Bosch Video Management System. Bedieningshandleiding

Bosch Video Management System

nl

Bedieningshandleiding


Inhoudsopgave | nl

3

Inhoudsopgave 1

Gebruik van het Help-systeem

6

1.1

Informatie zoeken

6

1.2

Help-onderwerpen afdrukken

7

2

Inleiding

8

3

Systeemoverzicht

9

3.1

Hardwarevereisten

9

3.2

Softwarevereisten

9

3.3

Licentievereisten

9

4

Aan de slag

4.1

Operator Client starten

10

4.2

Een nieuwe configuratie accepteren

10

5

Camerabeelden weergeven

12

5.1

Beelden van een camera in een deelvenster weergeven

12

5.2

Een item zoeken in de logische structuur

12

10

5.3

Deelvensters rangschikken

12

5.4

Het venster Alarmbeeld weergeven

13

5.5

Handmatige opname starten

13

5.6

Een vooraf geconfigureerde camerasequentie starten

14

5.7

Een automatische camerasequentie starten

14

5.8

Gebruik van eenkanaals audiomodus

15

5.9

Gebruik van de meerkanaals audiomodus

15

5.10

Gebruik van digitale zoom

16

5.11

Eén beeld opslaan

16

5.12

Eén beeld afdrukken

16

5.13

Overschakelen naar volledig scherm

16

5.14

Balken van deelvensters weergeven of verbergen

17

5.15

Informatie op een camera weergeven

17

5.16

Directe weergave starten

17

5.17

Een camera aan een monitor toewijzen

18

5.18

Gebruik van de audiomodus

18

5.19

Metadata weergeven (alleen voor NVR-opnamen)

18

5.20

Gebruik van de intercomfuncties

18

5.21

De besturing van een PTZ-camera vergrendelen

20

5.22

Het referentiebeeld vernieuwen

20

6

Plattegronden en PTZ-camera's gebruiken

21

6.1

Een plattegrond weergeven

21

6.2

Besturing van PTZ-camera's

21

6.3

Een camera besturen in het venster

21

Bosch Sicherheitssysteme GmbH


Operator Client | V2 | 2011.12

4

nl | Inhoudsopgave

7


Favorieten gebruiken

23

7.1

Items toevoegen aan de favorietenstructuur

23

7.2

Weergaven maken/bewerken

23

8

Opgenomen videobeelden beheren

25

8.1

Gebruik van de tijdlijn

25

8.2

Een specifieke opnamemodus afspelen

25

8.3

Opgenomen videobeelden afspelen

25

8.4

Videogegevens authenticeren (alleen voor NVR-opnamen)

26

8.5

De afspeelsnelheid wijzigen

26

8.6

Video beveiligen

26

8.7

Videogegevens verwijderen

26

8.8

Videogegevens exporteren

27

8.9

Videogegevens importeren

28

8.10

Forensic Search uitvoeren (alleen VRM-opnamen)

28

8.11

Beweging zoeken (alleen NVR-opnamen)

29

8.12

Logboekitems zoeken

29

8.13

Opgenomen videogegevens zoeken

30

9

Alarmfuncties

31

9.1

Een alarm accepteren

31

9.2

Commentaar toevoegen aan een alarm

31

9.3

Een alarm wissen

32

9.4

Het venster Alarmlijst aanpassen

32

9.5

Het venster met Live-beelden weergeven

33

9.6

Een workflow starten

33

9.7

Het accepteren van een alarm ongedaan maken

33

10

Een CCTV-bedieningspaneel gebruiken

35

10.1

Interface van het CCTV-bedieningspaneel

35

10.1.1

Statusweergave

36

10.2

Een bedieningspaneel aangesloten op een werkstation gebruiken

37

10.2.1

Het bedieningspaneel starten

37

10.2.2

Bedieningsmodi invoeren

37

10.2.3


37

10.2.4

Gebruik van de joystick

38

10.2.5

Softkeys gebruiken

39

10.3

Een bedieningspaneel aangesloten op een decoder gebruiken

41

10.3.1

Het bedieningspaneel starten

41

10.3.2


41

10.3.3

Gebruik van de joystick

42

10.3.4

Softkeys gebruiken

42

11

Gebruikersinterface

43

11.1

Live-modus (normale weergave)

43

11.2

Afspeelmodus

45

11.3

Alarmmodus (Alarmweergave)

47

11.4

Menuopdrachten

50





Inhoudsopgave | nl

5

11.5

Dialoogvenster Referentiebeeld

52

11.6

Dialoogvenster Zoekparameters selecteren

52

11.7

Dialoogvenster Opties gelduitgifte-/betaalautomaat

54

11.8

Dialoogvenster Filterinstellingen voor virtuele ingangen selecteren

54

11.9

Dialoogvenster Apparaatselectie

54

11.10

Dialoogvenster Gebeurtenisselectie

54

11.11

Dialoogvenster Logboekresultaten

55

11.12

Dialoogvenster Opties

55

11.13

Venster Logische structuur

56

11.14

Dialoogvenster Zoeken

56

11.15

Venster Favorietenstructuur

57

11.16

Venster Exportstructuur

57

11.17

Venster Plattegrond

57

11.18

Venster PTZ-besturing

57

11.19

Venster Monitoren

58

11.20

Beeldvenster

58

11.21

Deelvenster

59

11.22

Venster Tijdlijn

61

11.23

Dialoogvenster Zoeken naar beweging

62

11.24

Dialoogvenster Video exporteren

63

11.25

Dialoogvenster Video verwijderen

64

11.26

Dialoogvenster Forensisch zoeken (alleen VRM-opnamen)

64

11.27

Dialoogvenster Video beveiligen

65

11.28

Dialoogvenster Beveiliging van video opheffen

65

11.29

Venster Resultaten beweging zoeken

66

11.30

Venster Resultaten video zoeken

66

11.31

Venster Alarmlijst

66

11.32

Gebruikte pictogrammen

67

12

Sneltoetsen bedieningspaneel

70

12.1

Algemene bediening

70

12.2

Bedieningselementen voor afspelen

70

12.3

Beeldvensterbediening

70

13

Concepten

71

13.1

Alarmfuncties

71

13.2

Allegiant CCL-opdrachten ondersteund in Bosch VMS

73

14

Problemen oplossen

75

14.1

Een oude versie van Bosch VMS Archive Player updaten

76

14.2

De opname-instellingen voor Intercomfuncties repareren.

76

Verklarende woordenlijst

77

Trefwoordenregister

92




6

1

nl | Gebruik van het Help-systeem


Gebruik van het Help-systeem Raadpleeg de online-Help via een van de volgende methoden wanneer u meer wilt weten over bepaalde functies van Bosch Video Management System. Gebruik van Inhoud, Index of Zoeken: 

Klik in het menu Help op Help. Gebruik de knoppen en koppelingen om te navigeren.

Help bij een venster of dialoogvenster raadplegen: 

Klik op de werkbalk op

.

OF 

1.1

Druk op F1 voor Help-informatie bij een programmavenster of dialoogvenster.

Informatie zoeken U kunt op verschillende manieren informatie zoeken in het Help-systeem. Informatie zoeken in de online-Help: 1.

Klik in het menu Help op Help.

2.

Klik op de knop Weergeven als het linkerdeelvenster niet zichtbaar is.

3.

Doe het volgende in het Help-venster:

Klik op:

Om:

Inhoud

De inhoudsopgave voor de online-Help weer te geven. Klik op een boek om pagina's met koppelingen naar onderwerpen weer te geven en klik op een pagina om het bijbehorende onderwerp in het rechterdeelvenster weer te geven.

Index

Te zoeken naar specifieke woorden of woordgroepen of deze te selecteren in een trefwoordenlijst. Dubbelklik op het trefwoord om het bijbehorende onderwerp in het rechterdeelvenster weer te geven.

Zoeken

Woorden of woordgroepen in de inhoud van de onderwerpen te zoeken. Typ het woord of de woordgroep in het tekstveld, druk op ENTER en selecteer het gewenste onderwerp in de lijst met onderwerpen.

Tekst van de gebruikersinterface is vet gemarkeerd. 

De pijl nodigt u uit om op de onderstreepte tekst of op een onderdeel in de toepassing te klikken.



Klik op

voor stapsgewijze instructies

Gerelateerde onderwerpen 

Klik hierop om een onderwerp met informatie over het huidige toepassingsvenster weer te geven. Dit onderwerp bevat informatie over de besturingselementen in het toepassingsvenster.

Paragraaf 13 Concepten geeft achtergrondinformatie over geselecteerde onderwerpen. LET OP! Middelhoog risico (zonder waarschuwingssymbool): wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie. Indien deze situatie niet wordt vermeden, kan materiële schade ontstaan of bestaat het risico dat het apparaat zelf wordt beschadigd. Neem deze berichten zorgvuldig in acht om de kans op gegevensverlies of beschadiging van het systeem te voorkomen.





Gebruik van het Help-systeem | nl

7

AANWIJZING! Dit symbool geeft informatie weer over het bedrijfsbeleid dat direct of indirect samenhangt met de veiligheid van het personeel of de bescherming van eigendommen.

1.2

Help-onderwerpen afdrukken U kunt onderwerpen en informatie van de online Help rechtstreeks vanuit het browservenster afdrukken. Een Help-onderwerp afdrukken: 1.

Klik met de rechtermuisknop in het rechterdeelvenster en kies Printen. Het dialoogvenster Printen wordt geopend.

2.

Klik op Printen. Het onderwerp wordt afgedrukt op de opgegeven printer.




8

2

nl | Inleiding


Inleiding Bosch Video Management System integreert digitale video, audio en gegevens in elk IPnetwerk. Het systeem bestaat uit de volgende softwaremodules: –

Central Server

–

NVR (Network Video Recorder)

–

Operator Client (DiBos DVR's / VRM opname / iSCSI opname / VIDOS NVR's / lokale opname)

–

Configuration Client

Voor een goed werkend systeem moeten de volgende taken worden uitgevoerd: –

Services installeren (Central Server en VRM)

–

Operator Client en Configuration Client installeren

–

Het systeem op het netwerk aansluiten

–

Apparatuur op het netwerk aansluiten

–

–

Basisconfiguratie: –

Apparaten toevoegen (bijvoorbeeld door middel van een apparaatscan)

–

Logische structuur samenstellen

–

Schema's, camera's, gebeurtenissen en alarmen configureren

–

Gebruikersgroepen configureren

Basisfuncties

Bosch VMS Archive Player geeft geëxporteerde opnamen weer.





3

Systeemoverzicht | nl

9

Systeemoverzicht Wanneer u Bosch Video Management Systemwilt installeren en configureren, volg dan een systeemtraining over Bosch Video Management System. Raadpleeg de opmerkingen bij de huidige versie van Bosch Video Management System voor informatie over ondersteunde firmwareversies en hardware en andere belangrijke informatie. Zie de specificatiebladen voor Bosch werkstations en servers voor informatie over pc's waarop Bosch Video management System kan worden geïnstalleerd. Al deze softwaremodules kunnen naar keuze op één pc worden geïnstalleerd. Taken van de softwaremodules –

Central Server: streambeheer, alarmbeheer, prioriteitenbeheer, centraal logboek, gebruikersbeheer

–

VRM: Aan encoders doorgeven van opslagcapaciteit van iSCSI-apparaten en belastingverdeling beheren tussen meerdere iSCSI-apparaten. Streamen van videobeelden en audiogegevens van iSCSI naar Operatorclients.

3.1

–

Configuration Client: systeemconfiguratie en -beheer voor Operator Client.

–

Operator Client: Live-bewaking; opslaan en ophalen, alarm.

Hardwarevereisten Zie het specificatieblad voor Bosch Video Management System. Ook specificatiebladen voor platform-pc's zijn beschikbaar.

3.2

Softwarevereisten Zie het specificatieblad voor Bosch Video Management System. Bosch Video Management System mag niet geïnstalleerd zijn op een computer waarop u Bosch VMS Archive Player wilt installeren.

3.3

Licentievereisten Zie het specificatieblad van Bosch Video Management System voor de beschikbare licenties.




10

4

nl | Aan de slag


Aan de slag In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u met Bosch Video Management System en met Bosch VMS Archive Player.aan de slag kunt.

4.1

Operator Client starten Opmerking: –

Activeer voordat u het systeem gebruikt de door u aangevraagde licenties. De configuratiehandleiding of de online-help van de configuratieclient beschrijven het activeren van de licenties.

–

Om er zeker van te zijn dat Bosch Video Management System de gewenste taal gebruikt, dient u deze taal in Configuration Client te configureren. Raadpleeg de online-Help voor meer informatie.

Als een nieuwere versie van de applicatie is opgeslagen op de Central Server, dan wordt deze versie automatisch geïnstalleerd door middel van no-touch deployment zodra u zich aanmeldt. Operator Client starten: 1.

Selecteer Programma's >Bosch VMS > Operator Client in het menu Start. Het dialoogvenster voor het aanmelden wordt weergegeven.

2.

Typ uw gebruikersnaam in het veld Gebruikersnaam:. Wanneer u de toepassing voor het eerst start, voert u Admin in als gebruikersnaam. U hoeft dan geen wachtwoord in te voeren.

3.

Typ uw wachtwoord in het veld Wachtwoord.

4.

Selecteer het IP-adres of de DNS-naam van de Central Server in de lijst Aansluiting.

5.

Klik op OK. Als autorisatie volgens het vier-ogen-principe is geconfigureerd voor uw gebruikersgroep, wordt het volgende aanmeldvenster weergegeven. Een gebruiker van de geconfigureerde tweede gebruikersgroep voert de vereiste gegevens in. De applicatie wordt gestart. Als autorisatie volgens het vier-ogen-principe optioneel is, kunt u opnieuw op OK klikken in het tweede aanmeldvenster. U heeft dan echter alleen de gebruikersrechten van uw gebruikersgroep en niet de eventueel uitgebreidere gebruikersrechten van uw groep voor autorisatie volgens het vier-ogen-principe.

Operator Client afsluiten: 1.

Klik in het menu Systeem op Afsluiten. De toepassing wordt afgesloten. Wanneer u bij Operator Client bent aangemeld als een gebruiker die niet bevoegd is de toepassing af te sluiten, wordt het dialoogvenster Voer het afmeldwachtwoord in weergegeven.

2.

Vraag een gebruiker met de benodigde gebruikersrechten om zijn gebruikersnaam en wachtwoord in te voeren om het proces te bevestigen.

4.2

Een nieuwe configuratie accepteren Wanneer de systeembeheerder een nieuwe configuratie activeert vanuit Configuration Client, dan wordt elke Operator Client onmiddellijke automatisch opnieuw opgestart of krijgt de gebruiker van een werkstation een melding over de nieuwe configuratie waarna hij deze later





Aan de slag | nl

11

kan accepteren. De systeembeheerder bepaalt welke van deze twee methoden wordt toegepast. Als de systeembeheerder de methode heeft geconfigureerd waarbij de werkstations niet worden gedwongen de nieuwe configuratie automatisch te accepteren, wordt een dialoogvenster weergegeven op alle Operator Client werkstations. De gebruikers kunnen de nieuwe configuratie dan weigeren of accepteren. Als de gebruiker niet reageert, wordt het dialoogvenster na enkele seconden gesloten. De nieuwe configuratie wordt dan niet geaccepteerd. Een nieuwe configuratie accepteren: 

Meld u af en meld u vervolgens opnieuw aan. De nieuwe configuratie wordt nu gebruikt.




12

5

nl | Camerabeelden weergeven


Camerabeelden weergeven In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u camerabeelden kunt weergeven. Sommige van de functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, kunnen voor uw gebruikersgroep uitgeschakeld zijn.

5.1

Beelden van een camera in een deelvenster weergeven Hoofdvenster Een camerabeeld aan een deelvenster toewijzen: 

Sleep een camera van het venster Logische structuur naar een deelvenster. Het geselecteerde camerabeeld wordt weergegeven in het deelvenster.

Of: 1. 2.

Selecteer een deelvenster. Dubbelklik op een camera in het venster Logische structuur. Het geselecteerde camerabeeld wordt weergegeven in het deelvenster.

3.

Herhaal de bovenstaande stappen voor elke camera die u wilt weergeven. U kunt ook plattegronden en documenten naar deelvensters slepen.

Of: 

Klik in de logische structuur met de rechtermuisknop op een camera en klik op Weergeven in volgende beschikbare deelvenster. De gewenste camerabeelden worden dan weergegeven.

Een camera in het beeldvenster verplaatsen: 

Sleep de camera naar een ander deelvenster.

Om digitaal in te zoomen: 

5.2

Klik met de rechtermuisknop in een deelvenster en klik op Inzoomen.

Een item zoeken in de logische structuur Hoofdvenster Om een item in de logische structuur te zoeken: 1.

Klik met de rechtermuisknop op een root-knooppunt of een child-knooppunt in de Logische structuur en klik op Zoeken in structuur. Het dialoogvenster Zoeken wordt weergegeven. Dit dialoogvenster verschijnt op de monitor waar het eerder was afgesloten. Het venster staat altijd bovenaan.

2. 3.

Type in het veld een zoekterm Zoeken naar die de weergavenaam van een item voorstelt. Klik op Zoeken. Het eerste item dat overeenkomt met de zoekterm wordt gemarkeerd. Dubbelklik als u dit item in een beeldvenster wilt weergeven.

5.3

4.

Klik op Volgende om het volgende overeenkomende item te markeren.

5.

Klik op Sluiten.

Deelvensters rangschikken Hoofdvenster Deelvensters rangschikken: 1.


Beweeg de schuifregelaar voor de indeling van het deelvenster.




2.

Camerabeelden weergeven | nl

13

Sleep een item van het venster Logische structuur naar een deelvenster. Herhaal dit tot alle gewenste camera's worden weergegeven. Als een object reeds wordt weergegeven in een doeldeelvenster, wordt dit object vervangen.

3.

Sleep een camera indien gewenst van het ene deelvenster naar het andere.

Een deelvenster vergroten/verkleinen: 1.

Plaats de muisaanwijzer op een hoek van een deelvenster aan. De aanwijzer wordt verandert dan in een tweepuntige pijl.

2.

5.4

Versleep de hoek om het deelvenster te vergroten of te verkleinen.

Het venster Alarmbeeld weergeven Hoofdvenster U kunt van het beeldvenster naar het venster Alarmbeeld schakelen als de alarmlijst ten minste één alarm bevat. AANWIJZING! Een plattegrond die wordt weergegeven in een alarmbeeld-deelvenster is geoptimaliseerd voor weergave en bevat alleen de eerste weergave van het basis .dwf-bestand.

Het venster Alarmbeeld weergeven: 

Klik in een beeldvenster op

.

Het venster Alarmbeeld wordt weergegeven. Het beeldvenster opnieuw weergeven: 

Klik in een beeldvenster op

.

Afhankelijk van de eerder weergegeven modus wordt de live- of de afspeelmodus weergegeven.

5.5

Handmatige opname starten Hoofdvenster U kunt het opnemen voor elke camera handmatig starten. Het kwaliteitsniveau van de alarmopnamemodus wordt gebruikt. De duur van de alarmopname is geconfigureerd in Configuration Client. Wanneer de geselecteerde camera al opneemt, wordt het kwaliteitsniveau gewijzigd naar de alarmopnamemodus. Als NVR-opnamen worden gebruikt, kan de alarmopname worden beveiligd. Bij VRM-opnamen wordt de alarmopname niet beveiligd. Opmerking: voor een DiBos-camera kan geen handmatige opname worden gestart. Een opname starten: 1. 2.

Selecteer een deelvenster dat een camera weergeeft. Klik op

.

De opname wordt gestart. Opmerkingen: Alleen NVR-opnamen: Het pictogram op de deelvensterbalk verandert in

. Klik hier om de

opname te stoppen. Als u niet klikt om de opname te stoppen, stopt de handmatige opname na de geconfigureerde handmatige opnametijd. Op de tijdlijn van deze camera wordt de handmatige opname weergegeven als alarmopname.




14



Alleen VRM-opname: u kunt de opname niet handmatig stoppen. De opname stopt na de geconfigureerde alarmopnametijd. Op de tijdlijn van de camera wordt opname van pre-alarm weergegeven als alarmopname, als opname van pre-alarm is geconfigureerd in Configuration Client.

5.6

Een vooraf geconfigureerde camerasequentie starten Hoofdvenster Bij een camerasequentie worden beurtelings de beelden van een reeks camera's weergegeven. De vooraf geconfigureerde camerasequenties worden geconfigureerd in Configuration Client en verschijnen in de logische structuur. Een sequentie kan worden geconfigureerd voor het gebruik van meer dan één deelvenster. Als er onvoldoende deelvensters zijn om de hele sequentie weer te geven, worden alleen die deelvensters weergegeven die op het beeldvenster passen. De resterende deelvensters worden niet weergegeven en er wordt een dienovereenkomstig bericht weergegeven. Wanneer zich een van de volgende situaties voordoet, wordt een sequentie niet weergegeven: –

Videoverlies

–

Verbinding met de camera verbroken

–

Geen rechten om de camera weer te geven

–

Camera niet geconfigureerd

Voor sequenties die via een decoder op een analoge monitor worden weergegeven, kunnen DiBos camera's bovendien niet worden weergegeven. AANWIJZING! Als een configuratie is gewijzigd en geactiveerd, wordt een camerasequentie (voorgeconfigureerd of automatisch) normaal gesproken vervolgd nadat de operatorclient herstart is. In de volgende gevallen wordt de sequentie niet vervolgd: –

een monitor die is geconfigureerd om de sequentie weer te geven, is verwijderd.

–

de modus van een monitor (enkel/quad view) die is geconfigureerd om de sequentie

–

het logisch nummer van een monitor die is geconfigureerd om de sequentie weer te

weer te geven, is gewijzigd. geven, is gewijzigd. Een camerasequentie starten en besturen: 1.

Sleep de gewenste sequentie

van het venster Logische structuur naar een

deelvenster. De sequentie wordt weergegeven met het symbool 2.

.

Klik op een afspeelpictogram in de werkbalk van het beeldvenster om de sequentie te besturen.

5.7

Een automatische camerasequentie starten Hoofdvenster Bij een camerasequentie worden beurtelings de beelden van een reeks camera's weergegeven. U configureert de waarnemingstijd voor deze sequenties in het dialoogvenster Opties (menu Extra's, opdracht Opties). Wanneer zich een van de volgende situaties voordoet, wordt een sequentie niet weergegeven: –

Videoverlies

–

Verbinding met de camera verbroken






–

Geen rechten om de camera weer te geven

–

Camera niet geconfigureerd

15

Voor sequenties die via een decoder op een analoge monitor worden weergegeven, kunnen DiBos camera's bovendien niet worden weergegeven. AANWIJZING! Als een configuratie is gewijzigd en geactiveerd, wordt een camerasequentie (voorgeconfigureerd of automatisch) normaal gesproken vervolgd nadat de operatorclient herstart is. In de volgende gevallen wordt de sequentie niet vervolgd: – –

een monitor die is geconfigureerd om de sequentie weer te geven, is verwijderd. de modus van een monitor (enkel/quad view) die is geconfigureerd om de sequentie weer te geven, is gewijzigd.

–

het logisch nummer van een monitor die is geconfigureerd om de sequentie weer te geven, is gewijzigd.

Een camerasequentie starten: 1.

Selecteer een deelvenster waar u de sequentie wilt afspelen.

2.

Klik met de rechtermuisknop op een map in het venster Logische structuur of Favorietenstructuur en klik op Tonen als sequentie in geselecteerd deelvenster. De beelden van de camera's uit de geselecteerde map worden een voor een weergegeven in het geselecteerde deelvenster.

geeft aan dat de sequentie wordt weergegeven.

Een camerasequentie onderbreken: 

Klik in de werkbalk van het beeldvenster op

.

Het afspelen van de sequentie wordt gestopt. Dit wordt aangegeven door

.

Naar de vorige/volgende stap van een camerasequentie springen: 

Klik op

of

in de werkbalk van het beeldvenster.

De sequentie springt naar de vorige of volgende stap.

5.8

Gebruik van eenkanaals audiomodus Hoofdvenster U kunt de eenkanaals audiomodus gebruiken wanneer u wilt dat slechts één aan de camera toegewezen audiobron hoorbaar is. U kunt geen audio voor een andere camera activeren. De meerkanaals audiomodus inschakelen/uitschakelen:

5.9

1.

Klik in het menu Extra's op Opties.

2.

Schakel het selectievakje Geluid van het geselecteerde deelvenster afspelen in.

Gebruik van de meerkanaals audiomodus Hoofdvenster U gebruikt de meerkanaals audiomodus wanneer u verschillende audiobronnen tegelijkertijd wilt horen. U kunt verschillende aan een camera toegewezen audiobronnen activeren in het deelvenster van iedere camera. De meerkanaals audiomodus inschakelen/uitschakelen: 1.

Klik in het menu Extra's op Opties.

2.

Schakel het selectievakje Meerkanaals geluid afspelen in.




16


5.10


Gebruik van digitale zoom Hoofdvenster Ieder deelvenster heeft een digitale zoomfunctie. Deze digitale zoomfunctie heeft 11 niveaus: 1x, 1,35x, 1,8x, 2,5x, 3,3x, 4,5x, 6x, 8,2x, 11x, 14,9x, 20,1x. Als u een favorietenweergave opslaat, wordt de huidige instelling van de digitale zoomfunctie en beeldsectie opgeslagen. Als u op

klikt, wordt de huidige instelling van de digitale zoomfunctie en beeldsectie

gebruikt voor directe weergave. Als Operator Client opnieuw wordt opgestart, wordt de huidige instelling van de digitale zoomfunctie en beeldsectie bewaard. De digitale zoomfunctie gebruiken: 1.

Klik met de rechtermuisknop in een deelvenster en klik op Inzoomen. geeft aan dat de digitale zoomfunctie is gebruikt.

2.

Herhaal de vorige stap om in te zoomen.

3.

Versleep het beeld om naar de gewenste beeldsectie te navigeren.

4.

Klik met de rechtermuisknop op het deelvenster en klik op Zoom 1:1 om naar het oorspronkelijke formaat terug te keren. verdwijnt.

Opmerking: Voor digitaal zoomen kunt u ook de besturingselementen in het venster PTZ-besturing gebruiken.

5.11

Eén beeld opslaan Hoofdvenster Eén beeld opslaan: 1.

Selecteer een deelvenster.

2.

Klik op

.

Een dialoogvenster voor het opslaan van het afbeeldingsbestand wordt weergegeven. 3.

Selecteer de gewenste map, geef een bestandsnaam op en selecteer het gewenste bestandstype. JPG en BMP zijn beschikbaar.

4.

Klik op OK. Het beeld wordt opgeslagen. Het bestand bevat aanvullende informatie over de camera.

5.12

Eén beeld afdrukken Hoofdvenster Eén beeld afdrukken: 1. 2.

Selecteer een deelvenster. Klik op

.

Een dialoogvenster voor het selecteren van de printer wordt weergegeven. 3.

Klik op OK. Het beeld wordt afgedrukt. De afdruk bevat aanvullende informatie over de camera.

5.13

Overschakelen naar volledig scherm Hoofdvenster






17

In de volledig-schermweergave worden veel besturingselementen verborgen, zoals de menuopdrachten of de alarmlijst als geen alarmmonitor in de volledig-schermmodus is gezet. Voor toegang tot deze besturingselementen dient u de volledige schermweergave af te sluiten. Het volledige beeldvenster op het volledige scherm weergeven: 

Klik in de werkbalk van het beeldvenster op

.

Het beeldvenster wordt op het volledige scherm weergegeven. De volledige schermweergave afsluiten: 

Klik op

.

Een geselecteerd deelvenster maximaliseren: 

Klik met de rechtermuisknop op een deelvenster en klik op Maximaliseren. Het geselecteerde deelvenster wordt in het volledige beeldvenster weergegeven.

5.14

Balken van deelvensters weergeven of verbergen Hoofdvenster Werkbalken weergeven/verbergen: 

5.15

Klik op

om de werkbalken weer te geven.

Klik op

om de werkbalken te verbergen.

Informatie op een camera weergeven Hoofdvenster Informatie weergeven: 

Klik met de rechtermuisknop op een deelvenster waaraan een camera is toegewezen en klik op Eigenschappen. Een dialoogvenster met de camera-eigenschappen wordt weergegeven.

5.16

Directe weergave starten Hoofdvenster > U kunt de opnamen van een camera in een deelvenster in de live-modus weergeven. De huidige instelling van de digitale zoomfunctie en beeldsectie wordt gebruikt voor directe weergave. De begintijd (aantal seconden in het verleden of terugspoeltijd) voor directe weergave wordt geconfigureerd in het dialoogvenster Opties (menu Extra's, opdracht Opties). Directe weergave starten: 1.

Selecteer het gewenste deelvenster.

2.

Klik op

.

De geselecteerde opname wordt afgespeeld. Klik op

om terug te keren naar live-beeld.

Opmerking: er is meer dan één deelvenster met directe weergave mogelijk, zelfs meerdere directe weergaven van dezelfde camera.




18


5.17


Een camera aan een monitor toewijzen Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt IP-apparaten aan een decoder toewijzen. Hiermee wordt het videosignaal op de analoge monitor weergegeven en wordt het audiosignaal via de luidsprekers weergegeven als deze op de decoder zijn aangesloten. DiBos- en Bosch Allegiant-camera's kunnen niet op deze manier worden toegewezen. Een camerabeeld aan een monitor toewijzen:

5.18

1.

Klik op het tabblad

en het tabblad

.

2.

Sleep een camera van het venster Logische structuur naar de gewenste monitor.

Gebruik van de audiomodus Hoofdvenster Indien beschikbaar kunt u audio voor een geselecteerde camera activeren. Activeer de meerkanaals audiomodus om het audiosignaal van meerdere camera's tegelijkertijd te horen. U schakelt over naar de audiomodus in het dialoogvenster Opties (menu Extra's, opdracht Opties). Audio inschakelen/uitschakelen:

5.19

1.

Selecteer een deelvenster.

2.

Klik op

om audio uit te schakelen of op

om audio in te schakelen.

Metadata weergeven (alleen voor NVR-opnamen) Hoofdvenster > U kunt metadata van de geselecteerde camera, zoals ATM / POS / barcode , indien beschikbaar weergeven. Metadata in een afzonderlijk venster weergeven: 1. 2.

Selecteer een deelvenster. Klik in het menu Camera op Metadata weergeven. Een venster met de beschikbare metadata wordt weergegeven. Waneer u het geselecteerde deelvenster sluit, wordt ook het venster Metadata gesloten.

5.20

Gebruik van de intercomfuncties Hoofdvenster > U kunt de Intercomfuncties alleen gebruiken wanneer de de Live-modus actief is. Zorg ervoor dat de microfoon actief is op uw geluidskaart en dat het volume hiervan niet is ingesteld op 0. Dit doet u in het Configuratiescherm van uw pc. Zorg er daarnaast voor dat u alleen de microfoon selecteert, en niet de stereomix, bij de opnameopties van uw geluidskaart. Voor Windows 7: schakel alle invoerapparaten uit behalve het apparaat dat u wilt gebruiken voor de intercomfunctie.






19

De volgende schermafbeelding toont een voorbeeld:

Als u de instelling wijzigt van stereomix naar microfoon na de eerste keer opstarten van Operator Client, wordt de instelling overschreven als u Operator Client de volgende keer opstart. Volg de stappen beschreven in Paragraaf 14.2 De opname-instellingen voor Intercomfuncties repareren., Pagina 76 om dit te verhelpen. We raden u het gebruik van een headset aan omdat de combinatie microfoon-luidspreker kan leiden tot akoestische feedback. De intercomfuncties werken alleen met een encoder die over zowel een audio-ingang als een audio-uitgang beschikt. Zorg ervoor dat het volume voor de microfoon en luidsprekers van de encoder niet is ingesteld op 0. Dit doet u in Configuration Client. Om de intercomfunctie te kunnen gebruiken, moet de gebruikergroep waarvan u deel uitmaakt over de benodigde rechten beschikken. Dit doet u in Configuration Client. In het dialoogvenster Opties kunt u de modus half duplex of full duplex instellen. De intercomfuncties gebruiken: 1.

Selecteer een deelvenster met een audio-encoder.

2.

Klik op

en houd de linkermuisknop ingedrukt. Wanneer het geluid voor dit deelvenster

was uitgeschakeld, wordt het automatisch ingeschakeld. De icoon verandert in

.

U kunt nu spreken. Wanneer dit zo is geconfigureerd, kan ook de persoon aan de andere kant spreken, ongeacht of u op het pictogram klikt. 3.

Laat de muisknop los. De overdracht wordt onderbroken. Het geluid blijft ingeschakeld voor dit deelvenster.




20



AANWIJZING! Ook een auto-pop-up-alarm kan de overdracht onderbreken.

5.21

De besturing van een PTZ-camera vergrendelen Hoofdvenster > U kunt de besturing van een PTZ-camera vergrendelen voor andere gebruikers. Een gebruiker met een hogere prioriteit kan de besturing overnemen en de camerabesturing vergrendelen. Voor deze specifieke PTZ-vergrendeling kan een time-out worden ingesteld. Als u de besturing overneemt zonder deze handmatig te vergrendelen dan is de besturing voor gebruikers met een lagere prioriteit gedurende vijf seconden vergrendeld. Om een PTZ-besturing te vergrendelen: 1.

2.

Selecteer een van de volgende opties: –

Deelvenster met PTZ-camera

–

PTZ camera in de logische structuur

–

PTZ camera in de Favorietenstructuur

–

PTZ camera in het venster Plattegrond

Klik met de rechtermuisknop op het deelvenster of de PTZ-camera en klik op Blokkeren. Gebruikers met lagere prioriteiten kunnen de PTZ-besturing nu niet meer gebruiken. In hun vensters krijgen zij een bijbehorend berichtvenster te zien. Om de PTZ-besturing vrij te geven, klikt u met de rechtermuisknop op het deelvenster of PTZ-camera en klikt u op Blokkering opheffen. De vergrendeling wordt ook opgeheven na een ingestelde tijdsperiode of als u uitlogt.

5.22

Het referentiebeeld vernieuwen Hoofdvenster > U kunt het referentiebeeld vernieuwen. U kunt het referentiebeeld vernieuwen: 1.

Klik met de rechtermuisknop op een deelvenster en klik op Referentiebeeld.... Het dialoogvenster Referentiebeeld wordt weergegeven.

2.

Klik op Bijwerken. Het beeld van het tijdstip waarop u op Bijwerken klikt, wordt weergegeven.





6

Plattegronden en PTZ-camera's gebruiken | nl

21

Plattegronden en PTZ-camera's gebruiken Dit hoofdstuk verschaft informatie over het gebruik van de vensters Plattegrond en PTZbesturing. U kunt een plattegrond weergeven in de gewenste verhoudingen en met de gewenste zoomfactor. Zo kunt u al uw apparatuur en de posities daarvan in een opslag zien. Sommige van de functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, kunnen voor uw gebruikersgroep uitgeschakeld zijn.

6.1

Een plattegrond weergeven Hoofdvenster U kunt een plattegrond weergeven in het venster Plattegrond of in een deelvenster. In het deelvenster is de 4:3-verhouding van toepassing. AANWIJZING! Een plattegrond die wordt weergegeven in een alarmbeeld-deelvenster is geoptimaliseerd voor weergave en bevat alleen de eerste weergave van het basis .dwf-bestand.

Een plattegrond in het plattegrondvenster weergeven: 

Sleep een plattegrond uit de logische structuur naar het tabblad

, wacht tot het

venster Plattegrond wordt weergegeven en zet de plattegrond neer in het venster Plattegrond. De plattegrond wordt weergegeven. U geeft een plattegrond als volgt in een deelvenster weer: 

Sleep een plattegrond van het venster Logische structuur naar een deelvenster. De plattegrond wordt in het deelvenster weergegeven.

6.2

Besturing van PTZ-camera's Hoofdvenster > tabblad U kunt de camera's besturen en ermee zoomen in het venster PTZ-besturing of in het deelvenster. De digitale-zoomfunctie is niet beschikbaar voor dome- en pan/tilt-camera's. Camera's besturen/zoomen in het venster PTZ-besturing: 1. 2.

Selecteer het gewenste deelvenster. Klik op de verschillende besturingselementen in het venster PTZ-besturing om de camera te besturen.

6.3

Een camera besturen in het venster Hoofdvenster Nadat u een PTZ-camera hebt toegewezen aan een deelvenster, kunt u direct de functies voor camerabesturing in dat venster gebruiken. U gebruikt de besturingsfuncties als volgt: 1.

Plaats de muisaanwijzer in het deelvenster waarin een PTZ-camera wordt weergegeven. Afhankelijk van de locatie in het deelvenster, verandert de muisaanwijzer.




22

nl | Plattegronden en PTZ-camera's gebruiken

2.


Plaats de muisaanwijzer links in het deelvenster. De muisaanwijzer verandert in een pijl. Klik met de muis om de camera iets naar links te draaien. Houd de muisknop ingedrukt om de camera continu te draaien. Sleep de muisaanwijzer verder naar links om de draaibeweging te versnellen.

3.

Beweeg de muisaanwijzer in een andere richting en voer een overeenkomstige draai- of kanteltaak uit.

4.

Plaats de muisaanwijzer in het midden van het deelvenster. De muisaanwijzer verandert in een vergrootglas. Gebruik in het bovenste gedeelte de functie voor inzoomen. Gebruik in het onderste gedeelte de functie voor uitzoomen.





7

Favorieten gebruiken | nl

23

Favorieten gebruiken Dit hoofdstuk verschaft informatie over het gebruik van de favorietenstructuur. U kunt ieder item uit de logische structuur toevoegen aan de favorietenstructuur om uw eigen deelverzameling van de logische structuur te vormen. U kunt op ieder moment apparaten toevoegen aan of verwijderen uit de favorietenstructuur. Bovendien kunt u de toewijzing van camera's of andere objecten opslaan in deelvensters en de indeling van deelvensters. U kunt op elk gewenst moment de oorspronkelijke weergave herstellen.

7.1

Items toevoegen aan de favorietenstructuur Hoofdvenster >

> tabblad

of

Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt ieder item uit de logische structuur toevoegen aan de favorietenstructuur. Hiermee kunt u uw eigen deelverzameling van de logische structuur definiëren. Een item toevoegen: 

7.2

Klik met de rechtermuisknop op een item en klik op Toevoegen aan Favorieten.

Weergaven maken/bewerken Hoofdvenster >

> tabblad

of

Hoofdvenster >

> tabblad

Nadat u camera's, plattegronden en HTML-bestanden hebt toegewezen aan deelvensters, kunt u deze toewijzing en de indeling van deelvensters opslaan in een weergave . Een nieuwe weergave maken: 1.

Rangschik de camera's in het beeldvenster in de live-modus en in de afspeelmodus. Gebruik naar wens de digitale zoomfunctie en selecteer een beeldsectie. Als een weergave wordt getoond, wordt het live-beeld van de camera weergegeven in de live-modus en de opgenomen videobeelden van de camera in de afspeelmodus.

2.

Klik in de werkbalk van het beeldvenster op Een nieuwe weergave

.

wordt toegevoegd. Voer een naam in voor de nieuwe

weergave. Een weergave tonen: 

Dubbelklik op de weergave. De in deze weergave opgeslagen toewijzing wordt weergegeven in het beeldvenster.

Opmerking: u kunt ook met de rechtermuisknop klikken op de weergave en klikken op Deelvensterweergave laden voor weergave. Een weergave bewerken: 1.

Dubbelklik op de weergave


die u wilt bewerken.



24

nl | Favorieten gebruiken


2.

Breng de gewenste wijzigingen aan, door bijv. camera's toe te wijzen aan deelvensters.

3.

Klik met de rechtermuisknop op de gewenste weergave en klik op Deelvensterweergave vernieuwen.

De naam van een weergave wijzigen: 1.

Klik met de rechtermuisknop op de gewenste weergave

2.

Voer de naam van de weergave in en druk op ENTER.

en klik op Naam wijzigen.

Een weergave verwijderen: 

Klik met de rechtermuisknop op de weergave en klik op Verwijderen. De weergave wordt verwijderd uit de favorietenstructuur.





8

Opgenomen videobeelden beheren | nl

25

Opgenomen videobeelden beheren Dit hoofdstuk verschaft informatie over het beheren van opnamen. Sommige van de functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, kunnen voor uw gebruikersgroep uitgeschakeld zijn.

8.1

Gebruik van de tijdlijn Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt toegang krijgen tot een specifiek moment op de tijdlijn met behulp van de haarlijn. Navigeren in de Tijdlijn: 

Klik ergens in de Tijdlijn. De beelden van het geselecteerde tijdstip worden weergegeven in het beeldvenster.

Of: 1. 2.

Voer de gewenste waarden in het datum- en tijdveld in. Klik op

.

De haarlijn verspringt naar dit moment. De beelden bij het ingevoerde tijdstip worden weergegeven in het beeldvenster. Gebruik een tijdlijnbesturing voor de gewenste afspeeloptie. U kunt een tijdsperiode op de Tijdlijn selecteren met behulp van de haarlijn. U kunt deze selectie gebruiken voor meer taken, bijvoorbeeld het exporteren van videogegevens. 

Versleep de onderste grepen van de haarlijn om een tijdsperiode te selecteren of deze selectie te wijzigen. Versleep de bovenste grepen om de haarlijn of selectie te verplaatsen.

8.2

Een specifieke opnamemodus afspelen Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt specifieke opnames afspelen zoals opnames van alarm of van videoverlies. Een specifieke opnamemodus afspelen: 

Selecteer de gewenste modus in de lijst van opnamemodi. De haarlijn verspringt naar dit moment. De beelden bij het ingevoerde tijdstip worden weergegeven in het beeldvenster. Klik op

om naar de vorige verandering van opnamemodus te springen, of klik op

om naar de volgende verandering van opnamemodus te springen.

8.3

Opgenomen videobeelden afspelen Hoofdvenster >

> tabblad

Opmerking: beelden van camera's van de Bosch Allegiant-serie worden niet opgeslagen in Bosch Video Management System. Opgenomen videobeelden afspelen: 1.

Wijs een camera toe aan een deelvenster.

2.

Gebruik een tijdlijnbesturing voor de gewenste afspeeloptie.




26

8.4

nl | Opgenomen videobeelden beheren


Videogegevens authenticeren (alleen voor NVR-opnamen) Hoofdvenster >

> tabblad

De authenticiteit van alle in het beeldvenster weergegeven camera's wordt gecontroleerd om te bepalen of wijzigingen hebben plaatsgevonden. U kunt alleen de authenticiteit van DiBos en Bosch VMS NVR-camera's controleren. Andere camera's worden genegeerd. Als gegevens worden aangetroffen die niet authentiek zijn, stopt het proces en worden de tijd en datum van deze gegevens weergegeven. Meerdere beelden verifiëren: 1.

Selecteer de tijdsperiode op de tijdlijn met behulp van de haarlijn.

2.

Klik met de rechtermuisknop op deze tijdsperiode en klik op Authenticeren. Het dialoogvenster Authenticeren wordt weergegeven. De actuele waarde van de haarlijn op de tijdlijn wordt naar de lijsten Start en Einde gekopieerd. Wijzig zo nodig de waarden.

3.

Klik op Controleren om de verificatie te starten. Een melding informeert u of de videogegevens authentiek zijn.

8.5

De afspeelsnelheid wijzigen Hoofdvenster >

> tabblad

>

De afspeelsnelheid voor het voorwaarts of terugwaarts afspelen van een video te wijzigen: 

Beweeg de schuifregelaar naar links om de afspeelsnelheid te verlagen en naar rechts om de afspeelsnelheid te verhogen. Wanneer de video niet op de ingestelde snelheid kan worden afgespeeld, wordt een systeemalarm geactiveerd. De afspeelsnelheid wordt vervolgens automatisch verlaagd.

8.6

Video beveiligen Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt de beelden van de weergegeven camera's tegen overschrijven beveiligen. 1.


2.

Klik met de rechtermuisknop op deze tijdsperiode en klik op Video beveiligen. Het dialoogvenster Video beveiligen wordt weergegeven. De geselecteerde periode wordt gekopieerd naar de velden Start en Einde. Wijzig zo nodig de waarden.

3.

Klik op Beveiligen. De videogegevens zijn beveiligd.

Opmerking: Om de beveiliging te verwijderen, selecteert u de beveiligde periode in de tijdlijn en daarna klikt u met de rechtermuisknop en klikt u op Beveiliging van video opheffen.

8.7

Videogegevens verwijderen Hoofdvenster >

> tabblad

Opmerking: U kunt verwijderde videogegevens niet herstellen.






27

U kunt videogegevens vanaf het begin van de opname tot de positie op de haarlijn verwijderen. De videogegevens van alle beschikbare camera's in de tijdlijn worden verwijderd. VRM-opnamen: Beveiligde opnamen worden niet verwijderd. NVR-opnamen: Als beveiligde opnamen beschikbaar zijn, wordt het verwijderingsproces niet gestart. Een video verwijderen: 1.

Verplaats de haarlijn naar de gewenste positie op de tijdlijn. Klik in het menu Tijdlijn op Video verwijderen. Het dialoogvenster Video verwijderen wordt weergegeven.

2.

Voer de desbetreffende instellingen in.

Raadpleeg de online-Help voor het desbetreffende toepassingsvenster voor uitvoerige informatie over de diverse velden. 3.

Klik op Verwijderen. Bevestig de waarschuwingsmelding. Klik op Gereed als het verwijderen is voltooid.

8.8

Videogegevens exporteren Hoofdvenster > U kunt video- en audiogegevens exporteren naar een lokaal station, een CD/DVD-station, een netwerkstation of een USB-station. Opmerking: als u gebruikmaakt van een USB-station, gebruik dan een hoogwaardig USBstation om storingen te voorkomen. De gegevens worden geëxporteerd in het eigen formaat van het systeem (Bosch VMS Archive Player) of in ASF-formaat. Als u een video in standaardindeling exporteert, kunt u Bosch VMS Archive Player als speler toevoegen. Gegevens in ASF-formaat kunnen met standaardsoftware, zoals Windows Media Player, worden afgespeeld. U kunt de audioen videogegevens van de getoonde camera's exporteren. Opmerking: u hebt voor elke camera die u wilt exporteren toestemming nodig. Opmerking: als het branden op een cd/dvd is mislukt, worden de geëxporteerde videogegevens bewaard in een tijdelijke map op de computer waarop zich de cd/dvd-brander bevindt. Als het branden is geslaagd, worden de videogegevens verwijderd. Wanneer het exporteren van videogegevens naar een harde schijf is mislukt, gaan de videogegevens die al zijn geëxporteerd verloren. Een periode exporteren:

1.

Klik op het tabblad

2.


3.

Klik op

.

.

Het dialoogvenster Video exporteren wordt weergegeven. De geselecteerde periode wordt gekopieerd naar de velden Start en Einde. 4.



Klik op OK. De bestanden worden geëxporteerd naar het geselecteerde gegevensmedium.




28



U kunt afzonderlijke zoekresultaten exporteren. Wanneer u meerdere resultaten wilt exporteren, dient u dit per resultaat afzonderlijk te doen. Om een enkel zoekresultaat te exporteren: 1.

Zoeken naar videogegevens.

2.

Klik op de tab

3.

Klik op een resultaat in de lijst met zoekresultaten.

4.

Klik op

of de tab

.

.

Het dialoogvenster Video exporteren wordt weergegeven. 5.



8.9

Klik op OK. Het resultaat wordt geëxporteerd naar het geselecteerde gegevensmedium.

Videogegevens importeren Hoofdvenster > Geëxporteerde audioen videobestanden kunnen worden geïmporteerd om de opgeslagen beelden daarvan weer te geven. 1.

Klik in het menu Tijdlijn op de opdracht Geëxporteerde video laden. Het dialoogvenster voor het openen van exportbestanden wordt weergegeven.

2.

Selecteer het gewenste bestand en klik op Openen. De geïmporteerde video wordt weergegeven in het venster Exportstructuur. Vouw het item uit en sleep

naar een deelvenster om de geïmporteerde video af te

spelen. Het item in de structuur voor exporteren wordt verwijderd wanneer u Operator Client afsluit. Voor het verwijderen van de geëxporteerde video klikt u met de rechtermuisknop op en kiest u Geëxporteerde bestanden sluiten.

8.10

Forensic Search uitvoeren (alleen VRM-opnamen) Hoofdvenster >

> tabblad

> Een deelvenster selecteren

U kunt de videobeelden doorzoeken op beweging in het deelvenster. Met Forensic Search kunt u zoeken naar bepaalde kenmerken. AANWIJZING! Forensic Search moet gelicentieerd zijn en op uw werkstation zijn ingeschakeld.

1.

Selecteer het deelvenster waarin u beweging wilt detecteren.

2.

Selecteer de tijdsperiode op de Tijdlijn met behulp van de haarlijn en selecteer het bijbehorende deelvenster.





3.

Klik op


29

.

Het dialoogvenster Forensisch zoeken wordt weergegeven. De geselecteerde periode wordt gekopieerd naar de velden Start en Einde. Wijzig zo nodig de waarden. Klik op 4. 5.

.

Selecteer in de lijst Algoritme: een IVA-item. Configureer Forensic Search in het veld Toezichttaken. Zie de online-help van uw IVA-versie.

6.

Klik op Zoeken om Forensic Search te starten.

Het venster 7.

met de overeenkomstige items wordt weergegeven.

Dubbelklik op het item om de corresponderende videobeelden af te spelen. De overeenkomstige videobeelden worden weergegeven.

8.11

Beweging zoeken (alleen NVR-opnamen) Hoofdvenster >

> tabblad

> Een deelvenster selecteren

U kunt de videobeelden doorzoeken op beweging in het deelvenster. Beweging zoeken: 1.

Selecteer het deelvenster waarin u beweging wilt detecteren.

2.


3.

Klik op

.

Het dialoogvenster Zoeken naar beweging wordt weergegeven. De geselecteerde periode wordt gekopieerd naar de velden Start en Einde. Wijzig zo nodig de waarden. 4.

Selecteer indien nodig Raster tonen. Boven het beeld wordt een raster geplaatst. U kunt elke cel in het raster selecteren om te doorzoeken.

5.

Selecteer de cellen die u op beweging wilt controleren. Sleep met de muis over een gebied om de cellen te selecteren. Het geselecteerde gebied wordt weergegeven in halfdoorzichtig geel. Sleep nogmaals over het geselecteerde gebied om het vrij te geven.

6.

Klik op Zoekactie starten. De zoekresultaten voor het geselecteerde deelvenster worden weergegeven in het venster

7.

.


8.12

Logboekitems zoeken Hoofdvenster > menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster Zoekparameters selecteren U kunt in het Logbook zoeken op bepaalde gebeurtenissen, alarmen, apparaten en reeksen gebeurtenissen. U kunt de zoekcriteria als een filter opslaan.




30



Logboekitems zoeken: 1.

Selecteer, indien beschikbaar, een voorgedefinieerd filter in de lijst Filter. Een filter bevat alle instellingen die u in dit dialoogvenster configureert. U kunt het geselecteerde filter opslaan, laden en verwijderen. U kunt de instellingen van het geselecteerde filter terugzetten.

2.

Voer in het veld Datum en tijd de begindatum en -tijd en de einddatum en -tijd in voor het zoekproces.

3.

In de lijst Resultatenteller kunt u het aantal gevonden resultaten beperken.

4.

Klik op Gebeurtenis toevoegen om het zoeken te beperken tot specifieke gebeurtenissen.

5.

Klik op Gelduitgifte-/betaalautomaat om zoekcriteria voor deze apparaten in te voeren.

6.

Klik op Virtuele ingangen om zoekcriteria voor deze apparaten in te voeren.

7.

Selecteer in het veld Alarmen de zoekcriteria om het zoeken te beperken tot specifieke alarmen.

8.

Klik op Apparaat toevoegen om het zoeken te beperken tot specifieke apparaten.

9.

Voer een zoekterm in in het veld Details. U kunt * gebruiken als jokerteken.

10. Typ in het veld Gebruiker: een gebruikersnaam waarnaar gezocht moet worden. Raadpleeg de online-Help voor het desbetreffende toepassingsvenster voor uitvoerige informatie over de diverse velden. 11. Klik op Zoeken. Het dialoogvenster Logboekresultaten met de overeenkomstige items wordt weergegeven. Opmerkingen: U kunt gebeurtenissen of apparaten uit de zoekopdracht verwijderen.

8.13

Opgenomen videogegevens zoeken Hoofdvenster >

> menu Tools > opdracht Video zoeken > dialoogvenster

Zoekparameters selecteren Raadpleeg de online-Help voor het desbetreffende toepassingsvenster voor uitvoerige informatie over de diverse velden. Om videogegevens te zoeken: 1.

Voer de gewenste zoekcriteria in of selecteer ze.

2.

Klik op Zoeken.

Het venster 3.

met de overeenkomstige items wordt weergegeven.






9

Alarmfuncties | nl

31

Alarmfuncties Dit hoofdstuk verschaft informatie over het verwerken van alarmmeldingen. Sommige van de functies die in dit hoofdstuk worden beschreven, kunnen voor uw gebruikersgroep uitgeschakeld zijn. AANWIJZING! Een plattegrond die wordt weergegeven in een alarmbeeld-deelvenster is geoptimaliseerd voor weergave en bevat alleen de eerste weergave van het basis .dwf-bestand.

9.1

Een alarm accepteren Hoofdvenster >

> tabblad

of Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt een enkelvoudig of meervoudig alarm accepteren om het te wissen of om een workflow te starten. Een alarm accepteren:

1.

Selecteer het gewenste alarm en klik op

.

2.

Om terug te keren naar het beeldvenster, klikt u op

.

Wanneer een alarm is geaccepteerd, gebeuren er meerdere dingen tegelijk: –

Het alarm wordt verwijderd uit de alarmlijsten van alle overige gebruikers.

–

Op de monitor die voor alarmen is ingeschakeld, wordt het venster met live-beeld vervangen door een venster met alarmbeeld, wanneer dit nog niet werd weergegeven.

–

De inhoud van het alarm (live-video, onmiddellijk afgespeelde video of schema's) wordt weergegeven in een rij deelvensters met alarmbeelden in het venster Alarmbeeld.

–

Wanneer er aan het alarm een workflow is gekoppeld, wordt de workflow-knop actief. U kunt het alarm nu wissen of een workflow starten. Wanneer het alarm is geconfigureerd om een workflow te "forceren", dan moet u deze workflow voltooien voordat het alarm kan worden gewist. Wanneer de status van een alarm verandert (bijv. van Actief in Geaccepteerd), verschijnt het als een nieuw item in de gebeurtenislijst. Zo kan een alarm meerdere items hebben in de gebeurtenislijst, waarmee de statuswijzigingen worden aangegeven, maar is er slechts één item in de alarmlijst.

Om een alarmcamera weer te geven op een analoge monitor: 

Sleep het camerabeeld vanuit het Deelvenster Alarmbeeld naar een analogemonitorgroep.

9.2

Commentaar toevoegen aan een alarm Hoofdvenster >

> tabblad

> kies het gewenste alarm >

of




32

nl | Alarmfuncties


Hoofdvenster >

> tabblad

> kies het gewenste alarm >

U kunt alleen commentaar toevoegen aan een alarm nadat u het hebt geaccepteerd. Commentaar aan een alarm toevoegen:

1.

Klik op

.

Het dialoogvenster Workflow wordt weergegeven voor het invoeren van commentaar en voor het weergeven van een actieplan voor dit alarm. Wanneer aan het alarm geen actieplan is toegewezen, geeft het dialoogvenster alleen het veld Opmerking: weer. 2.

Typ uw opmerking in het veld Opmerking:.

3.

Klik op Sluiten.

4.

Wis het alarm. Het commentaar wordt in het Logboek toegevoegd als een apart item en toegevoegd aan het alarmitem in het Logboek.

9.3

Een alarm wissen Hoofdvenster >

> tabblad

of Hoofdvenster >

> tabblad

Een alarm wissen: 

Selecteer de gewenst alarminvoeren

en klik op

.

Wanneer het alarm het attribuut Opmerking of Workflow afdwingen heeft, kunt u het alarm niet rechtstreeks wissen. In dergelijke gevallen dient u eerst het actieplan weer te geven en een opmerking in te voeren. Het alarm is gewist en wordt uit uw alarmlijst verwijderd. Wanneer op dit moment geen andere alarmen worden weergegeven, wordt het venster Alarmbeeld gesloten en wordt het deelvenster weergegeven.

9.4

Het venster Alarmlijst aanpassen Hoofdvenster >

> tabblad

of Hoofdvenster >

> tabblad

De tabel sorteren: 1.

Klik op een kolomkop. De pijl in de kolomkop geeft aan of de tabel is gesorteerd in oplopende of aflopende volgorde.

2.

Klik nogmaals op de kolomkop om de sorteervolgorde te wijzigen.

Kolommen toevoegen of verwijderen: 

Klik met de rechtermuistoets op de kolomkop en klik op een gemarkeerd item om de betreffende kolom te verwijderen of klik op een niet-gemarkeerd item om de betreffende kolom toe te voegen.





Alarmfuncties | nl

33

De volgorde van de kolommen wijzigen: 

Sleep een kolomtitel naar de gewenste positie.

De kolombreedte wijzigen: 

Plaats de aanwijzer op de rechterrand van de kolomkop. De aanwijzer verandert in een tweepuntige pijl

. Sleep de kolomrand naar links of naar rechts.

of 

Dubbelklik op de rechterrand van de kolomkop om de kolom snel breed genoeg te maken om de hele inhoud daarvan weer te geven.

9.5

Het venster met Live-beelden weergeven Hoofdvenster >

> venster Alarmbeeld

of Hoofdvenster >

> venster Alarmbeeld

Wanneer het venster Alarmbeeld wordt weergegeven kunt u chakelen naar het deelvenster voor live-beelden of opnamen. Het beeldvenster weergeven: 

Klik in een alarmbeeldvenster op

9.6

. Het beeldvenster wordt weergegeven.

Een workflow starten Hoofdvenster >

> tabblad

of Hoofdvenster >

> tabblad

Een workflow starten:

1.

Selecteer het gewenste alarm en klik op

.

Wanneer dit alarm is geconfigureerd om een workflow te forceren, wordt het actieplan weergegeven (als er een actieplan is geconfigureerd voor dit alarm). Aanvullend kunt u een opmerking invoeren, wanneer dit is geconfigureerd.

9.7

2.

Voer de noodzakelijke handelingen uit.

3.

Wis het alarm.

Het accepteren van een alarm ongedaan maken Hoofdvenster >

> tabblad

of Hoofdvenster >

> tabblad

Wanneer u het accepteren van een ongedaan maakt, krijgt het alarm opnieuw de status Actief in uw alarmlijst, en verschijnt het weer in de alarmlijsten van alle gebruikers die het alarm oorspronkelijk ontvingen.




34

nl | Alarmfuncties


Het accepteren van een alarm ongedaan maken: 

Selecteer het geaccepteerde alarm

en klik op

.

Het alarm wordt weer als actief weergegeven.





10

Een CCTV-bedieningspaneel gebruiken | nl

35

Een CCTV-bedieningspaneel gebruiken In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe het Bosch Video Management System dient te worden gebruikt met een CCTV-bedieningspaneel. De taal van de displayteksten op het bedieningspaneel is Engels.

10.1

Interface van het CCTV-bedieningspaneel AANWIJZING! Elke invoer op het bedieningspaneel wordt na enkele seconden gewist als er geen verdere invoer plaatsvindt.

In dit hoofdstuk wordt de interface van het CCTV-bedieningspaneel beschreven. De volgende illustratie laat de verschillende interface-elementen zien van het bedieningspaneel:

1

2

Monitor

1

Camera

1

Bosch VMS

Prod

Mon Shot

Clr

1

2

3

4

5

6

7

8

9

3

0

4

1 1

Softkeys en softkey-display

Hiermee kunt u gebruik maken van een vaste opdrachtenset of de logische structuur controleren. De opdrachten weergegeven in de softkey display veranderen afhankelijk van de bedieningsmodus.

2

Statusweergave

wordt dynamisch gewijzigd en geeft informatie weer over de huidige bedieningsmodus.




36

nl | Een CCTV-bedieningspaneel gebruiken

3


Functietoetsen

Hiermee kunt u bepaalde functies direct bedienen. Prod: Start een scan om het aangesloten werkstation te vinden. Als de scan is geslaagd, worden in de softkeydisplay, Terminal en Keyboard Control menu's weergegeven. Voor het selecteren van Bosch Video Management Systemdrukt u op de Terminal softkey. Mon: Hiermee kunt u een monitornummer ingeven (digitale of analoge monitor). Clr: Wist alle numerieke invoer of heeft een terugfunctie. : Wordt op dit moment niet ondersteund. Shot: Hiermee kunt u een vooraf ingestelde camerapositie selecteren of de selectiemodus verlaten.

4

Cijfertoetsen met ENTER-toets

Hiermee kunt u logische nummers invoeren. Het nummer wordt weergegeven in de statusweergave. Tenzij eerst de Mon of Shot toets wordt ingedrukt, kan een numerieke invoer worden opgevat als een logisch cameranummer. Hierna wordt de camera met het ingevoerde cijfer weergegeven in een deelvenster of een analoge monitor.

10.1.1

Statusweergave De statusdisplay wordt dynamisch gewijzigd om informatie over de huidige modus van het bedieningspaneel weer te geven. De volgende illustratie laat de verschillende elementen van de statusdisplay zien:

1

5 A0 D1

4

2

MON 1

PTZ

CAM 1 BOSCH VMS

3 1

Monitor

Geeft de geselecteerde analoge monitor of het

2

Camera

Geeft het geselecteerde cameranummer weer.

3

PTZ/JOGSHUTTLE

Geeft de huidige bedieningsmodus weer.

geselecteerde deelvensternummer weer.





4


D1

37

Geeft het geselecteerde computermonitornummer weer.

5

10.2

A0

Geeft het geselecteerde analoge monitornummer weer.

Een bedieningspaneel aangesloten op een werkstation gebruiken Een bedieningspaneel aangesloten op een Bosch Video Management System werkstation biedt uiteenlopende functies. Zowel de analoge als de digitale modus zijn verkrijgbaar. Als het bedieningspaneel is aangesloten op een decoder wordt de ingestelde functie minder. Uitsluitend de analoge modus is verkrijgbaar.

10.2.1

Het bedieningspaneel starten Het bedieningspaneel moet worden aangesloten op een COM-poort of een werkstation. 1. 2.

Start de Operator Client op het werkstation op. Druk op de knop Prod . Het bedieningspaneel scant op aangesloten apparaten.

3.

Druk op de softkey Terminal. De selectiemodus wordt weergegeven.

10.2.2

Bedieningsmodi invoeren U kunt het bedieningspaneel in de volgende modi gebruiken: –

Selectiemodus In deze modus kunt u een deelvenster selecteren door de joystick in de gewenste richting te verplaatsen.

–

PTZ-modus In deze modus kunt u vaste en PTZ-camera's, plattegronden en documenten in live-modus bedienen.

–

Jogshuttle-modus In deze modus kunt u camera's bedienen in de directe-weergave- of weergavemodus.

Om de selectiemodus in te voeren: 

Start de Operator Client en het bedieningspaneel. of



Druk op ENTER om de PTZ- of jogshuttle-modus te verlaten en terug te gaan naar de selectiemodus.

Om de PTZ-modus in te voeren: 1. 2.

Selecteer een PTZ-camera. Druk vervolgens op Shot. Om een voorkeuze te starten, druk opnieuw op Shot, druk op het nummer van een voorkeuze en druk op ENTER.

De jogshuttle-modus invoeren: 1.

Weergavemodus starten.

2.

Druk vervolgens op Shot.

De PTZ- of jogshuttle-modus verlaten: 

Druk op ENTER om dePTZ- of jogshuttle-modus te verlaten en start de selectiemodus opnieuw.

10.2.3

Camerabeelden weergeven Voer een numerieke opdracht in om de camera met dit logische nummer in het actieve deelvenster of de analoge monitor.




38



Schakelen tussen de analoge modus en werkstationmodus 

Druk Mon twee keer.

Een camera op een computermonitor weergeven 1.

Overschakelen naar een digitale modus.

2.

Druk eerst op Mon, vervolgens op 1 - 4 om de gewenste werkstationmonitor te selecteren, daarna op het nummer van het gewenste deelvenster en tot slot op ENTER. De nummering van de deelvensters loopt van links naar rechts en boven naar beneden.

3.

Druk op het gewenste cameranummer en vervolgens op ENTER. De gewenste camerabeelden worden dan weergegeven. Voorbeeld: Druk op Mon, 412 en daarna op ENTER. Druk vervolgens op 7 en op ENTER. Camera 7 wordt weergegeven op het 12de deelvenster op werkstationmonitor 4.

Een camera op een analoge monitor weergeven 1. 2.

Schakelen naar analoge modus. Druk op Mon, daarna op het nummer van de gewenste monitor en vervolgens op ENTER. Monitornummers worden mgeconfigureerd in de Configuration Client.

3.

Druk op het gewenste cameranummer en vervolgens op ENTER. De gewenste camerabeelden worden dan weergegeven. Voorbeeld: Druk op Mon, 3 en daarna op ENTER. Druk vervolgens op 4 en op ENTER. Camera 4 wordt weergegeven op de 3e analoge monitor.

AANWIJZING! Wanneer u een PTZ-camera oproept met een numerieke opdracht, schakelt het systeem automomatisch naar de PTZ-modus.

10.2.4

Gebruik van de joystick In de selectiemodus kan de joystick voor de volgende functies worden gebruikt: –

Beweeg de joystick om een deelvenster te selecteren.

In de PTZ-modus kan de joystick voor de volgende functies worden gebruikt: –

Maak met de joystick een draaiende beweging om in- en uit te zoomen.

–

Beweeg de joystick horizontaal of verticaal om met een PTZ-camera een draai- of kantelbeweging uit te voeren.

–

Gebruik Focus en Iris knoppen voor een PTZ-camera.

In de jogshuttle-modus moet met de joystick worden gedraaid om de volgende functies te kunnen gebruiken: –

Vooruit-/terugspoelen zolang als u draait.

–

De terugspoelsnelheid wijzigen: de snelheid hangt af van het aantal graden dat de camera wordt gedraaid.

–

Een video stoppen tijdens het afspelen.

In de jogshuttle-modus moet met de joystick worden gedraaid om de volgende functies te kunnen gebruiken: –

Omhoog- of omlaag verplaatsen wanneer de video wordt gestopt: Vooruit-/terugspoelen.

–

Omhoog- of omlaag verplaatsen wanneer de video wordt afgespeeld: De

–

Tiltbewegingen rechts / links: Pauze en in stappen vooruit / achteruit.

terugspoelsnelheid instellen. In de jogshuttle mode kunt u met de Focus en Iris knoppen de volgende functie gebruiken: –

Druk op Focus of Iris om de haarlijn in de tijdlijn vooruit- of achteruit te bewegen. Focus beweegt de haarlijn langere tijd vooruit- of achteruit, Iris beweegt de haarlijn kortere tijd vooruit of achteruit.





–


39

Om het systeem in de huidige afspeelsnelheid te vergrendelen, drukt u op de Shot knop, terwijl u met de joystick draaiende bewegingen maakt.

10.2.5

Softkeys gebruiken De volgende bedieningsmodi zijn beschikbaar: –

Logische structuur-modus U gebruikt deze bedieningsmodus voor het bedienen van apparaten die beschikbaar zijn in de structuurmodus van de Operator Client.

–

Opdrachtmodus U gebruikt deze modus om opdrachten te versturen zoals voor het overschakelen naar de terugspoelmodus.

Schakelen tussen de Logische structuur-modus en de opdrachtmodus: 

In de Logische structuur-modus: Druk op de linker Level Up softkey zo vaak als nodig is om het rootniveau weer te geven en druk vervolgens op de Exit softkey om de opdrachtmodus weer te geven. of



In de opdrachtmodus: Druk op de Tree Mode softkey.

Voor het gebruiken van de Logische structuur-modus: 

Schakel over naar de Logische structuur-modus.

Rechterkant van het softkeydisplay: 

Druk op een softkey om het onderdeel te bedienen (bijv. om een camera weer te geven of een relais te schakelen). Als u op een plattegrond of een map (zwarte achtergrond) drukt, wordt deze naar de linkerkant verplaatst. De inhoud wordt aan de rechterkant weergegeven.

Linkerkant van het softkeydisplay: 

Druk op een softkey aan de linkerkant om een map of plattegrond te selecteren en de inhoud daarvan aan de rechterkant van het softkeydisplay weer te geven. Om een plattegrond weer te geven, drukt u eerst één keer op de softkey om deze te markeren (met een rechthoek) en daarna nog een keer om de plattegrond weer te geven in het geselecteerde deelvenster.

 

Druk op Level Up om het hoogste niveau van de logische structuur te openen. Druk op UP om de selectie omhoog te verplaatsen of op DOWN om de selectie omlaag te verplaatsen.

De volgende afbeeldingen geven een voorbeeld van de logische structuur en de weergave daarvan op het softkeydisplay van het bedieningspaneel. Level Up

Camera2

Map1

Camera1

Map2

Folder1

Map3

DOWN



DOWN


40



Voor het gebruiken van de opdrachtmodus: 1.

Schakel over naar de opdrachtmodus.

2.

Druk op een softkey op de gewenste opdracht uit te voeren.

De volgende opdrachten zijn beschikbaar: –

: een sequentie laden. Voer in de Status Display het sequentienummer in.

–

: sequentie afspelen, pauzeren

–

/

–

: maximaliseren / geselecteerd deelvenster herstellen

–

: sequentie stap vooruit / achteruit

: geselecteerd deelvenster sluiten

–

: schakelen tussen de live-modus en afspeelmodus

–

: geselecteerd deelvenster schakelen tussen live-modus en directe weergave

–

/

: meer / minder deelvensters tonen

–

/

: alarmopname starten / stoppen

–

Audio aan / uit

–

/

–

Deelvensterbalken aan / uit

–

Volledig scherm aan / uit


/

/

: een gebruikersgebeurtenis activeren (1-4)




10.3


41

Een bedieningspaneel aangesloten op een decoder gebruiken Een bedieningspaneel aangesloten op een decoder geeft u toegang tot de Central Server zonder Operator Client software. U moet zich daarom aanmelden. Uitsluitend de analoge modus is verkrijgbaar.

10.3.1

Het bedieningspaneel starten Na het starten van het bedieningspaneel moet u zich aanmelden bij de Central Server. AANWIJZING! Alleen gebruikers van Bosch Video Management System met uitsluitend uit cijfers bestaande wachtwoorden kunnen de analoge modus van een CCTV-bedieningspaneel gebruiken. De gebruiker moet toegangsrechten hebben om de decoder aan te sluiten op het CCTVbedieningspaneel. Het bedieningspaneel starten: 1.

Druk op de softkey Terminal. Het volgende aanmelddisplay wordt weergegeven:

User # ___ BOSCH VMS

2.

Voer de gebruikersnaam in.

Password ______ BOSCH VMS

Na een succesvolle aanmelding worden de Terminal en Keyboard Control softkeys op het softkeydisplay weergegeven.

10.3.2

Camerabeelden weergeven 1.

Druk op Mon, daarna op het nummer van de gewenste monitor en vervolgens op ENTER. Monitornummers worden mgeconfigureerd in de Configuration Client.

2.

Druk op het gewenste cameranummer en vervolgens op ENTER. De gewenste camerabeelden worden dan weergegeven. Voorbeeld: Druk op Mon, 3 en daarna op ENTER. Druk vervolgens op 4 en op ENTER. Camera 4 wordt weergegeven op de 3e analoge monitor. Wanneer de geselecteerde monitor een PTZ camera weergeeft, schakelt het bedieningspaneel automatisch naar de PTZ-modus.




42


10.3.3


Gebruik van de joystick Met de joystick kunt u de volgende functies gebruiken: –

Maak met de joystick een draaiende beweging om in- en uit te zoomen.

–

Beweeg de joystick horizontaal of verticaal om met een PTZ-camera een draai- of kantelbeweging uit te voeren.

–

10.3.4

Gebruik Focus en Iris knoppen voor een PTZ-camera.

Softkeys gebruiken De volgende bedieningsmodus is beschikbaar: –

Opdrachtmodus

Voor het gebruiken van de opdrachtmodus: 

Druk op een softkey op de gewenste opdracht uit te voeren.

De volgende opdrachten zijn beschikbaar: –

Start /stop alarmopname

–

Afmelden





11

Gebruikersinterface | nl

43

Gebruikersinterface Dit hoofdstuk bevat informatie over alle vensters die beschikbaar zijn in de Operator Client van Bosch Video Management System.

11.1

Live-modus (normale weergave) Hoofdvenster > De live-modus wordt altijd automatisch geactiveerd zodra u zich aanmeldt. Hiermee kunt u alle besturingselementen naar wens verplaatsen, vergroten of verkleinen, of verbergen. Klik met de rechtermuisknop om het snelmenu te openen. Als een inkomend alarm een lagere prioriteit heeft dan het beeldvenster dat op dat moment wordt weergegeven, begint het tabblad

te knipperen om een alarm aan te geven.

Als een inkomend alarm een hogere prioriteit heeft dan het beeldvenster dat op dat moment wordt weergegeven, wordt het inkomende alarm automatisch weergegeven (automatisch popup-alarm).

1

Menubalk

In deze balk kunt u menuopdrachten selecteren.

2

Werkbalk

Hierop worden de beschikbare knoppen weergegeven. Wijs een knop aan om een schermtip weer te geven.

3


Hiermee kunt u live-beelden, opgenomen sequenties of beelden bij een alarm afspelen.




44

nl | Gebruikersinterface

4

Statusindicator


Geeft de huidige status van de verbinding met de Central Server weer. Online: verbinding is tot stand gebracht. Offline: verbinding is verbroken. Config beschikbaar: de configuratie is geactiveerd, maar is nog niet geaccepteerd door de gebruiker van deze Operator Client. De configuratie wordt na enkele seconden automatisch geaccepteerd, als de gebruiker deze niet weigert.

5

Prestatiemeter

Geeft het CPU-gebruik en het gebruik van het geheugen weer.

6

Schuifregelaar voor indeling van

Hiermee kunt u het gewenste aantal deelvensters kiezen.

deelvensters 7

Beeldvenster

Binnen dit venster worden de deelvensters weergegeven. U kunt de deelvensters binnen dit beeldvenster indelen.

8

Deelvenster

Geeft een camera, een plattegrond, een afbeelding of een document (HTML-bestand) weer.

9

In deze lijst worden alle alarmen weergegeven die door het Venster

systeem worden gegenereerd.

Alarmlijst

In deze lijst kunt u een alarm accepteren of wissen, of een workflow starten door bijvoorbeeld een e-mailbericht te verzenden naar een medewerker van de technische dienst. Hiermee kunt u de Gebeurtenissenlijst weergeven. 10

Hier worden de beschikbare analoge-monitorgroepen Venster

weergegeven.

Monitoren (alleen

Hiermee kunt u naar de volgende of vorige analoge-

beschikbaar als ten minste één analoge-

monitorgroep schakelen indien deze beschikbaar is.

monitorgroep is geconfigureerd)

In dit venster kunt u een PTZ-camera besturen. Venster

PTZ-besturing

11

In dit venster worden de apparaten weergegeven die toegankelijk zijn voor de gebruikersgroep waar u deel van Venster

Logische structuur

uitmaakt. Hier kunt u een apparaat selecteren en toewijzen aan een deelvenster. In deze structuur kunt u de apparaten uit de logische structuur

Venster

naar wens indelen.

Favorietenstructuur

In dit venster wordt een plattegrond weergegeven. Hiermee Venster

kunt u de plattegrond verslepen om een bepaald gedeelte van

Plattegrond

de plattegrond weer te geven.

Gedetailleerde informatie: –

Paragraaf 11.4 Menuopdrachten, Pagina 50

–

Paragraaf 11.13 Venster Logische structuur, Pagina 56

–

Paragraaf 11.15 Venster Favorietenstructuur, Pagina 57

–

Paragraaf 11.17 Venster Plattegrond, Pagina 57

–

Paragraaf 11.18 Venster PTZ-besturing, Pagina 57

–

Paragraaf 11.19 Venster Monitoren, Pagina 58

–

Paragraaf 11.20 Beeldvenster, Pagina 58

–

Paragraaf 11.21 Deelvenster, Pagina 59

–

Paragraaf 11.31 Venster Alarmlijst, Pagina 66





11.2


45

Afspeelmodus Hoofdvenster > Klik met de rechtermuisknop om het snelmenu te openen. Als een inkomend alarm een lagere prioriteit heeft dan het beeldvenster dat op dat moment wordt weergegeven, begint het tabblad


Als een inkomend alarm een hogere prioriteit heeft dan het beeldvenster Live of Afspelen, wordt het venster Alarmbeeld automatisch weergegeven. De prioriteiten worden geconfigureerd in Configuration Client.

1

Menubalk


2

Werkbalk





46


4

Statusindicator



5

Prestatiemeter


6

Schuifregelaar voor indeling van

Hiermee kunt u het gewenste aantal deelvensters kiezen.

deelvensters 7

Beeldvenster

Binnen dit venster worden de deelvensters weergegeven. U kunt de deelvensters binnen dit beeldvenster indelen.

8

Deelvenster


9

Met dit venster kunt u navigeren binnen de opgenomen Venster

video's.

Tijdlijn

Hiermee kunt u beweging zoeken. Venster

Resultaten beweging

zoeken Met dit venster kunt u opgenomen video's zoeken. Venster

Resultaten video zoeken In deze lijst worden alle alarmen weergegeven die door het

Venster


Alarmlijst

In deze lijst kunt u een alarm accepteren of wissen, of een workflow starten door bijvoorbeeld een e-mailbericht te verzenden naar een medewerker van de technische dienst. Hiermee kunt u de Gebeurtenissenlijst weergeven. De alarmlijst wordt niet weergegeven wanneer de verbinding met de Central Server is verbroken. 10


weergegeven.

Monitoren (alleen

beschikbaar als ten minste één analogemonitorgroep is geconfigureerd)

Hiermee kunt u naar de volgende of vorige analogemonitorgroep schakelen indien deze beschikbaar is. In dit venster kunt u een PTZ-camera besturen.

Venster

PTZ-besturing

11


Logische structuur


Venster

Favorietenstructuur


naar wens indelen.





47

Hiermee kunt u geëxporteerde videogegevens laden om ze Venster

weer te geven of om naar bepaalde gegevens te zoeken.

Exportstructuur



Plattegrond


Gedetailleerde informatie:

11.3

–


–


–


–

Paragraaf 11.16 Venster Exportstructuur, Pagina 57

–


–


–


–


–


–

Paragraaf 11.22 Venster Tijdlijn, Pagina 61

–

Paragraaf 11.29 Venster Resultaten beweging zoeken, Pagina 66

–

Paragraaf 11.30 Venster Resultaten video zoeken, Pagina 66

–


Alarmmodus (Alarmweergave) Hoofdvenster >

of

> tabblad

> kies een alarm >

In het venster Alarmbeeld worden live-videobeelden of direct afgespeelde videobeelden van een camera weergegeven in geval van een alarm. Dit venster heeft altijd een verhouding van 4:3. Het venster Alarmbeeld wordt automatisch weergegeven als het inkomende alarm een hogere prioriteit heeft dan het beeldvenster voor live-beelden of video-opnames. De prioriteiten worden geconfigureerd in Configuration Client. In dit venster kunt u de beelden van de alarmcamera's weergeven. Alarmcamera's worden geconfigureerd in de Configuration Client. Als een inkomend alarm een lagere prioriteit heeft dan het beeldvenster dat op dat moment wordt weergegeven, begint het tabblad


Als meer alarmen worden weergegeven dan het aantal beschikbare rijen in het venster Alarmbeeld, worden de beelden in de laatste rij beurtelings getoond. U kunt de camerasequentie besturen met de bedieningselementen op de werkbalk van het venster Alarmbeeld. In de laatste rij kunnen videobeelden niet direct worden afgespeeld. AANWIJZING! Een plattegrond die wordt weergegeven in een alarmbeeld-deelvenster is geoptimaliseerd voor weergave en bevat alleen de eerste weergave van het basis .dwf-bestand.




48



1

Menubalk


2

Werkbalk


3


Hiermee kunt u live-beelden, opgenomen sequenties of beelden bij een alarm afspelen.

4

Statusindicator


5

Prestatiemeter


6

Venster Alarmbeeld

Binnen dit venster worden de Alarmbeeld-deelvensters weergegeven.

7

Deelvenster Alarmbeeld






8


Alarmprioriteit

49

Geeft de prioriteitswaarde aan die is geconfigureerd in de Configuration Client voor het gedrag van de automatische weergave.

9

Tijd

Geeft het tijdstip weer waarop het alarm werd geactiveerd.

10

Knoppen Alarmvolgorde

Klik hierop om het vorige of volgende Alarmbeeld-deelvenster weer te geven.

11

Aantal alarmen

Toont het aantal alarmen dat momenteel wordt weergegeven en het totale aantal alarmen.

12

Gebeurtenistype

Geeft het type gebeurtenis weer waardoor het alarm werd geactiveerd.

13

In deze lijst worden alle alarmen weergegeven die door het Venster


Alarmlijst

In deze lijst kunt u een alarm accepteren of wissen, of een workflow starten door bijvoorbeeld een e-mailbericht te verzenden naar een medewerker van de technische dienst. Hiermee kunt u de Gebeurtenissenlijst weergeven. 14


weergegeven.

Monitoren (alleen

Hiermee kunt u naar de volgende of vorige analoge-

beschikbaar als ten minste één analoge-

monitorgroep schakelen indien deze beschikbaar is.

monitorgroep is geconfigureerd)

In dit venster kunt u een PTZ-camera besturen. Venster

PTZ-besturing

15


Logische structuur


Venster

naar wens indelen.

Favorietenstructuur



Plattegrond


Gedetailleerde informatie: –


–


–


–


–


–


–


–


–





50


11.4


Menuopdrachten Opdrachten menu Systeem Afspeelmodus / Live-modus

Schakelen tussen afspeelmodus en live-modus afhankelijk van de huidige status.

Wachtwoord wijzigen

Een dialoogvenster openen waarin u een nieuw wachtwoord kunt invoeren.

Afmelden

Het programma afsluiten en het dialoogvenster voor het aanmelden weergeven.

Afsluiten

Het programma afsluiten.

Opdrachten menu Camera Beeld opslaan

Een dialoogvenster openen waarin u een beeld van de geselecteerde camera kunt opslaan.

Beeld afdrukken

Een dialoogvenster openen waarin u een beeld van de geselecteerde camera kunt afdrukken.

Geluid aan/Geluid uit

Het geluid van de geselecteerde camera in- of uitschakelen.

Camera opnemen

De opname van de beelden van de geselecteerde camera starten. Hierbij wordt het kwaliteitsniveau van de alarmopnamemodus gebruikt.

Direct afspelen

De beelden van de geselecteerde camera afspelen vanaf de geconfigureerde terugspoeltijd. (niet in de afspeelmodus)

Referentiebeeld...

Het dialoogvenster Referentiebeeld weergeven voor het geselecteerde deelvenster. (niet in de afspeelmodus)

Metadata weergeven

Het venster Metadata weergeven met metadata (indien beschikbaar). (niet in de live-modus)

Sluiten

Het geselecteerde deelvenster sluiten.

Opdrachten menu Tools Zoeken in logboek

Het dialoogvenster Zoekparameters selecteren en Logboekresultaten weergeven.

Video zoeken

Alleen beschikbaar in weergavemodus. Klik hierop om het dialoogvenster Zoekparameters selecteren weer te geven.

Deelvensterbalken weergeven/

De balken van de deelvensters verbergen of

verbergen

weergeven.

Minder deelvensters weergeven

Het aantal deelvensters verminderen dat wordt weergegeven.

Meer deelvensters weergeven

Het aantal deelvensters verhogen dat wordt weergegeven.

Opdrachten menu Tijdlijn (alleen afspeelmodus) Eerste opname


Verplaatst de haarlijn naar de oudste opname.





51

Laatste opname

Verplaatst de haarlijn naar de laatste opname.

Afspelen

Speelt voorwaarts vanaf de huidige positie van de haarlijn.

Pauze

Stopt afspelen bij de huidige positie Klik op Afspelen om door te gaan.

Omgekeerd afspelen

Speelt terugwaarts vanaf de huidige positie van de haarlijn.

Video beveiligen

Geeft het dialoogvenster Video beveiligen weer.

Beveiliging van video opheffen

Geeft het dialoogvenster Beveiliging van video opheffen weer.

Video verwijderen

Geeft het dialoogvenster Video verwijderen weer.

Authenticeren...

Geeft het dialoogvenster Authenticeren weer. (Alleen voor NVR-opnamen)

Video exporteren

Geeft het dialoogvenster Video exporteren weer.

Geëxporteerde video laden

Een dialoogvenster openen waarin u een exportbestand kunt selecteren. Het geëxporteerde bestand wordt dan weergegeven in de Exportstructuur.

Opdrachten menu Alarmen Geselecteerde alarmen

Voor alle geselecteerde alarmen de alarmstatus

accepteren

Geaccepteerd instellen en deze alarmen in het venster Alarmbeeld weergeven.

Alle nieuwe alarmen accepteren

Voor alle nieuwe alarmen de alarmstatus Geaccepteerd instellen.

Alle geaccepteerde alarmen

Voor alle geaccepteerde alarmen de alarmstatus

wissen

Gewist instellen. De alarmen worden verwijderd uit de Alarmlijst en het venster Alarmbeeld.

Geselecteerde alarmen wissen

Voor alle geselecteerde alarmen de alarmstatus Gewist instellen. De alarmen worden verwijderd uit de Alarmlijst en het venster Alarmbeeld.

Workflow...

Het actieplan weergeven voor het geselecteerde alarm, indien beschikbaar.

Opdrachten menu Extra's Weergave opslaan in Favorieten

De huidige indeling van de deelvensters opslaan als weergave in de Favorietenstructuur.

Systeemgeluid uit

De audio van de beschikbare deelvensters en het alarmgeluid uitschakelen.

Opties

Geeft het dialoogvenster Opties weer.

Standaardinstellingen

De standaardinstellingen voor de indeling van het beeldscherm, gebruikersinterface en opties herstellen.




52



Meest recente instellingen

Voor de instellingen voor de indeling van het beeldscherm, gebruikersinterface en opties worden opnieuw de waarden ingesteld die het meest recent zijn geladen.

Opdrachten menu Help Help weergeven

De online-Help van Bosch Video Management System weergeven.

Info

Opent een dialoogvenster met informatie over het geïnstalleerde systeem, bijvoorbeeld het versienummer.

11.5

Dialoogvenster Referentiebeeld Hoofdvenster >

> klik met de rechtermuisknop op een deelvenster > opdracht

Referentiebeeld... Hiermee kunt u het referentiebeeld weergeven en vernieuwen. Camerabeeld: Het live-beeld van de geselecteerde camera weergeven. Referentiebeeld: Geeft het referentiebeeld weer nadat op Bijwerken is geklikt. Bijwerken Klik hierop om het referentiebeeld in te stellen. Het beeld van het tijdstip waarop u op Bijwerken klikt, wordt gebruikt.

11.6

Dialoogvenster Zoekparameters selecteren Hoofdvenster > menu Tools > opdracht Zoeken in logboek In dit dialoogvenster kunt u criteria definiëren en opslaan om items in het Logboek te zoeken. Als u dit dialoogvenster in de afspeelmodus opent, wordt de in de Tijdlijn geselecteerde tijdsperiode gekopieerd naar de velden Datum en tijd. Filter Selecteer de naam van een filter met vooraf gedefinieerde zoekcriteria of typ een naam voor een nieuw filter. Verwijderen Klik hierop om het geselecteerde item uit de lijst Filter te verwijderen. Laden Klik hierop om de zoekcriteria van het geselecteerde filter te laden. Opslaan Klik hierop om de zoekcriteria met het geselecteerde filter op te slaan. Resetten Klik hierop om alle zoekcriteria van het geselecteerde filter te wissen. Datum en tijd Geef de datum en tijd op om de gewenste zoekperiode te definiëren.






53

Resultatenteller Selecteer een item in de lijst om het aantal zoekresultaten te beperken. Gebeurtenis toevoegen Klik hierop om het dialoogvenster Gebeurtenisselectie weer te geven. Gebeurtenis verwijderen Klik hierop om een geselecteerde gebeurtenis te verwijderen. Alle gebeurtenissen verwijderen Klik hierop om alle gebeurtenissen te verwijderen. Gelduitgifte-/betaalautomaat Klik hierop om het dialoogvenster Opties gelduitgifte-/betaalautomaat weer te geven. Virtuele ingangen Klik hierop om het dialoogvenster Filterinstellingen voor virtuele ingangen selecteren weer te geven. Prioriteit Selecteer een alarmprioriteit waarnaar u wilt zoeken. Alarmstatus Selecteer een alarmstatus waarnaar u wilt zoeken. Alleen opnemen Klik hierop om alleen naar alarmen voor opnamen te zoeken. Workflow forceren Klik hierop om alleen naar alamen te zoeken die een workflow afdwingen. Automatisch wissen Klik hierop om alleen naar alamen te zoeken die automatisch worden gewist. Apparaat toevoegen Klik hierop om het dialoogvenster Apparaatselectie weer te geven. Apparaat verwijderen Klik hierop om een geselecteerd apparaat te verwijderen. Alle apparaten verwijderen Klik hierop om alle apparaten te verwijderen. Details Typ een tekenreeks waarnaar u wilt zoeken. Sommige belangrijke gebeurtenissen bevatten tekenreeksen, waardoor ze gemakkelijker gevonden kunnen worden. Een bepaalde systeemfoutgebeurtenis bevat bijvoorbeeld de tekenreeks Capaciteit van de alarmwachtrij van server is bereikt.. U kunt * gebruiken als jokerteken. Voer bijvoorbeeld *triggered* in om de tekenreeks An alarm was triggered by a network failure. *triggered te zoeken. Anders zal triggered* deze tekenreeks niet vinden. Gebruiker Typ een gebruikersnaam die u wilt zoeken. Zoeken Klik hierop om de zoekactie te starten. Het dialoogvenster Logboekresultaten wordt weergegeven.




54



Sluiten Klik hierop om het dialoogvenster te sluiten. Er wordt geen zoekactie uitgevoerd. Als u uw zoekcriteria niet hebt opgeslagen met een filternaam, gaan deze criteria verloren.

11.7

Dialoogvenster Opties gelduitgifte-/betaalautomaat Hoofdvenster >

> menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster

Zoekparameters selecteren > knop Gelduitgifte-/betaalautomaat In dit dialoogvenster kunt u de gewenste ATM/POS-zoekcriteria selecteren om te zoeken naar logboekitems en opgenomen video's. Gegevens gelduitgifteautomaat Klik hierop om te zoeken naar gegevens van gelduitgifteautomaten. Gegevens betaalautomaat Klik hierop om te zoeken naar gegevens van betaalautomaten. Nummer gelduitgifteautomaat Typ het nummer van het apparaat. Transactienummer Typ het desbetreffende transactienummer. Bankrekeningnummer Typ het desbetreffende rekeningnummer. Bankcode Typ de desbetreffende bankcode. Aantal Typ het desbetreffende opgenomen bedrag. Tekenreeks betaalautomaat Typ de gewenste zoekterm.

11.8

Dialoogvenster Filterinstellingen voor virtuele ingangen selecteren Hoofdvenster >

> menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster

Zoekparameters selecteren > knop Virtuele ingangen Hier kunt u zoekcriteria voor virtuele ingangen invoeren.

11.9

Dialoogvenster Apparaatselectie Hoofdvenster > menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster Zoekparameters selecteren > knop Apparaat toevoegen In dit venster kunt u de gewenste apparaten selecteren om te zoeken naar logboekitems en opgenomen video's.

11.10

Dialoogvenster Gebeurtenisselectie Hoofdvenster > menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster Zoekparameters selecteren > knop Gebeurtenis toevoegen In dit venster kunt u gebeurtenissen toevoegen om ze te filteren.





11.11


55

Dialoogvenster Logboekresultaten Hoofdvenster > menu Tools > opdracht Zoeken in logboek > dialoogvenster Zoekparameters selecteren > knop Zoeken Dit venster geeft de resultaten van het zoeken in het Logboek weer. Terug naar filter Klik hierop om het dialoogvenster Zoekparameters selecteren weer te geven. Resultaten opslaan Klik hierop om een dialoogvenster te openen waarin u een tekstbestand met logboekitems als CSV-bestand kunt opslaan. AANWIJZING! Wanneer u een dergelijk geëxporteerd CSV-bestand in Microsoft Excel opent, kan het zijn dat tijdgerelateerde cellen geen seconden weergeven. Om dit te veranderen, moet u de formattering van deze cellen wijzigen van m/d/yyyy h:mm in m/d/yyyy h:mm:ss

11.12

Dialoogvenster Opties Hoofdvenster > menu Extra's > opdracht Opties Hier kunt u parameters configureren voor het gebruik van Bosch Video Management System. Tabblad Regeling Waarnemingstijd voor automatische sequenties [s]: Voer het aantal seconden in dat het beeld van een camera moet worden weergegeven in een deelvenster. Deze tijd geldt ook voor alarmreeksen. Snelheid PTZ-besturing Wijzig de besturingssnelheid voor PTZ-camera's met de schuifregelaar. Terugspoeltijd van direct afspelen [s]: Voer het aantal seconden in voor de terugspoeltijd die wordt gehanteerd bij directe weergave. Tabblad Weergave Beeldverhouding deelvenster Selecteer voor elke aangesloten monitor de gewenste beeldverhouding voor de deelvensters in Operator Client. Gebruik 16:9 voor HD-camera's. Deze instelling heeft voorrang boven de instelling die in Configuration Client is geconfigureerd voor de eerste start van Operator Client. Logisch nummer weergeven Kies om het logische nummer van een camera in de logische structuur weer te geven. Tabblad Audio Geluid van het geselecteerde deelvenster afspelen Kies deze optie om audio af te spelen voor de video in het geselecteerde Deelvenster. Meerkanaals geluid afspelen Kies deze opties om audio simultaan af te spelen voor alle video's die worden weergegeven in de deelvensters. Volume alarmen gebeurtenisgeluiden Regel het volume van alarmgeluiden met de schuifregelaar.




56



Half-duplex Kies om de half-duplexmodus voor de Intercomfuncties weer te geven. Volledige duplex Kies om de volledige duplexmodus voor de Intercomfuncties weer te geven. Tabblad Afspelen Hiermee kunt u de opslag configureren voor het afspelen van opnamen van alle camera's die aan een Deelvenster zijn toegewezen in de in afspeelmodus. U gebruikt deze instelling bij een storing van de primaire VRM-server. Primaire VRM (standaard) Selecteer deze optie om opnamen uit de primaire VRM te kunnen afspelen. Encoder Selecteer deze optie om opnamen af te spelen vanaf het iSCSI-opslagapparaat dat rechtstreeks op de encoder is aangesloten.

11.13

Venster Logische structuur Hoofdvenster >

> tabblad

of

Hoofdvenster >

> tabblad

In dit venster wordt de hiërarchische structuur van alle apparaten weergegeven die toegankelijk zijn voor de gebruikersgroep waar u deel van uitmaakt. Alleen een beheerder kan de logische structuur samenstellen of wijzigen in Configuration Client. U kunt een item van de logische structuur naar de volgende elementen van de gebruikersinterface slepen:

11.14

–

Camera, plattegrond of document naar een deelvenster

–

Elk item naar het venster Favorietenstructuur

–

Plattegrond naar venster Plattegrond

–

Camera naar het venster Monitoren

Dialoogvenster Zoeken Hoofdvenster >

> tabblad

> klik met de rechtermuisknop op het root-knooppunt >

klik op Zoeken in structuur of

Hoofdvenster >

> tabblad

> klik met de rechtermuisknop op een item > klik op

Zoeken in structuur Hiermee kunt u een item in de logische structuur vinden Zoeken naar Voer een zoekterm in die de weergavenaam van een item voorstelt. Gebruik * en ? als jokertekens.






57

Vorige Klik om het vorige item dat overeenkomt met de zoekterm te markeren. Volgende Klik om het volgende item dat overeenkomt met de zoekterm te markeren. Zoeken Klik om het eerste item dat overeenkomt met de zoekterm te markeren. Sluiten Klik hierop om het dialoogvenster te sluiten.

11.15

Venster Favorietenstructuur Hoofdvenster >

> tabblad

of

Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt apparaten uit de logische structuur en weergaven van de deelvensters in de Favorietenstructuur opslaan, ordenen of desgewenst verwijderen. De huidige instelling van de digitale zoomfunctie en worden opgeslagen.

11.16

Venster Exportstructuur Hoofdvenster >

> tabblad

U kunt geëxporteerde videogegevens importeren, deze in een deelvenster weergeven, hierin naar bepaalde gegevens zoeken en ze vervolgens uit het geheugen verwijderen.

11.17

Venster Plattegrond Hoofdvenster >

> sleep een plattegrond vanaf het tabblad

naar het tabblad

> sleep een plattegrond vanaf het tabblad

naar het tabblad

of

Hoofdvenster >

In dit venster wordt een plattegrond weergegeven. De weergave van videobeelden in dit venster is niet mogelijk en het venster is niet beperkt tot een verhouding van 4:3. Wanneer een plattegrond niet in zijn geheel in het venster Plattegrond kan worden weergegeven, kunt u de plattegrond verslepen. Hierbij wordt een speciale muisaanwijzer weergegeven.

11.18

Venster PTZ-besturing Hoofdvenster >

>

tabblad PTZ-besturing

Het venster PTZ-besturing wordt actief wanneer het beeld van een PTZ-camera of een camera die kan draaien en verticaal kan bewegen wordt weergegeven in het geselecteerde deelvenster.




58



Met de functies in dit venster kunt u een camera besturen waarvan het beeld wordt weergegeven in het geselecteerde deelvenster.

Klik hierop om digitaal in of uit te zoomen. Ook als een andere camera dan een PTZ-camera is geselecteerd, zijn deze bedieningselementen actief.

Klik op een pijl of versleep de joystick in het midden om de camera in een bepaalde richting te draaien. Klik hierop om in te zoomen op het beeld / uit te zoomen (groothoek). Klik hierop om focus nabij/focus ver in te stellen. Klik hierop om het diafragma te openen of te sluiten. Voorkeuzeposities Selecteer een stand om de PTZ-besturing naar de vooraf bepaalde positie te verplaatsen.

Klik hierop om de huidige positie van de PTZ-camera op te slaan op de voorgedefinieerde camerastand. AUX-opdrachten Selecteer een optie om deze opdracht uit te voeren.

11.19

Venster Monitoren Hoofdvenster >

>

> tabblad Monitoren

Hier worden de beschikbare analoge-monitorgroepen weergegeven. Dit tabblad is alleen zichtbaar wanneer ten minste één analoge-monitorgroep is geconfigureerd en de analogemonitorgroep is toegewezen aan dit werkstation. Als de computer niet is geconfigureerd als werkstation, is deze toewijzing niet nodig. Hiermee kunt u naar de volgende of vorige analoge-monitorgroep schakelen. Hiermee kunt u naar het vorige of volgende alarm schakelen als er meer alarmcamera's dan beschikbare monitors zijn.

11.20

Beeldvenster Hoofdvenster






59

In dit venster kunnen verschillende aantallen deelvensters worden weergegeven. Het minimum is één deelvenster. U kunt de beelden van dezelfde camera in diverse deelvensters tegelijk laten weergeven. Hiermee kunt u de volgende taken uitvoeren (niet alle taken zijn beschikbaar in Bosch VMS Archive Player): –

Het aantal deelvensters instellen dat u wilt weergeven.

–

De deelvensters op allerlei manieren indelen en de indeling opslaan als weergave in de Favorietenstructuur.

–

Schakelen tussen de live-modus en afspeelmodus (en alarmmodus als alarmen

–

Alle audiobronnen in- of uitschakelen (toepassing moet zijn geconfigureerd voor het

beschikbaar zijn) gebruik van meerdere kanalen)

11.21

–

Een sequentie starten

–

De werkbalken van de deelvensters weergeven of verbergen

–

Videobeelden directe weergave

–

Gebruik van de intercomfuncties

Deelvenster Hoofdvenster Bosch VMS Archive Player biedt alleen een beperkte functieset. In dit venster kunt u het volgende weergeven: –

Livebeelden van een videobron (alleen Live-modus)




60



–

Directe afgespeelde videobeelden

–

Opgenomen videobeelden (alleen afspeelmodus)

–

Plattegronden

–

Documenten (HTML-bestanden)

Een gele rand geeft aan dat het deelvenster is geselecteerd, bijvoorbeeld om er het beeld van een camera in weer te geven. Dit venster heeft altijd een verhouding van 4:3. Camera's worden in de plattegrond weergegeven als hotspots. U kunt een camera in de plattegrond activeren door erop te dubbelklikken, via het snelmenu, of door ze naar een deelvenster te slepen. Als er een PTZ-camera wordt weergegeven, kunt u de in-vensterbesturing gebruiken. Dubbelklik op een camera in de logische structuur om deze weer te geven in het volgende beschikbare deelvenster.

1

Audio

Klik hierop om audio in- of uit te schakelen.

2

Handmatige alarmopnamen

Klik hierop om handmatige opname te starten / stoppen.

3

Directe weergave

Klik hierop om directe weergave te starten.

4

Digitaal zoomen

Als deze is geactiveerd, geeft dit aan dat de digitale zoom is toegepast.

5

Camerasequentie

Als deze is geactiveerd, geeft dit aan dat de camerasequentie wordt afgespeeld.

6

Camera

Geeft het type camera met de opnamestatus aan.

7

Cameranaam

Hier wordt de naam van de camera weergegeven.

8

Nr. van sequentiestap

Geeft het nummer van de momenteel weergegeven camerasequentiestap en de nummers van alle in deze sequentie beschikbare stappen weer.

9

Minimaliseren / Maximaliseren

Klik hierop om het deelvenster te maximaliseren of te minimaliseren.

10


Knop Sluiten

Klik hierop om het deelvenster te sluiten.




11.22


61

Venster Tijdlijn Hoofdvenster >

> tabblad

Hiermee kunt u het afspelen van opgenomen video's regelen. U kunt de beelden van meerdere camera's tegelijk weergeven. U kunt alleen audio afspelen wanneer de video met de normale snelheid wordt afgespeeld. Als u een machtiging hebt om opgenomen video's weer te geven, kunt u ook de bijbehorende geluidsopnamen beluisteren. Met dit venster kunt u navigeren binnen opgenomen video's. Het afspelen van beelden in alle weergegeven deelvensters wordt gesynchroniseerd. Met diverse functies kunt u exact de scènes zoeken die u nodig hebt. De tijdlijn voor NVR-opnamen in Operator Client en Bosch VMS Archive Player geeft de volgende informatie weer, aangegeven door een kleur of arcering: NVR-opname

Kleur

Continu opnemen

Donkergrijsblauw

Alarmopname

Rood

Opname vóór alarm

Lichtrood

Bewegingsopnamen

Geel

Opnamen vóór gebeurtenis

Lichtgeel

Resultaten van zoeken naar

Wit

beweging Geen videosignaal

Zwart

Geen opnamen

Lichtgrijs

Beveiligde gegevens

Diagonale strepen

Audiogegevens beschikbaar

Dunne groene lijn boven de tijdlijn

Klik om in of uit te zoomen op de Tijdlijn. / Verplaats de schuifregelaar om de afspeelsnelheid voor de geselecteerde camera's te wijzigen.

Paragraaf 8.5 De afspeelsnelheid wijzigen Gebruik de bedieningselementen om het afspelen van de geselecteerde camera's te regelen. Van links naar rechts: –

Springen naar de oudste opname

–

Eén frame achteruit, ongeacht het type frame

–

Achteruit afspelen, u kunt de afspeelsnelheid wijzigen met de schuifregelaar voor de snelheid

–

Afspelen pauzeren of achteruit afspelen

–

Afspelen, u kunt de afspeelsnelheid wijzigen met de schuifregelaar

–

Eén frame vooruit, ongeacht het type frame

–

Springen naar de nieuwste opname

voor de snelheid




62



Voer de tijd in om de positie van de haarlijn in de Tijdlijn snel in te stellen.

Paragraaf 8.1 Gebruik van de tijdlijn Klik hierop om de Haarlijn te verplaatsen naar de tijd in het tijdveld.

Paragraaf 8.1 Gebruik van de tijdlijn Selecteer in de lijst de opnamemodus waar u naar wilt schakelen.

Klik hierop om het dialoogvenster Zoekparameters selecteren weer te geven.

Paragraaf 8.12 Logboekitems zoeken

Klik hierop om het dialoogvenster Zoeken naar beweging weer te geven.

Paragraaf 8.11 Beweging zoeken (alleen NVR-opnamen) Klik hierop om het dialoogvenster Video exporteren weer te geven.

Paragraaf 8.8 Videogegevens exporteren Alle camera's weergeven die in het beeldvenster worden getoond.

Geeft de Tijdlijnen van de camera's in de cameralijst weer. Hiermee kunt u snel de tijd instellen voor het afspelen van de overeenkomstige videobeelden.

Paragraaf 8.1 Gebruik van de tijdlijn Paragraaf 8.8 Videogegevens exporteren Paragraaf 8.11 Beweging zoeken (alleen NVR-opnamen) Paragraaf 8.13 Opgenomen videogegevens zoeken Paragraaf 8.4 Videogegevens authenticeren (alleen voor NVR-opnamen) Paragraaf 8.6 Video beveiligen Paragraaf 8.7 Videogegevens verwijderen

11.23

Dialoogvenster Zoeken naar beweging Hoofdvenster >

> tabblad

>

In dit dialoogvenster kunt u een zoekfilter instellen om naar beweging te zoeken in bepaalde gedeelten van het camerabeeld. U selecteert de zones waarbinnen u beweging wilt laten detecteren. U kunt alleen zoeken naar beweging in het geselecteerde deelvenster. Operator Client | V2 | 2011.12





63

Start Voer de datum en tijd in wanneer moet worden begonnen met het zoeken naar beweging. Schakel het selectievakje uit als u helemaal vanaf het begin van de opname wilt zoeken. Einde Voer de datum en tijd in wanneer moet worden gestopt met het zoeken naar beweging. Schakel het selectievakje uit als u zoekactie onmiddellijk wilt laten stoppen. Alles selecteren Klik hierop om het hele beeld te selecteren. Selectie wissen Klik hierop om de zoekactie te starten. Selectie omkeren Klik hierop om de selectie om te keren. Raster tonen Klik om een raster te selecteren of om een raster te wissen om het gevoelige gebied waarin wordt gezocht naar beweging af te bakenen. Zoekactie starten Klik hierop om de zoekactie te starten. De resultaten worden weergegeven in het venster Resultaten beweging zoeken.

11.24

Dialoogvenster Video exporteren Hoofdvenster >

> menu Tijdlijn > opdracht Video exporteren

In dit dialoogvenster kunt u videogegevens exporteren in het formaat Bosch VMS Archive Player of ASF. U kunt video- en audiogegevens exporteren naar een lokaal station, een CD/DVD-station, een netwerkstation of een USB-station. Opmerking: als u gebruikmaakt van een USB-station, gebruik dan een hoogwaardig USBstation om storingen te voorkomen. De gegevens worden geëxporteerd in het eigen formaat van het systeem (Bosch VMS Archive Player) of in ASF-formaat. Als u een video in standaardindeling exporteert, kunt u Bosch VMS Archive Player als speler toevoegen. Gegevens in ASF-formaat kunnen met standaardsoftware, zoals Windows Media Player, worden afgespeeld. U kunt de audioen videogegevens van de getoonde camera's exporteren. Opmerking: u hebt voor elke camera die u wilt exporteren toestemming nodig. Opmerking: als het branden op een cd/dvd is mislukt, worden de geëxporteerde videogegevens bewaard in een tijdelijke map op de computer waarop zich de cd/dvd-brander bevindt. Als het branden is geslaagd, worden de videogegevens verwijderd. Wanneer het exporteren van videogegevens naar een harde schijf is mislukt, gaan de videogegevens die al zijn geëxporteerd verloren. Naam Typ de naam van het bestand dat u wilt exporteren. Start Schakel het selectievakje in om een begintijd voor het exporteren in te stellen. Kies in de lijsten een datum en tijd.




64



Einde Schakel het selectievakje in om een begintijd voor het exporteren in te stellen. Kies in de lijsten een datum en tijd. Standaardindeling Klik hierop om het Bosch VMS Archive Player-formaat te selecteren. Bestandsviewer exporteren Klik hierop om aan te geven dat een instelling voor Bosch VMS Archive Player wordt opgeslagen op de locatie die is geselecteerd onder Gegevensdrager. ASF (compatibel met Media Player) Klik hierop om het ASF-formaat te kiezen (compatibel met Windows Media Player). Kies uit de lijst een optie voor de kwaliteit. Schijf Klik op Bladeren om een partitie van de vaste schijf te selecteren waarnaar u wilt exporteren. Station van CD/DVD-brander Kies in de lijst een cd/dvd-brander waarnaar u het bestand wilt exporteren.

11.25

Dialoogvenster Video verwijderen Hoofdvenster >

>

tabblad Tijdlijn > verplaats de haarlijn naar de gewenste positie

> klik in het menu Tijdlijn op Video verwijderen Hiermee kunt u videogegevens vanaf het begin van de opname tot de positie op de haarlijn verwijderen. Inclusief De huidige selectie van de haarlijn wordt weergegeven. Wijzig de waarde indien nodig.

11.26

Dialoogvenster Forensisch zoeken (alleen VRM-opnamen) Hoofdvenster >

>

tabblad Tijdlijn > selecteer tijdsperiode met haarlijn > klik op

Hiermee kunt u videogegevens zoeken en een Forensic Search-type selecteren, bijvoorbeeld IVA. U configureert Forensic Search in het veld Toezichttaken. U kunt alleen zoeken naar beweging in het geselecteerde deelvenster. Algoritme: Selecteer de vereiste algoritme voor het analyseren. Standaard is alleen MOTION+ beschikbaar – deze analyse zorgt voor bewegingsdetectie en essentiële herkenning van sabotage. De huidige alarmstatus wordt als informatie weergegeven. AANWIJZING! Aanvullende algoritmes voor het analyseren met uitgebreide functies zoals IVMD en IVA zijn beschikbaar. Als u een van deze algoritmen selecteert, kunt u de bijbehorende parameters rechtstreeks instellen.






65

Presets: Selecteer een item om instellingen van Forensic Search te laden die u eerder hebt opgeslagen.

Klik hierop om de instellingen van Forensic Search op te slaan. U kunt een beschrijvende naam invoeren. Start De huidige positie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in vanaf waar het zoeken moet beginnen. If you uncheck, all recordings until the specified end date are searched. Einde De huidige positie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in vanaf waar het zoeken moet eindigen. If you uncheck, all recordings beginning with the specified start date are searched.

Klik hierop om de selectie in de tijdlijn bij te werken met de gegevens uit de velden Start en Einde. Alleen de geselecteerde video wordt beheerd. Zoeken Klik op Zoeken om Forensisch zoeken te starten.

11.27

Dialoogvenster Video beveiligen Hoofdvenster >

> menu Tijdlijn > opdracht Video beveiligen

In dit dialoogvenster kunt u de geselecteerde videogegevens beveiligen. Start De huidige selectie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in vanaf waar de beveiliging moet beginnen. Als u de selectievakjes uitschakelt, worden alle opnames tot aan de aangegeven einddatum beschermd. Einde De huidige selectie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in waar de beveiliging moet eindigen. Als u de selectievakjes uitschakelt, worden alle opnames die beginnen op de aangegeven begindatum beschermd. Beveiligen Klik hierop om de geselecteerde tijdsperiode te beveiligen.

11.28

Dialoogvenster Beveiliging van video opheffen Hoofdvenster >

> menu Tijdlijn > opdracht Beveiliging van video opheffen

In dit dialoogvenster kunt u de geselecteerde videogegevens beveiligen. Start De huidige selectie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in vanaf waar de beveiliging moet beginnen. Bosch Sicherheitssysteme GmbH



66



Als u de selectievakjes uitschakelt, worden alle opnames tot aan de aangegeven einddatum niet meer beschermd. Einde De huidige selectie van de haarlijn wordt weergegeven. Voer het tijdstip in waar de beveiliging moet eindigen. Als u de selectievakjes uitschakelt, worden alle opnames die beginnen op de aangegeven begindatum net meer beschermd. Beveiliging opheffen Klik hierop om de beveiliging van de geselecteerde tijdsperiode op te heffen.

11.29

Venster Resultaten beweging zoeken Hoofdvenster >

> tabblad

In dit venster worden bewegende videobeeldgegevens weergegeven van de camera waarvan de beelden in het geselecteerde deelvenster worden vertoond. U kunt een video selecteren voor afspelen, beveiliging, verificatie, archivering of exporteren. Hierin worden de opnames weergegeven die voldoen aan de zoekcriteria.

11.30

Venster Resultaten video zoeken Hoofdvenster >

> tabblad

In dit venster worden video's weergegeven die voldoen aan diverse zoekcriteria. U kunt een video selecteren voor afspelen, beveiliging, verificatie, archivering of exporteren. Hierin worden de opnames weergegeven die voldoen aan de zoekcriteria.

11.31

Venster Alarmlijst Hoofdvenster >

>

tabblad Alarmlijst

>

> tabblad Alarmlijst

of Hoofdvenster >

In dit venster worden alle gebeurtenissen en alarmen weergegeven die zichtbaar zijn voor de gebruikersgroep waarvan u deel uitmaakt. Hiermee kunt u de volgende taken uitvoeren: –

De lijst aanpassen om snel een bepaald item te vinden.

–

Alarmen accepteren of wissen

–

Een workflow starten door bijvoorbeeld een e-mailbericht te verzenden naar een

–

Commentaar toevoegen aan een alarm.

–

Zoeken naar specifieke gebeurtenissen of alarmen.

medewerker van de technische dienst.

Klik hierop om een alarm te accepteren. Het alarm wordt verwijderd uit alle overige alarmlijsten en van de alarmbeeldschermen van de andere operators.






67

Klik hierop om een dialoogvenster te openen waarin een actieplan wordt weergegeven. U kunt een opmerking invoeren als dit zo is geconfigureerd.

Klik hierop om een alarm te wissen. U kunt geen alarm wissen dat opmerking of workflow als kenmerk heeft voordat u het actieplan hebt weergegeven en een opmerking hebt ingevoerd. Als het alarm is geconfigureerd als een automatisch vrij te geven alarm, wordt het alarm na de termijn voor automatische vrijgave uit de alarmlijst verwijderd (geconfigureerd in Configuration Client).

Klik hierop om de acceptatie van een alarm te activeren.

/ Klik om het alarmgeluid in of uit te schakelen. Het meest recente inkomende alarm activeert een alarmgeluid.

Klik hierop om het venster Alarmlijst weer te geven.

11.32

Gebruikte pictogrammen De volgende tabel geeft de pictogrammen weer die worden gebruikt in Operator Client. Nieuwe configuratie beschikbaar. Meld u af en meld u vervolgens opnieuw aan om deze te accepteren. Operator Client is verbonden met Central Server. Operator Client is niet verbonden met Central Server. Live-modus Afspeelmodus Directe weergave Schuifregelaar om het audiovolume van alle deelvensters te regelen. Root-knooppunt (door de gebruiker toegewezen naam van de logische structuur) Map met diverse items Map met die diverse items bevat en waaraan een plattegrond is toegewezen Camera




68



Verbinding verbroken

Opname camera Videoverlies Matrixcamera Camera voor livebeelden met plaatselijke opslag DiBos-camera Opname DiBos-camera Te helder Te donker Vertoont te veel ruis Referentiecontrole mislukt (bijvoorbeeld omdat de camera verplaatst was) Relais Ingangen

Opdrachtscript Document Camerasequentie Camerasequentie is onderbroken Camerasequentie wordt afgespeeld. Digitaal zoomen Root-knooppunt van de favorietenstructuur

Favorietenweergave Klik hierop om het venster Alarmbeeld weer te geven (alleen beschikbaar als alarmen in behandeling zijn). Klik hierop om de live- of afspeelmodus opnieuw weer te geven als het venster Alarmbeeld wordt weergegeven.






69

Klik hierop om de werkbalk van elk deelvenster weer te geven/te verbergen.

Klik hierop om het deelvenster beeldvullend op het scherm weer te geven. Klik hierop om een afbeelding van het geselecteerde deelvenster af te drukken. Klik hierop om een afbeeldingsbestand van het geselecteerde deelvenster op te slaan. Audio aan/uit / Klik hierop en houd de muisknop ingedrukt om te spreken via de luidsprekers van een encoder met geconfigureerde audiofunctie. De knop is actief wanneer in een deelvenster een encoder met audiofunctie is geselecteerd.




70

nl | Sneltoetsen bedieningspaneel

12


Sneltoetsen bedieningspaneel In deze sectie staan alle beschikbare sneltoetsen voor een bedieningspaneel met een Amerikaanse lay-out. + geeft aan dat elke toets tegelijkertijd moet worden ingedrukt (control+z bijvoorbeeld betekent dat u de control-toets en de z-toets tegelijkertijd moet indrukken). U kunt een Acrobatbestand vinden op de installatie-cd om uit te printen. De naam van dit bestand is keyboard_layout_en.pdf.

12.1

Algemene bediening Naar

Druk op

Online Help weergeven

F1

Naam wijzigen (in favorieten

F2

bijvoorbeeld)

12.2

Bedieningselementen voor afspelen Naar

Druk op

Afspelen / Pauzeren

Spatiebalk

Vorig frame

,

Volgend frame

.

Voorwaartse speelrichting instellen

Invoeren

Achterwaartse speelrichting instellen Backspace Spring naar oudste opname

12.3

Startpagina

Spring naar laatste opname

Einde

Afspeelsnelheid verhogen

Page Up

Afspeelsnelheid verlagen

Page Down

Beeldvensterbediening De onderstaande sneltoetsen werken alleen als het beeldvenster is geselecteerd. Naar

Druk op

Verplaats geselecteerd deelvenster

Cursortoetsen

Deelvenster sluiten

Verwijderen,

Sluit alle deelvensters

Control + Delete

Minder deelvensters weergeven

F7

Meer deelvensters weergeven

F8

Balken deelvenster weergeven/

F9

verbergen





13

Concepten | nl

71

Concepten Dit hoofdstuk geeft achtergrondinformatie over een aantal kwesties.

13.1

Alarmfuncties Alarmmeldingen kunnen afzonderlijk worden geconfigureerd voor verwerking door één of meer gebruikersgroepen. Wanneer zich een alarmmelding voordoet, verschijnt deze in de alarmlijst van alle gebruikersgroepen, die voor het ontvangen van die alarmmelding zijn geconfigureerd. Wanneer één van deze gebruikers aan de alarmmelding begint te werken, verdwijnt deze melding uit de alarmlijst van alle andere gebruikers. Alarmen worden weergegeven op de alarmmonitor van een werkstation en naar keuze op analoge monitors. Dit gedrag wordt in de volgende paragrafen beschreven. Verloop van het alarm 1.

Een alarm treedt op in het systeem.

2.

Alarmmeldingen verschijnen in de alarmlijsten van alle gebruikers die voor dit alarm zijn geconfigureerd. Alarmvideo wordt onmiddellijk weergegeven op geconfigureerde monitors. Als het een alarm betreft dat automatisch wordt weergegeven (auto-pop-up), wordt de alarmvideo ook automatisch weergegeven op de Operator Client alarmmonitors van het werkstation. Als het alarm is geconfigureerd als een automatisch vrij te geven alarm, wordt het alarm na de termijn voor automatische vrijgave uit de alarmlijst verwijderd (geconfigureerd in Configuration Client). Op analoge monitors worden eventuele kwartschermweergaven van VIP XD's tijdelijk vervangen door volledig-schermweergaven.

3.

Een van de gebruikers accepteert het alarm. De alarmvideo wordt vervolgens weergegeven op het werkstation van de betreffende gebruiker (wanneer dit niet reeds wordt weergegeven via auto pop-up). Het alarm wordt verwijderd uit alle overige alarmlijsten en van de alarmbeeldschermen.

4.

De gebruiker die het alarm heeft geaccepteerd, roept een workflow op die het lezen van een actieplan en het invoeren van commentaar kan omvatten. Deze stap is optioneel vereisten voor een workflow kunnen door de beheerder worden geconfigureerd.

5.

Ten slotte wist de gebruiker het alarm. Hierdoor wordt het alarm uit zijn alarmlijst en alarmdisplay verwijderd. Bij een analoge-monitorgroep worden door de monitoren de camerabeelden weergegeven die vóór het alarm werden opgenomen.

Venster Alarmbeeld 1.

Om het alarmbeeld weer te geven, wordt het beeldvenster voor live-beelden of opnames vervangen door het venster Alarmbeeld op de monitor die voor weergave van het alarm is geconfigureerd.

2.

Voor elk alarm is er een rij deelvensters. Aan ieder alarm kunnen maximaal 5 deelvensters worden toegewezen. Deze deelvensters kunnen live-video, opgeslagen beelden of plattegronden weergeven. Bij een analoge-monitorgroep kan ieder alarm camera's oproepen op een rij van analoge monitors. Het aantal camera's in de rij wordt beperkt door het aantal kolommen in de analoge-monitorgroep. Monitors in de rij die niet worden gebruikt voor alarmvideo kunnen zo worden geconfigureerd dat ze hun huidige beeld of een leeg scherm weergeven.




72

nl | Concepten


3.

Alarmen met een hoge prioriteit worden eerder weergegeven op beide analogemonitorrijen en de Operator Client alarmrijen van het werkstation dan alarmen met een lagere prioriteit.

4.

Wanneer het venster Alarmbeeld geheel is gevuld met rijen alarmbeelden en een aanvullend alarm moet worden weergegeven, worden alarmen met de laagste prioriteit als beeldenreeks verplaatst naar de onderste rij van het venster Alarmbeeld. Met de bedieningselementen links van de alarmrij kunt u van het ene alarm in de reeks naar het andere schakelen. Met de knoppen in het venster Monitoren op Operator Client van het werkstation kunt u schakelen tussen de alarmen in de alarmreeksen op analoge-monitorgroepen. Analoge monitors met alarmstatus worden aangegeven door rode pictogrammen met knipperende "LED-lampjes". U kunt naar keuze de titel, tijd en datum van het alarm laten weergeven op alle analoge monitors of alleen op de eerste monitor in de alarmrij.

5.

Voor alarmen met gelijke prioriteit kan de beheerder de gedragsvolgorde configureren: –

Last-in-First-out-modus (LIFO-modus): in deze configuratie worden nieuwe alarmen ingevoegd boven oudere alarmen met dezelfde prioriteit.

–

First-in-First-out-modus (FIFO-modus); in deze configuratie worden nieuwe alarmen ingevoegd onder oudere alarmen met dezelfde prioriteit.

6.

Een rij alarmbeelden voor een alarm kan op een van de twee volgende manieren worden weergegeven in het venster Alarmbeeld: –

Wanneer de rij wordt gegenereerd (auto pop-up). Dit vindt plaats wanneer de prioriteit van het alarm hoger is dan de prioriteit van de weergave.

–

Wanneer het alarm wordt geaccepteerd. Dit vindt plaats wanneer de prioriteit van het alarm lager is dan de prioriteit van de weergave.

Auto pop-up-alarmen Alarmen kunnen worden geconfigureerd voor automatische weergave (pop-up) in het venster Alarmbeeld, afhankelijk van de prioriteit van het alarm. Aan de schermen voor live-weergave en afspeelweergave van elke gebruikersgroep zijn eveneens prioriteiten toegewezen. Wanneer alarmen worden ontvangen met een hogere prioriteit dan die van het scherm van de gebruiker, wordt het alarm automatisch weergegeven in de alarmrij in het venster Alarmbeeld. Wanneer het venster Alarmbeeld op dat moment niet wordt weergegeven, vervangt het automatisch het beeldvenster voor live-beelden of opnames op de voor alarmen ingeschakelde monitor. Auto pop-up-alarmen worden weergegeven in het venster Alarmbeeld, maar worden niet automatisch geaccepteerd. Ze kunnen tegelijkertijd op de beeldschermen van meerdere gebruikers worden weergegeven. Als een gebruiker een auto pop-up-alarm accepteert, wordt het uit de alarmlijst en alarmweergaven van alle andere gebruikers verwijderd.





13.2

Concepten | nl

73

Allegiant CCL-opdrachten ondersteund in Bosch VMS U hebt de CCL Gebruikershandleiding nodig om de CCL-opdrachten te kunnen gebruiken. Deze handleiding is beschikbaar in de online productcatalogus in de documentsectie van elke LTC Allegiant Matrix. Ondersteunde opdracht

Beschrijving

Opmerkingen

Logische camera naar

LCM, LCM+ en LCM- zijn gelijk.

Schakelen/sequentie LCM

monitor schakelen LCMP

Logische camera naar monitor schakelen met pre-positie opvragen

MON+CAM

Fysieke camera naar monitor schakelen

MON-RUN

Sequentie uitvoeren op monitornummer

MON-HOLD

Sequentie op monitornummer vasthouden

SEQ-REQ

Sequentieverzoek

SEQ-ULD

Laden sequentie opheffen

Ontvanger/driver R/D

Basisbesturingsopdrachte n

REMOTE-ACTION

Gelijktijdige besturingsopdrachten draaien/kantelen/zoomen

REMOTE-TGL

Besturingsopdrachten draaien/kantelen/zoomen schakelen

PREPOS-SET

Pre-positie instellen

PREPOS

Pre-positie opvragen

AUX-ON

Extra

AUX-OFF

besturingsopdrachten

VARSPEED_PTZ

–

Auxiliary aan

–

Auxiliary uit

Besturingsopdrachten variabele snelheidsregeling

Alarm

Wordt gebruikt voor besturing van virtuele ingangen. Bijv. "+alarm 1" sluit virtuele ingang 1, "-alarm 1" opent virtuele ingang 1

+ALARM

Een alarm inschakelen

Opent een virtuele ingang in Bosch VMS.

-ALARM

Een alarm uitschakelen

Sluit een virtuele ingang in Bosch VMS.




74

nl | Concepten


Ondersteunde opdracht

Beschrijving

Opmerkingen

Schakelen/sequentie Systeem TC8x00>HEX

Hexadecimale modus instellen

TC8x00>DECIMAL


Decimale modus instellen




14

Problemen oplossen | nl

75

Problemen oplossen Dit hoofdstuk bevat informatie over problemen met Bosch Video Management System Operator ClientBosch VMS Archive Player en de bijbehorende oplossingen. Problemen bij het afspelen van opgenomen video's LET OP! Bosch Video Management SystemProbeer geen opgenomen video's af te spelen die zijn geëxporteerd met V.1.1 met Archive Player van Bosch Video Management System V.1.0. Dit kan leiden tot gegevensverlies.

Probleem

Oorzaak

Oplossing

Archive Player kan opgeslagen Archive Player is van Bosch

Update Archive Player naar

video's niet afspelen.

Video Management System

Bosch Video Management

V.1.0. Opgenomen

System V.1.1.

videogegevens zijn

Zie Paragraaf 14.1 Een oude

geëxporteerd met Bosch

versie van Bosch VMS Archive

Video Management System

Player updaten, Pagina 76.

V.1.1. Problemen met de instellingen van de opnameopties van uw geluidskaart Probleem

Oorzaak

Oplossing

Wanneer een microfoon wordt Bij de opnameopties van uw

Verander de instelling in het

gebruikt voor de

geluidskaart moet de

configuratiebestand van

intercomfunctie, treedt

microfoon zijn geselecteerd,

Operator Client naar

resonantie op.

niet de stereomix (of een

microfoon.

andere optie).

Zie Paragraaf 14.2 De opname-

Operator Client controleert

instellingen voor

het configuratiebestand

Intercomfuncties repareren.,

tijdens het opstarten en

Pagina 76.

verandert de instellingen van de opnameopties dienovereenkomstig. Dit configuratiebestand bevat een standaarditem dat misschien niet overeenkomt met uw systeemconfiguratie. Deze instelling wordt hersteld tijdens iedere start van Operator Client. Crashing Operator Client Probleem

Oorzaak

Oplossing

Operator Client crasht.

DiBos-webclient is

Maak de installatie van de

geïnstalleerd en is gestart op

DiBos-webclient ongedaan.

de computer waarop Operator Client is geïnstalleerd.




76

nl | Problemen oplossen

14.1


Een oude versie van Bosch VMS Archive Player updaten Updaten: 

Videogegevens exporteren (zie Paragraaf 8.8 Videogegevens exporteren, Pagina 27). Selecteer Standaardindeling en Bestandsviewer exporteren in het dialoogvenster Video exporteren. Een set-up voor de installatie van de Bosch VMS Archive Player wordt opgeslagen op de geselecteerde locatie.

14.2

De opname-instellingen voor Intercomfuncties repareren. Om de opname-instelling te repareren: 1.

Start Operator Client.

2.

Het nieuwste Operator Client log file bekijken: C:\Documents and Settings\All Users\Application Data\Bosch\VMS\Log\BvmsClientLog.*

3.

Bewerk het Operator Client configuratiebestand: C:\\Bosch\VMS\bin\OperatorClient.exe.config

4.

Zoek een regel zoals deze: Wijzig het nummer voor de microfoon. Probeer 0, 1, 2 of een andere waarde groter dan 2. Voer de volgende stap uit en controleer de functie totdat deze correct werkt.

5.

Operator Client Opnieuw starten. Nu wordt de microfoon gebruikt als ingangsbron.





Verklarende woordenlijst | nl

77

Verklarende woordenlijst 0…9 802.1x

De IEEE-standaard 802.1x beschrijft een algemene methode voor toegangsbeheer en autorisatie voor netwerken op basis van IEEE-802. Verificatie vindt plaats via het verificatieprogramma, dat de verzonden verificatiegegevens controleert met behulp van een verificatieserver (zie RADIUS-server). Op basis hiervan wordt de toegang tot de beschikbare services (LAN, VLAN, of WLAN) verleend of geweigerd.

A Afspeelmodus Modus waarin gearchiveerde video's kunnen worden gezocht en afgespeeld. Alarm

Gebeurtenis die als alarm is geconfigureerd. Dit is een bepaalde situatie (beweging gedetecteerd, op de deurbel gedrukt, signaal verloren gegaan, etc.) die onmiddellijke aandacht vereist. Door een alarm kunnen live-video, opgeslagen beelden, een actieplan, een webpagina of een plattegrond worden weergegeven.

Alarmlijst

Venster in Bosch Video Management System gebruikt voor het weergeven van een lijst van actieve alarmen.

Alarmprioriteit

Aan elk alarm wordt een prioriteit toegekend. Alarmen kunnen worden geconfigureerd voor automatische weergave (pop-up) in het venster Alarmbeeld, afhankelijk van de prioriteit van het alarm. Aan het scherm voor live-weergave en afspeelweergaven van iedere gebruiker is eveneens een prioriteit toegewezen. Wanneer alarmen worden ontvangen met een hogere prioriteit dan die van het scherm van de gebruiker, wordt het alarm automatisch weergegeven in de alarmrij in het venster Alarmbeeld. Wanneer het venster Alarmbeeld op dat moment niet wordt weergegeven, vervangt het automatisch het beeldvenster voor live-beelden of opnames op de voor alarmen ingeschakelde monitor.

Allegiant Analoge monitor

Bosch-familie van analoge matrixschakelsystemen Externe composiet videomonitor waarvoor een videodecoder nodig is om videostreams en archieven weer te geven.

Analoge-monitorgroep Een set analoge monitoren, aangesloten op decoders. De analoge-monitorgroep kan worden gebruikt voor alarmverwerking in een bepaalde fysieke zone. Een installatie met drie fysiek gescheiden controlekamers kan bijvoorbeeld drie monitorgroepen omvatten. De monitors in een analoge-monitorgroep zijn logisch geconfigureerd in rijen en kolommen en kunnen worden ingesteld op kwartscherm- of volledig-schermweergave. ANR

Automatic Network Replenishment; een softwareproces waarmee ontbrekende videogegevens worden gekopieerd van een videotransceiver naar de netwerk-videorecorder na een netwerkstoring. De gekopieerde videogegevens vullen precies het gat dat is ontstaan tijdens de netwerkstoring. Om goed te kunnen werken heeft ANR informatie nodig over het moment waarop de storing optrad, het moment waarop de storing was verholpen, en de opgenomen videogegevens op de videotransceiver. De transceiver heeft dan ook de een of andere vorm van plaatselijke opslag nodig. De opnamecapaciteit op deze plaatselijke opslag wordt berekend met de volgende formule: (netwerkbandbreedte x geschatte downtime van het netwerk + veiligheidsmarge) x 2. Verdubbeling van deze opnamecapaciteit is nodig omdat het continu opnemen tijdens het kopieerproces moet doorgaan.




78

nl | Verklarende woordenlijst

Apparaat


Hardwarecomponent zoals een encoder/decoder, NVR, DiBos, analoge matrixswitcher, ATM/ POS-bridge.

Apparaatfamilie

Bosch-encoders / IP-camera's kunnen tot een van de volgende apparaatfamilies behoren: - VIPX (H.263 of H.264) - ARM SD (standaard resolutie) - ARM HD (hoge resolutie) Elke apparaatfamilie maakt gebruik van een ander platform met een andere functionaliteit. ARM HD is het nieuwste platform en uitgebreide ondersteuning voor H.264- en HDvideoresolutie.

Apparaatstructuur

Hiërarchische lijst van alle beschikbare apparaten in het systeem.

ASF

Advanced Systems Format; audioen videoformaat van Microsoft Windows.

Asynchroon afspelen Tegelijkertijd afspelen van gearchiveerde video's zonder onderlinge tijdsynchronisatie. Audio-decoder

Apparaat of software dat/die gecomprimeerde audiostreams decodeert om ze af te kunnen spelen.

Audio-encoder

Apparaat of software dat/die audiostreams codeert door middel van een compressiealgoritme.

Auto-pop-up-alarm Gebeurtenis die is geconfigureerd als een alarm dat automatisch wordt weergegeven in het venster Alarmbeeld van Operator Client.

B B-frame

Bi-directioneel frame. Onderdeel van een videocompressiemethode.

Beeldvenster Venster waarbinnen zich de deelvensters bevinden, ingedeeld volgens een beeldvensterpatroon. Betaalautomaat

"Point of sale" (betaalautomaat).

Bewegingsdetectie Softwarecomponent die let op veranderingen in het videobeeld. De drempel voor de mate van verandering die als beweging moet worden beschouwd kan worden geconfigureerd. BIS Bitrate

Building Integration System Aantal bits dat binnen een bepaalde tijd wordt uitgewisseld tussen apparaten, uitgedrukt in kilobits per seconde (Kbps).

Bosch ATM/POS-bridge Ontvangt strings via seriële kabel/COM-interface en stuurt deze strings door via Ethernetkabel (TCP/IP). Deze strings zijn meestal gegevens van betaalautomaten of transacties van gelduitgifteautomaten. Broadcast

Transmissie via een netwerk die niet is gericht op een specifieke ontvanger.

C Camerabesturing Zorgt voor draai-, kantelen zoomfuncties. Dit werkt op het geselecteerde beeldvenster. Operator Client | V2 | 2011.12





79

Camerasequentie Een lijst van camera's waarvan het beeld een voor een wordt weergegeven. Van elke camera wordt het beeld gedurende een bepaalde tijd weergegeven (waarnemingstijd). Er zijn twee soorten sequenties: geprogrammeerde en automatische. Geprogrammeerde sequenties worden gedefinieerd door de beheerder. De pictogrammen voor deze sequenties bevinden zich in de logische structuur. Automatische sequenties worden gemaakt wanneer u meerdere geselecteerde apparaten of een map van de logische structuur naar een deelvenster of decoder sleept. De beelden van alle camera's uit deze map of selectie worden beurtelings weergegeven in het deelvenster. U kunt uw eigen sequenties samenstellen door een map te maken in de favorietenstructuur. CCL

Command Console Language. Opdrachtenset om de functies van een Bosch Allegiantapparaat te bedienen.

Central Server PC in de omgeving van Bosch Video Management System die dient voor centraal beheer. CIF

Common Intermediate Format. beschrijft de lijnen en pixels waaruit een videobeeld bestaat. Zie videoresolutie.

Client-werkstation Computer in de omgeving van Bosch Video Management System voor het weergeven van live videobeelden en het afspelen van beelden die zijn opgeslagen, en voor het uitvoeren van configuratietaken. Compressie

Zie videocompressie.

Configuration Client Toepassing gebruikt om Bosch Video Management System te configureren.

D Database

Een verzameling gegevens die zo zijn geordend dat de inhoud eenvoudig kan worden geopend, beheerd en bijgewerkt.

Decoder

Zet een digitale stream om in een analoge stream, bijv. om digitale video weer te geven op een analoge monitor.

Deelvenster

Gebruikt voor weergave van livebeelden en opgenomen videobeelden van een enkele camera, een plattegrond of een HTML-bestand.

Deelvensterbalk Werkbalk van een deelvenster. Detectiezone Zone voor bewegingsdetectie. Een door de gebruiker gedefinieerde sjabloon die ervoor zorgt dat alleen in een specifiek gedeelte van het videobeeld op beweging wordt gelet, in plaats van dat beweging in het hele beeld wordt gedetecteerd. Digitaal zoomen

Softwaremanipulatie van een afbeelding, waarbij de afbeelding wordt bijgesneden en vergroot en pixels worden gecreëerd door interpolatie.

Digitale ingang

Een extern apparaat dat is gekoppeld aan Bosch Video Management System en een aan/uitsignaal naar de toepassing verzendt. Bosch Video Management System kan de digitale ingang dan gebruiken om deze te relateren aan een vooraf bepaalde actie. Bronnen van digitale ingangen zijn bijvoorbeeld deurcontacten, bewegingsmelders en kaartlezers.




80



Directe weergave De opgenomen beelden van de geselecteerde camera afspelen in een deelvenster op het scherm voor live-weergave. De begintijd (aantal seconden in het verleden of terugspoeltijd) kan worden geconfigureerd. DNS

Domain Name System. Een DNS-server converteert een URL (bijv. www.myDevice.com) naar een IP-adres in netwerken die gebruikmaken van het TCP/IP-protocol.

Domecamera

Zie PTZ-camera.

Dubbele streaming Door dubbele streaming kan een inkomende datastream volgens twee afzonderlijk geconfigureerde instellingen tegelijk worden gecodeerd. Hierdoor ontstaan twee datastreams: een voor live-opnamen en opnamen vóór gebeurtenissen, de andere voor continu, bewegingsen alarmopnamen. Duplex

Term die wordt gebruikt om de richting van gegevensoverdrachten tussen twee partijen te definiëren. Bij half-duplex loopt de gegevensoverdracht in twee richtingen, maar niet tegelijkertijd. Bij volledige duplex is er wel sprake van gelijktijdige gegevensoverdracht.

DWF

Design Web Format. Wordt gebruikt om technische tekeningen weer te geven op een computermonitor.

DynDNS

Dynamic Domain Name System. Een DNS-hostservice waarin IP-adressen gebruiksklaar worden gehouden in een database. Met dynamische DNS kunt u een verbinding tot stand brengen met het apparaat via internet, met behulp van de hostnaam van het apparaat. Zie DNS.

E Encoder

Zet een analoge stream om in een digitale stream, bijv. om analoge camera's te integreren in een digitaal systeem zoals Bosch Video Management System. Sommige encoders kunnen gebruik maken van plaatselijke opslagmogelijkheden zoals flashkaarten, USB harde schijven, of ze kunnen videogegevens opslaan op iSCSI-apparaten. IP-camera's hebben een ingebouwde encoder.

F Failover-NVR Computer in de omgeving van Bosch Video Management System. Neemt de taken van een hoofd-NVR over wanneer deze server uitvalt. Dit kan zelfs gebeuren als de Central Server niet werkt. De failover-NVR neemt dan de beelden van alle camera's op die zijn toegewezen aan de hoofd-NVR. Als de hoofd-NVR is gerepareerd en weer online is, worden de opnamen weer op deze NVR opgeslagen, de camera's schakelen automatisch over. De failover-NVR stopt met opnemen. De opnamen die tijdens de uitvaltijd van de hoofd-NVR zijn gemaakt, blijven op de failover-NVR bewaard. FIFO (first in, first out)First in first out. Modus van de alarmfuncties van Bosch Video Management System die de volgorde van actieve alarmen met dezelfde prioriteit bepaalt. Frame

Eén afzonderlijk videobeeld.

Frame rate

Zie IPS.






81

G Gebeurtenis

Een toestand of status die wordt gekoppeld aan een alarm en/of actie. Gebeurtenissen kunnen worden gegenereerd door vele bronnen, zoals camera's, archiveersystemen, mappen, digitale ingangen etc. Voorbeelden van gebeurtenissen zijn het starten van een opname, signaalverlies, meldingen bij onvoldoende schijfcapaciteit, aanmeldingen van gebruikers, triggers door digitale ingangen etc.

Gebeurteniscombinatie Combinatie van verschillende gebeurtenissen. De combinatie maakt gebruik van booleaanse expressies, bijv. AND en OR. U kunt alleen statusveranderingen combineren, bijvoorbeeld de verandering van een verbindingsstatus in niet-verbonden of de activering van een schema. Gebruikersbevoegdheid Bepaalde operaties waarvoor de gebruiker rechten heeft om ze te gebruiken. Gebruikersgroep

Gebruikersgroepen worden gebruikt om algemene gebruikerskenmerken te definiëren, zoals machtigingen, bevoegdheden en PTZ-prioriteit. Als een gebruiker wordt toegevoegd aan een groep, krijgt hij automatisch alle kenmerken van die groep.

Gebruikersprofiel

Lijst met informatie over een bepaalde gebruiker, zoals gebruikerstype, e-mail etc. Elk gebruikersprofiel wordt herkend aan een unieke gebruikersnaam.

Gebruikerstructuur

Zie Logische structuur.

Gelduitgifteautomaat Automatic Teller Machine (gelduitgifteautomaat) GOP

"Group of Pictures". De GOP-lengte is het aantal beelden tussen twee I-frames in een gecomprimeerd videobestand.

GSM

Global System for Mobile Communication. Standaard voor digitale mobiele telefoons.

GUID

Global Unique Identifier.

H H.264

Standaard voor codering (compressie) van digitale audio en video voor multimediatoepassingen. Deze standaard omvat verschillende profielen die per fabrikant kunnen verschillen. De volgende profielen zijn beschikbaar: Baseline, Baseline+, Main Profile. Baseline (niet gebruikt in Bosch Video Management System) ondersteunt 2 CIF. Baseline+ ondersteunt 4 CIF en zorgt voor een betere beeldkwaliteit dan Baseline. Main Profile ondersteunt 4 CIF en biedt een uiterst efficiënt compressie-algoritme genaamd CABAC (Context-adaptive binary arithmetic coding). Dit dient voor hoogwaardige codering voor opslag.

Half-duplex

Zie duplex.

Hoofd-NVR Computer in de omgeving van Bosch Video Management System. Een hoofd-NVR slaat audioen videogegevens op. Hotspot

Muisgevoelig pictogram in een plattegrond, dat wordt geconfigureerd in de Configuration Client. Hotspots zijn camera's, relais of opdachten-scripts. Aan de hand van een hotspot kan de gebruiker een apparaat in een gebouw opsporen en selecteren.

HTML

Hypertext Markup Language




82



I I-frame

Intra Frame. Onderdeel van een videocompressiemethode. Bevat de informatie van het volledige beeld, in tegenstelling tot P- of B-frames die alleen informatie bevatten over de wijzigingen ten opzichte van het vorige of volgende frame.

IIS

Internet Information Server

indeling van deelvensters Rangschikking van de deelvensters. Intercomfuncties Gebruikt om te spreken via de luidsprekers van een encoder. Deze encoder moet zijn voorzien van een ingang en uitgang voor audio. Het recht op gebruik van de intercomfuncties kunnen per gebruikersgroep worden ingesteld. IPS

Beelden per seconde (Images per Second). Aantal videobeelden dat per seconde kan worden verzonden of opgenomen.

IQN

iSCSI Qualified Name. De initiatornaam in IQN-indeling wordt gebruikt voor het maken van adressen voor zowel iSCSI-initiatoren als -doelen. Bij IQN-toewijzing maakt u een initiatorgroep die de toegang tot de LUN's op een iSCSI-doel beheert en schrijft u de initiatornamen van elke encoder en de VRM naar deze initiatorgroep. Alleen de apparaten waarvan de initiatornamen toegevoegd zijn aan een initiatorgroep hebben toegangsrechten voor een LUN. Zie LUN en zie iSCSI.

iSCSI

Internet Small Computer System Interface. Protocol dat opslag via een TCP/IP netwerk beheert. iSCSI zorgt ervoor dat opgeslagen gegevens vanaf iedere plek in het netwerk toegankelijk zijn. Vooral met de opkomst van Gigabit Ethernetverbindingen is het betaalbaar geworden om iSCSI-opslagservers als externe harde schijven aan een computernetwerk te verbinden. In de iSCSI-terminologie wordt de server die de opslagbronnen aanbiedt een iSCSI-doel genoemd en de client die verbinding maakt met de server en de bronnen aanspreekt iSCSI-initiator.

IVA

Intelligent Video Analysis. Algoritme dat bepaalde eigenschappen en het gedrag van objecten in een scène die worden bewaakt door een videocamera registreert en hieruit alarmmeldingen genereert die op hun beurt weer door een CCTV-systeem kunnen worden verwerkt. Opnemen met geactiveerde IVA-instellingen is een vereiste om later selectief en snel door videomateriaal te kunnen zoeken. Met IVA kunt u bewegingsrichtingen van objecten dusdanig vastleggen en evalueren zodat ongewenste alarmen grotendeels worden voorkomen. IVA past zich automatisch aan aan veranderende weersomstandigheden en is daarom grotendeels ongevoelig voor storende invloeden als regen en bewegende bomen Als IVA wordt gebruikt bij Forensic Search, is de optie om bewegende objecten op kleurspecificaties te filteren onmisbaar. Dankzij het IVA-algoritme kan een uitgebreide hoeveelheid videomateriaal selectief worden doorzocht op objecten met een bepaalde kleureigenschap.

IVMD

Intelligent Video Motion Detection. Software-algoritme dat bewegende objecten binnen een omgeving die wordt bewaakt met videocamera's kan registreren en alarmmeldingen kan genereren, die vervolgens in het Bosch Video Management System kunnen worden verwerkt. Met IVMD kunt u de bewegingsrichtingen van objecten vastleggen en evalueren zodat ongewenste alarmen grotendeels voorkomen worden. IVMD past zich automatisch aan aan veranderende weersomstandigheden en is daarom ongevoelig voor storende invloeden als regen en bewegende planten.






83

K kbps

Kilobits per seconde, een maateenheid voor de snelheid van gegevenstransmissie.

Keyframe

Zie I-frame.

L LAN LDAP

Local Area Network. Lightweight Directory Access Protocol. Netwerkprotocol dat via TCP/IP toegang biedt tot directories. Een directory is bijvoorbeeld een lijst van gebruikersgroepen en de bijbehorende toegangsrechten. Bosch Video Management System gebruikt dit protocol om toegang te krijgen tot dezelfde gebruikersgroepen als MS Windows of een ander zakelijk systeem voor gebruikersbeheer.

LIFO (last in, last out)Last in first out. Modus van de alarmfuncties van Bosch Video Management System die de volgorde van actieve alarmen met dezelfde prioriteit bepaalt. Locatie

Een door de gebruiker gemaakte eenheid voor het groeperen van gerelateerde systeembronnen om ze gemakkelijker te kunnen weergeven en beheren. Meestal komt een locatie overeen met een fysieke plaats, bijvoorbeeld een gebouw of etage. Een locatie kan echter ieder bestaand begrip vertegenwoordigen.

Logboek

Opslagplaats voor alle vastgelegde gebeurtenissen in Bosch Video Management System.

Logisch nummer Logische nummers zijn unieke ID's die zijn toegewezen aan elk apparaat in het systeem zodat het gemakkelijker kan worden herkend. Logische nummers zijn alleen uniek in een reeks van apparaten van een bepaald type. Logische nummers worden bijvoorbeeld vaak gebruikt voor opdrachtscripts. Logische structuur Structuur met een aangepaste indeling van alle apparaten. De logische structuur wordt in de Operator Client gebruikt om camera's en andere apparaten te selecteren. In de Configuration Client wordt de "volledige logische structuur" geconfigureerd (op de pagina Plattegronden en structuur) en afgestemd op elke gebruikersgroep (op de pagina Gebruikersgroepen). Lokale opslag Opname op encoders met plaatselijke opslag gebeurt bloksgewijs, dat wil zeggen dat de gegevens in vooraf toegewezen blokken wordt opgeslagen. Als een blok vol is, wordt het volgende blok door het apparaat volgeschreven. Als alle blokken vol zijn, worden ze overschreven. Apparaten voor plaatselijke opslag ondersteunen meerdere partities van willekeurige grootte die als blokken worden gezien. Een blok is in twee delen gesplitst: een blok voor opnamen vóór een alarm en van het alarm zelf, en een blok voor continu opnamen. Het deel voor alarmopnamen is onderverdeeld in 128 tracks. Als het systeem overschakelt van continu opname naar alarmopname worden de gegevens opgeslagen op een van de tracks. Ieder alarm wordt op een andere track opgeslagen. Een track heeft een vaste grootte op de schijf. De grootte van de alarmtrack wordt bepaald door de bitrate en de duur van het alarm en de tijd van vóór het alarm, die u zelf heeft ingesteld. Deze instellingen worden gebruikt om de grootte van een alarmtrack te berekenen.




84


LUN


Logical Unit Number. Wordt gebruikt in de iSCSI-omgeving om een individueel schijfstation of virtuele partitie (volume) aan te spreken. De partitie is onderdeel van een RAID disk-array (de iSCSI target).

M Master Control-software Software die dient als interface tussen Bosch Video Management System en een Allegiantapparaat. Version 2.8 of hoger wordt gebruikt. Metadata

Gegevens van een betaalautomaat of gelduitgifteautomaat zoals datum en tijd of bankrekeningnummer, die samen met de bijbehorende videogegevens worden opgeslagen als extra informatie voor evaluatie.

MHT

Ook wel "webarchief" genoemd. Bestandsformaat waarin alle HMTL- en afbeeldingsbestanden van een website in één bestand kunnen worden opgeslagen. Om problemen te voorkomen raden we u aan MHT-bestanden alleen te maken met Internet Explorer 7.0 of nieuwer.

MIB

Management Information Base. Term voor een tabel in de SNMP-omgeving die gegevens over de status en besturing van een netwerkapparaat bevat. Elke item in een MIB wordt herkend aan een eigen OID. De MIB wordt opgeslagen in het apparaat. Een MIB-bestand wordt gebruikt om de MIB-gegevens te importeren in een MIB.

MPEG-4

Motion Picture Expert Group. Standaard voor codering (compressie) van digitale audio en video voor multimediatoepassingen.

MSS

Maximale Segmentgrootte. De grootste hoeveelheid gegevens, uitgedrukt in bytes, die een computer of een communicatieapparaat kan verwerken als één enkel, niet-gefragmenteerd geheel.

MTU

Maximum Transmission Unit. Beschrijft de maximale hoeveelheid gegevens (in bytes) die kan worden verzonden zonder dat ze gefragmenteerd worden.

Multi-unicast

Communicatie tussen één transceiver en meerdere ontvangers in een netwerk, waarbij de datastream in het apparaat wordt gedupliceerd en beurtelings wordt verzonden naar een aantal ontvangers.

Multicast

Communicatie tussen één transceiver en meerdere ontvangers in een netwerk, waarbij één datastream in het netwerk naar een aantal ontvangers in een gedefinieerde groep wordt verzonden. Multicast vereist een netwerk dat hiervoor geschikt is en waarin het UDP-protocol en het IGMP-protocol worden toegepast.

N Netwerkbewaking Meting van waarden die betrekking hebben op het netwerk en vergelijking van deze waarden met drempelwaarden die geconfigureerd kunnen worden. No-touch deployment Methode voor het automatisch downloaden, installeren en uitvoeren van .NET-toepassingen zonder dat daarbij het register of gedeelde systeemcomponenten worden gewijzigd. Met Bosch Video Management System, wordt door middel van no-touch deployment de Operator Clients van de Central Server bijgewerkt. Het bijwerken vindt plaats als een nieuwe versie op de Central Server wordt opgeslagen en wanneer een gebruiker op Operator Client inlogt. Als u met een Operator Client in plaats van meerdere Central Servers werkt, gebruikt no-touch Operator Client | V2 | 2011.12





85

deployment alleen de softwareversie die op de Central Server is opgeslagen waarop de Operator Client zich voor het laatst succesvol heeft aangemeld Als u zich probeert aan te melden bij een andere Central Server met een andere toepassingsversie, wordt de melding Central Server niet online weergegeven omdat de softwareversies niet overeenkomen. NTP

Network Time Protocol is een protocol voor het synchroniseren van systeemklokken van computers via een netwerk. NTP versie 3 is een internetstandaard in de draft-fase, geformaliseerd in RFC 1305. NTP versie 4 is een aanzienlijke revisie van de NTP-standaard en is op dit moment de versie in ontwikkeling, maar deze versie is niet geformaliseerd in een RFC (zie RFC, SNTP).

NVR

Bosch Network Video Recorder; een computer in de Bosch Video Management System die audioen videogegevens opslaat en dient als failover-NVR of als redundante NVR. Deze NVR is anders dan de VIDOS-NVR die geïntegreerd kan worden in het Bosch Video Management System.

O OID

Object Identifier. Term in de SNMP-omgeving. Bepaalt een MIB-variabele.

OPC

OLE for Process Control (OLE voor procesbesturing).

OPC-server

Server die gebeurtenissen genereert en opdrachten ontvangt die zijn gedefinieerd in de OPCspecificatie.

Opdrachtscript Macro die de beheerder kan programmeren om een automatische actie samen te stellen, zoals het positioneren van een PTZ-camera of het verzenden van e-mail. Voor deze functie biedt Bosch Video Management System een specifieke opdrachtenset. Opdrachtenscripts zijn onderverdeeld in client-scripts en server-scripts. Client-scripts worden gebruikt voor clientwerkstations om bepaalde taken uit te voeren die niet op deze werkstations zelf kunnen worden uitgevoerd. Server-scripts worden automatisch uitgevoerd door een gebeurtenis die in het systeem is geactiveerd. De gebeurtenis voorziet deze scripts van argumenten, zoals datum en tijd. Een opdrachtscript kan uit diverse scriptlets bestaan. U kunt een opdrachtscript maken met de volgende scripttalen: C#, VB.Net. Opdrachtscripts worden uitgevoerd als reactie op gebeurtenissen of alarmen, automatisch volgens een schema (geldt alleen voor server-scripts), handmatig via de logische structuur of handmatig via pictogrammen of plattegronden. Opname-instellingen Kunnen afhankelijk van het opnameschema en de status van de camera worden ingesteld. De volgende statussen zijn mogelijk: opname uitgeschakeld, handmatige opname, continu opname, bewegingsopname, alarmopname Opnamekwaliteit Een instelling die kan worden gewijzigd voor encoders (camera's). Het bereik van de schuifregelaar komt overeen met de mate van compressie die wordt toegepast door de encoder bij het coderen/comprimeren van het videosignaal. Als de schuifregelaar naar links wordt verschoven, past de encoder zo veel mogelijk compressie toe (waardoor de vereiste brandbreedte en de bestandsgrootten, maar ook de beeldkwaliteit afnemen). Als de schuifregelaar naar rechts wordt verschoven, past de encoder zo weinig mogelijk compressie toe (waardoor de beeldkwaliteit toeneemt, maar ook de vereiste brandbreedte en de bestandsgrootten).




86



Opnameschema Wordt gebruikt om opnames en sommige gebeurtenissen zoals het maken van back-ups of het beperken van de toegang tot het systeem op geplande tijden te laten plaatsvinden. Opnameschema's kunnen geen hiaten of overlappingen bevatten. Het bepaalt tevens de opnamekwaliteit van de video. OSD

On-screen Display: menu's worden getoond op de monitor.

P P-frame

Predicted Frame. Onderdeel van een videocompressiemethode.

Payload Dat deel van een transmissiepakket gegevens dat gebruikersgegevens bevat. Het is in feit alles wat overblijft als alle headers en trailers van een pakket worden verwijderd. Poort

1) Een poort van een computer of telecommunicatieapparatuur is in het algemeen een specifieke plaats voor een fysieke verbinding met een ander apparaat, meestal met een aansluiting en een bepaald type stekker. Een pc heeft meestal een of meer seriële poorten en één parallelle poort. 2) Bij het programmeren is een poort een "logische verbindingsplaats" en specifiek, bij gebruik van het Internet-protocol TCP/IP, de manier waarop een clientprogramma een bepaald serverprogramma op een computer in een netwerk noemt. Toepassingen op een hoger niveau die TCP/IP gebruiken, zoals Web-protocol en Hypertext Transfer Protocol, hebben poorten waaraan vooraf nummers zijn toegewezen. Dit zijn bekende poorten die zijn toegewezen door het Internet Assigned Numbers Authority (IANA). Aan andere toepassingsprocessen wordt bij elke verbinding dynamisch een poortnummer verstrekt. Als een service (serverprogramma) voor het eerst wordt gestart, wordt het gekoppeld aan het hiervoor bestemde poortnummer. Wanneer een clientprogramma de desbetreffende server wil gebruiken, moet het tevens een koppeling aanvragen aan het daarvoor bestemde poortnummer.. De poortnummers beginnen bij 0 en eindigen bij 65535. De poorten 1 t/m 1023 zijn gereserveerd voor gebruik door bepaalde bevoorrechte services. Voor de HTTP-service, is poort 80 ingesteld als standaardpoort en deze hoeft niet te worden vermeld in de URL.

PTZ-camera

Camera met PTZ-functie.

Q QCIF

Quarter CIF. Zie videoresolutie.

R RADIUS-server

Remote Authentication Dial-in User Service: een client/server-protocol voor verificatie, autorisatie en beheer van gebruikersaccounts bij inbelverbindingen in een computernetwerk. RADIUS is in de praktijk de standaard voor centrale verificatie van inbelverbindingen via modem, ISDN, VPN, draadloos LAN (zie 802.1x) en DSL.

RAID

Redundante reeks van onafhankelijke schijven. Toegepast voor het dusdanig configureren van meerdere vaste schijven dat ze gezien worden als één schijf. Op zo'n schijf worden de gegevens verdeeld of gekopieerd. Dit wordt toegepast om een grotere capaciteit, een hogere betrouwbaarheid en een hogere snelheid te bereiken.






87

Redundante NVR Computer in de omgeving van Bosch Video Management System. Neemt dezelfde video en audiogegevens op als de hoofd-NVR. Een hoofd-NVR kan maximaal een redundante NVR hebben. Referentiebeeld Een referentiebeeld wordt continu met het huidige videobeeld vergeleken. Als het huidige videobeeld in de gemarkeerde gebieden van het referentiebeeld verschilt, wordt een alarm geactiveerd. Zo kunt u sabotage detecteren die anders niet zou worden opgemerkt, bijvoorbeeld als de camera is gedraaid. RFC

Request for Comment. Eén document uit een reeks al jaren alom geaccepteerde informele informatiedocumenten en -standaarden die de ontwikkeling van internet in goede banen leiden.

RMon

Remote Monitoring. Standaard voor het verzamelen van statistische gegevens van netwerkapparaten t.b.v. netwerkbeheer.

RTSP

Real Time Streaming Protocol. Een netwerkprotocol voor het beheer van de continue stroom audiovisuele gegevens of software die via IP-netwerken wordt uitgewisseld.

S SNMP

Simple Network Management Protocol. Een op IP gebaseerd protocol waarmee u informatie van netwerkapparaten kunt verkrijgen (GET), parameters op netwerkapparaten kunt instellen (SET) en meldingen kunt ontvangen over bepaalde gebeurtenissen (EVENT).

SNTP

Simple Network Time Protocol: een afgeslankte versie van NTP (zie NTP). SNTP kan worden gebruikt als de allerbeste prestatie van de volledige NTP-implementatie, zoals beschreven in RFC 1305, niet nodig of gerechtvaardigd is. SNTP versie 4 wordt beschreven in RFC 2030 zie RFC).

SSL

Secure Sockets Layer. Protocol dat wordt gebruikt om toepassingen te beveiligen die communiceren via een netwerk.

Stabilisatietijd Tijdsperiode begint wanneer de gebeurtenis plaatsvindt. Gedurende deze tijdsperiode wordt geen andere gebeurtenis van hetzelfde type als nieuwe gebeurtenis geaccepteerd. Hiermee wordt bijv. voorkomen dat een schakelende sensor een groot aantal gebeurtenissen veroorzaakt. Voorbeeld 1: de gebeurtenis Beweging gedetecteerd vindt plaats en de geconfigureerde vertragingstijd start. Gedurende deze tijd vindt er nog een gebeurtenis Beweging gedetecteerd plaats. De gebeurtenis Beweging gedetecteerd wordt niet als nieuwe gebeurtenis geaccepteerd. Voor gebeurtenissen met verschillende status kunt u prioriteitsinstellingen configureren. Voorbeeld 2: de gebeurtenis Beweging gedetecteerd vindt plaats en de geconfigureerde vertragingstijd start. Gedurende deze tijd vindt de gebeurtenis Beweging gestopt met dezelfde prioriteit plaats. De gebeurtenis Beweging gestopt wordt niet als nieuwe gebeurtenis geaccepteerd. Voorbeeld 3: de gebeurtenis Beweging gedetecteerd vindt plaats en de geconfigureerde vertragingstijd start. Gedurende deze tijd vindt de gebeurtenis Beweging gestopt met een hogere prioriteit plaats. De gebeurtenis Beweging gestopt wordt als nieuwe gebeurtenis geaccepteerd.




88


Stil alarm


Alarm dat camera's in de alarmopnamemodus brengt, naar verder niet voor andere alarmafhandelingen zorgt. Deze alarmen worden weergegeven in de gebeurtenissenlijst, maar verschijnen niet in alarmlijsten.

Subnetmasker Wordt in combinatie met het IP-adres gebruikt om het netwerksegment te bepalen waarin uw computer zich bevindt. Een subnetmasker is een 32-bits getallenreeks die is geschreven in een decimale notatie met punten, bijvoorbeeld 255.255.255.192. Synchroon afspelen Het gelijktijdig afspelen van gearchiveerde video's die zijn gesynchroniseerd in de tijd.

T Taak

Een gedrag dat door de gebruiker is geprogrammeerd en wordt geactiveerd door specifieke gebeurtenissen (beweging gedetecteerd, op de deurbel gedrukt, alarm geactiveerd etc.) Voorbeelden van taken zijn: besturing van PTZ-camera's, relaisuitgangen, camerasequenties, start van een alarmopname. Standaardtaken zijn bijvoorbeeld: een gebeurtenis activeert een alarm; gebeurtenis activeert een opdrachtenscript; een gebeurtenis wordt vastgelegd in het logboek; gebruikers mogen zich alleen van 8:00 uur tot 17:00 uur aanmelden; uitvoering van een opdrachtenscript om 11:00 uur.

Takenschema Een takenschema wordt gebruikt om gebeurtenissen op geplande tijden in Bosch Video Management System te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld het uitvoeren van een opdrachtenscript. In Gebeurtenissen kunt u takenschema's toewijzen aan gebeurtenissen. U kunt ook opnameschema's gebruiken om gebeurtenissen te plannen. Met een standaardtakenschema kunt u perioden configureren voor elke dag van de week, voor vakanties en voor uitzonderingsdagen. Met een terugkerend takenschema kunt u terugkerende perioden configureren. Deze taken kunnen elke dag, elke week, elke maand of elk jaar plaatsvinden. TCP/IP

Transmission Control Protocol / Internet Protocol. Verbindingsprotocol dat wordt gebruikt om gegevens via een IP-netwerk uit te wisselen.

Terugspoeltijd Aantal seconden dat het afgespeelde beeld in een deelvenster is teruggespoeld. Tijd na alarm Zie Tijd na gebeurtenis. Tijd na gebeurtenis. Tijdsperiode die verstrijkt nadat een gebeurtenis heeft plaatsgevonden. Het systeem slaat de opgenomen videobeelden gedurende deze periode op. Tijd vóór gebeurtenis Tijdsperiode die verstrijkt voordat een gebeurtenis plaatsvindt. Het systeem kan de opgenomen videobeelden gedurende deze periode opslaan. Tijdlijn

Onderdeel van de gebruikersinterface van Bosch Video Management System. De tijdlijn is een grafische aanduiding van de opnamen die door de geselecteerde camera's zijn gemaakt. Met de tijdlijn kunt u binnen de opgenomen video's navigeren.

Trap

Term in de SNMP-omgeving voor een niet-opgevraagd bericht van een bewaakt apparaat (agent) aan het netwerkbewakingssysteem (manager) over een gebeurtenis in dit apparaat.





Trunk-verbinding


89

Analoge uitgangen van een analoge matrix die zijn verbonden met een encoder. Hierdoor kunnen matrixvideobronnen worden gebruikt in het Bosch Video Management System.

Tweevoudige autorisatie Beveiligingsbeleid waarbij twee verschillende gebruikers zich moeten aanmelden bij de Operator Client. Beide gebruikers moeten lid zijn van een normale Bosch Video Management System gebruikersgroep. Deze gebruikersgroep (of deze gebruikersgroepen, als de gebruikers tot verschillende gebruikersgroepen behoren) moet deel uitmaken van een groep met vierogen-principe. Een groep met vier-ogen-principe heeft zijn eigen toegangsrechten binnen Bosch Video Management System. De groep met vier-ogen-principe moet meer toegangsrechten hebben dan de normale gebruikersgroep waarvan de gebruiker lid is. Voorbeeld: gebruiker A is lid van een gebruikersgroep met de naam Group A. Gebruiker B is lid van Group B. Daarnaast is ook een groep met vier-ogen-principe geconfigureerd met Group A en Group B als leden. Voor de gebruikers van Group A is het vier-ogen-principe optioneel, voor gebruikers van Group B is dit verplicht. Wanneer gebruiker A zich aanmeldt, verschijnt er een tweede dialoogvenster voor het bevestigen van de aanmelding. In dit dialoogvenster kan zich een tweede gebruiker aanmelden als deze beschikbaar is. Zo niet, dan kan gebruiker A doorgaan en Operator Client opstarten. Vervolgens heeft hij alleen de toegangsrechten van Group A. Wanneer gebruiker B zich aanmeldt, verschijnt ook een tweede dialoogvenster voor de aanmelding. In dit dialoogvenster moet zich een tweede gebruiker aanmelden. Als dit niet gebeurt, kan gebruiker B Operator Client niet opstarten.

U UDP

User Datagram Protocol. Een verbindingsloos protocol dat wordt gebruikt om gegevens uit te wisselen via een IP-netwerk. UDP vereist minder bewerkingen en is daardoor efficiënter dan TCP voor videotransmissie.

Uitgangsrelais

Elektrisch contact dat kan worden geopend met behulp van de softwarebesturing. Dit relais kan worden gebruikt om acties te creëren, zoals het inschakelen van een lamp, het laten afgaan van een alarm etc.

Unicast

Communicatie tussen één transceiver en één ontvanger via een netwerk.

V Venster Alarmbeeld Beeldvenster voor weergave van een of meer Alarmbeeld-deelvensters. Venster Plattegrond

In dit venster worden plattegronden of documenten weergegeven. De weergave van videobeelden in dit venster is niet mogelijk en het venster is niet beperkt tot een verhouding van 4:3.

Verificatie Proces waarbij de authenticiteit van een videostream wordt gecontroleerd. De gebruiker kan een verificatieproces starten. Als gegevens worden aangetroffen die niet authentiek zijn, wordt een bericht weergegeven. Videocompressie Methode voor het reduceren van de grootte van videobestanden. Hoe hoger de compressie, hoe lager de kwaliteit. Videocompressie vermindert de spatiële en tijdelijke redundantie in




90



videogegevens. Voor de reductie van spatiële redundantie wordt afbeeldingscompressie toegepast. Het frame van één bepaald tijdstip wordt gecomprimeerd als een afbeeldingsbestand. Voor de reductie van tijdelijke redundantie wordt bewegingscompressie toegepast. Bewegingscompressie gaat uit van het feit dat twee opeenvolgende frames vrijwel identiek zijn. Er wordt hierbij slechts één frame volledig opgeslagen. Voor het daarop volgende frame wordt alleen het verschil opgeslagen. Dit wordt herhaald na een bepaald aantal frames (GOP). Videoformaat

Resolutie van de video. Er zijn in het algemeen vier videoresoluties beschikbaar: QCIF, CIF, 2CIF en 4CIF. Zie videoresolutie.

Videoresolutie

Specificatie van horizontale en verticale pixels die met videosignalen worden verzonden. PAL: 1CIF = 352 x 288 2CIF = 704 x 288 4CIF = 704 x 576 QCIF = 176 x 144 NTSC 1CIF = 352 x 240 2CIF = 704 x 240 4CIF = 704 x480 QCIF = 176 x120 HD 720p = gecodeerd 1920 x 720 1080p = gecodeerd 1280 x 720

VIDOSNVR:

VIDOSNetwerk-videorecorder Sofware waarmee audio en videogegevens van IP-encoders op een RAID 5 disk-array of een ander opslagmedium worden opgeslagen. VIDOSNVR biedt mogelijkheden voor het afspelen en ophalen van opgenomen videobeelden. Camera's die zijn verbonden met een VIDOS-NVR-computer kunnen in het Bosch Video Management System worden geïntegreerd.

Virtuele ingang

Wordt gebruikt om gebeurtenissen van systemen van derden door te sturen naar Bosch Video Management System.

Vooralarmtijd Tijdsperiode die verstrijkt voordat een alarm optreedt. Het systeem slaat de opgenomen videobeelden gedurende deze periode op. VRM

Video Recording Manager. Softwarepakket in Bosch Video Management System voor beheer van opslag van video- (MPEG-4 SH++ en H.264) en audiogegevens op iSCSI-apparaten in het netwerk. VRM beheert een database waarin de broninformatie van opnamen en een lijst van gerelateerde iSCSI-schijven zijn opgeslagen. VRM is een service die draait vanaf een computer in het Bosch Video Management System netwerk. VRM slaat zelf de gegevens niet op maar verdeelt de opslagcapaciteit op iSCSI-apparaten naar over de encoders, en zorgt voor de belastingsverdeling tussen meerdere iSCSI-apparaten. VRM streamt weergave van video- en audiogegevens van iSCSI naar operatorclients.

W Waarnemingstijd

Vooraf ingestelde periode waarin het beeld van een camera wordt weergegeven in een beeldvenster totdat het beeld van de volgende camera in de camerasequentie wordt getoond.

WAN

Wide Area Network.





WatchDog


91

Toepassing die wordt gebruikt om de overige services van Bosch Video Management System te bewaken. Als een service uitvalt, start WatchDog de service opnieuw op en stelt het de gebruiker via e-mail of het gebeurtenissenlogboek op de hoogte van de reden en de tijd van de crash.

Weergave

Verzameling camera's die zijn toegewezen aan deelvensters, die u kunt oproepen om onmiddellijk de live-beelden van deze camera's te bekijken. Ook deelvensters met plattegronden of HTML-bestanden kunnen deel uitmaken van een weergave. Sequenties kunnen geen deel uitmaken van een weergave.





Trefwoordenregister | nl

92

Trefwoordenregister A afsluiten Operator Client 10 afspeelbediening achteruit afspelen 61 afspelen 61 één frame achteruit 61 één frame vooruit 61 pauze 61 spring naar nieuwste opname 61 spring naar oudste opname 61 Afspeelmodus 45 afspelen 45 alarm 66 alarmcamera analoge monitor 31 alarmopname 13, 60 alarmopnamen NVR-opnamen 13 VRM-opnamen 13 alarmplattegrond 21 alarmvolgorde 47 algemene instellingen 55 analoge-monitorgroep 44, 46, 49 audio 15, 18 Audio Intercomfuncties 18, 56, 76 authenticiteit 61 automatisch pop-up-alarm 43 automatisch pop-up-gedrag van alarmen 72 automatische sequentie 14 automatische weergave van alarmen 72

digitaal bedieningspaneel 35 digitaal zoomen 16, 23 direct afspelen 17 directe weergave 16, 17 domecamera 21 DWF-bestanden eerste weergave 21

E één frame achteruit 61 vooruit 61 eerste weergave DWF-bestanden 21 exporteren video 27, 63

F Favoriete 23 Forensic Search 28

G gebruikte pictogrammen 67 geluid 43, 45

H Haarlijn 61 handmatige opname 13, 60 HD-camera 55 hele scherm 16 Help 6, 7 Help-onderwerpen afdrukken 7 het Help-systeem raadplegen 6 HTML-bestanden 58

B

I

bankcode 54 banksorteercode 54 beeldsectie 16, 23 Bosch Video Management System 8 online-Help 6 overzicht 8 Bosch VMS Archive Player 27, 63, 76

I-Frame zoeken 61 importeren videogegevens 28 Intercomfuncties 18, 76 IntuiKey-bedieningspaneel 35

C

L

camera weergeven 12 camera-ronde 14 camerasequentie 14 automatisch 14 vooraf geconfigureerd 14 CCTV-bedieningspaneel 35 analoge modus 41 digitale modus 37 opdrachtmodus 40 pictogrammen 40 Central Server 9 crash Operator Client 75

D datasheet 9 Deelvenster 12, 17, 59 PTZ in venster 21 deelvenster 12, 17, 59 deelvensterruimte 58 Bosch Sicherheitssysteme GmbH

K kleur 61 Live-modus 43, 57 live-video 43, 58 Logboek 29 logboekregistratie 55 Logische structuur zoeken 12

M meerkanaals 15 metadata 18, 30

N new configuration available 10 NVR 9 NVR-opnamen alarmopnamen 13

O online-Help van de applicatie 6 Opdrachtmodus 40



93

nl | Trefwoordenregister

Operator Client 8 afsluiten 10 starten 10 Opmerkingen bij de huidige versie 9 opnamekwaliteit 13 opslagfout 56 opties 55

P pictogrammen 67 CCTV-bedieningspaneel 40 plattegrond 58 PTZ in venster 21, 60 PTZ-besturing 57 blokkering 20 PTZ-blokkering 20 PTZ-camera 21 push-to-talk 18


werkbalk 17

Z Zoeken logische structuur 12 zoeken informatie in het Help-systeem 6 logboekitems 29 zoeken met Smart Motion 29 zoeken naar beweging 28, 29, 61 zoeken naar Logboekitems 29

R

referentiebeeld 20, 52 referentiebeeld vernieuwen 20

S schakelen 13 sequentie 14 Sneltoetsen 70 starten Operator Client 10 stoppen Operator Client 10 systeemvereisten 9

T

Tijdlijn 45, 61 tijdstip 61 toepassingsvensters 43 tonen schermen 12

V Venster Alarmbeeld 13 venster Beelden 58 verbinding met Central Server 44, 46, 48 verbindingsstatus 44, 46, 48 vergroten/verkleinen 12 Video exporteren 61 video exporteren 27, 61, 63 video afspelen 58 video beveiligen 61 video verwijderen 61 videogegevens importeren 28 virtuele ingang 54 volledig scherm 16 vooraf geconfigureerde sequentie 14 VRM-opnamen alarmopnamen 13 VRM-storing 56

W Weergave 23 weergeven schermen 12 Operator Client | V2 | 2011.12





Trefwoordenregister | nl


94


95






96


Configuration Client | V5 | 2011.08


Configuratiehandleiding


Bosch Sicherheitssysteme GmbH Werner-von-Siemens Ring 10 85630 Grasbrunn Germany © Bosch Sicherheitssysteme GmbH, 2011

Bosch Video Management System. Bedieningshandleiding

Recommend Documents