Besluit van de Vlaamse Regering van 18 februari 1997 tot vaststelling van de procedure voor het verkrijgen van een planningsvergunning en een exploitatievergunning voor intramurale en transmurale voorzieningen in de gezondheidszorg (B.S.18.V.1997) 1 Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk Hoofdstuk
I. Definities en toepassingsgebied II. Procedure tot het verkrijgen van een planningsvergunning III. Procedure tot het verkrijgen van een exploitatievergunning IV. Algemene bepalingen V Slotbepalingen
Hoofdstuk I. Definities en toepassingsgebied Art. 1. Het toepassingsgebied van dit besluit omvat het toepassingsgebied van de wet op de ziekenhuizen en van artikel 5 van de wet van 27 juni 1978 tot wijziging van de wetgeving op de ziekenhuizen en betreffende sommige andere vormen van verzorging. Art. 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder: 1° de planningsvergunning: de beslissing waaruit blijkt dat de aangevraagde capaciteit, wijziging in capaciteit en/of in bestemming van een voorziening past in de programmatie of de behoefteraming voor de specifieke soort van voorziening; 2° de exploitatievergunning: de beslissing waaruit blijkt dat voldaan is aan alle voorwaarden tot ingebruikneming van ziekenhuisdiensten, zoals bedoeld in titel III, hoofdstuk I, afdeling 3 van de wet op de ziekenhuizen; 3° de minister: de Vlaamse minister bevoegd voor het gezondheidsbeleid; 4° het decreet: het decreet van 20 december 1996 houdende oprichting van een Vlaamse Gezondheidsraad en van een Vlaamse Adviesraad voor erkenning van verzorgingvoorzieningen; 5° de Adviesraad: de Vlaams Adviesraad voor erkenning van verzorgingsvoorzieningen, bedoeld in artikel 10 van het decreet; 6° administratie: [het Intern Verzelfstandigd Agentschap Zorg en Gezondheid […]2; ]3 [7° de administrateur-generaal: het hoofd van het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid]4.
1
Gewijzigd bij: B.Vl.Reg.7.V.2004(B.S.7.VI.2004),inw.1.IV.2006 (art.77,5° B.Vl.Reg.31.III.2006 (B.S. 31.V.2006), B.Vl.Reg.31.III.2006 (B.S. 31.V.2006),inw.1.IV.2006, B.Vl.Reg.12.I.2007 (B.S. 23.II.2007), inw.1.VII.2006. 2 In art.2, 6° werden de woorden "of het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin" geschrapt bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art. 83,1°. 3 In art.2,6°, werden de woorden " de administratie" vervangen door de woorden "het bevoegde agentschap: het Intern Verzelfstandigd Agentschap Inspectie Welzijn en Volksgezondheid of het Intern Verzelfstandigd Agentschap Zorg en Gezondheid " vervangen bij B.Vl.Reg. 7.V.2004(B.S. VI.2004),art.20,6° en werden de woorden “de administratie Gezondheidszorg van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap" vervangen door de woorden "het intern verzelfstandigd agentschap Zorg en Gezondheid of het intern verzelfstandigd agentschap Inspectie Welzijn, Volksgezondheid en Gezin” bij B.Vl.Reg.31.III.2006 (B.S. 31.V.2006), art.53.. 4 Art.2,7°, toegevoegd bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.83,2°.
2
Hoofdstuk II. Procedure tot het verkrijgen van een planningsvergunning Art. 3. De aanvraag tot het verkrijgen van een planningsvergunning, uitgaande van de inrichtende macht, moet aangetekend verstuurd worden naar de administratie. Ze moet gemotiveerd zijn en gestaafd door documenten die de aangehaalde motieven ondersteunen. Art. 4. De administratie kan aanvullende stukken en gegevens opvragen. Art. 5. Binnen vier maanden na ontvangst van de aanvraag, wordt ofwel een met redenen omklede planningsvergunning, ofwel een met redenen omkleed voornemen tot weigering van planningsvergunning aan de aanvrager(s) toegestuurd per aangetekende brief. Bij de betekening van het voornemen tot weigering, vermeldt de brief de mogelijkheid en de modaliteiten om een bezwaarschrift in te dienen als bedoeld in artikel 6. Art. 6. Op straffe van onontvankelijkheid, kan de aanvrager tot uiterlijk dertig dagen na ontvangst van het in artikel 5 bedoelde voornemen, tegen dit voornemen met een aangetekende brief een gemotiveerd bezwaarschrift, gericht aan [de administrateurgeneraal"]5, bij de administratie indienen. Hij kan daarin uitdrukkelijk vragen gehoord te worden. De administratie bezorgt binnen vijftien dagen na ontvangst ervan, het bezwaarschrift en het volledige administratieve dossier aan de Adviesraad. Art. 76. Binnen een maand nadat [de administrateur-generaal ] het advies heeft ontvangen, of als dit advies hem niet bereikt binnen de reglementair betaalde termijn, binnen een maand na het verstrijken van die termijn, wordt de gemotiveerde beslissing van [de administrateur-generaal ] om [de erkenning]7 te verlenen of te weigeren per aangetekende brief aan de aanvrager betekend. [Indien het advies van de Adviesraad afwijkt van het voornemen van de administrateur-generaal, vermeld in artikel 5, beslist de minister]8. Als voormeld advies ontbreekt, kan [de administrateur-generaal ] geen beslissing nemen zonder de aanvrager te hebben gehoord, als deze daarom in zijn bezwaarschrift heeft verzocht. De in het vorige lid bedoelde termijn wordt in dat geval met één maand verlengd. Art. 8. Als geen bezwaarschrift is ingediend binnen de termijn bepaald in artikel 6, wordt binnen een maand na het verstrijken van deze termijn, de gemotiveerde beslissing van [de administrateur-generaal ] 9. met een aangetekende brief aan de aanvrager(s) betekend.
5
In artikel 6, eerste lid werden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de administrateur-generaal" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.84. 6 In artikel 7 werden de woorden "de minister" worden telkens vervangen door de woorden "de administrateur - generaal" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.85,1°. 7 In artikel 7 werd het woord "erkenning" wordt vervangen door het woord "planningsvergunning" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.85,2°. 8 Art.7, eerste lid, zin toegevoegd bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.85,3°. 9 In artikel 8 werden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de administrateur generaal" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.86.
3
Art. 9. § 1. Met toepassing van nieuwe of wijzigende reglementering inzake planning, kan [de administrateur-generaal ] 10 een uiterste datum bepalen waarop alle aanvragen ingediend moeten zijn, dit met het oog op een groepsgewijze behandeling van soortgelijke dossiers. § 2. Als de administratie aanvullende stukken of gegevens opvraagt, dient de aanvrager deze binnen dertig dagen op te sturen, zoniet in § 9 van dit artikel van toepassing. § 3. Binnen vier maanden na de uiterste datum waarvan sprake is § 1, wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegestuurd: 1. Ofwel een met redenen omkleed voornemen tot weigering van de planningsvergunning; 2. Ofwel een met redenen omkleed voornemen tot toekenning van de planningsvergunning; 3. Ofwel, als er in de groep dossiers geen enkel voornemen tot weigering wordt betekend, een met redenen omklede planningsvergunning. § 4. Voor de aanvrager die een voornemen tot weigering van de planningsvergunning heeft ontvangen, gelden de artikelen 5, tweede lid, en 6. § 5. Alvorens advies te verlenen, nodigt de Adviesraad alle aanvragers binnen de groepsgewijze behandeling per aangetekend schrijven uit om hun gemotiveerd standpunt kenbaar te maken met betrekking tot het dossier dat hen aanbelangt. Deze aanvragers dienen hu standpunt bij aangetekend schrijven op te sturen aan de Adviesraad, binnen vijftien dagen na ontvangst van de voormelde uitnodiging. Zij kunnen daarin vragen om gehoord te worden. Als de aldus uitgenodigde aanvragers niet hebben gereageerd zoals beschreven in het vorige lid, worden zij geacht geen opmerkingen te hebben. § 6. De Adviesraad hoort de indiener(s) van het(de) bezwaarschrift(en) en de andere aanvragers als daarom werd verzocht. De verzorgingsvoorzieningen worden daartoe op de zitting van de Adviesraad uitgenodigd per aangetekend schrijven, verstuurd uiterlijk de achtste dag voor de zitting. § 7. Het gemotiveerd advies van de Adviesraad wordt binnen 15 dagen na het uitbrengen ervan ter kennis gebracht van [de administrateur-generaal ] 11, en per aangetekend schrijven betekend aan alle verzorgingsvoorzieningen die in de procedure betrokken waren. § 8. De minister [of de administrateur-generaal]12 beslist groepsgewijze in alle dossiers conform de bepalingen van artikel 7. De hoorplicht bepaald in artikel 7, tweede lid, geldt ook voor de aanvragers die hun standpunt hebben ingediend en die gevraagd hebben gehoord te worden. § 913. Aanvragen die worden ingediend na de datum die door de administrateur-generaal is bepaald, conform §1, worden behandeld na de datum waarop de administrateurgeneraal of de minister groepsgewijs de beslissingen heeft genomen, volgens de bepalingen van artikel 3 tot en met 8. Hiertoe worden deze aanvragen door de administratie geacht te zijn ontvangen op de datum waarop de administrateur-generaal of de minister de beslissingen, vermeld in §8, heeft genomen.
10
In artikel 9 , §1 en §7 werden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de administrateur - generaal" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.87,1°. 11 In artikel 9 , §1 en §7 werden de woorden "de minister" vervangen door de woorden "de administrateur - generaal" bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.87,1°. 12 In artikel 9 , §8 werden tussen de woorden "de minister" en de woorden "beslist groepswijze" de woorden "of de administrateur-generaal" ingevoegd bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.87,2°. 13 Artikel 9, §9 vervangen bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.86,3°.
4
Hoofdstuk III. Procedure tot het verkrijgen van een exploitatievergunning Art. 10. De aanvraag tot exploitatievergunning, uitgaande van de inrichtende macht, kan ingediend worden samen met of los van de aanvraag tot planningsvergunning. Ze bevat een overzichtelijke tabel van alle voorgestelde veranderingen in het zorgaanbod, ondertekend door de inrichtende machten van alle bij deze veranderingen betrokken voorzieningen. De artikelen 3 tot en met 9 zijn van overeenkomstige toepassing op deze aanvragen. Art. 11. Als de planningsvergunning vermeldt dat voldaan is aan de voorwaarden gesteld inzake gelijkwaardige vermindering van bedden of plaatsen, geldt de planningsvergunning tevens als exploitatievergunning. Hoofdstuk IV. Algemene bepalingen Art. 12. De planningsvergunning is geldig voor een termijn van twee jaar tenzij anders […]14 bepaald. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan deze geldigheidstermijn worden verlengd. Art. 13. Voor de toepassing van dit besluit wordt een aangetekende brief de eerste werkdag volgend op de dag van zijn verzending geacht ontvangen te zijn.
14
In artikel 12 werden de woorden "door de minister" geschrapt bij B.Vl.Reg. 12.I.2007 (B.S.23.II.2007), art.88.
5
Hoofdstuk V Slotbepalingen Art. 14. Artikel 12 is van toepassing op de nog geldige planningsvergunningen die verleend werden voor de inwerkingtreding van dit besluit, voorzover er geen geldigheidstermijn was vastgelegd. De termijn van twee jaar begint dan te lopen vanaf de datum van bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Staatsblad. Art. 15. De aanvragen voor planningsvergunningen en exploitatievergunningen die nog niet afgehandeld zijn op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit besluit, worden behandeld volgens de procedure in dit besluit beschreven. Als onder de voorheen geldende procedure al een definitief advies geformuleerd werd door de Vlaamse Adviescommissie voor ziekenhuizen en andere vormen van medische verzorging en begeleiding, wordt het dossier verder afgehandeld volgens de voorheen geldende procedure, waarbij de voorziene termijnen ten vroegste beginnen te lopen vanaf de datum van inwerkingtreding van het besluit zoals voorzien in artikel 17. Art. 16. Het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 1983 houdende procedure tot verkrijgen van een vergunning tot ingebruikneming en exploitatie van ziekenhuizen of ziekenhuisdiensten wordt opgeheven. Art. 17. Dit besluit treedt in werking op de datum van de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. Art. 18. De Vlaamse minister, bevoegd voor het gezondheidsbeleid, is belast met de uitvoering van dit besluit.