BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cetrotide 0,25 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat 0,25 mg cetrorelix (als acetaat). Na reconstitutie met het bijgeleverde oplosmiddel bevat elke ml oplossing 0,25 mg cetrorelix. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Uiterlijk van het poeder: wit lyofilisaat Uiterlijk van het oplosmiddel: heldere en kleurloze vloeistof De pH-waarde van de gereconstitueerde oplossing is 4,0 – 6,0 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Voorkomen van voortijdige ovulatie bij patiënten die een gecontroleerde ovariële stimulatie ondergaan gevolgd door follikelpunctie en kunstmatige voortplantingstechnieken. In klinische studies is Cetrotide toegepast in combinatie met humaan menopauzale gonadotrofinen (hMG). Echter, beperkte ervaring met recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) wijst op een vergelijkbare werkzaamheid. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Cetrotide mag uitsluitend worden voorgeschreven door een arts die gespecialiseerd is in dit indicatiegebied. De eerste toediening van Cetrotide moet plaatsvinden onder toezicht van een arts en onder de voorwaarde dat behandeling van mogelijke (pseudo-)allergische reacties (waaronder levensbedreigende anafylaxie) onmiddellijk beschikbaar is. De volgende injecties mogen door de patiënte zelf worden toegediend, mits de patiënte op de hoogte is van de verschijnselen en symptomen die op overgevoeligheid kunnen wijzen, de gevolgen van de reactie en de noodzaak van onmiddellijk medisch handelen. De inhoud van 1 injectieflacon (0,25 mg cetrorelix) dient eenmaal daags te worden toegediend, met intervallen van 24 uur, ofwel ‘s morgens ofwel ‘s avonds. Het wordt aanbevolen na de eerste injectie de patiënte 30 minuten onder medisch toezicht te houden om er zeker van te zijn dat geen (pseudo-)allergische reactie ten gevolge van de injectie optreedt. Cetrotide dient subcutaan in de onderbuik te worden geïnjecteerd. De reacties op de injectieplaats kunnen tot een minimum worden beperkt door de injectieplaatsen af te wisselen, injectie op dezelfde plaats uit te stellen en het product langzaam in te spuiten om de progressieve absorptie van het product te bevorderen. 2
Toediening ‘s morgens: behandeling met Cetrotide dient te beginnen op de 5de of 6de dag van de ovariële stimulatie (ongeveer 96 tot 120 uur na starten van de ovariële stimulatie) met urinaire of recombinante gonadotrofinen en dient te worden voortgezet tijdens de duur van de gonadotrofinenbehandeling tot en met de dag van de ovulatie-inductie. Toediening ‘s avonds: behandeling met Cetrotide dient te beginnen op de 5de dag van de ovariële stimulatie (ongeveer 96 tot 108 uur na starten van de ovariële stimulatie) met urinaire of recombinante gonadotrofinen en dient te worden voortgezet tijdens de duur van de gonadotrofinen-behandeling tot en met de avond voorafgaand aan de dag van de ovulatie-inductie. Aanvullende informatie voor speciale populaties: Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Cetrotide bij kinderen of bij ouderen. Voor aanwijzingen voor bereiding, zie rubriek 6.6. 4.3
Contra-indicaties
•
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, qua structuur met gonadotrophin-releasing hormone (GnRH) overeenkomende verbindingen, extrinsieke peptide hormonen of voor één van de hulpstoffen.
•
Zwangerschap en borstvoeding.
•
Postmenopauzale vrouwen.
•
Patiënten met matige en ernstige nier- en leverinsufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Speciale aandacht is vereist bij vrouwen met verschijnselen of symptomen van actieve allergie of van wie bekend is dat een allergische predispositie aanwezig is. Behandeling met Cetrotide wordt niet aanbevolen bij vrouwen met een ernstige allergische status. Tijdens of na ovariële stimulatie kan een ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden. Dit verschijnsel dient te worden beschouwd als een intrinsiek risico van de stimulatieprocedure met gonadotrofinen. Een ovarieel hyperstimulatiesyndroom dient symptomatisch te worden behandeld, bijvoorbeeld met rust, intraveneuze electrolyten/colloïden en heparine therapie. Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitkliniek. Tot nu toe is er beperkte ervaring met Cetrotide wanneer het tijdens meerdere ovariële stimulatie cycli wordt toegediend. Daarom dient Cetrotide in volgende cycli alleen te worden toegediend na een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In vitro onderzoeken hebben aangetoond dat interacties met geneesmiddelen, die gemetaboliseerd worden door cytochroom P450 of die geglucuronideerd of geconjugeerd worden op enig andere wijze, onwaarschijnlijk zijn. Echter, hoewel er geen aanwijzingen zijn voor interacties met geneesmiddelen, in het bijzonder niet met geneesmiddelen die doorgaans worden gebruikt, gonadotrofinen of producten die histaminevrijgifte in gevoelige individuen induceren, kan de mogelijkheid van een interactie niet volledig worden uitgesloten.
3
4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Cetrotide dient niet te worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding (zie rubriek 4.3). Er zijn aanwijzingen uit dierproeven dat cetrorelix een dosisgerelateerd effect heeft op vruchtbaarheid, voortplantingsvermogen en zwangerschap. Er deden zich geen teratogene verschijnselen voor bij toediening van het geneesmiddel tijdens de kwetsbare fase van de zwangerschap. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Cetrotide heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
De meest gemelde bijwerkingen zijn lokale reacties op de injectieplaats, zoals erytheem, zwelling en pruritus. Deze zijn doorgaans van milde en voorbijgaande aard. In klinische studies zijn deze bijwerkingen waargenomen met een frequentie van 9,4%, na meerdere injecties met Cetrotide 0,25 mg. Licht tot matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS) (WHO graad I of II) is vaak gemeld en dient te worden beschouwd als een intrinsiek risico van de stimulatieprocedure. Omgekeerd komt ernstig OHSS slechts soms voor. Er zijn soms gevallen gemeld van overgevoeligheidsreacties, waaronder pseudo-allergische/ anafylactoïde reacties. De bijwerkingen die hieronder staan vermeld, zijn als volgt ingedeeld op basis van de frequentie waarin ze voorkomen: Zeer vaak Vaak Soms Zelden Zeer zelden
≥ 1/10 ≥ 1/100, < 1/10 ≥ 1/1.000, < 1/100 ≥ 1/10.000, < 1/1.000 < 1/10.000
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zenuwstelselaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms Soms Vaak
Systemische (pseudo-)allergische reacties, waaronder levensbedreigende anafylaxie. Hoofdpijn Misselijkheid Licht tot matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (WHO graad I of II) kan voorkomen, wat een intrinsiek risico is van de stimulatieprocedure (zie rubriek 4.4). Ernstig ovarieel hyperstimulatie syndroom (WHO graad III)
Soms
4
Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
4.9
Vaak
Lokale reacties op de injectieplaats (bijvoorbeeld erythema, zwelling en pruritis) zijn gemeld. Deze waren meestal van milde en voorbijgaande aard. In klinisch onderzoek werd, na meervoudige injectie van 0,25 mg cetrorelix, een percentage van 9,4 gemeld.
Overdosering
Overdosering bij mensen kan eventueel leiden tot een verlengde werkingsduur, maar het is onwaarschijnlijk dat hierdoor acute toxische effecten optreden. Bij acute toxiciteitsstudies bij knaagdieren werden niet-specifieke toxische symptomen waargenomen na intraperitoneale toediening van cetrorelix in doseringen die meer dan 200 maal hoger waren dan de farmacologisch effectieve dosis na subcutane toediening. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-gonadotrofine-releasing hormonen, ATC-code: H01CC02. Cetrorelix is een luteïniserend hormoon releasing hormoon (LHRH) antagonist. LHRH bindt aan membraanreceptoren op de hypofyse. Cetrorelix gaat een competitie aan met endogeen LHRH voor de binding aan deze receptoren. Door dit werkingsmechanisme reguleert cetrorelix de secretie van gonadotrofinen (LH en FSH). Cetrorelix remt op dosisafhankelijke wijze de secretie van LH en FSH door de hypofyse. Dit effect treedt vrijwel onmiddellijk op en blijft gehandhaafd bij voortzetting van de behandeling, zonder een aanvankelijk stimulerend effect. Bij vrouwen stelt cetrorelix de LH-piek, en daarmee de ovulatie, uit. De werkingsduur van cetrorelix bij vrouwen die een ovariële stimulatie ondergaan is dosisafhankelijk. Na een eenmalige toediening van 3 mg cetrorelix is een werkingsduur van tenminste 4 dagen waargenomen. Op de vierde dag was de remming ongeveer 70%. Bij een dosering van 0,25 mg per injectie wordt het effect van cetrorelix gehandhaafd door elke 24 uur een injectie toe te dienen. Zowel bij dieren als bij mensen zijn de hormonale antagonistische effecten van cetrorelix geheel reversibel na beëindiging van de behandeling. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De absolute biobeschikbaarheid van cetrorelix na subcutane toediening bedraagt ongeveer 85%. De totale bloedplasmaklaring en de renale klaring bedragen respectievelijk 1,2 ml x min-1 x kg-1 en 0,1 ml x min-1 x kg-1. Het distributievolume (Vd) is 1,1 l x kg-1. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze en subcutane toediening zijn respectievelijk ongeveer 12 uur en 30 uur, wat het effect aantoont van het absorptieproces ter plaatse van de injectie. De subcutane toediening van eenmalige doseringen (0,25 mg tot 3 mg cetrorelix) evenals de dagelijkse toediening gedurende 14 dagen vertonen een lineaire kinetiek. 5
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventionell onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiteit bij herhaalde dosering, genotoxiteit, carcinogeen potentieel, reproductietoxiteit. Er werd geen toxiciteit op een specifiek orgaan waargenomen bij acute, subacute en chronische toxiciteitsstudies bij ratten en honden na subcutane toediening van cetrorelix. Bij honden werden geen aanwijzingen gevonden van met het geneesmiddel samenhangende plaatselijke irritaties of onverenigbaarheid na intraveneuze, intra-arteriële en paraveneuze injectie, van cetrorelix doseringen die duidelijk hoger waren dan bedoeld voor klinische toepassing bij de mens. In genetische en chromosoommutatietesten zijn geen aanwijzingen voor een mutageen of clastogeen effect van cetrorelix waargenomen. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Poeder: Mannitol Oplosmiddel: Water voor injecties 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn onder rubriek 6.6. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. De oplossing moet onmiddellijk na bereiding worden toegediend. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Verpakkingen met 1 of 7 Type I glazen injectieflacons, afgesloten met een rubberen stop. De verpakkingen bevatten daarnaast voor iedere injectieflacon: 1 voorgevulde spuit (Type I glazen patroon afgesloten met rubberen stop) met 1 ml oplosmiddel voor parenteraal gebruik 1 injectienaald (20 gauge) 1 onderhuidse injectienaald (27 gauge) 2 alcoholgaasjes. Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht.
6
6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Cetrotide dient uitsluitend te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel, waarbij de injectieflacon rustig wordt gezwenkt. Heftig schudden, waardoor luchtbellen ontstaan, moet worden vermeden. De gereconstitueerde oplossing is zonder deeltjes en helder. Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing troebel is. Zuig alle vloeistof op uit de injectieflacon. Hierdoor krijgt de patiënte altijd een dosis cetrorelix van tenminste 0,23 mg toegediend. De oplossing dient na reconstitutie onmiddellijk te worden toegediend. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Serono Europe Limited 56, Marsh Wall London E14 9TP Verenigd Koninkrijk 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/99/100/001 EU/1/99/100/002 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 april 1999 Datum van eerste hernieuwing: 15 april 2004 Datum van laatste hernieuwing: 13 april 2009 10.
DATUM VAN DE HERZIENING VAN DE TEKST
7
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cetrotide 3 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke injectieflacon bevat 3 mg cetrorelix (als acetaat). Na reconstitutie met het bijgeleverde oplosmiddel bevat elke ml oplossing 1 mg cetrorelix. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie. Uiterlijk van het poeder: wit lyofilisaat Uiterlijk van het oplosmiddel: heldere en kleurloze vloeistof De pH-waarde van de gereconstitueerde oplossing is 4,0 – 6,0 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Voorkomen van voortijdige ovulatie bij patiënten die een gecontroleerde ovariële stimulatie ondergaan gevolgd door follikelpunctie en kunstmatige voortplantingstechnieken. In klinische studies is Cetrotide toegepast in combinatie met humaan menopauzale gonadotrofinen (hMG). Echter, beperkte ervaring met recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH) wijst op een vergelijkbare werkzaamheid. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Cetrotide mag uitsluitend worden voorgeschreven door een arts die gespecialiseerd is in dit indicatiegebied. De eerste toediening van Cetrotide moet plaatsvinden onder toezicht van een arts en onder de voorwaarde dat behandeling van mogelijke (pseudo-)allergische reacties (waaronder levensbedreigende anafylaxie) onmiddellijk beschikbaar is. De volgende injecties mogen door de patiënte zelf worden toegediend, mits de patiënte op de hoogte is van de verschijnselen en symptomen die op overgevoeligheid kunnen wijzen, de gevolgen van de reactie en de noodzaak van onmiddellijk medisch handelen. De inhoud van 1 injectieflacon (3 mg cetrorelix) dient te worden toegediend op dag 7 van de ovariële stimulatie (ongeveer 132 tot 144 uur na starten van de ovariële stimulatie) met urinaire of recombinante gonadotrofinen. Het wordt aanbevolen na de eerste injectie de patiënte 30 minuten onder medisch toezicht te houden om er zeker van te zijn dat geen (pseudo-)allergische reactie ten gevolge van de injectie optreedt. Als de follikelgroei zodanig is dat niet wordt overgegaan tot ovulatie-inductie op de vijfde dag na injectie van Cetrotide 3 mg, dan dienen vanaf 96 uur na de injectie van Cetrotide 3 mg tot en met de dag van ovulatie-inductie dagelijkse injecties te worden gegeven met 0,25 mg cetrorelix (Cetrotide 0,25 mg). 8
Cetrotide dient subcutaan in de onderbuik te worden geïnjecteerd. De reacties op de injectieplaats kunnen tot een minimum worden beperkt door het product langzaam in te spuiten om de progressieve absorptie van het product te bevorderen. Aanvullende informatie voor speciale populaties: Er is geen relevante indicatie voor het gebruik van Cetrotide bij kinderen of bij ouderen. Voor aanwijzingen voor bereiding, zie rubriek 6.6. 4.3
Contra-indicaties
•
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel, qua structuur met gonadotrophin-releasing hormone (GnRH) overeenkomende verbindingen, extrinsieke peptide hormonen of voor één van de hulpstoffen.
•
Zwangerschap en borstvoeding.
•
Postmenopauzale vrouwen.
•
Patiënten met matige en ernstige nier- en leverinsufficiëntie.
4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Speciale aandacht is vereist bij vrouwen met verschijnselen of symptomen van actieve allergie of van wie bekend is dat een allergische predispositie aanwezig is. Behandeling met Cetrotide wordt niet aanbevolen bij vrouwen met een ernstige allergische status. Tijdens of na ovariële stimulatie kan een ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden. Dit verschijnsel dient te worden beschouwd als een intrinsiek risico van de stimulatieprocedure met gonadotrofinen. Een ovarieel hyperstimulatiesyndroom dient symptomatisch te worden behandeld, bijvoorbeeld met rust, intraveneuze electrolyten/colloïden en heparine therapie. Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitkliniek. Tot nu toe is er beperkte ervaring met Cetrotide wanneer het tijdens meerdere ovariële stimulatie cycli wordt toegediend. Daarom dient Cetrotide in volgende cycli alleen te worden toegediend na een zorgvuldige afweging van de voor- en nadelen. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
In vitro onderzoeken hebben aangetoond dat interacties met geneesmiddelen, die gemetaboliseerd worden door cytochroom P450 of die geglucuronideerd of geconjugeerd worden op enig andere wijze, onwaarschijnlijk zijn. Echter, hoewel er geen aanwijzingen zijn voor interacties met geneesmiddelen, in het bijzonder niet met geneesmiddelen die doorgaans worden gebruikt, gonadotrofinen of producten die histaminevrijgifte in gevoelige individuen induceren, kan de mogelijkheid van een interactie niet volledig worden uitgesloten. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Cetrotide dient niet te worden gebruikt tijdens zwangerschap en borstvoeding (zie rubriek 4.3).
9
Er zijn aanwijzingen uit dierproeven dat cetrorelix een dosisgerelateerd effect heeft op vruchtbaarheid, voortplantingsvermogen en zwangerschap. Er deden zich geen teratogene verschijnselen voor bij toediening van het geneesmiddel tijdens de kwetsbare fase van de zwangerschap. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Cetrotide heeft geen of verwaarloosbare invloed op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. 4.8
Bijwerkingen
De meest gemelde bijwerkingen zijn lokale reacties op de injectieplaats, zoals erytheem, zwelling en pruritus. Deze zijn doorgaans van milde en voorbijgaande aard. Licht tot matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS) (WHO graad I of II) is vaak gemeld en dient te worden beschouwd als een intrinsiek risico van de stimulatieprocedure. Omgekeerd komt ernstig OHSS slechts soms voor. Er zijn soms gevallen gemeld van overgevoeligheidsreacties, waaronder pseudo-allergische/ anafylactoïde reacties. De bijwerkingen die hieronder staan vermeld, zijn als volgt ingedeeld op basis van de frequentie waarin ze voorkomen: Zeer vaak Vaak Soms Zelden Zeer zelden
≥ 1/10 ≥ 1/100, < 1/10 ≥ 1/1.000, < 1/100 ≥ 1/10.000, < 1/1.000 < 1/10.000
Binnen iedere frequentiegroep worden bijwerkingen gerangschikt naar afnemende ernst. Immuunsysteemaandoeningen
Soms
Zenuwstelselaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen Voortplantingsstelsel- en borstaandoeningen
Soms Soms Vaak
Systemische (pseudo-)allergische reacties, waaronder levensbedreigende anafylaxie. Hoofdpijn Misselijkheid Licht tot matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (WHO graad I of II) kan voorkomen, wat een intrinsiek risico is van de stimulatieprocedure (zie rubriek 4.4). Ernstig ovarieel hyperstimulatie syndroom (WHO graad III) Lokale reacties op de injectieplaats (bijvoorbeeld erythema, zwelling en pruritis) zijn gemeld. Deze waren meestal van milde en voorbijgaande aard. In klinisch onderzoek werd een percentage van 8,0 gemeld.
Soms Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Vaak
10
4.9
Overdosering
Overdosering bij mensen kan eventueel leiden tot een verlengde werkingsduur, maar het is onwaarschijnlijk dat hierdoor acute toxische effecten optreden. Bij acute toxiciteitsstudies bij knaagdieren werden niet-specifieke toxische symptomen waargenomen na intraperitoneale toediening van cetrorelix in doseringen die meer dan 200 maal hoger waren dan de farmacologisch effectieve dosis na subcutane toediening. 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: Anti-gonadotrofine-releasing hormonen, ATC-code: H01CC02. Cetrorelix is een luteïniserend hormoon releasing hormoon (LHRH) antagonist. LHRH bindt aan membraanreceptoren op de hypofyse. Cetrorelix gaat een competitie aan met endogeen LHRH voor de binding aan deze receptoren. Door dit werkingsmechanisme reguleert cetrorelix de secretie van gonadotrofinen (LH en FSH). Cetrorelix remt op dosisafhankelijke wijze de secretie van LH en FSH door de hypofyse. Dit effect treedt vrijwel onmiddellijk op en blijft gehandhaafd bij voortzetting van de behandeling, zonder een aanvankelijk stimulerend effect. Bij vrouwen stelt cetrorelix de LH-piek, en daarmee de ovulatie, uit. De werkingsduur van cetrorelix bij vrouwen die een ovariële stimulatie ondergaan is dosisafhankelijk. Na een eenmalige toediening van 3 mg cetrorelix is een werkingsduur van tenminste 4 dagen waargenomen. Op de vierde dag was de remming ongeveer 70%. Bij een dosering van 0,25 mg per injectie wordt het effect van cetrorelix gehandhaafd door elke 24 uur een injectie toe te dienen. Zowel bij dieren als bij mensen zijn de hormonale antagonistische effecten van cetrorelix geheel reversibel na beëindiging van de behandeling. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
De absolute biobeschikbaarheid van cetrorelix na subcutane toediening bedraagt ongeveer 85%. De totale bloedplasmaklaring en de renale klaring bedragen respectievelijk 1,2 ml x min-1 x kg-1 en 0,1 ml x min-1 x kg-1. Het distributievolume (Vd) is 1,1 l x kg-1. De gemiddelde eliminatiehalfwaardetijd na intraveneuze en subcutane toediening zijn respectievelijk ongeveer 12 uur en 30 uur, wat het effect aantoont van het absorptieproces ter plaatse van de injectie. De subcutane toediening van eenmalige doseringen (0,25 mg tot 3 mg cetrorelix) evenals de dagelijkse toediening gedurende 14 dagen vertonen een lineaire kinetiek. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Niet-klinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze gegevens zijn afkomstig van conventionell onderzoek op het gebied van veiligheidsfarmacologie, toxiteit bij herhaalde dosering, genotoxiteit, carcinogeen potentieel, reproductietoxiteit. Er werd geen toxiciteit op een specifiek orgaan waargenomen bij acute, subacute en chronische toxiciteitsstudies bij ratten en honden na subcutane toediening van cetrorelix. Bij honden werden geen aanwijzingen gevonden van met het geneesmiddel samenhangende plaatselijke irritaties of 11
onverenigbaarheid na intraveneuze, intra-arteriële en paraveneuze injectie, van cetrorelix doseringen die duidelijk hoger waren dan bedoeld voor klinische toepassing bij de mens. In genetische en chromosoommutatietesten zijn geen aanwijzingen voor een mutageen of clastogeen effect van cetrorelix waargenomen. 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Poeder: Mannitol Oplosmiddel: Water voor injecties 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Dit geneesmiddel mag niet gemengd worden met andere geneesmiddelen dan die vermeld zijn onder rubriek 6.6. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar. De oplossing moet onmiddellijk na bereiding worden toegediend. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
Verpakking met 1 Type I glazen injectieflacon, afgesloten met een rubberen stop. De verpakking bevat daarnaast: 1 voorgevulde spuit (Type I glazen patroon afgesloten met rubberen stop) met 3 ml oplosmiddel voor parenteraal gebruik 1 injectienaald (20 gauge) 1 onderhuidse injectienaald (27 gauge) 2 alcoholgaasjes. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen en andere instructies
Cetrotide dient uitsluitend te worden opgelost in het bijgeleverde oplosmiddel, waarbij de injectieflacon rustig wordt gezwenkt. Heftig schudden, waardoor luchtbellen ontstaan, moet worden vermeden. De gereconstitueerde oplossing is zonder deeltjes en helder. Niet gebruiken indien de oplossing deeltjes bevat of als de oplossing troebel is. Zuig alle vloeistof op uit de injectieflacon. Hierdoor krijgt de patiënte altijd een dosis cetrorelix van tenminste 2,82 mg toegediend. 12
De oplossing dient na reconstitutie onmiddellijk te worden toegediend. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Serono Europe Limited 56, Marsh Wall London E14 9TP Verenigd Koninkrijk 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/99/100/003 9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
Datum van eerste verlening van de vergunning: 13 april 1999 Datum van eerste hernieuwing: 15 april 2004 Datum van laatste hernieuwing: 13 april 2009 10.
DATUM VAN DE HERZIENING VAN DE TEKST
13
BIJLAGE II A.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
14
A.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant(en) verantwoordelijk voor vrijgifte Baxter Oncology GmbH Kantstraße 2 D-33790 Halle Duitsland Æterna Zentaris GmbH Weismüllerstraße 50 D-60314 Frankfurt Duitsland In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen. B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN OPGELEGD AAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN TEN AANZIEN VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel. •
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing. •
ANDERE VOORWAARDEN
Risicomanagementplan De houder van de vergunning voor het in de handel brengen verplicht zich tot uitvoering van de activiteiten voor de geneesmiddelenbewaking die zijn opgesomd in versie 2.0 (20/11/2008) van het risicomanagementplan (RMP) (weergegeven in module 1.8.2 van de vergunning voor het in de handel brengen) en in alle volgende actualiseringen van het RMP die door het CHMP goedgekeurd zijn. Overeenkomstig de CHMP Richtlijn voor risicomanagementsystemen voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik dient elk geactualiseerd RMP tegelijk met de volgende Periodic Safety Update Report (PSUR) ingediend te worden. Bovendien dient een geactualiseerd RMP ingediend te worden Als er nieuwe informatie wordt ontvangen die van invloed kan zijn op de huidige veiligheidsgegevens, het geneesmiddelenbewakingsplan of de activiteiten voor het minimaliseren van risico’s, Binnen 60 dagen na het bereiken van een belangrijke mijlpaal (wat betreft Geneesmiddelenbewaking of minimalisering van risico’s) Op verzoek van de EMEA. 15
PSUR’s PSUR’s moeten om de twee jaar worden ingediend, tenzij anders aangegeven door de CHMP.
16
BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER
17
A. ETIKETTERING
18
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD OMDOOS 1 INJECTIEFLACON EN 1 VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cetrotide 0,25 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie cetrorelix 2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat: 0,25 mg cetrorelix (als acetaat). 3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: Mannitol 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel bevat: 1 ml water voor injecties 4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie. 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel voor parenteraal gebruik. De verpakking bevat daarnaast: 1 injectienaald (20 gauge) 1 onderhuidse injectienaald (27 gauge) 2 alcoholgaasjes. 5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik. Voor het gebruik de bijsluiter lezen. 6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
19
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Serono Europe Limited 56, Marsh Wall London E14 9TP Verenigd Koninkrijk 12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/99/100/001 13.
PARTIJNUMMER
Charge 14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift. 15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
cetrotide 0,25 mg
20
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD OMDOOS 7 INJECTIEFLACONS EN 7 VOORGEVULDE SPUITEN
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cetrotide 0,25 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie cetrorelix 2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat: 0,25 mg cetrorelix (als acetaat). 3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: Mannitol 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel bevat: 1 ml water voor injecties 4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
7 injectieflacons met poeder voor oplossing voor injectie. 7 voorgevulde spuiten met oplosmiddel voor parenteraal gebruik De verpakking bevat daarnaast: 7 injectienaalden (20 gauge) 7 onderhuidse injectienaalden (27 gauge) 14 alcoholgaasjes. 5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik. Voor het gebruik de bijsluiter lezen. 6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
21
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon(s) in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Serono Europe Limited 56, Marsh Wall London E14 9TP Verenigd Koninkrijk 12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/99/100/002 13.
PARTIJNUMMER
Charge 14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift. 15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
cetrotide 0,25 mg
22
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD CETROTIDE 0,25 MG INJECTIEFLACON ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Cetrotide 0,25 mg poeder voor oplossing voor injectie cetrorelix Subcutaan gebruik 2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor het gebruik de bijsluiter lezen. 3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP 4.
PARTIJNUMMER
Charge 5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
0,25 mg 6.
OVERIGE
23
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD OPLOSMIDDEL VOORGEVULDE SPUIT ETIKET
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Oplosmiddel voor Cetrotide 0,25 mg Water voor injecties 2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP 4.
PARTIJNUMMER
Charge 5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
1 ml 6.
OVERIGE
24
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD OMDOOS 1 INJECTIEFLACON EN 1 VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Cetrotide 3 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie cetrorelix 2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
1 injectieflacon met poeder bevat: 3 mg cetrorelix (als acetaat). 3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
Hulpstof: Mannitol 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel bevat: 3 ml water voor injecties 4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
1 injectieflacon met poeder voor oplossing voor injectie. 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel voor parenteraal gebruik De verpakking bevat daarnaast: 1 injectienaald (20 gauge) 1 onderhuidse injectienaald (27 gauge) 2 alcoholgaasjes. 5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Subcutaan gebruik. Voor het gebruik de bijsluiter lezen. 6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. 7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
25
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. 10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Merck Serono Europe Limited 56, Marsh Wall London E14 9TP Verenigd Koninkrijk 12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
EU/1/99/100/003 13.
PARTIJNUMMER
Charge 14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift 15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
cetrotide 3 mg
26
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD CETROTIDE 3 MG INJECTIEFLACON
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Cetrotide 3 mg poeder voor oplossing voor injectie cetrorelix Subcutaan gebruik 2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor het gebruik de bijsluiter lezen. 3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP 4.
PARTIJNUMMER
Charge 5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
3 mg 6.
OVERIGE
27
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD OPLOSMIDDEL VOORGEVULDE SPUIT
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN DE TOEDIENINGWEG(EN)
Oplosmiddel voor Cetrotide 3 mg Water voor injecties 2.
WIJZE VAN TOEDIENING
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP 4.
PARTIJNUMMER
Charge 5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
3 ml 6.
OVERIGE
28
B. BIJSLUITER
29
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Cetrotide 0,25 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Cetrorelix Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in de bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Cetrotide en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Cetrotide gebruikt 3. Hoe wordt Cetrotide gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Cetrotide 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS CETROTIDE EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Cetrotide blokkeert de receptoren van een natuurlijk hormoon, het zogenaamde luteïniserend hormoon releasing hormoon (LHRH), en zo, indirect, de werking van dit hormoon. LHRH regelt de productie en afgifte van een ander hormoon, het zogenaamde luteïniserend hormoon (LH), dat de eisprong tijdens de menstruatiecyclus stimuleert. Cetrotide wordt gebruikt om de voortijdige afgifte van LH en daarmee het voortijdig vrijkomen van een eicel (oöcyt) uit de eierstokken (oftewel “voortijdige eisprong”) te voorkomen. Een voortijdige eisprong is zeer ongewenst tijdens een behandeling waarbij de eierstokken (ovaria) worden aangezet om meer eicellen te produceren (stimulatie van de eierstokken), omdat de voortijdige afgifte van LH ervoor zorgt dat er oöcyten vrijkomen voordat deze kunnen worden afgenomen met een eenvoudige procedure voor kunstmatige voortplantingstechnieken (follikelpunctie). In klinische studies is Cetrotide toegepast in combinatie met humaan menopauzale gonadotrofinen (hMG). Beperkte post-marketing ervaring met een ander hormoon, recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH), wijst op een vergelijkbare werkzaamheid. hMG en FSH zijn hormonen die de rijping van de eicellen bevorderen. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U CETROTIDE GEBRUIKT
Gebruik Cetrotide niet • • • •
als u allergisch (overgevoelig) bent voor cetrorelixacetaat, exogene peptide hormonen (dit zijn geneesmiddelen vergelijkbaar met Cetrotide) of voor één van de andere bestanddelen van Cetrotide. wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft wanneer u de menopauze (overgang) al bereikt heeft wanneer u een matige of ernstige nier- of leveraandoening heeft.
30
Wees extra voorzichtig met Cetrotide Bijzondere voorzichtigheid moet worden betracht met vrouwen met een actieve allergie of een geschiedenis van allergie. Als u een dergelijke allergie heeft, is het belangrijk dat u uw arts hiervan op de hoogte brengt. Tijdens of na hormonale eierstokstimulatie kan er een ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden (de eierstokken worden dan te veel gestimuleerd). Dit houdt verband met de stimulatieprocedure met gonadotrofinen (hormonen die de rijping van de eicellen bevorderen). Voor meer informatie over de verschijnselen en de te nemen maatregelen, verwijzen wij u naar de patiëntenbijsluiter van het gonadotrofinen bevattende geneesmiddel dat u werd voorgeschreven. Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase (een behandeling om de baarmoeder beter voor te bereiden op de innesteling van het embryo en de vroege zwangerschap te ondersteunen, over het algemeen door het toedienen van progesteron of menselijk choriongonadotrofine) dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitskliniek. Omdat er nog weinig ervaring is met het gebruik van Cetrotide tijdens meerdere eierstokstimulatie behandelingen, dient u het geneesmiddel in volgende cycli alleen te gebruiken nadat uw arts de voordelen en risico’s zorgvuldig heeft afgewogen. Gebruik met andere geneesmiddelen In vitro onderzoeken hebben aangetoond dat wisselwerkingen met geneesmiddelen die afgebroken worden door de lever onwaarschijnlijk zijn. Echter, hoewel er geen aanwijzingen zijn voor wisselwerkingen met geneesmiddelen, in het bijzonder niet met geneesmiddelen die doorgaans worden gebruikt, gonadotrofinen of producten die bij gevoelige personen kunnen leiden tot het vrijkomen van histamine, kan de mogelijkheid van een wisselwerking niet volledig worden uitgesloten. Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Zwangerschap en borstvoeding U mag Cetrotide niet gebruiken als u al zwanger bent of vermoedt dat u zwanger bent of wanneer u borstvoeding geeft. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Het gebruik van Cetrotide heeft naar verwachting geen invloed op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te gebruiken. 3.
HOE WORDT CETROTIDE GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Cetrotide nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts. Houdt u zich aan de onderstaande instructies voor Cetrotide, tenzij uw arts u anders heeft voorgeschreven. Op deze manier voorkomt u dat Cetrotide niet optimaal werkt. Cetrotide is bestemd voor subcutane injectie, wat betekent dat het wordt toegediend middels onderhuidse injectie. Het is voor enkelvoudig gebruik. De eerste injectie met Cetrotide moet onder toezicht van uw dokter worden toegediend. De volgende injecties mag u zelf toedienen, mits uw dokter u op de hoogte heeft gebracht van de verschijnselen die op allergie kunnen duiden en van de gevolgen hiervan (een ernstige, mogelijk levensbedreigende allergische reactie, die ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt, kan optreden en onmiddellijke behandeling vereisen). 31
Cetrotide dient onderhuids in de onderbuik te worden geïnjecteerd, bij voorkeur in de buurt van de navel. Om lokale irritatie te voorkomen, kiest u iedere dag een andere injectieplaats en spuit u de oplossing langzaam in. Cetrotide poeder mag alleen worden opgelost in het water in de voorgevulde spuit. Gebruik de Cetrotide oplossing niet als de oplossing troebel is of deeltjes bevat. Lees eerst aandachtig de volgende instructies door, voordat u Cetrotide aan uzelf toedient 1.
Was uw handen. Uw handen en alles wat u verder gebruikt, moeten goed gereinigd zijn.
2.
Leg op een goed gereinigd oppervlak alles klaar wat u nodig hebt (1 injectieflacon, 1 voorgevulde spuit, 1 injectienaald met een geel merkteken, 1 injectienaald met een grijs merkteken en 2 alcoholgaasjes).
3.
Verwijder het plastic dopje van de injectieflacon. Neem de aluminiumring en de rubberen stop af met een alcoholgaasje.
4.
Haal de injectienaald met het gele merkteken uit de verpakking. Neem de voorgevulde spuit en verwijder de beschermende huls. Zet de naald op de spuit en verwijder de huls van de naald.
5.
Druk de naald door het midden van de rubberen stop van de injectieflacon. Injecteer het water in de injectieflacon door zachtjes op de zuiger van de spuit te drukken.
6.
Laat de spuit in de injectieflacon zitten. Beweeg de injectieflacon zachtjes heen en weer tot de oplossing helder is en het poeder volledig is opgelost. Zorg ervoor dat tijdens het oplossen geen luchtbellen worden gevormd.
7.
Zuig de volledige inhoud van de injectieflacon op in de spuit. Als er oplossing achterblijft in de injectieflacon, keer dan de injectieflacon om en trek de naald terug tot de opening van de naald zich net in de opening van de stop bevindt. Als u van de zijkant door de opening in de stop kijkt, kunt u de beweging van de naald en de vloeistof volgen. Zorg ervoor dat de volledige inhoud van de injectieflacon wordt opgezogen.
8.
Maak de spuit los van de naald en leg de spuit neer. Haal de injectienaald met het grijze merkteken uit de verpakking. Plaats de naald op de spuit en verwijder de huls van de naald.
9.
Houd de spuit verticaal (naald naar boven) en druk voorzichtig op de zuiger tot alle luchtbellen verdwenen zijn. Raak de naald niet aan en zorg dat de naald nergens mee in aanraking komt.
10.
Kies voor de injectie een plaats in de onderbuik, bij voorkeur rond de navel. Neem het tweede alcoholgaasje en reinig de huid op de injectieplaats. Houd de spuit met één hand vast. Pak met de andere hand een huidplooi rond de injectieplaats en houd deze stevig vast.
11.
Houd de spuit vast zoals u een pen vast zou houden, steek de gehele naald in de huid onder een hoek van ongeveer 45 graden.
12.
Wanneer de naald helemaal in de huid zit, kunt u de huidplooi loslaten.
13.
Trek de zuiger van de spuit zachtjes naar achteren. Als er bloed zichtbaar wordt, ga dan door zoals beschreven in stap 14. Als er geen bloed zichtbaar wordt, injecteer dan de oplossing langzaam door de zuiger zachtjes naar voren te duwen. Als de oplossing volledig geïnjecteerd is, trek dan de naald langzaam terug en druk daarbij zachtjes met het alcoholgaasje op de huid waar de naald zit. Verwijder de naald onder een zelfde hoek als waaronder deze werd ingebracht. 32
14.
Als er bloed zichtbaar wordt, verwijder dan de naald met de spuit en oefen zachtjes druk uit op de injectieplaats. Deze oplossing mag niet meer worden gebruikt. Leeg de spuit in de gootsteen. Begin opnieuw met stap 1.
15.
De spuit en de naalden mogen slechts één keer worden gebruikt. Gooi de spuit en naalden onmiddellijk na gebruik weg (doe de huls over de naalden om verwondingen te voorkomen).
De inhoud van 1 injectieflacon (0,25 mg cetrorelix) moet eenmaal daags worden ingespoten met een tussenpoos van 24 uur, ofwel ‘s morgens ofwel ‘s avonds. Toediening ‘s morgens: begin de behandeling met Cetrotide op dag 5 of 6 van de eierstokstimulatie (ongeveer 96 tot 120 uur na starten van de eierstokstimulatie) met urinair(e) of recombinant(e) gonadotrofine(n) en ga door gedurende de gehele behandelingsperiode voor de eierstokstimulatie tot en met de dag dat de eisprong wordt opgewekt. Toediening ‘s avonds: begin de behandeling met Cetrotide op dag 5 van de eierstokstimulatie (ongeveer 96 tot 108 uur na starten van de eierstokstimulatie) met urinair(e) of recombinant(e) gonadotrofine(n) en ga door gedurende de gehele behandelingsperiode voor de eierstokstimulatie tot de avond die voorafgaat aan de dag dat de eisprong wordt opgewekt. Wat u moet doen als u meer van Cetrotide heeft gebruikt dan u zou mogen Overdosering met Cetrotide kan leiden tot een verlengde werkingsduur, maar het is onwaarschijnlijk dat er plotselinge ongewenste/schadelijke effecten zullen optreden. Daarom zijn er in geval van overdosering geen speciale maatregelen noodzakelijk. Wat u moetdoen wanneer u bent vergeten Cetrotide te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen, maar raadpleeg uw arts. Het is het beste om Cetrotide in te spuiten met tussenpozen van 24 uur. Indien u het geven van Cetrotide op het daarvoor bestemde tijdstip heeft overgeslagen, dan kunt u deze dosering op een ander tijdstip van dezelfde dag inspuiten. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Cetrotide bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Als u ernstige, gegeneraliseerde allergische reacties ervaart, zoals ademhalingsproblemen of duizeligheid, die mogelijk levensbedreigend kunnen zijn, moet u stoppen met Cetrotide en onmiddellijk contact opnemen met uw arts of met spoed medische hulp inroepen. De frequentie van de hieronder vermelde mogelijke bijwerkingen is met gebruikmaking van de volgende conventie bepaald: Zeer vaak: komt voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers Vaak: komt voor bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers Soms: komt voor bij 1 tot 10 op de 1.000 gebruikers Zelden: komt voor bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers Zeer zelden: komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers Vaak: • Milde en kortdurende reacties kunnen optreden op de injectieplaats zoals roodheid, jeuk en zwelling.
33
•
Licht of matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS). Verschijnselen als buikpijn, spanning, misselijkheid, overgeven en diarree kunnen wijzen op een OHSS. Als u dergelijke verschijnselen ervaart, dan moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden.
Soms: • Ernstige, gegeneraliseerde allergische reactie (waaronder ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie die ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt). • Ernstig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS). Symptomen kunnen zijn: buikpijn, opgezette buik, misselijkheid, overgeven, diarree, gewichtstoename, verminderde urinestroom en ademhalingsmoeilijkheden. Als complicatie kunnen bloedstolsels worden gevormd. Als u dergelijke verschijnselen ervaart, dan moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. • Misselijkheid. • Hoofdpijn. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U CETROTIDE
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Cetrotide niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de injectieflacon na EXP. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Het Cetrotide poeder in de injectieflacon en het oplosmiddel in de voorgevulde spuit hebben dezelfde vervaldatum. Deze datum staat vermeld op de etiketten en op de verpakking. Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Na bereiding moet de oplossing onmiddellijk worden toegediend. Gebruik Cetrotide niet als de witte pellet in de injectieflacon er anders uitziet, of indien het oplosmiddel in de injectieflacon niet langer helder en kleurloos is of als het deeltjes bevat. Indien u nog vragen heeft kunt u uw arts of apotheker raadplegen. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Cetrotide Elke injectieflacon bevat 0,25 mg cetrorelix (als acetaat). Het andere bestanddeel is mannitol. Het oplosmiddel is water voor injecties. Hoe ziet Cetrotide er uit en wat is de inhoud van de verpakking Cetrotide is een wit poeder voor oplossing voor injectie. Het is verkrijgbaar in verpakkingen met één of zeven injectieflacons. 34
Daarnaast bevatten de verpakkingen voor iedere injectieflacon: • 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel (water voor injecties) voor parenteraal gebruik om het poeder op te lossen in de injectieflacon. • 1 injectienaald met een geel merkteken om het water in de injectieflacon te injecteren en om de oplossing uit de injectieflacon op te zuigen. • 1 injectienaald met een grijs merkteken om de oplossing onderhuids te injecteren. • 2 alcoholgaasjes om te reinigen. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Merck Serono Europe Ltd, 56 Marsh Wall, London E14 9TP, Verenigd Koninkrijk Fabrikant Baxter Oncology GmbH, Kantstraße 2, D-33790, Halle, Duitsland of Æterna Zentaris GmbH, Weismüllerstraße 50, D-60314 Frankfurt, Duitsland Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel, contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen. België/Belgique/Belgien MERCK NV/SA Brusselsesteenweg 288 B-3090 Overijse Tél/Tel: +32-2-686 07 11
Luxembourg/Luxemburg MERCK NV/SA Brusselsesteenweg 288 B-3090 Overijse, Belgique/Belgien Tél/Tel: +32-2-686 07 11
България MERCK d.o.o. Dunajska cesta 119 SI 1000 Любляна, Словения Teл: +386 1 560 3 800
Magyarország Merck Kft. Bocskai út 134-146. H-1113 Budapest Tel: +36-1-463-8100
Česká republika Merck spol.s.r.o Zděbradská 72 CZ-251 01 Říčany- Jažlovice Tel. +420 323619211
Malta Cherubino Ltd Delf Building Sliema Road MT-GZR 06 Gzira Malta Tel: +356-21-343270/1/2/3/4
Danmark E. Merck AB Strandvejen 102 B, 4th DK-2900 Hellerup Tlf: +45 35253550
Nederland Merck BV Tupolevlaan 41-61 NL-1119 NW Schiphol-Rijk Tel: +31-20-6582800
Deutschland Serono GmbH Alsfelder Straße 17 D-64289 Darmstadt Tel: +49-6151-6285-0
Norge Merck Serono Norge Luhrtoppen 2 1470 Lørenskog Tlf: +47 67 90 35 90
35
Eesti Merck Serono Esindaja C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kaunas, Leedu Tel: +370 37320603
Österreich Merck GesmbH. Zimbagasse 5 A-1147 Wien Tel: +43 1 57600-0
Ελλάδα Merck A.E. Κηφισίας 41-45, Κτίριο Β GR-151 23 Μαρούσι Αθήνα Tηλ: +30-210-61 65 100
Polska Merck Sp. z o.o. Al. Jerozolimskie 178 02-486 Warszawa Polska Tel.: +48 22 53 59 700
España Merck Farma y Química, S.L. María de Molina, 40 E-28006 Madrid Línea de Información: 900 200 400 Tel: +34-91-745 44 00
Portugal Merck, s.a. Rua Alfredo da Silva, 3-C P-1300-040 Lisboa Tel: +351-21-361 35 00
France Merck Lipha Santé s.a.s. 37, rue Saint-Romain F-69379 Lyon cedex 08 Tél.: +33-4-72 78 25 25 Numéro vert : 0 800 888 024
România MERCK d.o.o., Dunajska cesta 119 SI-1000 Lubliana, Slovenia Tel: +386 1 560 3 800
Ireland Merck Serono Ltd Bedfont Cross, Stanwell Road Feltham, Middlesex TW14 8NX United Kingdom Tel: +44-20 8818 7200
Slovenija MERCK d.o.o. Dunajska cesta 119 SI-1000 Ljubljana Tel: +386 1 560 3 800
Ísland Gróco ehf. Þverholti 14 IS-105 Reykjavík Sími: +354-568-8533
Slovenská republika Merck spol. s r.o. Tuhovská 3 SK-831 06 Bratislava Tel: + 421 2 49 267 111
Italia Merck Serono S.p.A. Via Casilina 125 I-00176 Roma Tel: +39-06-70 38 41
Suomi/Finland Merck Oy Pihatörmä 1 C FI-02240 Espoo Puh/Tel: +358-9-8678 700
Κύπρος Akis Panayiotou & Son Ltd Γιάννου Κρανιδιώτη 4 CY-225 78, Λευκωσία Τηλ: +357-22677038
Sverige E. Merck AB S-195 87 Stockholm Tel: +46-8-562 445 00
36
Latvija Merck Serono Pārstāvniecība C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kauņa, Lietuva Tel: +370 37320603
United Kingdom Merck Serono Ltd Bedfont Cross, Stanwell Road Feltham, Middlesex TW14 8NX Tel: +44-20 8818 7200
Lietuva Merck Serono Atstovybė C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kaunas Tel: +370 37320603 Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
37
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER Cetrotide 3 mg poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie Cetrorelix Lees de hele bijsluiter zorgvuldig door voordat u start met het gebruik van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in de bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. Wat is Cetrotide en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u Cetrotide gebruikt 3. Hoe wordt Cetrotide gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5. Hoe bewaart u Cetrotide 6. Aanvullende informatie 1.
WAT IS CETROTIDE EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
Cetrotide blokkeert de receptoren van een natuurlijk hormoon, het zogenaamde luteïniserend hormoon releasing hormoon (LHRH), en zo, indirect, de werking van dit hormoon. LHRH regelt de productie en afgifte van een ander hormoon, het zogenaamde luteïniserend hormoon (LH), dat de eisprong tijdens de menstruatiecyclus stimuleert. Cetrotide wordt gebruikt om de voortijdige afgifte van LH en daarmee het voortijdig vrijkomen van een eicel (oöcyt) uit de eierstokken (oftewel “voortijdige eisprong”) te voorkomen. Een voortijdige eisprong is zeer ongewenst tijdens een behandeling waarbij de eierstokken (ovaria) worden aangezet om meer eicellen te produceren (stimulatie van de eierstokken), omdat de voortijdige afgifte van LH ervoor zorgt dat er oöcyten vrijkomen voordat deze kunnen worden afgenomen met een eenvoudige procedure voor kunstmatige voortplantingstechnieken (follikelpunctie). In klinische studies is Cetrotide toegepast in combinatie met humaan menopauzale gonadotrofinen (hMG). Beperkte post-marketing ervaring met een ander hormoon, recombinant follikelstimulerend hormoon (FSH), wijst op een vergelijkbare werkzaamheid. hMG en FSH zijn hormonen die de rijping van de eicellen bevorderen. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U CETROTIDE GEBRUIKT
Gebruik Cetrotide niet • • • •
als u allergisch (overgevoelig) bent voor cetrorelixacetaat, exogene peptide hormonen (dit zijn geneesmiddelen vergelijkbaar met Cetrotide) of voor één van de andere bestanddelen van Cetrotide. wanneer u zwanger bent of borstvoeding geeft wanneer u de menopauze (overgang) al bereikt heeft wanneer u een matige of ernstige nier- of leveraandoening heeft.
38
Wees extra voorzichtig met Cetrotide Bijzondere voorzichtigheid moet worden betracht met vrouwen met een actieve allergie of een geschiedenis van allergie. Als u een dergelijke allergie heeft, is het belangrijk dat u uw arts hiervan op de hoogte brengt. Tijdens of na hormonale eierstokstimulatie kan er een ovarieel hyperstimulatiesyndroom optreden (de eierstokken worden dan te veel gestimuleerd). Dit houdt verband met de stimulatieprocedure met gonadotrofinen (hormonen die de rijping van de eicellen bevorderen). Voor meer informatie over de verschijnselen en de te nemen maatregelen, verwijzen wij u naar de patiëntenbijsluiter van het gonadotrofinen bevattende geneesmiddel dat u werd voorgeschreven. Medicatie ter ondersteuning van de luteale fase (een behandeling om de baarmoeder beter voor te bereiden op de innesteling van het embryo en de vroege zwangerschap te ondersteunen, over het algemeen door het toedienen van progesteron of menselijk choriongonadotrofine) dient te worden gegeven volgens het standaardprotocol van de fertiliteitskliniek. Omdat er nog weinig ervaring is met het gebruik van Cetrotide tijdens meerdere eierstokstimulatie behandelingen, dient u het geneesmiddel in volgende cycli alleen te gebruiken nadat uw arts de voordelen en risico’s zorgvuldig heeft afgewogen. Gebruik met andere geneesmiddelen In vitro onderzoeken hebben aangetoond dat wisselwerkingen met geneesmiddelen die afgebroken worden door de lever onwaarschijnlijk zijn. Echter, hoewel er geen aanwijzingen zijn voor wisselwerkingen met geneesmiddelen, in het bijzonder niet met geneesmiddelen die doorgaans worden gebruikt, gonadotrofinen of producten die bij gevoelige personen kunnen leiden tot het vrijkomen van histamine, kan de mogelijkheid van een wisselwerking niet volledig worden uitgesloten. Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden heeft gebruikt. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Zwangerschap en borstvoeding U mag Cetrotide niet gebruiken als u al zwanger bent of vermoedt dat u zwanger bent of wanneer u borstvoeding geeft. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Het gebruik van Cetrotide heeft naar verwachting geen invloed op uw rijvaardigheid en op uw vermogen om machines te gebruiken. 3.
HOE WORDT CETROTIDE GEBRUIKT
Volg bij het gebruik van Cetrotide nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts. Houdt u zich aan de onderstaande instructies voor Cetrotide, tenzij uw arts u anders heeft voorgeschreven. Op deze manier voorkomt u dat Cetrotide niet optimaal werkt. Cetrotide is bestemd voor subcutane injectie, wat betekent dat het wordt toegediend middels onderhuidse injectie. Het is voor enkelvoudig gebruik. De eerste injectie met Cetrotide moet onder toezicht van uw dokter worden toegediend. De volgende injecties mag u zelf toedienen, mits uw dokter u op de hoogte heeft gebracht van de verschijnselen die op allergie kunnen duiden en van de gevolgen hiervan (een ernstige, mogelijk levensbedreigende allergische reactie, die ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt, kan optreden en onmiddellijke behandeling vereisen). 39
Cetrotide dient onderhuids in de onderbuik te worden geïnjecteerd, bij voorkeur in de buurt van de navel. Om lokale irritatie te voorkomen, spuit u de oplossing langzaam in. Cetrotide poeder mag alleen worden opgelost in het water in de voorgevulde spuit. Gebruik de Cetrotide oplossing niet als de oplossing troebel is of deeltjes bevat. Lees eerst aandachtig de volgende instructies door, voordat u Cetrotide aan uzelf toedient 1.
Was uw handen. Uw handen en alles wat u verder gebruikt, moeten goed gereinigd zijn.
2.
Leg op een goed gereinigd oppervlak alles klaar wat u nodig hebt (1 injectieflacon, 1 voorgevulde spuit, 1 injectienaald met een geel merkteken, 1 injectienaald met een grijs merkteken en 2 alcoholgaasjes).
3.
Verwijder het plastic dopje van de injectieflacon. Neem de aluminiumring en de rubberen stop af met een alcoholgaasje.
4.
Haal de injectienaald met het gele merkteken uit de verpakking. Neem de voorgevulde spuit en verwijder de beschermende huls. Zet de naald op de spuit en verwijder de huls van de naald.
5.
Druk de naald door het midden van de rubberen stop van de injectieflacon. Injecteer het water in de injectieflacon door zachtjes op de zuiger van de spuit te drukken.
6.
Laat de spuit in de injectieflacon zitten. Beweeg de injectieflacon zachtjes heen en weer tot de oplossing helder is en het poeder volledig is opgelost. Zorg ervoor dat tijdens het oplossen geen luchtbellen worden gevormd.
7.
Zuig de volledige inhoud van de injectieflacon op in de spuit. Als er oplossing achterblijft in de injectieflacon, keer dan de injectieflacon om en trek de naald terug tot de opening van de naald zich net in de opening van de stop bevindt. Als u van de zijkant door de opening in de stop kijkt, kunt u de beweging van de naald en de vloeistof volgen. Zorg ervoor dat de volledige inhoud van de injectieflacon wordt opgezogen.
8.
Maak de spuit los van de naald en leg de spuit neer. Haal de injectienaald met het grijze merkteken uit de verpakking. Plaats de naald op de spuit en verwijder de huls van de naald.
9.
Houd de spuit verticaal (naald naar boven) en druk voorzichtig op de zuiger tot alle luchtbellen verdwenen zijn. Raak de naald niet aan en zorg dat de naald nergens mee in aanraking komt.
10.
Kies voor de injectie een plaats in de onderbuik, bij voorkeur rond de navel. Neem het tweede alcoholgaasje en reinig de huid op de injectieplaats. Houd de spuit met één hand vast. Pak met de andere hand een huidplooi rond de injectieplaats en houd deze stevig vast.
11.
Houd de spuit vast zoals u een pen vast zou houden, steek de gehele naald in de huid onder een hoek van ongeveer 45 graden.
12.
Wanneer de naald helemaal in de huid zit, kunt u de huidplooi loslaten.
13.
Trek de zuiger van de spuit zachtjes naar achteren. Als er bloed zichtbaar wordt, ga dan door zoals beschreven in stap 14. Als er geen bloed zichtbaar wordt, injecteer dan de oplossing langzaam door de zuiger zachtjes naar voren te duwen. Als de oplossing volledig geïnjecteerd is, trek dan de naald langzaam terug en druk daarbij zachtjes met het alcoholgaasje op de huid waar de naald zit. Verwijder de naald onder een zelfde hoek als waaronder deze werd ingebracht.
40
14.
Als er bloed zichtbaar wordt, verwijder dan de naald met de spuit en oefen zachtjes druk uit op de injectieplaats. Deze oplossing mag niet meer worden gebruikt. Leeg de spuit in de gootsteen.
15.
De spuit en de naalden mogen slechts één keer worden gebruikt. Gooi de spuit en naalden onmiddellijk na gebruik weg (doe de huls over de naalden om verwondingen te voorkomen).
De inhoud van 1 injectieflacon (3 mg cetrorelix) moet worden ingespoten op dag 7 van de eierstokstimulatie (ongeveer 132 tot 144 uur na starten van de eierstokstimulatie) met urinaire of recombinante gonadotrofinen. Een eenmalige dosering van Cetrotide 3 mg resulteert in een werkingsduur van tenminste 4 dagen. Als de groei van de follikel zodanig is dat de eisprong niet op de vijfde dag na injectie met Cetrotide 3 mg wordt opgewekt, moet vervolgens eenmaal daags 0,25 mg cetrorelix (Cetrotide 0,25 mg) worden toegediend. Hiermee moet 96 uur na de injectie met Cetrotide 3 mg worden begonnen en worden doorgegaan tot de dag dat de eisprong wordt opgewekt. Wat u moet doen als u meer van Cetrotide heeft gebruikt dan u zou mogen Overdosering met Cetrotide kan leiden tot een verlengde werkingsduur, maar het is onwaarschijnlijk dat er plotselinge ongewenste/schadelijke effecten zullen optreden. Daarom zijn er in geval van overdosering geen speciale maatregelen noodzakelijk. Wat u moetdoen wanneer u bent vergeten Cetrotide te gebruiken Neem geen dubbele dosis om een vergeten dosis in te halen, maar raadpleeg uw arts. 4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Cetrotide bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt. Als u ernstige, gegeneraliseerde allergische reacties ervaart, zoals ademhalingsproblemen of duizeligheid, die mogelijk levensbedreigend kunnen zijn, moet u stoppen met Cetrotide en onmiddellijk contact opnemen met uw arts of met spoed medische hulp inroepen. De frequentie van de hieronder vermelde mogelijke bijwerkingen is met gebruikmaking van de volgende conventie bepaald: Zeer vaak: komt voor bij meer dan 1 op de 10 gebruikers Vaak: komt voor bij 1 tot 10 op de 100 gebruikers Soms: komt voor bij 1 tot 10 op de 1.000 gebruikers Zelden: komt voor bij 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers Zeer zelden: komt voor bij minder dan 1 op de 10.000 gebruikers Vaak: • Milde en kortdurende reacties kunnen optreden op de injectieplaats zoals roodheid, jeuk en zwelling. • Licht of matig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS). Verschijnselen als buikpijn, spanning, misselijkheid, overgeven en diarree kunnen wijzen op een OHSS. Als u dergelijke verschijnselen ervaart, dan moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. Soms: • Ernstige, gegeneraliseerde allergische reactie (waaronder ernstige, mogelijk levensbedreigende, allergische reactie die ademhalingsproblemen of duizeligheid veroorzaakt). • Ernstig ovarieel hyperstimulatie syndroom (OHSS). Symptomen kunnen zijn: buikpijn, opgezette buik, misselijkheid, overgeven, diarree, gewichtstoename, verminderde urinestroom 41
• •
en ademhalingsmoeilijkheden. Als complicatie kunnen bloedstolsels worden gevormd. Als u dergelijke verschijnselen ervaart, dan moet u dit onmiddellijk aan uw arts melden. Misselijkheid. Hoofdpijn.
Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 5.
HOE BEWAART U CETROTIDE
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Cetrotide niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de injectieflacon na EXP. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Het Cetrotide poeder in de injectieflacon en het oplosmiddel in de voorgevulde spuit hebben dezelfde vervaldatum. Deze datum staat vermeld op de etiketten en op de verpakking. Bewaren beneden 25°C. De injectieflacon in de buitenverpakking bewaren ter bescherming tegen licht. Na bereiding moet de oplossing onmiddellijk worden toegediend. Gebruik Cetrotide niet als de witte pellet in de injectieflacon er anders uitziet, of indien het oplosmiddel in de injectieflacon niet langer helder en kleurloos is of als het deeltjes bevat. Indien u nog vragen heeft kunt u uw arts of apotheker raadplegen. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu. 6.
AANVULLENDE INFORMATIE
Wat bevat Cetrotide Elke injectieflacon bevat 3 mg cetrorelix (als acetaat). Het andere bestanddeel is mannitol. Het oplosmiddel is water voor injecties. Hoe ziet Cetrotide er uit en wat is de inhoud van de verpakking Cetrotide is een wit poeder voor oplossing voor injectie. Het is verkrijgbaar in een verpakking met één injectieflacon. Daarnaast bevat de verpakking: • 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel (water voor injecties) voor parenteraal gebruik om het poeder op te lossen in de injectieflacon. • 1 injectienaald met een geel merkteken om het water in de injectieflacon te injecteren en om de oplossing uit de injectieflacon op te zuigen. • 1 injectienaald met een grijs merkteken om de oplossing onderhuids te injecteren. • 2 alcoholgaasjes om te reinigen. 42
Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Merck Serono Europe Ltd, 56 Marsh Wall, London E14 9TP, Verenigd Koninkrijk Fabrikant Baxter Oncology GmbH, Kantstraße 2, D-33790, Halle, Duitsland of Æterna Zentaris GmbH, Weismüllerstraße 50, D-60314 Frankfurt, Duitsland Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel, contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen. België/Belgique/Belgien MERCK NV/SA Brusselsesteenweg 288 B-3090 Overijse Tél/Tel: +32-2-686 07 11
Luxembourg/Luxemburg MERCK NV/SA Brusselsesteenweg 288 B-3090 Overijse, Belgique/Belgien Tél/Tel: +32-2-686 07 11
България MERCK d.o.o. Dunajska cesta 119 SI 1000 Любляна, Словения Teл: +386 1 560 3 800
Magyarország Merck Kft. Bocskai út 134-146. H-1113 Budapest Tel: +36-1-463-8100
Česká republika Merck spol.s.r.o Zděbradská 72 CZ-251 01 Říčany- Jažlovice Tel. +420 323619211
Malta Cherubino Ltd Delf Building Sliema Road MT-GZR 06 Gzira Malta Tel: +356-21-343270/1/2/3/4
Danmark E. Merck AB Strandvejen 102 B, 4th DK-2900 Hellerup Tlf: +45 35253550
Nederland Merck BV Tupolevlaan 41-61 NL-1119 NW Schiphol-Rijk Tel: +31-20-6582800
Deutschland Serono GmbH Alsfelder Straße 17 D-64289 Darmstadt Tel: +49-6151-6285-0
Norge Merck Serono Norge Luhrtoppen 2 1470 Lørenskog Tlf: +47 67 90 35 90
Eesti Merck Serono Esindaja C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kaunas, Leedu Tel: +370 37320603
Österreich Merck GesmbH. Zimbagasse 5 A-1147 Wien Tel: +43 1 57600-0
43
Ελλάδα Merck A.E. Κηφισίας 41-45, Κτίριο Β GR-151 23 Μαρούσι Αθήνα Tηλ: +30-210-61 65 100
Polska Merck Sp. z o.o. Al. Jerozolimskie 178 02-486 Warszawa Polska Tel.: +48 22 53 59 700
España Merck Farma y Química, S.L. María de Molina, 40 E-28006 Madrid Línea de Información: 900 200 400 Tel: +34-91-745 44 00
Portugal Merck, s.a. Rua Alfredo da Silva, 3-C P-1300-040 Lisboa Tel: +351-21-361 35 00
France Merck Lipha Santé s.a.s. 37, rue Saint-Romain F-69379 Lyon cedex 08 Tél.: +33-4-72 78 25 25 Numéro vert : 0 800 888 024
România MERCK d.o.o., Dunajska cesta 119 SI-1000 Lubliana, Slovenia Tel: +386 1 560 3 800
Ireland Merck Serono Ltd Bedfont Cross, Stanwell Road Feltham, Middlesex TW14 8NX United Kingdom Tel: +44-20 8818 7200
Slovenija MERCK d.o.o. Dunajska cesta 119 SI-1000 Ljubljana Tel: +386 1 560 3 800
Ísland Gróco ehf. Þverholti 14 IS-105 Reykjavík Sími: +354-568-8533
Slovenská republika Merck spol. s r.o. Tuhovská 3 SK-831 06 Bratislava Tel: + 421 2 49 267 111
Italia Merck Serono S.p.A. Via Casilina 125 I-00176 Roma Tel: +39-06-70 38 41
Suomi/Finland Merck Oy Pihatörmä 1 C FI-02240 Espoo Puh/Tel: +358-9-8678 700
Κύπρος Akis Panayiotou & Son Ltd Γιάννου Κρανιδιώτη 4 CY-225 78, Λευκωσία Τηλ: +357-22677038
Sverige E. Merck AB S-195 87 Stockholm Tel: +46-8-562 445 00
Latvija Merck Serono Pārstāvniecība C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kauņa, Lietuva Tel: +370 37320603
United Kingdom Merck Serono Ltd Bedfont Cross, Stanwell Road Feltham, Middlesex TW14 8NX Tel: +44-20 8818 7200
44
Lietuva Merck Serono Atstovybė C/o Ares Trading SA Baltic States Zamenhofo 11-3, LT-44287 Kaunas Tel: +370 37320603 Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in
45