Bi nnenmi l i euv andeopenbar e s chol eni nGr oni ngen
binnenmilieu van de openbare scholen in Groningen oktober 2009
Gea Meijer Frans Duijm GGD Groningen Postbus 584 9700 AN Groningen 050-3674000
1
Samenvatting Om de ventilatie in openbare scholen te beoordelen zijn CO2-metingen gedaan in 174 leslokalen van 61 schoolgebouwen voor primair onderwijs (PO), voortgezet onderwijs (VO) en speciaal onderwijs (SO) van de Gemeente Groningen. De metingen zijn uitgevoerd in het stookseizoen gedurende een week per lokaal. In 38 lokalen van het VO zijn de ventilatievoorzieningen beoordeeld en is de ventilatiecapaciteit berekend en vergeleken met de ventilatiebehoefte. Bij ventilatie die voldoet aan de arbo-normen, zijn geen CO2-concentraties hoger dan 1400 ppm te verwachten. In 97% van de lokalen voor VO en 86% van de lokalen voor PO lopen de CO2-waarden hoger op dan 1400 ppm. In PO-scholen zijn de gehalten gemiddeld 27% van de lestijd hoger dan 1400 ppm. De P98 van de CO2-concentraties is in het VO statistisch significant hoger dan in het PO, en in het PO + VO samen hoger dan in het SO. De piekwaarden van de CO2-concentratie zijn in een aantal lokalen hoger dan 4000 ppm, de bovenste detectiegrens van de meetapparatuur. In het VO hebben slechts 4 van de 38 onderzochte lokalen voldoende in de winter bruikbare ventilatievoorzieningen om in de ventilatiebehoefte te voorzien. De CO2-concentratie (P98) correleert met de bruikbare capaciteit van de voorzieningen en met de inhoud van het lokaal. De verschillen tussen de schoolgebouwen onderling zijn significant groter dan de verschillen tussen de lokalen binnen een schoolgebouw. In dit onderzoek hebben de 20 lokalen met mechanische ventilatie gemiddeld een lagere CO2-waarde dan lokalen met alleen natuurlijke ventilatie. De aanwezigheid van ventilatieroosters gaat niet gepaard met lagere CO2-waarden. De mogelijkheid tot dwarsventilatie geeft alleen bij het SO significant lagere CO2-waarden. De invloed van weersomstandigheden op het CO2-gehalte binnen geeft geen eenduidig beeld. Wel blijken windsnelheid en de ligging van het lokaal ten opzichte van de overheersende windrichting van invloed te zijn op het CO2-gehalte binnen: Hoe harder het waait, hoe lager het CO2-gehalte en lokalen met ramen en roosters op ZO/Z/ZW/W hebben gemiddeld lagere waarden voor CO2 dan lokalen met ramen op NW/N/NO/O. Temperaturen in de lokalen boven 20°C komen vaak voor. Er is mogelijk energie te besparen door de lokalen minder te verwarmen.
2
Inhoudsopgave Samenvatting........................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave......................................................................................................................................... 3 Voorwoord .............................................................................................................................................. 4 1. Inleiding .............................................................................................................................................. 5 1.1 Ventilatie....................................................................................................................................... 5 1.2 Temperatuur en luchtvochtigheid ................................................................................................. 5 1.3 Buitenmilieu.................................................................................................................................. 6 1.4 Vraagstelling ................................................................................................................................. 6 2. Opzet en methode................................................................................................................................ 7 2.1 Subonderzoek meteo-gegevens..................................................................................................... 8 3. Bevindingen......................................................................................................................................... 9 3.1 Ventilatie....................................................................................................................................... 9 3.2 Capaciteit ventilatievoorzieningen, -behoefte en maat van het lokaal........................................ 10 3.3 Verschil tussen schoolgebouwen ................................................................................................ 11 3.4 Invloed van aanwezigheid ventilatievoorzieningen .................................................................... 12 3.4.1 Mechanische ventilatie ........................................................................................................ 12 3.4.2 Ventilatieroosters................................................................................................................. 13 3.4.3 Dwarsventilatie.................................................................................................................... 13 3.5 Weersomstandigheden ................................................................................................................ 14 3.5.1 Invloed weersomstandigheden op gemeten CO2-gehalte .................................................... 15 3.5.2 Windrichting, ligging lokalen en CO2-gehalte,.................................................................... 16 3.5.3 Invloed weersomstandigheden gedurende een heel stookseizoen ....................................... 16 3.6 Temperatuur binnen .................................................................................................................... 18 3.7 Relatieve luchtvochtigeheid binnen ............................................................................................ 20 4. Discussie en conclusies ..................................................................................................................... 21 5. Literatuurlijst ..................................................................................................................................... 23 Bijlagen ................................................................................................................................................. 24
3
Voorwoord De Gemeente Groningen stelt GGD Groningen in de gelegenheid om onderzoek te doen op het gebied van milieu en gezondheid. In de afgelopen jaren zijn er dan ook een aantal onderzoeken uitgevoerd in scholen. Hieruit kwam indertijd naar voren dat vooral de ventilatie van de onderzochte scholen te wensen over laat. Op basis van deze en landelijke onderzoeken heeft het schoolbestuur van de openbare scholen in de stad Groningen de wens geuit om zicht te krijgen op hoe de ventilatie op de Groningse openbare scholen is, met als doel de meest ongunstige scholen als eerste aan te pakken. De GGD Groningen heeft de opdracht gekregen om een screeningsonderzoek uit te voeren, zowel op primair, voortgezet als speciaal onderwijs. Op basis van deze metingen is een top tien van minst geventileerde scholen opgesteld. In deze scholen worden als eerste maatregelen genomen ter verbetering van de ventilatie. De scholen die hebben deelgenomen hebben hun eigen meetresultaten ontvangen, vergezeld van tips ter verbetering. Een deel van de resutaten van dit onderzoek is eerder gepubliceerd op het Nederlads Congres Volksgezondheid (2008) en in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG, 4/2009). Een woord van dank gaat uit naar Arjen Waijer voor zijn bijdrage aan het veldwerk.
4
1. Inleiding Al lang is bekend dat op scholen luchtweginfecties worden overgedragen en dat dit gepaard gaat met verergering van astma en ziekenhuisopnames.[1] Er zijn aanwijzingen dat inhalatie van huisdierallergenen, die in de kleding van kinderen van huis worden meegenomen, in scholen zonder huisdieren kan leiden tot het ontstaan van nieuwe gevallen van astma.[2, 3] Mogelijk verhoogt de verontreiniging van de binnenlucht de kans op klachten over de slijmvliezen, hoofdpijn, duizeligheid, vermoeidheid en concentratieproblemen.[4] Ook zijn er aanwijzingen dat de lucht in schoollokalen een ongunstig effect kan hebben op aandacht, tempo, inprenting en aantal fouten van de leerlingen.[5, 6]
1.1 Ventilatie De lucht in scholen bevat relatief veel micro-organismen, allergenen, stof en geurstoffen. Ventilatie verlaagt de concentraties van deze factoren in de lucht. Dat kan wellicht gunstige effecten hebben, hoewel daarvoor in de literatuur weinig harde evidentie te vinden is. De ventilatie van de meeste scholen is afhankelijk van het gebruik van ramen en roosters door de leerkrachten. Tevens is de ventilatie afhankelijk van de maat en de positie van de ramen en roosters. Als deze ventilatievoorzieningen laag zitten, treedt bij koud of winderig weer gemakkelijk tocht op. Dit leidt vaak tot het sluiten van de ventilatievoorzieningen. Tochtklachten treden ook eerder op als de aanwezigen dicht bij de ventilatievoorzieningen zitten. Dit is vooral te verwachten in lokalen met veel leerlingen of een kleine oppervlakte. Er zijn nauwelijks empirische gegevens beschikbaar over het relatieve belang van ventilatiegedrag, ventilatievoorzieningen en grootte van het lokaal. Ook zijn er geen gegevens om de ventilatie in basisonderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet onderwijs te vergelijken. In ruimten met relatief veel personen is het CO2-gehalte de meest gebruikte maat om de feitelijke ventilatie te kwantificeren. De CO2 is uitgeademd door de aanwezigen. Er wordt uitgegaan van een gemiddelde CO2-produktie van 0,02 m3/uur per persoon.[7] De bouwregelgeving geeft voorschriften voor de capaciteit van ventilatievoorzieningen van te bouwen scholen. De capaciteit is de luchtstroom die per seconde door een opening kan passeren. De wettelijke voorschriften gaan uit van de wenselijkheid dat het CO2-gehalte van de binnenlucht niet hoger wordt dan 1200 ppm (parts per million). De Gezondheidsraad heeft dit onderschreven.[7] Deze norm is gebaseerd op het beperken van hinder van geurstoffen die samen met de CO2 geproduceerd worden en niet op eventuele gezondheidseffecten. De arbo-regelgeving schrijft voor dat in scholen tenminste 20 m3/uur per persoon geventileerd moet worden. [8] Dit komt overeen met een CO2-gehalte van minder dan 1400 ppm bij de genoemde CO2-productie. [7] De GGD Nederland heeft toetswaarden voor ventilatie van scholen en kindercentra opgesteld, waarbij een CO2-gehalte (P98) van meer dan 1400 ppm aangemerkt is als onacceptabel en een gehalte tussen 1000 en 1400 ppm als tijdelijk acceptabel. Deze toetswaarden gaan uit van een buitenluchtgehalte van 400 ppm CO2. Dit komt vrijwel overeen met de achtergrondconcentratie in de stad Groningen in de meetperiode.[9, 10]
1.2 Temperatuur en luchtvochtigheid In een goed geïsoleerd lokaal zijn de kinderen en de elektrische apparatuur een belangrijke bron van warmte. Alle scholen zijn tegenwoordig voorzien van centrale verwarming. De centrale verwarming is echter niet overal per lokaal goed regelbaar. Daardoor wordt het gauw te warm. Dit gebeurt ook als de zon flink schijnt. Met de absolute luchtvochtigheid wordt de hoeveelheid waterdamp bedoeld die de lucht werkelijk bevat. Over het algemeen wordt de relatieve luchtvochtigheid als maat voor de luchtvochtigheid genomen. De relatieve luchtvochtigheid is de verhouding van de hoeveelheid vocht die de lucht werkelijk bevat en de hoeveelheid vocht die de lucht bij die temperatuur maximaal kan bevatten. Wanneer de temperatuur hoger is, kan de lucht meer vocht bevatten. Bij een gelijkblijvend vochtgehalte zal daarom de relatieve luchtvochtigheid dalen bij het stijgen van de temperatuur.
5
Er zijn geen wettelijke eisen gesteld aan de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid in basisscholen. Wel zijn advieswaarden gegeven voor de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid in leslokalen [11]. Voor het stookseizoen c.q. de winterperiode zijn deze advieswaarden als volgt: - temperatuur 19-23°C - relatieve luchtvochtigheid 20-60%
1.3 Buitenmilieu Het buitenmilieu is van invloed op het ventilatiegedrag van de gebruikers van een school. Ook is het van invloed op de relatieve luchtvochtigheid en temperatuur binnen. Factoren die van invloed kunnen zijn op het binnenmilieu zijn: buitentemperatuur, luchtvochtigheid buiten, windkracht, windrichting, aantal uren zon/regen, luchtdruk. De verwachting is dat de weersomstandigheden van invloed zijn op de ventilatie en dus op het CO2gehalte. Het kan zijn dat een lage buitentemperatuur en/of een harde wind leidt tot het sluiten van ventilatievoorzieningen. Het kan ook zijn dat de luchtverversing via ventilatievoorzieningen en infiltratie dan juist toeneemt. Bij zonneschijn zou meer geventileerd kunnen worden om warmte af te voeren. De windrichting is vaker zuid dan noord. In de periode 01-01-2001 tot 01-01-2007 bleek de wind op 62% van de dagen uit ZO/Z/ZW/W te komen. Te verwachten valt dat lokalen met ramen en roosters waar de wind op staat gemiddeld beter geventileerd zijn dan lokalen met ramen en rooster aan de lijzijde van het gebouw.
1.4 Vraagstelling Bovenstaande is voor het schoolbestuur van de Gemeente Groningen aanleiding geweest om aan de GGD Groningen opdracht te verlenen om de ventilatie van leslokalen te onderzoeken in de openbare scholen, zowel in de gebouwen voor primair onderwijs als in die voor voorgezet onderwijs. Ook de scholen voor speciaal onderwijs zijn hierin meegenomen. De hoofdvraag die beantwoord zal worden met dit onderzoek is: - Hoe is het gesteld met de ventilatie van de openbare scholen in de stad Groningen? Daarnaast worden de volgende vragen beantwoord: - Wat is de capaciteit van de ventilatievoorzieningen, - behoefte en de maat van het lokaal en wat is daarvan de invloed op het gemeten CO2-gehalte? - Is er verschil tussen schoolgebouwen? - Is er verschil tussen lokalen met mechanische ventilatie, ventilatieroosters en/of de mogelijkheid tot dwarsventilatie? - Wat is de invloed van weersomstandigheden en de ligging van een lokaal op het gemeten CO2-gehalte? - Hoe is het gesteld met de temperatuur en luchtvochtigheid in de openbare scholen in de stad Groningen? Hoofdstuk 2 geeft weer hoe het onderzoek is opgezet. In hoofdstuk 3 staan vervolgens de bevindingen uitgesplitst naar de verschillende soorten onderwijs beschreven. Ook worden hierin weergegeven welke verbanden zijn onderzocht en wat daarvan de resultaten zijn. Tot slot staat in het laatste hoofdstuk een beschouwing op de vermelde bevindingen en de conclusies.
6
2. Opzet en methode Het schoolbestuur heeft de adressen geleverd van alle openbare schoolgebouwen, met uitzondering van enkele gebouwen waarvan het voornemen bestaat om ze buiten gebruik te stellen. De metingen zijn uitgevoerd tussen 08-01-2007 en 23-03-2007. Per school voor primair onderwijs zijn twee of drie leslokalen uitgekozen. In het voortgezet onderwijs zijn 6 leslokalen uitgekozen, omdat deze schoolgebouwen over het algemeen groter zijn. De lokalen zijn zo gekozen dat ze representatief zijn voor de diverse typen leslokalen van het schoolgebouw. Om de ventilatie te bepalen is gedurende een week het CO2-gehalte van de binnenlucht gemeten met infrarood-detectie. Er is gebruik gemaakt van Telaire 7001 ‘dual beam NDIR’ CO2-meters met ATXATV-data recorders van Atal. Kort voor het onderzoek zijn deze meetapparaten geijkt. Na het onderzoek zijn de meters met elkaar vergeleken bij een CO2-concentratie van rond 1400 ppm. De afwijkingen ten opzichte van het gemiddelde waren acceptabel, dat wil zeggen +/- 10%. Eén meter week na het onderzoek meer dan 10% af, hier is niet voor gecorrigeerd, aangezien niet duidelijk is wanneer deze afwijking is ontstaan. Dit heeft geen grote gevolgen voor de conclusies. De CO2-meters zijn geplaatst aan de zijkant van de lokalen op circa 1,5 meter hoogte, niet vlak bij ventilatievoorzieningen. Uit eerder onderzoek is gebleken dat er weinig verschil is tussen de CO2concentraties op verschillende plekken per lokaal. [12] Om de 8 seconden vond een meting plaats; de uitkomsten daarvan zijn iedere 5 minuten gemiddeld en opgeslagen. Alleen de meetgegevens tijdens de lestijden zijn gebruikt voor de berekeningen. De diverse toetswaarden geven waarden die niet overschreden zouden moeten worden. Kortdurende overschrijdingen, bijvoorbeeld als gevolg van inblazen door een leerling, zijn niet relevant. Daarom is het gemeten CO2-gehalte uitgedrukt als 98-percentiel (P98). Dit is het maximum van de meetperiode, zonder de bovenste 2% van de meetwaarden. Gelijktijdig met CO2 zijn met dezelfde ATX-ATV-data recorders van Atal de temperatuur en relatieve luchtvochtigheid (RV) gemeten. Voor temperatuur zijn gemiddelde, P2 en P98 per lokaal berekend. RV wordt per lokaal uitgedrukt in een gemiddelde en in het percentage van de lestijd met een RVgehalte hoger dan 60%. Per school voor primair onderwijs (PO) is nagegaan wat de vaste lestijden zijn. Hierbij is geen rekening gehouden met tijdelijk verblijf buiten het leslokaal, zoals tijdens de korte pauze of een gymnastiekles. Op deze basis is de P98 berekend en het percentage van de lestijd met een CO2gehalte boven 1400 ppm. In het voortgezet onderwijs (VO) zijn metingen gedurende de gehele openingstijd van de school in de berekening opgenomen. De betreffende lokalen zijn niet elk lesuur gebruikt, maar het was niet mogelijk te documenteren wanneer dit het geval was. Daarom is voor deze scholen niet berekend welk percentage van de lestijd het CO2-gehalte te hoog was. Bij het bepalen van het aantal leerlingen is geen rekening gehouden met absentie. In het VO is uitgegaan van het maximale aantal leerlingen waarboven de betreffende school een groep opsplitst in 2 groepen. Om de minimale ventilatiebehoefte te berekenen is uitgegaan van het arbo-voorschrift van 20 m3/uur per persoon. In 38 lokalen van het reguliere VO zijn in de zomer van 2007 de ramen en roosters opgemeten, evenals de afstand tussen de vloer en de onderkant van de ventilatieopening. Ramen die slechts wijd open kunnen staan (zogenaamde spuivoorzieningen), zijn niet als ventilatievoorziening beschouwd. Omdat in een groot lokaal het CO2-gehalte minder snel zal oplopen dan in een klein lokaal, is de inhoud van de onderzochte lokalen berekend. Gebruik van ventilatievoorzieningen lager dan 1,8 meter boven de vloer geven in de winter te veel tochtklachten en zijn dan niet bruikbaar. Van de ventilatievoorzieningen met de onderkant van de opening meer dan 1,8 meter boven de vloer is de ventilatiecapaciteit bepaald met gegevens die ontleend zijn aan de Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 1090.[13] Deze methode gaat ervan uit dat in
7
gevelopeningen meestal een luchtsnelheid van ten minste 1 m/s te verwachten is. Dit geldt als de luchtverversing door dwarsventilatie plaats vindt, dat wil zeggen met ramen aan weerszijden van het lokaal. Indien echter de toevoer en afvoer van lucht tegelijkertijd via één gevel moeten plaatsvinden, is te verwachten dat de luchtsnelheid in gevelopeningen 5 maal kleiner is. Op basis van deze uitgangspunten is de bruikbare capaciteit van de ventilatievoorzieningen berekend. Voor het onderzoeken van de invloed van de weersomstandigeden op het binnenmilieu is gebruik gemaakt van de meteo-gegevens van het KNMI (station Eelde). Omdat veelal de onderzochte lokalen van een school onderling bouwkundig verschillen, zijn primair de bevindingen per lokaal geanalyseerd en niet per school. De analyse van de data is uitgevoerd met behulp van het statistische programma SPSS 15.0.
2.1 Subonderzoek meteo-gegevens Een uitzondering op de procedure om gedurende één week het CO2-gehalte te meten was op een school voor voortgezet onderwijs. Er was sprake van een uitzonderlijk weer voor de tijd van het jaar in de week dat er gemeten werd: het was erg zonnig en warm. Dit geeft geen representatief beeld van het CO2-gehalte in het stookseizoen. Op deze school is in de week erna nogmaals gemeten, toen de temperatuur weer tot normale waarden was gezakt. Dit biedt de gelegenheid om de gegevens van één school onder de verschillende weersomstandigheden te vergelijken. Daarnaast is een aantal jaren geleden is in het kader van een ander onderzoek [14] langdurig gemeten in een aantal lokalen van een basisschool in Groningen. In dit rapport worden de meetresultaten van die periode in verband gebracht met de meteogegevens van het KNMI (station Eelde) tijdens diezelfde periode.
8
3. Bevindingen Het onderzoek is uitgevoerd in 61 schoolgebouwen voor openbaar onderwijs en wel in 86 lokalen van 39 schoolgebouwen voor regulier PO, in 61 lokalen van 10 schoolgebouwen voor regulier VO, in 24 lokalen van 10 schoolgebouwen voor speciaal PO en 3 lokalen van 2 schoolgebouwen voor speciaal VO. De respons was 100%. De basisgegevens staan in tabel 1. Tabel 1. Basisgegevens van de onderzochte scholen voor primair en voortgezet onderwijs (regulier en speciaal). PO-R$ VO-R$ Aantal scholen n 39 10 Aantal lokalen n 86 61 Aantal leerlingen gem 24 28 min - max 11 - 32 25 - 32 $ PO = primair onderwijs; VO = voortgezet onderwijs; R = regulier; S = speciaal
PO-S$ 10 24 11 7 - 16
VO-S$ 2 3 12 12
totaal 61 174 23 7 - 32
In een aantal lokalen is de CO2-meting onderbroken als gevolg van het verbreken van de stroomvoorziening. Indien er minder dan één volledige schooldag is gemeten, zijn de gegevens niet verwerkt. Dit betreft voor het basisonderwijs één lokaal en voor het voorgezet onderwijs drie lokalen. Temperatuur en luchtvochtigheid worden ook zonder stroomtoevoer geregistreerd. In 1 lokaal voor voortgezet onderwijs was het meetapparaat in een kast gezet. Van dit lokaal zijn dan ook geen gegevens beschikbaar van temperatuur en luchtvochtigheid. In het onderstaande zijn speciaal PO en speciaal VO samengevoegd wegens de kleine aantallen en de onderlinge overeenkomsten. De meetgegevens per lokaal staan vermeld in bijlage 1.
3.1 Ventilatie In het reguliere basisonderwijs is de P98 van het CO2-gehalte tijdens de lesuren van vijf dagen ruim 1900 ppm gemiddeld over alle lokalen (zie tabel 2). In het voortgezet onderwijs is dit ruim 2600 ppm. Met de Kolmogorov-Smirnov test is getoetst of de variabele P98 CO2 normaal verdeeld is, dit bleek zo te zijn. Het verschil tussen de gemiddelden in het reguliere PO en VO is statistisch significant, evenals het verschil tussen SO en regulier PO + VO samen (t-toets; p< 0,001). De gebruikte CO2-meters hebben een meetbereik tot circa 4000 ppm. In vijf lokalen van het VO was het maximum CO2-gehalte hoger dan 4000 ppm; in het PO en SO was het maximum wat lager. Tabel 2. P98 van het CO2–gehalte in lokalen van het reguliere primair onderwijs (PO-R), reguliere voortgezet onderwijs (VO-R) en speciaal onderwijs (SO). PO-R Aantal lokalen Gemiddelde over alle lokalen van de P98 per lokaal
VO-R
SO
85
58
27
1942**
2621**
1526**
Laagste waarde over alle lokalen van de P98 per lokaal
879
867
971
Hoogste waarde over alle lokalen van de P98 per lokaal ** p< 0,001 (t-toets)
3858
> 4000
2279
Een verdeling van de CO2-gehalten in de categorieën < 1000 ppm, 1000-1400 ppm en > 1400 ppm geeft inzicht in het percentage scholen dat voldoet aan de toetswaarden. In 3% van de lokalen is het CO2-gehalte in de meetweek niet hoger geweest dan 1000 ppm (tabel 3). Een overschrijding van het niveau van 1400 ppm is gemeten in 86% van de PO-R-lokalen, 97% van de VO-R-lokalen en 52% van de SO-lokalen.
9
Tabel 3. Indeling in klassen volgens GGD Nederland [9] van de P98 van het CO2–gehalte in lokalen van het reguliere primair onderwijs (PO-R), reguliere voortgezet onderwijs (VO-R) en speciaal onderwijs (SO). PO-R lokalen
VO-R
SO
n
%
n
%
n
%
ventilatie acceptabel: CO2 ≤1000 ppm
2
2,4
1
1,7
2
7,4
ventilatie tijdelijk acceptabel: CO2 =1001-1400 ppm
10
11,8
1
1,7
11
40,7
ventilatie onacceptabel: CO2>1400 ppm
73
85,9
56
96,6
14
51,9
Voor het primair onderwijs is berekend welk percentage van de lestijd het CO2-gehalte hoger is dan 1400 ppm. In het reguliere en speciale PO is dit gemiddeld 27 resp. 11%. In figuur 1 staat de frequentieverdeling van de lokalen waarin overschrijding optreedt. soort onderwijs PO-R
PO-S
14
aantal
12 10 8 6 4 2 0 0
20
40
60
80
100
0
20
40
60
80
100
totaal % lestijd > 1400 ppm CO2
Figuur 1. Frequentieverdeling van de lokalen van PO-scholen met percentage lestijd met een CO2gehalte hoger dan 1400 ppm.
3.2 Capaciteit ventilatievoorzieningen, -behoefte en maat van het lokaal Van 38 lokalen in 7 schoolgebouwen voor voortgezet onderwijs zijn de afmetingen en ventilatievoorzieningen in kaart gebracht. Hiervan hebben er 21 (55%) geen voorzieningen met de onderkant van de opening op meer dan 1,8 meter boven de vloer. In 4 lokalen is dwarsventilatie mogelijk doordat er ramen of roosters aan weerszijden van het lokaal zitten. Op basis van de aanwezige ventilatievoorzieningen is de in de winter bruikbare ventilatiecapaciteit per lokaal berekend. In tabel 4 staan de gegevens vermeld. Tabel 4. Ventilatiecapaciteit, –behoefte en maat van 38 van de de onderzochte lokalen van het voortgezet onderwijs. VO-R gem 3
Ventilatie-behoefte (in m /h)
min - max gem
3
Ventilatie-capaciteit (in m /h)
min - max gem
3
Maat van het lokaal (in m )
10
min - max
568 520 - 660 240 0 - 3384 186 76 - 316
P98 van het CO2-gehalte in ppm
Tussen de in de winter bruikbare capaciteit en de P98 van het CO2-gehalte per lokaal bestaat een significante correlatie (r = -,488; p<0,01). Het betreft 36 lokalen omdat van 2 lokalen de CO2gegevens niet bruikbaar zijn (zie figuur 2).
4000
3000
2000
R Sq Linear = 0,238 1000 0,00
200,00
400,00
600,00
800,00
in de winter bruikbare ventilatiecapaciteit in m3/uur
Figuur 2. Gemeten P98 van de CO2–waarden per lokaal uitgezet tegen de berekende bruikbare capaciteit van de ventilatievoorzieningen in reguliere VO-scholen. Op basis van het maximale aantal leerlingen in het lokaal is berekend wat de ventilatiebehoefte is (zie tabel 4). In slechts 4 lokalen is de in de winter bruikbare capaciteit groter dan de behoefte, hiervan hebben 3 de mogelijkheid tot dwarsventilatie. Ook in deze lokalen loopt het CO2-gehalte op tot boven 1400 ppm. Blijkbaar zijn niet alle ventilatievoorzieningen gebruikt. De inhoud van de lokalen varieert tussen 76 en 316 m3 met een gemiddelde van 186 m3. De inhoud correleert negatief met de P98 van het CO2-gehalte (r = -,351;/ p<0,05). In een multivariate toetsing van bruikbare capaciteit en inhoud blijft bruikbare capaciteit over als significante verklarende factor voor CO2 (p<0,01).
3.3 Verschil tussen schoolgebouwen Het gebruik van de ventilatievoorzieningen is niet geregistreerd. Om toch zicht te krijgen op de verhouding van de invloed van het gebruik ten opzichte van de invloed van het gebouw, is een variantieanalyse verricht. Voor de schoolgebouwen met tenminste twee onderzochte lokalen is nagegaan of de variantie van het CO2-gehalte binnen de schoolgebouwen groter of kleiner is dan de variantie tussen de schoolgebouwen. Hieruit blijkt dat er significant meer verschil is tussen schoolgebouwen dan binnen schoolgebouwen, zowel voor PO-R, VO-R als voor SO (One-Way ANOVA; PO-R (n=30): F=2,13 p<0,05; VO-R (n=10): F=5,42 p<0,001; PO-S (n=10): F=2,98 p<0,05).
11
3.4 Invloed van aanwezigheid ventilatievoorzieningen Van alle onderzochte lokalen is algemene informatie verzameld over de ventilatievoorzieningen. Per lokaal is vastgelegd hoeveel ramen en roosters aanwezig zijn en of er mechnisch geventileerd wordt. Daarnaast is gekeken of de mogelijkheid tot dwarsventilatie bestaat, dat wil zeggen dat er ventialtievoorzieningen zijn aan meer dan 1 kant van het lokaal. Er is geen informatie verzameld over de hoogte van de ramen. De ventilatiecapaciteit van de voorzieningen is alleen voor een aantal lokalen van het VO berekend en is beschreven in paragraaf 3.2. In deze paragraaf wordt beschreven of de aanwezigheid van ventilatievoorzieningen op zich van invloed is op de gemeten CO2-waarden, zonder dat daarbij is gekeken naar de werkelijke capaciteit hiervan.
3.4.1 Mechanische ventilatie Mechanische ventilatie levert ventilatie zonder dat het gedrag van de leerkracht daarop van invloed is. De verwachting is dat dit leidt tot een lager CO2-gehalte. De mechanische ventilatie in de lokalen van het PO zijn grotendeels verspreid over de verschillende schoolgebouwen. Vaak zijn dit nieuw aangebouwde lokalen met mechanische afzuiging. In één nieuw lokaal was sprake van gebalanceerde ventilatie via de gevel, waarbij ook mechanisch lucht wordt ingeblazen. De mechanisch geventileerde lokalen in het VO zijn in 6 lokalen van een vrij nieuw schoolgebouw, geheel voorzien van mechanische afzuiging. De overige 3 lokalen zijn aangetroffen in 2 niet geheel mechanisch geventileerde schoolgebouwen. Het mechanisch geventileerde lokaal in het SO betreft een praktijklokaal. In tabel 5 staan de resultaten weergegeven van de groepen lokalen met en zonder mechanische ventilatie. Met de t-toets voor onafhankelijke steekproeven is geanalyseerd of er sprake is van significante verschillen. Hierbij dient opgemerkt te worden dat de steekproef niet geheel onafhankelijk is, aangezien er per schoolgebouw meer lokalen zijn gemeten. Voor het VO is het merendeel van de mechanisch geventileerde lokalen in 1 schoolgebouw. Er zijn niet van alle lokalen CO2-waarden beschikbaar. Tabel 5. Vergelijking van de lokalen met en zonder mechanische ventilatievoorzieningen van de onderzochte lokalen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Aantal scholen Aantal lokalen Aantal lokalen met mech.ventilatie P98 CO2 in ppm % lestijd > 1400 ppm **
n n n natuurlijk mechanisch natuurlijk mechanisch
PO-R 39 86 9 1998 ** (n=76) 1465 ** (n= 9) 29,1** (n=76) 9,4** (n=9)
VO-R 10 61 10 2737 ** (n=49) 1989 ** (n= 9) -
SO 10 24 1 1513 (n=26) 1862 (n= 1) -
p< 0,01; * p<0,05 (t-toets)
Er blijken significante verschillen te bestaan tussen de lokalen met mechanische ventilatie en de lokalen met alleen natuurlijke ventilatie, zowel voor P98 CO2 als voor percentage lestijd met een overschrijding van 1400 ppm CO2 in het PO (t-toets; p<0,01).
12
3.4.2 Ventilatieroosters In 29 van de 149 lokalen zonder mechanische ventilatie en met gegevens over ventilatievoorzieningen zijn 1 of meer ventilatieroosters aangetroffen. De aanwezigheid van de roosters in deze lokalen leidt niet tot significant betere CO2-waarden. Het gebruik en onderhoud van de roosters is in dit onderzoek niet vastgelegd, het kan dus zijn dat de roosters dicht waren gedaan of zodanig waren vervuild dat er nauwelijks lucht meer door kon.
3.4.3 Dwarsventilatie In 48 van de 149 lokalen zonder mechanische ventilatie met gegevens over ventilatievoorzieningen is sprake van ramen aan meer dan 1 kant van het lokaal. Hiermee kan efficienter geventileerd worden dan met ramen aan 1 kant van het lokaal. Er is geen informatie over het gebruik en hoogte van de ramen vastgelegd. In tabel 6 staan de bevindingen vermeld. Tabel 6. Vergelijking van de lokalen zonder mechanische ventilatie en met of zonder de mogelijkheid tot dwarsventilatie van de onderzochte lokalen voor primair, voortgezet en speciaal onderwijs. Aantal lokalen
n
PO-R 76
VO-R 49
SO 26
Aantal lokalen met dwarsventilatiemogelijkheid
n
30
3
17
geen dwarsventilatie mogelijk
2007
2734
1712*
wel dwarsventilatie mogelijk
1986
2783
1407*
P98 CO2 in ppm *
p< 0,05 (t-toets)
Er blijken significante verschillen te bestaan tussen de CO2-waarden van lokalen met en zonder dwarsventilatiemogelijkheid voor SO. Voor PO zijn de verschillen niet significant. In het VO hebben slechts 3 van de 49 lokalen de mogelijkheid tot dwarsventilatie.
13
3.5 Weersomstandigheden Het binnenmilieu en het ventilatiegedrag worden mede bepaald door de weersomstandigheden. Om die reden zijn de KNMI-gegevens (station Eelde) van de dagen van het onderzoek betrokken. In de onderstaande figuren worden voor de meetweken de temperatuur en het aantal uren zon per dag weergegeven. Omdat eerst alle basisscholen en vervolgens alle voortgezetonderwijs scholen in de gemeente Groningen zijn bezocht, staan de gegevens in twee figuren gepresenteerd. Meteo-gegevens onderzoek PO Tmin (°C)
Tmax (°C)
uren zon
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 8- 9- 10- 11- 12- 13- 14- 15- 16- 17- 18- 19- 20- 21- 22- 23-24- 25- 26- 27- 28- 29-30- 31- 1- 2- 3- 4- 5- 6- 7- 8- 9- 10- 11- 12- 13- 14- 15- 16- 17- 18- 19jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan jan feb feb febfeb feb feb feb febfeb feb feb feb feb febfeb feb feb feb feb ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma
Figuur 3. Meteo-gegevens van de periode waarin de PO-scholen zijn onderzocht; uren zon, maximum en minimum temperatuur per dag. Meteo-gegevens onderzoek VO Tmin (°C)
Tmax (°C)
uren zon
18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 -2 -4 -6 -8 13- 14- 15- 16- 17- 18- 19- 20- 21- 22- 23- 24- 25- 26- 27- 28- 1- 2- 3- 4- 5- 6- 7- 8- 9- 10- 11- 12- 13- 14- 15- 16- 17- 18- 19- 20- 21- 22- 23feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb feb mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt mrt di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr za zo ma di w o do vr
Figuur 4. Meteo-gegevens van de periode waarin de VO-scholen zijn onderzocht; uren zon, maximum en minimum temperatuur per dag.
14
3.5.1 Invloed weersomstandigheden op gemeten CO2-gehalte In één schoolgebouw is twee weken achter elkaar gemeten, omdat in de eerste week (12/3 tm 16/3) het weer erg mooi was voor de tijd van het jaar, met veel zon, hoge temperaturen en niet veel wind. De tweede week (19/3 tm 23/3) was normaler (zie ook figuur 4). Aangezien de andere omstandigheden in de school naar verwachting gelijk zijn geweest, kunnen we deze twee weken vergelijken om een indruk te krijgen van de invloed van buitenmilieu op de kwaliteit van het milieu binnen. In figuur 5 staan P98 CO2, uren zon, maximum temperatuur en windsnelheid weergegeven.
CO2 en meteogegevens VO-school P98 CO2/100 gem. vd lokalen/dag Tmax buiten in °C. uren zon etmaalgemiddelde windsnelheid in m/s 22 20 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0 12.03.2007 13.03.2007 14.03.2007 15.03.2007 16.03.2007
19.03.2007 20.03.2007 21.03.2007 22.03.2007 23.03.2007
Figuur 5. CO2 (gemiddelde van 6 lokalen) van één school en meteo-gegevens; twee meetweken. De P98 CO2 is gemiddeld over alle onderzochte lokalen in de eerste warme week 1515 ppm, in de tweede koelere week 1728 ppm. De maximale dagtemperatuur buiten is in week 1 gemiddeld 13,5 °C, in week 2 gemiddeld 8,3 °C. Ook de zon schijnt in week 1 langer dan in week 2. Zowel een hogere buitentemperatuuur als meer zon zouden de oorzaak kunnen zijn van de betere ventilatie. Maar ook de daggemiddelde windsnelheid wisselt. In week 2 waait het harder dan in week 1. Dit lijkt bij te dragen aan minder ventilatie. De analyses zijn uitgevoerd met de meetgegevens van de tweede week. De gegevens van de eerste meetweek in deze school zijn verder niet gebruikt. Om de invloed van het weer op de ventilatie te kunnen beoordelen, wordt CO2 in combinatie met en de volgende meteogegevens (gemiddeld per etmaal) geanalyseerd: windrichting, windsnelheid, luchtdruk, temperatuur, uren zon en uren neerslag. In eerste instantie zijn voor PO-R, VO-R en PO-S de Pearsons correlatiecoefficiënten berekend van de verschillende meteogegevens en CO2. De tabel met waarden staat weergegeven in bijlage 2. Hierbij zijn de dagwaarden van de verschillende meetweken als afzonderlijke waarden beschouwd, maar uiteraard zijn deze niet geheel onafhankelijk. Van de meteofactoren is de correlatie tussen windsnelheid en CO2 significant, zowel bij PO en VO (R=-,31 resp. -,26; p<0,01), maar niet bij SO. Bij PO is ook de correlatie van CO2 met gemiddelde buitentemperatuur significant (R=-,27; p<0,01)). Bij het SO worden alleen significante correlaties gevonden tussen CO2 (percentage lestijd met overschrijding 1400 ppm), uren zon en hoeveelheid neerslag (p<0.05) Wanneer bovenstaande variabelen in een multiple regressiemodel worden getoetst, dan blijkt windsnelheid zowel bij PO en VO in het model te zijn opgenomen (p<0,001). De verklaarde variantie van het model is 10% resp. 7%. Een hogere windsnelheid leidt tot lagere CO2. Bij het VO wordt ook uren zon per dag aan het model toegevoegd (p<0,05). Meer zon leidt tot lagere CO2. Bij het SO levert alleen de windrichting een significante bijdrage (p<0,05).
15
3.5.2 Windrichting, ligging lokalen en CO2-gehalte, In figuur 6 staat de frequentieverdeling van de windrichting gedurende de meetdagen (maandag tm vrijdag, periode 08-01-07 tm 23-03-07).
overheersende windrichting tijdens meetdagen (n=52)
aantal m eetdagen
20 15 10 5 0
N
NO
O
ZO
Z
ZW
W
NW
overheersende windrichting
Figuur 6. Overheersende windrichting tijdens de meetdagen van het onderzoek. Wanneer de wind op een raam of rooster staat en het wordt niet gesloten, dan is de verwachting dat er meer verse lucht door naar binnen komt dan wanneer raam of rooster zich aan de lijzijde van het gebouw bevindt. Ook infiltratie via naden en kieren is beter als de wind er op staat. De wind waait vaker uit het zuiden, zuidwesten of westen (zie figuur 6). We verwachten dan ook dat als lokalen ramen op het zuiden, zuidwesten en westen hebben, het CO2-gehalte in deze lokalen gemiddeld over de tijd beter zal zijn. De lokalen zijn wat betreft de ligging ingedeeld in twee categorieën: ramen op NW, N, NO en O of ramen op ZO, Z, ZW en W. De P98 CO2-gehaltes per lokaal en per meetweek van de beide categoriën worden vergeleken. Alleen lokalen met natuurlijke ventilatie en ramen aan 1 zijde worden in de analyse betrokken. Uit de analyse blijkt dat er een significant verschil is tussen beide categoriën. Lokalen met ramen op ZO, Z, ZW of W hebben significant lagere weekgemiddelde P98 CO2-waarden (t-toets; p<0,05). Zie ook tabel 7. Tabel 7. P98 van het CO2–gehalte in lokalen van met ramen aan verschillende kanten van het lokaal. Aantal lokalen Gemiddelde over alle lokalen van de P98 per lokaal * p< 0,05 (t-toets)
Ramen op ZO/Z/ZW/W
Ramen op NW/N/NO/O
55
45
2164
*
2519*
3.5.3 Invloed weersomstandigheden gedurende een heel stookseizoen Uit het bovenstaande kwam naar voren dat weersomstandigheden van invloed kunnen zijn op de ventilatie van de lokalen. Om de grootte van de invloed van het weer op het binnenmilieu te kunnen bepalen, zijn langdurige metingen nodig. In het verleden heeft de GGD Groningen gedurende langere tijd in een aantal lokalen van een basisschool gemeten [14]. Deze meetgegevens kunnen worden gekoppeld aan de meteogegevens uit die periode. De verwachting is dat naarmate het buiten kouder wordt, de ventilatie afneemt en daardoor het CO2-gehalte oploopt. De gegevens van drie lokalen met alleen natuurlijke ventilatie zijn geanalyseerd. Dit zijn lokaal 14, 16 en 18 van de school. De eerste twee lokalen hebben ramen en roosters op het oosten, lokaal 18 heeft ramen en roosters op noord. In onderstaande figuur staan de gegevens van drie lokalen weergegeven, alsmede de maximumtemperatuur. Het betreft voor zowel CO2 als buitentemperatuur voortschrijdende weekgemiddelde waarden, waarbij weekenden en vakanties buiten beschouwing zijn gelaten.
16
Verband CO2 (P98/100) en Tmax-buiten in 3 lokalen van de OHB-school (voortschrijdend weekgemiddelde, zonder weekenden en vakanties) Tmax gem/w
CO2 lokaal 14 gem/w
CO2 lokaal 16 gem/w
CO2 lokaal 18 gem/w
45 40 35 30 25 20 15 10 5
510 10 -20 -1 05 0 13 -20 -1 05 18 0-2 -1 00 5 21 0-2 -1 00 0 5 2- -20 11 05 7- 200 11 5 10 -2 -1 005 15 1-2 -1 00 1 5 18 -20 -1 05 23 1-2 -1 00 5 28 1-2 -1 00 1- 5 1- 200 12 5 6- -20 12 05 9- -20 12 05 14 -20 -1 05 19 2-2 -1 00 5 22 2-2 -1 00 5 210 200 -1 5 13 -20 -1 06 18 -20 -1 06 23 200 -1 6 26 -20 -1 06 31 -20 -1 06 -2 3- 006 22 8- 00 2- 6 13 20 -2 06 -2 1- 006 32 6- 00 3- 6 2 9- 00 3- 6 2 14 00 -3 6 17 -20 -3 06 22 -20 -3 06 -2 00 6
0
Figuur 7. CO2 in drie lokalen van één school en maximum buitentemperatuur. Per meetdag is de correlatie berekend tussen CO2 en buitentemperatuur. Er blijkt in lokaal 14 een significante negatieve correlatie te bestaan, in lokaal 16 een significante positieve correlatie en in lokaal 18 is geen correlatie. De correlaties zijn weergegeven in figuur 8 en tabel 8.
Figuur 8. Correlatie CO2 en etmaalgemiddelde buitentemperatuur voor drie lokalen. Ook de correlaties van CO2 met de andere meteo-factoren geven geen eenduidig beeld te zien, zie ook tabel 8. Blijkbaar is de invloed van andere factoren van groter belang dan de weersomstandigheden op zich, bijvoorbeeld het gedrag van de leerkracht als reactie op de weersomstandigheden. Tabel 8. Correlatie CO2 en meteofactoren per lokaal.
aantal dagen gemeten
Lokaal 14 P98 CO2
Lokaal 16 P98 CO2
Lokaal 18 P98 CO2
95
93
98
**
etmaalgemiddelde buitentemperatuur
-,605
aantal uren zon per dag
-,307**
overheersende windrichting
,117
etmaalgemiddelde windsnelheid ** p< 0,01 (Pearsons correlatiecoëfficiënt)
-,126
17
,615
**
,069 -,296
**
-,181
-,046 ,165 -,373** -,415**
3.6 Temperatuur binnen Gelijk met de CO2-meting is ook de temperatuur gedurende de meetweek geregistreerd. Per lokaal is de gemiddelde temperatuur tijdens de lestijd berekend. In tabel 9 staan de bevindingen weergegeven. Er zijn geen significante verschillen tussen PO-R en VO-R. Daarom worden deze lokalen samengevoegd. Tabel 9. Temperatuur in °C (gemiddelde, P2 en P98) in lokalen van het reguliere onderwijs (RO) en speciaal onderwijs (SO). RO
SO
Aantal lokalen
146
27
totaal 173
Gemiddelde over alle lokalen van het gemiddelde per lokaal
20,6*
21,1*
20,7
Laagste waarde over alle lokalen van het gemiddelde per lokaal
16,7
18,5
16,7
Hoogste waarde over alle lokalen van het gemiddelde per lokaal
24,1
22,5
24,1
18,3**
19,3**
18,5
Laagste waarde over alle lokalen van de P2 per lokaal
11,8
16,4
11,8
Hoogste waarde over alle lokalen van de P2 per lokaal
22,2
21,2
22,2
Gemiddelde over alle lokalen van de P98 per lokaal
22,5
22,8
22,6
Laagste waarde over alle lokalen van de P98 per lokaal
19,5
20,5
19,5
Hoogste waarde over alle lokalen van de P98 per lokaal p< 0,01; * p<0,05 (t-toets)
30,7
25,0
30,7
Gemiddelde over alle lokalen van de P2 per lokaal
**
Wanneer regulier met speciaal onderwijs wordt vergeleken, dan blijkt de gemiddelde temperatuur in het SO significant hoger te zijn dan in het reguliere onderwijs (p<0,05). Ook de P2 is significant hoger in het SO (p<0,01). Gemiddeld liggen de temperaturen in de lokalen boven 20°C, maar in enkele lokalen is het wat kouder, dit is vooral het geval aan het begin van de schooldag. In het SO ligt de temperatuur over het algemeen iets hoger. De optimale temperatuur in een klaslokaal ligt volgens de advieswaarden tussen 19-23°C. In figuur 8 staat de frequentieverdeling van het percentage lestijd waarin de bovenste advieswaarde wordt overschreden. In 68 van de 173 lokalen wordt het op enig moment warmer dan 23°C. In het VO wordt de temperatuur van 23°C het vaakst overschreden, gemiddeld 8% van de totale lestijd. In het PO en SO is de overschrijding gemiddeld 6 resp. 5 %. In figuur 9 staat de frequentieverdeling van het percentage lestijd waarin deze temperatuur wordt overschreden. soort onderwijs VO-R
PO-R
SO
70
aantal
60 50 40 30 20 10 0 0
20
40
60
80
100
0
20
40
60
80
100
0
20
40
60
80
totaal % lestijd > 23 graden C
Figuur 9. Frequentieverdeling van het percentage lestijd met een temperatuur hoger dan 23°C van de lokalen van regulier (PO en VO) en speciaal (SO) onderwijs.
18
100
Wanneer ook op energiebesparing wordt gestuurd, dan ligt een optimale temperatuur van 20°C meer voor de hand. In bijna alle lokalen is de temperatuur in meer of mindere mate boven 20°C; in PO, VO en SO is dit gemiddeld 61%, 70% en 84% van de totale lestijd. Het is dan ook wenselijk om meer te ventileren en/of minder te verwarmen. In figuur 10 staat de frequentieverdeling van het percentage lestijd waarin deze temperatuur wordt overschreden. soort onderwijs VO-R
PO-R
SO
20
aantal
15 10 5 0 0
20
40
60
80
100
0
20
40
60
80
100
0
20
40
60
80
100
totaal % lestijd > 20 graden C
Figuur 10. Frequentieverdeling van het percentage lestijd met een temperatuur hoger dan 20°C van de lokalen van regulier (PO en VO) en speciaal (SO) onderwijs.
19
3.7 Relatieve luchtvochtigeheid binnen In het PO is gemeten in de periode januari tot half februari, het VO van half februari tot eind maart. De gemiddelde RV-gehaltes voor PO en VO is 42% resp. 45%. De gemiddelde buitentemperatuur is in de PO-meetperiode 5,2 °C. In de VO-meetperiode is de gemiddelde buitentemperatuur 7,2 °C. De relatieve luchtvochtigheid buiten is in beide periodes ongeveer gelijk, namelijk 89 resp 86%. De verschillen die er zijn tussen PO en VO kunnen waarschijnlijk worden toegeschreven aan de verschillende meetperiodes. Koudere lucht kan minder vocht bevatten, waardoor het absolute vochtgehalte in de PO-meetperiode buiten lager is dan in de VO-meetperiode (AV = 6,1 resp. 6,7 g/kg) en daardoor is de vochtbijdrage aan de binnenlucht ook lager. Voor het presenteren van het RV-gehalte worden de lokalen dan ook samengevoegd. In figuur 11 staat het aantal lokalen weergegeven waar sprake is van een relatieve luchtvochtigheid boven 60%. Onderscheid wordt gemaakt in de duur van overschrijding, uitgedrukt in percentage van de lestijd. Voor het voortgezet onderwijs zijn hiervoor de openingstijden van de scholen genomen.
aantal lokalen (n=173) met percentage lestijd met RV>60% 10
3 1
21
geen moment > 60% RV 1 tot 10% boven 60% RV 10-30% boven 60% RV 30-50% boven 60% RV meer dan helft vd tijd boven 60% RV 138
Figuur 11. Percentage lestijd boven 60% relatieve luchtvochtigheid. De RV komt in bijna 80% van de lokalen op geen enkel moment boven 60%. In 21 lokalen is de luchtvochtigheid 1-10% van de lestijd boven 60%, in 10 lokalen 10-30% van de lestijd en in 4 lokalen meer dan 30% van de lestijd. Slechts 2 lokalen (PO-R) hadden een P2 RV lager dan 20%.
20
4. Discussie en conclusies Het onderzoek geeft voor het eerst informatie over de CO2-gehalten in Nederlandse scholen voor voortgezet onderwijs (VO) en speciaal onderwijs (SO). De CO2-gehalten zijn in het VO hoger en in het SO lager dan in het primair onderwijs (PO). De uitkomsten wijzen erop dat in veel scholen niet wordt voldaan aan de arbo-regelgeving. De hogere CO2-gehalten in het VO kunnen een gevolg zijn van de hogere CO2-productie van grotere leerlingen. Ook kunnen ze het gevolg zijn van een ongunstiger verhouding tussen aantallen leerlingen en inhoud van het lokaal, ongunstiger ventilatievoorzieningen of ongunstiger ventilatiegedrag. Voor ongunstige voorzieningen pleit dat de bruikbare capaciteit in de meeste lokalen kleiner is dan de behoefte, terwijl de capaciteit samenhangt met het CO2-gehalte. Bovendien heeft van de VO-lokalen 55% alleen voorzieningen met de onderkant van de opening lager dan 1,8 meter boven de vloer. Lage ramen of roosters leiden bij koud of winderig weer eerder tot tocht en dus tot het sluiten van de ventilatieopeningen. Van een landelijke steekproef van schoolgebouwen voldeed 80% wel aan de eisen van het Bouwbesluit.[15] Voldoen aan deze wettelijke bouwvoorschriften is blijkbaar geen garantie voor de aanwezigheid van voldoende bruikbare ventilatievoorzieningen. De voorschriften eisen geen minimum afstand tussen ventilatievoorzieningen en de vloer of de zitplaatsen. Een CO2-gehalte hoger dan 1400 ppm is door de GGD Nederland aangeduid als onacceptabel. De gevonden waarden in zowel basis- als voortgezet onderwijs liggen hier beduidend boven. In het regulier voortgezet onderwijs loopt het CO2-gehalte in 97% van de lokalen hoger op dan 1400 ppm, in het primair onderwijs is dit 86%. In het primair onderwijs is gemiddeld 27% van de lestijd het CO2-gehalte onacceptabel hoog. De piekwaarden van de CO2-concentratie zijn in een aantal lokalen van het VO hoger dan 4000 ppm. De in reguliere basisscholen gemeten CO2-gehalten komen overeen met uitkomsten van eerder onderzoek.[14, 16] Er is geen reden om aan te nemen dat de uitkomsten van het onderzoek in Groningen verschillen van de situatie elders in het land. Tot 1996 is de bouw van scholen sterk beïnvloed door landelijke richtlijnen, financiering en controle van bouwplannen. De uitkomsten zijn daarom hoogstwaarschijnlijk generaliseerbaar. De gemeten CO2-gehalten zijn enigszins onderschat doordat de apparatuur in vijf lokalen van het VO de hoogste waarde niet kon meten. Bij het bepalen van de lestijd per school is geen rekening gehouden met tijdelijk verblijf buiten het leslokaal, zoals tijdens de korte pauze of een gymnastiekles. Dit betekent dat de berekende tijdsduur van te hoge CO2-gehalten ook onderschat is. Dit heeft geen belangrijke invloed op de conclusies. In leslokalen zitten 5 tot 10 maal meer personen per m2 dan in kantoren of woningen. Er is dus relatief veel ventilatie nodig. Luchttoevoer via de gevel leidt gemakkelijk tot tocht. Hoe kleiner het aantal leerlingen en hoe groter de ruimte, des te meer afstand men kan houden tot de ventilatievoorzieningen. De ventilatievoorzieningen kunnen dan vaker open blijven. Het CO2-gehalte in de bivariate analyse correleert negatief met de lokaalgrootte. De samenhang verdwijnt in een model met ventilatiecapaciteit. Dit is mogelijk een gevolg van een grotere ventilatiecapaciteit in grotere lokalen. Dat het CO2-gehalte samenhangt met de capaciteit van de hoog boven de vloer gelegen ventilatievoorzieningen, wijst erop dat deze in de winter bruikbare capaciteit een beperkende factor is voor de luchtverversing. Dit kan betekenen dat het verruimen van die capaciteit kan leiden tot meer ventilatie. Hierbij past dat de variantie tussen scholen groter is dan de variantie binnen scholen. Dit kan veroorzaakt zijn door de gebruikscultuur, maar ook door het gebouw en zijn omgeving. Verbeteringen dienen daarom naast de gebruikscultuur vooral ook gericht te worden op de schoolgebouwen. Naast verbeteringen van de ventilatievoorzieningen valt te denken aan het verkleinen van het aantal leerlingen per kubieke meter. Opties zijn het verkleinen van de groepen, het
21
vergroten van de vloeroppervlakte of het vergroten van de hoogte van lokalen. De laatste twee maatregelen zijn alleen in nieuwbouw toepasbaar. De aanwezigheid van mechanische ventilatie leidt gemiddeld tot een lager CO2-gehalte. De capaciteit en onderhoud van de mechanische ventilatiesystemen zijn in dit onderzoek niet vastgelegd. Bekend is dat de capaciteit van mechanische afzuiging per jaar met circa 10% kan afnemen [17]. Over het algemeen is er (veel) winst te behalen door goed onderhoud aan het ventilatiesysteem. Lokalen met ventilatieroosters bleken wat CO2-gehalte betreft niet te verschillen van lokalen zonder ventilatieroosters. In dit onderzoek is het gebruik en het onderhoud van de roosters niet vastgelegd. Het kan dus zijn dat veel roosters dicht waren gedaan of zodanig vervuild dat er nauwelijks nog lucht door kon. De mogelijkheid tot dwarsventilatie bleek alleen in het speciaal onderwijs (SO) een significant lager CO2-gehalte te geven. Er is niet vastgelegd of er ook sprake is geweest van dwarsventilatie in de lokalen waar dit mogelijk was. De invloed van het buitenmilieu op het CO2-gehalte binnen geeft geen eenduidig beeld. Lokalen met ramen en roosters aan de kant van de school waar vaker de wind op staat (ZO/Z/ZW/W) hadden gemiddeld lagere waarden voor CO2 dan lokalen met ramen aan de andere kant (NW/N/NO/O). Een hogere windsnelheid leidt in dit onderzoek tot een lager CO2-gehalte. Maar bij heranalyse van eerder onderzoek zijn bij dezelfde weersomstandigheden in vergelijkbare lokalen tegengestelde effecten op het CO2-gehalte gevonden. Andere factoren, bijvoorbeeld het gedrag van de leerkracht naar aanleiding van o.a. de weersomstandigheden, lijken van groter belang. De geadviseerde temperatuur in leslokalen voor het stookseizoen c.q. de winterperiode ligt tussen 19 en 23°C, maar een temperatuur van 20°C ligt meer voor de hand wanneer ook energeverbruik een item is. Deze temperatuur wordt veelvuldig overschreden. De gemiddelde relatieve luchtvochtigheid ligt in vrijwel alle lokalen tussen de geadviseerde waarden. Dit was ook het geval in eerder onderzoek.
22
5. Literatuurlijst 1. Johnston SL, Pattemore PK, Sanderson G, Smith S, Campbell MJ, Josephs LK, Cunningham A, Robinson BS, Myint SH, Ward ME, Tyrrell DA, Holgate ST. The relationship between upper respiratory infections and hospital admissions for asthma: a time-trend analysis. Am J Respir Crit Care Med. 1996 Sep;154(3 Pt 1):654-60. 2. Smedje G, Norbäck D. Incidence of asthma diagnosis and self-reported allergy in relation to the school environment--a four-year follow-up study in schoolchildren. Int J Tuberc Lung Dis. 2001 Nov;5(11):1059-66. 3. Ritz BR, Hoelscher B, Frye C, Meyer I, Heinrich J. Allergic sensitization owing to 'second-hand' cat exposure in schools. Allergy. 2002 Apr;57(4):357-61. 4. Daisey JM, Angell WJ, Apte MG. Indoor air quality, ventilation and health symptoms in schools: an analysis of existing information. Indoor Air. 2003 Mar;13(1):53-64. 5. Bakó-Biró Zs, Kochhar N, Clements-Croome DJ, Awbi HB, Williams M. Ventilation rates in schools and pupil’s performance using computerised assessment tests. Proceedings of Indoor Air 2008 - 880, Copenhagen, 2008. 6. Gids W. de, Oel CJ. van, Phaff JC, Kalkman A. Het effect van ventilatie op de cognitieve prestaties van leerlingen op een basisschool. Delft, TNO, 2006. 7. Gezondheidsraad. Advies inzake het binnenhuisklimaat, in het bijzonder een ventilatieminimum, voor Nederlandse woningen. Den Haag, Gezondheidsraad, 1984. 8. Anonym. Arbeidsonstandighedenwet; beleidsregel 6.2. www.wetten.overheid.nl. Arbeidsomstandighedenwetgeving. 9. Duijm F. Ventilatiecriteria voor scholen en kinderopvang. Tijdschr Gezondheidswet 2008;86(2):70. 10. Meijer HAJ. Schriftelijke mededeling. Groningen, RUG-IVEM, 2009. 11. Boogaard C. van den. Temperatuur en luchtvochtigheid in Scholen: Advies voor te hanteren toetswaarden bij onderzoek naar bestaande situaties ten beheove van het “onderzoek naar de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen”, 5 oktober 2006. 12. Meijer G, Duijm F, Waijer A. Vensterschool Gravenburg. Groningen, GGD Groningen, 2007. 13. NEN-NNI. Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 1090:1993 nl; ventilatie van schoolgebouwen voorbeelden van bouwkundige oplossingen, afgestemd op NEN 1089. Delft, NEN-NNI, 2004. 14. Meijer G, Duijm F. Lekker fris in school. Onderzoek naar mechanische ventilatie en binnenmilieu, beoordeling van 2 systemen. Groningen, GGD Groningen. 2006. 15. Versteeg H. Onderzoek naar de kwaliteit van het binnenmilieu in basisscholen. VROM Artikelcode 8055. Nieuwegein, LPB, 2007. 16. Meijer G, Duijm F, Hendriks U. Binnenmilieu; ongezonde lucht in Groninger schoollokalen; feitenblad 1. Groningen, GGD Groningen, 2005. 17. Hasselaar E. Hoe gezond is de Nederlandse woning. Delft, DUP Science, 2001.
23
Bijlagen 1. Data per lokaal 2. Correlatietabel (per onderwijssoort) CO2 P98 en % overschrijding van 1400 ppm (per lesdag) met windrichting, windsnelheid, luchtdruk, gemiddelde temperatuur, uren zon en uren neerslag (gemiddeld per etmaal).
24
25
1 1 2 2 3 3 4 5 5 6 6 7 7 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 14 14 15 15 16 16 17 17 18 19 19 20 20 21 21
1 2 1 2 1 2 1 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 3 1 2 3 1 2 1 2 3 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 1 2 1 2 1 2
PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-S PO-R PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-S PO-S PO-S PO-S
school lokaal soort
Data per lokaal
08.01.07 08.01.07 08.01.07 08.01.07 09.01.07 09.01.07 09.01.07 09.01.07 09.01.07 09.01.07 09.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 10.01.07 15.01.07 15.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 16.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07 18.01.07
datum
32 19 25 20 25 24 11 21 14 20 20 23 24 20 28 20 15 15 25 30 30 26 28 16 15 13 16 27 24 29 11 12 28 21 25 25 27 11 10 8 7 13 11
natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk
4 3 2 3 3 6 12 3 3 4 2 1 4 4 5 6 8 4 2 4 6 2 5 3 3 2 4 4 4 5 7 7 4 4 3 3 4 9 . . 8 3 3
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 1 0 0 0 0 0 0 0
# ll ventilatie # ramen # roosters nee nee nee nee ja nee nee nee nee nee ja ja nee nee ja ja nee nee ja ja ja ja ja nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee nee nee ja ja . . ja nee nee
dwarsvent. 1085 770 981 1089 887 739 714 1127 916 831 1087 1077 920 1988 1382 922 839 1160 1355 1077 1182 1092 1022 1009 1330 942 925 1303 999 1051 991 890 1620 1429 979 1043 1301 930 830 750 721 1150 1073
gem.CO2/5d
p98 CO2/5d percentage lestijd in meetweek met CO2: 800ppm >1000ppm >1400ppm >2000ppm 1621 82 63 15 0 1309 42 15 0 0 1743 61 42 15 0 1536 86 63 13 0 1612 58 23 7 0 1079 26 5 0 0 905 23 0 0 0 2002 80 62 23 2 1626 61 36 6 0 1288 48 22 1 0 1811 87 60 12 0 1623 82 59 18 0 1646 69 35 7 0 3343 98 93 76 50 2672 85 72 40 14 1270 75 43 0 0 1212 63 18 0 0 1832 88 67 18 0 2281 94 87 38 10 1811 85 61 12 0 1848 76 70 32 0 1456 74 70 22 0 1537 76 53 13 0 1595 78 50 6 0 2125 87 75 46 6 1754 64 37 7 0 1563 61 39 8 0 2156 80 73 44 6 1614 75 50 10 0 1485 80 66 8 0 1416 80 44 4 0 1284 66 29 0 0 3065 94 84 56 24 2162 97 87 52 8 1379 81 51 0 0 1265 88 66 0 0 1765 98 88 33 0 1333 68 38 1 0 1276 50 22 0 0 1053 33 4 0 0 1071 24 6 0 0 2139 74 57 27 3 1686 79 58 17 0 >3000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
>4000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
243 247 230 230 254 249 247 269 248 251 247 270 248 249 246 265 246 243 254 272 274 23 245 242 241 189 223 241 242 243 243 243 235 233 212 209 168 192 224 224 187 224 224
n CO2
BIJLAGE 1
26
22 22 22 23 24 24 24 25 25 26 27 28 29 29 29 30 30 30 31 31 31 32 32 32 33 33 33 34 34 34 35 35 35 36 36 36 37 37 38 38 38 38
1 2 3 1 1 2 3 1 2 1 1 1 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 1 2 3 4
PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-S PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R
school lokaal soort
23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 23.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 25.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 30.01.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07 01.02.07
datum
26 21 25 18 20 25 27 24 25 24 29 19 29 20 20 28 27 26 19 29 26 28 29 22 26 16 20 12 12 12 24 26 28 18 20 18 24 27 22 22 25 28
natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk
10 10 4 6 3 3 6 3 4 3 6 3 5 4 7 6 2 2 6 6 8 9 8 7 6 1 2 4 4 4 6 4 2 . 4 4 4 4 3 3 3 2
0 0 0 0 3 3 6 0 0 3 0 3 0 0 0 0 2 2 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0 2 2 1 4 0 0 0 0 0 0 0 2
# ll ventilatie # ramen # roosters nee nee ja nee ja ja nee ja ja ja ja ja nee ja nee nee nee nee ja nee nee nee ja ja nee ja nee nee ja nee nee nee nee ja ja ja ja ja nee nee nee ja
dwarsvent. 1227 1052 1658 1177 1058 859 1160 1669 1719 1382 1407 1151 1393 1427 1008 1278 1215 1040 1076 1248 1133 1231 1168 1019 1345 1061 960 913 924 1116 1224 1025 1481 1111 1236 1206 1369 1399 1447 804 1695 951
gem.CO2/5d
p98 CO2/5d percentage lestijd in meetweek met CO2: 800ppm >1000ppm >1400ppm >2000ppm 1959 83 75 28 2 1979 69 47 23 2 2869 86 80 67 30 1921 95 68 18 1 1898 55 52 34 2 1263 63 27 1 0 1664 85 74 19 0 2836 83 80 67 31 3444 91 83 55 38 2462 76 70 53 17 3040 75 56 38 23 1955 84 69 17 0 2004 89 79 51 2 2360 89 84 50 9 1600 67 48 11 0 2456 91 77 36 4 1688 88 73 32 0 1545 78 61 8 0 1665 93 64 8 0 2122 80 66 40 4 1664 96 67 15 0 2473 80 61 33 10 1912 76 71 28 2 1829 80 45 10 0 2960 79 71 31 16 1527 80 62 15 0 1436 71 37 5 0 1280 68 37 0 0 1347 70 38 1 0 1796 84 61 17 0 1722 91 77 30 0 1520 87 50 9 0 2303 99 95 55 8 1561 86 66 14 0 1823 93 77 27 1 2206 85 69 23 7 1935 96 91 50 0 2125 97 87 48 6 2243 94 79 55 11 1140 52 12 0 0 3052 93 87 64 27 1235 83 46 0 0 >3000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 6 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2 0
>4000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
251 273 273 251 261 260 239 254 253 251 224 224 221 238 217 232 211 228 224 205 203 186 187 240 234 213 212 226 225 224 245 223 240 228 209 208 224 205 205 205 224 224
n CO2
1 2 3 4 5 6 7 1 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8
50 50 50 50 50 50 50 51 51 52 53 53 53 53 53 53 53 53
27
1 2 3 1 1 2 1 1 2 3 1 2 3 1 2 1 1 2 3 1 2 3 1 2 3
39 39 39 40 41 41 42 43 43 43 44 44 44 45 45 46 47 47 47 48 48 48 49 49 49
VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-S VO-S PO-S VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R
PO-S PO-S PO-S PO-S PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-S PO-R PO-R PO-R PO-S PO-S PO-S
school lokaal soort
13.02.07 13.02.07 13.02.07 13.02.07 13.02.07 13.02.07 13.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07 15.02.07
06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 06.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 08.02.07 13.02.07 13.02.07 13.02.07
datum
25 25 25 25 25 25 25 12 12 12 30 30 30 30 30 30 30 30
8 10 8 12 31 21 24 29 28 18 25 31 27 19 19 20 10 13 14 23 19 28 13 12 10
natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk
natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk 6 4 4 2 2 4 3 12 12 6 4 4 6 4 5 4 4 4
6 6 6 6 8 4 3 5 5 5 8 12 8 4 4 4 8 8 8 4 4 3 5 3 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 4 0 4 4 4
0 0 0 0 0 0 3 0 5 5 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
# ll ventilatie # ramen # roosters
nee nee nee nee nee nee nee ja ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee
ja nee nee ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee ja ja ja ja nee nee ja ja ja ja
dwarsvent.
1440 1827 1760 1290 1323 1856 2288 927 1080 1076 1828 1695 1981 1485 1064 1092 1603 1047
726 1129 930 959 1156 1570 1619 993 1161 678 1329 1998 2031 1178 1317 1295 993 1371 1283 1239 1284 1166 1060 935 743
gem.CO2/5d
p98 CO2/5d percentage lestijd in meetweek met CO2: 800ppm >1000ppm >1400ppm >2000ppm 980 24 2 0 0 1727 88 66 19 0 1312 73 32 0 0 1352 82 36 1 0 2023 78 66 21 3 2169 90 88 70 16 2634 94 81 61 29 1445 69 51 5 0 2216 86 61 20 6 879 13 0 0 0 1964 92 78 48 0 3858 99 95 73 36 3250 100 96 86 49 1974 77 63 31 1 2044 95 74 39 4 1949 95 84 33 0 1733 64 45 14 0 2279 86 73 49 13 2002 85 75 42 2 1862 89 79 35 0 1847 94 81 35 0 1515 95 83 12 0 1603 86 66 9 0 1247 84 31 0 0 971 27 1 0 0 inh.lokaal vent.beh. vent.cap. 2408 190 520 389 2983 165 520 389 2875 143 520 368 2090 316 520 3765 2713 111 520 184 3386 166 520 384 3576 181 520 241 1213 . . . 1764 . . . 1863 243 580 1145 3103 158 580 764 3685 213 580 1558 4056 122 580 764 2682 156 580 764 2139 . . . 2539 . . . 3393 . . . 2129 . . . >3000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 16 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
>4000ppm 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
346 344 344 343 237 340 340 317 316 314 356 358 355 354 347 345 345 343
262 261 260 240 238 221 216 234 214 211 221 222 239 235 235 215 230 226 226 224 205 205 190 238 238
n CO2
28
54 54 54 54 54 54 54 55 55 56 56 56 57 57 57 57 57 57 57 58 58 58 58 58 58 59 59 59 59 59 59 59 60 60 60 60 60 60 61 61 61 61 61 61 61
1 2 3 4 5 6 7 1 3 1 2 3 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7
VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R VO-R
school lokaal soort
20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 20.02.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 08.03.07 22.03.07 22.03.07 22.03.07 22.03.07 22.03.07 22.03.07 22.03.07
datum
30 30 30 30 30 30 30 25 25 25 25 25 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 28 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 26 32 32 32 32 32 32 32
natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. mech. mech. mech. mech. mech. natuurlijk mech. mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk mech. natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk natuurlijk
3 9 10 9 2 3 1 3 4 3 4 3 4 4 4 4 4 4 4 2 3 2 1 4 2 4 2 1 2 2 5 3 4 4 4 4 5 4 4 4 5 4 4 4 4
3 0 0 0 2 3 2 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
# ll ventilatie # ramen # roosters nee nee nee nee nee nee ja nee nee ja nee nee nee nee ja ja nee nee nee ja nee nee ja ja ja nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee nee
dwarsvent. 1376 1795 1425 1216 1190 1511 1305 1292 1194 1511 1471 1572 1266 1183 1394 1588 1562 1425 1441 834 1191 868 708 635 828 1237 1289 1947 1511 2253 1237 1815 1436 1114 1672 2189 1923 1119 1147 993 1102 971 1107 985 1387
gem.CO2/5d 2903 2880 2628 2419 2433 2500 2152 2494 2534 3239 3089 2662 2493 2545 2664 2957 2763 2448 3318 1856 1680 1883 1053 867 1565 2763 2265 4013 3192 4082 1997 3260 2713 1726 3463 4073 4069 2317 2116 1919 2264 1594 1919 1489 2588
p98 CO2/5d . . . . . . . 196 199 239 226 250 271 140 205 156 155 131 155 . . . . . . 179 164 142 76 144 224 157 . . . . . . 246 195 201 250 198 196 196
inh.lokaal . . . . . . . 520 520 520 520 520 580 580 580 580 580 580 580 . . . . . . 540 540 540 540 540 540 540 . . . . . . 660 660 660 660 660 660 660
vent.beh. . . . . . . . 513 570 1156 2333 1313 2002 432 2520 1339 432 454 446 . . . . . . 2592 3384 1308 99 157 2831 925 . . . . . . 703 2044 2328 2222 1469 1972 2017
vent.cap.
410 410 410 121 410 410 410 380 179 371 370 368 453 455 455 216 455 455 69 372 459 457 457 457 558 488 61 483 486 487 336 477 406 407 404 401 399 401 349 349 350 342 350 350 350
n CO2
1 2 1 2 1 2 1 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 3 1 2 3 1 2 1 2 3 1 2 1 2 1 2 1 2 1 2 1 1 2 1 2 1 2
1 1 2 2 3 3 4 5 5 6 6 7 7 8 8 9 9 9 10 10 10 11 11 12 12 12 13 13 14 14 15 15 16 16 17 17 18 19 19 20 20 21 21
29
lokaal
school
21 20 19 20 20 19 20 19 20 22 22 22 21 19 19 20 18 20 20 20 19 22 21 22 21 22 22 22 20 22 21 21 21 20 20 20 20 21 22 21 21 21 20
gem.T/5d
18 18 17 17 18 17 19 18 18 21 21 21 20 18 18 18 17 18 19 18 18 20 20 20 18 21 19 19 18 21 19 20 19 18 17 17 18 20 20 20 20 20 19
p2 T/5d
p98 T/5d percentage lestijd in meetweek met T: <18°C <20°C >20°C >23°C >24°C >25°C >26°C 23 1 21 79 0 0 0 0 22 0 43 57 0 0 0 0 20 17 78 22 0 0 0 0 21 13 41 59 0 0 0 0 22 4 54 46 1 0 0 0 21 7 85 15 0 0 0 0 22 0 44 56 0 0 0 0 21 0 73 27 0 0 0 0 22 0 70 30 0 0 0 0 23 0 0 100 17 0 0 0 23 0 0 100 2 0 0 0 23 0 0 100 7 0 0 0 22 0 0 100 0 0 0 0 20 11 99 1 0 0 0 0 21 4 79 21 0 0 0 0 22 0 61 39 0 0 0 0 20 35 100 0 0 0 0 0 21 0 51 49 0 0 0 0 21 0 15 85 0 0 0 0 21 3 62 38 0 0 0 0 21 6 86 14 0 0 0 0 24 0 4 96 9 0 0 0 23 0 7 93 0 0 0 0 23 0 0 100 1 0 0 0 23 1 19 81 0 0 0 0 24 0 1 99 14 2 0 0 24 0 13 87 16 0 0 0 24 0 5 95 26 4 0 0 21 1 66 34 0 0 0 0 23 0 0 100 5 0 0 0 22 0 15 85 0 0 0 0 22 0 12 88 0 0 0 0 24 0 27 73 8 2 0 0 21 1 60 40 0 0 0 0 22 10 60 40 0 0 0 0 24 14 41 59 4 0 0 0 23 3 42 58 0 0 0 0 23 0 4 96 0 0 0 0 25 0 0 100 9 7 2 0 22 0 0 100 0 0 0 0 22 0 5 95 0 0 0 0 23 0 8 92 0 0 0 0 22 0 67 33 0 0 0 0 246 247 230 230 254 249 247 269 248 251 247 270 248 249 246 265 246 243 254 272 274 232 245 238 238 238 223 237 242 243 243 243 233 229 209 208 208 223 224 224 187 224 224
nT 50 45 52 51 48 48 43 49 46 40 43 42 43 61 55 47 50 50 48 47 52 45 47 44 49 40 41 46 45 40 45 45 44 46 36 38 43 39 36 37 39 40 41
gem.RV/5d 43 38 45 44 38 41 38 42 38 33 37 35 36 53 46 42 46 45 42 42 46 39 40 32 26 27 25 35 27 25 32 28 33 35 23 25 33 30 22 28 29 27 32
P2 RV/5d 61 54 60 58 60 53 49 58 52 49 48 49 52 68 63 56 56 55 54 52 58 54 55 51 57 49 52 55 55 51 54 52 61 61 56 52 57 55 53 51 53 52 60
P98 RV/5d 4 0 0 0 2 0 0 0 0 0 0 0 0 61 8 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4 6 0 0 0 0 0 0 0 0 3
RV>60% 246 247 230 230 254 249 247 269 248 251 247 270 248 249 246 265 246 243 254 272 274 232 245 238 238 238 223 241 242 243 243 243 235 233 212 209 208 223 224 224 187 224 224
n RV
ramen en roosters W W W O W . O Z Z Z ZO Z NO NO ZW NO N . N W N N NO N N Z W NW ZO Z Z ZO ZW NO ZW ZW Z N . . ZO O W
1 2 3 1 1 2 3 1 2 1 1 1 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 1 2 3 4
22 22 22 23 24 24 24 25 25 26 27 28 29 29 29 30 30 30 31 31 31 32 32 32 33 33 33 34 34 34 35 35 35 36 36 36 37 37 38 38 38 38
30
lokaal
school
20 21 19 20 20 22 19 20 22 20 21 18 20 21 24 20 20 21 20 21 21 18 21 20 21 24 22 22 21 22 21 21 21 21 21 20 22 20 20 22 21 23
gem.T/5d
17 18 16 18 18 20 15 19 21 18 15 16 19 19 21 19 17 19 18 17 18 16 19 18 18 22 20 20 20 21 18 18 18 18 17 18 21 19 18 19 19 20
p2 T/5d
p98 T/5d percentage lestijd in meetweek met T: <18°C <20°C >20°C >23°C >24°C >25°C >26°C 26 10 42 58 10 6 4 1 23 0 19 81 0 0 0 0 22 21 75 25 0 0 0 0 21 0 33 67 0 0 0 0 21 3 51 49 0 0 0 0 23 0 0 100 0 0 0 0 21 33 76 24 0 0 0 0 21 0 17 83 0 0 0 0 25 0 0 100 22 6 0 0 23 4 37 63 0 0 0 0 23 10 25 75 1 0 0 0 20 46 100 0 0 0 0 0 23 0 43 57 0 0 0 0 24 0 24 76 6 0 0 0 27 0 1 99 61 37 22 5 21 0 37 63 0 0 0 0 22 12 63 37 0 0 0 0 23 0 5 95 3 0 0 0 21 1 28 72 0 0 0 0 23 9 37 63 7 0 0 0 23 2 16 84 7 0 0 0 20 54 100 0 0 0 0 0 22 1 5 95 0 0 0 0 21 0 55 45 0 0 0 0 23 0 16 84 12 0 0 0 25 0 0 100 97 54 7 0 23 0 0 100 0 0 0 0 24 0 0 100 20 0 0 0 23 0 2 98 0 0 0 0 24 0 0 100 24 0 0 0 23 1 24 76 2 0 0 0 23 0 22 78 0 0 0 0 22 1 21 79 0 0 0 0 23 0 30 70 0 0 0 0 27 6 15 85 12 9 8 4 22 4 45 55 0 0 0 0 23 0 0 100 2 0 0 0 21 0 35 65 0 0 0 0 21 4 60 40 0 0 0 0 25 0 7 93 23 14 3 0 23 0 10 90 0 0 0 0 24 0 1 99 36 2 0 0 251 260 260 239 254 256 233 250 249 247 220 220 216 234 215 228 210 227 224 205 205 223 187 235 235 212 211 224 225 224 242 225 239 229 208 208 224 205 205 205 224 224
nT 36 34 43 38 33 30 36 41 38 40 40 43 45 42 32 41 43 34 45 41 42 52 45 48 43 34 40 38 39 41 40 40 46 43 45 45 39 40 44 32 43 34
gem.RV/5d 23 23 32 33 26 22 26 31 24 30 20 30 34 33 21 25 30 28 34 30 33 42 39 39 36 26 31 31 34 35 31 29 38 32 32 29 28 33 35 24 31 25
P2 RV/5d 50 47 58 47 42 40 55 53 47 53 55 53 54 51 39 51 51 40 54 50 49 60 52 54 49 44 46 44 45 49 50 51 53 54 59 51 49 47 51 47 54 44
P98 RV/5d 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
RV>60% 251 260 260 239 254 256 233 250 249 247 220 220 216 234 215 228 210 227 224 205 205 223 187 235 235 212 211 224 225 224 242 225 239 229 208 208 224 205 205 205 224 224
n RV
ramen en roosters ZW ZO NW ZW N W Z ZW ZW O ZO O ZO NO W ZO ZW W N Z W ZW N N ZW NW ZO ZO ZW NW ZO ZO ZO ZO ZO ZW ZW N Z Z Z W
1 2 3 1 1 2 1 1 2 3 1 2 3 1 2 1 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 4 5 6 7 1 2 1 1 2 3 4 5 6 7 8
39 39 39 40 41 41 42 43 43 43 44 44 44 45 45 46 47 47 47 48 48 48 49 49 49 50 50 50 50 50 50 50 51 51 52 53 53 53 53 53 53 53 53
31
lokaal
school
21 21 21 21 21 19 17 22 23 21 20 19 19 19 19 20 19 21 21 22 19 21 19 22 22 21 22 22 22 23 21 19 22 21 21 21 19 20 20 23 20 20 20
gem.T/5d
19 17 20 18 17 16 12 21 22 19 18 18 17 19 17 19 17 19 20 19 18 20 18 20 20 20 20 21 18 20 19 17 20 19 16 20 16 16 18 20 15 16 16
p2 T/5d
p98 T/5d percentage lestijd in meetweek met T: <18°C <20°C >20°C >23°C >24°C >25°C >26°C 23 0 6 94 0 0 0 0 22 9 15 85 0 0 0 0 23 0 13 87 0 0 0 0 23 2 34 66 1 0 0 0 23 7 39 61 3 0 0 0 21 24 86 14 0 0 0 0 21 71 91 9 0 0 0 0 24 0 0 100 35 0 0 0 25 0 0 100 48 26 7 0 22 0 12 88 0 0 0 0 21 1 34 66 0 0 0 0 21 1 78 22 0 0 0 0 21 5 69 31 0 0 0 0 21 0 90 10 0 0 0 0 20 32 98 2 0 0 0 0 21 0 56 44 0 0 0 0 21 35 92 8 0 0 0 0 23 0 20 80 0 0 0 0 23 0 9 91 0 0 0 0 23 0 7 93 1 0 0 0 21 7 68 32 0 0 0 0 23 0 24 76 5 0 0 0 21 1 67 33 0 0 0 0 24 0 0 100 7 0 0 0 25 0 0 100 22 12 0 0 23 0 8 92 1 0 0 0 23 0 0 100 10 0 0 0 23 0 0 100 5 0 0 0 24 2 4 96 33 1 0 0 25 0 3 97 54 25 1 0 22 0 19 81 1 0 0 0 20 11 92 8 0 0 0 0 24 0 10 90 16 1 0 0 23 0 13 87 5 0 0 0 24 16 26 74 16 4 0 0 23 0 2 98 0 0 0 0 21 18 68 32 0 0 0 0 21 8 41 59 0 0 0 0 22 2 33 67 0 0 0 0 24 0 2 98 38 1 0 0 23 23 35 65 0 0 0 0 22 9 37 63 0 0 0 0 23 11 34 66 3 0 0 0 257 261 256 255 235 217 214 231 230 210 217 219 236 235 233 215 227 226 225 224 205 205 190 236 236 346 344 344 342 342 340 340 316 313 312 356 358 355 354 347 345 345 343
nT 32 36 36 37 35 42 58 29 29 29 41 51 50 46 46 47 47 45 44 40 45 42 41 35 33 45 47 45 40 38 49 59 35 43 38 45 48 49 43 34 40 44 38
gem.RV/5d 24 27 28 29 24 30 38 21 19 23 28 31 39 32 34 37 38 31 33 27 34 32 30 30 26 33 38 35 30 30 34 48 28 33 28 39 37 43 34 28 27 36 29
P2 RV/5d 41 49 47 50 49 58 71 42 44 39 50 65 63 54 54 55 54 52 51 48 50 48 50 43 40 59 59 55 50 54 60 65 43 53 52 52 60 57 50 40 53 54 47
P98 RV/5d 0 0 0 0 0 0 39 0 0 0 0 14 6 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 2 46 0 0 0 0 3 0 0 0 0 0 0
RV>60% 257 261 256 255 235 217 214 231 230 210 217 219 236 235 233 215 227 226 225 224 205 205 190 236 236 346 344 344 342 342 340 340 316 313 312 356 358 355 354 347 345 345 343
n RV
ramen en roosters ZO ZO NO NW ZO NO ZO O NO O ZO O O NW ZO Z NO ZW ZW W O NW N N O N NW W NW W N NW ZO ZO ZW N N NW NO ZO NO NO NO
32
54 54 54 54 54 54 54 55 55 56 56 56 57 57 57 57 57 57 57 58 58 58 58 58 58 59 59 59 59 59 59 59 60 60 60 60 60 60 61 61 61 61 61 61 61
1 2 3 4 5 6 7 1 3 1 2 3 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 1 2 3 4 5 6 7
school lokaal
20 21 21 19 23 21 19 21 21 20 20 20 19 21 20 19 19 21 20 22 21 22 22 20 21 21 18 21 20 23 21 21 21 22 22 20 22 23 20 19 20 20 22 22 20
gem.T/5d
18 17 19 18 21 19 16 20 19 17 16 19 18 19 17 18 17 19 18 19 19 20 19 18 19 17 16 19 18 20 19 20 19 20 20 18 20 18 18 17 17 18 19 19 18
p2 T/5d
p98 T/5d percentage lestijd in meetweek met T: nT <18°C <20°C >20°C >23°C >24°C >25°C >26°C 22 1 41 59 0 0 0 0 410 22 5 24 76 0 0 0 0 410 22 0 17 83 0 0 0 0 410 21 2 79 21 0 0 0 0 410 24 0 0 100 30 0 0 0 410 22 0 21 79 0 0 0 0 410 20 9 94 6 0 0 0 0 410 22 0 9 91 0 0 0 0 379 22 0 27 73 0 0 0 0 375 24 15 50 50 8 4 1 1 371 22 22 48 52 0 0 0 0 370 22 1 27 73 0 0 0 0 368 21 5 82 18 0 0 0 0 453 23 1 31 69 0 0 0 0 455 31 19 76 24 8 6 5 4 455 21 5 73 27 0 0 0 0 455 20 18 85 15 0 0 0 0 455 23 0 13 87 0 0 0 0 455 25 1 58 42 8 4 3 0 455 24 1 4 96 12 0 0 0 459 22 1 10 90 0 0 0 0 459 23 0 5 95 4 0 0 0 457 25 0 5 95 37 10 0 0 457 22 4 48 52 0 0 0 0 457 22 0 20 80 0 0 0 0 558 25 4 32 68 32 16 5 0 485 21 43 92 8 0 0 0 0 483 23 0 10 90 4 0 0 0 483 22 4 36 64 0 0 0 0 483 28 0 2 98 36 15 11 6 483 23 0 8 92 3 0 0 0 483 23 0 3 97 4 0 0 0 477 23 0 6 94 2 0 0 0 406 23 0 1 99 15 0 0 0 405 24 0 7 93 9 0 0 0 403 21 0 36 64 0 0 0 0 402 23 0 5 95 4 0 0 0 399 26 2 7 93 50 22 6 1 401 22 0 46 54 0 0 0 0 349 21 11 81 19 0 0 0 0 349 22 8 43 57 0 0 0 0 350 22 5 28 72 0 0 0 0 345 24 0 5 95 24 0 0 0 350 24 0 4 96 32 5 0 0 350 22 3 31 69 0 0 0 0 350 48 50 47 48 40 48 49 43 43 51 50 49 53 46 53 55 55 48 53 40 45 41 38 41 42 50 51 55 51 51 47 55 44 44 48 54 50 39 41 38 36 40 34 31 37
gem.RV/5d 39 36 38 41 28 37 43 34 34 37 44 41 48 35 29 43 46 41 31 31 36 33 31 33 34 36 43 46 41 31 37 46 36 38 40 40 40 29 32 30 28 31 28 25 30
P2 RV/5d 59 59 56 59 49 58 55 58 54 66 62 59 59 55 64 65 65 56 64 50 53 48 45 49 51 65 64 67 65 67 57 66 53 50 56 64 58 49 50 50 50 49 44 40 52
P98 RV/5d 1 0 0 2 0 0 0 1 0 13 8 1 0 0 30 12 16 0 13 0 0 0 0 0 0 9 9 17 11 22 0 19 0 0 0 12 1 0 0 0 1 0 0 0 0
RV>60%
n RV ramen en roosters 410 O 410 W 410 . 410 NW 410 Z 410 Z 410 N 379 NW 375 NO 371 . 370 NO 368 ZO 453 NW 455 ZW 455 NO 455 ZW 455 NW 455 NW 455 ZW 459 NW 459 NO 457 ZW 457 W 457 NO 558 ZW 485 ZO 483 ZW 483 ZO 483 NO 483 ZW 483 NO 477 NO 406 ZW 405 ZO 403 NW 401 NO 399 ZO 401 NW 349 ZO 349 ZW 350 NW 347 ZO 350 Z 350 ZO 350 ZW
BIJLAGE 2 Correlatietabel (per onderwijssoort) CO2 P98 en % overschrijding van 1400 ppm (per lesdag) met windrichting, windsnelheid, luchtdruk, gemiddelde temperatuur, uren zon en uren neerslag (gemiddeld per etmaal).
Soort onderwijs PO-R
P98 CO2 % lestijd > 1400
overheersende windrichting (graden)
windsnelhmps
etmaalgemiddelde luchtdruk
etmaalgem temp in C. -KNMI
zonneschijnduur in uur -KNMI
neerslagduur in uur -KNMI
VO-R
overheersende windrichting (graden)
windsnelhmps
etmaalgemiddelde luchtdruk
etmaalgem temp in C. -KNMI
zonneschijnduur in uur -KNMI
neerslagduur in uur -KNMI
33
Pearson Correlation
,822(**)
Sig. (2-tailed)
,000
% lestijd > 1400
N
426
Pearson Correlation
-,125(**)
-,134(**)
Sig. (2-tailed) N
,010 426
,006 426
Pearson Correlation
-,314(**)
-,320(**)
Sig. (2-tailed)
,000
,000
N
426
426
Pearson Correlation
,029
-,004
Sig. (2-tailed)
,555
,942
N
426
426
Pearson Correlation
-,265(**)
-,251(**)
Sig. (2-tailed)
,000
,000
N
426
426
Pearson Correlation
,089
,087
Sig. (2-tailed)
,066
,072
N
426
426
Pearson Correlation
-,084
-,059
Sig. (2-tailed)
,084
,220
N
426
426
Pearson Correlation
-,014
Sig. (2-tailed)
,806
N
303
Pearson Correlation
-,259(**)
Sig. (2-tailed)
,000
N
303
Pearson Correlation
,037
Sig. (2-tailed)
,519
N
303
Pearson Correlation
-,086
Sig. (2-tailed)
,135
N
303
Pearson Correlation
-,085
Sig. (2-tailed)
,141
N
303
Pearson Correlation
-,015
Sig. (2-tailed)
,799
N
303
Soort onderwijs SO
P98 CO2 % lestijd > 1400
overheersende windrichting (graden)
windsnelhmps
etmaalgemiddelde luchtdruk
etmaalgem temp in C. -KNMI
zonneschijnduur in uur -KNMI
neerslagduur in uur -KNMI
34
Pearson Correlation
,844(**)
Sig. (2-tailed)
,000
% lestijd > 1400
N
117
Pearson Correlation
-,160
-,164
Sig. (2-tailed)
,066
,077
N
132
117
Pearson Correlation
-,131
,006
Sig. (2-tailed)
,133
,946
N
132
117
Pearson Correlation
-,027
-,145
Sig. (2-tailed)
,762
,118
N
132
117
Pearson Correlation
-,052
,036
Sig. (2-tailed)
,556
,696
N
132
117
Pearson Correlation
-,092
-,202(*)
Sig. (2-tailed) N
,294 132
,029 117
Pearson Correlation
,029
,197(*)
Sig. (2-tailed)
,747
,036
N
129
114