BIJLAGE I SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN
1
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VASOVIST 0.25 mmol/ml, oplossing voor injectie. 2.
KWALITATIEVE EN KWANTITATIEVE SAMENSTELLING
1 ml VASOVIST oplossing voor injectie bevat 244 mg (0,25 mmol) gadofosveset-trinatrium als werkzaam bestanddeel. 10 ml oplossing bevat 2,44g, 15 ml oplossing bevat 3,66g en 20 ml oplossing bevat 4,88g gadofosveset-trinatrium in een flacon. Voor hulpstoffen, zie rubriek 6.1. 3.
FARMACEUTISCHE VORM
Oplossing voor injectie. Heldere, kleurloze tot lichtgele vloeistof. 4.
KLINISCHE GEGEVENS
4.1
Therapeutische indicaties
Dit geneesmiddel is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. • Contrastmiddel bij magnetische resonantie angiografie (CE-MRA) VASOVIST is geïndiceerd voor contrast-versterkte magnetische resonantie angiografie voor het zichtbaar maken van bloedvaten van het abdomen of van de ledematen bij patiënten met verdenking op of bekende vasculaire aandoeningen. 4.2
Dosering en wijze van toediening
Dit geneesmiddel dient te worden toegediend als enkelvoudige intraveneuze bolusinjectie, handmatig, of door middel van een MR injector (dit is een injector ten behoeve het injecteren bij magnetische resonantie) gedurende een periode van maximaal 30 seconden gevolgd door een 25-30 ml spoeling met een fysiologische zoutoplossing. Dit geneesmiddel mag alleen door artsen met ervaring op het gebied van contrast-versterkte diagnostiek worden toegediend. Dosering Volwassenen: 0,12 ml/kg lichaamsgewicht (equivalent aan 0,03 mmol/kg) Tijdstippen beeldvorming: Dynamische beeldvorming begint onmiddellijk na de injectie. Steady state beeldvorming kan beginnen nadat de dynamische scan is voltooid. In klinische onderzoeken werd de beeldvorming tot ongeveer een uur na de injectie voltooid. Nierfunctiestoornissen/leverfunctiestoornissen: Aanpassing van de dosis bij nier-of leverfunctiestoornissen is niet nodig (zie Rubriek 4.4 en Rubriek 5.2). Pasgeborenen, zuigelingen, kinderen en adolescenten: Het gebruik wordt niet aanbevolen bij pasgeborenen, zuigelingen, kinderen en adolescenten. Er is nog geen klinische ervaring met patiënten jonger dan 18 jaar. 2
Er is geen klinische ervaring beschikbaar over herhaald gebruik van dit geneesmiddel. 4.3
Contra-indicaties
Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor (een van) de hulpstoffen 4.4
Bijzondere waarschuwingen en voorzorgen bij gebruik
Diagnostische procedures waarbij MRI contraststoffen worden gebruikt dienen te worden uitgevoerd onder supervisie van een daartoe opgeleide arts met een grondige kennis van de uit te voeren procedure. Aangepaste voorzieningen dienen te worden getroffen voor de behandeling van complicaties van de procedure, alsmede voor een spoedeisende behandeling van mogelijk ernstige reacties op de contraststof zelf. De gebruikelijke veiligheidsmaatregelen bij MRI dienen te worden nageleefd, bijv. uitsluiting van cardiale pacemakers en ferromagnetische implantaten. Zoals bij andere diagnostische contrastonderzoeken wordt aangeraden de patiënt na de procedure te observeren, met name patiënten met een voorgeschiedenis van allergie, nierinsufficiëntie of een reactie op een geneesmiddel. Waarschuwing voor overgevoeligheid Men dient immer rekening te houden met de mogelijkheid van een reactie, waaronder ernstige, levensbedreigende, dodelijke, anafylactische of cardiovasculaire reacties, of andere idiosyncratische reacties, in het bijzonder bij patiënten met een bekende klinische overgevoeligheid, een eerdere reactie op contrastmiddelen, een voorgeschiedenis van astma of andere allergische aandoeningen. Ervaring met andere contrastmiddelen leert dat het risico op overgevoeligheidsreacties bij dergelijke patiënten verhoogd is. Vertraagde reacties kunnen optreden (na uren tot dagen). Voorzichtheid dient ook te worden betracht in de volgende gevallen: Overgevoeligheidsreacties Indien een overgevoeligheidsreactie optreedt (zie Rubriek 4.8), dient toediening van het contrastmiddel onmiddellijk te worden gestaakt en - indien nodig- specifieke veneuze behandeling te worden ingesteld. Het is om die reden raadzaam een flexibele verblijfscanule te gebruiken voor intraveneuze toediening van het contrastmiddel. Vanwege de mogelijkheid van ernstige overgevoeligheidsreacties na intraveneuze toediening van het contrastmiddel, dient men voorbereidingen te treffen voor noodmaatregelen; de juiste medicatie, een endotracheale tube en een beademingsapparaat dienen bijvoorbeeld onder handbereik te zijn. Nierfunctiestoornissen Omdat gadofosveset door het lichaam via de urine wordt uitgescheiden, dient voorzichtheid te worden betracht bij patiënten met nierfunctiestoornissen (zie Rubriek 5.2). Dosisaanpassing bij nierfunctiestoornissen is niet noodzakelijk. Bij patiënten met ernstiger gestoorde nierfunctie (klaring < 20 ml/min) die geen routine dialyse ondergaan, dienen de voordelen en de risico’s zeer zorgvuldig te worden afgewogen. Een klinisch onderzoek heeft aangetoond dat gadofosveset effectief uit het lichaam verwijderd kan worden door dialyse met high flux filters. Veranderingen op het ECG Verhoogde spiegels van gadofosveset (bijvoorbeeld bij herhaald gebruik gedurende een korte periode (binnen 6-8 uur), of accidentele overdosering van > 0,05 mmol/kg kan in verband gebracht worden met een geringe QT prolongatie (8,5 msec bij Fridericia correctie). In het geval van verhoogde gadofosveset-spiegels of onderliggende QT-verlenging, moet de patiënt zorgvuldig worden geobserveerd met inbegrip van hartbewaking.
3
Vaatstents In gepubliceerde studies is het beschreven dat de aanwezigheid van metaalstents artifacts veroorzaakt bij MRA. De betrouwbaarheid van het met VASOVIST zichtbaar maken van het lumen bij vaten waarin een stent is geplaatst, is niet onderzocht. 4.5
Interacties met andere geneesmiddelen en andere vormen van interactie
Omdat gadofosveset aan albumine bindt, is een interactie met andere plasma-eiwit gebonden geneesmiddelen (bijv. ibuprofen en warfarine) mogelijk, d.w.z. dat een competitie voor de eiwitbindingsplaats op kan treden. In een aantal in vitro geneesmiddeleninteractie-onderzoeken (in 4,5% humaan serum albumine en humaan plasma), toonde gadofosveset echter geen nadelige wisselwerking met digitoxine, propranolol, verapamil, warfarine, fenprocoumon, ibuprofen, diazepam, ketoprofen, naproxen, diclofenac en piroxicam in klinisch relevante concentraties. In in vitro onderzoeken met humane levermicrosomen is geen capaciteit om het cytochroom P450 enzymsysteem te remmen waargenomen. Een klinisch onderzoek heeft aangetoond dat gadofosveset (VASOVIST) de ongebonden fractie van warfarine in het plasma niet beïnvloedt. De antistollingsactiviteit van warfarine wijzigde niet en de effectiviteit van dit geneesmiddel werd niet beïnvloed. Interacties met laboratoriumtests In klinische onderzoeken met VASOVIST werden geen specifieke trends waargenomen van een mogelijke interactie tussen dit geneesmiddel en laboratoriumtestmethoden. 4.6
Zwangerschap en borstvoeding
Er is geen ervaring opgedaan met het gebruik van gadofosveset-trinatrium bij zwangere vrouwen. Onderzoek bij dieren heeft geen bewijs geleverd voor invloed op de vruchtbaarheid, of perinatale en postnatale ontwikkeling. Embryo-foetale toxiciteit werd waargenomen bij konijnen na herhaalde toediening (zie Rubriek 5.3). VASOVIST dient niet te worden gebruikt bij zwangere vrouwen, vanwege het gebrek aan ervaring hiermee. Het is niet bekend of gadofosveset-trinatrium uitgescheiden wordt in de menselijke moedermelk. In een onderzoek bij dieren werd aangetoond dat minder dan 1 % van de toegediende dosis gadofosveset in de moedermelk terecht komt. Dit geneesmiddel dient niet te worden gebruikt tijdens de periode van borstvoeding, vanwege het gebrek aan ervaring hiermee. 4.7
Beïnvloeding van de rijvaardigheid en van het vermogen om machines te bedienen
Er zijn geen studies naar het effect op de rijvaardigheid of het vermogen om machines te bedienen uitgevoerd. 4.8
Bijwerkingen
De meest voorkomende bijwerkingen in verband met Vasovist waren pruritus, paresthesieën, hoofdpijn , misselijkheid, vasodilatatie, brandend gevoel en dysgeusie. De meeste ongewenste bijwerkingen waren van lichte tot matige intensiteit. De meeste bijwerkingen (80%) traden binnen 2 uur op. Vertraagde reacties kunnen optreden (na uren tot dagen). Data uit het klinisch onderzoek (pre-marketing) Er werden vijf ernstige ongewenste gebeurtenissen gezien bij patiënten die 0,03 mmol/kg gadofosveset ontvingen. Deze gebeurtenissen waren kransslagaderaandoening, hyperglykemie , gangreen , pijn op de borst en anafylactische reactie. De anafylactische reactie werd beschouwd als waarschijnlijk gerelateerd en werd binnen 5 minuten verholpen. De frequenties van de bijwerkingen 4
hieronder zijn gebaseerd op data uit een klinische trial (N totaal = 1321 patiënten) waarbij alle doseringen werden onderzocht (relatie toegeschreven door de klinisch onderzoeker) Systeem orgaan klasse
Vaak (≥ 1:100)
Infecties en parasitaire aandoeningen Immuunsysteemaandoeningen Voedings- en stofwisselingsstoornissen
Oogaandoeningen
Zelden (< 1: 1000)
nasofaryngitis
cellulitis, urineweginfectie
overgevoeligheid hyperglykemie , hypocalcemie
Psychische stoornissen Zenuwstelselaandoeningen
Soms (≥ 1: 1000, < 1: 100)
angst hoofdpijn , ageusie, duizeligheid (behalve paresthesieen, vertigo), tremor, hypesthesie, dysgeusie parosmie brandend gevoel verhoogde traanproductie
Evenwichtsorgaan- en ooraandoeningen Hartaandoeningen
Hypokaliëmie, hyperkaliëmie, electrolyten disbalans, hypernatriëmie, verminderde eetlust Hallucinaties , abnormale dromen onvrijwillige spiercontracties
asthenopie, abnormaal gevoel in oog oorpijn
atrioventriculair block 1e graad, tachycardie
Cardiale flutter, myocard ischemie, boezemfibrilleren, bradycardie , palpitaties
hypertensie , flebitis
arteriosclerose, hypotensie respiratoire depressie, hoest
Bloedvataandoeningen Ademhalingsstelsel-, borstkas- en mediastinumaandoeningen Maagdarmstelselaandoeningen
Vasodilatatie
misselijkheid
braken , kokhalzen, diarree, abdominale klachten, buikpijn, droge mond, flatulentie, hypesthesie lippen, hypersecretie speeksel
dyspepsie, faryngolaryngeale pijn
Huid en subcutane afwijkingen:
pruritus
urticaria , erytheem, uitslag , verhoogde zweetafscheiding
Klamheid
spierkrampen, spierspasmen, nekpijn, pijn in ledemaat
spierspanning, zwaar gevoel
hematurie, microalbuminurie, glycosurie
mictie aandrang, pijn in de nierstreek, vaak plassen
Skeletspierstelsel-, bindweefsel- en botaandoeningen Nier- en urinewegaandoeningen
dyspnoe
5
Systeem orgaan klasse Voortplantingsstelselen borstaandoeningen Algemene aandoeningen en toedieningsplaatsstoornissen
Onderzoeken
Vaak (≥ 1:100)
Soms (≥ 1: 1000, < 1: 100)
Zelden (< 1: 1000) bekkenpijn
het koud hebben
pijn , pijn op de borst, vermoeidheid, zich ongewoon voelen, pijn in de lies, pijn ter plaatse van de injectie, kou ter plaatse van de injectie, erytheem ter plaatse van de injectie
electrocardiogram QT verlengd
Letsels en intoxicaties
koorts, rillerig, zwakheid, gevoel van druk op de borst, het warm hebben, thrombose op de injectieplaats, blauwe plekken op de injectieplaats, ontsteking ter plaatse van de injectie, branden van injectieplaats, extravasatie ter plaatse van de injectie, bloeding ter plaatse van de injectie, pruritus ter plaatse van de injectie, gevoel van druk electrocardiogram ST segment depressie, electrocardiogram T wave amplitude verlaagd, abnormaal electrocardiogram anafylactische reactie, fantoompijn ledematen
Zoals andere intraveneuze contrastmiddelen kan dit geneesmiddel gepaard gaan met anafylactische/overgevoeligheidsreacties die worden gekenmerkt door cutane, respiratoire en/of cardiovasculaire symptomen die tot een shock kunnen leiden. 4.9
Overdosering
VASOVIST is getest bij mensen tot een dosis van 0,15 mmol/kg (5 maal de klinische dosis). Er werden geen klinische gevolgen van een overdosis met dit geeensmiddel gemeld. De behandeling van een overdosering dient zich te concentreren op ondersteuning van alle vitale functies en directe instelling van symptomatische therapie. Gadofosveset kan effectief uit het lichaam worden verwijderd door middel van high-flux dialyse (zie rubriek 5. ). In geval van een onopzettelijke overdosering dient de patiënt nauwkeurig te worden geobserveerd met inbegrip van hartbewaking (zie rubriek 4.4). 5.
FARMACOLOGISCHE EIGENSCHAPPEN
5.1
Farmacodynamische eigenschappen
Farmacotherapeutische categorie: paramagnetisch contrastmiddel, ATC code: V08 C A VASOVIST is een formulering van een stabiele gadolinium diethyleentriaminepenta-azijnzuur (GdDTPA) chelaat gesubstitueerd door een difenylcyclohexylfosfaat groep (gadofosveset-trinatrium), voor gebruik bij magnetic resonance imaging (MRI). Gadofosveset bindt reversibel aan humaan serumalbumine. Eiwitbinding versterkt T1 relaxiviteit van gadofosveset tot 10 maal, vergeleken met niet-eiwit gebonden gadoliniumchelaten. In onderzoeken bij mensen verkort gadofosveset de T1 bloedwaarden aanzienlijk tot 4 uur na intraveneuze bolusinjectie. Relaxiviteit in plasma was 33,4 tot 45,7 mM-1s-1 over het dosisbereik tot 0,05 mmol/kg bij 20 MHz. 6
Tot 1 uur na toediening van dit geneesmiddel worden hoge resolutie MRA scans van vasculaire structuren verkregen. Het verlengde vasculaire imaging venster voor gadofosveset wordt toegeschreven aan de versterkte relaxiviteit en een langere aanwezigheid in de vasculaire ruimte als gevolg van de plasma-eiwit bindende eigenschap. Er zijn geen vergelijkende studies met extracellulair gadoliniumcontrastmiddel verricht. 5.2
Farmacokinetische eigenschappen
• Distributie Het plasma concentratie-tijdsprofiel van intraveneus toegediend gadofosveset bevestigt een tweecompartiment open model. Na intraveneuze toediening van 0,03 mmol/kg dosis was de gemiddelde halveringstijd van de distributiefase (t1/2α) 0,48 ± 0,11 uur en het distributievolume tijdens de steady state was 148 ± 16 ml/kg, grofweg gelijk aan dat van extracellulair vocht. Plasma eiwitbinding lag in een bereik van 80% tot 87% gedurende de eerste 4 uur na injectie. • Metabolisme De resultaten van diverse onderzoeken van plasma- en urinemonsters toonden aan dat gadofosveset geen meetbaar metabolisme ondergaat. • Eliminatie Bij gezonde vrijwilligers werd gadofosveset voornamelijk via de urine geëlimineerd, waarbij 84% (bereik 79-94%) van de geïnjecteerde dosis (0,03 mmol/kg) binnen 14 dagen in de urine werd uitgescheiden. Vierennegentig procent (94%) van de urineuitscheiding vond plaats in de eerste 72 uur. Een klein deel van de gadofosveset dosis werd in de faeces teruggevonden (4,7%, bereik 1,1 – 9,3%), wat wijst op een kleine rol van de galblaas bij de verwerking van gadofosveset. Na intraveneuze toediening van 0,03 mmol/kg dosis waren nierklaring (5,51 ± 0,85 ml/h/kg) en totale klaring ( 6,57 ± 0,97 ml/h/kg) vergelijkbaar, en de gemiddelde terminale eliminatie halfwaardetijd was 18,5 ± 3,0 uur. •
Bijzonderheden bij patiënten
Nierinsufficiëntie. Bij patiënten met matige tot ernstige nierfunctiestoornissen is de halfwaardtijd aanzienlijk verlengd en de AUC 2 tot 3 maal verhoogd. Hemodialyse patiënten: Gadofosveset kan uit het lichaam verwijderd worden door middel van hemodialyse. Na toediening van een intraveneuze of bolusinjectie van 0,05 mmol/kg bij patiënten die drie maal per week een hemodialyse door middel van high-flux filter ondergaan, was de plasmaconcentratie aan het einde van de derde dialysesessie verlaagd tot minder dan 15% van de Cmax. Tijdens de dialysesessies lag de daling van de gemiddelde halfwaardetijd van plasmaconcentratie tussen de 5 en 6 uur. De gemiddelde dialyseklaring was in de range tussen 16 en 32 ml/h/kg. Het gebruik van de high-flux dialyse filter was in vergelijking met de low-flux filter efficiënter en wordt daarom aanbevolen. Leverinsufficiëntie: Plasmafarmacokinetiek en eiwitbinding van gadofosveset werden niet significant beïnvloed door matige leverstoornissen (Child Pugh B). Een lichte vermindering in de faecale eliminatie van gadofosveset werd gezien bij personen met een gestoorde leverfunctie (2,7%) vergeleken met normale personen (4,8%). Bij één persoon met matige leverfunctiestoornissen en een abnormaal laag serum albumine, was de totale klaring en halfwaardetijd van gadofosveset indicatief voor een snellere klaring, vergeleken met personen met matige leverfunctiestoornissen en normale serum albuminespiegels.
7
5.3
Gegevens uit het preklinisch veiligheidsonderzoek
Preklinische gegevens duiden niet op een speciaal risico voor mensen. Deze data zijn afkomstig van conventionele onderzoeken op het gebied van veiligheidsfarmacologie, acute toxiciteit, lokale tolerantietoxiciteit, contact-sensibilisatievermogen en genotoxiciteit. Er werd geen onderzoek gedaan naar carcinogeniciteit. Herhaalde-dosis toxiciteit Herhaalde-dosis toxiciteitsonderzoeken toonden aanwezigheid van vacuolen van de tubulaire cellen van de nieren, met een sterk bewijs voor omkeerbaarheid van het effect. Er werd geen functionele stoornis waargenomen en electronenmicroscopische onderzoeken van de rattennieren gaf aan dat de waargenomen vacuolatie voornamelijk een opslagfenomeen betrof. De effecten waren bij ratten ernstiger dan bij apen, waarschijnlijk vanwege de hogere nierklaring bij ratten. Bij apen werden geen renale effecten waargenomen na eenmalig gebruik, zelfs niet met een dosis die 100 maal zo hoog was als de klinische dosis. Reproductietoxiciteit Bij konijnen werd een verhoogd aantal vroege resorpties en een lichte, maar significante stijging van het aantal foetale anomalieën (in het bijzonder hydrocephalus en pathologische draaiing van de ledematen) waargenomen bij doseringen waarbij geen tot lichte maternale toxiciteit was waargenomen (blootstelling was respectievelijk 2 en 5 maal de verwachte humane blootstelling). 6.
FARMACEUTISCHE GEGEVENS
6.1
Lijst van hulpstoffen
Fosveset Natriumhydroxide Zoutzuur Water voor injecties 6.2
Gevallen van onverenigbaarheid
In verband met het ontbreken van onderzoek naar onverenigbaarheden, mag dit geneesmiddel niet met andere geneesmiddelen gemengd worden. 6.3
Houdbaarheid
3 jaar. Na de eerste maal openen: het medicinale product dient onmiddellijk na opening te worden gebruikt. 6.4
Speciale voorzorgsmaatregelen bij bewaren
Bewaar de flacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 6.5
Aard en inhoud van de verpakking
10 en 20 ml kleurloze type I glazen flacons met broombutylrubber dop en aluminium ringsluiting (met afneembaar kunststof kapje). Verpakkingsgrootten: 1, 5, en 10 flacons × 10 ml (in 10-ml glazen flacon) 1, 5, en 10 flacons × 15 ml (in 20-ml glazen flacon) 1, 5, en 10 flacons × 20 ml (in 20-ml glazen flacon) 8
Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht. 6.6
Instructies voor gebruik en verwerking en verwijdering
Dit medicinale product wordt klaar-voor-gebruik als heldere, kleurloze tot lichtgele waterige oplossing geleverd. Contrastmiddelen dienen niet te worden gebruikt in geval van ernstige verkleuring, de aanwezigheid van stofdeeltjes of een beschadigde verpakking. Flacons met VASOVIST zijn niet bedoeld voor het optrekken van meerdere doses. De rubber dop dient niet vaker dan eenmaal te worden doorboord. De oplossing dient onmiddellijk na het optrekken uit de flacon te worden gebruikt. Restanten ongebruikte oplossing dienen te worden afgevoerd overeenkomstig lokale voorschriften. 7.
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Schering AG, D-13342 Berlijn, Duitsland 8.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
9.
DATUM VAN EERSTE VERGUNNING/HERNIEUWING VAN DE VERGUNNING
10.
DATUM VAN HERZIENING VAN DE TEKST
9
BIJLAGE II A. HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE B. VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
10
A
HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR DE VERVAARDIGING VERANTWOORDELIJK VOOR VRIJGIFTE
Naam en adres van de fabrikant verantwoordelijk voor vrijgifte Schering AG D – 13342 Berlijn Duitsland B
VOORWAARDEN VERBONDEN AAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
•
VOORWAARDEN OF BEPERKINGEN OPGELEGD AAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN TEN AANZIEN VAN DE LEVERING EN HET GEBRUIK
Aan beperkt medisch recept onderworpen geneesmiddel (Zie bijlage I: samenvatting van de productkenmerken, 4.2) •
ANDERE VOORWAARDEN
De houder van deze vergunning voor het in de handel brengen dient de Europese Commissie informatie te verstrekken over de plannen voor het in de handel brengen van het medicinale product waarvoor bij dit besluit vergunning is verleend.
11
BIJLAGE III ETIKETTERING EN BIJSLUITER
12
A. ETIKETTERING
13
GEGEVENS DIE OP DE BUITENVERPAKKING OF, INDIEN DEZE ONTBREEKT, OP DE PRIMAIRE VERPAKKING MOETEN WORDEN VERMELD: Doos/Buitenverpakking
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL
VASOVIST 0.25 mmol/ml, oplossing voor injectie. Gadofosveset-trinatrium 2.
GEHALTE AAN WERKZAME STOF(FEN)
1 ml oplossing voor injectie bevat 244 mg (0,25 mmol) gadofosveset-trinatrium als werkzame stof. 10 ml oplossing bevat 2,44 g, 15 ml oplossing bevat 3,66 en 20 ml oplossing bevat 4,88 g gadofosveset trinatrium in een flacon. 3.
LIJST VAN HULPSTOFFEN
fosveset, natriumhydroxide, zoutzuur, water voor injecties 4.
FARMACEUTISCHE VORM EN INHOUD
oplossing voor injectie 10 ml (1, 5, 10 flacons) 15 ml (1, 5, 10 flacons) 20 ml (1, 5, 10 flacons) 5.
WIJZE VAN GEBRUIK EN TOEDIENINGSWEG(EN)
Uitsluitend voor intraveneus en diagnostisch gebruik Lees voor het gebruik de bijsluiter 6.
EEN SPECIALE WAARSCHUWING DAT HET GENEESMIDDEL BUITEN HET BEREIK EN ZICHT VAN KINDEREN DIENT TE WORDEN GEHOUDEN
Houd het geneesmiddel buiten het bereik en zicht van kinderen 7.
ANDERE SPECIALE WAARSCHUWING(EN), INDIEN NODIG
8.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ} 9.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE BEWARING
Bewaar de flacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 10.
BIJZONDERE VOORZORGSMAATREGELEN VOOR HET VERWIJDEREN VAN NIET-GEBRUIKTE GENEESMIDDELEN OF DAARVAN AFGELEIDE AFVALSTOFFEN (INDIEN VAN TOEPASSING) 14
11.
NAAM EN ADRES VAN DE HOUDER VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
Schering AG, D-13342 Berlijn, Duitsland 12.
NUMMER(S) VAN DE VERGUNNING VOOR HET IN DE HANDEL BRENGEN
13.
PARTIJNUMMER VAN DE FABRIKANT
Partij {nummer} 14.
ALGEMENE INDELING VOOR DE AFLEVERING
Geneesmiddel op medisch voorschrift. 15.
INSTRUCTIES VOOR GEBRUIK
15
GEGEVENS DIE TEN MINSTE OP PRIMAIRE KLEINVERPAKKINGEN MOETEN WORDEN VERMELD Flacon
1.
NAAM VAN HET GENEESMIDDEL EN TOEDIENINGSWEGEN
VASOVIST 0,25 mmol/ml Oplossing voor injectie i.v. 2.
WIJZE VAN TOEDIENING
Voor intraveneus gebruik Lees voor gebruik de bijsluiter 3.
UITERSTE GEBRUIKSDATUM
EXP {MM/JJJJ} 4.
PARTIJNUMMER
Partij {nummer} 5.
INHOUD UITGEDRUKT IN GEWICHT, VOLUME OF EENHEID
10 ml 15 ml 20 ml
16
B. BIJSLUITER
17
BIJSLUITER voor de PATIËNT Lees de hele bijsluiter aandachtig door alvorens dit geneesmiddel te gebruiken. Bewaar deze bijsluiter. Misschien heeft u hem nog een keer nodig. Raadpleeg de arts die u VASOVIST toedient (de radioloog) of het personeel in het ziekenhuis/op de MRI-afdeling, als u aanvullende vragen heeft. In deze bijsluiter: 1. Wat is VASOVIST en waarvoor wordt het gebruikt 2. Wat u moet weten voordat u VASOVIST krijgt toegediend 3. Hoe wordt VASOVIST gebruikt 4. Mogelijke bijwerkingen 5 Hoe bewaart u VASOVIST 6. Aanvullende informatie VASOVIST 0,25 mmol/ml, oplossing voor injectie. Gadofosveset-trinatrium Wat is VASOVIST? De werkzame stof is gadofosveset-trinatrium. De andere bestanddelen zijn fosveset, natriumhydroxide, zoutzuur, en water voor injecties. Houder van de vergunning voor het in de handel brengen en fabrikant Schering AG, D-13342 Berlijn, Duitsland 1.
WAT IS VASOVIST EN WAARVOOR WORDT HET GEBRUIKT
VASOVIST is een contrastmiddel voor injectie om een diagnostische afbeelding van de bloedvaten in de buik of ledematen duidelijker te maken. De oplossing wordt klaar-voor-gebruik geleverd in een glazen flacon met een sterkte van 250 micromol per milliliter. Toediening vindt plaats door middel van een snelle injectie in een ader (uitsluitend door medisch deskundigen). VASOVIST is uitsluitend voor diagnostisch gebruik. Het wordt gebruikt om de opsporing van (verdachte) abnormale veranderingen in de bloedvaten te vergemakkelijken. De diagnose kan accurater worden gesteld dan zonder dit geneesmiddel. VASOVIST, een contrastmiddel met magnetische eigenschappen, helpt de bloedstroom in de vaten zichtbaar te maken door het bloed gedurende een bepaalde tijd op te helderen. Dit geneesmiddel wordt in combinatie met de beeldvormende techniek magnetische resonantie imaging (MRI) gebruikt. Raadpleeg uw arts of het MRI personeel als u vragen hebt of ergens niet zeker van bent. Verpakkingsgrootten: 1, 5, en 10 × 10 ml (in 10-ml glazen flacon) 1, 5, en 10 × 15 ml (in 20-ml glazen flacon) 1, 5, en 10 × 20 ml (in 20-ml glazen flacon) Het kan voorkomen dat niet alle verpakkingsgrootten in de handel worden gebracht. 2.
WAT U MOET WETEN VOORDAT U VASOVIST KRIJGT TOEGEDIEND 18
Gebruik VASOVIST niet: • U mag VASOVIST niet toegediend krijgen als u overgevoelig bent voor één van de bestanddelen van dit geneesmiddel . Als u denkt dat dit voor u van toepassing is, licht dan uw arts in. Pas goed op met VASOVIST: • U heeft speciale medische hulp nodig als op een allergie lijkende reacties optreden. Licht uw arts onmiddellijk in indien u last krijgt van jeuk of een gevoel van lichte zwelling in uw keel of tong, wat een eerste teken kan zijn van een overgevoeligheidsreactie. Uw arts zal ook op andere tekenen letten. Licht uw arts in als: • u een hart pacemaker heeft of een ferromagnetisch implantaat of een metaalstent in uw lichaam • u zwanger bent of zwanger zou kunnen zijn ( dus ook als u niet zeker bent) • u allergisch bent (bijvoorbeeld hooikoorts, netelroos) of aan astma lijdt. • u eerder reacties had op injecties of contrastmiddelen • uw nieren niet naar behoren werken Als één van deze bovenstaande gevallen op u van toepassing is, zal de arts beslissen of het voorgenomen onderzoek al dan niet mogelijk is. Zwangerschap Het is niet bewezen dat VASOVIST veilig gebruikt kan worden tijdens de zwangerschap. Uw arts of radioloog zal dit nader met u bespreken. Dit geneesmiddel dient niet te worden gebruikt bij zwangere vrouwen, tenzij strikt noodzakelijk. Borstvoeding Als u borstvoeding geeft, dient VASOVIST niet te worden gebruikt. Pasgeborenen, zuigelingen, kinderen en adolescenten: De veiligheid van VASOVIST bij personen onder de 18 is nog niet onderzocht. Gebruik van VASOVIST samen met andere geneesmiddelen: Licht uw arts in over alle andere geneesmiddelen die u gebruikt of onlangs heeft gebruikt, ook als het geneesmiddelen betreft, waarvoor geen voorschrift noodzakelijk is. Uw arts zal u advies geven. 3.
HOE WORDT VASOVIST GEBRUIKT
U wordt verzocht op de MRI scantafel te gaan liggen. Dit geneesmiddel wordt toegediend middels een injectie in een ader. De gebruikelijke injectieplaats is de rug van uw hand of precies voor uw elleboog. Het scannen kan onmiddellijk na de VASOVIST injectie beginnen. Na de injectie wordt u goed in de gaten gehouden voor het geval er bijwerkingen optreden. De dosis dit geneesmiddel varieert afhankelijk van uw gewicht. De arts zal beslissen hoeveel VASOVIST nodig is voor uw onderzoek. De dosering is: 0,12 ml/kg lichaamsgewicht (gelijk aan 0,03 mmol/kg lichaamsgewicht) Wat u moet doen als u meer VASOVIST toegediend heeft gekregen dan zou mogen: Overdosering is zeer onwaarschijnlijk, maar uw arts weet in voorkomende gevallen hoe hij moet handelen. Indien nodig kan VASOVIST uit uw lichaam worden verwijderd door middel van een hemodialyse, gebruikmakend van high-flux filters.
19
4.
MOGELIJKE BIJWERKINGEN
Zoals alle geneesmiddelen kan VASOVIST bijwerkingen hebben. Jeuken, tintelen of een verdoofd gevoel van de handen of voeten, hoofdpijn, misselijkheid, warm gevoel (vasodilatatie) , brandend gevoel, en veranderde smaak in de mond (dysgeusie) zijn de meest gemelde bijwerkingen. De meeste ongewenste bijwerkingen waren van lichte tot matige intensiteit. De meeste bijwerkingen (80%) traden binnen 2 uur op. Vertraagde reacties kunnen optreden (na uren tot dagen). Gegevens van de klinische onderzoeken (voor de goedkeuring van VASOVIST) Bij de aanbevolen dosering werden vijf ernstige bijwerkingen waargenomen. Een van de ernstige bijwerkingen hield waarschijnlijk verband met het medicinale product. De patiënt toonde een allergische (anafylactische) reactie die binnen 5 minuten kon worden verholpen. De frequentie van de bijwerkingen die in de volgende paragrafen worden vermeld zijn gebaseerd op gegevens uit klinische onderzoeken bij 1321 patiënten, waarbij alle gebruikte doseringen worden behandeld. De vetgedrukte termen geven aan welk deel van het lichaam het betreft. Vaak, soms, zelden en zeer zelden zijn de categorieën waarin de frequenties worden onderverdeeld. De term “vaak” betekent minder dan 1 per 10, maar meer dan 1 per 100 personen kunnen deze bijwerking ondervinden. De term “soms” betekent minder dan 1 per 100, maar meer dan 1 per 1000 personen kunnen deze bijwerking ondervinden. De term ”zelden” betekent minder dan 1 op de 1000 personen kunnen deze bijwerking ondervinden. Infecties en parasitaire aandoeningen ( geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: loopneus, pijnlijke keel; zelden: ontsteking van de huid, urineweginfectie. Immuunsysteemaandoeningen (geen vaak of zelden voorkomende bijwerkingen); soms: op een allergie lijkende reactie. Voedings-en stofwisselingsstoornissen (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: hoge bloedsuikerspiegels, lage calciumspiegels in het bloed; zelden: lage kaliumspiegels in het bloed, hoge kaliumspiegels in het bloed, ongebruikelijke hoeveelheid zout in het lichaam, hoge natriumspiegels in het bloed, verminderde eetlust. Psychische stoornissen (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: angstig gevoel; zelden: dingen zien, voelen of horen die er niet zijn; abnormale dromen. Zenuwstelsel, vaak: hoofdpijn; tintelen of verdoofd gevoel in de handen of voeten; veranderde smaak in de mond, brandend gevoel; soms: smaakstoornissen, duizeligheid, trillen, verminderd gevoel of gevoeligheid (vooral met betrekking tot de huid), reukzinstoornis; zelden: onvrijwillige spiertrekkingen Oog (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: verhoogde traanproductie; zelden: afwijkingen van het gezichtsvermogen, ongewoon gevoel in het oog. Oor (geen vaak of soms voorkomende bijwerkingen); zelden: oorpijn Hart (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: verstoorde zenuwgeleiding in het hart (1e graad), snelle hartslag; zelden: onregelmatige hartslag, ongewone hartkamercontracties (cardiale flutter, atriumfibrilleren), pijn op de borst, langzame hartslag, palpitaties.
20
Bloedvaten, vaak: warm gevoel (vasodilatatie); soms: hoge bloeddruk, zwelling en stolsel in een ader; zelden: verdikking van de slagaders door cholesterolafzettingen; lage bloeddruk. Ademhalingsstelsel (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: kortademigheid; zelden: zwakke ademhaling, hoest Spijsverteringssysteem, vaak: misselijkheid; soms: braken, kokhalzen, diarree, maagklachten, maagpijn, droge mond, winderigheid, verminderd gevoel in de lippen, verhoogde speekselproductie; zelden: indigestie, pijn in de keel Huid, vaak: jeuk; soms: netelroos, roodheid, uitslag, vermeerderd zweten; zelden: zweterigheid. Spieren en botten ( geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: spierkrampen, spierspasmen, nekpijn, pijn in ledemaat; zelden: spierspanning, zwaar gevoel Nieren en urinewegen ( geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: bloed in de urine, eiwit in de urine, suiker in de urine; zelden: aandrang om te plassen, pijn in de nierstreeek, vaak plassen. Geslachtsorganen (geen vaak of soms voorkomende bijwerkingen); zelden: bekkenpijn. Algemene aandoeningen en toedieningsplaats-stoornissen, vaak: koud hebben; soms: pijn, pijn op de borst, vermoeidheid, zich ongewoon voelen, pijn in de lies, pijn ter plaatse van de injectie, kou ter plaatse van de injectie, roodheid ter plaatse van de injectie koorts, rillerig, zwakheid, gevoel van druk op de borst, het warm hebben, bloedstolsel op de injectieplaats, blauwe plekken op de injectieplaats, ontsteking van de injectieplaats, branden van injectieplaats, ontsnappen van vocht uit de injectieplaats naar het omliggende weefsel (extravasatie), bloeding ter plaatse van de injectie, pruritus ter plaatse van de injectie, gevoel van druk. Onderzoeken (geen vaak voorkomende bijwerkingen); soms: problemen prikkelgeleiding van het hart (lange QT tijd); zelden: ST segment/T-golf afwijkingen. Letsels en vergiftigingen (geen vaak of soms voorkomende bijwerkingen); zelden: allergische reactie, fantoompijn ledematen. Zoals andere intraveneuze contrastmiddelen kan VASOVIST gepaard gaan met allergische reacties (anafylactische/overgevoeligheidsreacties) die worden gekenmerkt door huidreacties, moeilijkheden met de ademhaling en/of hart/hartslag/bloeddruk stoornissen die tot bewustzijnsverlies kunnen leiden. Als u bijwerkingen constateert die niet in deze bijsluiter worden vermeld, licht dan uw arts of apotheker in. 5. HOE BEWAART U VASOVIST Houd buiten het bereik en het zicht van kinderen. Niet gebruiken na de uiterste gebruiksdatum die vermeld staat op het etiket. Bewaar de flacon in de buitenverpakking ter bescherming tegen licht. 6. AANVULLENDE INFORMATIE Raadpleeg uw arts, de radioloog of het MRI-personeel als u aanvullende vragen heeft. Neem voor alle informatie met betrekking tot dit geneesmiddel contact op met de lokale vertegenwoordiger van de houder van de vergunning voor het in de handel brengen.
21
België/Belgique/Belgien N V Schering S.A. Tél/Tel:: + 32 - 2 712 85 00
Luxembourg/Luxemburg N V Schering S.A. Tél/Tel: + 32 - 2 712 85 00
Česká republika Schering s.r.o.- člen koncernu Tel: + 420 2 717 306 61
Magyarország Schering Pharma KFT Tel.: + 36-1-453 – 8010
Danmark Schering AS Tlf: + 45 - 43 29 09 99
Malta Alfred Gera & Sons Ltd Tel: + 356 44 62 05
Deutschland Schering Deutschland GmbH Tel: + 49 30 3 49 89 - 0
Nederland Schering Nederland B V Tel: + 31 - 294 462 429
Eesti UAB Schering Eesti filiaal Tel: + 372 6 55 85 65
Norge Schering Norge AS Tlf: + 47 - 67 59 20 00
Ελλάδα Schering Ελλάς Α.Ε. . Τηλ: + 30 - 210 2897 800
Österreich Schering Wien Ges.m.b.H. Tel: + 43 - 1 - 9 70 37 351
España Schering Espana S A Tel: + 34 - 91 506 93 50
Polska Schering Polska Sp. z.o.o. Tel.: + 48-22-645 13 00
France Schering S A Tél: + 33 -3 - 20 20 80 80
Portugal Schering Lusitana Lda Tel: + 35 121 - 926 99 00
Ireland HE Clissmann Tel: + 353 – 1 – 668 8566
Slovenija Schering AG, Podruznica za Slovenijo Tel: + 386 01 300 10 50
Ísland Icepharma Tel: + 354 540 8000
Slovenská republika Schering Slovakia s.r.o Tel: + 421 2 5441 0317
Italia Schering S p A Tel: + 39 - 0221 65 – 267
Suomi/Finland Schering Oy Puh/Tel: + 358 - 9 - 708 83 79
Κύπρος A. Potamitis Medicare Ltd Τηλ: + 357 2231 36 11
Sverige Schering Nordiska AB Tel: + 46 - 8 - 728 42 00
Latvija Schering UAB pārstāvniecība Latvijā Tel: + 371 7 84 55 63
United Kingdom Schering Health Care Ltd Tel: +44 (0845) 609 6767
Lietuva 22
UAB “Schering” Tel. +370 5 23 36 868 Deze bijsluiter is voor de laatste keer goedgekeurd op {datum} -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------De volgende informatie is alleen bestemd voor artsen of andere beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg. Dit medicinale product wordt klaar voor gebruik als heldere, kleurloze tot lichtgele waterige oplossing geleverd. Contrastmiddelen dienen niet te worden gebruikt in geval van ernsige verkleuring, de aanwezigheid van stofdeeltjes of een beschadigde verpakking. Flacons met dit geneesmiddel zijn niet bedoeld voor het optrekken van meerdere doses. De rubber dop dient niet vaker dan eenmaal te worden doorboord. De oplossing dient onmiddellijk na het optrekken uit de flacon te worden gebruikt. Het restant van de oplossing dat niet tijdens het onderzoek is gebruikt dient te worden afgevoerd.
23