BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 0,088 mg pramipexol base (als 0,125 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat). Let op: In de literatuur worden pramipexol doses weergegeven als de zout vorm. Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base als de zoutvorm (tussen haakjes) van pramipexol. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tablet. Witte, ronde, platte tablet , 5,55 mm diameter, bedrukt met “93” aan één zijde en “P1” aan de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Pramipexol Teva is bestemd voor de behandeling van symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa, wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (eind van de dosis of “on-off” schommelingen). 4.2
Dosering en wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel. De dagdosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend. Aanvang van de behandeling: Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een start-dosering van 0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en dan iedere 5-7 dagen te worden verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen. Oplopend doseringsschema pramipexol Week Dosis (mg base) Totale dagdosering (mg base) 1 3 x 0,088 0,264 2 3 x 0,18 0,54 3 3 x 0,35 1,05
Dosis (mg zout)
Totale dagdosering (mg zout)
3 x 0,125 3 x 0,25 3 x 0,5
0,375 0,75 1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met 0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximum dosis van 3,3 mg base (4,5 mg zout) per dag.
2
Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zout) (zie rubriek 4.8). Onderhoudsbehandeling: De individuele dosis dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) en maximaal 3,3 mg base (4.5 mg van het zout) per dag te liggen. In de drie belangrijkste studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg van het zout). Verdere aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van ongewenste effecten. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses onder 1,1 mg (1,5 mg van het zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen doses hoger dan 1,1 mg (1,5 mg van het zout) per dag worden toegepast bij patiënten waarbij een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om de dosis levodopa te verlagen zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsdosering met pramipexol, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt. Staken van de behandeling: Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne neuroleptisch syndroom. Daarom dient pramipexol te worden afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg van het zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg van het zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) per dag (zie rubriek 4.4). Dosering bij patiënten met nierinsufficiëntie: De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het navolgende doseringsschema wordt voorgesteld voor de aanvang van de behandeling: Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 50 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig. Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de aanvankelijke dagdosering van pramipexol te worden toegediend in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base (0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van pramipexol te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag. Indien tijdens de onderhoudstherapie de nierfunctie afneemt, dient de dagdosering van pramipexol te worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van pramipexol met 30% te worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan 20 ml/min bedraagt. Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie: Aanpassing van de dosis in patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien ongeveer 90% van het geabsorbeerde werkzame bestanddeel door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van pramipexol is echter niet onderzocht. Dosering bij kinderen en adolescenten: Gebruik van pramipexol wordt niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en effectiviteit. 4.3
Contra-indicaties 3
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van pramipexol tabletten aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2. Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa. Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat (meestal visuele) hallucinaties zich kunnen voordoen. In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen, in combinatie met levodopa, dyskinesieën optreden gedurende de eerste titratie met pramipexol. Wanneer dyskinesieën optreden, dient de dosis levodopa te worden verlaagd. Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende de dagelijkse activiteiten, zonder dat men zich bewust was van waarschuwingssignalen, zijn zelden gemeld. Patiënten moeten hierover worden geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van machines gedurende de behandeling met pramipexol. Patiënten die slaperig werden en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ervaarden mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende de behandeling met pramipexol. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.7 en 4.8). Pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder pramipexol, voor de ziekte van Parkinson. Patiënten en (thuis)verzorgers dienen zich er dan ook van bewust te zijn dat gedragsveranderingen kunnen optreden. Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen of staken van de behandeling dient overwogen te worden. Patiënten met psychotische afwijkingen dienen alleen met dopamine-agonisten te worden behandeld wanneer het mogelijke voordeel opweegt tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.5). Aangeraden wordt om regelmatig of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen de ogen te controleren. Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren vanwege het algemene risico op posturale hypotensie geassocieerd met dopaminerge therapie. Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2). Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van andere indicaties met dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. De frequentie van augmentatie na langer gebruik van pramipexol en de geschikte behandeling van deze gevallen zijn niet onderzocht in gecontroleerde klinische studies. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie 4
Pramipexol heeft een zeer lage plasma eiwitbinding (<20%) en vertoont een geringe biotransformatie in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma eiwitbinding of de uitscheiding door middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Interactie met anticholinergica is echter niet onderzocht. Er is geen farmacokinetische interactie met selegiline en levodopa. Bij gelijktijdige toediening van cimetidine nam de renale klaring van pramipexol met ongeveer 34% af. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine en amantadine, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde klaring van een of van beide geneesmiddelen ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen wanneer deze geneesmiddelen samen met pramipexol worden gegeven. Als pramipexol in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt aanbevolen om de dosering van levodopa te verminderen en de dosering van andere anti-Parkinson geneesmiddelen constant te houden terwijl de dosis van pramipexol wordt verhoogd. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.4) bv. als antagonerende effecten te verwachten zijn. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Het effect op zwangerschap en lactatie is niet onderzocht bij de mens. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). Pramipexol dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij dat duidelijk noodzakelijk is, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de mogelijke nadelen voor de foetus. Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine in de mens remt, wordt een remming van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij vrouwen. In ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in moedermelk hoger dan in plasma. Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient pramipexol indien mogelijk niet tijdens het geven van borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestaakt. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Pramipexol kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen. Patiënten die met pramipexol worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines) totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn. (zie rubriek 4.4, 4.5 en 4.8)
5
4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen worden verwacht bij het gebruik van pramipexol: abnormale dromen, verwardheid, obstipatie, waanvoorstellingen, duizeligheid, dyskinesieën, vermoeidheid, hallucinaties, hoofdpijn, hyperkinesieën, hypotensie, toegenomen eetlust (eetaanval, hyperfagie), slapeloosheid, libido stoornissen, misselijkheid, perifeer oedeem, paranoia, pathologisch gokken, hyperseksualiteit en ander abnormaal gedrag, slaperigheid, gewichtstoename, plotseling opkomen van slaap, pruritus en huiduitslag en andere overgevoeligheden. Gebaseerd op de analyse van een gepoolde placebo-gecontroleerde trial, met totaal 1.923 patiënten behandeld met pramipexol en 1.354 patiënten in de placebo groep, werden bijwerkingen frequent gerapporteerd voor beide groepen. 63% van de patiënten uit de pramipexol groep en 52% van de patiënten uit de placebo groep meldden tenminste één bijwerking. Tabel 1 en 2 laten de frequentie zien van de bijwerkingen in de placebo-gecontroleerde klinische trials bij de ziekte van Parkinson en een andere indicatie. De bijwerkingen die in deze tabellen vermeld staan, zijn die bijwerkingen die voorkwamen bij 0,1% of meer van de patiënten die met pramipexol werden behandeld en die significant vaker werden gemeld bij de pramipexol groep dan bij de placebo groep, of de bijwerkingen die als klinisch relevant werden gezien. De meerderheid van de veelvoorkomende bijwerkingen waren mild tot matig en traden in het begin van de therapie op en verdwenen meestal bij voortzetten van de behandeling. Per orgaansysteem worden bijwerkingen vermeld naar frequentie (aantal patiënten die naar verwachting de reactie doormaken), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zie rubriek 4.2). Een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam is dyskinesie. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, vooral als pramipexol te snel getitreerd wordt. Tabel 1: Ziekte van Parkinson Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, verwardheid, hallucinaties, slapeloosheid waanvoorstellingen, libidostoornis, paranoia abnormaal gedrag, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak duizeligheid, dyskinesie, slaperigheid Vaak hoofdpijn Soms hyperkinesie, plotseling opkomen van slaap Bloedvataandoeningen Zeer vaak hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid, perifeer oedeem 6
Onderzoeken Soms
gewichtstoename
De meest voorkomende (≥5%) bijwerkingen bij patiënten met andere indicaties die behandeld werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten (respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7 en 7,3%). Tabel 2: Andere indicatie Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, slapeloosheid verwardheid, hallucinaties, libidostoornis abnormaal gedrag, waanvoorstellingen, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, paranoia, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Vaak duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid Soms plotseling opkomen van slaap Onbekend dyskinesie, hyperkinesie Bloedvataandoeningen Soms hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid Soms perifeer oedeem Onderzoeken Soms gewichtstoename Pramipexol wordt geassocieerd met slaperigheid (8,6%) en wordt zelden geassocieerd met extreme slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (0,1%). Zie ook rubriek 4.4. Pramipexol kan geassocieerd worden met libido veranderingen (toegenomen (0,1%) of afgenomen (0,4%)). Patiënten behandeld met dopamine-agonisten voor de ziekte van Parkinson, waaronder pramipexol, vooral bij hoge doseringen, is gemeld dat ze tekenen van pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit vertonen. Over het algemeen was dit reversibel na verlaging van de dosis of beëindiging van de behandeling (zie ook rubriek 4.4). 4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De bijwerkingen kunnen naar verwachting gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine agonist, waaronder misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine agonist. Wanneer zich verschijnselen van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor behandeling van een overdosis kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en monitoring van het elektrocardiogram.
7
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: dopamine agonisten ATC-code: N04B C05 Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan dopamine D2 subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D3 receptor heeft; er is sprake van volledige intrinsieke activiteit. Pramipexol vermindert de Parkinson-gerelateerde motorische stoornissen door stimulatie van dopamine receptoren in het striatum. In dierexperimenteel onderzoek is aangetoond dat pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt. Bij vrijwilligers werd een dosis-afhankelijke afname in prolactine gevonden. Klinische studies bij de ziekte van Parkinson Pramipexol verlicht de symptomen van de ziekte van Parkinson. Er zijn klinische onderzoeken uitgevoerd in ongeveer 2100 patiënten in de Hoehn en Yahr fases I - IV. Van deze patiënten waren er ongeveer 900 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook levodopa kregen en leden aan motorische complicaties. In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische onderzoeken, de effectiviteit van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. In open, vervolgonderzoeken gedurende langer dan 3 jaar waren geen aanwijzingen voor afname van de effectiviteit. In een 2 jaar durende gecontroleerde dubbel blinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met pramipexol significant het optreden van bewegingsstoornissen uit en verminderde het voorkomen ervan in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (zoals gemeten met de gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid was in het algemeen hoger in de titratie fase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil in de onderhoudsfase. Deze zaken dienen te worden overwogen wanneer een behandeling met pramipexol wordt ingezet bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In een placebo gecontroleerde polysomnografie studie gedurende 3 weken reduceerde pramipexol significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht (PLMS). 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasma spiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt. De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasma spiegels. De plasma eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog (400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van de plasma spiegels). Pramipexol wordt in de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd. Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van een radioactief gelabelde (14C) dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de faeces wordt aangetroffen. De totale lichaamsklaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de
8
renale klaring is ongeveer 400 ml/min. De eliminatie halfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur in jongeren tot 12 uur in ouderen. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele effecten tot gevolg had die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch effect van het middel, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke voortplantingsorganen. In de cavia werden afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie waargenomen. Bij de aap werd duidelijk een tendens naar hypotensie gezien. Het potentiële effect van pramipexol op de voortplantingsorganen is onderzocht in ratten en konijnen. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van proefdieren en het beperkte aantal parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd. Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten hyperplasieën van de Leydig cellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactineinhiberende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde studie werd gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (van het zout) en hoger betrokken is bij retinale degeneratie in albino ratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen in gepigmenteerde ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit in albino muizen en ook niet in een andere diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol Microkristallijne cellulose Natriumzetmeelglycolaat Povidon K25 Magnesiumstearaat Natriumstearylfumaraat Colloïdaal siliciumdioxide 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
9
aluminium/aluminium blisterverpakking Verpakkingsgrootten: 30, 50x1, en 100 tabletten Polyethyleen tablettencontainer met met CRC polypropyleen dop. Verpakkinggrootte: 90 tabletten Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma BV Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van de European Medicines Agency (EMEA) http://www.emea.europe.eu
10
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 0,18 mg pramipexol base (als 0,25 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat). Let op: In de literatuur worden pramipexol doses weergegeven als de zout vorm. Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base als de zoutvorm (tussen haakjes) van pramipexol. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten. Witte, ronde, platte tablet, 7,00 mm diameter, bedrukt met “P2” aan de zijde met breukgleuf en “93” aan de andere zijde. De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Pramipexol Teva is bestemd voor de behandeling van symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa, wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (eind van de dosis of “on-off” schommelingen). 4.2
Dosering en wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel. De dagdosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend. Aanvang van de behandeling: Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een start-dosering van 0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en dan iedere 5-7 dagen te worden verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen. Oplopend doseringsschema pramipexol Week Dosis (mg base) Totale dagdosering (mg base) 1 3 x 0,088 0,264 2 3 x 0,18 0,54 3 3 x 0,35 1,05
Dosis (mg zout)
Totale dagdosering (mg zout)
3 x 0,125 3 x 0,25 3 x 0,5
0,375 0,75 1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met 0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximum dosis van 3,3 mg base (4,5 mg zout) per dag. 11
Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zout) (zie rubriek 4.8). Onderhoudsbehandeling: De individuele dosis dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) en maximaal 3,3 mg base (4.5 mg van het zout) per dag te liggen. In de drie belangrijkste studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg van het zout). Verdere aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van ongewenste effecten. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses onder 1,1 mg (1,5 mg van het zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen doses hoger dan 1,1 mg (1,5 mg van het zout) per dag worden toegepast bij patiënten waarbij een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om de dosis levodopa te verlagen zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsdosering met pramipexol, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt. Staken van de behandeling: Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne neuroleptisch syndroom. Daarom dient pramipexol te worden afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg van het zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg van het zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) per dag (zie rubriek 4.4). Dosering bij patiënten met nierinsufficiëntie: De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het navolgende doseringsschema wordt voorgesteld voor de aanvang van de behandeling: Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 50 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig. Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de aanvankelijke dagdosering van pramipexol te worden toegediend in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base (0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van pramipexol te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag. Indien tijdens de onderhoudstherapie de nierfunctie afneemt, dient de dagdosering van pramipexol te worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van pramipexol met 30% te worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan 20 ml/min bedraagt. Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie: Aanpassing van de dosis in patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien ongeveer 90% van het geabsorbeerde werkzame bestanddeel door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van pramipexol is echter niet onderzocht. Dosering bij kinderen en adolescenten: Gebruik van pramipexol wordt niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en effectiviteit. 4.3
Contra-indicaties 12
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van pramipexol tabletten aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2. Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa. Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat (meestal visuele) hallucinaties zich kunnen voordoen. In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen, in combinatie met levodopa, dyskinesieën optreden gedurende de eerste titratie met pramipexol. Wanneer dyskinesieën optreden, dient de dosis levodopa te worden verlaagd. Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende de dagelijkse activiteiten, zonder dat men zich bewust was van waarschuwingssignalen, zijn zelden gemeld. Patiënten moeten hierover worden geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van machines gedurende de behandeling met pramipexol. Patiënten die slaperig werden en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ervaarden mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende de behandeling met pramipexol. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.7 en 4.8). Pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder pramipexol, voor de ziekte van Parkinson. Patiënten en (thuis)verzorgers dienen zich er dan ook van bewust te zijn dat gedragsveranderingen kunnen optreden. Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen of staken van de behandeling dient overwogen te worden. Patiënten met psychotische afwijkingen dienen alleen met dopamine-agonisten te worden behandeld wanneer het mogelijke voordeel opweegt tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.5). Aangeraden wordt om regelmatig of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen de ogen te controleren. Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren vanwege het algemene risico op posturale hypotensie geassocieerd met dopaminerge therapie. Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2). Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van andere indicaties met dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. De frequentie van augmentatie na langer gebruik van pramipexol en de geschikte behandeling van deze gevallen zijn niet onderzocht in gecontroleerde klinische studies. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie 13
Pramipexol heeft een zeer lage plasma eiwitbinding (<20%) en vertoont een geringe biotransformatie in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma eiwitbinding of de uitscheiding door middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Interactie met anticholinergica is echter niet onderzocht. Er is geen farmacokinetische interactie met selegiline en levodopa. Bij gelijktijdige toediening van cimetidine nam de renale klaring van pramipexol met ongeveer 34% af. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine en amantadine, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde klaring van een of van beide geneesmiddelen ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen wanneer deze geneesmiddelen samen met pramipexol worden gegeven. Als pramipexol in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt aanbevolen om de dosering van levodopa te verminderen en de dosering van andere anti-Parkinson geneesmiddelen constant te houden terwijl de dosis van pramipexol wordt verhoogd. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.4) bv. als antagonerende effecten te verwachten zijn. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Het effect op zwangerschap en lactatie is niet onderzocht bij de mens. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). Pramipexol dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij dat duidelijk noodzakelijk is, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de mogelijke nadelen voor de foetus. Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine in de mens remt, wordt een remming van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij vrouwen. In ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in moedermelk hoger dan in plasma. Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient pramipexol indien mogelijk niet tijdens het geven van borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestaakt. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Pramipexol kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen. Patiënten die met pramipexol worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines) totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn. (zie rubriek 4.4, 4.5 en 4.8)
14
4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen worden verwacht bij het gebruik van pramipexol: abnormale dromen, verwardheid, obstipatie, waanvoorstellingen, duizeligheid, dyskinesieën, vermoeidheid, hallucinaties, hoofdpijn, hyperkinesieën, hypotensie, toegenomen eetlust (eetaanval, hyperfagie), slapeloosheid, libido stoornissen, misselijkheid, perifeer oedeem, paranoia, pathologisch gokken, hyperseksualiteit en ander abnormaal gedrag, slaperigheid, gewichtstoename, plotseling opkomen van slaap, pruritus en huiduitslag en andere overgevoeligheden. Gebaseerd op de analyse van een gepoolde placebo-gecontroleerde trial, met totaal 1.923 patiënten behandeld met pramipexol en 1.354 patiënten in de placebo groep, werden bijwerkingen frequent gerapporteerd voor beide groepen. 63% van de patiënten uit de pramipexol groep en 52% van de patiënten uit de placebo groep meldden tenminste één bijwerking. Tabel 1 en 2 laten de frequentie zien van de bijwerkingen in de placebo-gecontroleerde klinische trials bij de ziekte van Parkinson en een andere indicatie. De bijwerkingen die in deze tabellen vermeld staan, zijn die bijwerkingen die voorkwamen bij 0,1% of meer van de patiënten die met pramipexol werden behandeld en die significant vaker werden gemeld bij de pramipexol groep dan bij de placebo groep, of de bijwerkingen die als klinisch relevant werden gezien. De meerderheid van de veelvoorkomende bijwerkingen waren mild tot matig en traden in het begin van de therapie op en verdwenen meestal bij voortzetten van de behandeling. Per orgaansysteem worden bijwerkingen vermeld naar frequentie (aantal patiënten die naar verwachting de reactie doormaken), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zie rubriek 4.2). Een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam is dyskinesie. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, vooral als pramipexol te snel getitreerd wordt. Tabel 1: Ziekte van Parkinson Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, verwardheid, hallucinaties, slapeloosheid waanvoorstellingen, libidostoornis, paranoia abnormaal gedrag, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak duizeligheid, dyskinesie, slaperigheid Vaak hoofdpijn Soms hyperkinesie, plotseling opkomen van slaap Bloedvataandoeningen Zeer vaak hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid, perifeer oedeem Onderzoeken 15
Soms
gewichtstoename
De meest voorkomende (≥5%) bijwerkingen bij patiënten met andere indicaties die behandeld werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten (respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7 en 7,3%). Tabel 2: Andere indicatie Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, slapeloosheid verwardheid, hallucinaties, libidostoornis abnormaal gedrag, waanvoorstellingen, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, paranoia, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Vaak duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid Soms plotseling opkomen van slaap Onbekend dyskinesie, hyperkinesie Bloedvataandoeningen Soms hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid Soms perifeer oedeem Onderzoeken Soms gewichtstoename Pramipexol wordt geassocieerd met slaperigheid (8,6%) en wordt zelden geassocieerd met extreme slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (0,1%). Zie ook rubriek 4.4. Pramipexol kan geassocieerd worden met libido veranderingen (toegenomen (0,1%) of afgenomen (0,4%)). Van patiënten behandeld met dopamine-agonisten voor de ziekte van Parkinson, waaronder pramipexol, vooral bij hoge doseringen, is gemeld dat ze tekenen van pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit vertonen. Over het algemeen was dit reversibel na verlaging van de dosis of beëindiging van de behandeling. Zie ook rubriek 4.4. 4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De bijwerkingen kunnen naar verwachting gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine agonist, waaronder misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine agonist. Wanneer zich verschijnselen van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor behandeling van een overdosis kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en monitoring van het elektrocardiogram.
16
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: dopamine agonisten ATC-code: N04B C05 Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan dopamine D2 subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D3 receptor heeft; er is sprake van volledige intrinsieke activiteit. Pramipexol vermindert de Parkinson-gerelateerde motorische stoornissen door stimulatie van dopamine receptoren in het striatum. In dierexperimenteel onderzoek is aangetoond dat pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt. Bij vrijwilligers werd een dosis-afhankelijke afname in prolactine gevonden. Klinische studies bij de ziekte van Parkinson Pramipexol verlicht de symptomen van de ziekte van Parkinson. Er zijn klinische onderzoeken uitgevoerd in ongeveer 2100 patiënten in de Hoehn en Yahr fases I - IV. Van deze patiënten waren er ongeveer 900 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook levodopa kregen en leden aan motorische complicaties. In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische onderzoeken, de effectiviteit van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. In open, vervolgonderzoeken gedurende langer dan 3 jaar waren geen aanwijzingen voor afname van de effectiviteit. In een 2 jaar durende gecontroleerde dubbel blinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met pramipexol significant het optreden van bewegingsstoornissen uit en verminderde het voorkomen ervan in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (zoals gemeten met de gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid was in het algemeen hoger in de titratie fase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil in de onderhoudsfase. Deze zaken dienen te worden overwogen wanneer een behandeling met pramipexol wordt ingezet bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In een placebo gecontroleerde polysomnografie studie gedurende 3 weken reduceerde pramipexol significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht (PLMS). 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasma spiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt. De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasma spiegels. De plasma eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog (400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van de plasma spiegels). Pramipexol wordt in de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd. Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van een radioactief gelabelde (14C) dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de faeces wordt aangetroffen. De totale lichaamsklaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de
17
renale klaring is ongeveer 400 ml/min. De eliminatie halfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur in jongeren tot 12 uur in ouderen. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele effecten tot gevolg had die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch effect van het middel, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke voortplantingsorganen. In de cavia werden afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie waargenomen. Bij de aap werd duidelijk een tendens naar hypotensie gezien. Het potentiële effect van pramipexol op de voortplantingsorganen is onderzocht in ratten en konijnen. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van proefdieren en het beperkte aantal parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd. Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten hyperplasieën van de Leydig cellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactineinhiberende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde studie werd gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (van het zout) en hoger betrokken is bij retinale degeneratie in albino ratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen in gepigmenteerde ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit in albino muizen en ook niet in een andere diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol Microkristallijne cellulose Natriumzetmeelglycolaat Povidon K25 Magnesiumstearaat Natriumstearylfumaraat Colloïdaal siliciumdioxide 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
18
aluminium/aluminium blisterverpakking Verpakkingsgrootten: 30, 50x1 en 100 tabletten Polyethyleen tablettencontainer met met CRC polypropyleen dop. Verpakkinggrootte: 90 tabletten Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma BV Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van de European Medicines Agency (EMEA) http://www.emea.europe.eu
19
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 0,35 mg pramipexol base (als 0,5 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat). Let op: In de literatuur worden pramipexol doses weergegeven als de zout vorm. Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base als de zoutvorm (tussen haakjes) van pramipexol. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten. Witte, ronde, platte tablet , 8,82 mm diameter, bedrukt met “8023” aan de zijde met de breukstreep en “93” aan de andere zijde. De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Pramipexol Teva is bestemd voor de behandeling van symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa, wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (eind van de dosis of “on-off” schommelingen). 4.2
Dosering en wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel. De dagdosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend. Aanvang van de behandeling: Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een start-dosering van 0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en dan iedere 5-7 dagen te worden verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen. Oplopend doseringsschema pramipexol Week Dosis (mg base) Totale dagdosering (mg base) 1 3 x 0,088 0,264 2 3 x 0,18 0,54 3 3 x 0,35 1,05
Dosis (mg zout)
Totale dagdosering (mg zout)
3 x 0,125 3 x 0,25 3 x 0,5
0,375 0,75 1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met 0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximum dosis van 3,3 mg base (4,5 mg zout) per dag. 20
Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zout) (zie rubriek 4.8). Onderhoudsbehandeling: De individuele dosis dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) en maximaal 3,3 mg base (4.5 mg van het zout) per dag te liggen. In de drie belangrijkste studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg van het zout). Verdere aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van ongewenste effecten. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses onder 1,1 mg (1,5 mg van het zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen doses hoger dan 1,1 mg (1,5 mg van het zout) per dag worden toegepast bij patiënten waarbij een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om de dosis levodopa te verlagen zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsdosering met pramipexol, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt. Staken van de behandeling: Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne neuroleptisch syndroom. Daarom dient pramipexol te worden afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg van het zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg van het zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) per dag (zie rubriek 4.4). Dosering bij patiënten met nierinsufficiëntie: De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het navolgende doseringsschema wordt voorgesteld voor de aanvang van de behandeling: Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 50 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig. Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de aanvankelijke dagdosering van pramipexol te worden toegediend in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base (0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van pramipexol te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag. Indien tijdens de onderhoudstherapie de nierfunctie afneemt, dient de dagdosering van pramipexol te worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van pramipexol met 30% te worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan 20 ml/min bedraagt. Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie: Aanpassing van de dosis in patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien ongeveer 90% van het geabsorbeerde werkzame bestanddeel door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van pramipexol is echter niet onderzocht. Dosering bij kinderen en adolescenten: Gebruik van pramipexol wordt niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en effectiviteit. 4.3
Contra-indicaties 21
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van pramipexol tabletten aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2. Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa. Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat (meestal visuele) hallucinaties zich kunnen voordoen. In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen, in combinatie met levodopa, dyskinesieën optreden gedurende de eerste titratie met pramipexol. Wanneer dyskinesieën optreden, dient de dosis levodopa te worden verlaagd. Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende de dagelijkse activiteiten, zonder dat men zich bewust was van waarschuwingssignalen, zijn zelden gemeld. Patiënten moeten hierover worden geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van machines gedurende de behandeling met pramipexol. Patiënten die slaperig werden en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ervaarden mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende de behandeling met pramipexol. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.7 en 4.8). Pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder pramipexol, voor de ziekte van Parkinson. Patiënten en (thuis)verzorgers dienen zich er dan ook van bewust te zijn dat gedragsveranderingen kunnen optreden. Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen of staken van de behandeling dient overwogen te worden. Patiënten met psychotische afwijkingen dienen alleen met dopamine-agonisten te worden behandeld wanneer het mogelijke voordeel opweegt tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.5). Aangeraden wordt om regelmatig of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen de ogen te controleren. Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren vanwege het algemene risico op posturale hypotensie geassocieerd met dopaminerge therapie. Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2). Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van indicaties met dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. De frequentie van augmentatie na langer gebruik van pramipexol en de geschikte behandeling van deze gevallen zijn niet onderzocht in gecontroleerde klinische studies. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie 22
Pramipexol heeft een zeer lage plasma eiwitbinding (<20%) en vertoont een geringe biotransformatie in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma eiwitbinding of de uitscheiding door middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Interactie met anticholinergica is echter niet onderzocht. Er is geen farmacokinetische interactie met selegiline en levodopa. Bij gelijktijdige toediening van cimetidine nam de renale klaring van pramipexol met ongeveer 34% af. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine en amantadine, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde klaring van een of van beide geneesmiddelen ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen wanneer deze geneesmiddelen samen met pramipexol worden gegeven. Als pramipexol in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt aanbevolen om de dosering van levodopa te verminderen en de dosering van andere anti-Parkinson geneesmiddelen constant te houden terwijl de dosis van pramipexol wordt verhoogd. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.4) bv. als antagonerende effecten te verwachten zijn. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Het effect op zwangerschap en lactatie is niet onderzocht bij de mens. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). Pramipexol dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij dat duidelijk noodzakelijk is, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de mogelijke nadelen voor de foetus. Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine in de mens remt, wordt een remming van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij vrouwen. In ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in moedermelk hoger dan in plasma. Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient pramipexol indien mogelijk niet tijdens het geven van borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestaakt. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Pramipexol kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen. Patiënten die met pramipexol worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines) totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn. (zie rubriek 4.4, 4.5 en 4.8)
23
4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen worden verwacht bij het gebruik van pramipexol: abnormale dromen, verwardheid, obstipatie, waanvoorstellingen, duizeligheid, dyskinesieën, vermoeidheid, hallucinaties, hoofdpijn, hyperkinesieën, hypotensie, toegenomen eetlust (eetaanval, hyperfagie), slapeloosheid, libido stoornissen, misselijkheid, perifeer oedeem, paranoia, pathologisch gokken, hyperseksualiteit en ander abnormaal gedrag, slaperigheid, gewichtstoename, plotseling opkomen van slaap, pruritus en huiduitslag en andere overgevoeligheden. Gebaseerd op de analyse van een gepoolde placebo-gecontroleerde trial, met totaal 1923 patiënten behandeld met pramipexol en 1354 patiënten in de placebo groep, werden bijwerkingen frequent gerapporteerd voor beide groepen. 63% van de patiënten uit de pramipexol groep en 52% van de patiënten uit de placebo groep meldden tenminste één bijwerking. Tabel 1 en 2 laten de frequentie zien van de bijwerkingen in de placebo-gecontroleerde klinische trials bij de ziekte van Parkinson en een andere indicatie. De bijwerkingen die in deze tabellen vermeld staan, zijn die bijwerkingen die voorkwamen bij 0,1% of meer van de patiënten die met pramipexol werden behandeld en die significant vaker werden gemeld bij de pramipexol groep dan bij de placebo groep, of de bijwerkingen die als klinisch relevant werden gezien. De meerderheid van de veelvoorkomende bijwerkingen waren mild tot matig en traden in het begin van de therapie op en verdwenen meestal bij voortzetten van de behandeling. Per orgaansysteem worden bijwerkingen vermeld naar frequentie (aantal patiënten die naar verwachting de reactie doormaken), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zie rubriek 4.2). Een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam is dyskinesie. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, vooral als pramipexol te snel getitreerd wordt. Tabel 1: Ziekte van Parkinson Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, verwardheid, hallucinaties, slapeloosheid waanvoorstellingen, libidostoornis, paranoia abnormaal gedrag, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak duizeligheid, dyskinesie, slaperigheid Vaak hoofdpijn Soms hyperkinesie, plotseling opkomen van slaap Bloedvataandoeningen Zeer vaak hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid, perifeer oedeem Onderzoeken 24
Soms
gewichtstoename
De meest voorkomende (≥5%) bijwerkingen bij patiënten met andere indicaties die behandeld werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten (respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7 en 7,3%). Tabel 2: Andere indicatie Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, slapeloosheid verwardheid, hallucinaties, libidostoornis abnormaal gedrag, waanvoorstellingen, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, paranoia, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Vaak duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid Soms plotseling opkomen van slaap Onbekend dyskinesie, hyperkinesie Bloedvataandoeningen Soms hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid Soms perifeer oedeem Onderzoeken Soms gewichtstoename Pramipexol wordt geassocieerd met slaperigheid (8,6%) en wordt zelden geassocieerd met extreme slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (0,1%). Zie ook rubriek 4.4. Pramipexol kan geassocieerd worden met libido veranderingen (toegenomen (0,1%) of afgenomen (0,4%)). Van patiënten behandeld met dopamine-agonisten voor de ziekte van Parkinson, waaronder pramipexol, vooral bij hoge doseringen, is gemeld dat ze tekenen van pathologisch gokken , toegenomen libido en hyperseksualiteit vertonen. Over het algemeen was dit reversibel na verlaging van de dosis of beëindiging van de behandeling. Zie ook rubriek 4.4. 4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De bijwerkingen kunnen naar verwachting gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine agonist, waaronder misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine agonist. Wanneer zich verschijnselen van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor behandeling van een overdosis kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede het leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en monitoring van het elektrocardiogram.
25
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: dopamine agonisten ATC-code: N04B C05 Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan dopamine D2 subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D3 receptor heeft; er is sprake van volledige intrinsieke activiteit. Pramipexol vermindert de Parkinson-gerelateerde motorische stoornissen door stimulatie van dopamine receptoren in het striatum. In dierexperimenteel onderzoek is aangetoond dat pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt. Bij vrijwilligers werd een dosis-afhankelijke afname in prolactine gevonden. Klinische studies bij de ziekte van Parkinson Pramipexol verlicht de symptomen van de ziekte van Parkinson. Er zijn klinische onderzoeken uitgevoerd in ongeveer 2100 patiënten in de Hoehn en Yahr fases I - IV. Van deze patiënten waren er ongeveer 900 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook levodopa kregen en leden aan motorische complicaties. In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische onderzoeken, de effectiviteit van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. In open, vervolgonderzoeken gedurende langer dan 3 jaar waren geen aanwijzingen voor afname van de effectiviteit. In een 2 jaar durende gecontroleerde dubbel blinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met pramipexol significant het optreden van bewegingsstoornissen uit en verminderde het voorkomen ervan in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (zoals gemeten met de gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid was in het algemeen hoger in de titratie fase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil in de onderhoudsfase. Deze zaken dienen te worden overwogen wanneer een behandeling met pramipexol wordt ingezet bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In een placebo gecontroleerde polysomnografie studie gedurende 3 weken reduceerde pramipexol significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht (PLMS). 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasma spiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt. De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasma spiegels. De plasma eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog (400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van de plasma spiegels). Pramipexol wordt in de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd. Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van een radioactief gelabelde (14C) dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de faeces wordt aangetroffen. De totale lichaamsklaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de
26
renale klaring is ongeveer 400 ml/min. De eliminatie halfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur in jongeren tot 12 uur in ouderen. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele effecten tot gevolg had die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch effect van het middel, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke voortplantingsorganen. In de cavia werden afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie waargenomen. Bij de aap werd duidelijk een tendens naar hypotensie gezien. Het potentiële effect van pramipexol op de voortplantingsorganen is onderzocht in ratten en konijnen. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van proefdieren en het beperkte aantal parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd. Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten hyperplasieën van de Leydig cellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactineinhiberende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde studie werd gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (van het zout) en hoger betrokken is bij retinale degeneratie in albino ratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen in gepigmenteerde ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit in albino muizen en ook niet in een andere diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol Microkristallijne cellulose Natriumzetmeelglycolaat Povidon K25 Magnesiumstearaat Natriumstearylfumaraat Colloïdaal siliciumdioxide 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
27
aluminium/aluminium blisterverpakking Verpakkingsgrootten: 30, 50x1 en 100 tabletten Polyethyleen tablettencontainer met met CRC polypropyleen dop. Verpakkinggrootte: 90 tabletten Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma BV Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van de European Medicines Agency (EMEA) http://www.emea.europe.eu
28
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten
2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
Elke tablet bevat 0,7 mg pramipexol base (als 1,0 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat). De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften. Let op: In de literatuur worden pramipexol doses weergegeven als de zout vorm. Daarom zullen doses in deze tekst worden weergegeven in zowel de base als de zoutvorm (tussen haakjes) van pramipexol. Voor een volledige lijst van hulpstoffen, zie rubriek 6.1.
3.
FARMACEUTISCHE VORM
Tabletten. Witte, ronde, platte tablet , 8,82 diameter, bedrukt met “8024” en “8024” aan de zijde met breukgleuf en “93” aan de andere zijde.
4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Pramipexol Teva is bestemd voor de behandeling van symptomen van de ziekte van Parkinson, alleen (zonder levodopa) of in combinatie met levodopa, wanneer tijdens het verloop van de ziekte, in latere stadia, het effect van levodopa afneemt of inconsistent wordt en schommelingen in het therapeutische effect optreden (eind van de dosis of “on-off” schommelingen). 4.2
Dosering en wijze van toediening
De tabletten dienen oraal met water te worden ingenomen, al dan niet met voedsel. De dagdosering wordt in 3 gelijke doses verdeeld over de dag toegediend. Aanvang van de behandeling: Doseringen dienen stapsgewijs te worden opgebouwd, te beginnen met een start-dosering van 0,264 mg base (0,375 mg zout) per dag en dan iedere 5-7 dagen te worden verhoogd. Zolang de patiënten geen last krijgen van niet te verdragen bijwerkingen, dient de dosis te worden getitreerd om een maximaal therapeutisch effect te verkrijgen. Oplopend doseringsschema pramipexol Week Dosis (mg base) Totale dagdosering (mg base) 1 3 x 0,088 0,264 2 3 x 0,18 0,54 3 3 x 0,35 1,05
29
Dosis (mg zout)
Totale dagdosering (mg zout)
3 x 0,125 3 x 0,25 3 x 0,5
0,375 0,75 1,50
Indien verdere dosisverhoging noodzakelijk is, dient de dagelijkse dosis in wekelijkse intervallen met 0,54 mg base (0,75 mg zout) te worden verhoogd tot een maximum dosis van 3,3 mg base (4,5 mg zout) per dag. Er dient echter te worden opgemerkt dat de incidentie van slaperigheid toeneemt bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zout) (zie rubriek 4.8). Onderhoudsbehandeling: De individuele dosis dient tussen 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) en maximaal 3,3 mg base (4.5 mg van het zout) per dag te liggen. In de drie belangrijkste studies werd tijdens de oplopende dosering effectiviteit aangetoond vanaf een dagelijkse dosis van 1,1 mg base (1,5 mg van het zout). Verdere aanpassingen van de dosering dienen te worden gedaan aan de hand van zowel de klinische respons als het optreden van ongewenste effecten. In klinische studies werd ongeveer 5% van de patiënten behandeld met doses onder 1,1 mg (1,5 mg van het zout). In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen doses hoger dan 1,1 mg (1,5 mg van het zout) per dag worden toegepast bij patiënten waarbij een reductie van de hoeveelheid levodopa wordt beoogd. Aangeraden wordt om de dosis levodopa te verlagen zowel tijdens de dosisverhoging als tijdens de onderhoudsdosering met pramipexol, afhankelijk van de reactie van de individuele patiënt. Staken van de behandeling: Plotseling stoppen van een dopaminerge behandeling kan leiden tot de ontwikkeling van een maligne neuroleptisch syndroom. Daarom dient pramipexol te worden afgebouwd met een hoeveelheid van 0,54 mg base (0,75 mg van het zout) per dag totdat de dagelijkse dosis is afgenomen tot 0,54 mg base (0,75 mg van het zout). Nadien dient de dosis te worden afgebouwd met 0,264 mg base (0,375 mg van het zout) per dag (zie rubriek 4.4). Dosering bij patiënten met nierinsufficiëntie: De uitscheiding van pramipexol is afhankelijk van de nierfunctie. Het navolgende doseringsschema wordt voorgesteld voor de aanvang van de behandeling: Bij patiënten met een creatinineklaring groter dan 5 ml/min is er geen reductie van de dagdosering nodig. Bij patiënten met een creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min, dient de aanvankelijke dagdosering van pramipexol te worden toegediend in twee aparte doses, te beginnen met 0,088 mg base (0,125 mg zout) tweemaal daags (0,176 mg base/0,25 mg zout per dag). Bij patiënten met een creatinineklaring van minder dan 20 ml/min, dient de dagdosering van pramipexol te worden toegediend als een enkele dosis, te beginnen vanaf 0,088 mg base (0,125 mg zout) per dag. Indien tijdens de onderhoudstherapie de nierfunctie afneemt, dient de dagdosering van pramipexol te worden verlaagd met hetzelfde percentage als de afname in de creatinineklaring. Dat wil dus zeggen wanneer de creatinineklaring afneemt met 30%, dient tevens de dagdosering van pramipexol met 30% te worden verlaagd. De dagdosering kan worden toegediend in twee aparte doses indien de creatinineklaring tussen 20 en 50 ml/min is en als een enkelvoudige dosis indien de klaring minder dan 20 ml/min bedraagt. Dosering bij patiënten met leverinsufficiëntie: Aanpassing van de dosis in patiënten met leverinsufficiëntie is waarschijnlijk niet nodig, aangezien ongeveer 90% van het geabsorbeerde werkzame bestanddeel door de nieren wordt uitgescheiden. De mogelijke invloed van leverinsufficiëntie op de farmacokinetiek van pramipexol is echter niet onderzocht. Dosering bij kinderen en adolescenten: 30
Gebruik van pramipexol wordt niet aanbevolen voor kinderen en adolescenten jonger dan 18 jaar, omdat onvoldoende gegevens beschikbaar zijn over veiligheid en effectiviteit. 4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen. 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Bij het voorschrijven van pramipexol tabletten aan patiënten met de ziekte van Parkinson met nierinsufficiëntie wordt een verlaagde dosis aanbevolen overeenkomstig rubriek 4.2. Hallucinaties zijn bekend als bijwerking van de behandeling met dopamine-agonisten en levodopa. Patiënten dienen geïnformeerd te worden dat (meestal visuele) hallucinaties zich kunnen voordoen. In het gevorderde stadium van de ziekte van Parkinson kunnen, in combinatie met levodopa, dyskinesieën optreden gedurende de eerste titratie met pramipexol. Wanneer dyskinesieën optreden, dient de dosis levodopa te worden verlaagd. Pramipexol is in verband gebracht met slaperigheid en episodes van een plotselinge slaapaanval, vooral bij patiënten met de ziekte van Parkinson. Gevallen van een plotselinge slaapaanval gedurende de dagelijkse activiteiten, zonder dat men zich bewust was van waarschuwingssignalen, zijn zelden gemeld. Patiënten moeten hierover worden geïnformeerd en worden geadviseerd voorzichtig te zijn tijdens het rijden of het bedienen van machines gedurende de behandeling met pramipexol. Patiënten die slaperig werden en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ervaarden mogen niet rijden of een machine bedienen gedurende de behandeling met pramipexol. Verder dient een reductie van de dosis of het stoppen van de behandeling te worden overwogen. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol (zie rubriek 4.7 en 4.8). Pathologisch gokken, toegenomen libido en hyperseksualiteit zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met dopamine-agonisten, waaronder pramipexol, voor de ziekte van Parkinson. Patiënten en (thuis)verzorgers dienen zich er dan ook van bewust te zijn dat gedragsveranderingen kunnen optreden. Vermindering van de dosis/geleidelijk afbouwen of staken van de behandeling dient overwogen te worden. Patiënten met psychotische afwijkingen dienen alleen met dopamine-agonisten te worden behandeld wanneer het mogelijke voordeel opweegt tegen de risico’s. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.5). Aangeraden wordt om regelmatig of wanneer zich afwijkingen in het zicht voordoen de ogen te controleren. Voorzichtigheid is geboden bij ernstige cardiovasculaire aandoeningen. Aangeraden wordt om, vooral in het begin van de behandeling, de bloeddruk te controleren vanwege het algemene risico op posturale hypotensie geassocieerd met dopaminerge therapie. Symptomen die wijzen op het maligne neuroleptisch syndroom zijn gemeld bij het abrupt staken van een dopaminerge behandeling (zie rubriek 4.2). Berichten in de literatuur wijzen erop dat de behandeling van andere indicaties met dopaminerge geneesmiddelen kan resulteren in augmentatie. De augmentatie heeft betrekking op het eerder optreden van de symptomen in de avond (of zelfs in de namiddag), toename van de symptomen en uitbreiding van de symptomen naar andere extremiteiten. De frequentie van augmentatie na langer 31
gebruik van pramipexol en de geschikte behandeling van deze gevallen zijn niet onderzocht in gecontroleerde klinische studies. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Pramipexol heeft een zeer lage plasma eiwitbinding (<20%) en vertoont een geringe biotransformatie in de mens. Interacties met andere geneesmiddelen die de plasma eiwitbinding of de uitscheiding door middel van biotransformatie beïnvloeden, zijn daarom niet aannemelijk. Aangezien anticholinergica voornamelijk via biotransformatie worden geëlimineerd, is de kans op een interactie gering. Interactie met anticholinergica is echter niet onderzocht. Er is geen farmacokinetische interactie met selegiline en levodopa. Bij gelijktijdige toediening van cimetidine nam de renale klaring van pramipexol met ongeveer 34% af. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door remming van de renale tubulaire secretie van kationische stoffen. Geneesmiddelen die dit actieve renale eliminatie systeem afremmen of die zelf worden uitgescheiden via dit systeem, zoals cimetidine en amantadine, kunnen dus interfereren met pramipexol waardoor een verminderde klaring van een of van beide geneesmiddelen ontstaat. Reductie van de dosis pramipexol dient te worden overwogen wanneer deze geneesmiddelen samen met pramipexol worden gegeven. Als pramipexol in combinatie met levodopa wordt gegeven, wordt aanbevolen om de dosering van levodopa te verminderen en de dosering van andere anti-Parkinson geneesmiddelen constant te houden terwijl de dosis van pramipexol wordt verhoogd. Vanwege mogelijke additieve effecten, dient bij patiënten de nodige voorzichtigheid te worden geadviseerd wanneer ze andere sederende geneesmiddelen of alcohol gebruiken in combinatie met pramipexol. Gelijktijdige toediening van antipsychotica met pramipexol dient te worden vermeden (zie rubriek 4.4) bv. als antagonerende effecten te verwachten zijn. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Het effect op zwangerschap en lactatie is niet onderzocht bij de mens. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder (zie rubriek 5.3). Pramipexol dient niet tijdens de zwangerschap te worden gebruikt tenzij dat duidelijk noodzakelijk is, dat wil zeggen indien de mogelijke voordelen opwegen tegen de mogelijke nadelen voor de foetus. Omdat behandeling met pramipexol de secretie van prolactine in de mens remt, wordt een remming van de melkproductie verwacht. Uitscheiding van pramipexol in de moedermelk is niet onderzocht bij vrouwen. In ratten bleek de concentratie van aan de werkzame stof gerelateerde radioactiviteit in moedermelk hoger dan in plasma. Aangezien er geen humane gegevens bekend zijn, dient pramipexol indien mogelijk niet tijdens het geven van borstvoeding te worden gebruikt. Wanneer het gebruik echter noodzakelijk is, dient de borstvoeding te worden gestaakt. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen
Pramipexol kan een grote invloed hebben op de rijvaardigheid en op het vermogen om machines te bedienen. Hallucinaties en slaperigheid kunnen voorkomen. Patiënten die met pramipexol worden behandeld en slaperigheid en/of episodes van een plotselinge slaapaanval ondervinden, moeten worden geïnstrueerd niet te rijden of zich bezig te houden met 32
activiteiten waarbij zij zichzelf of anderen door een verminderde alertheid in gevaar zouden kunnen brengen met als gevolg een ernstige verwonding of de dood (bijvoorbeeld het bedienen van machines) totdat deze terugkerende episodes en slaperigheid verdwenen zijn. (zie rubriek 4.4, 4.5 en 4.8) 4.8
Bijwerkingen
De volgende bijwerkingen worden verwacht bij het gebruik van pramipexol: abnormale dromen, verwardheid, obstipatie, waanvoorstellingen, duizeligheid, dyskinesieën, vermoeidheid, hallucinaties, hoofdpijn, hyperkinesieën, hypotensie, toegenomen eetlust (eetaanval, hyperfagie), slapeloosheid, libido stoornissen, misselijkheid, perifeer oedeem, paranoia, pathologisch gokken, hyperseksualiteit en ander abnormaal gedrag, slaperigheid, gewichtstoename, plotseling opkomen van slaap, pruritus en huiduitslag en andere overgevoeligheden. Gebaseerd op de analyse van een gepoolde placebo-gecontroleerde trial, met totaal 1923 patiënten behandeld met pramipexol en 1354 patiënten in de placebo groep, werden bijwerkingen frequent gerapporteerd voor beide groepen. 63% van de patiënten uit de pramipexol groep en 52% van de patiënten uit de placebo groep meldden tenminste één bijwerking. Tabel 1 en 2 laten de frequentie zien van de bijwerkingen in de placebo-gecontroleerde klinische trials bij de ziekte van Parkinson en een andere indicatie. De bijwerkingen die in deze tabellen vermeld staan, zijn die bijwerkingen die voorkwamen bij 0,1% of meer van de patiënten die met pramipexol werden behandeld en die significant vaker werden gemeld bij de pramipexol groep dan bij de placebo groep, of de bijwerkingen die als klinisch relevant werden gezien. De meerderheid van de veelvoorkomende bijwerkingen waren mild tot matig en traden in het begin van de therapie op en verdwenen meestal bij voortzetten van de behandeling. Per orgaansysteem worden bijwerkingen vermeld naar frequentie (aantal patiënten die naar verwachting de reactie doormaken), volgens onderstaande indeling: zeer vaak (≥ 1/10); vaak (≥ 1/100, < 1/10); soms (≥ 1/1.000, < 1/100); zelden (≥ 1/10.000, < 1/1.000); zeer zelden (< 1/10.000). De meest voorkomende (≥ 5%) bijwerkingen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, vaker gemeld bij de behandeling met pramipexol dan bij placebo, waren misselijkheid, dyskinesie, hypotensie, duizeligheid, slaperigheid, slapeloosheid, obstipatie, hallucinatie, hoofdpijn en vermoeidheid. De incidentie van slaperigheid neemt toe bij doseringen hoger dan 1,5 mg/dag (zie rubriek 4.2). Een bijwerking die in combinatie met levodopa frequenter voorkwam is dyskinesie. Hypotensie kan voorkomen in het begin van de behandeling, vooral als pramipexol te snel getitreerd wordt. Tabel 1: Ziekte van Parkinson Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend Zenuwstelselaandoeningen Zeer vaak Vaak Soms Bloedvataandoeningen Zeer vaak Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak Vaak Huid- en onderhuidaandoeningen
Bijwerking abnormale dromen, verwardheid, hallucinaties, slapeloosheid waanvoorstellingen, libidostoornis, paranoia abnormaal gedrag, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, pathologisch gokken duizeligheid, dyskinesie, slaperigheid hoofdpijn hyperkinesie, plotseling opkomen van slaap hypotensie misselijkheid obstipatie
33
Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid, perifeer oedeem Onderzoeken Soms gewichtstoename De meest voorkomende (≥5%) bijwerkingen bij patiënten met andere indicaties die behandeld werden met pramipexol waren misselijkheid, hoofdpijn, duizeligheid en vermoeidheid. Misselijkheid en vermoeidheid werden vaker gezien bij vrouwelijke patiënten (respectievelijk 20,8% en 10,5%) dan bij mannen (respectievelijk 6,7 en 7,3%). Tabel 2: Andere indicatie Systeem/ Orgaanklasse Psychische stoornissen Vaak Soms Onbekend
Bijwerking abnormale dromen, slapeloosheid verwardheid, hallucinaties, libidostoornis abnormaal gedrag, waanvoorstellingen, hyperseksualiteit, toegenomen eetlust, paranoia, pathologisch gokken
Zenuwstelselaandoeningen Vaak duizeligheid, hoofdpijn, slaperigheid Soms plotseling opkomen van slaap Onbekend dyskinesie, hyperkinesie Bloedvataandoeningen Soms hypotensie Maagdarmstelselaandoeningen Zeer vaak misselijkheid Vaak obstipatie Huid- en onderhuidaandoeningen Soms overgevoeligheid, jeuk, uitslag Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen Vaak vermoeidheid Soms perifeer oedeem Onderzoeken Soms gewichtstoename Pramipexol wordt geassocieerd met slaperigheid (8,6%) en wordt zelden geassocieerd met extreme slaperigheid overdag en plotseling opkomen van slaap (0,1%). Zie ook rubriek 4.4. Pramipexol kan geassocieerd worden met libido veranderingen (toegenomen (0,1%) of afgenomen (0,4%)). Van patiënten behandeld met dopamine-agonisten voor de ziekte van Parkinson, waaronder pramipexol, vooral bij hoge doseringen, is gemeld dat ze tekenen van pathologisch gokken , toegenomen libido en hyperseksualiteit vertonen. Over het algemeen was dit reversibel na beëindiging van de behandeling. 4.9
Overdosering
Er is geen klinische ervaring met hoge overdosering. De bijwerkingen kunnen naar verwachting gerelateerd zijn aan het farmacodynamisch profiel van een dopamine agonist, waaronder misselijkheid, overgeven, hyperkinesie, hallucinaties, agitatie en hypotensie. Er is geen algemeen geaccepteerd antidotum voor overdosering met een dopamine agonist. Wanneer zich verschijnselen van stimulatie van het centraal zenuwstelsel voordoen, kan een neurolepticum geïndiceerd zijn. Voor behandeling van een overdosis kunnen algemene ondersteunende maatregelen nodig zijn, alsmede het 34
leegpompen van de maag, intraveneuze toediening van vloeistof, toediening van actieve kool en monitoring van het elektrocardiogram.
5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: dopamine agonisten ATC-code: N04B C05 Pramipexol is een dopamine-agonist die met hoge selectiviteit en specificiteit aan dopamine D2 subfamilie-receptoren bindt en een preferentiële affiniteit voor de D3 receptor heeft; er is sprake van volledige intrinsieke activiteit. Pramipexol vermindert de Parkinson-gerelateerde motorische stoornissen door stimulatie van dopamine receptoren in het striatum. In dierexperimenteel onderzoek is aangetoond dat pramipexol de synthese, de release en de turnover van dopamine remt. Bij vrijwilligers werd een dosis-afhankelijke afname in prolactine gevonden. Klinische studies bij de ziekte van Parkinson Pramipexol verlicht de symptomen van de ziekte van Parkinson. Er zijn klinische onderzoeken uitgevoerd in ongeveer 2100 patiënten in de Hoehn en Yahr fases I - IV. Van deze patiënten waren er ongeveer 900 die in een verder gevorderd stadium van de ziekte verkeerden, gelijktijdig ook levodopa kregen en leden aan motorische complicaties. In de vroege en gevorderde stadia van de ziekte van Parkinson hield, in gecontroleerde klinische onderzoeken, de effectiviteit van pramipexol gedurende ongeveer 6 maanden aan. In open, vervolgonderzoeken gedurende langer dan 3 jaar waren geen aanwijzingen voor afname van de effectiviteit. In een 2 jaar durende gecontroleerde dubbel blinde klinische studie stelde de uitgangsbehandeling met pramipexol significant het optreden van bewegingsstoornissen uit en verminderde het voorkomen ervan in vergelijking met de uitgangsbehandeling met levodopa. Dit vertraagde optreden van bewegingsstoornissen met pramipexol dient te worden afgewogen tegen de verbetering in de bewegingscoördinatie met levodopa (zoals gemeten met de gemiddelde verandering in de UPDRS-score). De totale incidentie van hallucinaties en slaperigheid was in het algemeen hoger in de titratie fase met pramipexol. Er was echter geen significant verschil in de onderhoudsfase. Deze zaken dienen te worden overwogen wanneer een behandeling met pramipexol wordt ingezet bij patiënten met de ziekte van Parkinson. In een placebo gecontroleerde polysomnografie studie gedurende 3 weken reduceerde pramipexol significant het aantal periodieke ledemaatbewegingen gedurende de tijd die in bed werd doorgebracht (PLMS). 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
Pramipexol wordt na orale toediening snel en volledig geabsorbeerd. De absolute biologische beschikbaarheid is meer dan 90% en de maximum plasma spiegels worden tussen 1 en 3 uur bereikt. De snelheid van absorptie neemt af door voedsel inname, de mate van absorptie wordt echter niet beïnvloed. Pramipexol vertoont lineaire kinetiek en een geringe interindividuele variatie in plasma spiegels. De plasma eiwitbinding van pramipexol bij de mens is zeer laag (< 20%) en het verdelingsvolume is hoog (400 l). Bij ratten zijn hoge concentraties in hersenweefsel aangetroffen (ongeveer het 8-voudige van de plasma spiegels). Pramipexol wordt in de mens slechts in geringe mate gemetaboliseerd.
35
Renale klaring van onveranderd pramipexol is de belangrijkste uitscheidingsroute. Ongeveer 90% van een radioactief gelabelde (14C) dosis wordt uitgescheiden door de nieren, terwijl minder dan 2% in de faeces wordt aangetroffen. De totale lichaamsklaring van pramipexol is ongeveer 500 ml/min; de renale klaring is ongeveer 400 ml/min. De eliminatie halfwaardetijd (t½) varieert van 8 uur in jongeren tot 12 uur in ouderen. 5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Studies naar de toxiciteit van herhaaldelijk toegediende doses toonden aan dat pramipexol functionele effecten tot gevolg had die waarschijnlijk het gevolg zijn van een overdreven farmacodynamisch effect van het middel, voornamelijk in het centrale zenuwstelsel en in de vrouwelijke voortplantingsorganen. In de cavia werden afname in diastolische en systolische bloeddruk en in de hartfrequentie waargenomen. Bij de aap werd duidelijk een tendens naar hypotensie gezien. Het potentiële effect van pramipexol op de voortplantingsorganen is onderzocht in ratten en konijnen. Pramipexol was niet teratogeen in ratten en konijnen maar was embryotoxisch in de rat bij doses die toxisch zijn voor de moeder. Vanwege de selectie van proefdieren en het beperkte aantal parameters dat is onderzocht, zijn de nadelige effecten van pramipexol op de zwangerschap en op de mannelijke vruchtbaarheid niet volledig opgehelderd. Pramipexol was niet genotoxisch. In een studie naar de carcinogeniteit ontwikkelden mannelijke ratten hyperplasieën van de Leydig cellen en adenomen. Dit wordt toegeschreven aan het prolactineinhiberende effect van pramipexol. Deze bevinding is niet klinisch relevant voor de mens. In dezelfde studie werd gevonden dat pramipexol in doses van 2 mg/kg (van het zout) en hoger betrokken is bij retinale degeneratie in albino ratten. Deze laatste bevinding is niet waargenomen in gepigmenteerde ratten en ook niet in een studie van 2 jaar naar carcinogeniteit in albino muizen en ook niet in een andere diersoort waarmee onderzoek is gedaan.
6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Mannitol Microkristallijne cellulose Natriumzetmeelglycolaat Povidon K25 Magnesiumstearaat Natrium stearylfumaraat Colloïdaal siliciumdioxide 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
Niet van toepassing. 6.3
Houdbaarheid
2 jaar 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaren beneden 25°C Bewaar in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. 36
6.5
Aard en inhoud van de verpakking
aluminium/aluminium blisterverpakking Verpakkingsgrootten: 30, 50x1 en 100 tabletten Polyethyleen tablettencontainer met met CRC polypropyleen dop. Verpakkinggrootte: 90 tabletten Niet alle genoemde verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. 6.6
Speciale voorzorgsmaatregelen voor het verwijderen
Geen bijzondere vereisten.
7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma BV Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERLENING VAN DE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van de European Medicines Agency (EMEA) http://www.emea.europe.eu
37
BIJLAGE II A.
HOUDER(S)VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
38
A.
HOUDER(S) VAN DE VERGUNNING(EN) VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Teva Pharmaceutical Works Co. Ltd. Pallagi Street 13 H-4042 Debrecen Hungarije TEVA Pharmaceutical Works Private Limited Company H-2100 Gödöllő, Táncsics Mihály út 82 Hongarije TEVA UK Ltd Brampton Road, Hampden Park, Eastbourne, East Sussex, BN22 9AG Verenigd Koninkrijk Pharmachemie B.V. Swensweg 5, Postbus 552, 2003 RN Haarlem Nederland TEVA Santé Sa, Rue Bellocier, 89107, Sens, Frankrijk In de gedrukte bijsluiter van het geneesmiddel dienen de naam en het adres van de fabrikant die verantwoordelijk is voor vrijgifte van de desbetreffende partij te zijn opgenomen.
39
B.
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN OPGELEGD AAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN TEN AANZIEN VAN DE AFLEVERING EN HET GEBRUIK
Aan medisch voorschrift onderworpen geneesmiddel.
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN MET BETREKKING TOT EEN VEILIG EN DOELTREFFEND GEBRUIK VAN HET GENEESMIDDEL
Niet van toepassing.
ANDERE VOORWAARDEN
Farmacovigilantie systeem De MAH dient ervoor te zorgen dat het farmacovigilantiesysteem, zoals beschreven in versie 4.0 november 2007 weergegeven in Module 1.8.1. van de Marketing Authorisation Application, in plaats is en functioneert voordat en terwijl het product op de markt is. PSURs Het PSUR indieningsschema voor Pramipexol Teva tabletten dient het PSUR indieningschema voor het referentieproduct te volgen.
40
BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER
41
A. ETIKETTERING
42
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Doos – Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,088 mg pramipexol overeenkomend met 0,125 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten Blisterverpakking: 30 tabletten 50 tabletten 100 tabletten Tablettencontainer: 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
43
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Pramipexol Teva 0,088 mg
44
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP DE BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN WORDEN VERMELD Blisterverpakking – Pramipexol Teva 0,088 mg Tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten Pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
45
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD Zelfklevend, papieren etiket - Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,088 mg pramipexol overeenkomend met 0,125 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen. 6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
46
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN, INDIEN VAN TOEPASSING
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
47
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Doos – Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,18 mg pramipexol overeenkomend met 0,25 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Blisterverpakking: 30 tabletten 50 tabletten 100 tabletten Tablettencontainer: 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen. 6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
48
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN 10. NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Pramipexol Teva 0,18 mg
49
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP DE BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN WORDEN VERMELD Blister – Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten Pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
50
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD Zelfklevend, papieren etiket -Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,18 mg pramipexol overeenkomend met 0,25 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht
51
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN, INDIEN VAN TOEPASSING
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET INDE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
52
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Doos – Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,35 mg pramipexol overeenkomend met 0,5 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten Blisterverpakking: 30 tabletten 50 tabletten 100 tabletten Tablettencontainer: 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
53
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht.
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING)
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Pramipexol Teva 0,35 mg
54
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP DE BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN WORDEN VERMELD Blisterverpakking – Pramipexol Teva 0,35 mg Tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten Pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
55
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD Zelfklevend, papieren etiket - Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,35 mg pramipexol overeenkomend met 0,5 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht
56
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN, INDIEN VAN TOEPASSING
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET INDE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
57
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD Doos – Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,7 mg pramipexol overeenkomend met 1,0 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Blisterverpakking: 30 tabletten 50 tabletten 100 tabletten Tablettencontainer: 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht
58
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN 10. NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN, INDIEN VAN TOEPASSING
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET INDE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
Pramipexol Teva 0,7 mg
59
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP DE BLISTERVERPAKKINGEN OF STRIPS MOETEN WORDEN VERMELD Blisterverpakking – Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten Pramipexol
2.
NAAM VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Teva Pharma B.V.
3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
4.
PARTIJNUMMER
Charge
5.
OVERIGE
60
GEGEVENS DIE OP DE PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD Zelfklevend, papieren etiket - Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten 1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten Pramipexol
2.
GEHALTE AAN WERKZA(A)M(E) BESTANDDE(E)L(EN)
Elke tablet bevat 0,7 mg pramipexol overeenkomend met 1,0 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat
3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
Tabletten 90 tabletten
5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Voor oraal gebruik. Voor gebruik de bijsluiter lezen.
6.
SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN UIT HET ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden.
7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP
9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR BEWARING
Bewaren beneden 25°C. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht
61
10. BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN, INDIEN VAN TOEPASSING
11. NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN Teva Pharma B.V. Computerweg 10 3542 DR Utrecht Nederland
12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET INDE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER
Charge
14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift
15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
16.
INFORMATIE IN BRAILLE
62
B. BIJSLUITER
63
BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIK(ST)ER PRAMIPEXOL TEVA 0,088 MG TABLETTEN PRAMIPEXOL TEVA 0,18 MG TABLETTEN PRAMIPEXOL TEVA 0,35 MG TABLETTEN PRAMIPEXOL TEVA 0,7 MG TABLETTEN Pramipexol Lees deze bijsluiter zorgvuldig door voor u begint met het innemen van dit geneesmiddel. Bewaar deze bijsluiter. Het kan nodig zijn om deze nog eens door te lezen. Heeft u nog vragen, raadpleeg dan uw arts of apotheker. Dit geneesmiddel is aan u persoonlijk voorgeschreven. Geef dit geneesmiddel niet door aan anderen. Dit geneesmiddel kan schadelijk voor hen zijn, zelfs als de verschijnselen dezelfde zijn als waarvoor u het geneesmiddel heeft gekregen. Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. In deze bijsluiter: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Wat is Pramipexol Teva en waarvoor wordt het gebruikt Wat u moet weten voordat u Pramipexol Teva inneemt Hoe wordt Pramipexol Teva ingenomen Mogelijke bijwerkingen Hoe bewaart u Pramipexol Teva Aanvullende informatie.
1. WAT IS PRAMIPEXOL TEVA EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT Pramipexol is een dopamine agonist en werkt doordat het dopamine receptoren in de hersenen stimuleert. Bij de ziekte van Parkinson zijn de dopamineniveaus in de hersenen laag en Pramipexol Teva werkt door de werking van dopamine na te bootsen. Pramipexol Teva wordt gebruikt bij de behandeling van de ziekte van Parkinson, alleen of in combinatie met een ander geneesmiddel dat levodopa heet.
2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U PRAMIPEXOL TEVA INNEEMT
Neem Pramipexol Teva niet in
Als u allergisch (overgevoelig) bent voor pramipexol of voor één van de andere bestanddelen van dit geneesmiddel.
Wees extra voorzichtig met Pramipexol Teva Informeer uw arts voordat u begint met het gebruik van dit geneesmiddel als: U nierproblemen heeft (wellicht heeft u een lagere dosis Pramipexol Teva nodig) U hallucinaties heeft (u hoort, ziet en voelt dingen die er niet zijn). De meeste hallucinaties zijn visueel. 64
U lijdt aan dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen) Als u gevorderde ziekte van Parkinson heeft en ook levodopa inneemt, kunt u dyskinesie ontwikkelen tijdens het optitreren van Pramipexol Teva. U een psychische aandoening heeft zoals schizofrenie of depressie U hartproblemen heeft (uw arts kan besluiten om u wat vaker te controleren tijdens de behandeling om ervoor te zorgen dat uw bloeddruk niet te laag wordt).
Als u slaperig wordt of merkt dat u soms plotseling in slaap valt dient u uw arts te raadplegen. Als u (of degene die u verzorgt) veranderingen in uw gedrag opmerkt, dient u de arts te informeren. Zulke veranderingen kunnen zijn een abnormale gokzucht, een verhoogd libido of een overmatig en oncontroleerbaar eetgedrag. Uw arts kan de dosering van Pramipexol Teva verlagen of uw behandeling stopzetten. Als u merkt dat uw gezichtsvermogen verandert, dient u uw arts te raadplegen. Het kan nodig zijn dat uw ogen regelmatige gecontroleerd moeten worden. Inname met andere geneesmiddelen De werking van Pramipexol Teva kan worden beïnvloed of bijwerkingen kunnen zich voordoen als u ook andere geneesmiddelen gebruikt. Raadpleeg uw arts als u een van de volgende geneesmiddelen gebruikt: Geneesmiddelen die van invloed zijn op de nierfunctie of door de nieren worden uitgescheiden, zoals cimetidine (wordt gebruikt voor de behandeling van indigestie en andere maagproblemen) en amantadine (gebruikt voor de ziekte van Parkinson) Levodopa (gebruikt voor de ziekte van Parkinson) Geneesmiddelen gebruikt om psychische aandoeningen te behandelen zoals schizofrenie of depressie Andere geneesmiddelen waardoor men slaperig kan worden, omdat de slaperigheid kan verergeren in combinatie met Pramipexol Teva. Vertel uw arts of apotheker als u andere geneesmiddelen gebruikt of kort geleden gebruikt heeft. Dit geldt ook voor geneesmiddelen die u zonder voorschrift kunt krijgen. Inname van Pramipexol Teva met voedsel en drank Pramipexol Teva kan worden ingenomen met of zonder voedsel en moet worden ingeslikt met een voldoende hoeveelheid water. Als u slaperig wordt dan kan het gebruik van alcohol dit versterken. Zwangerschap en borstvoeding Als u zwanger bent of van plan bent zwanger te worden mag Pramipexol Teva alleen gebruikt worden als uw arts dit absoluut noodzakelijk vindt. De gevolgen van Pramipexol Teva voor het ongeboren kind zijn niet bekend. U mag geen Pramipexol Teva gebruiken als u borstvoeding geeft. Pramipexol Teva kan de melkproductie stopzetten. Uw baby kan ook in contact komen met het geneesmiddel in uw moedermelk en de gevolgen hiervan zijn niet bekend. Vraag uw arts of apotheker om advies voordat u een geneesmiddel inneemt. Rijvaardigheid en het gebruik van machines Pramipexol Teva kan hallucinaties en slaperigheid veroorzaken, en u kunt zonder waarschuwing plotseling in slaap vallen. Als u last heeft van deze bijwerkingen moet u niet rijden, machines bedienen of een andere gevaarlijke bezigheid verrichten die uw volledige aandacht vereist. U moet dan 65
ook uw arts hiervan op de hoogte stellen omdat hij/zij uw dosis Pramipexol Teva wellicht moet verlagen of uw behandeling geheel stop moet zetten.
3.
HOE WORDT PRAMIPEXOL TEVA INGENOMEN
Volg bij het innemen van Pramipexol Teva nauwgezet het advies van uw arts. Raadpleeg bij twijfel uw arts.. Pramipexol Teva moet driemaal per dag worden ingenomen. De tabletten kunnen met of zonder voedsel worden ingenomen en moeten worden doorgeslikt met een glas water. Indien nodig kunt u de tablet breken, zodat zij gemakkelijker in te nemen zijn. De behandeling met Pramipexol Teva begint normaal met een lage dosis die elke 5 tot 7 dagen geleidelijk verhoogd wordt tot de juiste dosering voor u is bereikt (de "onderhoudsdosis"). De normale startdosis is één Pramipexol Teva 0,088 mg tablet driemaal per dag (een dagelijkse dosis van 0,264 mg pramipexol). De gebruikelijke onderhoudsdosering is 1,1 mg per dag. Uw dosering kan echter nog verder worden verhoogd. Indien nodig, kan uw arts de dosering verhogen tot maximaal 3,3 mg pramipexol per dag. Een lagere onderhoudsdosering dan drie Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten per dag is ook mogelijk. Uw arts kan besluiten om uw onderhoudsdosis te wijzigen afhankelijk van uw respons op de behandeling en de bijwerkingen waar u mee te maken heeft. Als uw arts besluit om uw behandeling stop te zetten, wordt de dosering langzaam afgebouwd tot de behandeling is gestopt. Patiënten met een nieraandoening Indien u een matige tot ernstige nieraandoening heeft, zal uw arts u een lagere dosering voorschrijven. In dat geval zult u slechts éénmaal of tweemaal per dag de tabletten innemen. Als u een matige nieraandoening heeft zal de gebruikelijke aanvangsdosering 1 tablet Pramipexol Teva 0,088 mg tweemaal per dag zijn. Bij een ernstige nieraandoening zal de gebruikelijke aanvangsdosering slechts 1 tablet Pramipexol Teva 0,088 mg per dag zijn. Wat u moet doen als u meer van Pramipexol Teva heeft ingenomen dan u zou mogen Als u (of iemand anders) veel tabletten tegelijk inneemt, of als u denkt dat een kind tabletten heeft ingeslikt, moet u onmiddellijk contact opnemen met de eerste hulp van het dichtstbijzijnde ziekenhuis of met uw arts. Een overdosis veroorzaakt waarschijnlijk misselijkheid, braken, abnormale spierbewegingen, hallucinaties, opwinding en lage bloeddruk (dit kan een licht gevoel in het hoofd en duizeligheid veroorzaken). Neem deze bijsluiter, eventueel overgebleven tabletten en de verpakking mee naar het ziekenhuis of naar de arts, zodat zij weten welke tabletten werden ingenomen. Een medische behandeling kan noodzakelijk zijn. Wat u moet doen wanneer u bent vergeten Pramipexol Teva in te nemen Wanneer u een dosis gemist heeft, neem dan zo snel mogelijk deze dosis alsnog in. Als het echter bijna tijd is voor de volgende dosis, sla dan de gemiste dosis over en ga verder met uw normale doseringsschema. Neem geen dubbele dosis om zo een vergeten dosis in te halen..
66
Als u stopt met het innemen van Pramipexol Teva U moet niet stoppen met het gebruik van (uw) dit geneesmiddel of uw dosis verlagen zonder dit eerst met uw arts te bespreken. Het is gevaarlijk om plotseling met het gebruik van dit geneesmiddel te stoppen. Als u met de behandeling moet stoppen zal uw arts uw dosis langzaam omlaag brengen. Als u nog vragen heeft over het innemen van dit geneesmiddel, raadpleeg dan uw arts of apotheker.
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan Pramipexol Teva bijwerkingen veroorzaken, hoewel niet iedereen deze bijwerkingen krijgt.De bijwerkingen zijn onderverdeeld in de volgende frequenties: Zeer vaak: Vaak: Soms: Zelden: Zeer zelden: Onbekend:
beïnvloedt meer dan 1 op de 10 gebruikers beïnvloedt 1 tot 10 op de 100 gebruikers beïnvloedt 1 tot 10 op de 1000 gebruikers beïnvloedt 1 tot 10 op de 10.000 gebruikers beïnvloedt minder dan 1 op de 10.000 gebruikers frequentie kan niet worden bepaald uit de beschikbare informatie
Zeer vaak: Dyskinesie (bv. abnormale, ongecontroleerde bewegingen van de ledematen) Veranderingen in het slaappatroon, zoals slapeloosheid (insomnia) en slaperigheid Duizeligheid Misselijkheid (ziek voelen) Lage bloeddruk Vaak:
Hallucinaties (zien, horen of voelen van dingen die er niet zijn) Verwardheid Vermoeidheid Overmatige vochtophoping, gewoonlijk in de benen (perifeer oedeem) Hoofdpijn Abnormaal dromen Obstipatie (verstopping) Slapeloosheid (insomnia)
Soms:
Paranoia (bv. overmatige angst voor het eigen welzijn) Waanideeën Overmatige slaperigheid overdag en plotseling in slaap vallen Hyperkinesie (meer bewegen en niet stil kunnen zitten) Gewichtstoename Verhoogd seksueel verlangen (bv. verhoogd libido) Allergische reacties (bv. uitslag, jeuk, overgevoeligheid)
Onbekende frequentie: Pathologisch gokken, vooral bij patiënten die hoge doses gebruiken van Pramipexol Teva Hyperseksualiteit Abnormaal gedrag Meer eten (eetaanvallen, vraatzucht) Wanneer één van de bijwerkingen ernstig wordt of als er bij u een bijwerking optreedt die niet in deze bijsluiter is vermeld, raadpleeg dan uw arts of apotheker. 67
5.
HOE BEWAART U PRAMIPEXOL TEVA
Buiten het bereik en zicht van kinderen houden. Gebruik Pramipexol Teva niet meer na de vervaldatum die staat vermeld op de doos. De vervaldatum verwijst naar de laatste dag van die maand. Bewaren beneden 25ºC. Bewaren in de oorspronkelijke verpakking ter bescherming tegen licht en vocht. Geneesmiddelen dienen niet weggegooid te worden via het afvalwater of met huishoudelijk afval. Vraag uw apotheker wat u met medicijnen moet doen die niet meer nodig zijn. Deze maatregelen zullen helpen bij de bescherming van het milieu.
6. AANVULLENDE INFORMATIE Wat bevat Pramipexol Teva Het werkzame bestanddeel is pramipexol. Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten: een tablet bevat 0,088 mg pramipexol, overeenkomend met 0,125 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat. Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten: een tablet bevat 0,18 mg pramipexol overeenkomend met 0,25 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten: een tablet bevat 0,35 mg pramipexol overeen komend met 0,5 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten: een tablet bevat 0,7 mg pramipexol overeen komend met 1,0 mg pramipexol dihydrochloride monohydraat De andere bestanddelen zijn mannitol, microkristallijne cellulose, natriumzetmeel glycolaat, povidon, magnesiumstearaat, natriumstearylfumaraat, colloïdaal siliciumdioxide. Hoe ziet Pramipexol Teva er uit en wat is de inhoud van de verpakking Pramipexol Teva 0,088 mg tabletten zijn witte, ronde tabletten, gegraveerd met "93" op de ene zijde en "P1" op de andere zijde. Pramipexol Teva 0,18 mg tabletten zijn witte, ronde tabletten met breukstreep gegraveerd "P2" op de gegroefde zijde en "93" op de andere zijde. De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften. Pramipexol Teva 0,35 mg tabletten zijn witte, ronde tabletten met breukstreep gegraveerd met "8023" op de gegroefde zijde and "93" op de andere zijde. De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften. Pramipexol Teva 0,7 mg tabletten zijn witte, ronde tabletten met breukstreep gegraveerd met "8024" op de gegroefde zijde en "93" op de andere zijde. De tablet kan verdeeld worden in gelijke helften. Pramipexol Teva tabletten zijn verkrijgbaar in blisterverpakkingen van 30, 50 en 100 tabletten en potjes met 90 tabletten. Niet alle verpakkingsgrootten worden in de handel gebracht. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Houder van de vergunning voor het in de handel brengen Teva Pharma B.V. Computerweg 10 68
3542 DR UTRECHT Nederland Fabrikant TEVA Pharmaceutical Works Private Limited Company Pallagi út 13, 4042 Debrecen, Hongarije Of: TEVA Pharmaceutical Works Private Limited Company H-2100 Gödöllő, Táncsics Mihály út 82 Hongarije Of: TEVA UK Ltd Brampton Road, Hampden Park, Eastbourne, East Sussex, BN22 9AG Verenigd Koninkrijk Of: Pharmachemie B.V. Swensweg 5, Postbus 552, 2003 RN Haarlem Nederland Of: TEVA Santé Sa, Rue Bellocier, 89107, Sens, Frankrijk Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd in Gedetailleerde informatie over dit geneesmiddel is beschikbaar op de website van het Europese Geneesmiddelen Bureau (EMEA) website http://www.emea.europa.eu.
69