B&W.nr. 11.0155, d.d. 11 februari 2011
B&W-Aanbiedingsformulier Onderwerp
Onderzoeksrapport Fakton t.a.v. aanbestedingsprocedure van het project Huis van de Sport
BESLUITEN Behoudens advies van de commissie 1. Kennis te nemen van het onderzoeksrapport van Fakton naar de aanbesteding Huis van de Sport. 2. Bijgaande brief aan de raad vast te stellen waarin wordt ingegaan belangrijkste conclusies, aanbevelingen en leerpunten van het onderzoek met als belangrijkste punten: a. de hoofdconclusie dat op 26 oktober 2010 op inhoudelijke gronden terecht door het college is besloten dat het project Huis van de Sport niet haalbaar was, binnen de kaders die door de raad waren gesteld, zonder een forse bijstelling van deze kaders. b. het in het vervolg opnemen van een haalbaarheidsanalyse van een eventuele aanbestedingsprocedure (vertrouwelijk) in het kaderbesluit c. de initiatiefnemers en de marktpartijen uit te nodigen voor een bestuurlijk gesprek en ze op deze wijze nader te informeren over de motivering van het stopzetten van de aanbestedingsprocedure. d. dat doorstart van de aanbestedingsprocedure, zowel op inhoudelijke als juridische gronden niet mogelijk is. e. dat er niet wordt getwijfeld aan de integriteit van de ambtenaren die aan dit project hebben meegewerkt. f. dat moeten worden geconcludeerd dat de resultaten van het rapport ‘Leiden, stad van ambities’ nog steeds zeer relevant zijn voor gemeenteraad, college en ambtenaren in de gemeente Leiden. 3. De gemeentesecretaris opdracht te geven te onderzoeken of, op basis van de informatie uit het op te stellen sportaccommodatieplan, er mogelijkheden zijn om in de begroting structureel meer financiële middelen beschikbaar te krijgen voor het beheer, onderhoud en vernieuwen van sportvoorzieningen in Leiden
Samenvatting Het college heeft terecht de aanbesteding van het project Huis van de Sport stopgezet. De betrokken ambtenaren hebben hun deskundigheid op een integere en professionele manier ingezet in het project. Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport van het onderzoek naar de aanbesteding van het Huis van de Sport door onderzoeksbureau Fakton. Het rapport concludeert dat realisatie van het project conform het door de raad vastgestelde kaderbesluit onmogelijk was zonder € 20 miljoen aan gemeentelijke subsidie en participatie in de projectrisico’s. Ook de marktpartijen die zouden deelnemen aan de aanbesteding gaven in hun gesprekken met Fakton aan dat het Huis van de Sport niet haalbaar was binnen de vastgestelde kaders.
Retouradres: Postbus 9100, 2300 PC Leiden Bezoekadres Aan de leden van de Raad Postadres Telefoon E-Mail Website
Datum 11februari 2011 Ons kenmerk DIV-2011-2542 Onderwerp Onderzoek Huis van de Sport
Gemeente Leiden Stadhuis Stadhuisplein 1 Postbus 9100 2300 PC Leiden 071-5165165
[email protected] www.leiden.nl/gemeente
Contactpersoon J. van der Horst Doorkiesnummer 5029
Geachte leden van de raad, Op 16 december 2010 hebben wij opdracht gegeven aan het adviesbureau Fakton voor het uitvoeren van een onderzoek naar de aanbestedingsprocedure Huis van de Sport. Bijgaand treft u het onderzoeksrapport aan. In deze brief gaan wij in op de resultaten van het onderzoek en de door Fakton geformuleerde conclusies en aanbevelingen. In de onderzoeksopdracht aan Fakton zijn de volgende onderzoeksvragen opgenomen: 1. Een feitenonderzoek en reconstructie van het proces, van het moment van het besluit het initiatief Huis van de Sport verder uit te werken naar een kaderbesluit, tot aan het kaderbesluit; 2. Een feitenonderzoek en reconstructie van het proces, vanaf het moment van het kaderbesluit tot aan de beslissing van het college om het aanbestedingstraject stop te zetten; 3. Een feitenonderzoek en een reconstructie van het proces, vanaf het moment van de beslissing tot het stopzetten van het aanbestedingstraject tot op heden; 4. Nagaan of op basis van de feiten en reconstructie, zoals onderzocht onder 1 en 2, de conclusie dat het Huis van de Sport niet haalbaar wordt geacht, zonder aanpassing van de kaders, de juiste is geweest; 5. Nagaan waarom, op basis van de feiten en reconstructie van het proces zoals onderzocht onder 3, er bij betrokkenen een ander beeld is ontstaan van de gevolgde procedure en welke mogelijke conclusies hieruit getrokken moeten worden.
De Businesscase De kern van het onderzoek door Fakton betreft een beoordeling van de zogeheten ‘business case’, die in het voorjaar van 2010 is opgesteld door het ambtelijk projectteam (consultatieteam), vlak voordat de consultatiegesprekken zouden gaan plaatsvinden. Deze business case werd opgesteld met als doel om de informatie hieruit te gebruiken voor de analyse van de informatie van de marktpartijen in de consultatiefase van de aanbestedingsprocedure.
Bij de beoordeling is Fakton uitgegaan van de vastgestelde bestuurlijke kaders zoals verwoordt in het kaderbesluit van 15 december 2009 (RV 09.0166) Het basisscenario op basis waarvan Fakton de business case heeft doorgerekend bestond uit:
•
exploitatieperiode: 40 jaar; multifunctionele hal met 3 zalen en 6.000 tribuneplaatsen en 10.000 m2;
• •
6 voetbalvelden en 2 rugbyvelden; clubgebouwen voor alle sportverenigingen;
• •
20.000 m2 commerciële ruimtes (het volledige toegestane retailprogramma); 700 woningen (zowel grond-gebonden woningen als appartementen; waarvan 20% sociaal);
•
parkeren (circa 800 parkeerplaatsen gebruikers + parkeren woningen, waarbij voor het parkeren bij de woningen dient te worden voldaan aan de CROW-richtlijnen).
Dit basisscenario leidt volgens Fakton tot de volgende kostenopstelling Projectonderdelen Deelgebied Sportcomplex (incl. commerciële voorzieningen): Investeringen Exploitatiekosten Exploitatieopbrengsten TOTAAL Bijdrage infrastructuur en plankosten Deelgebied woningbouw Prognose resultaat business case Huis van de Sport
Netto contante waarde
-€54,6 mln -€21,7 mln +€50,1 mln -€26,2 mln -€3,0 mln +€9,1 mln -€20,1 mln
Uit deze kostenopstelling verbindt Fakton de hoofdconclusie van het onderzoek 1.3.2. Hoofdconclusie: geen haalbare business case mogelijk zonder subsidie Aspect: haalbaarheid Wij concluderen dat de integrale business case voor het project Huis van de Sport rekening houdend met het Kaderbesluit en de daarin opgenomen uitgangspunten na optimalisatie niet kan worden gerealiseerd zonder subsidie en gemeentelijke participatie in de projectrisico’s. De subsidiebehoefte van een geoptimaliseerde business case binnen de voorwaarden die het Kaderbesluit stelt, ramen wij op circa 20 miljoen euro. Verdere financiële optimalisatie is alleen mogelijk met kaderbijstellingen, in het bijzonder ten aanzien van het ambitieniveau van de sportvoorzieningen. Op basis van deze bevindingen van het onderzoek van Fakton, concluderen wij, dat wij op 26 oktober 2010 op inhoudelijke gronden terecht is besloten dat het project Huis van de Sport niet haalbaar was binnen de kaders die door de raad waren gesteld, zonder een forse bijstelling van deze kaders. Wij merken daarbij wel op dat onze beslissing was gebaseerd op de verwachte resultaten van een business case die rekening hield met aanvullende kaders, zoals een extra aantal parkeerplaatsen voor de topsporthal en maatregelen voor de risicoverkleining. Ook zonder die toevoeging zouden wij op
basis van een verwacht financieel tekort van € 20 miljoen destijds hebben besloten om de aanbesteding van het project stop te zetten. De door Fakton als leerpunt naar voren gebrachte opmerking dat dat projecten die maatschappelijke voorzieningen betreffen met een complexiteit en omvang als Huis van de Sport in Nederland nooit worden gerealiseerd zonder (investerings- en/of exploitatie) bijdragen en risico voor publieke partijen, sterkt ons in deze conclusie! Nb. Bij zowel de business case van Fakton als die van de gemeente is nog geen rekening gehouden met de boekwaarde van de Rijkswaterstaatlocatie en de Steenwisselplaatslocatie. Concreet betekent dit dat het resultaat nog met € 5,5 miljoen zou verslechteren.
Het kaderbesluit en de businesscase Fakton concludeert (1.3.6 van het onderzoeksrapport) dat in het kaderbesluit geen financiële haalbaarheidsstudie is opgenomen. Zij zijn van mening dat aan de keuze voor een gebiedsconcessie en een DBFMO-contract op inhoudelijke gronden bij benadering wel een financiële haalbaarheidsstudie had kunnen worden opgesteld en dit ook had gemoeten, zodat er beter sprake kon zijn voor een onderhandelingspositie in het dialoogteam. Achteraf betreuren wij dat de haalbaarheidstudie geen onderdeel heeft gevormd van het kaderbesluit. Het opnemen van de haalbaarheidsstudie had ons de mogelijkheid gegeven om dit aspect mee te wegen in onze besluitvorming. Bovendien hadden we deze informatie ook (vertrouwelijk) ter kennis moeten brengen aan de raad, zodat de raad ook de haalbaarheid had kunnen laten meewegen in het formuleren van haar standpunt bij het Kaderbesluit. Met de kennis van nu, had dit wellicht op dat moment geleid tot een no-go voor het project of aanpassing van de kaders. Dit gegeven had door ons toentertijd, en door de toenmalige bestuurlijke opdrachtgever in het bijzonder, beter erkend kunnen worden als een essentieel onderdeel van het kaderbesluit. De druk van de aankomende verkiezingen, en de daarbij in vele verkiezingsprogramma’s geuite ambitie van het project Huis van de Sport voor de huidige raadsperiode, heeft hierbij waarschijnlijk een (te) nadrukkelijke rol gespeeld.
Aanscherping kaders in aanbestedingsdocumenten Na het kaderbesluit zijn de voorbereidingen getroffen voor de uitvraag naar de markt. Fakton constateert dat deze uitvraag ten opzichte van het kaderbesluit een aanscherping laat zien van een aantal kaders. In conclusie 1.3.3. concludeert Fakton hierover het volgende: Wij constateren dat er inhoudelijke verschillen bestaan tussen de uitgangspunten uit het Kaderbesluit en de uitgangspunten die gehanteerd zijn in de business case behorend bij de gemeentelijke uitvraag richting de marktpartijen. Het belangrijkste verschil vormt het substantieel toevoegen van het aantal parkeerplaatsen. In de uitvraag worden, conform de parkeernormen zoals opgenomen in het parkeerbeleid, er 670 extra parkeerplaatsen toegevoegd aan de 800 parkeerplaatsen zoals genoemd in het kaderbesluit.
Feitelijke toepassing van dit beleidskader voor het aantal parkeerplaatsen voor de topsporthal bij topsport- of andere evenementen leverde in de uitvraag een extra aantal parkeerplekken op van 670, wat uiteindelijk, volgens Fakton een verslechtering van de business case ten gevolg had van ongeveer 17,5 miljoen. Deze extra parkeerplaatsen waren overigens volledig bedoeld voor de topsporthal bij volledige bezetting om parkeeroverlast in de omliggende buurt te voorkomen. Eventuele parkeeroplossingen van organisatorische aard (zoals gebruik van leegstaande parkeerterreinen van kantoorpanden in de nabije omgeving) behoorde wel tot de mogelijkheden en is in de uitvraag meegegeven. Daarnaast is er nog een kader opgenomen ter zekerstelling van de bouw van de sportvoorzieningen. De sportvoorzieningen dienden eerst te worden opgeleverd voordat de woningen mochten worden gebouwd. Hierdoor verslechterde de business case met € 2,5 miljoen. Verschil – 20 miljoen versus – 40 miljoen De business case zoals opgesteld door Fakton, zou met aanscherping van de kaders er als volgt hebben uitgezien: Projectonderdelen Deelgebied Sportcomplex (incl. commerciële voorzieningen): Investeringen Exploitatiekosten Exploitatieopbrengsten Realisatie 670 parkeerplaatsen voor topsporthal (bij volledige bezetting) Faseringskosten (eerst sportvoorzieningen dan woningbouw) TOTAAL Bijdrage infrastructuur en plankosten Deelgebied woningbouw Prognose resultaat business case Huis van de Sport
Netto contante waarde
-€54,6 mln -€21,7 mln +€50,1 mln -€17,5 mln -€2,5 mln -€46,2 mln -€3,0 mln +€9,1 mln -€40,1 mln
De totale business case kende dus inclusief de extra parkeerplaatsen voor de topsporthal en zekerheidsstelling een verslechtering, volgens de berekening van Fakton (met € 20 miljoen) tot een negatief bedrag van - € 40 miljoen. Deze verslechtering moet wel worden bezien in het licht van het feit dat de markt de mogelijkheid zou hebben om de extra parkeerplaatsen voor de topsporthal, ten tijde van (topsport)evenementen, ook mocht realiseren via organisatorische parkeermaatregelen buiten het plangebied, wat mogelijk tot een ander (minder) negatief resultaat zou hebben geleid. Helaas moeten wij constateren dat voor deze aangescherpte kaders – hoe logisch doorgeredeneerd dan ook vanuit het perspectief van de adviseurs in het projectteam op basis van het ambitiedocument zoals vastgesteld bij het kaderbesluit – niet aan ons zijn voorgelegd. Wij beoordelen dit als een gevolg van het feit dat het opstellen van de aanbestedingsdocumenten plaatsvond in een periode van een politiek interbellum tussen een zittend en een nieuw te formeren
college na de raadsverkiezingen van maart 2010. Echter, naar ons huidig oordeel zou ook zonder deze aangescherpte kaders het uiteindelijk tekort dermate groot geweest zijn dat de uiteindelijke beslissing om het project stop te zetten eveneens door ons zou zijn genomen.
Inhoudelijke conclusie marktconsultatie Over de eerste fase van de aanbestedingsprocedure i.c. de marktconsultatie concludeert Fakton dat het niet mogelijk was dat marktpartijen het project binnen de wensen en eisen van initiatiefnemers en gemeente budgetneutraal binnen de vastgestelde kaders hadden kunnen maken. De haalbaarheid van het project is daarbij volgens het rapport door de marktpartijen vooral gebaseerd is op een veel te rooskleurige inschatting van de parkeeropbrengsten. Door de marktpartijen wordt dan ook erkend dat zij rekening hebben gehouden met een grote opbrengst uit de parkeerexploitatie. De marktpartijen hebben zelf aangegeven, binnen de gestelde kaders, geen haalbaar plan te kunnen realiseren. Deze parkeeropbrengsten zijn alleen maar te realiseren als er in de nabije omgeving een vorm van parkeerrestrictie zou worden ingevoerd. En dat vergt een forse aanpassing van de bestaande beleidskaders rond parkeerrestrictie. Wij zijn daarbij eveneens geen voorstander van het invoeren van een vorm van parkeerrestrictie voor dit deel van de stad.
Communicatie na besluit tot stopzetting Fakton concludeert over de beeldvorming van de periode na het stopzetten van de aanbestedingsprocedure het volgende (conclusie 1.3.21): Wij constateren dat de bestaande positieve beeldvorming over de kansen voor het project in combinatie met een vervolgens oppervlakkige gemeentelijke motivering om de aanbesteding te stoppen en een summiere communicatie, helaas heeft geleid tot een situatie van openlijk wantrouwen jegens gemeente en ambtenaren bij initiatiefnemers, voorzitter van het dialoogteam en twee van de drie geselecteerde marktpartijen. Naar ons oordeel is er geen grond voor wantrouwen, enkel voor onbegrip. In de communicatie richting raad, initiatiefnemers en betrokken marktpartijen zijn inderdaad tekortkomingen geweest. Hoewel juridisch gezien zorgvuldigheid is betracht en betrokkenen op juiste wijze zijn geïnformeerd had de communicatie gezien de grote maatschappelijke betrokkenheid bij het project veel uitgebreider en zorgvuldiger kunnen plaatsvinden. Met name hebben wij verzuimd aan u vroegtijdig duidelijk te maken waarom wij van mening zijn dat het project niet haalbaar is. Een duidelijke uitleg van de business case en de (on)mogelijkheden tot kaderbijstelling met name op vlak van betaald parkeren in het gebied hadden wij aan u moeten voorleggen. Bovendien menen wij dat we, voorafgaand een besluit hierover door ons college, de betrokken marktpartijen nogmaals hadden kunnen consulteren. Aan de hand hiervan hadden wij duidelijk kunnen maken dat wij gezien het forse tekort geen mogelijkheden zagen om met behulp van kaderbijstellingen een haalbaar, dus budgettair neutraal project te realiseren. In verlengde hadden we dan kunnen aangeven dat wij gebruik zouden maken van het go/no go moment, zoals dat was opgenomen in het stappenplan van het kaderbesluit.
Wij zijn dan ook, volgens de aanbeveling van Fakton hieromtrent, voornemens om in een aantal gesprekken te motiveren waarom besloten is de aanbesteding te staken en wederzijds begrip te creëren en een basis te zoeken voor het herstel van vertrouwen in de gemeente.
Geen doorstart aanbestedingsprocedure Op basis van het onderzoek raadt Fakton op inhoudelijke en juridische gronden af om de afgebroken aanbestedingsprocedure opnieuw op te starten. De gemeente beschikt op basis van de doorlopen procedure, op dit moment in ruime mate inzicht in de creativiteit en (on)mogelijkheden van de markt om het project Huis van de Sport te ontwikkelen, realiseren en/of te beheren. Wij delen de opvatting dat het er nu om gaat om die inzichten te ordenen en een brede maatschappelijke heroverweging te maken van de Leidse sportambities. Zonder deze heroverweging van de Leidse sportambities en het borgen van de leerpunten is verder gaan met de aanbestedingsprocedure zinloos. Daarnaast moet er om op juridische gronden een doorstart te mogen maken sprake zijn van een herstel van een vergissing maar mag er geen sprake zijn van een wezenlijke aanpassing van de opzet. Hiertoe hebben wij een jurist, gespecialiseerd in het aanbestedingsrecht geconsulteerd. Een vergissing is wat ons betreft niet aan de orde. De aanbestedingsprocedure is op inhoudelijke gronden stopgezet en er is, zeker gezien de conclusies van het rapport van Fakton, geen reden om dit besluit op inhoudelijke gronden te herzien.
Toekomst sportvoorzieningen Met het definitief stop zetten van het project Huis van de Sport rijst de vraag hoe het verder moet met de sportaccommodaties in Leiden, met die in het Morskwartier in het bijzonder. Fakton beveelt in deze aan om een eenduidige en ambitieuze bestuurlijke opdracht te formuleren enkel gericht op sport, waarvoor gemeentelijke middelen moeten worden gereserveerd in de meerjarenbegroting. Op dit moment wordt gewerkt aan een nieuwe Sportnota en in het verlengde daarvan een accommodatieplan. Met dit plan, welke wij in dit najaar aan de raad ter besluitvorming willen voorleggen, moet duidelijk worden welke behoefte er is en in de toekomst zal zijn aan sportvoorzieningen in Leiden. Tevens moet duidelijk worden in het sportaccommodatieplan wat de staat van het beheer en onderhoud is van deze voorzieningen en welke middelen er nodig zullen zijn om deze staat van beheer en onderhoud op een acceptabel niveau te krijgen en te houden. Dit sportaccommodatieplan is overigens een verdere uitwerking van de rapportage sportaccommodaties van 2 maart 2010. De verwachting is dat de binnen de begroting beschikbare budgetten hiervoor absoluut niet toereikend zullen zijn. Bovendien zijn voor het realiseren van een aantal ambities op het vlak van sport, zoals een grote sporthal en eventueel een kunstijsbaan, geen investeringsgelden opgenomen in de Leidse meerjarenbegroting. Als de gemeente deze ambities desondanks wil realiseren, zal op een innovatieve en creatieve wijze diverse middelen en investeringen met elkaar gecombineerd moeten worden. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan nieuwbouw van scholen (basis – en voortgezet onderwijs)
op grond van het Integrale huisvesting programma voor onderwijs met de daarbij behorende sportvoorzieningen die in de avonduren en in de weekenden beschikbaar zijn voor Leidse sportverenigingen. Extra financiële middelen voor deze sportvoorzieningen zouden wellicht kunnen worden gevonden door de NUON-middelen voor onderwijs hiervoor deels in te zetten. Voor de sportvoorzieningen in het Morskwartier is de staat van onderhoud van de velden en de daarbij behorende accommodaties behoorlijk. De afgelopen jaren heeft er op dit complex behoorlijk wat onderhoud plaatsgevonden en dat zullen we de komende periode voortzetten. Wij denken hierbij bijvoorbeeld aan vervanging van oude kunstgrasvelden en het plegen van onderhoud op kleedkamers.
Integriteit en ambtelijk handelen Fakton heeft geen aanwijzingen gevonden om te twijfelen aan de integriteit van de ambtenaren die aan dit project hebben meegewerkt, alsmede andere negatieve kwalificaties die recentelijk zijn geuit. In het rapport geeft Fakton aan dat de ambtelijke advisering (inclusief externe adviseurs) er geheel op was gericht op het tot stand brengen van de noodzakelijke kaderbijstelling in achtereenvolgens stuurgroep, college en raad. In verlengde hiervan is men onder de indruk van de kwaliteit en professionaliteit van de ambtelijke inzet. Hierover zegt Fakton het volgende (conclusie 1:3:12): Het optreden van betrokken ambtenaren kwalificeren wij als betrokken, oprecht en professioneel-kritisch. Wel liet de kwaliteit van hun procesmanagement en de communicatie (bijvoorbeeld met verschillende leden van het dialoogteam en met vertegenwoordigers van de initiatiefnemers) na de stuurgroep van september 2010 te wensen over. Voor andere negatieve kwalificaties vinden wij in ons onderzoek geen grond.
Wij onderschrijven dit oordeel door expliciet ons vertrouwen in waardering in de ambtelijke organisatie uit te spreken. Ambtelijk heeft men op basis van de eerste consultatiegesprekken aangegeven dat met forse kaderbijstellingen het mogelijk zou kunnen zijn om tot een haalbaar plan te komen. Wij hebben als college besloten dat deze forse kaderbijstellingen voor ons als niet haalbaar te beschouwen en hebben ambtelijk opdrachtgever dan ook verzocht een beëindigingbesluit voor te bereiden.
“Leiden Stad van ambities” Facton refereert ten slotte aan het rapport van de commissie Overschrijding Grote Projecten: Leiden, stad van ambities. De commissie onder leiding van raadslid Hans van Egdom heeft aangegeven dat er in Leiden te veel tijd en energie gaat zitten in de spanning tussen hoge ambitie en beperkte uitvoeringskracht, zonder dat die tijd en energie voldoende concrete resultaten opleveren. Besturen met ambities is goed, het bestuur richten op het werkelijk realiseren van ambities is beter. Juist de aanbevelingen in dit rapport hebben bij onze besluitvorming om de aanbestedingsprocedure van het Huis van de Sport te beëindigen een belangrijke rol gespeeld. Ook hier was hier sprake van een stapeling van ambities. Doorzetten van de aanbestedingsprocedure zou, naast een grote initiële financiële bijdrage door de gemeente, leiden tot onaanvaardbare grote financiële risico’s.
Fakton concludeert wat ons betreft dan ook terecht dat de resultaten van het rapport Leiden, stad van ambities nog steeds zeer relevant zijn voor de gemeenteraad, college en ambtenaren in de gemeente Leiden
Tenslotte Op basis van de bijgaande onderzoeksrapportage zijn wij overtuigd van het feit dat wij in oktober 2010 op inhoudelijke gronden de juiste beslissing hebben genomen om het aanbestedingstraject van het Huis van de Sport te beëindigen. Het herstarten of opnieuw starten van de aanbestedingsprocedure is wat ons betreft dan ook niet aan de orde. Wij betreuren het zeer dat er met name in het communicatieproces een aantal storende fouten zijn opgetreden die vooral voor een vertekend beeld hebben gezorgd van de beeldvorming van de (on)mogelijkheden van het project Huis van de Sport. Hierdoor zijn helaas, inhoudelijk onterechte verwachtingen ontstaan bij de initiatiefnemers en andere partijen over de slagingskans van het project Huis van de Sport. Een initiatief welke met hart en ziel door de stichting Huis van de Sport is uitgedragen, waarvoor wij veel erkenning en waardering willen uitspreken. Wij hopen op korte termijn met u van gedachten te wisselen over een wenkend, maar bovenal haalbaar perspectief voor de sport in Leiden. Hopend u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd,
Hoogachtend, Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester,