ZO
13/03/16
15.00 Concert
Cecilia Bernardini & Petra Somlai Cecilia Bernardini, viool | Petra Somlai, pianoforte
Ludwig van Beethoven (1770-1827) Vioolsonate in a, opus 23 Presto Andante scherzoso, più allegretto Allegro molto Pianosonate in f, opus 57 ‘Appassionata’ Allegro assai Andante con moto Allegro ma non troppo Vioolsonate in F, opus 24 ‘Frühling’ Allegro Adagio molto espressivo Scherzo: allegro molto Rondo: allegro ma non troppo
Ludwig van Beethoven tussen klassiek en romantiek Het bekende en het onbekende liggen soms dicht bij elkaar. De ene vioolsonate (opus 24 in F) van Ludwig van Beethoven nestelde zich door de jaren heen in het oor van elke muziekliefhebber, terwijl een andere (opus 23 in a), quasi anoniem door de geschiedenis wandelde. Nochtans wilde Beethoven beide sonaten aanvankelijk in tandem naar buiten brengen. Bij de eerste uitgave zouden ze samen verschijnen als de twee vioolsonaten, opus 23. Volgens sommige theorieën lag een praktisch probleem aan de basis van de gescheiden uitgave. Zo zouden de composities op een verschillend papierformaat zijn vormgegeven, een probleem dat in de predigitale 19de eeuw niet zo eenvoudig op te lossen was. Een andere hypothese stelt dat de uitgever beide werken apart wilde publiceren omdat de tweede sonate vermoedelijk erg populair zou worden. Met een afzonderlijke uitgave hoopte hij meer inkomsten te kunnen genereren. Hoe dan ook, interessant voor ons is dat Beethoven beide werken op hetzelfde moment bedacht. Ze komen aan het begin van zijn zogenaamde ‘middelste periode’, het moment waarop zijn gehoorproblemen ernstiger worden en waarop hij zich op muzikaal vlak steeds verder verwijdert van de bestaande conventies. In deze vioolsonaten vinden we de sporen van dit kantelmoment. Sommige passages doen heel klassiek aan, bijna in de stijl van Mozart of Haydn, terwijl op andere momenten de blik strak op de toekomst gericht is. Beethoven zocht (en vond) hier zijn weg naar vernieuwing, naar een meer individuele manier van componeren. Op die manier loodste hij ons ook de romantiek binnen, waar de uiting van persoonlijke gevoelens in een persoonlijke muziektaal steeds belangrijker werd. Als we weten dat beide vioolsonaten deel van een geheel zijn, dan wordt ook meteen duidelijk wat Beethovens bedoeling was met deze werken. De twee sonaten zijn zo verschillend van elkaar dat ze bijna elkaars negatiefbeeld kunnen zijn. De sonate in a, opus 23 is vrij bruusk en dreigend, terwijl de vioolsonate in F, opus 24 lyrisch en goedaardig klinkt. De bijnaam van deze laatste sonate is dan ook ‘Frühling’, lente. Zoals bij vele andere sonaten was het niet Beethoven zelf die deze naam bedacht, maar wel de uitgever. Van bij de eerste noten is echter meteen duidelijk dat deze titel perfect gekozen is. De muziek is lentefris, schijnbaar naïef, en vol verwachting van wat nog komen zal. De vioolsonate opus 23 is een echte dialoog, een gesprek tussen twee mensen die elkaar nu eens onderbreken, dan weer aanvullen. In muzikale termen vertaalt zich dat in een contrapuntische schrijfwijze met overlappende of snel afwisselende frasen. Op sommige momenten is de optelsom van de viool en de piano één doorlopende melodische lijn, de ultieme complementariteit. Een gevolg van deze werkwijze is
weliswaar dat de viool zich af en toe moet aanpassen en de speelwijze van de piano overneemt. Dat is veel minder het geval in opus 24. Het begin van deze lentesonate is een typevoorbeeld van de zogeheten begeleide monodie. Een eenvoudig begeleidingspatroon in de piano biedt ondersteuning aan een lyrische melodie in de viool. Als de piano de melodie later overneemt, zorgt de viool voor een aangepaste begeleiding, zonder dat de instrumenten elkaar nerveus op de hielen zitten zoals in opus 23. Wat de vorm van de werken betreft, zijn beide vioolsonaten misschien niet zo verschillend als op het eerste gezicht lijkt. In zijn Frühling-sonate maakte Beethoven voor het eerst de keuze om vier afzonderlijke delen te componeren in plaats van drie. Na het allegro volgt een langzaam deel en daarna een scherzo alvorens naar het afsluitende rondo wordt overgegaan. In de voorgaande vioolsonaten had Beethoven altijd de klassieke drie delen gecomponeerd. Toch zien we in opus 23 al een aanwijzing naar deze nieuwe ontwikkeling. Het klassieke langzame middendeel wordt hier al een andante scherzoso. Scherzo en andante zijn hier nog één geheel, maar de beide componenten zijn al aanwezig. In de Frühling-sonate koos Beethoven voor de afzonderlijke uitwerking van deze twee aspecten. De pianosonate in f, opus 57 kreeg net zoals de Frühling-sonate een titel van de uitgever. De ‘Appassionata’ is niet alleen een van de bekendste en meest geprezen sonaten vandaag, Beethoven zelf was er ook erg fier op. De driedelige sonate is een magistrale compositie waarin Beethoven de ultieme versmelting realiseerde tussen compositorisch vernuft en muzikale expressie. Het werk opent met een ontwapenend eenvoudige muzikale geste. De eerste maten zijn niets meer of minder dan het gebroken akkoord van fa klein, de hoofdtoonaard van het werk. Het lage register, de eenstemmigheid, en de grote afstand tussen de beide handen geven dit motief echter een onheilspellend karakter. Wat volgt, is een uitgebreide muzikale ontwikkeling van dit basismateriaal. In een klassieke sonatevorm wordt het eerste thema gevolgd door een contrasterend tweede thema. In deze sonate is dat niet anders, maar het tweede thema is eerder een variatie van het eerste thema. Deze economische omgang met het materiaal – als het ware recyclage avant la lettre – zou een van Beethovens handelsmerken worden. Ook in de tweede beweging bewijst de componist hoe hij met een minimum aan middelen een maximum aan muziek kan creëren. Een haast banaal thema wordt onderworpen aan een geïnspireerde variatiereeks die naadloos overgaat in de wervelende finale. De virtuositeit wordt op de spits gedreven, en Beethoven doorbreekt de grenzen van de sonatevorm door een indrukwekkende coda toe te voegen, een extra brok muziek die het einde van deze indrukwekkende sonate op gepaste wijze kracht bij zet. Aan de hand van deze drie sonaten wordt duidelijk hoe Beethoven de klassieke muziek van zijn tijd de romantiek binnenloodste. Hij was geen beeldenstormer die de conventies van zijn tijd zomaar omver gooide,
maar vernieuwde de muziek wel wezenlijk vanuit haar eigen logica. Hij zocht zijn eigen weg in de muziek en introduceerde daarmee een van de belangrijkste kenmerken van de romantiek: de individuele kunstenaar die op een persoonlijke manier uitdrukking geeft aan zijn artistieke verlangens. Dat deze zoektocht tot zulke diverse composities kan leiden als deze drie sonaten, is misschien wel de grootste indicator van Beethovens meesterschap. Klaas Coulembier
Cecilia Bernardini Cecilia Bernardini studeerde aan het conservatorium van Amsterdam en aan de Guildhall School of Music and Drama. Tijdens haar opleiding werd o.a. door inspirerende lessen van Rachel Podger en Lucy van Dael haar interesse in de historische uitvoeringspraktijk gewekt. Als barokvioliste is Bernardini sinds 2012 als vaste concertmeester verbonden aan het in Edinburgh gevestigde Dunedin Consort o.l.v. John Butt, met wie ze onlangs Bachs Brandenburgse concerten, de Johannespassie en Mozarts Requiem opnam. Deze laatste werd met een Gramophone award bekroond. In de toekomst staan opnamen van o.a. de vioolconcerten van Bach gepland. Als gastaanvoerder of -soliste is Cecilia werkzaam bij ensembles als La Serenissima, Ensemble Zefiro, Pygmalion, Arcangelo, The King’s Consort, De Nederlandse Bachvereniging en The Orchestra of the Age of Enlightenment. Zij heeft talloze opnamen op haar naam staan, waaronder de divertimenti van Mozart met Ensemble Zefiro en Purcells Sonatas at four parts met The King’s Consort. Een van haar grootste passies is het spelen van kamermuziek. Ze vormt met altviolist Giles Francis en celliste Timora Rosler het Serafino String Trio en speelt op regelmatige basis samen met pianofortespeelster Keiko Shichijo. Ze musiceerde verder o.a. met Kristian Bezuidenhout, Rick Stotijn, Richard Egarr en haar vader, barokhoboïst Alfredo Bernardini. Cecilia bespeelt een viool, gebouwd door Santo Seraphin in Venetië, 1750, haar ter beschikking gesteld door het Nationaal Muziekinstrumenten Fonds (www.muziekinstrumentenfonds.nl). Ook werd zij als eerste Nederlander toegelaten tot de Jumpstart Foundation, waarvan ze een Camillus Camilli barokviool uit 1743 in bruikleen heeft.
Petra Somlai Petra Somlai werd in 1981 in Hongarije geboren. Na haar studies piano en directie aan het Béla Bartok conservatorium in Boedapest rondde ze haar piano-opleiding in 2007 af met een masterdiploma aan de Franz Lisztmuziekacademie in Boedapest. In deze periode raakte Petra gaandeweg meer geïnteresseerd in de authentieke uitvoeringspraktijk op historische instrumenten. Ze studeerde vervolgens fortepiano en klavecimbel in England en later in Nederland. Hier studeerde ze aan de conservatoria van Amsterdam en Den Haag bij Fabio Bonizzoni, Menno van Delft en Bart van Oort.
In 2010 won Petra Somlai de eerste prijs en de speciale publieksprijs tijdens het Internationale Fortepiano Concours van Brugge, dat internationaal wordt gezien als het belangrijkste concours voor de fortepiano. Tevens werd zij in Hongarije onderscheiden met de cultuurprijs Junior Prima Primissima. Inmiddels is ze een veel gevraagde pianiste en treedt ze veelvuldig op in heel Europa en Japan. Naast solorecitals speelt zij ook veel kamermuziek met musici als Jaap ter Linden, Elizabeth Wallfisch en Paul Leenhouts. Petra wordt voorts geregeld uitgenodigd als solist bij orkesten. Naast haar concertpraktijk houdt Petra zich bezig met musicologisch onderzoek op het gebied van de barokke en de klassiek opera. Petra Somlai is als docent fortepiano en historische uitvoeringspraktijk verbonden aan de Franz Lisztmuziekacademie in Boedapest. Vandaag bespeelt Petra Somlai een historische pianoforte gebouwd door Alois Graff tussen 1815 en 1820 in Wenen. Het is een instrument uit haar privécollectie.
Binnenwerk geprint bij
www.prints-copy.be wettelijk depotnummer: D/2015/0306/114
Volgende concerten DO 17/03/16 - 21.00 uur
Sette Voci
Motetten van Johann Sebastian Bach tickets € 24 / € 20 / € 16 / € 5
VR 18/03/16 - 21.00 uur
Jean Rondeau Klavierwerken van Johann Sebastian Bach tickets € 20 / € 16 / € 14 / € 5
ZO 20/03/16 - 11.30 uur
Paasbrunch met Odd Size Paasbrunch in de concertzaal, opgeluisterd door Odd Sizes opmerkelijke vertolking van Händels Messiah: Messiah for four! tickets € 45 / € 41 (> 8 personen), inclusief brunch. Kinderen 3-13 jaar aan halve prijs.
VR 22/04/16 - 21.00 uur
Collegium Vocale Gent Lagrime di San Pietro van Orlandus Lassus tickets € 32 / € 28 / € 24 / € 5