medewerker een kind adopteert, krijgt hij adoptieverlof. Beschrijving Als de medewerker een kind adopteert, mag hij adoptieverlof nemen. Dit verlof kan hij opnemen vanaf twee weken vóór de adoptie tot zestien weken na de adoptie. Ook pleegouders mogen dit verlof opnemen als het pleegkind duurzaam wordt opgenomen in het gezin op basis van een pleegcontract. Vergoeding Tijdens het verlof lopen het salaris en alle arbeidsvoorwaarden door. Duur De medewerker mag maximaal viermaal de wekelijkse arbeidsduur adoptieverlof opnemen. Aanvragen Het verlof wordt altijd opgenomen in overleg met de leidinggevende. Herintreding na ontslag volgend op adoptieverlof In het geval een medewerker zijn arbeidsovereenkomst beëindigt onmiddellijk na adoptieverlof, zal RBS NL zich tot het uiterste inspannen hem een passende functie aan te bieden indien hij binnen vier jaar na het verlof wil herintreden.
Page 24/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.9
Kortdurend Zorgverlof
In bepaalde situaties kan de medewerker kortdurend zorgverlof krijgen. Beschrijving Indien zjjn partner, inwonend kind of ouder ziek is en verzorging nodig heeft kan de medewerker kortdurend zorgverlof opnemen. Hij moet dit overleggen met zijn leidinggevende. Deze staat het verlof toe tenzij het belang van de medewerker redelijkerwijs moet wijken voor zwaarwegende bedrijfsbelangen. De leidinggevende kan de medewerker steeds vragen de noodzaak tot verzorging aannemelijk te maken. Duur Per jaar mag de medewerker maximaal twee keer de gemiddelde arbeidsduur per week opnemen als kortdurend zorgverlof. Als aan de criteria in 2.10 wordt voldaan, kan aansluitend langdurend zorgverlof opgenomen worden. Vergoeding De medewerker krijgt 85% van het salaris, inclusief vaste toeslagen en het benefit budget vergoed. Uitbetaling De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Aanvragen De medewerker vraagt het verlof aan bij zijn leidinggevende.
Page 25/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.10 Langdurend Zorgverlof In bepaalde situaties kan de medewerker langdurend zorgverlof krijgen. Beschrijving De medewerker die tenminste één jaar in dienst is krijgt langdurend zorgverlof als een zorgbehoevende uit zijn directe omgeving zoals zijn partner, kind of ouder ernstig ziek is, verzorging nodig heeft en voor deze verzorging van hem afhankelijk is. Ook voor de begeleiding van een stervende partner, kind of ouder, of voor hulp aan een kind met een levensbedreigende ziekte, krijgt hij dit verlof. De medewerker kan per gebeurtenis aanspraak maken op langdurend zorgverlof. Hij kan het verlof opnemen in voltijd of deeltijd of een combinatie daarvan. Het verlof moet altijd in een aaneengesloten periode opgenomen worden. Als hij dit verlof wilt opnemen, overlegt hij dat met zijn leidinggevende. Deze staat het verlof toe tenzij het belang van de medewerker redelijkerwijs moet wijken voor zwaarwegende bedrijfsbelangen. Binnen een maand na de aanvraag krijgt de medewerker van zijn leidinggevende schriftelijk antwoord. Als de situatie rond de verzorging wijzigt, kan de medewerker in overleg met zijn leidinggevende het verlof aanpassen, onderbreken of beëindigen. Na het verlof keert de medewerker terug in zijn eigen functie met dezelfde arbeidsduur als direct voor het verlof, maar bij reorganisaties worden de regels bij reorganisaties toegepast alsof hij geen verlof heeft. Duur De medewerker mag per gebeurtenis maximaal elfmaal de gemiddelde arbeidsduur per week opnemen als langdurend zorgverlof. Hij kan het verlof opnemen in voltijd of deeltijd. In deeltijd kan het verlof (inclusief het kortdurende zorgverlof) maximaal 26 aaneengesloten weken duren. Bij deeltijdverlof moet minimaal 50% van de gemiddelde arbeidsduur per week gewerkt blijven worden. Als de medewerker sabbats-, ouderschaps- of zorgverlof in enige combinatie opneemt, mogen de gecombineerde verloven niet langer dan zes maanden duren. Vergoeding De medewerker krijgt 50% van het salaris over de verlofuren. Dit is gebaseerd op het salaris, het benefit budget en vaste toeslagen bij aanvang van het verlof. Bij voltijdverlof stoppen de opbouw van de vakantierechten en uitbetaling van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer na de lopende en de eerstvolgende maand. De opbouw van pensioen (op basis van de arbeidsduur direct vóór de vakantie), recht op het vervoersbudget en opleidingsbepalingen blijven nog de lopende maand en de vijf maanden daarop doorgaan. Personeelscondities hypotheken blijven gewoon van toepassing. Bij deeltijdverlof gelden deze bepalingen naar evenredigheid. Als tijdens of binnen drie maanden na afloop van het verlof zijn arbeidsovereenkomst eindigt, moet de medewerker RBS NL de vergoeding terugbetalen. Uitbetaling De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Regels bij ziekte De regels voor ziek- en herstelmelding gelden ook tijdens het verlof. Als de medewerker ziek is, verandert de oorspronkelijk afgesproken einddatum van het verlof niet. Hij maakt met zijn leidinggevende afspraken over de gemiste verlofuren. Aanvragen De medewerker moet het verlof aanvragen bij zijn leidinggevende, waarbij hij de periode en de vorm van het verlof aangeeft en bij deeltijdverlof de gewenste werktijden. Als het mogelijk is, sluit hij een doktersverklaring in.
Page 26/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.11 Sabbatsverlof De medewerker kan maximaal zes maanden sabbatsverlof opnemen, of maximaal drie jaar bij verlof voorafgaand aan VUT of pensioen. Beschrijving Het sabbatsverlof moet in een aaneengesloten periode opgenomen worden. Het verlof mag in voltijd of deeltijd opgenomen worden. De medewerker moet in geval van deeltijd minimaal een arbeidsduur van gemiddeld tien uur per week aanhouden. Als de medewerker tijdens het verlof de duur wilt aanpassen, is daarvoor overleg met zijn leidinggevende nodig. De gedragsregels, zoals voor nevenfuncties en -inkomsten, blijven tijdens het verlof gelden. Na het verlof keert de medewerker terug in zijn eigen functie met dezelfde arbeidsduur als direct voor het verlof, maar bij reorganisaties worden de regels bij reorganisaties toegepast alsof hij geen verlof heeft. Er kan opnieuw sabbatsverlof opgenomen worden drie jaar na afloop van een eerder sabbatsverlof. Duur Het verlof moet minimaal één maand duren en mag ten hoogste zes maanden zijn. Daarbij maakt het niet uit of het in voltijd of deeltijd opgenomen wordtt. Als sabbats-, ouderschaps- of zorgverlof in enige combinatie opnomen worden, mogen de gecombineerde verloven niet langer dan zes maanden duren. Sabbatsverlof direct voor de pensionering (of VUT), mag maximaal drie jaar duren. Vergoeding Tijdens het verlof krijgt de medewerker geen vergoeding. Hij kan het verlof zelf financieren door tegoeden op de levenslooprekening of de persoonlijke tijdspaarrekening te gebruiken. Bij voltijdverlof stoppen de opbouw van de vakantierechten en uitbetaling van de reiskostenvergoeding woon-werkverkeer na de lopende en de eerstvolgende maand. De opbouw van pensioen (op basis van arbeidsduur direct vóór het verlof), recht op het vervoersbudget en opleidingsbepalingen blijven nog de lopende maand en de vijf maanden daarop doorgaan. Personeelscondities hypotheken blijven gewoon van toepassing. Bij deeltijdverlof gelden deze bepalingen naar evenredigheid. Regels bij ziekte Als de medewerker tijdens de verlofperiode ziek wordt, zijn er twee mogelijkheden: 1.
Hij meldt zich niet ziek en laat het verlof doorlopen tot het einde van de afgesproken periode.
2.
Hij meldt zich op de gebruikelijke manier ziek. Het verlof wordt dan stopgezet en de loondoorbetaling wordt hervat vanaf de dag van de ziekmelding. Als hij het resterende sabbatsverlof wil opnemen, moet hij dat weer opnieuw overleggen met zijn leidinggevende.
Aanvragen Voor het opnemen van sabbatsverlof is toestemming van de leidinggevende nodig. Het verlof dient in ieder geval vier maanden voor ingang aangevraagd te worden Als het verzoek minimaal één jaar van te voren wordt ingediend, zal de leidinggevende het verlof steeds toestaan. Binnen een maand na de aanvraag krijgt de medewerker van zijn leidinggevende schriftelijk antwoord.
Page 27/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.12 Overgangsregeling tijdsparen Vóór 2007 kon bij een 40-urige werkweek gespaard worden op een tijdspaarrekening. Beschrijving Tot 1 januari 2007 kon bij een langere arbeidsduur dan de basisarbeidsduur uren gespaard worden op een persoonlijke tijdspaarrekening. Deze uren kunnen gebruikt worden voor sabbatsverlof. Als de medewerker tijd heeft gespaard en de uren van de tijdspaarrekening opneemt, blijven – in tegenstelling tot de bepalingen bij sabbatsverlof – alle arbeidsvoorwaardelijke regelingen gelden, met uitzondering van de opbouw van vakantierechten en de vergoedingen van kosten die niet meer worden gemaakt (bijvoorbeeld reiskosten woon-werkverkeer). Bij het einde van de arbeidsovereenkomst of bij overlijden worden de uren uitbetaald. De waarde van de gespaarde uren bij uitbetaling staat in de onderstaande tabel. De uren ook uitbetaald worden als aanvulling op uw VUT-uitkering. Periode waarin uren zijn gespaard
Bijzonderheden
Waarde in % van het actuele uurloon
Vóór 1 januari 2001
Geen
116,33%
Tussen 1 januari 2001 en 1 januari 2005
Geen
124,66%
Tussen 1 januari 2005 en 31 december 2006
Als de medewerker 1 januari 2005 al in dienst was
120,53%
Tussen 1 januari 2005 en 31 december 2006
Als de medewerker op of na 1 januari 2005 in dienst bent getreden
116,33%
Na 1 juni 2000 gespaarde uren zijn bij uitbetaling basis voor pensioen. Het vanaf 1 januari 2001 opgebouwde saldo tijdspaaruren mag tezamen met het saldo vakantie-uren niet hoger zijn dan 50 keer de gemiddelde arbeidsduur per week. Betaling Bij beëindigen van de arbeidsovereenkomst of overlijden wordt het bedrag ineens uitbetaald.
Page 28/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.13 Buitengewoon en calamiteitenverlof In bepaalde situaties krijgt de medewerker buitengewoon of calamiteitenverlof. Beschrijving De medewerker heeft recht op buitengewoon verlof met behoud van salaris volgens de onderstaande tabel. Situatie
Duur verlof
Geboorte van kind van partner
Vier dagen
Overlijden van:
Van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
partner een inwonend kind Overlijden van: een (schoon-, pleeg-, stief-) ouder een grootouder een niet-inwonend kind of aangehuwd kind een broer, zus, zwager of schoonzus
Eén dag en als de medewerker de begrafenis bijwoont nog een tweede dag. Als de medewerker degene is die de begrafenis regelt, dan van de dag van het overlijden tot en met de dag van de begrafenis.
een kleinkind Een onverwachte calamiteit in de privésfeer die om een snelle oplossing vraagt en waarbij zijn aanwezigheid noodzakelijk is.
De tijd dat de calamiteit de aanwezigheid noodzakelijk maakt, tot een maximum van twee dagen.
Afleggen school- of vakexamens.
De tijd die hiervoor nodig is.
Aanvragen De medewerker vraagt buitengewoon verlof aan bij zijn leidinggevende.
Page 29/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.14 Vrijwilligersverlof De medewerker kan verlof krijgen voor vrijwilligerswerk. Beschrijving Een medewerker die ten minste twee aaneengesloten jaren in dienst is bij RBS NL kan als hij vrijwilligerswerk doet, daarvoor betaald verlof krijgen tot maximaal één keer zijn gemiddelde arbeidsduur per week. Voorwaarde is dat de activiteit is goedgekeurd door de Country Executive van RBS NL. Ook is voorwaarde dat dit werk alleen tijdens werktijd uitgevoerd kan worden. Aanvragen De medewerker vraagt vrijwilligersverlof aan bij zijn leidinggevende.
Page 30/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
2.15 Seniorenverlof De medewerker kan onder bepaalde voorwaarden seniorenverlof krijgen. Beschrijving De medewerker kan vanaf het moment dat hij 63 jaar wordt, twee uur betaald verlof per gewerkte week opnemen. Vanaf het moment dat hij 65 jaar wordt, mag hij vier uur per gewerkte week opnemen. Als hij in deeltijd werkt, geldt dit verlof naar evenredigheid. Overgangsregeling Medewerkers die op 1 juli 2013 58 jaar of ouder zijn en die reeds gerechtigd zijn tot twee of vier uur betaald verlof per gewerkte week op basis van de CAO 2011-2012, behouden hun reeds opgebouwde rechten met dien verstande dat degenen die gerechtigd zijn tot 2 uur betaald verlof per gewerkte week niet eerder gerechtigd zijn tot vier uur betaald verlof per gewerkte week dan nadat zij de leeftijd van 65 jaar hebben bereikt. Het verlof dient per week opgenomen te worden. Sparen van het verlof is niet toegestaan. Reeds ten tijde van het aangaan van deze CAO gemaakte afspraken over het sparen van verlof blijven evenwel van kracht. Bij opname van het verlof dienen de werktijden met de leidinggevende te worden afgestemd. Niet opgenomen seniorenverlof wordt niet uitbetaald.
Page 31/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3 Salaris en benefits 3.1
Salarisstructuur en inkomen
Bij aanvang van deze CAO wordt de structuur van salarisschalen aangepast. Daarnaast komt de prestatiepremie te vervallen en wordt deze vervangen door een structurele verhoging van het salaris.Tevens krijgt de medeweker tijdens deze CAO een structurele loonsverhoging. Beschrijving Bij aanvang van deze CAO worden de salarisschalen samengevoegd tot de volgende salarisbanden: Salarisschalen
1,2,3
4,5
6,7
8,9
10,11
12,13
14,15
16
Salarisbanden
Salarisband A
Salarisband B
Salarisband C
Salarisband D
Salarisband E
Salarisband F
Salarisband G
Salarisband H
De jaarlijkse prestatiepremie komt te vervallen en wordt vervangen door een structurele verhoging per 1 juli 2013 van het salaris en de salarisbanden met 6,25%. In oktober 2013 zullen medewerkers die per 1 juli 2013 in dienst waren, een eenmalige uitkering krijgen van 5% van hun persoonlijke maandsalaris ter compensatie van de prestatiepremie over de eerste 6 maanden van 2013, voor het aantal maanden in het eerste halfjaar van 2013 dat zij in dienst waren. Tijdens deze CAO worden de salarisbanden en het salaris per 1 juli 2013 structureel verhoogd met 0,75% en per 1 juli 2014 met 0,5%. Deze verhoging geldt ook voor de VUT-uitkering. De grondslag voor de 0,75% en de 6,25% structurele salarisverhogingen per 1 juli 2013 is het persoonlijk functiesalaris per 1 juli 2013.
Page 32/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.2
Functiewaardering
RBS NL stelt de zwaarte van de functie vast op basis van functiewaardering. De zwaarte van de functie bepaalt het functieniveau en derhalve het salaris. Beschrijving RBS NL gebruikt het functiewaarderingssysteem BASYS om de zwaarte van de functie vast te stellen of een vergelijkbaar en algemeen geaccepteerd systeem. Op basis van het vastgestelde niveau van de functie wordt de functie ingeschaald in de voor de functie passende salarisband. Bij de functie hoort een actuele functiebeschrijving met een vermelding van het niveau van de functie. Bij een reorganisatie wordt een indicatie van het niveau van de nieuwe functie afgegeven. Binnen een jaar na de reorganisatie wordt de nieuwe functie beschreven en gewogen. De medewerker kan bezwaar maken tegen de waardering van zijn functie en de manier waarop deze tot stand is gekomen. Hoe, dat staat beschreven in de Geschillenprocedure, onder 1.3.
Page 33/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.3
Beoordelingssysteem
Het beoordelen van het functioneren en de persoonlijke ontwikkeling gebeurt volgens het RBS Group Performance Management proces. Beschrijving Details van het Performance Management proces en instructies voor lijnmanagers en medewerkers kunnen op de RBS Group of divisionele Insite pagina’s gevonden worden. Het Performance Management proces omvat 5 fases*: 1.
vastleggen van resultaatafspraken (schriftelijk of in e-Performance systeem) en planning;
2.
voortdurende coaching en feedback – gedurende het gehele jaar;
3.
tussentijdse evaluatie voor 31 juli (Mid Year Review) – vastlegging schriftelijk of in e-Performance systeem;
4.
voortdurende coaching en feedback – gedurende het gehele jaar;
5.
einde-jaars beoordeling voor 31 januari (Year End Review) – vastlegging schriftelijk of in e-Performance systeem.
Het functioneren van een medewerker wordt beoordeeld aan de hand van wat hij heeft gepresteerd ten opzichte van zijn resultaatafspraken en hoe hij heeft gefunctioneerd. Het functioneren wordt beoordeeld in het licht van individuele, team en organisatorische prestatie. Leidinggevenden dienen via calibratie ervoor te zorgen dat beoordelen consistent gebeurt. Beoordelingsscores 1
prestatie is onvoldoende – resultaatafspraken zijn niet gehaald en/of gedrag is niet op vereiste niveau.
2
Een of meerdere resultaatafspraken is niet gehaald en/of gevraagde gedrag wordt niet getoond en verdere ontwikkeling is vereist voor huidige rol.
3
Resultaatdoelstellingen zijn volledig gehaald en gedrag is op het vereiste niveau.
4
Alle resultaatdoelstellingen zijn gehaald en sommige zijn op consistente wijze overtroffen en al het vereiste gedrag is getoond en op sommige onderdelen overtroffen.
5
Alle resultaatdoelstellingen zijn overtroffen en medewerker heeft ook gedrag getoond dat alle vereisten heeft overtroffen.
0
Deze score wordt gebruikt indien de medewerker in het laatste kwartaal van het beoordelingsjaar een nieuwe rol begint en de leidinggevende van mening is dat er onvoldoende tijd was om het functioneren goed te kunnen beoordelen.
Note: (*) Het RBS Group Performance Management proces is leidend. Eventuele wijzigingen in de RBS Group policy worden automatisch van kracht voor RBS NL.
Indien de medewerker gedurende de beoordelingsperiode minimaal zes aaneengesloten weken (deels) afwezig is door ziekte of verlof, dan worden de resultaatafspraken naar evenredigheid bijgesteld. Als de medewerker langere tijd ziek is, wordt hij op de gebruikelijke manier beoordeeld aan de hand van de aangepaste resultaatafspraken. De medewerker kan bezwaar maken tegen zijn beoordeling conform het gestelde in de Geschillenprocedure, zoals onder 1.3 beschreven.
Page 34/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.4
Salaris en salarisband
Het salaris hangt af van de zwaarte van de functie en het getoonde gedrag en ontwikkeling in die functie. De zwaarte van de functie leidt tot indeling in een salarisband. Beschrijving De medewerker wordt ingedeeld in de salarisband die past bij het niveau van uw functie. Het salaris wordt binnen de passende salarisband ingeschaald op een voor de rol en ervaring van de medewerker passend salarisniveau. Dit wordt uitgedrukt in de relatieve salarispositie in de salarisband. De relatieve salarispositie wordt berekend als het percentage van het maximum salaris in de salarisband: Voorbeeld: Salary band C (36 uur): Salaris medewerker: Medewerker’s relatieve positie in band:
min. EUR24.323 – max EUR39.034 EUR35.055 35.055/39.034 = 89,8%
Bij een leeftijd van 23 jaar of jonger en een indeling in salarisband A, zal aan de eisen van wettelijk minimum (jeugd)loon worden voldaan. De medewerker krijgt ieder jaar op 1 april een salarisverhoging mits over het voorafgaande beoordelingsjaar een beoordelingsscore 3 of hoger is verkregen en de relatieve positie in de salarisband niet 100% of hoger is. In januari van elk jaar wordt de salarismatrix vastgesteld voor de salarisverhogingen per de eerstvolgende 1 april. De verhogingspercentages voor de verschillende relatieve salarisposities en beoordelingsscores liggen in de bandbreedtes zoals in de onderstaande matrix zijn overeengekomen. Voor de jaarlijkse salarisverhogingen wordt tijdens deze CAO-periode een budget gereserveerd van 1,5% van de totale salarissom per jaar. Relatieve positie in de salarisband Performance rating
<69,99
70,0 - 79,99
80,0 - 89,99
90,0 - 99,99
≥ 100
5
4,8% - 5,8%
4,0% - 4,8%
3,1% - 3,8%
2,4% - 2,9%
0,0%
4
4,0% - 4,8%
3,1% - 3,8%
2,4% - 2,9%
1,6% - 2,0%
0,0%
3
3,1% - 3,8%
2,4% - 2,9%
1,5% - 2,0%
0,8% - 1,0%
0,0%
2
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
1
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
0,0%
Indien de medewerker sinds de laatste jaarlijkse salarisverhoging per 1 april geen functie of taken heeft vervuld, bijvoorbeeld wegens ziekte en derhalve niet is beoordeeld, komt hij niet in aanmerking voor een salarisverhoging. De medewerker kan tijdelijk één salarisband lager worden ingedeeld, als hij wordt opgeleid voor een functie en hij nog niet alle taken in deze functie vervult. De duur van de opleidingsfase wordt schriftelijk bevestigd. Na succesvolle afronding van de opleiding wordt hij per datum van de succesvolle afronding van de opleidingsfase ingedeeld in de salarisband die bij het niveau van de functie past. Een medewerker kan in een salarisband worden ingedeeld terwijl het niveau van de functie nog niet (definitief) is vastgesteld. Zodra het functieniveau (definitief) is vastgesteld, wordt de medewerker ingedeeld in de passende salarisband met terugwerkende kracht.
Page 35/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.5
Salaris bij promotie
Bij promotie wordt het salaris volgens bepaalde regels in de naasthogere salarisband ingeschaald. Beschrijving Bij promotie wordt het salaris ingeschaald in de naasthogere salarisband op het niveau dat passend is voor de rol, rekening houdend met de verantwoordelijkheden en relevante ervaring. Voor de vaststelling van het passende salarisniveau wordt gebruik gemaakt van interne en externe benchmark-gegevens. Bij het ingaan van deze CAO is de eventuele persoonlijke toeslag voor 50% in het nieuwe salaris opgenomen. De relatieve salarispositie in de salarisband reflecteert dit. Bij een eventuele promotie naar de volgende salarisband zal het restant van de persoonlijke toeslag per 1 juli 2013 in het salaris worden opgenomen. Een corporate title promotie kan los staan van de promotie zoals hier beschreven.
Page 36/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.6
Salaris en terugplaatsing
De medewerker kan om verschillende redenen in een lagere functie worden geplaatst. Het salaris wordt dan ingedeeld in de daarbij passende salarisband. Beschrijving De medewerker kan om verschillende redenen in een lagere functie worden geplaatst. 1.
Als hij wordt teruggeplaatst als gevolg van een reorganisatie, of omdat zijn functie lager is gewaardeerd dan behoudt hij zijn salaris. Het salaris wordt ingeschaald op het passende niveau in de lagere salarisband tot het maximum van de salarisband. Het eventuele salaris boven de 100% van de nieuwe salarisband wordt in een terugschalingstoeslag ondergebracht .
2.
Gaat hij op eigen verzoek een lagere functie vervullen, dan wordt het salaris ingeschaald in de salarisband passend bij het niveau van de functie. Het salaris wordt direct aangepast tot maximaal 100% van de nieuwe, lagere salarisband. Er wordt geen terugschalingstoeslag toegekend.
3.
Als hij niet meer naar behoren functioneert, kan hij in een lagere functie worden geplaatst. Hij behoudt zijn salaris en wordt ingeschaald op het passende niveau in de lagere salarisband. Het eventuele surplus boven de 100% in de lagere sslarisband wordt ondergebracht in een terugschalingstoeslag. De terugschalingstoeslag wordt gekort met het bedrag van de structurele salarisverhoging. Indien de medewerker wordt gepromoveerd naar een hogere salarisband wordt de terugschalingstoeslag in één keer geabsorbeerd in het nieuwe salaris.
Page 37/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.7
Salarisbanden
Bruto salarisbanden per 1 juli 2013, uitgaande van een basisarbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week en 40 uur per week. (inclusief salarisverhoging van 6,25% ter vervanging van de prestatiepremie).
36 Uur
Salarisband A
Salarisband B
Salarisband C
Salarisband D
Salarisband E
Salarisband F
Salarisband G
Salarisband H
Start
8.668
14.962
24.323
30.707
39.600
52.609
71.684
94.839
50%
17.154
22.989
31.679
40.058
52.142
69.980
96.053
115.157
70%
20.548
26.200
34.621
43.798
57.158
76.928
105.800
123.284
80%
22.246
27.805
36.092
45.669
59.666
80.403
110.674
127.348
90%
23.943
29.411
37.563
47.539
62.175
83.877
115.547
131.411
100%
25.640
31.016
39.034
49.409
64.683
87.351
120.421
135.475
40 Uur
Salarisband A
Salarisband B
Salarisband C
Salarisband D
Salarisband E
Salarisband F
Salarisband G
Salarisband H
Start
9.631
16.624
27.026
34.119
44.000
58.454
79.648
105.377
50%
19.060
25.543
35.198
44.509
57.935
77.755
106.725
127.952
70%
22.832
29.111
38.467
48.665
63.509
85.476
117.555
136.982
80%
24.718
30.895
40.102
50.743
66.296
89.336
122.971
141.498
90%
26.604
32.679
41.736
52.821
69.083
93.196
128.386
146.013
100%
28.489
34.462
43.371
54.899
71.870
97.056
133.801
150.528
Bruto salarisbanden per 1 juli 2014, uitgaande van een basisarbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week en 40 uur per week: Salarisband A
Salarisband B
Salarisband C
Salarisband D
Salarisband E
Salarisband F
Salarisband G
Start
8.711
15.037
24.445
30.861
39.798
52.872
72.042
95.313
50%
17.240
23.104
31.837
40.258
52.402
70.330
96.533
115.733
70%
20.651
26.331
34.794
44.017
57.444
77.313
106.329
123.901
80%
22.357
27.944
36.272
45.897
59.965
80.805
111.227
127.985
90%
24.063
29.558
37.751
47.776
62.486
84.296
116.125
132.068
100%
25.768
31.171
39.229
49.656
65.006
87.788
121.023
136.152
40 Uur
Salarisband A
Salarisband B
Salarisband C
Salarisband D
Salarisband E
Salarisband F
Salarisband G
Salarisband H
Start
9.679
16.707
27.161
34.289
44.220
58.746
80.047
105.904
50%
19.156
25.671
35.374
44.732
58.224
78.144
107.258
128.592
70%
22.946
29.256
38.660
48.908
63.826
85.903
118.143
137.667
80%
24.841
31.049
40.302
50.997
66.627
89.782
123.585
142.205
90%
26.737
32.842
41.945
53.085
69.428
93.662
129.028
146.743
100%
28.632
34.635
43.588
55.174
72.229
97.541
134.470
151.280
36 Uur
Salarisband H
Page 38/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.8
Benefit budget
De medewerker krijgt maandelijks een benefit budget. Beschrijving Het benefit budget bestaat uit:
• Vakantie toeslag (8%); • Dertiende maand (8,33%); • 1% bijdrage van RBS NL; • Eventuele 4,2%-toeslag (alleen van toepassing voor medewerkers die sinds 31 december 2004 onafgebroken in Nederland in dienst zijn geweest);
• Waarde van de voormalige bovenwettelijke vakantie-uren zoals overeengekomen per de ABN AMRO CAO 2006-2007. Van het benefit budget is de vakantietoeslag, de dertiende maand en de eventuele 4,2%-toeslag grondslag voor de VUT en het pensioen. Uitbetaling Het benefit budget wordt maandelijks met het salaris uitbetaald. Regels bij ziekte Conform de regels bij ziekte wordt ook het benefit budget bij arbeidsongeschiktheid na 6 maanden aangepast naar 90% en na 12 maanden naar 80%.
Page 39/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.9
Vergoeding bedrijfshulpverlening
De medewerker die bedrijfshulpverlener is krijgt een vergoeding. Beschrijving De medewerker die als bedrijfshulpverlener optreedt, ontvangt een éénmalige vergoeding bij het behalen van het BHV-examen van EUR 150 en een jaarlijkse vergoeding van maximaal EUR 75 bij deelname aan de jaarlijkse herhalings-cursus. Uitbetaling De medewerker krijgt de vergoeding op declaratie-basis.
Page 40/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.10 Kostenvergoeding woon-werkverkeer De medewerker ontvangt een tegemoetkoming voor de dagelijkse kosten van woon-werkverkeer tenzij hij een vervoersbudget heeft zoals beschreven in de Overige Arbeidsvoorwaarden. Beschrijving
• De medewerker ontvangt een tegemoetkoming in de kosten van het dagelijks heen en weer reizen van de woning naar de standplaats, die is gebaseerd op de volgende regels:
• De af te leggen afstand wordt bepaald via de meest gebruikelijke route. Ten hoogste 40 km enkele reis wordt hierbij in aanmerking genomen;
• De medewerker ontvangt een vergoeding ter waarde van het maximaal vrijgestelde bedrag per kilometer, EUR0,19 per kilometer; • Per jaar wordt uitgegaan van maximaal 214 reisdagen op basis van vijf werkdagen per week. Bij minder werkdagen per week krijgt de medewerker een evenredig bedrag;
• RBS NL stelt met een zelf gekozen systeem de reisafstanden vast. • Als de medewerker met het openbaar vervoer reist en op basis van het goedkoopste abonnement/de goedkoopste kaartjes 2de klasse hogere kosten heeft, krijgt hij deze ook vergoed.
• Wanneer de medewerker recht heeft op een vervoersbudget zoals bedoeld in de Overige Arbeidsvoorwaarden ontvangt hij geen kostenvergoeding woon-werkverkeer. Heeft hij in dat geval geen lease-auto dan kan hij de kosten woon-werkverkeer fiscaal vriendelijk uitruilen. Uitbetaling De vergoeding wordt maandelijks uitbetaald. Regels bij ziekte Bij ziekte krijgt de medewerker de vergoeding nog gedurende de lopende maand en de eerste kalendermaand daarna betaald. Op de dag dat hij weer gaat werken, start ook de vergoeding weer.
Page 41/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.11 Overgangsregeling vervroegd uittreden (VUT) Onder bepaalde voorwaarden kan de medewerker vóór zijn pensioendatum met VUT. In de VUT-periode krijgt hij een uitkering van RBS NL. Beschrijving Iedere medewerker gaat met de VUT als hij:
• geboren is vóór 1 januari 1949; • reeds op 31 december 1998 in dienst was van RBS NL; • op grond van de ABN AMRO CAO 2009-2010 al met VUT mocht; • geen uitkering ontvangt op basis van volledige arbeidsongeschiktheid; en • 10 jaar voorafgaand aan de VUT onafgebroken een arbeidsovereenkomst met RBS NL heeft gehad. Een aansluitende arbeidsovereenkomst met een andere werkgever van de toenmalige Werkgeversvereniging voor het Bankbedrijf telt daarbij mee. Als de medewerker met VUT gaat, eindigt zijn arbeidsovereenkomst met RBS NL en krijgt hij een uitkering van RBS NL. Indien hij is geboren vóór 1 januari 1947, dan gaat de VUT negen maanden vóór zijn pensioendatum in. Indien hij daarna is geboren, dan is dat drie maanden. Grondslag De uitkering is gebaseerd op het salaris in de laatste maand van uw arbeidsovereenkomst. Dit salaris wordt omgerekend tot jaarsalaris en verhoogd met 20,53%. Dit is de rekengrondslag voor de VUT-uitkering. Toeslagen die basis zijn voor pensioen, zitten ook in de rekengrondslag. Tijdens de VUT loopt de pensioenopbouw door op basis van het laatstverdiende salaris. Uitkering De VUT-uitkering is 75% van de rekengrondslag. Heeft de medewerker bij het begin van uw VUT een aaneengesloten arbeidsovereenkomst van ten minste 40 jaar met RBS NL, dan krijgt hij 80% van die rekengrondslag. Een aansluitende arbeidsovereenkomst met een andere werkgever van de toenmalige Werkgeversvereniging voor het Bankbedrijf telt daarbij mee. Indien de medewerker gedeeltelijk arbeidsongeschikt is, dan wordt zijn VUT-uitkering op dezelfde wijze vastgesteld als voor een arbeidsgeschikte medewerker. De VUT-uitkering wordt verlaagd met wettelijke aanspraken of aanvullende uitkeringen van RBS NL bij arbeidsongeschiktheid. Werkte de medewerker in continudienst en was hij op 1 januari 2005 55 jaar of ouder, dan kan hij kiezen voor een speciale VUTregeling. Hij moet minstens 10 jaar in deze dienst gewerkt hebben tot na zijn 52ste verjaardag, of ten minste 25 jaar in deze dienst gewerkt hebben. Ieder jaar boven 10 jaar continudienst levert de medewerker twee maanden VUT op, tot een maximum van 24 maanden. Als hij op grond van de overgangsregeling VUT met VUT moet, wordt dit maximum met het aantal maanden verplichte VUT verminderd. Als de medewerker met deze speciale VUT-regeling gaat, is zijn uitkering in de hele VUT-periode 80% van de rekengrondslag. Een verzoek voor deze VUT moet de medewerker drie maanden van tevoren bij zijn leidinggevende doen. Als de medewerker tot de doelgroep voor de VUT behoort en minimaal 50% van de basisarbeidsduur blijft werken en ten minste een voldoende beoordeling heeft, mag hij met deeltijd-VUT op het moment dat hij anders volledig met VUT zou gaan. Uitbetaling De VUT-uitkering krijgt de medewerker maandelijks voor een twaalfde deel. Duur De medewerker ontvangt zijn VUT-uitkering tot de datum waarop hij met pensioen gaat. Overlijdt hij vóór de pensioendatum, dan eindigt de uitkering op de dag na overlijden.
Page 42/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.12 Pensioen RBS NL heeft een premievrije pensioenregeling. Beschrijving De pensioenregeling is een geïndexeerde middelloonregeling met een pensioenrichtleeftijd van 65 en per 1 januari 2014 van 67 jaar. De regeling voorziet in een ouderdomspensioen, een partnerpensioen en een wezenpensioen. Jaarlijks wordt daarvan een deel opgebouwd. Het ouderdomspensioen groeit jaarlijks met 2,15% van de grondslag en het partnerpensioen met 1,505%. In aansluiting op de wettelijke regeling is de pensioendatum vanaf 1 januari 2014 de datum waarop de medewerker gerechtigd is tot AOW. Hij kan ook al eerdermet pensioen gaan vanaf het moment waarop hij 57 jaar is geworden. Ook kan hij de pensioendatum met goedvinden van RBS NL uitstellen tot uiterlijk het moment waarop hij 70 jaar is geworden. In beide situaties vindt, uitgaande van de richtleeftijd van 65 en per 1 januari 2014 van 67 jaar, een actuariële herberekening plaats van het pensioen. De volledige beschrijving van de regeling kan gevonden worden in het Pensioenreglement. Grondslag De pensioengrondslag is het verschil tussen het pensioengevend salaris en de franchise en wordt maandelijks vastgesteld. De franchise is voor RBS vastgesteld op het in de fiscale wetgeving bepaalde minimale bedrag dat past bij een opbouw van 2,15% (voor 2014 bedraagt dit bedrag EUR 13.227). Bij wijziging van dat bedrag zal de franchise in onze pensioenregeling ook worden aangepast. Regels bij ziekte In de eerste twee ziektejaren gaat de pensioenopbouw nog volledig door op basis van het salaris met vaste toeslagen dat de medewerker zou hebben gekregen als hij niet ziek was. Als de medewerker vanaf het derde ziektejaar een IVA- of WGA-uitkering krijgt, gaat de pensioenopbouw door over 100% van uw loon over de gewerkte uren, en over 75% van het overig sociale verzekeringsloon. Toeslagverlening De hoogte van het pensioen van de actieve deelnemers en het pensioen van niet-actieve deelnemers (de gewezen deelnemers en van gepensioneerden) wordt elk jaar op 1 april onder voorwaarden aangepast aan de procentuele ontwikkeling van de prijsindex (CPI - alle huishoudens). Deze toeslagverlening is voorwaardelijk en hangt af van de financiële positie van het Pensioenfonds per 31 december van het voorafgaande jaar. Het bestuur van het Pensioenfonds bepaalt de hoogte van de toeslag en hanteert hierbij de volgende leidraad. De toeslagverlening wordt met inachtneming van de onderstaande leidraad allereerst toegekend aan actieve deelnemers en daarna, voorzover daartoe ruimte bestaat, aan de niet-actieve deelnemers. Als er geen reservetekort is wordt de toeslag volledig toegekend zolang dat niet leidt tot een reservetekort. Als er dekkingstekort is vindt helemaal geen toeslagverlening plaats. Als er geen dekkingstekort is maar wel een reservetekort, wordt de toeslag naar rato bepaald. Er wordt geen toeslag verleend voor zover dat leidt tot een dekkingstekort. Als er na het toekennen van de volledige toeslag over het lopende jaar geen reservetekort is, worden gemiste toeslagen uit het verleden alsnog toegekend voor zover dit niet resulteert in een reservetekort. Paritaire werkgroep CAO-partijen zijn overeengekomen een paritaire pensioenwerkgroep in te stellen die als doelstelling heeft voorstellen voor te leggen aan de CAO-partijen voor een nieuwe pensioenregeling die per 1 januari 2015 voldoet aan de dan geldende wettelijke en fiscale eisen alsook aan de RBS Group visie op pensioenen.
Page 43/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.13 Salaris in de eerste twee ziektejaren Bij ziekte wordt het salaris (gedeeltelijk) doorbetaald. Beschrijving Bij ziekte wordt het salaris van de medewerker na zes maanden arbeidsongeschiktheid teruggebracht naar 90% en na 12 maanden naar 80% van de grondslag. Voor het arbeidsgeschikte deel blijft/wordt het salaris 100%. Tijdens de eerste twee ziektejaren wordt de pensioenopbouw voortgezet op basis van de hieronder genoemde grondslag. Na twee jaar ziekte wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd als binnen de daaropvolgende 26 weken geen herstel is te verwachten. Bij gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid, dan zal geen beëindiging wegens ziekte plaatsvinden en zullen de inspanningen worden gericht op reïntegratie. Grondslag De grondslag is het salaris dat de medewerker zou hebben ontvangen als hij niet ziek was, verhoogd met de eventuele vaste toeslagen en het benefit budget.
Page 44/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.14 Uitkeringen vanaf het derde ziektejaar Vanaf het derde ziektejaar wordt een aanvulling op uw WIA-uitkering (arbeidsongeschiktheid) uitgekeerd. Beschrijving Als de medewerker een IVA-uitkering (Inkomensvoorziening volledig en duurzaam arbeidsongeschikten) ontvangt, wordt deze vanaf het derde ziektejaar aangevuld tot 75% van de grondslag vanuit een door RBS NL afgesloten verzekering. Indien de medewerker een WGA-uitkering (Werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten) ontvangt, wordt deze aangevuld tot 75% van de grondslag, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Indien minder dan 50% van de restcapaciteit benut wordt, krijgt de medewerker een aanvulling van 5% van de grondslag tot het maximum premieloon WIA, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. Over het loon voor de sociale verzekeringswetten boven dit maximum krijgt hij een aanvulling van 75% vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingen van de door RBS NL afgesloten verzekering worden jaarlijks per 1 januari verhoogd met 2%. Bij een WIA-uitkering wordt, de pensioenopbouw vanaf het derde ziektejaar voortgezet over het volledige loon voor de gewerkte uren en 75% van de grondslag, verminderd met het loon voor de gewerkte uren. Grondslag De grondslag voor de aanvullingen is het salaris verhoogd met de vaste toeslagen en het benefit budget van het laatste jaar voor uw ziekte met een maximum van EUR 200.000. Aanvullingen uit deze regeling zullen samen met de WIA-uitkering en het loon over de gewerkte uren nooit hoger zijn dan de grondslag. Duur De aanvullingen en pensioenopbouw lopen door tijdens ziekte, ook na beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Na deze beëindiging worden de aanvullingen en pensioenopbouw aangepast bij verlaging en verhoging van het arbeidsongeschiktheidspercentage. De aanvullingen en pensioenopbouw eindigen tot 1 januari 2014 in elk geval aan het begin van de maand waarin de medewerker 65 jaar wordt. Vanaf 1 januari 2014 eindigen de aanvullingen en pensioenopbouw in elk geval op de dag dat de medewerker de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Page 45/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.15 Jubileumuitkering Bij een onafgebroken dienstverband van 25 of 40 jaar bij RBS NL, krijgt de medewerker een jubileumuitkering. Beschrijving Zowel bij 25 jaar als bij 40 jaar ontvangt de medewerker één maandsalaris verhoogd met 16,33% (of 20,53% indien hij op 31 december 2004 al in dienst van RBS NL was en de 4,2%-toeslag krijgt). Toepassing Bij een onderbroken dienstverband tellen alleen de dienstjaren ná de onderbreking mee. Bij een aaneengesloten dienstverband tellen de eerdere dienstjaren bij ABN AMRO mee. Bij volledige arbeidsongeschiktheid tellen de eerste twee ziektejaren mee als dienstjaren. Ook de jaren van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid tellen mee als dienstjaren. Grondslag Grondslag voor de uitkering is het laatste bruto maandsalaris vóór het jubileum. Bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid, bevat de grondslag naast het laatste maandsalaris ook de laatste WAO-/WIA-uitkering vermeerderd met RBS NL aanvulling. Uitbetaling De jubileumuitkering wordt tegelijk met het salaris van de maand waarin het jubileum valt uitbetaald. Fiscale regelgeving Op basis van de huidige fiscale regels wordt de jubileumuitkering zonder inhouding van loonheffing en premies werknemersverzekeringen uitbetaald.
Page 46/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
3.16 Overlijdensuitkering In geval van overlijden van de medewerker, VUT-ter of gepensioneerde krijgen de nabestaanden een overlijdensuitkering van RBS NL. Beschrijving Overlijdt de medewerker, dan is de overlijdensuitkering driemaal het salaris in de maand voor het overlijden, verhoogd met 16,33% (of 20,53% als hij de 4,2%-toeslag kreeg). Overlijdt de (gedeeltelijk) arbeidsongeschikte, dan wordt de overlijdensuitkering verhoogd met driemaal de laatste bruto aanvulling van RBS NL in de maand voor het overlijden. Overlijdt de VUT-ter, dan is de overlijdensuitkering driemaal de VUT-uitkering in de maand voor het overlijden. Overlijdt de gepensioneerde, dan is de overlijdensuitkering driemaal het maandbedrag van het ouderdomspensioen. Het al betaalde pensioen over de resterende dagen van de maand waarin de gepensioneerde overlijdt, wordt verrekend met de overlijdensuitkering. Toepassing De nabestaanden zijn de personen genoemd in artikel 74 lid 1 van de WIA: a)
de langstlevende van de echtgenoten; bij ontbreken van de onder a. genoemde persoon;
b)
de minderjarige kinderen tot wie de overledene in familierechtelijke betrekking stond; bij ontbreken van de onder a. en b. genoemde personen;
c)
de persoon waarvoor de overledene grotendeels de kosten van het bestaan droeg en met wie hij in gezinsverband leefde.
Uitbetaling De overlijdensuitkering wordt uitbetaald in de maand na het overlijden. Het salaris of de VUT-uitkering stopt op de dag na overlijden. Fiscale regelgeving Op basis van de huidige fiscale regels wordt de overlijdensuitkering uitbetaald zonder inhouding van loonheffing en premies werknemersverzekeringen.
Page 47/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Begrippenlijst Begrip
Definitie
Arbeidsduur
De overeengekomen arbeidsduur.
Arbeidsmarkttoeslag
Een vaste extra beloning op grond van de arbeidsmarktsituatie.
Arbeidsongeschiktheid
Door ziekte of een handicap kunnen de (vroegere) werkzaamheden niet meer of niet meer volledig worden verricht.
RBS NL
The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch en The Royal Bank of Scotland N.V. in Nederland
Basisarbeidsduur
De arbeidsduur van gemiddeld 36 uur per week (maximaal 1872 uur per jaar).
Benefit budget
Vakantietoeslag, dertiende maand, voormalige bovenwettelijke vakantiedagen, 1% toeslag en evtentuele 4,2%-toeslag.
CAO-partijen
RBS NL en Vakbonden waarmee deze CAO is overeengekomen.
Ondernemingsraad
Ondernemingsraad van RBS NL.
CPI – alle huishoudens
De ‘Consumentenprijsindex, reeks Alle Huishoudens’ gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Dekkingstekort
De situatie bij het Pensioenfonds van RBS NL, waarin het eigen vermogen minder is dan het minimaal vereist eigen vermogen.
Eindoordeel
De beoordeling door een leidinggevende van het functioneren van de medewerker over een kalenderjaar, uitgedrukt in een score van 1 – 5.
Feestdagen
Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Eerste en Tweede Paasdag, Koningsdag, Bevrijdingsdag (één keer per vijf jaar vanaf 2000), Hemelvaartsdag, Eerste en Tweede Pinksterdag, Eerste en Tweede Kerstdag.
Franchise
Het deel van het pensioengevend salaris waarover geen pensioen wordt opgebouwd.
Functiesalaris
Het salaris in de salarisband dat hoort bij het niveau van de functie .
Functiewaarderingssysteem Basys
Het systeem dat gebruikt wordt om de zwaarte van functies bij RBS NL vast te stellen.
Geschillencommissie
De commissie die geschillen behandelt tussen een medewerker en RBS NL over de CAO, functiewaardering of een beslissing van RBS NL die hem persoonlijk raakt.
Kind
Eigen, pleeg-, stief- of adoptiefkind, tenzij in de tekst van de regeling een andere betekenis wordt bedoeld.
Leidinggevende
De lijnmanager die leiding geeft aan de medewerker uitoefent en deze beoordeelt.
Medewerker
Degene die een arbeidsovereenkomst met RBS NL heeft met de standplaats in Nederland en is ingedeeld in salarisband A t/m H.
Meerwerk
Incidenteel werk boven op de afgesproken arbeidsduur in opdracht van de leidinggevende.
Partner
• De echtgenoot of echtgenote van de medewerker; • De persoon met wie de medewerker een geregistreerd partnerschap is aangegaan; • De ongehuwde persoon, niet zijnde een bloed- of aanverwant in de rechte lijn, met wie de medewerker een notarieel samenlevings-contract heeft gesloten.
Pensioengevend salaris
De som van alle pensioengevende inkomenscomponenten.
Pikettoeslag
Een toeslag voor het buiten werktijden oproepbaar en beschikbaar zijn.
Prestatiepremie
De jaarlijkse eenmalige betaling, gebaseerd op het eindoordeel over de medewerker.
Promotie
Indeling in een hogere salarisband bij of na plaatsing in een hogere functie.
Proportioneel salaris
Het van het persoonlijk salaris afgeleide salaris, gebaseerd op de arbeidsduur.
Reservetekort
De situatie bij het pensioenfonds van RBS NL, waarin het eigen vermogen minder is dan het vereist eigen vermogen, maar hoger dan het minimaal vereist eigen vermogen.
Roostertoeslag
De toeslag voor het werken op afwijkende werktijden: ploegendienst, verschoven werktijden, targetdagen en zaterdag.
Page 48/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Begrip
Definitie
Salaris
Het door de medewerker op jaarbasis feitelijk verdiende salaris (inclusief een eventuele persoonlijke en/of terugschalingstoeslag) vastgesteld op basis van het binnen RBS NL toegepaste salarissysteem en de afgesproken arbeidsduur.
Salarisband
Een reeks van salarisbedragen in een systematisch verband, beginnend met een minimum salaris en eindigend met een maximum salaris.
Surplus
Het gedeelte van het salaris dat bij terugschaling boven 100% van de salarisband uitkomt.
Terugschalingsstoeslag
Een aanvulling op het salaris voor het surplus boven 100% van een salarisband als gevolg van reorganisatie of niet goed functioneren.
Vakbonden
De werknemersorganisaties waarmee deze CAO is overeengekomen: FNV Finance, De Unie, en CNV Dienstenbond.
Ondernemingsraad
De ondernemingsraad van RBS NL.
Ziek
Het op medische gronden niet kunnen werken.
Page 49/50
Collectieve Arbeidsovereenkomst
Aldus overeengekomen te Amsterdam, 31 mei 2013.
The Royal Bank of Scotland plc, Netherlands branch/
FNV Bondgenoten / FNV Finance
The Royal Bank of Scotland N.V. J.A. de Ruiter
B. Bolte
Country Executive
De Unie
S. Bajema
R.H. Algra
CNV Dienstenbond
D. Swagerman
G.F. van der Linden
Page 50/50