Buitengebied, derde herziening
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Inhoudsopgave
Regels
3
Hoofdstuk 1 Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3
Inleidende regels Begrippen Wijze van meten Afstemmingsbepaling
Hoofdstuk 2 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11
Bestemmingsregels Agrarisch met waarden - Landelijk gebied II Bedrijf - Nutsbedrijf Natuur Recreatie Wonen Wonen - Salonwagen Waarde - Archeologie Facetherziening
10 10 14 15 17 18 21 22 24
Hoofdstuk 3 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16
Algemene regels Anti-dubbeltelbepaling Algemene aanduidingsregels Algemene afwijkingsregels Algemene wijzigingsregels Algemene procedureregels
26 26 27 28 30 32
Hoofdstuk 4 Artikel 17 Artikel 18
Overgangs- en slotregels Overgangsrecht Slotregel
33 33 34
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2
Staat van bedrijfsactiviteiten Lijst met toegestane nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven
36 37 45
2
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
4 4 8 9
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Regels
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
3
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Hoofdstuk 1 Artikel 1
Inleidende regels
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder: 1.1
plan:
het bestemmingsplan Buitengebied, derde herziening van de gemeente Geldermalsen; 1.2
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0236.bpbgderdeherzVSG1 met de bijbehorende regels en bijlagen; 1.3
aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden; 1.4
aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft; 1.5
aan huis gebonden bedrijf:
de in de bij deze regels behorende bijlage 1 'Staat van bedrijfsactiviteiten' in categorie 1 en categorie 2 genoemde bedrijvigheid van beperkte omvang, dan wel naar de aard en de invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijvigheid, die in een (bedrijfs)woning (inclusief bijgebouwen) wordt uitgeoefend, waarbij de (bedrijfs)woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en die een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is; 1.6
aan huis gebonden beroep:
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een (bedrijfs)woning en daarbij behorende bijgebouwen, met behoud van de woonfunctie, kan worden uitgeoefend; 1.7
agrarisch bedrijf:
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; onder agrarisch bedrijf is onder meer begrepen het fokken van paarden; 1.8
agrarische hoofdactiviteit:
activiteit met het oog op agrarische productie, die in meer dan 50% van de bedrijfsopbrengst voorziet; 1.9
bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde; 1.10
bed and breakfast/kamerverhuur voor verblijfsrecreatieve doeleinden:
verhuur van kamers in een gebouw ten behoeve van verblijfsrecreatie, waarbij het gebouw in overwegende mate zijn hoofdfunctie behoudt; 1.11
bedekte teelt:
vormen van vollegrondsteelt (van onder andere asperges, aardbeien, heesters), waarvoor het noodzakelijk is, dan wel zeer gewenst is om door middel van afdekmaterialen de afhankelijkheid van weersomstandigheden zoveel mogelijk te beperken;
4
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
1.12
bedrijfswoning:
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, die kennelijk slechts bedoeld is voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, gelet op de bestemming van de grond ter plaatse van het gebouw of het terrein, noodzakelijk moet worden geacht; 1.13
bestaand gebouw:
een gebouw als aanwezig ten tijde van inwerkingtreding van het plan, voor zover niet in strijd met het toen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan, dan wel een gebouw dat in uitvoering is of mag worden opgericht krachtens een vergunning die voor dat tijdstip is aangevraagd; 1.14
bestaand gebruik:
het gebruik ten tijde van het inwerkingtreding van het plan, voor zover niet in strijd met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan; 1.15
bestaande oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, inhoud, afmetingen:
de oppervlakte, goothoogte, bouwhoogte, inhoud, afmetingen van een bestaand gebouw; 1.16
bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak; 1.17
bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming; 1.18
bijgebouw:
een al dan niet vrijstaand gebouw, behorende bij en qua maatvoering en in functioneel opzicht ondergeschikt aan een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw; 1.19
bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats; 1.20
bouwgrens:
de grens van een bouwvlak; 1.21
bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolgde de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten; 1.22
bouwperceelgrens:
de grens van een bouwperceel; 1.23
bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten; 1.24
bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
5
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
1.25
dagrecreatie:
vormen van recreatief gebruik van openbaar toegankelijke voorzieningen ten behoeve van fietsers, wandelaars, ruiters, watersporters en dergelijke; 1.26
gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; 1.27
glastuinbouw:
het kweken van tuinbouwgewassen in kassen; 1.28
hoofdgebouw:
een gebouw, dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen als het belangrijkste bouwwerk valt aan te merken; 1.29
intensieve veehouderij:
een agrarisch bedrijf waarvan de hoofdactiviteit is gericht op niet-grondgebonden fokkerij, mesterij of pluimveehouderij; 1.30
kampeermiddel:
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan; enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, voor zover geen bouwwerk zijnde een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen of gewezen voertuigen geheel of gedeeltelijk blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf; 1.31
kas:
een gebouw, hoger dan 1,5 m, waarvan de wanden en het dak geheel of grotendeels bestaan uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal, dienend voor het kweken van vruchten, bloemen of planten; 1.32
kleinschalig kamperen:
het gebruiken, plaatsen of geplaatst houden van ten hoogste 25 kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf gedurende de periode tussen 15 maart en 31 oktober van het jaar; 1.33
peil:
voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg of aan een bestaande dijk grenst: de hoogte van die weg of de bestaande dijk ter plaatse van de hoofdtoegang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld; 1.34
permanente bewoning:
bewoning van een ruimte als hoofdverblijf; 1.35
recreatielandje:
een perceel grond, gelegen aan de oever van de Linge, dat is ingericht als plaats voor kleinschalige oeverrecreatie met bijbehorende dagrecreatieve voorzieningen met een niet openbaar karakter; 1.36
seksinrichting:
een voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotische/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, als dan niet in combinatie met elkaar;
6
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
1.37
stacaravan:
een kampeermiddel in de vorm van een caravan of soortgelijk onderkomen op wielen met een maximale oppervlakte van 55 m², dat mede gelet op de afmetingen, kennelijk niet bestemd is om regelmatig en op normale wijze op de verkeerswegen ook over grotere afstand als een aanhangsel van een auto te worden voortbewogen; 1.38
teeltondersteuning:
maatregelen ter bescherming, vervroeging of verlenging van de oogst van vollegrondsteeltproducten, alsmede in voorkomende gevallen tot bescherming van de omgeving tegen milieubelastende stoffen. Hieronder wordt begrepen het plaatsen of geplaatst houden van teeltondersteunende voorzieningen, niet zijnde kassen, zoals wandelkappen, lage kappen en aardbeienkappen, regenkappen, hagelnetten, schaduwhallen, vogelnetten en luisvrije tunnels en hallen, binnen de periode april tot en met oktober; 1.39
theetuin:
kleinschalige horeca, in de periode april t/m september in de vorm van een terras van maximaal 100 m² waar niet-alcoholische dranken worden geschonken; 1.40
verblijfsrecreatie:
activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport en spel en toerisme en educatie, waarbij overnachting is toegestaan; 1.41
voorgevel:
de naar de weg gekeerde gevel van een gebouw; 1.42
voorgevellijn:
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan; 1.43
woning:
een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
7
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 2
Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1
de dakhelling:
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak; 2.2
de goothoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel; 2.3
de bouwhoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen; 2.4
de inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen; 2.5
de oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk; 2.6
lengte, breedte en diepte van een gebouw:
tussen (de lijnen, getrokken door) de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van gemeenschappelijke scheidsmuren). Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, erkers, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer bedraagt dan 1 m.
8
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 3
Afstemmingsbepaling
De binnen het bestemmingsplan als bedoeld in artikel 1 onder 1.2 vigerende bestemmingsplannen en de op deze bestemmingsplannen betrekking hebbende herzieningen blijven, indien en voor zover zij betrekking hebben op de voor 'Facetherziening' aangewezen gronden, en met inachtneming van het bepaalde in artikel 11, van toepassing.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
9
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Hoofdstuk 2 Artikel 4 4.1
Bestemmingsregels
Agrarisch met waarden - Landelijk gebied II
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch met waarden – Landelijk gebied II' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. uitoefening van het agrarisch bedrijf, met dien verstande dat een intensieve veehouderijbedrijf uitsluitend is toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'intensieve veehouderij'; b. behoud en herstel van landschappelijke waarden; c. het behoud van de cultuurhistorische waarden ter plaatse van de aanduiding 'kromakkers'; d. dagrecreatie; e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding; f. wonen in een bedrijfswoning, met dien verstande dat per agrarisch bedrijf één bedrijfswoning is toegestaan, met de daarbij behorende: g. bouwwerken. In de bestemming is glastuinbouw niet toegestaan. 4.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak; 2. de bouwhoogte van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen bedraagt ten hoogste 10 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte, indien deze hoger is; 3. bedrijfsgebouwen worden voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 10°, dan wel de bestaande dakhelling indien deze minder bedraagt; 4. de onderlinge afstand tussen gebouwen bedraagt niet meer dan 20 m, dan wel de bestaande afstand indien deze meer bedraagt; 5. per agrarisch bedrijf is niet meer dan één bedrijfswoning toegestaan; 6. de inhoud van de bedrijfswoning bedraagt niet meer dan 600 m³, dan wel de bestaande inhoud indien deze meer bedraagt; 7. bij een bedrijfswoning zijn bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat: de goothoogte van bijgebouwen niet meer dan 3 m bedraagt, dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt; de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer dan 6 m bedraagt, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt; de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 75 m²; 8. buiten het bouwvlak zijn bestaande veldschuren toegestaan, waarvan de goot-, bouwhoogte en oppervlakte niet meer mogen bedragen de bestaande goot-, bouwhoogte en oppervlakte. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevellijn niet meer dan 1 m en achter de voorgevellijn niet meer dan 2 m; 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde binnen het bouwvlak bedraagt niet meer dan 15 m, dan wel de bestaande bouwhoogte, indien deze meer bedraagt; 3. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde buiten het bouwvlak bedraagt niet meer dan 2 m, met uitzondering van palen en constructies voor teeltondersteuning, waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 10 m; 4. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van dagrecreatie bedraagt niet meer dan 3 m, met uitzondering van palen en masten, waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m; 5. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde ten behoeve van het behoud en herstel van landschappelijke waarden bedraagt niet meer dan 1,5 m.
10
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
4.3
Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen, uitsluitend met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden, waaronder het uitzicht van woningen begrepen; het bebouwings- en landschapsbeeld; de verkeersveiligheid, nadere eisen stellen aan: a. de dakhelling van hoofdgebouwen in die zin dat deze niet minder dan 30° en niet meer dan 50° mag bedragen; b. de dakvorm in die zin dat bij verbouw aangesloten dient te worden bij de bestaande dakvorm; c. de plaats van bouwwerken indien de afstand tot de as van de weg minder bedraagt dan 20 m. 4.4
Afwijken van de bouwregels
a. Afwijkingen als bedoeld onder b en c worden niet verleend indien ten aanzien van de betreffende bebouwing sprake is van onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwings- en landschapsbeeld; de verkeersveiligheid. In de afweging dienen in ieder geval de agrarische, landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen, alsmede de belangen ten aanzien van de met 'kromakkers' aangegeven gronden betrokken te worden. b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 onder a6 voor het vergroten van de bedrijfswoning met ten hoogste 200 m³, uitsluitend ingeval sprake is van inwoning van een rustende voormalige boer. c.
4.5
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 4.2 onder a8 voor de bouw van schuilstallen en veestallen ten behoeve van een agrarisch bedrijf buiten het bouwvlak tot een inhoud van 100 m³ en een bouwhoogte van 3 m. Specifieke gebruiksregels
a. Onder het doel 'uitoefening van het agrarisch bedrijf' is niet begrepen: 1. boom- en heesterkwekerij en fruitteelt in de vorm van nieuwe boomgaarden binnen een afstand van 50 m van woningen; 2. mestopslag en het oprichten van kassen buiten het bouwvlak; 3. het buiten de periode vanaf april tot en met oktober plaatsen of geplaatst houden van teeltondersteunende voorzieningen buiten het bouwvlak, met dien verstande, dat de vastverankerde palen en constructies ten behoeve daarvan, als bedoeld in lid 4.2 sub b3, aanwezig mogen zijn. b. Onder het doel 'wonen in een bedrijfswoning' wordt tevens verstaan de uitoefening van een aan huis gebonden beroep mits: 1. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een bedrijfswoning; 2. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de bedrijfswoning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroepsmatige activiteiten in gebruik is, zulks met een maximum van 45 m². c.
Het doel 'dagrecreatie' is beperkt tot: 1. de bestaande dagrecreatieve voorzieningen;
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
11
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld) 2. de aanleg en het gebruik van voet-, fiets- en ruiterpaden, picknickplaatsen, enkele parkeerplaatsen en visoevers; 3. watersport; 4. de aanleg en het gebruik van naar de aard daarmee gelijk te stellen voorzieningen. d. Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: 1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; 2. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans voor dag- en/of verblijfsrecreatieve doeleinden, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan; 3. het gebruik van (een gedeelte van) (bedrijfs)woningen voor detailhandel. 4.6
Afwijken van de gebruiksregels
a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het toestaan van bedrijvigheid als vorm van nevenactiviteit bij agrarische bedrijven met inachtneming van de bij deze regels behorende bijlage 2 'Lijst met toegestane nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven', met dien verstande, dat de oppervlakte van de gebouwen, in gebruik als nevenactiviteit, niet meer mag bedragen dan 25% van de oppervlakte van de aanwezige gebouwen tot een maximum van 350 m², met dien verstande, dat voor horeca een maximum vloeroppervlakte geldt van 250 m². Voor de uitoefening van de nevenactiviteit zijn (inpandige) bouwkundige aanpassingen van gebouwen toegestaan. Als toetsingscriterium geldt dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de belangen en natuur- en landschapswaarden van de naburige percelen en gronden. b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van het kleinschalig kamperen, met dien verstande, dat: 1. kleinschalig kamperen uitsluitend is toegestaan op het erf of op de direct daarbij aansluitende gronden van bedrijfswoningen of agrarische bedrijven; 2. er ten opzichte van omliggende woningen van derden een afstand van minimaal 50 m in acht wordt genomen; 3. zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing; 4. maximaal 1 sanitairgebouw is toegestaan, met een oppervlakte van niet meer dan 50 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 5 m; 5. het verlenen van omgevingsvergunning niet mag leiden tot een aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. c.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor een theetuin op het erf van een bedrijfswoning, mits geen onevenredige hinder optreedt voor omliggende belangen en zorg wordt gedragen voor sanitaire voorzieningen binnen bestaande bebouwing.
4.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden a. Het is verboden zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1. het opruimen/verwijderen van wegen en paden; 2. het aanleggen van voet-, fiets-, ruiter- en andere paden en dagrecreatieve voorzieningen zoals picknickplaatsen, parkeervoorzieningen en de inrichting van visoevers; 3. het incidenteel aanpassen van het beloop en/of het dwarsprofiel van bestaande wegen; 4. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen; 5. het zoeken naar delfstoffen in de vorm van seismisch onderzoek of exploratieonderzoek; 6. het dempen, vergraven en aanleggen van sloten voor zover de gronden zijn aangegeven met 'kromakkers'. b. De onder a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft, die; 1. het normale onderhoud tot doel hebben, met inbegrip van onderhouds- en
12
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld) vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en de aanleg van nieuwe en de vervanging van bestaande kabels en leidingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; 2. gelet op de in lid 4.1 genoemde doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis zijn; 3. reeds uitgevoerd of in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan. c.
4.8
De onder a bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend indien ten aanzien van het werk of de werkzaamheid sprake is van onevenredige afbreuk aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden niet voldoende tegemoet kan worden gekomen. Wijzigingsbevoegdheid
a. Voor de toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid is het bepaalde in lid 15.1 van toepassing. b. Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak voor agrarische bedrijven tot een oppervlakte van ten hoogste 1.5 ha, met dien verstande, dat: 1. de breedte langs de weg ten hoogste 150 m bedraagt; 2. de bedrijfseconomische noodzaak is aangetoond, in welk kader advies is ingewonnen van een ter zake van agrarische aspecten deskundige organisatie. c.
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de vestiging van agrarische bedrijven door het opnemen van bouwvlakken, met dien verstande dat: 1. sprake dient te zijn van een duurzaam volwaardig bedrijf, waarvan de bedrijfseconomische levensvatbaarheid op het tijdstip van de aanvraag en in de nabije toekomst vaststaat, in welk kader advies is ingewonnen van een ter zake van agrarische aspecten deskundige organisatie; 2. de wijziging alleen van toepassing is op een agrarisch bedrijf dat aan ten minste één arbeidskracht werk en inkomen biedt, in welk kader advies is ingewonnen van een ter zake van agrarische aspecten deskundige organisatie; 3. de wijziging geen betrekking heeft op glastuinbouwbedrijven; 4. aannemelijk moet worden gemaakt dat geen gebruik gemaakt kan worden van een bestaand (vrijkomend) agrarisch bouwvlak; 5. in de wijziging intensieve veehouderijen met een stalvloeroppervlakte van meer dan 250 m² uitsluitend zijn begrepen indien sprake is van verplaatsing van een zodanig agrarisch bedrijf binnen de gemeente ten behoeve van een uitbreiding van een kern, aanleg van infrastructuur of ter sanering van een milieuhygiënisch knelpunt in het algemeen belang; 6. de wijziging is niet van toepassing op de gronden die op de verbeelding met 'kromakkers' zijn aangegeven; 7. voor zover de wijziging gronden betreft waarop een woning aanwezig is, dient deze woning (inclusief bijgebouwen) na wijziging in het agrarisch bouwvlak te worden opgenomen; 8. bij de wijziging rekening gehouden dient te worden met de aanwezige cultuurhistorische waarden; 9. bij de situering, maatvoering en omvang wordt aangesloten bij de voor het betreffende gebied in het algemeen geldende voorschriften; 10. de geluidsbelasting op de gevel als gevolg van verkeerslawaai en railverkeerslawaai mag niet hoger zijn dan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
13
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 5 5.1
Bedrijf - Nutsbedrijf
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf – Nutsbedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. bedrijf ten behoeve van de waterhuishouding; b. erven en terreinen, met de daarbij behorende: c. bouwwerken. 5.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 7,5 m. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: 1. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt niet meer dan 2 m; 2. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 1 m. 5.3
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans voor dag en/of verblijfsrecreatieve doeleinden.
14
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 6 6.1
Natuur
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschappelijke alsmede cultuurhistorische waarden van het natuur- en bosgebied; b. de instandhouding en ontwikkeling van voorkomende dan wel aan de gronden eigen natte landschaps- en natuurwaarden, meer in het bijzonder de grondwaterstand, grondwaterstroming en kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater; c. water, met de daarbij behorende: d. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 6.2
Bouwregels
Op of in deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd waarvan de bouwhoogte niet meer dan 1 m mag bedragen.
6.3
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans voor dag en/of verblijfsrecreatieve doeleinden. 6.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden a. Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1. ophogen, afgraven, afschuiven, ontgronden en egaliseren; 2. het graven en dempen van sloten en andere watergangen, het vergroten of verkleinen van het doorstromingsprofiel, het aanbrengen of verwijderen van dammen en stuwen en het aanbrengen van drainage; 3. het opruimen/verwijderen van wegen en paden; 4. het aanleggen van voet-, fiets- en ruiterpaden en dagrecreatieve voorzieningen; 5. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen; 6. het zoeken naar delfstoffen in de vorm van seismisch onderzoek of exploratieonderzoek; 7. het bewerken van en graven, boren of roeren in de bodem dieper dan 30 cm. b. De onder a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft, die: 1. het normale onderhoud tot doel hebben, met inbegrip van onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen en de aanleg van nieuwe en de vervanging van bestaande kabels en leidingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; 2. gelet op de in lid genoemde doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis zijn; 3. reeds uitgevoerd of in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van dit plan. c.
De onder a bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend indien ten aanzien van het werk of de werkzaamheid sprake is van onevenredige afbreuk aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden niet voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
15
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld) d. Alvorens omgevingsvergunning ten aanzien van de onder a, sub 2 bedoelde werken en werkzaamheden te verlenen, wordt door het bevoegd gezag advies bij de waterbeheerder ingewonnen.
16
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 7 7.1
Recreatie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. recreatielandje, met dien verstande dat overnachting is toegestaan; b. behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschappelijke waarden; c. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, met de daarbij behorende: d. bouwwerken. 7.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. de oppervlakte van gebouwen bedraagt niet meer dan 31 m²; 2. de bouwhoogte van gebouwen bedraagt niet meer dan 3 m. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: 1. per bouwperceel is maximaal één opbergkist toegestaan, met een oppervlakte van niet meer dan 6 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 1,5 m; 2. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt niet meer dan 1 m. 7.3
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans; c. het gebruik van bouwwerken voor permanente bewoning; d. het aanleggen van terrassen en andere verhardingen met een oppervlakte van meer dan 16 m².
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
17
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 8 8.1
Wonen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen; b. aan huis verbonden beroep; c. erven en terreinen; d. behoud en herstel van landschappelijke waarden; e. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, met de daarbij behorende: f. bouwwerken. Per bouwvlak is één woning toegestaan.
8.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. woningen worden uitsluitend gebouwd binnen het bouwvlak; 2. per bouwvlak mag één woning worden gebouwd; 3. de inhoud van een woning bedraagt niet meer dan: 500 m³ voor bestaande woningen waarvan de inhoud kleiner is dan of gelijk is aan 500 m³; 650 m³ voor bestaande woningen waarvan de inhoud groter is dan 500 m³ en kleiner dan of gelijk aan 650 m³; de bestaande inhoud indien deze groter is dan 650 m³, vermeerderd met 10%; 4. de afstand tussen gebouwen bedraagt niet meer dan 20 m, dan wel de bestaande afstand indien deze meer bedraagt; 5. de afstand van hoofdgebouwen tot de zijdelingse bouwperceelgrens bedraagt niet minder dan 3 m, dan wel de bestaande afstand indien deze minder bedraagt; 6. de hoofdgebouwen worden voorzien van een kap met een dakhelling van ten minste 30° en ten hoogste 60°, dan wel de bestaande dakhelling in dien deze minder dan 30° of meer dan 60° bedraagt; 7. de bouwhoogte van woningen bedraagt ten hoogste 8,5 m, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte, indien deze hoger is; 8. bij een woning zijn bijgebouwen toegestaan, met dien verstande dat: de goothoogte van bijgebouwen niet meer dan 3 m bedraagt, dan wel niet meer dan de bestaande goothoogte indien deze meer bedraagt; de bouwhoogte van bijgebouwen niet meer dan 6 m bedraagt, dan wel niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien deze meer bedraagt; de gezamenlijke oppervlakte van de bijgebouwen niet meer bedraagt dan 75 m². 9. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: 10. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevellijn niet meer dan 1 m en achter de voorgevellijn niet meer dan 2 m; 11. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 2 m, met uitzondering van palen en masten, waarvan de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 6 m. 8.3
Afwijken van de bouwregels
a. Afwijkingen als bedoeld onder b tot en met e worden niet verleend indien ten aanzien van de betreffende bebouwing sprake is van onevenredige aantasting van: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; het bebouwings- en landschapsbeeld; de verkeersveiligheid. In de afweging dienen in ieder geval de agrarische, landschappelijke, natuurlijke, cultuurhistorische, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen.
18
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 onder a3 voor het vergroten van de inhoud van de woning met 10%, indien en voor zover de woning een zodanige inhoud heeft, dat deze op grond van het bepaalde in lid 8.2 onder a3 niet met 10% kan worden uitgebreid. c.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 onder a3 voor het vergroten van de inhoud van een woning, mits: 1. de inhoud van de woning met niet meer dan 200 m³ mag worden vergroot; 2. per 1 m³ vergroting van de woning ten minste 2 m² aan overtollige bedrijfsgebouwen wordt gesloopt, met dien verstande, dat de oppervlakte aan bestaande bijgebouwen niet minder dan 75 m² zal gaan bedragen.
d. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 onder a6 voor een dakhelling van minder dan 30° dan wel een platte af dekking, mits dit stedenbouwkundig aanvaardbaar is te achten. e. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.2 onder a8 tot een gezamenlijke oppervlakte aan bijgebouwen van niet meer dan 200 m² indien de bestaande oppervlakte meer bedraagt dan 75 m² en van dit meerdere per 0,6 m² vergroting van de oppervlakte aan bijgebouwen ten minste 1 m² wordt gesloopt, waarbij tevens vervangende nieuwbouw mogelijk is, met dien verstande, dat bij nieuwbouw de goothoogte maximaal 3 m mag bedragen en de bouwhoogte 6 m. 8.4
Specifieke gebruiksregels
a. Onder het doel 'aan huis verbonden beroep' wordt tevens verstaan de uitoefening van een aan huis gebonden beroep mits: 1. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een woning; 2. maximaal 40% van het vloeroppervlak van de woning en de daarbij behorende bijgebouwen ten behoeve van beroepsmatige activiteiten in gebruik is, zulks met een maximum van 45 m². b. Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: 1. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; 2. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans voor dag- en/of verblijfsrecreatieve doeleinden, uitgezonderd voor zover toegelaten binnen het plan; 3. het gebruik van (een gedeelte van) woningen voor detailhandel. 8.5
Afwijken van de gebruiksregels
a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor een aan huis gebonden bedrijf mits: 1. de woonfunctie in overwegende mate behouden blijft; 2. de bedrijfsactiviteiten niet leiden tot een toename van de bebouwing; 3. er geen bedrijfsactiviteiten, waaronder tevens begrepen opslagactiviteiten, buiten de gebouwen plaatsvinden; 4. de bedrijfsactiviteit geen onevenredige hinder voor de omliggende belangen en waarden oplevert; 5. vaststaat dat de bedrijfsactiviteit een kleinschalig karakter heeft en zal behouden; 6. diegene die de bedrijfsactiviteit in de woning of een bijgebouw in hoofdzaak uitvoert tevens gebruiker van de woning is; 7. het niet betreft activiteiten welke een zodanige verkeersaantrekking hebben, dat deze leiden tot een nadelige beïnvloeding van de normale afwikkeling van het verkeer dan wel tot een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimten; 8. geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd in ondergeschikte vorm een beperkte verkoop in
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
19
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld) verband met een beroepsmatige activiteit in of bij een woning; 9. het totale vloeroppervlak van de bedrijfsactiviteit niet meer bedraagt dan 75 m² waarbij gebruik dient te worden gemaakt van bestaande gebouwen. In geval van sloop van bestaande gebouwen als bedoeld in lid 8.3 onder e kan omgevingsvergunning voor een vloeroppervlakte van maximaal 120 m² worden verleend. b. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels ten behoeve van het kleinschalig kamperen, met dien verstande, dat: 1. kleinschalig kamperen uitsluitend is toegestaan op het erf of op de direct daarbij aansluitende gronden van woningen; 2. er ten opzichte van omliggende woningen van derden een afstand van minimaal 50 m in acht wordt genomen; 3. zorg wordt gedragen voor een goede landschappelijke inpassing; 4. maximaal 1 sanitairgebouw is toegestaan, met een oppervlakte van niet meer dan 50 m² en een bouwhoogte van niet meer dan 5 m; 5. het verlenen van omgevingsvergunning niet mag leiden tot een aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. c.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor bed and breakfast/kamerverhuur ten behoeve van verblijfsrecreatieve doeleinden in een woning en/of in een bijgebouw tot een maximale vloeroppervlakte van 50 m², met dien verstande, dat de woonfunctie in overwegende mate behouden dient te blijven en geen onevenredige hinder optreedt voor de omliggende belangen en waarden.
d. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor een theetuin op het erf van een woning, mits geen onevenredige hinder optreedt voor omliggende belangen en zorg wordt gedragen voor sanitaire voorzieningen binnen bestaande bebouwing.
20
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 9 9.1
Wonen - Salonwagen
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Wonen – Salonwagen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. wonen in een salonwagen; b. erven en terreinen; c. behoud en herstel van landschappelijke waarden; d. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, met de daarbij behorende: e. bouwwerken. 9.2
Bouwregels
a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels: 1. de oppervlakte van een salonwagen bedraagt niet meer dan 35 m²; 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 m; 3. het bouwen van overige gebouwen is niet toegestaan. b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels: 1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevellijn niet meer dan 1 m en achter de voorgevellijn niet meer dan 2 m; 2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt niet meer dan 2 m. 9.3
Specifieke gebruiksregels
Onder strijdig gebruik met het bestemmingsplan wordt in ieder geval verstaan: a. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting; b. het gebruik van gronden ten behoeve van het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen en stacaravans voor dag- en/of verblijfsrecreatieve doeleinden; c. het gebruik van (een gedeelte van) een salonwagen voor detailhandel.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
21
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 10 10.1
Waarde - Archeologie
Bestemmingsomschrijving
De voor 'Waarde – Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor: a. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden – 1', de bescherming van oude woongrond; b. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden – 2', de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde hoge archeologische verwachtingswaarden; c. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden – 3', de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde hoge archeologische verwachtingswaarden ten aanzien van de restgeul van de Linge; d. ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden – 4', de bescherming van de aan de gronden eigen zijnde middelmatige archeologische verwachtingwaarden. 10.2
Bouwregels
Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen geen bouwwerken worden opgericht, tenzij: a. het bouwen gepaard gaat met bodemingrepen van niet meer dan 30 cm onder het bestaande maaiveld; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; c. het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid en de bestaande fundering wordt benut, met uitzondering van nieuwe kelders; d. gebouwen maximaal 2,5 m uit de bestaande fundering worden opgericht; e. het nieuw te bouwen oppervlak, in aanvulling op het bepaalde onder c, niet groter is dan: 1. 100 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 1'; 2. 500 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 2'; 3. 1.000 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 3' en gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 4'. 10.3
Afwijken van de bouwregels
a. Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 10.2, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. Aan de omgevingsvergunning kunnen in ieder geval de volgende voorwaarden worden verbonden: 1. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor (ondanks de uitvoering van een bouw- of aanlegplan) monumenten in de bodem worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het al dan niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; 2. de verplichting tot het doen van opgravingen, of: 3. de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg, die voldoet aan door het bevoegd gezag bij de omgevingsvergunning te stellen kwalificaties. b. Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning wint hij schriftelijk advies in bij een archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
22
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde en werkzaamheden a. Het is verboden zonder, of in afwijking van, een omgevingsvergunning, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: 1. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen en andere oppervlakteverhardingen; 2. het aanleggen of verwijderen van ondergrondse leidingen; 3. het zoeken naar delfstoffen in de vorm van seismisch onderzoek of exploratieonderzoek; 4. het bewerken van en graven, boren of roeren in de bodem; 5. het aanleggen van nieuwe boomgaarden. b. De onder a bedoelde omgevingsvergunning is niet vereist indien het werken en/of werkzaamheden betreft, die: 1. bodemingrepen van niet meer dan 30 cm diep betreffen; 2. betrekking hebben op gronden waarvan op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat er zich geen archeologische waarden (meer) bevinden; 3. bodemingrepen betreffen met een oppervlakte van niet meer dan: 100 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 1'; 500 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 2'; 1.000 m², voor zover het betreft gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 3' en gronden ter plaatse van de aanduiding 'archeologische waarden - 4'; 4. het normale onderhoud tot doel hebben, met inbegrip van: onderhouds- en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen; de aanleg van nieuwe en de vervanging van bestaande kabels en leidingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; ploegen; vervanging van bestaande boomgaarden door nieuwe boomgaarden ter plaatse; gelet op de elders in deze voorschriften genoemde doeleinden, voor deze gronden van ondergeschikte betekenis zijn; reeds uitgevoerd of in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan. c.
Bij de beoordeling van omgevingsvergunningen zal vooraf, op basis van een door aanvrager in te dienen archeologisch onderzoek, advies worden ingewonnen bij een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
d. De onder a bedoelde omgevingsvergunning wordt niet verleend indien ten aanzien van het werk of de werkzaamheid sprake is van onevenredige afbreuk aan de waarden en/of functies welke het plan beoogt te beschermen, dan wel hieraan door het stellen van voorwaarden niet voldoende tegemoet kan worden gekomen.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
23
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 11 11.1
Facetherziening
Aanpassing
Op de voor 'Facetherziening' aangewezen gronden zijn voor de bestemmingsplannen zoals bedoeld in artikel 3 de volgende wijzigingen van toepassing.
artikel 1 onder hh wordt gewijzigd: bed and breakfast/kamerverhuur voor verblijfsrecreatieve doeleinden: verhuur van kamers in een gebouw ten behoeve van verblijfsrecreatie, waarbij het gebouw in overwegende mate haar hoofdfunctie behoudt;
artikel 3 lid 2, eerste alinea wordt als volgt gewijzigd: Voor zover dit plan de bouw van woningen, zoals bedoeld in de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 12, in het plangebied toestaat, mag de gevelbelasting als gevolg van verkeerslawaai en railverkeerslawaai niet hoger zijn dan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.
artikel 4 lid 2 onder a3 laatste zin, artikel 5 lid 2 onder a3 laatste zin, artikel 6 lid 2 onder a3 laatste zin, artikel 7 lid 2 onder a3 laatste zin, wordt gewijzigd: buiten de betrokken denkbeeldige rechthoek zijn bestaande veldschuren toegestaan, waarvan de goot-, bouwhoogte en oppervlakte niet meer mogen bedragen de bestaande goot-, bouwhoogte en oppervlakte;
in artikel 4 lid 6 onder b, artikel 5 lid 6 onder b, artikel 6 lid 6 onder b, artikel 7 lid 6 onder b, wordt na de eerste zin een nieuwe zin toegevoegd: Voor de uitoefening van de nevenactiviteit zijn (inpandige) bouwkundige aanpassingen van gebouwen toegestaan.
in artikel 5 lid 1, tweede alinea, wordt na het zesde gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd: - bed and breakfast op adres Lingedijk 180, kern Tricht, waarbij twee verdiepingen mogen worden gebruikt met een vloeroppervlak van maximaal 124,25 m² per verdieping en met dien verstande dat maximaal 6 slaapkamers zijn toegestaan, een en ander met de daarbij behorende (inpandige) bouwkundige aanpassingen van gebouwen;
in artikel 5 lid 1, vierde alinea, wordt na het eerste gedachtestreepje een nieuw gedachtestreepje ingevoegd: - boom- en heesterkwekerij en fruitteelt in de vorm van boomgaarden ter plaatse van de aanduiding 'boomgaarden niet toegestaan';
in artikel 11 lid 2, wordt na de laatste zin de punt vervangen door een komma en ingevoegd: met dien verstande dat het bouwen van nieuwe steigers en/of aanmeerpalen niet is toegestaan.
in artikel 15 lid 2 onder e wordt een nieuw sub 1 toegevoegd: 1. 100 m², voor zover het betreft gronden gelegen binnen de op kaartbijlage 5 'Archeologische beleidskaart met voorschriften ten behoeve van Archeologische Monumentenzorg' met 'archeologisch waardevolle gebieden' aangegeven gronden;
in artikel 15 lid 4 onder b wordt na het derde gedachtestreepje ingevoegd: - 100 m², voor zover het betreft gronden gelegen binnen de op kaartbijlage 5 'Archeologische beleidskaart met voorschriften ten behoeve van Archeologische Monumentenzorg' met 'archeologisch waardevolle gebieden' aangegeven gronden;
24
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
in artikel 16 lid 3 wordt het laatste en voorlaatste gedachtestreepje vervangen door: - wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder.
in bijlage 3: Overzicht recreatielandjes wordt onder 'Uitsnedes 4 en 6: Zuidzijde van de Linge van de provinciale weg N237 tot Veerweg te Rumpt' het volgende verwijderd: E5 Deil N 456 31 m² hoogte 3,0 m
11.2
Beperkte toepassing
Op het bepaalde in dit artikel is uitsluitend artikel 12 en Hoofdstuk 4 van het plan van toepassing.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
25
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Hoofdstuk 3 Artikel 12
Algemene regels
Anti-dubbeltelbepaling
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
26
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 13 13.1
Algemene aanduidingsregels
Zoneomschrijving
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'vrijwaringszone - molenbiotoop' zijn, onverminderd het elders in deze regels bepaalde, mede bestemd voor het beschermen van de functie van de in het gebied voorkomende molen als landschapsbepalend element. 13.2
Bouwregels
Op de in lid 13.1 bedoelde gronden mogen, in afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald, geen hogere bouwwerken worden gebouwd dan door middel van onderstaande formule wordt bepaald: H=X/n + c·z waarin: H=
de toelaatbare bouwhoogte in meters (gemeten vanaf het peil ter plaatse van de molen);
X=
de afstand in meters vanaf het bouwwerk tot de wieken van de molen;
n=
75 (coëfficiënt voor ruw gebied);
c=
0,2 (constante in verband met een windreductie van 5%);
z=
askophoogte.
13.3
Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 13.2 voor het bouwen van hogere bouwwerken, overeenkomstig het elders in deze regels bepaalde, mits geen sprake is van een onevenredige aantasting van de windvang van de molen.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
27
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 14 14.1
Algemene afwijkingsregels
Algemene afwegingscriteria
a. Natuurbeschermingswet 1998/Flora- en faunawet: Bij verlening van omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van de te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. Indien uit onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging en/of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheden c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na ontheffing, dan wel vrijstelling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet. b. Watertoets: Bij verlening van omgevingsvergunning zal rekening worden gehouden met de waterhuishoudkundige belangen. Indien omgevingsvergunning verlening mogelijk (negatieve) gevolgen kan hebben voor de waterhuishoudkundige belangen, zal een besluit omtrent het verlenen van omgevingsvergunning niet worden genomen, dan nadat het desbetreffende waterschap een deskundigenadvies heeft afgegeven betreffende de omgevingsvergunning. 14.2
Afwijken ten behoeve van kleine nutsgebouwen en -bouwwerken
Bij omgevingsvergunning kan, ten behoeve van gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde van openbaar nut zoals gemalen, transformatorstations, telefooncellen, wachthuisjes, afvalcontainers en dergelijke, worden afgeweken van de regels tot een maximum inhoud van 75 m³ en een maximum bouwhoogte van 3 m.
14.3
Afwijken ten behoeve van het bouwen van beheersgebouwen
Bij omgevingsvergunning kan, ten behoeve van het beheer van natuur-, landschap en boscomplexen worden afgeweken van de regels voor het bouwen van beheersgebouwen, met dien verstande dat: a. de oppervlakte van het te beheren object of totaal van verschillende objecten ten minste 25 ha bedraagt; b. per 100 ha te beheren object of totaal van verschillende objecten slechts 1 gebouw is toegestaan; c. gebouwd dient te worden in 1 bouwlaag met kap; d. de inhoud ten hoogste 150 m³ mag bedragen. 14.4
Afwijken ten aanzien van bestemmings- en aanduidingsgrenzen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels indien en voor zover afwijkingen ten aanzien van bestemmings- en aanduidingsgrenzen noodzakelijk zijn, mits die afwijking ten opzichte van hetgeen is aangegeven niet meer dan 10 m bedraagt.
14.5
Afwijken ten behoeve van vergroting inhoud van een woning
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het vergroten van de inhoud van een (bedrijfs)woning (inclusief aanbouwen) met 200 m³ ten behoeve van de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar, blijkende uit een sociale- en/of medische indicatie, noodzakelijk moet worden geacht voor het zelfstandig kunnen wonen, mits: a. voor de betrokkene(n) geen aanvaardbare alternatieven voorhanden zijn; b. wordt voldaan aan het gestelde bij of krachtens de Wet geluidhinder. Van een sociale en/of medische indicatie is sprake in geval van een situatie waarin zulke zwaarwegende factoren van sociaal psychologische en/of medische aard aanwezig zijn, dat bij weigering van de gevraagde medewerking het welzijn van betrokkene dan wel het betrokken gezin in
28
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld) lichamelijk, geestelijk en/of sociaal opzicht, in ernstige mate bedreigd of geschaad lijkt te worden.
14.6
Afwijken ten aanzien van antennes
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het bouwen van antennes, waarvan de bouwhoogte ten hoogste 15 m mag bedragen.
14.7
Afwijken ten aanzien van overschrijding goot- en bouwhoogtes
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen maximale goot- en bouwhoogtes ten behoeve van een overschrijding daarvan met ten hoogste 10%.
14.8 Afwijken ten aanzien van overschrijding bouwhoogten voor agrarische bedrijfsgebouwen Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen maximale bouwhoogten voor agrarische bedrijfsgebouwen ten behoeve van de bouw van veestallen met een maximale bouwhoogte van 13 m, met dien verstande dat: a. omgevingsvergunning uitsluitend wordt verleend ten behoeve van grondgebonden veehouderijbedrijven; b. veestallen uitsluitend met een hogere bouwhoogte mogen worden gebouwd indien dit door toepassing van een specifiek stalsysteem vanuit het oogpunt van hoger dierenwelzijn of voor de plaatsing van melkrobots noodzakelijk is; c. veestallen met een hogere bouwhoogte dan 10 m worden gebouwd met een zadeldak waarvan de dakhelling minimaal 25º bedraagt. 14.9
Afwijken ten aanzien van goot- en bouwhoogten voor schuurbergen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de in de regels opgenomen goot- en bouwhoogten uitsluitend ten behoeve van de bouw van bijgebouwen bij woningen in de vorm van schuurbergen, waarvan de goot- en bouwhoogte maximaal 5 m respectievelijk 8 m mogen bedragen.
14.10
Afwijken ten aanzien van voormalige agrarische hulpgebouwen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van de regels voor het geheel vernieuwen van buiten de (agrarische)bouwvlakken gelegen voormalige agrarische hulpgebouwtjes (zoals schuilgelegenheden en opslaghutjes) die nu in gebruik zijn bij burgers zonder agrarisch bedrijf, met dien verstande dat het betrokken gebouw met ten minste 20% van de oorspronkelijke oppervlakte wordt verkleind en het gebouw een goothoogte van maximaal 3 m en een bouwhoogte van maximaal 5 m mag hebben en de oppervlakte maximaal 60 m² mag bedragen.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
29
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 15 15.1
Algemene wijzigingsregels
Algemene afwegingscriteria
De toepassing van de wijzigingsbevoegdheid is beperkt tot de gevallen waarbij de kenmerken van het desbetreffende gebied niet wezenlijk worden aangetast.
In de afweging worden in ieder geval de navolgende belangen betrokken: de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden; de ruimtelijke kenmerken die voorkomen in de verschillende bestemmingen; de verkeersveiligheid. Voorts geldt voor elke wijziging in zijn algemeenheid dat in de afweging in ieder geval de agrarische, landschappelijke, natuur, cultuurhistorische, verkeerstechnische en milieuhygiënische belangen worden betrokken. Met het oog daarop dienen in elk geval de volgende criteria in acht te worden genomen: een wijziging mag niet leiden tot onevenredige beperkingen in milieuhygiënische zin van in de nabijheid gelegen agrarische bedrijven en hun ontwikkelingsmogelijkheden; met uitzondering van specifieke buitenactiviteiten dient de uitoefening van de desbetreffende functie binnen de gebouwen plaats te vinden; een wijziging met de daarbij behorende bebouwing en inrichting dient inpasbaar te zijn in de landschapsstructuur; zo nodig zullen ruimtelijke voorwaarden worden gesteld met het oog op de inpassing in het landschap; een wijziging met de daarbij behorende bebouwing en inrichting mag niet leiden tot onevenredig nadelige gevolgen voor de natuurwaarden in het plangebied; aandachtspunten hierbij zijn niet alleen de locatie waar de wijziging plaatsvindt, maar ook de te verwachten uitstraling die daarvan uitgaat; de wijziging mag niet leiden tot een meer dan marginale vergroting van de verkeersintensiteiten op de bestaande wegenstructuur; er dient op eigen terrein voldoende parkeerruimte te worden gerealiseerd in relatie tot de te verwachten parkeerbehoefte; de ontsluiting van het terrein op het wegenstelsel dient te voldoen aan algemene inzichten over verkeersveiligheid; de wijziging mag niet leiden tot een onevenredige toename van de hinder op nabijgelegen hindergevoelige functies; bij wijziging zal rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van de te beschermen planten- en diersoorten op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Floraen faunawet. Indien uit onderzoek blijkt dat er sprake is van (een) beschermde soort(en) en het bouwwerk en/of de activiteit beschadiging en/of vernieling van voortplantings- of rustplaatsen, dan wel ontworteling of vernieling veroorzaakt, zal de betreffende (bouw)werkzaamheden c.q. activiteit pas kunnen plaatsvinden na ontheffing, dan wel vrijstelling op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 en de Flora- en faunawet; bij wijziging zal rekening worden gehouden met de waterhuishoudkundige belangen. Indien wijziging mogelijk (negatieve) gevolgen kan hebben voor de waterhuishoudkundige belangen, zal een besluit omtrent wijziging van het bestemmingsplan niet worden genomen, dan nadat het desbetreffende waterschap een deskundigenadvies heeft afgegeven betreffende de wijziging. 15.2
Wijziging ten behoeve van de ontwikkeling van natuur en/of landschappelijke waarden
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van de ontwikkeling van natuurwaarden, met dien verstande dat de wijziging uitsluitend van toepassing is: ter realisering van een door Gedeputeerde Staten goedgekeurd plan, dat is gericht op het realiseren van een natuurgebied; ter realisering van ecologische verbindingszones;
30
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
ter realisering van natuur- en/of landschappelijke waarden ter compensatie van natuur- en/of landschappelijke waarden die als gevolg van de verbreding van de autosnelweg A2 verloren gaan; ter realisering van natuur in het kader van het afgraven van agrarische gronden ten behoeve van het verhogen van hun waterbergende functie.
15.3
Wijziging ten behoeve van het verleggen/verbreden van waterlopen
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan wijzigen ten behoeve van het verleggen en het verbreden van waterlopen, met dien verstande, dat: waterlopen met niet meer dan 75% van hun bestaande breedte mogen worden verbreed; waterlopen niet meer dan 50 m ten opzichte van hun bestaande ligging mogen worden verplaatst.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
31
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 16 16.1
Algemene procedureregels
Procedure nadere eisen
Met betrekking tot de voorbereiding omtrent het stellen van nadere eisen ingevolge artikel 3.6 lid 1 onder d Wro door burgemeester en wethouders, is Afdeling 3.4 (Uniforme openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
32
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Hoofdstuk 4 Artikel 17 17.1
Overgangs- en slotregels
Overgangsrecht
Overgangsrecht bouwwerken
a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot: 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan. b. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
17.2
Overgangsrecht gebruik
a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet. b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld onder a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. c.
Indien het gebruik, bedoeld onder a, na de inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
d. Het bepaalde onder a. is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
33
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Artikel 18
Slotregel
De regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Buitengebied, derde herziening.
34
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
35
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bijlagen
36
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bijlage 1
Staat van bedrijfsactiviteiten
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
37
Staat van bedrijfsactiviteiten
014
016
0
Dienstverlening t.b.v. de landbouw:
014
016
1
500 m² en
3
plantsoenendiensten hoveniersbedrijven: b.o. > 500 m² -
en
CATEGORIE
LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW
AFSTAND
-
GROOTSTE
01
GEVAAR
01
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008 nummer
SBI-1993
30
10
50
10
50
D
3.1
30
10
50
10
50
3.1
30
10
30
10
30
2
10
10
50
0
50
3.1
50
0
50
10
50
3.1
- algemeen (o.a. loonbedrijven): b.o. >
014
016
014
016
4
plantsoenendiensten
hoveniersbedrijven: b.o. <= 500 m² BOSBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V.
02
02
020
021, 022, 024
-
BOSBOUW Bosbouwbedrijven VERVAARDIGING
VAN
15
10, 11
-
VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN
151
101, 102
0
Slachterijen en overige vleesverwerking:
151
101, 102
7
- loonslachterijen -
vervaardiging
van
snacks
en
151
108
8
vervaardiging van kant-en-klaarmaaltijden met p.o. < 2.000 m²
152
102
6
- verwerken anderszins: p.o. <= 300 m² Broodfabrieken,
brood-
1071
0
banketbakkerijen:
1581
1071
1
- v.c. < 7500 kg meel/week, bij gebruik van charge-ovens
1584
10821
1585
1073
1593 1595
t/m 1102 t/m 1104
6
-
suikerwerkfabrieken
0
50
10
50
3.1
10
30
10
50
3.1
30
10
30
10
30
2
en
1581
-
50 50
zonder
C
suiker
branden: p.o. <= 200 m²
30
10
30
10
30
2
Deegwarenfabrieken
50
30
10
10
50
3.1
Vervaardiging van wijn, cider e.d.
10
0
30
0
30
2
C
17
13
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL
173
133
Textielveredelingsbedrijven
50
0
50
10
50
3.1
174, 175
139
Vervaardiging van textielwaren
10
0
50
10
50
3.1
0
10
50
10
50
3.1
30
0
50
0
50
3.1
10
10
30
10
30
2
50
10
10
10
50
3.1
Vervaardiging van gebreide en gehaakte 176, 177
139, 143
stoffen en artikelen VERVAARDIGING
18
14
181
141
-
BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT
141
van
kleding
en
-
toebehoren (excl. van leer) Bereiden
183
KLEDING;
Vervaardiging kleding van leer Vervaardiging
182
VAN
en
verven
van
bont;
142, 151
vervaardiging van artikelen van bont
19
15
VERVAARDIGING VAN LEER LEDERWAREN (EXCL. KLEDING)
192
151
schoeisel)
50
10
30
10
50
193
152
Schoenenfabrieken
50
10
50
10
50
20
16
-
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING ARTIKELEN VAN HOUT, RIET, KURK E.D.
2010.2
16102
0
Houtconserveringsbedrijven:
-
EN
Lederwarenfabrieken (excl. kleding en D
3.1 3.1
- met zoutoplossingen
162902
Kurkwaren-, vlechtwerkfabrieken
21
17
-
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN
2112
1712
0
Papier- en kartonfabrieken:
2112
1712
1
- p.c. < 3 t/u
-
UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUKTIE VAN OPGENOMEN MEDIA
205
riet-
CATEGORIE
2
10
30
50
10
50
3.1
10
10
30
0
30
2
50
30
50
50
3.1
0
0
10
0
10
1
10
0
30
0
30
2
0
0
10
0
10
1
AFSTAND
16102
GROOTSTE
2010.2
GEVAAR
-
AFSTANDEN IN METERS
GELUID
-
nummer
OMSCHRIJVING
STOF
SBI-2008
GEUR
SBI-1993
en
C
30 R
22
58
221
581
Uitgeverijen (kantoren)
2222.6
18129
Kleine drukkerijen kopieerinrichtingen
2223
1814
A
Grafische afwerking
2223
1814
B
Binderijen
30
0
30
0
30
2
2224
1813
Grafische reproduktie en zetten
30
0
10
10
30
2
2225
1814
Overige grafische aktiviteiten
30
0
30
10
30
223
182
Reproduktiebedrijven opgenomen media
0
0
10
0
10
1
24
20
-
VERVAARDIGING PRODUKTEN
2442
2120
0
Farmaceutische produktenfabrieken:
2442
2120
1
geneesmiddelen
50
10
50
50 R
50
3.1
2442
2120
2
- verbandmiddelenfabrieken
10
10
30
10
30
2
2462
2052
0
Lijm- en plakmiddelenfabrieken:
2466
205903
A
kantoorbenodigdhedenfabrieken
50
10
50
50 R
50
3.1
50
10
30
30
50
3.1
10
30
50
10
50
3.1
10
10
30
10
30
2
10
30
50
10
50
30
10
30
10
30
2
30
10
30
10
30
2
-
VAN
formulering
en
D
2
CHEMISCHE
en
afvullen
Chemische
25
22
-
VERVAARDIGING VAN PRODUKTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF
2512
221102
0
Loopvlakvernieuwingsbedrijven:
2512
221102
1
- vloeropp. < 100 m2 VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN
26
23
-
GIPSPRODUKTEN
261
231
0
Glasfabrieken:
2615
231
262, 263
232, 234
0
Aardewerkfabrieken:
Glasbewerkingsbedrijven
262, 263
232, 234
1
- vermogen elektrische ovens totaal < 40 kW
267
237
0
Natuursteenbewerkingsbedrijven:
2681
2391
Slijp- en polijstmiddelen fabrieken
30
26, 28, 33
-
VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
30
26, 28, 33
A
D
3.1
Kantoormachines- en computerfabrieken incl. reparatie VERVAARDIGING VAN OVER. ELEKTR. 31
26, 27, 33
316
293
-
MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDH. Elektrotechnische industrie n.e.g. VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO-,
32
26, 33
-
TELECOM-APPARATEN EN -BENODIGDH.
CATEGORIE
telecom-apparatuur e.d. incl. reparatie
30
0
50
30
50
D
3.1
3210
Fabrieken voor gedrukte bedrading
50
10
50
30
50
3.1
30
0
30
0
30
2
30
30
50
10
50
3.1
GEUR
-
STOF
321 t/m 323 331
-
nummer
AFSTAND
AFSTANDEN IN METERS GROOTSTE
OMSCHRIJVING
GEVAAR
SBI-2008
GELUID
SBI-1993
261, 263, 264, Vervaardiging van audio-, video- en 2612
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE OPTISCHE APPARATEN 33
26, 32, 33
-
EN EN
INSTRUMENTEN Fabrieken voor medische en optische apparaten en instrumenten e.d. incl.
33
26, 32, 33
A
reparatie VERVAARDIGING TRANSPORTMIDDELEN
(EXCL.
VAN AUTO'S,
35
30
-
AANHANGWAGENS)
351
301, 3315
0
Scheepsbouw- en reparatiebedrijven:
351
301, 3315
1
- houten schepen
36
31
-
OVERIGE GOEDEREN N.E.G.
361
9524
2
Meubelstoffeerderijen b.o. < 200 m2
0
10
10
0
10
1
362
321
Fabricage van munten, sieraden e.d.
30
10
10
10
30
2
363
322
Muziekinstrumentenfabrieken
30
10
30
10
30
2
364
323
Sportartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
365
324
Speelgoedartikelenfabrieken
30
10
50
30
50
3.1
3663.1
32991
Sociale werkvoorziening
0
30
30
0
30
2
3663.2
32999
Vervaardiging n.e.g.
30
10
50
30
50
45
41, 42, 43
-
45
41, 42, 43
1
2.000 m²
10
30
50
10
50
3.1
2
Aannemersbedrijven b.o. > 1000 m²
10
30
50
10
50
3.1
0
10
30
10
30
2
10
0
30
10
30
2
0
0
10
10
10
1
30 R
50
3.1
VERVAARDIGING
VAN
van
MEUBELS
overige
EN
goederen D
3.1
BOUWNIJVERHEID - bouwbedrijven algemeen: b.o. <=
45
41, 42, 43
met
werkplaats:
- aannemersbedrijven met werkplaats: 45
41, 42, 43
3
b.o.< 1000 m² HANDEL/REPARATIE
VAN
AUTO'S,
MOTORFIETSEN; 50 501,
45, 47
-
502,
BENZINESERVICESTATIONS Handel
in
auto's
en
motorfietsen,
504
451, 452, 454
reparatie- en servicebedrijven
5020.4
45204
B
Autobeklederijen
5020.4
45204
C
Autospuitinrichtingen
50
30
30
5020.5
45205
Autowasserijen
10
0
30
0
30
2
503, 504
453
Handel in autoen motorfietsonderdelen en -accessoires
0
0
30
10
30
2
505
473
0
Benzineservisestations:
505
473
2
- met LPG < 1000 m3/jr
30
0
30
50 R
50
3.1
505
473
3
- zonder LPG
30
0
30
10
30
2
0
0
10
0
10
1
30
30
50
50
3.1
10
10
30
30
2
GROOTHANDEL 51
46
511
461
-
Handelsbemiddeling (kantoren)
5121
4621
Grth in veevoeders
5122
4622
0
EN
HANDELSBEMIDDELING akkerbouwprodukten
Grth in bloemen en planten
en 30 R 0
5124
CATEGORIE
AFSTAND
4624
Grth in huiden, vellen en leder
50
0
30
46217, 4631
Grth in ruwe tabak, groenten, fruit en consumptie-aardappelen
30
10
30
50 R
5132, 5133
4632, 4633
Grth in vlees, vleeswaren, zuivelprodukten, eieren, spijsoliën
10
0
30
50 R
5134
4634
Grth in dranken
0
0
30
0
5135
4635
Grth in tabaksprodukten
10
0
30
0
30
2
5136
4636
Grth in suiker, chocolade en suikerwerk
10
10
30
0
30
2
5137
4637
specerijen
30
10
30
0
30
2
5138, 5139
4638, 4639
Grth in overige genotmiddelen
514
464, 46733
Grth in overige consumentenartikelen
5153
4673
0
Grth in hout en bouwmaterialen:
5153.4
46735
6
- algemeen: b.o. <= 200 m²
5154
4674
0
verwarmingsapparatuur:
5154
4674
2
- algemeen: b.o. < = 2.000 m²
5156
4676
518
466
0
Grth in machines en apparaten:
518
466
2
5125, 5131
Grth
Grth
519
in
in
koffie,
thee,
cacao
50
3.1
50
3.1
50
3.1
30
2
en
voedings-
en 10
10
30
10
30
2
10
10
30
10
30
2
0
10
30
0
30
2
ijzer- en metaalwaren en 0
0
30
0
30
2
10
10
30
10
30
2
- overige
0
10
50
0
50
3.1
Overige grth (bedrijfsmeubels, emballage, vakbenodigdheden e.d.
0
0
30
0
30
2
0
0
10
10
10
1
0
0
30
C
0
30
2
0
0
50
C
30
50
3.1
30
10
50
C
50 R
50
0
0
30
C
10
30
2
Post- en koeriersdiensten
0
0
30
C
0
30
2
Telecommunicatiebedrijven
0
0
10
C
0
10
1
10
0
30
10
30
2
10
0
50
10
50
D
3.1
10
0
50
10
50
D
3.1
Grth in overige intermediaire goederen
466, 469
0
GROOTSTE
GEVAAR
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008 nummer
SBI-1993
DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. 52
47
527
952
60
49
6022
493
-
PARTICULIEREN Reparatie
t.b.v.
particulieren
(excl.
auto's en motorfietsen) -
VERVOER OVER LAND Taxibedrijven - Goederenwegvervoerbedrijven (zonder
6024
494
1
schoonmaken tanks) b.o. <= 1000 m²
63
52
-
DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER
6311.2
52242
0
Laad-, los- en overslagbedrijven t.b.v. binnenvaart:
52102, 6312
52109
A
Distributiecentra, pak- en koelhuizen
6312
52109
B
Opslaggebouwen (verhuur opslagruimte)
64
53
-
POST EN TELECOMMUNICATIE
641
531, 532
642
61
A
D
3.1
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES, ANDERE ROERENDE 71
77
711
7711
-
GOEDEREN Personenautoverhuurbedrijven Verhuurbedrijven
7712, 712
7739
transportmiddelen personenauto's) Verhuurbedrijven
713
773
voor
werktuigen
(excl. voor
machines
en
62
-
62
A
Computerserviceinformatietechnologie-bureau's e.d.
en
72 73
72
-
SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK
731
721
Natuurwetenschappelijk ontwikkelingswerk
speur-
722
10
10
30
10
30
D
2
0
0
10
0
10
1
30
10
30
30
2
0
0
10
0
10
1
0
0
10
0
10
D
1
D
3.1
en
Maatschappij732
CATEGORIE
EN
72
COMPUTERSERVICEINFORMATIETECHNOLOGIE
AFSTAND
roerende
goederen n.e.g.
GROOTSTE
Verhuurbedrijven
GEVAAR
voor
772
714
GELUID
-
AFSTANDEN IN METERS
STOF
-
OMSCHRIJVING
GEUR
SBI-2008 nummer
SBI-1993
30 R
en
geesteswetenschappelijk onderzoek
63, 69tm71, 73, 74, 77, 74
78,
80tm82
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING
63, 69tm71, 73, 77, 74
74, 78,
80tm82
Overige A
zakelijke
dienstverlening:
kantoren
747
812
Reinigingsbedrijven voor gebouwen
50
10
30
7481.3
74203
Foto- en filmontwikkelcentrales
10
0
30
7484.4
82992
Veilingen voor huisraad, kunst e.d.
0
0
OPENBAAR OVERHEIDSDIENSTEN,
30
50
10
30
2
10
0
10
1
C
BESTUUR, SOCIALE
75
84
-
VERZEKERINGEN
80
85
-
ONDERWIJS
90
37, 38, 39
-
MILIEUDIENSTVERLENING
9001
3700
A0
9002.1
381
A
e.d.
50
30
50
10
50
3.1
9002.1
381
B
Gemeentewerven (afval-inzameldepots)
30
30
50
30 R
50
3.1
9002.2
382
A0
Afvalverwerkingsbedrijven:
9002.2
382
A4
50
10
30
10
50
3.1
10
10
30
30 R
30
2
RWZI's en gierverwerkingsinricht., met afdekking voorbezinktanks: Vuilophaal-,
-
pathogeen
straatreinigingsbedrijven
afvalverbranding
(voor
ziekenhuizen) - verwerking fotochemisch en galvano-
9002.2
382
A7
afval
93
96
-
OVERIGE DIENSTVERLENING
9301.1
96011
A
Wasserijen en strijkinrichtingen
30
0
50
30
50
3.1
9301.1
96011
B
Tapijtreinigingsbedrijven
30
0
50
30
50
3.1
9301.2
96012
Chemische wasserijen en ververijen
30
0
30
30 R
30
2
9301.3
96013
0
0
30
30
2
A
Wasverzendinrichtingen
Lijst van afkortingen -
niet van toepassing of niet relevant
< >
kleiner dan groter dan
=
gelijk aan
C
0
cat.
categorie
e.d.
en dergelijke
kl. n.e.g.
klasse niet elders genoemd
o.c.
opslagcapaciteit
p.c. p.o.
productiecapaciteit productieoppervlak
b.o. v.c.
bedrijfsoppervlak verwerkingscapaciteit
u
uur
d w
dag week
j
jaar
B C
bodemverontreiniging, de activiteit geeft een verhoogde kans op bodemverontreiniging continu, bij de betreffende milieubelastende activiteiten zijn de voor geluid bepalende activiteiten meestal continu
D L
divers, de activiteit kan een grote variatie in milieubelasting vertonen, dit dient per geval nader te worden bezien luchtverontreiniging
(dag en nacht) in bedrijf
Z R
zonering op basis Wet geluidhinder risico (Besluit externe veiligheid inrichtingen mogelijk van toepassing)
V
vuurwerkbesluit van toepassing
G P
goederenvervoer personenvervoer
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
44
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
Bijlage 2 Lijst met toegestane nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven
Bestemmingsplan "Buitengebied, derde herziening" (vastgesteld)
45
Lijst met toegestane nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven Bedrijven zijn toelaatbaar als een vorm van nevenactiviteit bij een agrarisch bedrijf (geen buitenopslag, geen buitenactiviteiten uitgezonderd specifieke, nader door ondernemer te onderbouwen activiteiten, bijvoorbeeld een terras). Type bedrijf Landelijke bedrijven -
bos-, natuur- en landschapsbeheer verwerking en verkoop van op het eigen bedrijf
-
het leveren van diensten ten behoeve van het bosbeheer en/of het beheer van natuurgebieden
-
agrarisch loonwerkersbedrijf
-
veetransportbedrijf veehandelsbedrijf
-
toeleverende bedrijven: spermabank,foeragehandel, zaaizaad en pootgoed,
-
hoveniersbedrijf boomverzorgingsbedrijven
-
paardenpension
-
dierenpension
voortgebrachte agrarische en/of bosproducten
hoefsmederij
Niet-agrarische bedrijven + dienstverlening Landbouwmechanisatiebedrijf K.I.-station Rietdekkersbedrijf Ambachtelijk riet en vlechtwerk Fruitkoelingsbedrijf (Para)medische praktijken, klinieken, kuuroord (kinder)dagverblijf Kinderboerderij Zorgboerderij, zorg met woonvoorziening Kapper Atelier Kunsthandel Museum Cursuscentrum Adviesbureau Vergaderaccommodatie Hondendressuur Dierenartspraktijk Verhuur ten behoeve van droge niet-milieugevaarlijke opslag (caravans of agrarische producten) Verblijfs- en dagrecreatiebedrijven Bed & breakfast/Kamerverhuur voor verblijfsrecreatieve doeleinden Terras/Theeschenkerij Horeca IJsmakerij IJsjesverkoop Bezoekerscentrum Verhuur van fietsen, kano’s