1
Centraal Bureau voor Sociale Adviezen
J A A R V E R S L A G over 1917 van het
BUREAU VOOR RECHTSKUNDIGE HULP AAN ON- EN MINVERMOGENDEN te
AMSTERDAM
i / 'J y -* i
Centraal Bureau voorSociale Advi Vlezen j
J A A R V E R S L A G over 1917 van het
BUREAU VOOR RECHTSKUNDIGE HULP AAN ON- EN MINVERMOGENDEN te
AMSTERDAM
Het
bestuur
der Vereeniging
„Centraal
Bureau
voor
Sociale A d v i e z e n " heeft het genoegen U te doen toekomen een exemplaar van het verslag der werkzaamheden van haar Bureau voor Rechtskundige Hulp aan On- en Minvermogenden te Amsterdam over het jaar 1917.
Het Bestuur: F. M. W I B A U T , Voorzitter. M. J. A . M O L T Z E R , Secr.-Dir.
A m s t e r d a m , Juni 1918.
AMSTERDAM, Mei 1918. Weteringschans 187.
Aan het bestuur üan de %)ereeniging ,,Centraal
Bureau
voor Sociale te
Adviezen"
Amsterdam.
De Commissie van beheer en toezicht over het door Uw^e Vereeniging ingestelde Bureau voor Rechtskundige Hulp aan On- en Minvermogenden te A m s t e r d a m heeft de eer U hierbij verslag uit te brengen over de werkzaamheden van dat Bureau over 1917.
Namens de Commissie voornoemd: (w.g.) A. J. CARSTEN, Voorzitter. (w.g.) M. J. A. MOLTZER, Secretaris.
JAARVERSLAG OVER 1917 van het Bureau voor rechtskundige
hulp
aan on- en minvermogenden
Personeel. In den loop van het jaar hadden vele mutaties in het personeel van het bureau plaats. Op 15 Augustus overleed Mr. J. C. B o a s , die van de oprichting van het Bureau af zijn leider was gew^eest. In hem verloor het bureau een even kundig als ervaren leidsman niet alleen, maar ook iemand die met groote genegenheid en enthousiasme voor onze instelling en haren arbeid bezield was. Zijne medewerkers zagen hem met diepen weemoed heengaan en zullen zijne nagedachtenis in hooge eere houden. Tot zijn opvolger werd benoemd Mr. G. S e ret, tot heden adviseur aan het bureau, terwijl Mr. E. P o l a k in zijne plaats tot adviseur werd benoemd en Mr. G. P a r s e r Mr. P o l a k opvolgde in diens functie van advocaat tot het voeren der gedingen voor Rechtbank en Hof te Amsterdam. De overige functies bleven door dezelfde functionarissen bezet, zoodat de samenstelling van het personeel van ons bureau thans als volgt is^: Leider Mr. G. S e r e t ; adviseurs Mevr. Mr. M. v a n W o u d e n b e r g H a m s t r a - P o u w , Mr. E. P o l a k , Mr. H. H . S i k k e m a ; advocaat Mr. G. P a r s e r ; zaakwaarnemer W . J. V e r l e u r . Huisvesting. De lokaHteiten blijven bij voortduring goed bevallen, alleen doet zich het gemis van een tweede wachtkamer, om onze „tegenpartijen" te ontvangen, gevoelen. Immers is de bevolking van onze wachtkamer somtijds van dien aard, dat wij ons de bezwaren om daar te wachten van sommigen, die ons mondeling komen inlichten, kunnen begrijpen. Bij de gegeven ruimte zal hieraan echter moeilijk tegemoet te komen zijn.
6 Werkzaamheden. Op denzelfden voet als voorgaande jaren zette het Bureau in het afgeloopen jaar zijne werkzaamheden voort. Met vreugde werd de oprichting van een soortgelijk bureau te Rotterdam begroet, met name omdat zulks voor het behandelen van procedures aldaar groot gemak oplevert. De vedeende hulp is uitteraard wederkeerig. Ooerzichten ^). Wij laten thans volgen de overzichten der in 1917 nieuw aangebrachte en behandelde zaken en wel eerst een overzicht, gesplitst naar den aard der zaken, volgens de bij het Bureau gebruikte indeeling; dan een overzicht, gesplitst naar het geslacht en de beroepen, waaraan ditmaal voor het eerst wordt toegevoegd een overzicht der vanwege het Bureau met behulp van onderscheiden deurwaarders buiten Amsterdam bij kantongerechten gevoerde procedures. Aantal in 1917 nieuw^ aangebrachte en behandelde zaken volgens de bij het Bureau bestaande indeeling: Personenrecht, algemeen
Mannen
1.
Verbetering akte Burgerlijke Stand
2.
Naamsverandering
3.
Formaliteiten voor het aangaan huwelijk, huwelijksvoorwaarden
4.
Echtscheiding
5.
Levensonderhoud
6.
Curateele
7.
Afwezigheid
8.
Diversen
).
Evenals
vorige jaren wrordt e e n
. . '.
Vrouwen
6 27
I 4
62 220 115 12 4 41
57 236 246 14 5 28
487
591
van een
meer nauwrkeurige statistiek
met
het o o g o p haar uitgebreidheid niet in haar g e h e e l hier o p g e n o m e n . D e z e zal echter door het Centraal Bureau voor d e Statistiek w o r d e n gepubliceerd.
7 Kinderzaken
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Ontkenning wettigheid kind Afstamming Ouderlijke macht, voogdij Minderjarigheid, handlichting Strafrechtelijke kinderwetten Diversen
Mannen
12 8 60 1 6 26
Tl3 Vermogensrecht, algemeen 1. Bezit, eigendom 2. Erfrecht en testament, boedelscheiding . . 3. Huur 4. Koop, ruil, aanneming van werk . . . . 5. In- en uitschulden 6. Onrechtmatige daad 7. Faillissement, surcéanse van betaling . 8. Diversen
215 363 976 243 431 205 22 93
Vrouwen
— 41 33 4 — 8
86" 134 195 304 61 147 37 — 20
2548 898 Arbeidsconlract 1. Collectief contract 2. Godspenning 3. Uitbetaling loon 4. Gedwongen winkelnering 5. Staangeld 6. Weigering loon bij ziekte 7. Weigering verpleging van inwonende arbeiders 8. Achterhouden goederen van den arbeider 9. Onrechtmatig ontslag 10. Dringende reden 11. Weigering afgifte getuigschrift . . . . 12. .Boete 13. Waarborgsom 14. Diversen 15. Arbeidscontract schepelingen
— — — 31 256 199 — — 5 — 38 49 1 26 7 38 912 701 12 42 61 18 9 2 7 1 185 135 41 5 1534 1247
8 Handelsrecht 1. Vennootschap 2. Wissels 3. «Verzekering . . . . , 4. Transport 5. Aanvaring 6. Diversen A rbeidersoerzekering 1. Ongevallenwet 2. Ziekteverzekering 3. Invaliditeitswet 4. Zieken- en begrafenisfondsen, enz. . . . 5. Arbeidswet, Steenhouwerswet, Caissonwet, Veiligheidswet 6. Hinderwet 7. Diversen * . . *
Publiek recht 1. Kieswet 2. Woningwet, Gezondheidswet, Gemeentelijke bouwverordening 3. Leerplicht 4. Armenwet (armbestuur en armenzorg) 5. Militie- en landweerwet 6. Rijks-, prov.-, gem. belasting, incl. schoolgelden 7. Pensioen 8. Dienstverband Rijks- en Gemeenteambtenaren 9. Andere dan genoemde rijkswetten, geen strafzaken 10. Andere dan genoemde prov.- en gem. verordeningen, geen strafzaken . . . .
Mannen
23
Vrouwen
5
1
1
14 3
52 17 14 112
—
219
27
76
8
42 11
47 11
2
-
132
67
—
9 61
1 4 12
59 13
8 7
15
—
44
7
5
1
206
40
5
9 Diversen
1. 2. 3.
Mannen Vrouwen
Strafzaken, alle behalve reeds genoemde Vereenigingszaken Diversen
242 19 68
41 — 29
I29
7Ö~
D e door de rechtspersonen aangebrachte zaken betroffen: Vermogensrecht Arbeidscontract Arbeidersverzekering Publiek recht Diversen
. . . .
4 3 1 3 10
s
-= S
3
c 3
Aantal door m a n n e n aangebrachte zaken met
i
g "^
onderscheiding naar h u n b e r o e p :
|
«
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 1 1. 12. 13. M. 15. 16. 17. 18. 19.
Artisten Bakkers, chocolade- en suikerbewerkers . . Barbiers en kappers Beeldhouwers, kunstschilders Bioscoop-personeel Bodes, aansprekers Boekbinders Bontwerkers Bouwvakarbeiders Caféhouders • . . . . Diamantbewerkers Drankbereiders Electriciens, montagearbeiders Fabrieksarbeiders Gemeente-ambtenaren Gemeente-werklieden (behalve tram en politie) Glas- en aardebewerkers Glazenwasschers Goud- en zilversmeden, graveurs, etc. . .
46 101 62 19 5 22 18 3 437 40 191 26 67 131 33 84 23 21 16
C
O
)
-f > 7 12 7 — 2 — . 1 67 1 3 — 11 8 — 1 2 1
10 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55.
Grafische vakken (werklieden in de) . . Handels- en Kantoorbedienden . . . . Havenarbeiders (waaronder losse werklieden) Houtbewerkers Huisknechts Kamerverhuurders, pensionhouders . . . Kleermakers Koks Kolporteurs , . Kooplieden, commissionnairs Land- en tuinarbeiders Land- en Zeemacht (personeel bij de) . Loodgieters en gasfitters Loop-, magazijn- en pakhuisknechts . . Machinisten en stokers Mandenmakers, rietbewerkers Metaal- en bankwerkers, smeden . . . Meubelmakers, behangers en stoffeerders . Nachtwakers Onderwijzers Opzichters en teekenaars Photografen Politie (personeel bij de gemeente) . . . Portiers en concierges Post- en telegraafpersoneel . . . . . Restaurant- en koffiehuispersoneel . . . Rijksambtenaren Rijkswerklieden, behalve post, leger en vloot Scheepsbouwwerklieden Scheepvaartpersoneel (binnenvaart) . . . Scheepvaartpersoneel (buitenvaart) . . . Schoen- en zadelmakers Sigarenmakers, tabaksbewerkers . . . . Slagers, poeliers Spoorwegpersoneel Trampersoneel (gemeente-)
58 491 366 57 16 31 155 23 ]1 274 64 32 49 424 67 7 302 154 21 28 23 11 26 45 40 89 21 52 15 116 88 95 42 65 50 64
II 56. 57. 58. 59. 60. 61. 62.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11 • 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Transportarbeiders . . . .^ . . . . Venters Verplegers Wasschers en bleekers, waschverzenders Winkeliers en zetwinkeliers Diverse beroepen, niet onder de voorgaande te brengen , Zonder beroep
|29 3| 5 28 157
21 _ _ 3 6
136 264
55 194
5568 646 Aantal door v r o u w e n aangebrachte z a k e n met onderscheiding n a a r haar b e r o e p : Artisten 16 3 Bontwerksters 5 _ Buffet] ufïrouwen 20 6 Caféhoudsters 7 _ Diamantbev^^erksters 10 _ Dienstboden, huishoudsters 803 88 Fabrieksarbeidsters 85 ]Q Kamerverhuursters |47 2 Kantoorbedienden 75 5 Kinderjuffrouwen 4j 5 Kooksters 4 Koopvrouwen, ventsters 24 2 Loopmeisjes, krantenbezorgsters 6 1 Modisten 31 7 Naaisters, kleermaaksters 298 27 Onderwijzeressen 12 1 Strijksters 40 7 Verpleegsters 26 2 Wasch- en werkvrouwen 251 23 Winkeliersters . . . . . . . . . 57 4 Winkeljuffrouwen . 93 24 Diverse beroepen, niet onder de voorgaande te brengen 45 39 Zonder beroep . . . . . . . . ' 929 129
3026
394
12 In het geheel werden derhalve behandeld 8615 zaken; in 5568 of ruim 64"/o daarvan werd de hulp door mannen, in 3026 of bijna 36'^/o door vrouwen ingeroepen (deze percentages waren nagenoeg gelijk aan die van het vorige jaar). Neemt men de mannen en vrouwen gezamenlijk, dan betroffen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Personenrecht Kinderzaken Vermogensrecht Arbeidscontract Handelsrecht Arbeidersverzekering Publiek recht Diversen
, ,
.
12.5^/0 2.3*'/o 40.0% 32-3% 2.9% 23% 2.9Vo 4 8'Vo
Bij de splitsing in mannen en vrouwen betroffen: van het totaal door mannen aangebrachte zaken
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Personenrecht Kinderzaken Vermogensrecht Arbeidscontract Handelsrecht Arbeidersverzekering . . . . Publiek recht Diversen . . . . . . . .
8.7% 2 % 45.8"/n 27.6% 3.9% 2.3% 3.8% 5.9%
van het totaal door vrouwen aangebrachte zaken
19.5% 2-9% 29-7% 41.2% 0.9% 2.2% 1.3% 2.3%
In 1917 zijn 1060 zaken meer aangebracht en behandeld dan in 1916.
13 Overzicht van de zaken, door het Bureau bij kantongerechten buiten Amsterdam aanhangig gemaakt, waarbij een deurwaarder of zaakwaarnemer in dat kanton, meestentijds alleen tegen vergoeding van gemaakte verschotten, als v e r t e g e n w o o r d i g e r optrad. Het Bureau vervaardigde zelf alle stukken, etc. Kantongerecht
Aard der zaak
Afloop
Alphen a/d Rijn
Onrechtmatig ontslag
Vordering toegew.
Amersfoort
Onrechtmatig ontslag
Na pro-deo request door tegenpartij betaald.
Apeld oorn
Onrechtmatig ontslag
Na pro-deo request door tegenpartij betaald.
Apeldoorn
Terugvordering v. onverschuldigd betaalde gelden
Nog in behandeling.
Dordrecht
Onrechtmatig ontslag en betaling van loon tijdens ziekte
Vordering toegew.
Dordrecht
Koop van goederen (gedaagde)
Vordering eischer toegewezen.
Eindhoven
Onrechtmatig ontslag
Vordering niet-ontvankelijk verklaard.
's-Gravenhage
Terugvordering geleende gelden
Na eedsaflegging door gedaagde is de vordering in conventie ontzegd; in reconventie toegewezen.
's-Gravenhage
Terugvordering geleende gelden
Zaak geschikt (tegenpartij betaalt geregeld af)
14 Kantongerecht '
Aard der zaak
Afloop
's-Gravenhage
Betaling voor geleverd drukwerk
Zaak geschikt.
's-Gravenhage
Uitbetaling loon
Vordering niet-ontvankelijk verklaard.
s-Gravenhage
Vordering pensiongelden
Na eedsaflegging door gedaagde is de vordering ontzegd.
's-Gravenhage
Onrechtmatig ontslag
Nog in behandeling.
Hoogeveen
Onrechtmatig ontslag
Na gehouden enquête is de vordering ontzegd.
Leid en
Uitbetaling loon
Na gehouden enquête is de vordering ontzegd.
Leid en
Onrechtmatig ontslag
Na gehouden enquête is de vordering ontzegd.
Vordering bew^aavloon van meubelen en vergoeding betaalde vracht
Nog in behandeling.
Maastricht
Achterhouden goederen van den inwonenden arbeider
Zaak geschikt na comparitie voor den kantonrechter.
Nijmegen
Terugvordering leende gelden
ge-
Nog in behandeling.
Purmerend
Onrechtmatig ontslag
Geschikt na indiening pro-deo request.
Tilburg
Schadevergoeding voor onoordeelkundig behandelde goederen
Nog in behandeling.
Leiden 1
1 f
l
15 Kantongerecht
Aard der zaak
Afloop
Utrecht
Onrechtmatig ontslag
Vordering niet-ontvankelijk verklaard.
Utrecht
Schadevergoeding voor het weigeren van. een getuigschrift
Vordering ontzegd.
Met dankbaarheid maken wij hier melding van de bereidwilligheid der meeste deurwaarders om ons Bureau kosteloos te helpenBijzondere gegevens jaarverslag 1917: Gecasseerd in het belang der wet twee vonnissen van den Kantonrechter te Amsterdam. Het eerste vonnis betrof ontslag vóór den aanvang der dienstbetrekking. Het tweede vonnis betrof doorbetaling van loon, naar tijdruimte berekend, op algemeen erkende Christelijke Zon- en feestdagen. Eenige opmerkingen van algemeenen aard mogen dit deel van het verslag besluiten. Wanneer iets bij het nagaan dezer cijfers opvalt, dan is het wel de belangrijke toename van de werkzaamheden van het Bureau bij vorige jaren vergeleken. Bedroeg het aantal behandelde zaken in 1914 (het jaar, waarin het ouderdomspensioen in werking trad) 8425, in 1915 ,7473, in 1916 7555, dit jaar steeg het aantal zaken tot 8615, zonder dat eenige bijzondere aanleiding voor deze stijging, (zooals in 1914) is aan te wijzen. De percentages der verschillende soorten van zaken zijn dan ook vrijwel gelijk aan die van 1916, alleen het percentage arbeidscontract nam eenigszins af (van 34.9'Vo op 32.3'Vu); het percentage vermogensrecht nam eenigszins toe (van 38.4'yo op 40"/o). Deze toename is toe te schrijven aan den woningnood. Tegen 850 ,,huurquaesties" in 1916 staan er dit jaar 1280. Uitteraard betroffen dit meestal ontruimingsprocedures. Van de werking der huurcommissiewet viel in het afgeloopen jaar weinig te bespeuren; de meeste huurders schijnen die zaken zelf te behandelen. Alleen
16 een gevolg van een uitspraak tot vermindering der huur: de terugbetaling van het te veel betaalde bedrag, gaf tot enkele procedures aanleiding. De voor velen steeds drukkender wordende tijdsomstandigheden zijn bij de behandeling der zaken goed merkbaar. Vooral de toch reeds zoo netelige alimentatie-quaesties worden steeds moeilijker. Van een inkomen, waarvan vroeger gemakkelijk wat af kon, kan men nu in gemoede moeilijk meer een bijdrage verlangen en voor de andere partij is de nood ook dubbel groot.. Nog meer dan tot dusver trachten wij, door de belanghebbenden in deze zaken tegelijk te hooren, een schikking te verkrijgen en het eischt soms veel geduld de menschen eenigszins tot elkaar te brengen. Een instituut, waarvan de strekking nog altijd niet begrepen wordt, is de proeftijd bij het arbeidscontract. Steevast komen menschen, die tijdens den proeftijd met uitbetaling van het verdiende loon ontslagen zijn, zich beklagen, hetzij omdat ze meenen, dat opzegging had moeten geschieden, hetzij omdat ze meenen gerechtigd te zijn den geheelen proeftijd in dienst te blijven. De verslagen van Mr. P o l a k , Mr. P a r s e r V e r l e u r laten wij hier in hun geheel volgen.
en den heer
Verslag van Mr. E. Polak. Uit den aard der zaak loopt dit jaarverslag, voor wat betreft de nieuwe zaken, die mij in 1917 werden toegevoegd, slechts tot 1 October 191 7, op welken datum ik mijne betrekking aan Uw Bureau, die mij de zaken bij de college's te behandelen gaf, voor een andere verwisselde. Tot dien datum werden mij toegevoegd 157 nieuwe zaken, als volgt over de verschillende maanden verdeeld: Januari Februari Maart April
\Q |4 |8 14
17 Juli Augustus September
26 5 35
157
De nieuwe zaken waren naar haar aard op de volgende wijze te onderscheiden: Verbetering acten Burgelijke Stand Levensonderhoud ouders/kinderen Echtscheiding Vastzetting minderjarige Levensonderhoud echtelieden Toestemming ander huwelijk Prov. Bewindvoerder Ouderl. Macht en Voogdij Vaderschapsactie Vermoedelijk overlijden Curateele Revindicaties Erfrecht Koop en verkoop Huur Aanneming van werk In- en uitschulden Onrechtmatige daad Borgtocht Arbeidscontract Faillissement • Firma, handeling voor gemeene rekening Verzekering Ongevallenwet Strafzaken
,
. . .
4 32 1 1 7 1 7 8 3 2 1 8 14 14 4 2 14 3 1 4 ) 3 2 4 16
157 /
18 Van de nieuwe civiele zaken zijn geëindigd door: 1 • Advies 2. Schikking
, /q
3. 4.
5
VerwijzingnaardenheerVerleur of terug naarBureau Afvoering op verzoek van partij of anderszins (hierbij ook zaken, waarvan ik niets hoorde, partij of tegenpartij failleerde of verdween) 5. Verwijzing naar President voor echtscheiding of boedelnotaris . , , . . . b. Verwijzing naar Voogdijraad of anderszins . . . 7. Voldoening na aanbrenging voor den Rechter . . 8. Vonnis, beschikking op request . . . . . . . 9. Buiten proces geheel geregeld 10. Geroyeerd op verzoek van partijen 1 I. Uitstelrequest toegestaan . . . . . . . . 12. Geen bewijs van onvermogen. 13. Naar Mr. P a r s e r
|0 A o 2 33 30 2 I 2 2 M
Van de 1917 aangebrachte zaken bleven dus nog bij mij in behandeling, nadat Mr. P a r s e r mij verving, 28 zaken. Daarnevens had-ik nog oude civiele zaken in behandeHng, afkomstig van de in 191 3, 1914, 1915 en 1916 gedane toewijzingen. Deze civiele zaken eindigden op de volgende wijze: I.
. i gunstig . . . . Uoor vonnis ) • / ongunstig . . .
19 ~ 7
Van de overige uit vorige jaren hangende zaken eindigde een zaak voor den Raad van Beroep en nog een strafzaak, waarin het revisie-verzoek werd toegestaan en daarna het betrek-
19 Wat betreft de nieuwe, hierboven vermelde eindigden deze als volgt:
16 strafzaken,
1. 2.
Gunstig(geldboete,voorw. veroord. of minder dan requisitoir) 1 Cf. eisch . . . ^ . . . . 2
3.
Vrijspraak
4
4.
Door mij afgewezen
Ö
5.
Advies
I
Aldus had ik op 1 Januari 1918 nog 48 zaken in behandeHng. Buiten de alimentaties ontving ik in 1917 een bedrag van ƒ 11138.32H, een bedrag veel hooger dan in eenig vorig jaar. Dit hooge bedrag vindt zijn oorzaak in de reeds in het vorige jaarverslag vermelde paterniteits-actie (de betahngen in deze zaak geschieden nu geregeld ten behoeve van het in Duitschland v^onende kind, doch loopen niet meer over mijn kantoor), verder in de afwikkeling van een niet onbelangrijke nalatenschap en in een proces, tengevolge waarvan de koopsom eener partij geleverde goederen betaald werd. Deze drie zaken van eenigen omvang waren reeds vrij lang hangende. Ik vermeld dit, omdat ik de ervaring kon opdoen, dat de in 1917 naar mij verwezen zaken, noch qualitatief, noch quantatief belangrijk waren. Ik zou bijna durven zeggen: het juridisch gehalte ging er niet op vooruit, de interessante zaken bleven vrijwel uit. Alimentatie-acties en boedelscheidingen bleven het leeuwendeel vormen. In een aantal alimentatiezaken kon eenvoudig niets worden gedaan, omdat de kinderen, onder de huidige omstandigheden, niets te missen hadden. Als unicum mag ten slotte worden vermeld het verzoek van vastzetting van een minderjarigen jongen. Dit verzoek diende ik niet in, doch liet den jongen op gezette tijden op mijn kantoor komen, nadat hij de wetenschap had, dat zijn request klaar lag. Ik heb na een paar maanden geen klachten meer vernomen en ik kon deze zaak dus als „buiten proces geheel geschikt" afvoeren.
20 October —December 1917. Vanaf 1 October 1917, den datum waarop Mr. P a r s e r benoemd werd in de plaats van Mr. P o 1 a k, heeft eerstgenoemde met inbegrip van 11 zaken, die Mr. P o l a k aan Mr. P a r s e r heeft overgedragen, 81 zaken in behandeling gekregen, n.j. in October 23, in November 30 en in December 23. Deze zaken waren naar haren aard op de volgende wijze te onderscheiden: Verbetering en aanvulling akte Burgerlijke Stand . . . . 4 Executie echtscheidingsvonnis 2 Verzet echtscheidingsvonnis I Alimentatie 22 Tegenspraak alimentatie 5 Provisioneel bewindvoerder 3 Vermoedelijk overlijden | Ontkenning wettigheid kind | Vaderschapsactie ] Herstel ouderlijke macht 2 Herstel voogdij | Revindicaties 4 Boedelscheiding ' 3. Ontbinding onderhuur | Schadevergoeding wegens niet ter beschikking stellen van het gehuurde ) Koop a Schadevergoeding wegens niet-levering Betaling provisie Geleend geld Schadevergoeding Vernietiging faillissement Tegenspraak faillissementsaanvrage Loterij Onrechtmatig ontslag
| | | j 1 1 c |
21 Vennootschap Uitkeering verzekering Strafzaken lo. aanleg Strafzaken appèl
.
.
'.
3 2 6 2
Van deze 81 zaken had Mr. P a r s e r op 31 December 1917 nog 54 zaken in behandeling, zoodat dus 27 zaken waren afgedaan en wel om de navolgende redenen: Civiele zaken. Buiten proces geregeld Provisioneel bewindvoerder benoemd Faillissementsaanvrage met succes tegengesproken . . . . Faillissement vernietigd en kosten terugbetaald Aan procureur buiten Amsterdam behandeling verzocht . . Naar eigen procureur teruggezonden Naar Bureau terug voor behandeling kantonrechter . . . Terzijde gelegd wegens niet-verschijnen van cliënt . . . Naar Bureau teruggezonden, daar zaak niet in Amsterdam dient In overleg met Bureau ter zijde gelegd Naar Bureau van Consultatie te 's-Gravenhage verwezen . Bij ingesteld hooger beroep de beschikking van de Rechtbank door het Hof bevestigd Bij arrest van het Hof het vonnis der Rechtbank vernietigd
4 2 1 1 1 1 3 ] I 2 1 1 I
Strafzaken Vrijspraak Geschorst Aan anderen advocaat verdediging verzocht Wegens tijdgebrek niet behandeld Geen termen tot behandeling aanwezig
| | 2 1 2
27
22 Verslag van den heer IV. J. Verleur. Volgens mijn vorig verslag had ik op 1 Januari 1917 nog in behandeling 330 zaken. Gedurende 1917 heb ik nog in behandeling genomen 710 zaken, zoodat ik in het geheel behandeld heb 1040 zaken. Behalve deze 1040 zaken zijn mij door Vw Bureau nog toegezonden 53 zaken, die door mij niet in behandeling genomen zijn, terwijl ik voorts 88 ontruimingsgevallen behandeld heb. Omtrent de eerstgenoemde 1040 zaken kan ik thans het volgende mededeelen:
Op 1 Januari 1918 waren nog niet afgeloopen 339. Van de overige werden: betaald ontzegd niet-ontvankelijk verklaard door de eischers teruggenomen wegens niet-verhaalbaarheid op de tegenpartij terzijde gelegd pro-deo verzoek afgewezen door de eischers de door mij gereedgemaakte requesten niet geteekend wegens onbekend adres van de tegenpartij terzijde
gelegd
318 161 21 41
zaken
41 7 17
19
wegens faillissement der tegenpartij afgevoerd . . geëindigd door onbevoegdverklaring door de eischers teruggenomen . •. hooger beroep ingesteld wegens overlijden der eischers of tegenpartij afgevoerd opgenomen verdedigingen ingediende uitstel-requesten totaal maakt met de nog in behandehng zijnde.
.
.
weer totaal
.
5 1 16 1 3 40 10
„ „ „ „ „ „
701
zaken
339
„
1040
zaken
23 In de 318 zaken, die, als gemeld, werden betaald, werd door mij in het geheel geincasseerd een bedrag van ƒ 6469.83 \4. Van de 1040 behandelde gevallen waren, zooals uit den voorgaanden staat blijkt, in 1000 de hulpzoekenden eischende partij. Deze zaken betroffen: onrechtmatig ontslag uitbetaHng loon huur koop aanneming van werk weigering afgifte getuigschrift weigering loon bij ziekte staangeld en gestorte waarborgsom geleend geld verrichte werkzaamheden aanrijding , aanvaring ziekteverzekering achterhouden goederen zaak beschadiging diversen vermogensrecht uitstel-requesten ontruimingen
,
.
maakt totaal
.
442 |35 20 79 38 9 4 7 40 36 13 4 4 55 53 32 JO |9 1000
zaken
zaken
Aan de overige 40 personen was de rol van gedaagde te beurt gevallen; een 1 I tal zaken daarvan waren op I Januari 1.1. nog m behandeling. Van de overige 29 werden er 4 door de eischers teruggenomen; 9 werden aan de eischers ontzegd; in de overige 16 gevallen werden de cliënten in het ongelijk gesteld. De 10 ingediende uitstel-requesten werden allen toegewezen. De in bovenstaande rubriek opgenomen ontruimingen ten getale van 19 moeten wel onderscheiden worden van het eerstgenoemde cijfer van 88 ontruimingsgevallen, die mij werden toegezon en.
24 De eerstbedoelde 88 gevallen waren menschen, die tot ontruiming gedagvaard waren en die zich tot Uw Bureau wendden om te trachten voor de gevorderde ontruiming uitstel te verkrijgen. De laatstbedoelde 19 gevallen waren menschen, die anderen in onderhuur woningen hadden afgestaan en die nu om verschillende oorzaak verplicht waren daaraan een einde te maken. Beide soorten gevallen vinden hun ontstaan in den noodtoestand, waarin wij nog steeds leven; eenerzijds toch menschen, die vreesden geen dak boven hun hoofd te zullen vinden; anderzijds dezulken, die een kamertje voor andere stakkerds hadden ingeruimd, wat al heel spoedig tot ongenoegen en geharrewar weer aanleiding gaf. Ten slotte voeg ik als bijlage hiernevens een lijst van beroepen der 1040 rechtzoekenden, gerangschikt naar de indeeling, die bij Uw Bureau gebruikelijk is. Tot zoover de droge opsomming van mijne tot cijfers teruggebrachte verrichtingen over het jaar 1917. Wanneer ik als naar gewoonte daaraan nog eenige beschouwingen vastknoop, dan wil ik vóór alles een woord van leedwezen doen voorafgaan over het verlies, dat ons Bureau in het afgeloopen jaar trof door het overlijden van Mr. J. C. B o a s . Ik heb met hem de eerste tijden van de inwerkingstelling van het Bureau medegemaakt, met hem toen allerlei zich voordoende kwestiën en geschillen besproken en ben uit den aard der zaak met hem heel dikwijls in aanraking geweest. Ik heb hem leeren kennen en waardeeren als een werkelijk hoogstaand, sociaal-voelend man, met wien het aangenaam was samen te werken en zal zijn aandenken steeds [in dankbare herinnering houden. De cijfers beziende, blijkt wel allereerst, dat de toevloed van zaken stationair bleef en het nog altijd de kwestiën van onrechtmatig ontslag blijven, die den hoofdschotel vormen. Over het algemeen was de aard der zaken vrij eenvormig. Bepaald interessante gevallen kwamen ditmaal niet voor. Slechts
25 enkele kleine kwestiën tusschen Mevrouw en het dagmeisje vonden hun oorzaak in de distributie-maatregelen, waaronder wij gebukt gaan. Mevrouw meende, dat het dagmeisje ook de bons tot het verkrijgen van aardappelen moest medebrengen. De moeder van het meisje, die voor een groot gezin te zorgen had, verklaarde die bon niet te kunnen missen en gevolg was ontslag. In mijn vorig verslag vermeldde ik het geval van eene winkeljuffrouw, die op een willekeurigen datum midden in de maand hare dienstbetrekking had opgezegd tegen eene maand later. Ik betoogde toen, dat volgens art. 1638 e. B. W . de werkgever om de 14 dagen het loon had moeten betalen, zoodat alleen daarom reeds de werkgever in het ongelijk was, met welk 'betoog de Kantonrechter zich vereenigde. Wij werden nu verrast met eene beslissing van een anderen Kantonrechter gegrond op hetzelfde art. 1638 B. W . Ik vorderde voor eene winkeljufïrouw, wier loon bij de maand betaald werd, eene maand schadevergoeding wegens onrechtmatig ontslag. De Kantonrechter besliste, dat bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalden tijd aangegaan, de schadeloosstelling gelijk is aan het in geld vastgesteld loon voor den duur van den opzeggingstermijn. Art. 1639 i. B. W . bepaalt dien termijn op den tijd, die gewoonlijk tusschen twee opvolgende uitbetalingen van dat loon verstrijkt. In verband met het 3e lid van art. 1638 B. W . dat voor dit geval bepaalde, dat de betaling moet geschieden uiterlijk telkens na een halve maand (en dus geene ruimte laat voor gewoonte), zal het bedrag der schadeloosstelling niet op hooger bedrag kunnen worden vastgesteld dan een halve maand. Deze beslissing brengt mede, dat een arbeider, die niet meer dan ƒ 4 . — per dag verdient, al pleegde hij zijn loon bij de maand te ontvangen, op niet meer schadeloosstelling mag aanspraak maken dan een bedrag gelijkstaande met 14 dagen loon. Een tweetal vonnissen door den Kantonrechter gewezen, werd in het belang der wet gecasseerd. Het eene geval was eene gevraagde schadevergoeding wegens niet-tewerkstelling, welke door den Kantonrechter was niet-ontvankelijk verklaard. De Hooge Raad heeft dit vonnis vernietigd, zoodat daarmede aan het ver-
26 schil van raeening over dergelijke vorderingen een einde is gekomen. Het andere geval, waarin gecasseerd werd, betrof de vraag of een werkgever gerechtigd was over de Kerstdagen, waarop door den arbeider niet gewerkt was, het loon in te houden. De Kantonrechter besliste, dat wel degelijk den werkgever dit recht toekwam, maar de Hooge Raad heeft ook dat vonnis vernietigd. Weinig gelukkig waren wij met het hooger beroep, ingesteld tegen het vonnis, waarbij de Duitsche pakhuisbediende, die niet naar zijn „heimat" had willen gaan om te vechten, door zijn Duitschen patroon ontslagen, zijne vordering tot schadevergoeding had zien toegewezen. De Rechtbank besliste, dat deze zaak naar Duitsch recht moest worden beoordeeld, zoodat de arbeider geen recht op schadevergoeding had. Ik meen hiermede wel het voornaamste de revue te hebben laten passeeren. De behandeling van een 1000 tal pro-deo zaken per jaar blijft voortdurende volle belangstelling en accuratesse vereischen. Heel wat besprekingen met de menschen zijn noodig en helaas blijkt meermalen, nadat de zaak eenmaal aan het rollen is gebracht, dat de menschen verkeerde inlichtingen gaven. Dit werkt dan wel eens verlammend, daar men verplicht is óf opnieuw te beginnen, óf indien de termijnen voor het instellen eener nieuwe vordering verstreken zijn, voort te borduren op het verkeerde stramien. Dat dan een ongunstige uitslag het gevolg is, mag wel vanzelf sprekend worden geacht. Dat vele vorderingen stranden op de kHp van het bewijs, behoeft geen betoog. Het is toch alleszins begrijpelijk dat niet bij elke ontslag-kwestie getuigen tegenwoordig zijn. De menschen halen er dikwijls van alles bij wat er in de verste verte niet bij hoort, ook al wijl zij niet begrijpen wat er met het getuigenbewijs wordt bedoeld. Bij gebrek aan bewijs, zoek ik meestal mijn heil in eene eedsopdracht. Het blijft mij altijd een raadsel, of ik dan heb te denken aan opzettelijk liegen, dan wel aan verkeerde voorstel-
27 ling van feiten, want bijna nooit komt het voor, dat eene tegenpartij vvfeigert een eed af te leggen. Ik kan mij nooit voorstellen, dat al die menschen met onjuisteverhalen bij ons komen. Het door mij geincasseerde en uitbetaalde bedrag, dat hoofdzakelijk door kleine bedragen wordt gevormd, heb ik altijd zonder eenige korting kunnen uitbetalen en dat alleen acht ik altijd een der belangrijkste en dankbaarste motieven voor het bestaan van Uw Bureau. Mede tengevolge van de droeve tijdsomstandigheden is voor menigeen het bezit van eenige guldens meer of minder van het meeste belang en meer dan ooit mocht ik dit jaar dankbaarheid oogsten, wanneer ik tot uitbetaling kon overgaan. Met onverflauwde belangsteUing zet ik daarom gaarne het werk voort.
28
s^
_ii
«N -"S
•
^
/, LÜ > <
^> 2 Ö
H
^
lU
c
cö
fli
00
-o
_G
-^
a
QJ
1-.
># t;
C
3
(U
cü^ -ö
o
^
DH
o o
1-
.
S o
ON
g
—
00
jaar bedra
.22
*j
^ ^^ m r^
0 0
60
tll ^•••
O O in
O
r^
CN o
(D Ji
9. O,
C lU
lü 00
3
o
O-I
,c^
*j
N
-fi
00
CQ
D^ Lü
> "^
>
o o
c .22
<
tö
J ^
CD
—
(U
J •UJ LÜ
CO Of B O
O
O
""
(/^^
o -^
CO
r"
r<^
TT
u-^
sO
r^
oo
ON O
'—
H ^:, <
ON cr> -S^.
< o o
iZ
o
O
LH
bo I
O
lO
— O ON cr>
-O
X,
- ^ en
Lu
c 1)
Ë S
00 ••= to _Q w «u 3 . ü -73 co
-5 co
CD
cn 3 Di
fe .S 00
'-V
r^ o O o
H Ü Z
^
ai O
-n c
! ^
>
> -s
C •"
•
cc:
fl S" «S
•
CNl
0)
'5 s
-^ c^
J
lx TJ
- -
(N)
4-1
UI
4>
O
c
o o
• •a N
0 --^ -. c
O
o o o —
^
^ ^
O vO C^ oo O
i (N m
•w
ON 2
O
V4-
n
0)
^
u -ü
Behand eling gerecht zaken
[^ èo ^ -
—
o o
.^s^^^iL:!-^^
"^•STEBO^^