BOUWKUNDE-WINKEL EINDHOVEN
\b>~lUllf'~~~lnl~!FlUJM ~~
:,)e
Eom;~unne.,..inkel
~inkels
i!'ö eer.
aan de Technische
ven. Dit
onder~oek
vo[D~
!F©InldJ~oo
T©lnl~~~lf'~
va~
de acht \·.'ete:1schap:::-
Univ~rsiteit
te Eindho-
iE eedaan in het kader
v~~ pr~
ject.... erk bt ae facu:: te i t Eouwkur1d.e, vake-roep :·'AGO.
de aan per=onen en zaken die voortvloeien uit de toep~~sincr
verrichte
of het
~ebruik
onder~ock,
r:r.-:>ve ~ci
van rezultaten van het
behoudens in eevul van opzet,
or .c:;rove nnli!.tisheicl van
dt~
TU.:: of à •:
~ lLfllLfl ~ft Cê ~ lrU ft ~ lLfl m
ft~
go [))
~ © IT'iHdJ ~ go
u©lrllgj~~~~
lh~rrff~ftft~~m~~ft~rr
M~eêlh
Technische Universiteit Eindhoven,januari 1990
~
0
0
~9)/ 9)(0)
lJJld~lrllg~
inhoudsopgave INLEIDING
1.1
de bouwkundewinkel
blz
1
1.2
de opdrachtgever
blz
1
1.3
de probleemstelling
blz
1
1.4
onderzoekstructurering
blz
2
HET ONDERZOEK
2.1
het voorgesprek
blz
3
2.2
de inventaris van de klachten
blz
4
3
de metingen
blz
4
3.1
de geluidsisolatie
blz
4
3.2
de verlichtingssterkte
blz
5
3.3
de lucht
blz
6
4
de normstelling
blz
7
4.1.1 geluid
blz
7
4.1.2 nadere analyse
blz
8
4.2
de verlichting
blz
9
4.3
de lucht
blz 11
5
de maatregelen
blz 12
5.1
geluid
blz 12
5.1.1 het muurdetail verbeteren en isoleren
blz 12
5.1.2 het plafond isoleren
blz 13
5.1.3 de kieren
blz 14
5.1.4 de muren zelf verbeteren
blz 15
5.2
blz 16
licht
5.2.1 het verbeteren van de relatie inrichting-
blz 17
kunstverlichting 5.2.2 verhogen van de lichtsterkte
blz 17
5.2.3 verhogen van de reflectie van de inrichting
blz 20
5.3
blz 20
lucht
5.3.1 mechanische ventilatie
blz 20
5.3.2 dakventilatie
blz 20
5.3.3 meer beweegbare ramen
blz 20
5.3.4 andere zonnewering
blz 20
5.3.5 roosters in de kozijnen
blz 21
INLEIDING 1.1 De bouwkundewinkel
Dit project werd door de bouwkundewinkel Eindhoven aangeboden.De B.W.E. is ontstaan uit een initiatief van studenten en medewerkers van de technische universiteit Eindhoven.Het doel van de
B.W.E.
is
het
middels
bevolkingsgroepen bij
onafhankelijke adviezen
hun aktiviteiten tot
steunen van
het behoud van een
goed leefmilieu. Daarbij gaat het om bevolkingsgroepen die niet beschikken
over
de
middelen
tot
het
(doen)
verrichten
van
onafhankelijk onderzoek. 1.2 De opdrachtgeyer De opdrachtgever van
dit
onderzoek
zijn
de
maatschappelijk
medewerkers van het buurtcentrum "De Ronde",vertegenwoordigd door Willem
Leussink. Zij
hadden
klachten
over
de
lucht-, licht-
en
geluidsteestand van hun kantoor. Zij hadden deze klachten reeds gericht tot het beheer van het gebouw,maar die had er geen oren naar. Het gemeentelijk overkoepelend orgaan van het buurtwerk wilde het project wel betalen, maar dan moesten de klachten wel hard
gemaakt
worden.Willem
Leussink
besloot
toen
tot
een
onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek door de universiteit. 1.3 De probleemstelling In samenwerking met medewerkers van de B.W.E. werden de klachten als volgt geformuleerd: Er zijn drie categorieën klachten;lucht,licht en geluid lucht:er heerst een zeer droog binnenklimaat.In de winter geeft het
huis-tuin-en-keuken-metertje
5
% R. V.
aan .Het
stoffig.Lensdragers moesten naar de specialist.
is
er
licht:Er is altijd kunstlicht nodig.Het daglicht schiet tekort. Ook zijn de vertrekken te donker ingericht zodat altijd de behoefte
ontstaat
kunstlicht
geluid:Men kan elkaar woordelijk verstaan andere ruimte.
te
gebruiken.
van de ene naar dee
Er zijn problemen tussen de openbare ruimte
en de spreekkarners,het toilet en een spreekkamer en tussen de spreekkarners onderling. Het geluictsprobleem moet worden opgelost en veranderingen aan de inrichting moeten worden bekeken .Ook moet worden onderzocht wat de factoren zijn van de luchtsituatie. 1.4 Onderzoekstructurering. Allereerst
werd
de
Tongelresestraat klachten
nog
14 6,
eens
inventarisatie
locatie
,buurtcentrum
bezocht.
Willern
nader. Besloten
van
de
Leussink
werd
individuele
Ronde"
"De
tot
een
op
de
verklaarde
de
schriftelijke
klachten
van
de
10
rnedewerkers.Voor het resultaat daarvan precies bekend was,zou al gestart worden met de geluidsisolatie- en verlichtingssterktemetingen .Met medewerkers van het akoestisch laboratorium is de locatie doorgelicht en er zijn metingen uitgevoerd.Al de ruimten zijn rn. b.v. niveau
een lux-meter op een werkzaam verlichtingssterkte-
gecontroleerd. Ook
zijn
foto's
gemaakt
om het
verschil
tussen zonder en met kunstverlichting duidelijk te maken.Later is dan een vergelijking gemaakt met de norrnstelling.Voor het geluid betekent dat NEN 5077
(Juni
verlichting wordt dat dan (Juni
'81) .Daarna
'89)
en Jellerna 7a en
7c.Voor de
'aanbevelingen voor binnenverlichting'
volgt
een nadere analyse om een betere vergelijking te kunnen maken en de schaal van de problemen te bepalen om zo het worden
de
scala aan maatregelen af te bakenen. Pas dan
verschillende
alternatieven
tegen
elkaar
gezet
of
gecornbineerd.De medewerkers van het buurtcentrum kunnen hieruit de eindconclusies trekken en bekijken,al of niet gefaseerd.
de
2
mogelijkheden
van
realisatie
HET ONDERZOEK 2.1
Het voorgesprek Dit is natuurlijk ook de kennismaking.Mij werden alle ruimten getoond, de medewerkers en de voorzieningen die zij reeds hadden getroffen tegen de klachten. De locatie is de verdieping van het buurtcentrum "De Ronde" (te Tongelre) met de spreekkamers voor de maatschappelijkmedewerkers (zie bijlage II) . Deze zijn,behalve de kamer voor het jongerenwerk, gelegen aan een openbare ruimte. Deze ruimte wordt gebruikt om algemene informatie te verstrekken (aan de balie) en als wachtkamer. Zo wordt dit ook de loopruimte van de medewerkers naar hun werkkamers en de keuken(koffie) .De spreekkamers zijn overwegend klein en liggen op een na aan de zuidgevel met 's zomers last van direct zonlicht terwijl er op deze kamers nauwelijks ventilatie mogelijk is. De medewerkers hebben veelal een deeltijdbaan.Elke vrijdag is er een werkvergadering en door de week hebben ze ochtenden of middagen spreekuur.Het is er dus vaak rustig.Er zit altijd iemand achter de balie, gebruikmakend van computer met printer en kopieermachine. Deze apparaten maskeren de gesprekken in de spreekkamers niet. Daarom is er een radio aangeschaft.Er is slechts een medewerker op het idee gekomen om de kieren bij zijn deur te dichten
met
een
strip.Dit
kan
hij
ook
gedaan
hebben omdat hij last had van de sigarettenrook van de wachtenden in de openbare ruimten.Omdat er
3
ook nogal wat rook opsteeg van beneden is er een tochtdeur
geplaatst
nog
voor
de
lift.Deze
maatregel heeft de situatie merkbaar verbeterd.Dat kan niet gezegd worden van de 5 bevochtigers die zijn
aangeschaft
om de
luchtvochtigheid op
een
aanvaardbaar peil te brengen.Deze moesten namelijk constant draaien en begaven het na 3 maanden. 2.2
De inventarisatie van de klachten. Of er gemeten moest worden is niet afhankelijk van de precieze resultaten van de geprekken .Aldus is er vroeger gestart met
het
meten.
De enquette
geeft het volgende beeld: -De geluictsklachten betreffen overwegend de spraakverstaanbaarheid of de vertrouwelijkheid. -De luchtklachten lijken toch voor een groot deel veroorzaakt te worden door het roken, al of niet door de bezoekers.Toch willen de medewerkers geen rookverbod.De
nerveuze
wachtenden
dienen
zich
geheel te kunnen ontspannen. -De symptomen zijn tot nog toe vooral neus-,keelen oogklachten. -De luchtbevochtigers hielpen niet. Er is een zonwering die niet te combineren is met ventilatie. -De
lichtklachten
betreffen
het
feit
dat
er
constant met kunstlicht gewerkt moet worden. 3
De metingen 3.1
de geluidsisolatie
Het doel van de metingen is de geluidsisolatie van de wand tussen de vertrekken te kunnen vergelijken
4
met de normwaarden uit NEN 1070. De te gebruiken definitie ; DnT = L 1
-
L2
+ log(Tl/0,5).
De apparaten worden eerst geijkt .Dan plaatst men de bron in de zendruimte,meet men het gemiddelde geluidsniveau aldaar en meet dan het gemiddelde geluidsniveau in de ontvangruimte.De nagalmtijd Tl
in
de
ontvangruimte
corrigeren
voor
de
wordt
gebruikt
om
te
ruimteinrichting .Metingen op
locatie worden zoals gebruikelijk op band gezet en dan
later uitgewerkt
m.b.v.
de
computer
in het
lab. akoestiek. - De gebruikte apparatuur De bron
luidspreker
type 4224
De microfoon
4145 nr 25
938522
De calibrator
4230
94 dB
De recorder
nag ra IV SJ
19 cm/s
De band
nr 9
13 cm
III
6 Oktober 1989
- De datum
De metingen vonden plaats NEN
1070 en NEN
ruimten
1
en
volgens
de
normbladen
5077 .Er werd gemeten tussen
2
,
3
en
4
en
3
en
7
de zie
plattegrond in bijlage II)
3.2
De verlichtingssterktemeting.
Het doel van deze meting is wederom het kunnen vergelijken van de waarneembare praktijk met de normstelling. Daartoe meet men de verlicht ingssterkte op de verschillende werkvlakken met een lichtgevoelige cel.
5
- De gebruikte apparatuur. de lichtsterktemeter
metawatt
metrux k
M 38771113 de lichtgevoelige cel -De datum De
idem 6 Oktober 1989
metingen
uitgevoerd
zijn
volgens
de
'aanbevelingen voor binnenverlichting'. Voor de resultaten van deze meting zie bijlage I .Omdat er
een
relatie
blijkt
te
bestaan
tussen
de
plaats van de bureau's t.o.v. de verlichting is die situatie in kaart gebracht.Zie bijlage II. Dan blijkt dat deze indeling redelijk efficient gemaakt is,m.u.v. ruimte 5 dan. 3.3 De
De lucht metingen
die
men
cijfermateriaal
te
maatregelen
zou moeten
verrichten
om
produceren
om
daarmee
wetenschappelijk
te
kunnen
onderbouwen zijn te langdurig .Het gaat hier om een
luchtvochtigheidsprobleem.Dan
seizoenen
worden
cijfermateriaal
te
bekeken
om
leveren.Het
moeten
de
bevredigend project
dient
echter binnen één trimester te vallen.Daarom is besloten deze metingen niet uit te voeren en uit te
gaan
van
de
klacht
opzich.Het
enige
cijfermateriaal is de melding dat 's winters het eigen metertje van
deze
5%
meting
R.V. is
aangeeft.De echter
niet
apparatuur voldoende
geijkt.Het levert ons slechts een indicatie.Die kan op zich wel serieus genomen worden omdat men
6
nl. voor iedere ruimte een luchtbevochtiger heeft aangeschaft. De symptomen van de genoemde klachten (oog-, neus- en keelirritatie)geven aan dat er ook aan andere oorzaken gedacht kan worden .Erg belangrijk is namelijk het er door medewerkers en klanten gerookt sigarettenrook is mijns inziens de oorzaak van de klachten. Daarom moet
feit dat wordt.De grootste er meer
gezocht worden in de richting van ventilatie dan regeling van het binnenklimaat. Ventilatiemetingen zijn echter ook te complex. Rest ons alleen nog de mogelijkheid de summiere normstelling op dit gebied te vergelijken met praktijkervaringen en vuistregels.
4
De normstelling 4 .1.1
geluid
De normstelling is o.a. te vinden in jellema 7c hoofdstuk 1 ; normen en voorschriften en hoofdstuk 5 ; practische geluidwering in en tussen gebouwen. De eisen zijn opgesteld per situatie.Alle praktijksituaties zijn gecategoriseerd. Buurtcentrum Tongelre valt hierbij onder klasse III: kantoorwerkzaamheden voor maatschappelijk werk:grote vertrouwelijkheid vereist (tabel 5.6.c) .Tussen de kamers geldt dan een praktijkeis luchtgeluidisolatie isolatoieindex tussen
van voor
47 de
kantoorvertrekken
dB (tabel 5.6.a) .De vereiste geluidwering waarbij
grote
privacy
gewenst is, moet volgens tabel 5. 5. minimaal -5 zijn,maar de voorkeur heeft een geluidisolatie-
7
'TabeiS.S Ve:ntlate geluldwering In kantoorgebouwen [42] luchtgeluidisolatie tussen de vertrekken I,u [dB] T0 - 0,8 a
laboratoriumisolatie van de wand r-!dBJ
scheiding
vooi'Xeur
minimum
voorkeur
minimum
tussen gelijksoortige normale kantoorvertrekken· oppervlak < 30 m2 oppervlak > 30 m2
-10 -8
-15 -13
.-8 -10
-14 -15
-5
-10 -8
-3 -4
-8 -10
-5
+3 +1
-3
tussen ruimten met hoge geluidproduktie (typekamers, meerpersoonskamers) en stillere vertrekken (éénpersoonskamers) oppervlak < 30 m2 oppervlak > 30 m2
-3
tussen kantoorvertrekken waarbij grotere privacy gewenst is oppervlak < 30 m2 oppervlak > 30 m2
index L1
(Ilu) =0 1
0 +2
-3
zonder nagalmcorrectie
~
(dus alleen
L 21 zonder 10log (T 2 /0 1 8) ) . Die index wordt als
-
volgt verkregen:
men middelt de geluidwering van
de verschillende frequenties 2000
Hz) 1 per
octaafband.Dan
genormaliseerde specifieke
(125 1 250 1 500 1 1000 en wordt
de
luchtgeluidwering
normwaarde
afgetrokken. De
gemeten van
de
specifieke
normwaarden zijn: f
=
Rw= 4 .1.2
125
250
500
1000
2000 Hz
34
43
50
53
54 dB
Nadere analyse
Voor de metinguitwerking zie bijlage III. Er blijkt dan een relatief groot verschil tussen de uitkomsten bij II)
als
kunnen
ruimte
zendruimte. Dit
3 en ruimte
zou
worden
door
het
ontvangruimte
veel
groter
wel
feit is
eens
dat dan
1
(bij lage
veroorzaakt
ruimte ruimte
2
als 4
&
?.Uitwerking zie bijlage IV.Als conclusies rollen er dan uit :-De bestaande situatie voldoet niet.
8
-Het grootste geluictslek zit hoorbaar bij
het plafond.
-De situatie bij het toilet is nu de beste Aangezien alleen hier de wand steens is kan worden geconcludeerd dat de wand zelf ook een factor is in de onvoldoende geluidwering -Het dichten van deuren met behulp van een strip is een goede methode. 4.2
de verlichting
De normstelling voor verlichting is vastgesteld in 'Aanbevelingen voor binnenverlichting'. Deze
eis
is
gerelateerd
aktiviteiten.Daarbij zijn geklassifiseerd
naar
de
kijkafstand
*
fig 11
---
·-
..,
E
l
-
_.,.
~~-..-
~
.
. . ...
k .... . . . . . . .
-·•..
}' /~
f
.. I I V .. / '/V / .. V
... "' 0
~
Y': / V
/ ~ ~ ....... ,_,;;;"
_F.. 41
u
...
~~ u
u
';:;>"
"
...
llrtüKM~in~
Typering en klasse-indeling van de visuele taak op grond van de grootte van het kritisch detail en de kijkafstand. Is het kritisch detail bijvoorbeeld 0,2 mm groot en de waamemingsafstand ca. 0,35 m, dan is het kritisch dfltail ca. 2 boogminuten, wat tot een typering .no"."..,· en .." klasse-indeling I/leidt.
9
aan
de
van
de
kritische
lettergrootte)in mm.
'
....
scherpte
11 opgesteld . Daarin is
gerelateerd
detailgrootte(=1/5
de
de verschillende taken
benodigde
oogtaak.Daartoe is figuur
aan
lig 72
--..
~
I
-- / / ... V 1..... V V
h'
~ ;
~ /
4"V -r ....
r--
A
'
k'/
~;
•
~-- ..... -
riM:O fOutlft
~==-k .............
,.,.t.ea
typen,. .,... .. &Mil MllKM dllltaittroottt tn ~
-. . ....... .
::.
,
u
'
..
.... 'IC:
" "
u
De keuze van de verlichtingssterlcte: A = De minimaal toelaatbare verlichtingssterlcte op de werkplek. Ook na verloop van tijd en op de meest ongunstige plek mag de gemeten verlichtingssterlcte nooit lager zijn dan deze waarde. B = De nominale verlichtingssterlcte: d.w.z. de verlichtingssterkte, die gemiddeld over het werlcvlak en gemiddeld over de onderhoudsperiode van de installatie aanwezig is. C = De initiële verlichtingssterkte : d.w.z. de verlichtingssterkte, die gemiddeld over het werkvlak, maar nu in nieuwe toestand van de in.<:tRII1!1iA :mnwA7in i<:
Zo vallen de werkzaamheden in " de Ronde " tussen klasse II en III
kijkafstand = 0,6 m,kritische
detailgrootte = 0,4 mm ) .Dan kan in figuur 12 de aanbevolen
verlichtingsterkte
afgelezen
worden.
Voor " De Ronde " geldt dan een minimaal toelaatbare verlichtingsterkte van
250
lux .Er zijn dus
geen klassecorrectiefactoren van toepassing.
Als
we dit vergelijken met de metingen van 6 oktober j .1.
(zie
bijlage
concluderen: 1 V\ lA'()~ t . -Zonder ~licht
dan
I)
wordt
valt
alleen
het
volgende
in
ruimte
te
4
de
minimaal toelaatbare waarde van 250 lux gehaald. -De
rest
is
zo significant
lager dat
kunstlicht
noodzakelijk is om de oogtaak uit te voeren. -Met
kunstverlichting
wensen ongeveer 5 heeft
over.Ruimte
laat 1
komt
de
situatie met
135
nog lux
te tot
de helft van het benodigde niveau.Ruimte slechts 2 van de 5 werkvlakken voldoende
10
verlicht. -In ruimte 5 laat de relatie van de inrichting met de kunstverlichting te wensen over.Het is echter niet
te
verwachten
dat
met
het
optimaliseren
hiervan alleen het probleem wordt opgelost omdat de tekortkomingen in deze ruimte te groot zijn. -In ruimte 4 is de lichtsterkte zonder kunstverlichting voldoende,rnaar het maakt de verlichting
nog
niet
bevredigend; het
interieur
absorbeert te veel licht,zodat toch constant kunstverlichting wordt gebruikt (zie bijlage VI, de
foto's) .
4.3
de lucht
Deze is opgesteld inNEN 1087.Er wordt vereist dat 's
winters
de
R.V.
minimaal
groter
is
dan
35%.0rndat over de praktijkwaarden geen nauwkeurige waarden
bekend
praktijkwaarde
zijn(gerekend van
10
%
!)
wordt en
op
vanwege
een de
verwachting dat dit niet de kern van de oorzaak is van
de
klachten,kijken
we
ook
naar
de
noodzakelijke ventilatie.De sigarettenrook is m.i. een van de grotere boosdoeners. In NEN 1087 staat dat in een kantoorruimte waarin gerookt wordt de ventilatie 50 rn3/pers.uur moet bedragen. (wordt er niet gerookt dan moet de ventilatie 30 rn3/pers.uur bedragen) .Er
moet
gerekend
worden
op
een
capaciteit van ongeveer 11 personen.Het volurne van het
kantoor
is
455
rn3.De
noodzakelijke
I 455 1, 2 .Gemiddeld zijn er 6 personen aanwezig.Dat resulteert in een benodigde ventilatielatievoud van 0, 7 .Uit de praktijk blijkt dat kan worden
ventilatievoud wordt
11
dan
11
x
50
geconcludeerd dat deze waarde niet gehaald wordt zonder actieve ventilatie. 5
De maatregelen geluid
5.1
Opsomming van de te nemen maatregelen. -1, het muurdetail verbeteren en isoleren -2, het plafond isoleren -3, kieren dichten -4, muren zelf verbeteren 5 .1.1
het muurdetail verbeteren en isoleren
Uit de metingen is gebleken dat het grootste lek· bij dit detail zit lek
(dat kon
kan gemakkelijk gedicht
je zelfs horen) .Dit worden. Getracht
zal
moeten worden om de geluidisolatie gemiddeld ongeveer 20 dB te laten stijgen.Daartoe wordt: -de voeg gedicht met kit -het aanbrengen van isolatiemateriaal -de
poreuze
baksteen
dichtpleisteren.
kosten: pleisterwerk f25,-/m2,1/4 m.u./m2, tot.
f 265,-
isolatie
f 250,-
f9,20/m2,1/8 m.u./m2, tot.
openbreken
1/2 m.u./ruimte
kit tot.
f 100,f lQQ~f 715,-
De prijzen komen uit de Nederlandse Bouw Documentatie van 1989. Aangezien de plafondlatten niet altijd evenwijdig lopen aan de muren,zal er heel wat gesloopt moeten worden. Ook
is
het
12
niet
aannemelijk
dat
hiermee
alle
geluictslekken
opgelost
zullen
worden .Aldus
komt de behandeling van het toch te slopen plafond in aan- merking.
I
SCHAAL 1 : 5 5.1.2
het plafond isoleren
allereerst
kan
het
bestaande
plafond
verbeterd
worden.Dat zou als volgt gedaan kunnen worden:
SCHAAL 1: 2 Het grootste geluidlek zijn nl. de spleten tussen
13
de latten.Kosten: f65,-/m2 , 1 m.u./m2 latten (hout)
tot f 15.750,-
Ook kan een akoestisch isolerend plafond worden aangebracht. Een positieve factor hierbij
is dat
het ook thermisch isolerend is.Op deze manier is het ook gunstiger voor het binnenmilieu, 's winters en
's zomers.'s Winters is het minder koud en 's
zomers
wordt
de
dakopwarming (tot
70
°C!) minder
naar binnen overgegeven. De keuze ligt dan nog tussen houten latten en metalen platen.Beide zijn in
lichte
matter
kleuren
te
schilderen. Hout
uitkomen, de
kosten
z~Jn
zal
iets nagenoeg
hetzelfde.De geluidweringsverbetering is van beide alternatieven om en nabij de 9 dB(NBD Bomatex) (voor
enkele
voorbeelden
zie
bijlage
V
a) .Kosten: hout isolatie
f 65,-/m2, 1 m. u ./m2 tot f11,50/m2,1/8 m.u ./m2 tot
totaal metaal isolatie
f 60,-/m2, 1 m.u./m2 tot f11,50/m2,1/8 m.u./m2 tot
totaal 5 .1. 3
f 15.750,-
2 • .5fiQ,f f 18.310,f 14.875,-
2.5fiQ,f f 17.435,-
de kieren
Hierbij valt te denken aan: 1
de
kieren
tussen
deuren en ramen metselwerk
de
houten
(tussen ruimte
2 de kieren tussen deur en kozijn 3 de kieren onder de deuren
14
kozijnen 3 en
4)
van
de
en het
ad 1
Deze
kunnen
worden
gedicht
met
kit.Dat
scheelt 2 a 3 dB (jellema 7c blz 85 ad c). ad 2
Deze kunnen worden opgevangen met strips.Het feit dat Ilu (1,2) beter is dan Ilu(3,4) duidt erop dat de strips erg goed werken .Bij de meting hoorden
we
hier
ook
duidelijk
het
lek. De strip zal resulteren in een geluidweringverbetering van de deuren van 15 dB. ad 3
Deze kunnen ook opgevangen worden m.b.v. die strips,met echter
dezelfde
een
grote
resultaten.Daar
maar
aan:deze
kieren
zullen noodzakelijk worden als ventilatiemaatregelen worden gekozen gebruikmaken
van
de
circulatie
zit
door
er die de
verschillende vertrekken. Dit terwijl Jellema een minimale geluictswering van 40 dB voorschrijft
(tabel 5.13)
en zo'n kier
een Rw heeft van 20 dB. De kosten zullen zo gering Zl.Jn dat zij geen factor van betekenis zullen zijn bij de beslissing dit wel of niet toe te passen. 5 .1. 4
de muren zelf verbeteren
uit het feit dat Ilu (4,7) kleiner is dan de andere 2
situaties
kan
geconcludeerd
worden
dat
de
invloed van de wand zelf ook niet te verwaarlozen
is. Er kunnen transmissielekken ontstaan door de trilling lucht-massa-lucht,maar de grootste factor zal de porositeit zijn van de MBI lichtbetonstenen.Het gaat dus vooral om de dichting van de muur.De verschillende mogelijkheden zijn dan: -afwerking met pleisterwerk Rw=35 dB
15
kosten: f 25 1 -/m2 -afwerking isolatie
met
1/4 m.u./m2
tot
gipskartonplaten
en
1
f 2.7251akoestische
(steenwol); de zogenaamde voorzetwand.Dit
levert dus de dichting en de isolatie. kosten: f100,-/m2 , 1
m.u./m2
Rw =45 dB
tot
f 5.445,-
---
-· · ~ .
'
de voorzetwand. -afwerking met bekleding.Dit levert dus alleen wat dichting
Rw<30
dB kosten: f 50,-/m2 5.2.
1
1/2 m.u./m2 tot
f 5.445,-
licht
opsomming van de mogelijkheden. -1 1 het verbeteren van de relatie inrichtingkunstverlichting. -2 1 verhogen van de verlichtingsterkte
-3 1 verhogen van de reflectie van de inrichting
16
Er is een onderscheid te maken tussen de vertrekverlichting
en
de
vertrekverlichting mensen
bureauverlichting.Voor is
het
alleen
zich prettig voelen
in
de
nodig
de
dat
de
ruimte, dat
ze
elkaar en de voorwerpen goed kunnen
zien. Van de
bureauverlichting wordt echter verlangd dat het de specfieke oogtaak van voldoende licht voorziet.Op de
locatie
voldoen
beide
nu
niet;met
alleen
daglicht voelt men zich niet prettig in de ruimten en kan de oogtaak niet
worden uitgevoerd.Bij
de
vertrekverlichting gaat het meer om de ruimte zelf en
bij
de
bureauverlichting
om
de
benodigde
lichtsterkte. 5. 2. 1
het
verbeteren
van
de
relatie
inrichting-
kunstverlichting. De
vertrekverlichting
kan
verbeterd worden
door
het effectiever plaatsen van de verlichtingsarmaturen.
Voor de bureauverlichting kunnen de arma-
turen verlaagd worden.Er geldt namelijk: E = X*l*r2/(h2+r2) met
E=verlichtingsterkte r=lichtbrongrootte h=hoogte
E is dus nagenoeg kwadratisch afhankelijk van de hoogte
.Aldus
zal
het
een aanzienlijke bijdrage
leveren aan de lichtsterkte.Ook kan gedacht worden aan bureaulampen
(armlampen) .Dit laatste betekent
wel dat er geen groot verschil mag zijn t.o.v. de vertrekverlichting
omdat
anders
de
medewerkers
bij gesprekken teveel worden afgezonderd. 5.2.2.
verhogen van de verlichtingsterkte
17
daartoe kan: -gebruik worden gemaakt van T.L.-lampen met hoger vermogen.In 'aanbevelingen voor kunstverlichting' wordt aanbevolen in dergelijke kantoren een kleurweergave-ondex
(Ikw)~80
na te streven.Dan valt de
reeds gebruikte T. L-lamp uit
58W/84 (=Ikw)
als beste
de bus. Aangeraden wordt dus die overal te
gebruiken i.p.v. de ~3W/8-ls.Qwl~3 -de armatuur verbeterd worden. In de bestaande situatie is de reflectie van bovenaf erg laag en is dus het rendement laag. Figuur 55,blz40, uit aanbevelingen voor kunstverlichting leert ons dat de vormindex (=k) geanalyseerde
vertrekken
=1
en
het
van de
rendement
=28%. Uit figuur 56 blijkt dat door hetplaatsen van een trog; een reflectiescherm tussen lamp en plafond, het rendement stijgt tot ± 37% .Dit verhoogt de verlichtingsterkte met een factor 1,3
(200 lux-> 260 lux).Figuur 58 toont
zelfs dat een rendement van ±40% haalbaar is met een batwing.Dat levert een factor op van 1,4
(180
lux ->250 lux) . kosten: de trog
f 200,-/stuk
tot.
f 5.000,-
de batwing
f 300,-/stuk
tot.
f 7.500,-
18
lig. 55
balk
V: 0,96
'1. 0 ,9 Pp 0 .1 0 ,8
PwO.S
0,7 0,6 0 ,5 0 ,4 0,3 0,2 0,1
2
3
s
4
.. k
fig. 56
fig. 58
trog
.. Botwing-
V= 0,81
'1.
'1.
0,9
0,9
V: 0,71
~p 0.7
0,8
PwO.S
0 ,8
~P0 ,7
PwO,S 0,7
0 ,7
0 ,6
0,6
0,5
o,s
0,4
0 ,4
0,3
0 ,3
0 ,2
0 ,2
0 ,1
0,1
2
3
s
4
Pp0.3 Pw0,1
2
3
s
4 .. k
.. k
19
5.2.3 verbetering van de reflectie van de inrichting. De reflectie zorgt vooral voor de verbetering van de vertrekverlichting; de beleving van de ruimte, maar kan er ook voor zorgen dat de oogtaak zonder kunstverlichting zal kunnen worden verricht.Als de reflectiefactor
voor
de
wand
van
0, 1
naar
0, 5
stijgt en de reflectiefactor voor het plafond van 0,3 naar 0,7,resulteert dit in een rendement van =47%,wat
neer komt op een
bestaande situatie realiseren
door
de
factor
1,7 t.o . v.
(150 lux -> 250 lux) .Dit is te wanden
wit
te
schilderen, te
bekleden of gewoon te pleisteren en plafond aan te brengen (zie bijlage V ) . 5.3
de
een
wit
lucht
Opsomming van de mogelijkheden. -1, mechanische ventilatie -2, dakventilatie -3, meer beweegbare ramen -4, andere zonnewering -5, roosters in de kozijnen 5.3.1
mechanische ventilatie
5.3.2 5.3.3
dakventilatie meer beweegbare ramen
Deze mogelijkheden zijn allen te rigoreus en/of te duur.vermoedelijk zijn ze wel het meest effectief.
5.3.4
andere zonwering
20
Dit is zeker een mogelijkheid omdat de bestaande zonwering de ramen blokkeert en zo de ventilatie verkleind. Het raakt echter niet de kern van het probleem.Er is niet veel ventilatie nodig,maar wel continu en overal.Men zou bijvoorbeeld de afschrijving op de zonnewering kunnen versnellen zodat bij vervanging met de te openen ramen rekening gehouden kan worden. 5.3.5
roosters in de kozijnen.
Er zijn dan twee alternatieven: -roosters in het glas.kosten: roosters f 100,-/m tot. f 2.200,ruit f 150,-/m tot. f 3.300,tot. f 2.200,montage ±4 manuren/m totaal: f 7.700,wellicht is het dan goedkoper om raamventilatoren aan te schaffen,waarvan u bij verschillende bedrijven een offerte kunt aanvragen. -roosters in het kozijn kosten: roosters montage totaal:
f
20,-/m
±4 manuren/m
tot.
f
440,-
tot.
f
2.200.-
f 2.640,-
21
LICHTMETING IN HET BUURTHUIS 'DE RONDE 6 OKTOBER 1989 ,bijlage I 1800 lux 2050 lux
Algemeen : voor het raam daglicht (midden op straat) Ruimte 1
Ruimte 2 : boven de balie de grote tafel in het midden voordeingang om de hoek, bij de kamers
Ruimte 3
: bureau bij het raam bureau bij de deur
Ruimte 4
Ruimte 5
15 lux 135 lux
: zonder kunstverlichting met kunstverlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting
5 360 5 330 100 5 120
lux lux lux lux lux lux lux lux
zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting
120 340 50 275
lux lux lux lux
300 430
lux lux
11 200 13 325 5 220 5 220 16 400
lux lux lux lux lux lux lux lux lux lux
: zonder kunstverlichting met kunstverlichting : bureaus tegen elkaar bureau naast het raam bureau in de hoek bureau bij de deur tafel in het midden
zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting zonder verlichting met verlichting
5
- - - - - - - - -- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - . De metingen zijn verricht op de werkvlakken in de bestaande opstelling.De kleine ruimten zijn zo efficient mogelijk geplaatst.dus kan worden aangenomen dat er in de toekomst niet een opstelling zal worden gebruikt die een significant beter ver-lichtingsniveau zal opleveren .
~ ·-z
~
I
·-u
J
~
lJ
.) ul
0
UJ
..... :=:l
<(
V)
ILLJ
D
a:: LLJ LLJ
V)
--1
< UJ
a::: UJ '!J
)j
·-r ~
~
·-r-
I -:;... --...
'
~ .
~1
.2_3
~
r:\J .!J
~
j
.r
t
0
~
..
0 0 _J
~
<( <(
:I: Vl
u
CX)
~
~
0'\
-.,.._ L1J
<(
:::>
-...... Vl L1J
a=
Cl L1J
L1J
__, -Vl <( UJ
LLI
0:: l!J
Bijlage III
g
e
geluldalaolatle 40
I u i d
s i
s 0
I
a t
i
e i n d B
0~--~---------+--------~--------~--------~---125
500
250
1000
2000
frequentie in Hz o geluidsisolatie ruimte1 & 2
c geluidsisolatie ruimte 3 & 4
geluidsisolatie ruimte1 & 2 geluidsisolatie ruimte1 & 2 ,gecorr. geluidsisolatie ruimte 3 & 4 geluidsisolatie ruimte 3 & 4 ,gecorr. I geluidsisolatie ruimte 3 & 7 geluidsisolatie ruimte 3 & 7 ,gecorr. frequentie
25.1 32.2 20.2 27.3 20.2 20.5 20.8 21 .1 26.7 30.6 29.1 33 125 250
35.8 30.9 22.7 23.3 31.1 33.7 500 1000
31 .8 26.9 18.2 18.8 28.9 31 .3
• geluidsisolatie ruimte 3 & 7
39.3 34.4 27 27.6 35.4 37.8 2000
_, 6 _, 9 -29 -27 -20 -15
Bijlage IV
g
e
geluidsisolatie
gecorrigeerde 40
I
u .i d
s i
s 0
I
a t i
e n
0 125
d
250
8
500
1000
2000
frequentie in Hz o ruimte 1 en 2
frequentie ruimte 1 ·> 2 ruimte 3 ·> 4 ruimte 3 ·> 7
c ruimte 3 en 4
• ruimte 3 en 7
125 250 500 20.2 27.3 26.9 20.8 21.1 18.8 33 31 .3 29.1
1000 2000 30.9 34.4 27 22.7 33.7 37.8
·19 ·27 . 15
·16 ·29 ·20 I
I gecorr.
Bijlage V
~
• 10 log ~I'
n•tl
R. •
1; lindilll de spint
filter zou •trktnl
splttlisol~t•t b•j 1 m' iplttt /m2
oneindig gotd isoltrtndt
w~r.d
1
111111
2) mm
S mm
1d :: ~
.
~ ~~~-+~~~-+------~-t-r--~
ö
..
:!
"ii.
~
08
1.1"1
~
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-~-~~~~~~~~~~~~~~~~ frequentie I
IHzl - - - - -
Fig. 8.16 Geluidisolatie van spleten (1 S]
REFLECTIEFACTOREN VAN DIVERSE MATERIALEN Tabel12. Materiaal
Tabel13. Reflectiefactor
Kleur
licht
middel
donker
Baksteen
0,10-0,30
Rood
0,30
0,18
0,10
Beton
0,25-0,40
Bruin
0,30
0,15
0,07
Wit pleisterwertc
0,70-0,80
Geel
0,70
0,50
0,30
Donkerbruin tapijt
0,05- 0,10
Groen
0,40
0,20
0,10
Donkere houtsoorten {iroko, wengé)
0,10-0,30
Blauw
0,60
0,30
Uchte houtsoenen {berken, licht eiken)
0,30-0,50
Schrijfpapier
0,70-0,80
Hoogglanzend aluminium
0,80- 0.85
Mat aluminium
0.50-0,60
.
Zwart
0,10 <0,04
Grijs
0,65
Wit
0,80
0,30
0,10