Attandarra Bordspel voor 2 – 4 Spelers vanaf 12 Jaar; Duur ca. 60 - 75 Minuten Onder de provinciestadjes in Zuid Westfalen neemt Attendorf een bevoorrechte plaats in wegens haar economische waarde, haar toerisme en haar rijk verleden. Ingebet in een dalketel (de Bigge),ligt ze omgeven door een krans van bergen, wouden en meren. De oudste tot dusver bekende naamvorm van Attendorn komt voor in een oorkonde van 1072 handelend over de stichting van een benediktijnenklooster in het graafschap en luidt“Attandarra“.De nederzetting is reeds in de vroege middeleeuwen beduidend geweest wat in 1222 leidde tot het verkrijgen van het stadsrecht. Honderd jaren zijn voorbij gegaan vooraleer de stad uit het donker van het verleden naar buiten treedt in het felle licht van de geschiedenis..
I. Spelmateriaal 1 Spelbord Startveld van de zegepuntenlijn
velden voor de aanduiding van het goud en de rondeteller
Zegepuntenlijn Velden voor de burger- en muntplaatjes
Velden voor coördinaten Stadszegelveld Bouwstof-Velden met prijsopgave
Aflegveld voor de plaatjes „Stadsgeschiedenis“
Eindveld van de zegepuntenlijn. Bij meer dan 40 Punten, telt men verder van vooraf aan.
4 Stadsborden in de kleuren van de speler
60 Bouwstoffen 20 burgerfiches
20 Leem
15 Hout
15 Steen
10 Glas
1 zakje voor de bouwstoffen 20 muntfiches
Elk 18 Stadsplaatjes in de kleuren van de speler
een Rondemarker
Voor elke speler twee markers , één voor punt – en één voor goudaanduiding.
(daarvan zijn er 13 gebouwplaatjes met gele getallen, vier weiden en het waterbekken met grijze getallen)
De zestien stadsplaatjes „Stadstorens“( rode getallen), het „stadszegel“, de acht „Stadswapens“ en de zes plaatjes „stadsgeschiedenis“ worden pas gebruikt in de uitbreiding „stadsgeschiedenis“.
-1-
II. Spelvoorbereiding Elke speler krijgt in zijn kleur: een stadsbord de 18 Stadsplaatjes met de gele en grijze getallen (als voorraad naast het stadsbord leggen) twee markers voor de punten- en goudtelling wordt ook klaar gelegd: Het speelbord in het midden van de tafel. De rondemarker op het goudveld „1“ plaatsen. De 40 burger- en muntplaatjes mengen en op elk veld van het speelbord twee plaatjes boven ekaar open uitleggen (Bij twee spelers komt op elk veld slechts één plaatje.). De 60 bouwstoffen in de stoffen zak stoppen , goed mengen en 15 stenen trekken. Die stenen worden naar kleur gesorteerd en op de betrokken bouwstofvelden leggen, waarbij op het onderste veld begonnen wordt. Elke kleur kan slechts één keer in een vlak voorkomen. Worden er in een kleur meer dan zes blokjes getrokken, dan gaat de overschot terug in het zakje. Dan zijn er in deze ronde minder dan 15 bouwstoffen in het spel. Op het speelbord leggen de spelers: Elke speler één van hun markers op het startveld van de zegepuntenlijn Elke speler één van hun markers op goudveld „12“
Marker voor puntentelling op het startveld van de zegepuntenlijn plaatsen De rondemarker op veld 1 plaatsen Marker voor goudaanduiding op veld 12 plaatsen
Burger- en Muntplaatjes mengen en op elk veld van het speelbord twee plaatjes op elkaar open uitleggen. De getrokken grondstoffen worden, onderaan beginnend verdeeld over de ‚bouwstof‘-velden
De jongste speler wordt startspeler.
III. Spelverloop
Het spel verloopt over vijf rondes, waarin de spelers Attandarra opbouwen. In elke ronde hebben de spelers elk twaalf goudstukken ter beschikking. Bij de aanvang van de ronde trekt elke speler twee bouwstoffen uit het zakje. De nu volgende ronde bestaat uit meerdere speelbeurten. De spelers komen in uurwijzerzin aan de beurt, beginnend met de startspeler. In zijn beurt voert de speler drie acties uit. Dan is de volgende speler aan de beurt enz. Wanneer geen enkele speler nog goud heeft , begint de volgende ronde. Na de vijfde ronde volgt de eindwaardering.
-2-
1. Bouwmateriaal bij rondebegin Bij het begin van de ronde trekt elke speler twee blokjes uit het zakje. Zijn die blokjes ‚twee blokjes glas‘ dan wordt er één teruggestopt en een vervanging getrokken. Leem en hout kosten niks, voor steen en glas betaalt de speler één goud voor elk. De bouwstoffen moeten direct ingezet worden (zie verder onder „koop van bouwstoffen en oprichten van gebouwen“). De speler kann daarbij één of twee nieuwe gebouwen op het stadsbord plaatsen of bestaande gebouwen uitbreiden of afwerken.
2. De acties in een beurt De startspeler begint. Hij heeft in zijn beurt drie mogelijkheden: (A) Koop een grondstof en richt een gebouw op (B) Een weide of vuurtegel op het bord plaatsen (C) Een burger – of munttegel verwerven Eén actie daarvan voert de speler uit. Dan is het de beurt aan de linker buurman die ook een actie uit de drie kiest en uitvoert. Wanneer alle spelers aan de beurt geweest zijn, komt de startspeler weer aan de beurt , dan diens linkerbuur enz…. Heeft iemand wanneer hij aan de beurt kwam gepast of had hij geen geld meer, dan is voor deze speler deze ronde beëindigd. Hebben alle spelers gepast, dan is deze ronde verlopen en wordt de volgende ronde voorbereid.
(A) Actie koop een bouwstof en richte en gebouw op Bouwstoffen De kleur „zwart“ staat voor leem, „bruin“ voor hout, „grijs“ voor steen en „wit“ voor glas. De hoogste waarde heeft glas, dan steen, dan hout en dan leem . De speler neemt de bovenste grondstof van een rij van het speelbord. De kosten staan vermeld op het bouwstoffenveld. Hij verplaatst zijn goud-marker het gekoste aantal velden terug. De bouwstof moet direct ingezet worden.
Voorbeeld: Leem(zwart) kost 1 goud Steen (grijs) kost 3 goud hout (bruin) kost 2 goud glas (wit) kost 4 goud
Bouwregels
De eerste bouwplaats kan men vrij kiezen.
De uitbouw van de stad kan steeds enkel aan de rand van een plaatje verder gezet worden. Ter herinnering: Als stadsplaatjes heeft men gebouwen en waterbekken.
Gebouwplaatjes met gelijke kleur en gelijke getallen, mogen elkaar niet aan een kant raken. Opgepast: weiden zijn geen gebouwen en mogen naast elkaar liggen.
Men kan met een willekeurige bouwstof beginnen , maar niet met glas.
Een gebouw moet minstens uit twee verschillende grondstoffen bestaan.
Beispiele: Werd reeds hout geplaatst op een gebouw, dan kan hier geen
-3-
Bij de uitbouw moet telkens een gelijkwaardige of grondstof met hogere waarde als volgende grondstof gebruikt worden.
Daarnaast kunnen bij de bouw van een gebouw eender welk aantal bouwstoffen van één soort gebruikt worden.
leem meer gebruikt worden. Na hout, kan men echter nog eens hout, steen of direct glas gebruiken.
Nieuwe gebouwen inzetten De speler neemt een gebouw uit de voorraad , plaatst het volgens de bouwregels op het stadsbord en legt daarop de gekochte bouwstof.
Gebouwen uitbreiden en afwerken De speler legt een grondstof op een gebouw in aanbouw op zijn stadsbord. Hierbij moet men erop letten, dat bij het uitbouwen telkens een gelijkwaardig of materiaal van een hogere waarde als volgend materiaal gebruikt moet worden. Het getal op de gebouwplaatjes geeft aan hoeveel grondstoffen er nodig zijn om een gebouw af te werken. Plaatst de speler de laatste bouwstof dan is het gebouw afgewerkt. Hij krijgt voor de gebruikte materialen zegepunten. Leem brengt niks op, hout één punt, steen twee punten en glas drie punten. De spelers verplaatsen hun marker op de zegepuntenlijn, het verdiende aantal punten vooruit.De verbouwde materialen woren weer in het zakje gestopt. Een afgewerkt gebouw herkent men op het bord door het feit dat er geen grondstoffen meer op liggen. Voor de Sauerlander Voorbeelden:Voor Voor het hospitaal Dom krijgt de speler 7 het hospitaal waren krijgt de speler 4 punten: hout (bruin) 2x drie en voor de punten: leem (zwart) = 1, steen (grijs) = 2 en ‚Sauerlander Dom‘ 0, hout (bruin) = 1 en glas (wit) = 3 Punten vier grondstoffen glas (wit) = 3 punten nodig voor de afwerking.
(B) Actie weiden en waterbekken
De Speler plaatst een weide of een waterbekken volgens de bouwregels op het stadsbord. Hij betaalt hiervoor 1 goud.
(C) Actie burger en munten
De Speler kan een burger- of muntplaatje verwerven en op zijn stadsbord plaatsen. aankoopprijs Voor een burgerplaatje bedraagt de prijs zoveel goud als er plaatjes van die soort in de gekozen rij liggen (met blauwe pijl gemerkt). Voor de muntplaatjes bedraagt de prijs zoveel goud als er plaatjes van die soort in de gekozen kolom (met gele pijl) liggen. Voorbeeld: De speler neemt het burgerplaatje van veld B1. In rij 1 liggen 2 burgerplaatjes . De prijs bedraagt 2 goud. Een burger uit rij 2 zou 3 goud gekost hebben.
Het inzetten van de plaatjes De speler legt het verworven plaatje op zijn stadsbord Hij legt het op een plaats met de zelfde coördinaten (in dit voorbeeld op B1) Legt de speler het op een gebouw, dan moet dit afgewerkt zijn. Op een gebouwplaatje màg een burger – of muntplaatje liggen. Op de weide mag enkel een burgerplaatje liggen. Op het waterbekken kan helemaal geen plaatje ingezet worden.
3. Een speler beëindigt zijn spelronde Een speler beëindigt zijn spelronde wanneer hij geen actie meer wil of kan uitvoeren bvb omdat hij geen goud meer bezit.Hij komt dan niet meer aan de beurt in deze ronde. Heeft hij nog goud in voorraad, dan mag hij voor zijn goudrestant één bouwstof uit het zakje nemen en inzetten (zie onder ‚actie koop een bouwstof en richt een gebouw op). De speler plaatst daarna zijn goudmarker op veld ‚12‘. Hebben alle spelers hun ronde beëindigd dan wordt de volgende spelronde voorbereid.
4. Volgende ronde -4-
De rondeteller wordt een veld voorwaarts geplaatst. Niet gekochte bouwstoffen blijven liggen en worden weer aangevuld tot 15. De startspeler wisselt in uurwijzerzin.
IV. Einde van het spel en slotwaardering Na de vijfde spelronde komt er een slotwaardering. De speler met de meeste zegepunten wint het spel. Hebben meerdere spelers een gelijk aantal burgers of munten , dan krijgen ze een gelijk aantal punten en vervalt de volgende puntenverdeling. Om aan een slotwaardering van ‚burgers‘ of ‚munten‘ deel te nemen, moet een speler minstens een plaatje uit de betrokken categorie geplaatst hebben.
Burgers De speler met de meeste burgers krijgt 10 punten, deze met de op één na meeste krijgt er 6 en deze met de derde meeste krijgt 3 punten. Munten De speler met de meeste munten krijgt 10 punten, deze met op één na de meeste munten 6 en deze met de derde meeste munten 3 punten. Weiden Voor elke weide krijgt de speler één punt. Een weide met burgers telt voor 3 punten. Waterbekken Ligt aan de 4 zijden van het waterbekken een stadsplaatje met een afgewerkt gebouw, krijgt de speler 5 punten. Is dat niet het geval, dan worden geen punten toegekend. Gebouwen Onafgewerkte gebouwen komen niet in aanmerking voor waardering en worden van het bord genomen. De waardepunten (getal op de gebouwkaarten) worden opgeteld. Bij gelijke stand wint de speler die de meeste burgers, munten en stadsplaatjes op zijn spelbord heeft liggen Wanneer er dan nog geen uitsluitsel is , zijn er meerdere winnaars. ****************************************************************************************
Bijkomende regel „stadsgeschiedenis“ Bijkomende speelduur ca 30 minuten.Gespeeld wordt volgens de basisregels, maar met de volgende aanvullingen:
Bijkomend spelmateriaal Voor elke speler 4 stadsplaaatjes „Stadstorens“ (rode getallen)
6 plaatjes stadsgeschiedenis
8 Stadswapens 1 Stadszegel Op het spelbord wordt gelegd: Het ‚stadszegel‘ komt op het stadszegelveld van het speelbord. Meng de plaatjes ‚stadsgeschiedenis‘ en plaats die verdekt op de gelijknamige plaatsen op het bord. Van de ‚stadsgeschiedenis‘-plaatjes komen slechts de drie bovenste in aanmerking voor waardering. Elke speler krijgt daarbij nog: De vier stadstorens (stadsplaatjes met rode getallen)in zijn kleur. Twee wapenschilden (bij twee spelers krijgt elke speler er drie),die hij op zijn stadbord legt. Overtollige schilden worden ongebruikt uit het spel verwijderd. -5-
De stadswapens blijven tot ze gebruikt worden op het spelersbord De speler die in één ronde de meeste gebouwen heeft opgericht, legt het stadszegel op zijn spelersbord Voor het aanduiden van afgewerkte gebouwen Wordt een grondstofmarker gebruikt.
Stadszegel De speler, die in een ronde de meeste gebouwen (gele en rode getallen)afgewerkt heeft, krijgt op het einde van de ronde zegepunten. De speler die in ee ronde het eerste gebouw afwerkt, krijgt dan het stadszegel en legt dit op zijn stadsbord. Hij moet eerst dan zijn stadszegel weer afgeven , wanneer een andere speler meer gebouwen heeft opgericht heeft of bij gelijk aantal het laatste gebouw met een bouwstof van hogere waarde heeft afgewerkt. Om aan te duiden hoeveel gebouwen er opgetrokken werden, wordt van een afgewerkt gebouw telkens de waardevolste bouwstof afgenomen en op het stadsbord van de speler geplaatst.
Voorbeeld: Speler A(rood) is in het bezit van het stadszegel. Hij heeft tot nogtoe één gebouw afgewerkt . Zijn geplaatste grondstof ‚steen‘ is meer waard dan de bouwstof ‚hout‘ van speler B (blauw) die eveneens een gebouw heeft afgewerkt. Speler B werkt zijn tweede gebouw af en krijgt het stadszege, daar hij nu over de meeste gebouwen beschikt. De laatst geplaatste grondstof ‚stehen‘ komt op het telveld. Speler C (groen) werkt ook zijn tweede gebouw af. De laatst geplaatste grondstof ‚glas‘ komt op het telveld en daarmee bekomt hij het stadszegel, omdat glas meer waard is dan stehen van speler B. Speler A werkt zijn tweede gebouw af. A en C hebben beiden twee gebouwen afgewerktén als laatste grondstof ook beiden glas geplaatst. Speler C behoudt het stadszegel. Eerst wanneer een speler een derde gebouw afgewerkt heeft moet hij het zegel afgeven.
Bijlage bij 2. De acties van een beurt De spelers kunnen nu telkens kiezen uit 5 acties. De bijkomende acties zijn: (D) Bouw van de stadstoren (E) Inzet van het stadswapen
(D) Actie bouw van de stadstoren
De Speler plaatst een stadstoren volgens de bouwregels op zijn stadsbord. Bijkomend geldt: De stadstorens kunnen enkel op de randvelden gebouwd worden en mogen niet naast elkaar liggen.
Om een stadstoren op te richten heeft men twee goud nodig en een bouwstof ‚steen‘. De speler ontvangt voor de bouw ervan twee zegepunten.
Opgelet: De stadstorens hebben een rood getal . Ze kunnen dus aan alle andere plaatjes aangelegd worden. Ze gelden als ‚gebouwen‘ en er mogen munt- en burgerplaatjes op geplaatst worden.
(E) Actie stadswapen (enkel in ronde 3,4 en 5 mogelijk) Tijdens het verloop van het spel zullen drie van de zes gebeurtenissen de stadsgeschiedenis treffen: stadsrecht, hansenbond, muntrecht ( positief, witte plaatjes), de zwarte dood (de pest), vuurgloed, plundering (negatief, zwarte plaatjes). Met behulp van het stadswapen beïnvloedt de speler de waardering van de historische gebeurtenissen. Keuze van de stratenreeks voor de gebeurtenissen van de stadsgeschiedenis Met stratenreeks bedoelt men de velden van een rij (getallen) of van een kolom (letters). Per actie mag er één stadwapen gelegd worden. -6-
De speler legt een van zijn stadswapens op een leeg coördinatenveld (letter of cijfer) van het speelbord. Hij betaalt hiervoor 1 goud.
Bijlage bij 3. Een speler beëindigt zijn beurt Nadat alle spelers hun beurt hebben beëindigd, worden de punten voor het stadzegel verdeeld en na ronde 3,4 en 5 wordt het open plaatje van de stadsgeschiedenis gewaardeerd.
Stadszegel De speler die in het bezit is van het stadszegel krijgt zegepunten. Na de 1e ronde één, na de 2e ronde twee, na de 3e ronde drie, na de vierde ronde 4 en na de 5e ronde vijf. Het stadszegel wordt weer op het speelveld gelegd en de bouwstofmarkers die als markering dienden worden weer in het zakje gestopt.
Stadsgeschiedenis De stratenreeksen die niet met een wapenschild bedekt zijn worden door de gebeurtenis getroffen. Een stadsplaatje is eerst dan kompleet van een negatieve gebeurtenis beschut wanneer er zowel horizontaal als vertikaal een stadwapen op zijn coördinaten ligt. Voorbeeld: Alle velden van rij 2 en alle velden van kolom D worden door de gebeurtenis getroffen. Bij een positieve gebeurtenis komt het op veld D2 tot een dubbele waardering. Stadsrecht Het stadsrecht wordt verleend. Voor alle burgers in de stratenreeks ( rij én kolom : dubbelwaardering mogelijk) krijgt de speler één punt. Hansebond De stad treedt toe tot de Hansebond. Voor elk gebouw (ook in opbouw) in de stratenreeks (rij én kolom: dubbelwaardering mogelijk) geldt 1 zegepunt. Muntrecht De stad krijgt muntrecht. Voor elke munt in de stratenreeks (rij én kolom: dubbelwaardering mogelijk) 1 zegepunt. De zwarte dood (Pest) De pest treft alle burgers in een stratenreeks (De burgermarkers worden verwijderd en uit het spel genomen ) Op de stadsplaatjes met burgers die aan de kant van een hospitaal liggen (ook in opbouw) en het hospitaal zelf, heeft de pest géén uitwerking. Vuurgloed Alle stadsplaatjes verbranden die zich in de stratenreeks bevinden (terug naar de speler). Burgers en munten worden gered, wanneer ze op een aangrenzend plaatje in veiligheid gebracht kunnen worden. Er mogen noch geen burgers of munten op die velden liggen. Zoniet dan vallen ook de burgers en munten ten prooi aan de vlammen (plaatjes uit het spel nemen). Op stadsplaatjes die grenzen aan de waterbekken en het waterbekken zelf,heeft het vuur geen vat. Verbrande gebouwen en weiden kunnen weer opgebouwd worden. Indien er door het vuur gaten ontstaan dan heeft dat voor de overige stadsplaatjes op het bord geen gevolgen. Er geldt immers steeds dat een nieuw stadsplaatje aan de kant van een ander aangelegd moet worden. Plundering Alle munten in deze stratenreeks worden geplunderd (plaatjes wegnemen en uit het spel verwijderen). Stadsplaatjes met munten die naast de Burg liggen ( Burg Schnellenberg en Ruine Waldenburg- ook in opbouw) en de burgen zelf, zijn beschut tegen plundering.
Bijlage bij 4. Volgende ronde
Stadsgeschiedenis Voor de rondes 3,4 en 5 wordt telkens het bovenste plaatje ‚stadsgeschiedenis‘ omgedraaid en op het einde van de ronde gewaardeerd. De spelers krijgen hun wapen terug. De rest zoals in de grondregels.
Bijlage bij IV. Speleinde en slotwaardering
Gebouwen Slaagt een speler erin twee stadstorens op tegenoverliggende zijden op te richten , dan tellen alle gebouwde stadstorens 6 punten, anders 3.
-7-
***************************************************************************************
Attandarra Een spel van Auteur: Horst Rokitte Horst Rokitte „Ideen für Spiele“ Adolf-Färber-Straße 7 57413 Finnentrop www.spiele-idee.de
Design: Albers Mediendesign Konstanz Voor de vele testrondes, aansporingen en voorstellen bedank ik vooral Martin Schlegel, Marco Ruskowski und Marcel Süßelbeck.
Dank ook aan de stad Attendorn voor de vriendelijke steun. In het bijzonder hier aan Wolfgang Hilleke, Tom Kleine en stadsarchivaris Otto Höffer. Vragen, kritiek of opmerkingen , schrijf naar
[email protected] Veel plezier bij de (spel)reis in het middeleeuwse „Attandarra“ wenst u
Horst Rokitte
-8-